NL8500073A

NL8500073A - Werkwijze voor het vervaardigen van een afdichtlichaam in het bijzonder voor een buisverbinding en een volgens deze werkwijze vervaardigd afdichtlichaam.

Info

Publication number: NL8500073A
Application number: NL8500073A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1985-01-14
Filing date: 1985-01-14
Publication date: 1986-08-01
Also published as: JPS61215881A; JPH0431483B2; DE3662762D1; EP0188300B1; JPS61222716A; CN1041128A; ATE42061T1; EP0188300A1; JPH0522113B2; CN1011954B

Description

83 5102/Iem/jz - ·''

Korte aanduiding : Werkwijze voor het vervaardigen van een afdichtlichaam in het bijzonder voor een buisverbinding en een volgens deze ; werkwijze vervaardigd afdichtlichaam.

| i j

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een afdichtlichaam,in het bijzonder voor een buisverbinding,bestaande uit een aan een eindgedeelte van een buisdeel te bevestigen vasthoudring uit thermoplastische 5 kunststof en een coaxiaal ten opzichte daarvan aangebrachte en daarmee vast verbonden afdichtingsring, waarbij de vasthoudring wordt voorgevormd en afdichtingsring wordt gevormd in een vormholte die deels begrensd wordt door een gedeelte van de wand van de vasthoudring.

10 Een dergelijke werkwijze is bekend.

Bij deze bekende werkwijze wordt een vasthoudring uit thermoplastische kunststof met een in hoofdzaak J-rVormige dwarsdoorsnede voorgevormd en tussen een aantal met elkaar samenwerkende delen van een vormmatrijs geplaatst. Deze 15 matrijsdelen begrenzen samen met het zich in hoofdzaak radiaal naar binnen toe uitstrekkende deeljvan de vasthoudring een vormholte voor de afdichtingsring, die door middel van gieten of spuitgieten in deze vormholte wordt gevormd, waarbij een verbinding tussen de afdichtingsring en de 20 vasthoudring tot stand komt.

In het bijzonder bij het door spuitgieten vormen van de afdichtingsring treden hierbij problemen op.

Tijdens het spuitgieten wordt ter plaatse van de overgang van de de vormholte begrenzende wand van de vast-25 houdring naar de de vormholte begrenzende wanden van de matrijsdelen, het relatief zachte materiaal van de vasthoudring door het dun vloeibare materiaal van de afdichtingsring, dat onder zeer hoge druk in de vormholte wordt gespoten, weggedrukt. Het materiaal van de afdichtingsring 30 komt daardoor op plaatsen waar dit niet gewenst is, en er ontstaat een eindprodukt van slechte kwaliteit dat in veel gevallen niet bruikbaar is.

8500073 - 2 -

De uitvinding beoogt een oplossing voor deze problemen te verschaffen.

Dit oogmerk wordt bereikt door de werkwijze van de bovengenoemde soort die tot kenmerk hee£t dat de vormholte 5 voor de afdichtingsring ter plaatse van tenminste één over-gang van het de vormholte begrenzende wandgedeelte van de vasthoudring naar een daarop aansluitend, de vormholte begrenzend wandgedeelte tijdens het vormen door spuitgieten van de afdichtingsring wordt afgedicht.

10 Op deze wijze wordt een afdichtlichaam van zeer goede kwaliteit verkregen, zonder de zogenaamde "vlinders".

Bij voorkeur wordt de vasthoudring voorzien van afdichtmiddelen die tijdens het vormen door spuitgieten van de afdichtingsring ter plaatse van tenminste één overgang 15 van het de vormholte begrenzend wandgedeelte van de vasthoudring naar een daarop aansluitend, de vormholte begrenzend wandgedeelte, afdichtend samenwerken met Het aansluitend wandgedeelte.

Bij voorkeur omvatten de afdichtmiddelen ten minste 20 een ter plaatse van een eerste overgang aan de vasthoudring aangebrachte rondgaande lip die zich uitstrekt in de richting van de te vormen afdichtingsring en die tijdens het vormen van de afdichtingsring tegen een eerste aansluitend wandgedeelte aanligt.

25 Doelmatig neemt de dikte van de lip in de richting van het vrije uiteinde af. Hierdoor wordt de lip tijdens het inspuiten onder invloed van het met hoge snelheid in de vormholte stromende materiaal van de afdichtingsring tegen de wand van de vormholte gedrukt, waardoor een zeer goede 30 afdichting wordt verkregen.

De afdichtmiddelen omvatten bij voorkeur tevens een ter plaatse van een tweede overgang op de vasthoudring aangebrachte rondgaande verdikking die tijdens het vormen van de afdichtingsring klemmend samenwerkt met een daar 35 tegenover gelegen gedeelte van een tweede aansluitend wandgedeelte.

8500073 - 3 -

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een afdicht-lichaam voor een buisverbinding bestaande uit één op het eindgedeelte van een buisdeel te bevestigen vasthoudring uit thermoplastische kunststof en een coaxiaal ten opzichte 5 daarvan aangebrachte en daarmee vast verbonden afdichtings-ring, dat tot kenmerk heeft, dat de vasthoudring ter plaatse van een eerste overgang van de wand van de vasthoudring naar de wand van de afdichtingsring is voorzien van een rondgaande lip die zich gezien in dwarsdoorsnede 10 van het afdichtlichaam, aan de buitenomtrek hiervan in de richting van de afdichtingsring uitstrekt.

Volgens een voorkeursuitvoering is de vasthoudring ter plaatse van een tweede overgang van de wand van de vasthoudring naar de wand van de afdichtingsring, welke 15 overgang gezien in dwarsdoorsnede van het afdichtlichaam, gelegen is aan de binnenomtrek hiervan, voorzien van een rondgaande verdikking.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, 20 waarin:

Fig. 1 een afdichtorgaan volgens de uitvinding gedeeltelijk is dwarsdoorsnede en gedeeltelijk in aanzicht weergeeft, en

Fig. 2 een dwarsdoorsnede op vergrote schaal van de 25 vormholte voor de afdichtingsring van het afdichtlichaam van fig. 1 weergeeft.

de

Fig. 3 een gedeelte van de vormholte voor de afdichtingsring begrenzende wanden op vergrote schaal weergeeft bij nog niet geheel gesloten vormholte.

30 In Fig. 1 is een afdichtlichaam 1 voor een buisverbinding weergegeven bestaande uit een aan een (niet weergegeven) eindgedeelte van een buisdeel te bevestigen vasthoudring 2 uit thermoplastische kunststof en een coaxiaal ten opzichte daarvan aangebrachte en daarmee vast verbonden afdichtings-35 ring 3 weergegeven. De afdichtingsring 3 bestaat bij voorkeur uit een thermoplastische rubber. De vasthoudring 2 is aan de binnenzijde voorzien van rondgaande ribbels 4 die kunnen sarcenwerken met complementair gevormde rondgaande verdiepingen 1 8500073 1 - 4 - op een eindgedeelte van een buisdeel, voor het bevestigen van een afdichtlichaam 1 aan het buisdeel.

Ter plaatse van een eerste overgang 5 van de wand van de vasthoudring 2 naar de wand van de afdichtingsring 3 is 5 de vasthoudring 2 voorzien van een rondgaande lip 6 die zich uitstrekt in de richting van de afdichtingsring 3.. De aan de buitenomtrek van de dwarsdoorsnede van het afdichtlichaam 1 gelegen wand 7 van de lip 6 ligt in hoofdzaak in hetzelfde vlak als het ernaast gelegen deel 8 van de wand van de 10 vasthoudring 2. De dikte van de lip 6 neemt in de richting van het vrije uiteinde ervan af.

Ter plaatse van een tweede overgang 9 van de wand van de vasthoudring 2 naar de wand van de afdichtingsring 3 is de vasthoudring 2 voorzien van een rondgaande verdikking 10.

15 In Fig. 2 is een dwarsdoorsnede van de vormholte 11 voor de afdichtingsring 3 van het afdichtlichaam 1 weergegeven. De vormholte 11 wordt begrensd door een gedeelte 12 van de wand van de voorgevormde vasthoudring 2 die in een uitsparing in een deel 13 van een vormmatrijs 14 is geplaatst, 20 en door een gedeelte 15 van de wand van een matrijsdeel 13 en een gedeelte 16 van de wand van een matrijsdeel 17, dat gedeeltelijk binnen de vasthoudring 2 is gelegen. De vasthoudring 2 is voorzien van afdichtmiddelen 6, 10 in de vorm van een rondgaande lip 6 en een rondgaande verdikking 10, 25 die tijdens het spuitgieten van de afdichtingsring 3 ter plaatse van de overgangen 18, 19 van het de vormholte 11 begrenzende wandgedeelte 12 van de vasthoudring 2 naar een aansluitend gedeelte 15 respectievelijk 16 van een de vormholte begrenzende wand, afdichtend samenwerkend met het 30 aansluitend wandgedeelte 15 resp. 16 van de vormholte 11.

Ter plaatse van de overgang 18 van het wandgedeelte 12 van de vasthoudring 2 naar het wandgedeelte 15 van het matrijsdeel 13 ligt de buitenwand 7 van de lip 6 aan tegen de wand 15 van het matrijsdeel 13.

35 Ter plaatse van de overgang 19 van het wandgedeelte van de vasthoudring 2 naar het wandgedeelte 16 van het matrijsdeel 17 ligt de rondgaande verdikking 10 klemmend aan tegen de tegenover gelegen buitenomtrek 20 van het binnen de vast- 8500073 - 5 - houdring gelegen gedeelte 21 van het matrijsdeel 17 (vergelijk ook fig. 3).

Door de genoemde afdichtmiddelen 6, 10 wordt tijdens het onder hoge druk inspuiten van het dun vloeibare materiaal 5 van de afdichtingsring in de vormholte 11 een goede afdichting ter plaatse van de overgangen 18, 19 verkregen.

In het bijzonder wanneer de aansluitopening aan het uiteinde 22 van de vormholte 11 is gelegen, wordt de lip 6 onder invloed van het met hoge snelheid instromende materiaal 10 tegen de wand 15 gedrukt, waardoor ter plaatse van de overgang 18 een zeer goede afdichting wordt bereikt.

Door toepassing van de boven beschreven maatregelen wordt een afdichtlichaam verkregen met een zeer goede kwaliteit dat ter plaatse van de overgangen 6, 9 vrij is 15 van zogenaamde "vlinders" uit materiaal van de afdichtingsring.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorbeeld beschreven uitvoeringsvorm van het afdichtlichaam, maar strekt zich ook uit tot andere uitvoeringsvormen van een samengesteld afdichtlichaam waarbij tijdens de vervaardiging 20 ervan de aan het begin beschreven afdichtingsproblemen optreden.

8500073

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een afdichtlichaam, in het bijzonder voor een buisverbinding, bestaande uit een aan een eindgedeelte van een buisdeel te bevestigen vasthoud-ring uit thermoplastische kunststof en een coaxiaal ten 5 opzichte daarvan aangebrachte en daarmee vast verbonden afdichtingsring, waarbij de vasthoudring wordt voorgevormd en de afdichtingsring wordt gevormd in een vormholte die deels begrensd wordt door een gedeelte van de wand van de vasthoudring, met het kenmerk, dat 10 de de vormholte (11) voor de afdichtingsring (3) ter plaatse van tenminste één overgang (18 resp. 19) van het de vormholte (11) begrenzend wandgedeelte (12) van de vasthoudring (2) naar een daarop aansluitend, de vormholte(11) begrenzend wandgedeelte (15 resp. 16) tijdens het vormen 15 door spuitgieten van de afdichtingsring (3) wordt afgedicht.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de vasthoudring (2) wordt voorzien van afdichtmiddelen die tijdens het vormen door spuitgieten 20 van de afdichtingsring (3) ter plaatse van ten minste één overgang (18 resp. 19) van het de vormholte (11) begrenzend wandgedeelte (12) van de vasthoudring (2) naar een daarop aansluitend, de vormholte (11) begrenzend wandgedeelte (15 resp. 16) afdichtend samenwerken met het aansluitend 25 wandgedeelte (15 resp. 16).

3. Werkwijze volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de afdichtmiddelen tenminste omvatten een ter plaatse van een eerste overgang (18) aan de vasthoudring (2) aangebrachte rondgaande lip (6) die zich 30 uitstrekt in de richting van de te vormen afdichtingsring (3) en die tijdens het vormen van de afdichtingsring (3) tegen een eerste aansluitend wandgedeelte (15) aanligt. 8500073 κ ψ - 7 -

4, Werkwijze volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de dikte van de lip (6) in de richting van het vrije uiteinde afneemt. 5c Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met 5 het kenmerk, dat de afdichtmiddelen tevens omvatten een ter plaatse van een tweede overgang (19) op de vasthoudring (2) aangebrachte rondgaande verdikking (10) die tijdens het vormen van de afdichtingsring (3) klemmend samenwerkt met een er tegenover gelegen gedeelte (20) van 10 een tweede aansluitend wandgedeelte (16). 6c Werkwijze volgens conclusie 5, m e t he t kenmerk, dat de rondgaande verdikking (10) op de buitenomtreL^van een binnen de vasthoudring (2) gelegen, de vormholte (11) begrenzend gedeelte (21) van een 15 vormmatrijs wordt geklemd.

7. Afdichtlichaam voor een buisverbinding bestaande uit een op het eindgedeelte van een buisdeel te bevestigen vasthoudring uit thermoplastische kunststof en een coaxiaal ten opzichte daarvan aangebrachte en daarmee vast 20 verbonden afdichtingsring, met het kenmerk, dat de vasthoudring (2) ter plaatse van een eerste overgang (5) van de wand van de vasthoudring (2) naar de wand van de afdichtingsring (3) is voorzien van een rondgaande lip (6) die zich gezien in dwarsdoorsnede van 25 het afdichtlichaam (1), aan de buitenomtrek hiervan in de richting van de afdichtingsring (3) uitstrekt.

8. Afdichtlichaam volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de aan de buitenomtrek gelegen wand (7) van de lip (6) in hoofdzaak in hetzelfde vlak ligt als het 30 ernaast gelegen deel (8) van de wand van de vasthoudring (2).

9. Afdichtlichaam volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de dikte van de lip (6) in de richting van het vrije uiteinde ervan afneemt. 8500073 * * - 8 -

10. Afdichtlichaara volgens een der conclusies 7 - 9> met het kenmerk, dat de vasthoudring (2) ter plaatse van een tweede overgang (9) van de wand van de vasthoudring (2) naar de wand van de afdichtingsring (3), 5 welke overgang (9) gezien in dwarsdoorsnede van het afdicht-lichaam (1) gelegen is aan de binnenomtrek hiervan, voorzien is van een rondgaande verdikking (10).

11. Afdichtlichaam volgens een of meer der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de 10 afdichtingsring (3) bestaat uit een thermoplastisch materiaal, in het bijzonder een thermoplastische rubber. 8500073