NL8500686A - Elektronisch-mechanische platte draaisleutel, die programmeerbaar is en met gegevensverwerkende middelen interaktief kan kommuniceren. - Google Patents

Description

. N.0. 33.034 1 '

Elektronisch-mechanische platte draaisleutel, die programmeerbaar is en met gegevensverwerkende middelen interaktief kan kommuni-ceren.

5

De uitvinding heeft betrekking op een elektronisch-mechanische uit metaal bestaande platte sleutel met in de sleutelschacht aangebrachte uitsparingen voor het opnemen van zich in de slotrotor bevindende radi-10 aal verschuifbare dichthoudpennen, te gebruiken als mechanische sleutel buiten en als mechanisch-elektronische sleutel binnen een sluitinrich-ting met aanvullende in de slotcilinder aangebrachte elektronische middelen.

Sleutels met mechanische en niet mechanische sluit- en openings-15 kodes zijn sinds het opkomen van in vergelijking tot buizentechniek ge-miniaturiseerde elektronische middelen onderwerp van voortdurend onderzoek. De aan dit probleem inherente dwingende overwegingen staan echter dusdanig diametraal tegenover elkaar, dat de onvermijdelijke kompromis-sen een uiteindelijk gekozen oplossing in de regel aanmerkelijk van het 20 beoogde doel wegvoeren, om niet te zeggen wegdwingen.

Er bestaan bijvoorbeeld niet elektronische, maar elektronische af-tastmiddelen beïnvloedende sleutels; deze bestaan meestal uit metaal, waarbij een magneto-mechanische inrichting dergelijke sleutels elektronisch leesbaar maakt. Dergelijke sleutels vertonen bijvoorbeeld een rond 25 baardprofiel, aan de omtrek waarvan magnetische stroken, of ten minste stroken met wisselende permeabiliteit zijn aangebracht. Dergelijke sleutels kunnen door een roterende sluitbeweging elektronisch worden afgetast. Voorbeelden daarvan zijn in de beide Duitse Offenlegungsschriften 32 05 586 en 32 45 681 beschreven; dit zijn dan ongetwijfeld noch plat-30 te, noch elektronische sleutels.

Het DE-OS 32 45 681 toont bijvoorbeeld een sleutel met een gekombi-neerde mechanische en niet-mechanische, magnetische kodering, welke niet-mechanische kodering in de vorm van een ringvormige gegevensdrager is uitgevoerd. De uitvinder van de daarin beschreven sleutel verwijst 35 naar het Duitse Auslegeschrift 23 25 566, waarin een platte sleutel met niet-mechanische en mechanische kodering wordt beschreven. Uit deze publikatie volgt echter niet duidelijk hoe deze kodering is aangebracht en hoe zij aarenboven gerealiseerd kan worden. Enkel de aanduiding, dat de sleutel op de sleutelrug het magnetische sleutelgeheim draagt, geeft 40: de vakman het vermoeden, dat het eventueel om in de lengte van de sleu- 8500686 » 5 · 2 telbaard verdeelde magnetische inbeddingen zou gaan; of het is geen eigenlijke kode, maar alleen een magneetplaats op de sleutelrug die in de juiste stand onder het leesapparaat de elektrische afsluiting opheft. Anderzijds ziet de uitvinder van het genoemde DE-OS 32 45 681 nadelen om 5 een platte sleutel met niet mechanische koderingen te voorzien, vooral daarom omdat bij wijze van vergelijking slechts weinig kode-variaties zijn onder te brengen. Een platte sleutel biedt inderdaad niet veel plaats om bovendien nog andere dan de voorziene mechanische koderingen onder te brengen. Primair hangt dit daarmee samen, dat de platte sleutel 10 heel in het algemeen produkten van de sleutelminiaturisering zijn waarvan al het overtollige aan fysieke uitbreiding weggewerkt is. Uiteindelijk zijn dergelijke sleutels feitelijk standaard op hun gebied geworden en hebben daardoor een ook nu nog getalsmatig toenemende verspreiding. De dwang desondanks verdere elementen in een dergelijke vormgeving-geop-15 timeerde sleutel in te brengen, is nu eenmaal mislukt ondanks decennialange pogingen, namelijk zo veel mogelijk mechanische koderingen in de beperkte plaatsverhoudingen van een elegante, platte en voor in de zak geschikte sleutel onder te brengen.

Zo wordt enerzijds, om bruikbare resultaten in de kombinatie van 20 mechanische en elektronische kodeermogelijkheden op een en dezelfde sleutel te realiseren, respektievelijk de platte sleutelvorm verlaten, zoals het hier besproken DE-OS 32 45 681 doet en dit ook als wezenlijk voor de uitvinding uiteenzet, of wordt anderzijds helemaal afgezien van de mechanische kodering en daarvoor in de plaats een beslist weelderige 25 elektronische uitrusting gekozen, die dan tegelijkertijd een nieuwe sleutelvorm biedt, welke op die manier gevormde sleutels in samenhang met reeds bestaande standaard-cilindersloten niet meer kunnen worden gebruikt .

Een zodanig elektronisch uitgeruste oplossing is uit het volgende 30 Amerikaanse octrooischrift bekend. Het Amerikaanse octrooischrift 4.297.569 beschrijft een louter elektronische "sleutel" zonder mechanische kodering, waarbij in de vorm van een sleutel een geïntegreerde schakeling met kunststof wordt omspoten. Deze sleutel heeft geen mechanische kodering, hij is ook geen echte sleutel in de zin van het woord, 35 hij heeft slechts een op een sleutel gelijkende vorm. Zoals gezegd bestaat hij uit een met kunststof omspoten halfgeleiderchip van de DIL-kategorie met 2 maal 8 kontaktreeksen (een tor), waarbij de kontaktreek-sen tel quel als "sleutelkontakten" worden gebruikt. De chip is in de sleutelbaard ingebed. De sleutelkop wordt zo breed uitgevoerd, dat de 40 sleutel door een hand van gemiddelde grootte nog goed gehanteerd kan 8500685 3 * ; * worden. Deze sleutel is in zijn afmetingen echter ver van de gebruikelijke normale maat van een platte sleutel verwijderd; hij is zo dik als het ingieten van een in de handel gebruikelijke DIL-chip vereist. Deze dikte geeft de elektronische sleutel uiteindelijk ook zijn nodige stabi-5 liteit.

Het is daarom het doel van de uitvinding een platte sleutel met zowel mechanische als elektronische kodering te verschaffen, die naast zijn met de standaardmaat overeenkomende afmetingen van een platte sleutel, een op gelijke wijze bruikbare elektronika bezit en bovendien zo 10 gevormd is dat hij voor gegevensuitwisseling tussen sleutel en bijbehorende cilinder geschikt is, waarbij deze platte sleutel in een speciale uitvoeringsvorm een draaisleutel is. De platte sleutel moet eveneens in reeds bestaande, niet tot een elektronisch-mechanische sluit-inrichting behorend cilinderslot te gebruiken zijn, wat veronderstelt, dat deze 15 sleutel de voor de mechanische kodering gebruikelijke normale maat bezit; hij moet natuurlijk ook de nodige mechanische stevigheid van gebruikelijke platte sleutels bezitten.

Het is dus duidelijk dat in platte sleutels van gebruikelijke grootte noch voor zekerheidsdoeleinden toereikende magneto-mechanische, 20 noch elektronische middelen met bekende maatregelen kunnen worden ondergebracht, dit in het bijzonder dan niet wanneer de platte sleutel uit stabiliteitsoverwegingen ook uit metaal moet bestaan, want hierbij treden nog bijzondere isolatieproblemen op, waarmee bijvoorbeeld de oplossing volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.297.569 niet wordt uitge-25 legd.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt, doordat de in de aanhef genoemde platte sleutel niet als sleutel maar als huis voor elektronische onderdelen wordt uitgevoerd en dat in een verlenging van de sleu-telschacht naar de kop toe en/of in de kop zelf ten minste een uïtspa-30 ring voor het opnemen van een elektronische schakeling en in het gebied tussen sleutelschacht en kop aan ten minste een smalle zijde een met de in de uitsparing aangebrachte elektronische schakeling verbonden kon-taktreeks is aangebracht.

Verscheidene uitvoeringsvormen zijn in de onderconclusies gedefini-35 eerd. Zo zijn respektievelijk in een bijzondere uitvoeringsvorm de geïntegreerde schakeling en de kontaktreeks op een gedrukte geleiderplaat tot een zelfstandig onderdeel verbonden, waarbij de via de gedrukte schakeling verbonden elementen, de geïntegreerde schakeling en de op afstand daarvan gelegen kontaktreeks(en) als een afzonderlijk onderdeel 40 gescheiden van het huis in de vorm van een sleutel, het sleutel lichaam 850 0 68 6

* V

4 op zijn elektronische werkzaamheid voor de montage tot de uiteindelijke sleutel kan worden onderzocht.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm beoogt een modulair deelbare sleutelkopj die uit een met de sleutelschacht verbonden en uit een van 5 de sleutel verwijderbaar en weer te verbinden deel bestaat.

De van deze bijzondere uitvoeringsvormen afgeleide verdere uitvoeringsvormen zijn in de resterende onderconclusies gedefinieerd.

De uitvinding wordt thans aan de hand van de figuren nader toegelicht.

10 Fig. 1 toont een opengewerkt aanzicht van de sleutel volgens de uitvinding in een van de toegepaste uitvoeringsvormen; fig. 2 toont een eerste grondvorm van een huis met de sleutelkop uit een stuk voor het in fig. 1 getoonde elektronische onderdeel; fig. 3 toont een tweede grondvorm van een huis met een in tweeën 15 gedeelde sleutelkop voor het in fig. 1 getoonde elektronische onderdeel ; fig. 4 toont een van de grondvorm afgeleid huis met een in tweeën gedeelde sleutelkop, waarbij het uitneembare deel als moduul is uitgevoerd; 20 fig. 5 toont een verdere van de in fig. 4 getoonde vorm afgeleide uitvoeringsvorm; fig. 6 toont een uitvoeringsvorm van het elektronische onderdeel, zoals dit in het huis kan worden ingezet; fig. 7 toont een andere uitvoeringsvorm van het elektronische 25 onderdeel; fig. 8 toont een verdere uitvoeringsvorm van het elektronische onderdeel; fig. 9 toont een verder huis met een kop-opening.

In de tekening van fig. 1 wordt een uitvoeringsvorm getoond, waar-30 aan men niet alleen de kenmerken van de uitvinding kan aflezen, maar ook de uitvindingsgedachte. Het is zeker tegen het gevoel en het streven van de vakman zijn verfijnd produkt, de sleutel dus, alleen nog als huis voor een nieuw en aanvullend element te zien of te gebruiken. De sleutel is hier in nieuwe, voor de sleutel vreemde komponenten verdeeld en pas 35 na montage verkrijgt men weer een platte sleutel van de oorspronkelijke vorm. Het is dus niet zo dat men, zoals het bij oppervlakkige beschouwing lijkt, slechts een bestaande sleutel zo goed als mogelijk uitholt om de elektronische komponenten daarin te plaatsen. In tegendeel, in het kader van een genormaliseerde vorm van een platte sleutel wordt een huis 40 aangebracht, dat elektronika kan opnemen, kan worden gesloten en in deze 8500686 5 9 ·; toestand een mechanisch elektronische platte sleutel, volgens fig. 1 een draaisleutel, is.

De getoonde draaisleutel toont de voor een dergelijke sleutel typische hoofdelementen, de sleutelschacht 1 met de uitsparingen 3 voor de 5 mechanische kodering, de sleutelkop 2, dat wil zeggen de sleutelgreep, en een hiervoor speciaal ontworpen verbindingsdeel 12, dus van 1 en 2, dat zonder hierop de nadruk te leggen meestal in beginsel reeds aanwezig is. In dit geval wordt het verbindingsdeel tussen kop en schacht verlengd en voor het inpassen van de kontaktspin 4 gevormd. De kontaktspin 10 4 met de afzonderlijke kontakten is in een onderdeel 5 voor de elektronische kodering aangebracht, welk onderdeel in wezen uit een geleider-plaat S met geleiderbanen 8A, de kontaktspin 4 en elektronische bouwelementen, hier een geïntegreerde schakeling, een chip, en eventuele verdere kontakten 7A bestaat. In de funktionele vormgeving van onderdeel 15 5 is men vrij, ook ruimtelijk, omdat binnen een bepaald kader de dikte van de kop kan worden veranderd zonder het typische uiterlijk van de sleutel beslissend te veranderen. Voor een betere weergave is het IC-onderdeel 9 (eigenlijk foutief) op de bovenkant van de geleiderplaat getekend. De uitvoering, zoals zij wordt gebruikt, is getoond in fig. 6.

20 Onderdeel 5 kan in het voorbereide huis worden gelegd, welk huis de volgende daarvoor aangebrachte uitsparingen vertoont: een uitsparing 6a in verbindingsdeel 12 voor de opname van de kontaktsprin 4, een uitsparing 6B in het voorste kopdeel, dus het het dichtst bij de sleutelschacht gelegen deel, voor de doorvoer van een deel van de geleiderplaat 25 8, een uitsparing 6C in de voorste kophelft voor de opname van het res terende deel van het onderdeel 5. De vanzelfsprekend benodigde afdekpla-ten, een boven en een onder, zijn in fig. 9 afgebeeld, welke figuur alleen een huis toont.

In fig. 1 bestaat de kop 2 uit een vast met de sleutelschacht 1 30 verbonden deel 2A en een wegneembaar modilair deel 2B. Het modulaire kopdeel 2B kan op vele manieren zijn uitgevoerd. In fig. 1 heeft het een verdere uitsparing 6D, waarin een stroombron in de vorm van een batterij 10 kan worden verzonken, die met de kontakten 7B in verbinding staat. Het moduuldeel 2B van kop 2 toont een stroomvoedingsdeel van het 35 onderdeel 5 dat gekoppeld aan het vaste kopdeel 2A de sleutel via de kontaktparen 7A/7B van energie voorziet. Over de wijze van bevestiging van het moduuldeel aan de kop, een deskundige maatregel op het gebied van de fijnmechanika, zal hier niet nader op worden ingegaan.

De verdeling van de sleutelkop 2 in een vast deel 2A en een moduul-40 deel 2B is een speciale uitvoeringsvorm, die het mogelijk maakt respek- 850 0 68 6 z w 6 tievelijk de sleutel door het inschuiven van nummers, kentekens, enz. te individualiseren, de sleutel met verdere ook uitwisselbare funktionele elementen uit te breiden, de sleutel in de grondfunktie als willekeurige reklamedrager te gebruiken, waarbij het individuele reklamevignet op het 5 moduuldeel op of aangebracht is, enz.

Fig. 2, 3 en 4 tonen diverse vormen van het huis; fig. 5A tot 5D tonen een aantal verschillende modulaire delen.

De eenvoudigste uitvoering van een huis wordt in bovenaanzicht en in doorsnede A-A van de zijkant getoond in fig. 2. Aansluitend aan de 10 sleutelschacht 1, die bij de vervaardiging natuurlijk nog niet de mechanische kodering draagt, wordt de gebruikelijke sleutelaanslag 11 aangebracht; daarna volgt het verbindingsdeel 12 met de eerste uitsparing 6A, waarin kontaktspin 4 kan worden gelegd. De aansluitende uitholling 6B is als een vlak kanaal voor de opname van de printplaat 8 van onderdeel 5 15 uitgevoerd, die uiteindelijk in uitsparing 6C, die hier het grootste deel van ring 2 inneemt, uitmondt, waarin dan de elektronische onderdelen, bijvoorbeepd chip 9, geplaatst kunnen worden. Uitsparing 6C loopt door de kop 2 over haar totale dikte, te weten, om het huis af te sluiten zijn twee afdekplaten nodig, een onderste afdekplaat 21 voor uitspa-20 ring 6C en een overeenkomstig gevormde afdekplaat 20 voor het gelijktijdig afsluiten van de uitsparingen 6A, 6b, 6C. De details hoe de afdekplaten op- of ingezet worden zijn hier niet weergegeven; de bekende maatregelen van de fijnmechanika-techniek bieden hier verschillende mogelijkheden. Gewoonlijk kan men ervan uitgang dat het huis eenmaal af-25 gesloten en niet meer geopend wordt. Dit is bijvoorbeeld dan het geval wanneer een elektronisch onderdeel 5 volgens fig. 1 gebruikt wordt, waarbij de kontaktspin 4 onlosmakelijk met het middendeel 12 wordt verbonden. Dan is het alleen nog slechts mogelijk de elektronika respektie-velijk in geval van reparatie te verwisselen. Als aan een zo goedkoop 30 mogelijke uitvoering waarde wordt gehecht, dan is het aan te bevelen de afdekplaten als onlosmakelijke verbinding in te persen en aanvullend te lijmen.

De sleutel/huis-mal is eenvoudig te vervaardigen, namelijk door stansen. Dit geldt ook voor de afdekplaten. In de mal worden op de sleu-35 telschacht de uithollingen 3 voor de mechanische kodering gefreest; het inpassen van het elektronische onderdeel wordt als laatste uitgevoerd. Gewoonlijk is de "elektronika" van het onderdeel in zekere zin neutraal, zij wordt pas voor gebruik voor de klant specifiek geprogrammeerd. Dit is bij de mechanische kodering, die niet vluchtig en makkelijk uitwis-40 selbaar is, niet het geval. Daarom is het aan te bevelen de mechanische 85 0 0 68 6 * 7 kodering hierarchisch zo diep mogelijk in te zetten, zodat zo veel mogelijk sleutels van een organisatiegroep "mechanisch’' gelijk, maar "elektrisch" verschillend zijn.

Fig. 3 toont in variatie op de vorm van het huis van fig. 2 een 5 huis waarvan uitsparing 6C in de sleutelkop 2 zich niet over de gehele kopdikte uitstrekt. Zij is precies zo diep, dat enerzijds het onderdeel erin past en anderzijds een huisbodem 30 behouden blijft. Daarmee bespaart men zich de handeling met de onderste afdekplaat 21, de sleutel bestaat slechts uit huis, elektronisch onderdeel en deksel. Dit huis is 10 eveneens door stansen te vervaardigen. Binnenkanten en afzettingen behoeven niet zo opgedrukt te zijn zoals dit bijvoorbeeld bij frezen het geval is.

Dit huis, dus huisdeel met deksel en daarin onder te brengen onderdeel, heeft grote voordelen. Zo gauw men zich, volgens de uitvindingsge-15 dachte, ervan heeft los gemaakt aan een sleutel te denken en in plaats daarvan deze sleutel als huis te zien met een als een steel daaraan aangebrachte sleutelschacht, heeft in gedachten plotseling toegang tot stijlelementen van gelijksoortige huizen als bijvoorbeeld armbandhorloges en zijn technologie van opsluitmogelijkheden. Het is duidelijk dat 20 alleen al uit economische overwegingen deze oplossingen niet of slechts zelden tel quel kunnen worden toegepast, maar met de nodige aanpassingen zijn de daar bekende maatregelen in het algemeen overdraagbaar.

Een voorbeeld voor een dergelijk huis is ten dele in fig. 4 getoond waarin een eenzijdig verdikt huis met prismatische afschuiningen aan de 25 kanten aan een armbandhorloge doet denken, liet deze maatregel, namelijk de eenzijdige verdikking, verkrijgt men voldoende ruimte in de kopuit-sparing 6C om elektronische onderdelen voor de hoogste eisen daarin onder te brengen. Ook in uitsparing 6B is voldoende ruimte om tussen kontaktspin 4 en onderdeel 5 wegneembare kontakten aan te brengen, zodat 30 het onderdeel zelf uitgewisseld kan worden. Als het niet op uitgesproken zekerheid aankomt, is het onbelangrijk dat deksel 20, zoals bij een armbandhorloge, afgenomen kan worden. Omdat door het verwijderen van het deksel en het ondeskundig hanteren van het onderdeel in het gunstigste geval het niet funktioneren van de sleutel wordt bewerkstelligd, is de 35 sleutelbezitter er waarschijnlijk weinig in geïnteresseerd zij gekompli-ceerde sleutel te openen zoals hij dit ook niet met zijn armbandhorloge doet. Als het er echter op aan komt een niet te verbreken sluiting te verkrijgen kunnen dezelfde technieken daarvoor worden toegepast als bij de uitvoeringen van de voorgaande figuren.

40 Fig. 4 toont de in fig. 1 reeds besproken uitvoeringsvorm met de 8500686 8 gedeelde kop, namelijk een vast deel 2A en een moduuldeel 2B. Deze ruimere huistechniek veroorlooft een uitwisseling van elementen zonder in het binnenste van het huis in te grijpen. Het moduuldeel 2B is dan een verhoudingsgewijs gemakkelijk uitwisselbare drager van funktionele ele-5 menten of kentekens. Funktionele elementen kunnen zijn stroombronnen, aanvullende onderdelen, enz., kentekens kunnen zijn kamernummers voor hotelsleutels, firmavignetten of eenkaraats diamanten als relatiegeschenk, enz. Dit moduuldeel wordt dan door inschuiven, opsteken met een clip of pen- respektievelijk schroefbevestiging aan het vaste kopdeel 2A 10 bevestigd.

Bij alle weergegeven fig. 1 tot 4 gaat het om draaisleutels om welke reden de kontaktspin 4 zo is uitgevoerd, dat hij beide smalle zijden van het verbindingsdeel omvat. Dit moet niet als noodzakelijk worden opgevat. Een baardsleutel, die natuurlijk geen draaisleutel is, kan met 15 dezelfde huistechniek worden uitgevoerd, waarbij de kontakten van een eenzijdige kontaktspin alleen aan het overgangsdeel van de sleutelrug zijn aangebracht.

Het in fig. 1 getoonde onderdeel 5 bestaat, zoals reeds beschreven, uit een geleiderplaat als drager alsmede verbindingselement van de elek-20 ironische elementen en de met de buitenwereld kontakt makende kontaktspin. Deze is in de uitvoeringsvorm zoals gebruikt in fig. 6 getoond. Op voordelige wijze kiest men voor deze uitvoeringsvorm een flexibele geleiderplaat 8 met overeenkomstige isolatielak. Het elektronische onderdeel 9 is een DIL IC met 16 armen. De geleiderbanen 8A worden uit de be-25 kleding van de flexprint volgens bekende ets-werkwijzen vervaardigd. De kontaktspin 4 wordt door middel van stanstechniek vervaardigd; de daarvoor noodzakelijke verbindingsrug (45) wordt gedurende de opslag en de inbouw van het onderdeel in het huis als kortsluitbeugel aan de kontaktspin gelaten, op deze wijze beschermt hij het daaraan aangesloten IC 30 tegen invloeden van statische elektriciteit beschermd. Het is ook niet nodig gebleken het binnenste van het huis te isoleren als het onderdeel alszodanig voldoende geïsoleerd is.

Fig. 7 toont een andere uitvoeringsvorm van het elektronische onderdeel. De kontaktspin 4, hier met vier kontakten, is zoals boven be-35 schreven uitgevoerd. Het elektronische onderdeel 9 is een siliciumplaat-je met geïntegreerde schakeling, een chip. Deze chip is met kontaktdra-den direkt op de spin gebonden. Tussen chip en spin kan voor de mechanische demping en elektrische isolatie een laklaag worden gebruikt. De spin wordt zoals gewoonlijk in het huis ingezet, alleen chip 9 wordt in 40 uitsparing 6A ondergebracht. De andere uitsparingen kunnen naar keuze 8500686 9 voor andere doeleinden worden gebruikt of ook weggelaten worden.

Fig. 8 toont tenslotte een elektronisch onderdeel dat op universele wijze kan worden vervaardigd. Op een substraat S, dit kan een keramisch plaatje zijn of een stijve of flexibele geleiderplaat, van overeenkom-5 stige afmeting, zijn een, twee, drie of meer IC's opgestoken. In dit voorbeeld zijn het drie onder elkaar en naar buiten in verbinding staande IC's. Fig. 8 toont slechts een ter illustratie zo uitgevoerde fanta-sieschakeling; maar hier moet worden getoond, dat ook in werkelijkheid zonder meer bijvoorbeeld IC2 een 8-bit processor en de beide andere IC1 10 en IC3 zijn randschakelingen kunnen zijn, die via het geleiderwerk 9A gegevens uitwisselen. De afmetingen van een dergelijk processoronderdeel ligt ver binnen de grenzen, waarbinnen met behulp van de beschreven huistechniek elektronische onderdelen in een sleutel ondergebracht kunnen worden. Het in fig. 8 getoonde elektronische onderdeel is nog zonder 15 kontaktspin 4. Deze wordt aan het deel dat met 40 is aangegeven gesoldeerd en het daarmee gereed zijnde onderdeel wordt in het huis ondergebracht.

Fig. 9 toont tenslotte nog een huisvorm voor de elektronisch-mecha-nische sleutel, die in de kop een doorgaande opening als ophangopening 20 25 heeft. Deze opening dient voor het ophangen of inhangen van de sleu tel, bijvoorbeeld aan een sleutelring. Het huis is in vier delen uitgevoerd: een eerste deel, dat de sleutelschacht 1 en een daaraan aangesloten deel met de uitsparingen 6A, 6B en 6C voor het opnemen van de elek-triche delen omvat; een tweede deel, dat als afdekplaat 20 voor de uit-25 sparingen 6A, 6B dient; en een derde en vierde deel, die als een soort tweedelige afdekplaat 20A/20B enerzijds het eerste deel met de sleutel-schacht 1 gedeeltelijk opnemen en anderzijds de sleutelkop 2 met de ophangopening 25 vormen. Het monteren van de afzonderlijke delen tot een gerede sleutel geschiedt bijvoorbeeld door samenpersen. De verhoudings-30 gewijs grote klempassingen zorgen voor het nodige houvast. Aanvullende metaalverklevingen kunnen nog worden toegepast. Ook kan het tweedelige kopdeel uit een slagvaste kunststof bestaan die op bekende wijze tot een kopeenheid wordt verbonden.

85 0 0 68 6

Claims (16)

9

1. Sleutel, in het bijzonder platte sleutel, ten minste voor een deel bestaande uit metaal, met een sleutelschacht voor het overdragen 5 van de aandrijf kracht voor het draaien van de sluitcilinderrotor en met de vergrendeling respektievelijk ontgrendeling beïnvloedende middelen, voor gebruik in sluitinrichtingen met elektronisch en/of mechanisch los te koppelen blokkeerelementen, gekenmerkt door een huis (2A, 2B, 20, 21, 20A, 20B) voor het opnemen van elektronische onderdelen 10 (5), dat als kop (2) uitgevoerd en vast met de sleutelschacht (1) verbonden is.

2. Platte sleutel volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het huis (2Α, 2B, 20, 21) aan de huiszijde aan de sleutel- 15 schacht (1) een verbindingsdeel (12) bezit voor het opnemen van elektrische kontakten (4) tussen kop (2) en sleutelschacht (1).

3. Platte sleutel volgens een van de’ conclusies 1 of 2, m e t het kenmerk, dat in een verlenging (12) van de sleutelschacht 20 (1) naar de kop (2) toe en/of in de kop (2) zelf ten minste een uitspa ring (6A) voor het opnemen van een elektronische schakeling (9) en in het gebied (12) tussen sleutelschacht en kop aan ten minste een smalle zijde een, met de in de uitsparing aangebrachte elektronische schakeling (5) verbonden kontaktreeks (4) is aangebracht. 25

4. Platte sleutel volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat een in een uitsparing in de kop ondergebrachte elektronische schakeling met de in het gebied tussen sleutelschacht en kop aangebrachte kontaktreeks via een flexibele geleiderplaat in verbinding is 30 gebracht.

5. Platte sleutel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de kop uit een met de sleutelschacht verbonden en uit een van de sleutel verwijderbaar en weer te verbinden deel bestaat. 35

6. Platte sleutel volgens conclusie 5,met het kenmerk, dat het van de sleutel losmaakbare deel een uitsparing bezit voor het opnemen van een funktioneel element.

7. Platte sleutel volgens conclusie 6, met het ken- 8500666 11 ς ; merk, dat het funktionele element een stroombron is voor de werking van de in de sleutel ondergebrachte geïntegreerde schakeling.

8. Platte sleutel volgens conclusie 6,met het ken-5 merk, dat het funktionele element de de kode bevattende schakeling is.

9. Platte sleutel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het funktionele element een aanvullende schakeling tot de 10 in de sleutel ondergebrachte geïntegreerde schakeling is.

10. Platte sleutel volgens conclusie 5 of 6,met het kenmerk, dat het funktionele element een uitwisselbaar, de sleutel identificerend moduul is. 15

11. Platte sleutel volgens conclusie 5of6,met het kenmerk, dat het funktionele element een elektronisch uurwerk met een LCD-aanduiding is.

12. Platte sleutel volgens conclusie 4, met het ken merk, dat het geïntegreerde schakelingelement en de in het gebied tussen sleutelschacht en kop aan te brengen kontaktspin voor de elektrische kontaktoverdraagmiddelen naar de slotcilinder samen met de deze verbindende flexibele gedrukte schakeling een afzonderlijk onderdeel 25 vormen.

13. Platte sleutel volgens conclusie 12,met het kenmerk, dat de geïntegreerde elektronische schakeling een (mogelijk aanvullend) geheugen met keuzevrije toegang voor de overname van gege- 30 vens uit de verwerkingsschakeling bezit.

14. Platte sleutel volgens conclusie 13 en 7, met het kenmerk, dat het geheugen met keuzevrije toegang door het verwijderen van het de stroombron bevattende funktionele element kan worden 35 gewist.

15. Platte sleutel volgens conclusies 3, 4 en 12, met het kenmerk, dat uitsparingen zo zijn uitgevoerd dat het afzonderlijke onderdeel direkt daarin kan worden gelegd. 8500686 ,Γ 12 i

16. Platte sleutel volgens een van de conclusies 3 tot 15, me t het kenmerk, dat de sleutelmal voor de opname van uithollingen voor de mechanische toevoegingen, de de elektronische kodemiddelen bevattende schakeling en het funktionele element een stans- en/of persdeel 5 is. ***** 85 0 0 68 6