NL8304106A - Kleurentelevisie-beeldapparaat. - Google Patents
Kleurentelevisie-beeldapparaat. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8304106A NL8304106A NL8304106A NL8304106A NL8304106A NL 8304106 A NL8304106 A NL 8304106A NL 8304106 A NL8304106 A NL 8304106A NL 8304106 A NL8304106 A NL 8304106A NL 8304106 A NL8304106 A NL 8304106A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- light
- color
- imaging device
- color television
- transducer section
- Prior art date
Links
- 238000003384 imaging method Methods 0.000 claims description 43
- 230000000284 resting effect Effects 0.000 claims description 18
- 206010047571 Visual impairment Diseases 0.000 claims description 14
- 238000000926 separation method Methods 0.000 claims description 12
- 230000006866 deterioration Effects 0.000 claims description 8
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 5
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 5
- 230000008859 change Effects 0.000 description 4
- 238000010586 diagram Methods 0.000 description 3
- 239000011159 matrix material Substances 0.000 description 3
- 230000000644 propagated effect Effects 0.000 description 2
- 239000004925 Acrylic resin Substances 0.000 description 1
- 229920000178 Acrylic resin Polymers 0.000 description 1
- 239000000969 carrier Substances 0.000 description 1
- 239000011248 coating agent Substances 0.000 description 1
- 238000000576 coating method Methods 0.000 description 1
- 230000004456 color vision Effects 0.000 description 1
- 239000003086 colorant Substances 0.000 description 1
- 230000000295 complement effect Effects 0.000 description 1
- 239000002131 composite material Substances 0.000 description 1
- 230000001143 conditioned effect Effects 0.000 description 1
- 238000007599 discharging Methods 0.000 description 1
- 238000001704 evaporation Methods 0.000 description 1
- 230000008020 evaporation Effects 0.000 description 1
- 230000001747 exhibiting effect Effects 0.000 description 1
- 238000002474 experimental method Methods 0.000 description 1
- 239000000284 extract Substances 0.000 description 1
- 230000004438 eyesight Effects 0.000 description 1
- 239000011521 glass Substances 0.000 description 1
- 230000006872 improvement Effects 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 238000000034 method Methods 0.000 description 1
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 description 1
- 230000002688 persistence Effects 0.000 description 1
- 229920003229 poly(methyl methacrylate) Polymers 0.000 description 1
- 239000004926 polymethyl methacrylate Substances 0.000 description 1
- 230000008569 process Effects 0.000 description 1
- 230000005855 radiation Effects 0.000 description 1
- 230000009467 reduction Effects 0.000 description 1
- 230000004044 response Effects 0.000 description 1
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 1
- 230000001629 suppression Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N23/00—Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof
- H04N23/10—Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof for generating image signals from different wavelengths
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N23/00—Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof
- H04N23/10—Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof for generating image signals from different wavelengths
- H04N23/12—Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof for generating image signals from different wavelengths with one sensor only
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N23/00—Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof
- H04N23/10—Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof for generating image signals from different wavelengths
- H04N23/13—Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof for generating image signals from different wavelengths with multiple sensors
- H04N23/16—Optical arrangements associated therewith, e.g. for beam-splitting or for colour correction
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Color Television Image Signal Generators (AREA)
Description
V
Λ . I* ' % 4 VO 5293
Kleurentelevisie-beeldapparaat.
De uitvinding heeft betrekking op een kleurentelevisie (TV) heeldapparaat, voorzien van een kleurentelevisie-beeldinrichting, welke zodanig is uitgevoerd, dat deze een multiplex-kleurentelevisie videosignaal opwekt onder gebruik van een kleurscheidingsstrookfilter.
5 Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een kleurenhelevi-sie-beeldapparaat van het type met een eerste rustlichttoevoerinrichting voor het reduceren van de verslechtering van de kleurreproduceerbaarheid van een donker tafereel en een tweede rustlichttoevoerinrichting voor het reduceren van nabeelden.
10 Bij een moderne kleurentelevisiecamera wordt gebruik gemaakt van een kleurentelevisiebeeldinrichting, waarin een kleurscheidingsstrookfilter is ondergebracht in een fotoëlectrische transdu-centsectie voor het opwekken van multiplex-kleurentelevisie-videosignalen. Typerend voor dergelijke kleurentelevisiecamera's is een kleurentele-15 visiecamera van het enkelvoudige huistype, waarbij als de beeldinrichting daarvan gebruik wordt gemaakt van een beeldbuis voorzien van een foto-electrische transducentsectie met een kleurscheidingsstrookfilter, of een kleurentelevisiecamera van het enkelvoudige plaattype, waarvan de beeldinrichting bestaat uit een vaste-toestandsbeeldaftastinrichting met 20 een fotoëlectrische transducentsectie, voorzien vein een kleurscheidingsstrookfilter. Omdat deze typen televisiecamera's op een eenvoudige wijze kunnen worden vervaardigd als een simpele, compacte en lichte constructie, zijn zij uitgebreid bestudeerd voor het verkrijgen van een betere werking en maneuvreerbaarheid voor gebruik door het publiek. In-25 derdaad zijn thans verschillende typen produkten met dergelijke vermogens op de markt.
Bij een kleurscheidingsstrookfilter van het beschreven type is een aantal kleurstroken volgens een voorafbepaalde herhalingsmodus aanwezig, waarbij tenminste één type van de stroken in een complementaire 30 kleur ten opzichte van een primaire kleur is. In het algemeen omvat een kleurentelevisiecamera een kleurentelevisie-beeldinrichting, waarbij het strookruiter wordt gebruikt voor het opwekken van een multiplex-kleuren-televisie-videosignaal, en tenminste twee demodulatoren voor het opwekken van kleursignaalcomponenten door het demoduleren van kleursignalen, 8304106 2 of draaggolfkleursignalen waarna zal worden verwezen en welke aanwezig zijn in een uitgangssignaal van de beeldinrichting en in draaggolven worden verwerkt. Het beeldelement omvat een fotogeleidende laag in de fotoëlectrische transducentsectie.
5 Zoals bekend wordt een ongewenst nadeel (beeldpersis- tentie) opgewekt in kleurentelevisie-beeldinrichting van het type, waarbij in een fotoëlectrische transducentsectie daarvan een fotogeleidende laag aanwezig is, die een fotoëlectrisch verschijnsel vertoont, een soort inwendig fotoëlectrisch effect'. Een hulpmiddel, dat tot dusverre is ge-10 bruikt om het optreden van nadelen bij een dergelijke beeldinrichting te reduceren, is het toevoeren van rustlicht met een gelijkmatige verdeling aan het gehele oppervlak van de transducentsectie. Een ander probleem, dat zich voordoet bij een kleurentelevisie-beeldinrichting, waarbij een kleurscheidingsstrookfilter wordt gebruikt, is, dat de kleurreproduceer-15 baarheid wordt verlaagd wanneer een donker tafereel wordt opgenomen.
Als een resultaat van uitgebreide studies voor het opsporen van een oplossing voor het probleem van de slechte reproduceerbaarheid, is gebleken, dat dit probleem kan worden verlicht door aan de transducentsectie van een klsurentelevisie-beeldinrichting rustlicht toe 20 te voeren in een hoeveelheid en bij een kleurtemperatuur, welke zodanig worden gekozen, dat de draaggolfkleursignalen, welke moeten worden gede-moduleerd, groter blijven dan de piek-tot-piek-waarde van ruis, welke aan de demodulatoren wordt toegevoerd. Wanneer echter eenmaal de hoeveelheid en/of kleurtemperatuur van het rustlicht verandert met het ver-25 strijken van de tijd, doet zich het geval voor, dat het wit evenwicht verloren gaat of de kleurreproduceerbaarheid wordt gedegradeerd. Verder dient het rustlicht niet van een type te zijn, waarbij een waarneembare schaduwwerking in een donker gebied optreedt.
Het is derhalve gewenst dat een minimaal vereiste 30 hoeveelheid rustlicht wordt gebruikt. Wanneer een grote hoeveelheid rustlicht wordt gekozen, zal ook de verandering in de hoeveelheid rustlicht met het verstrijken van de tijd worden vergroot, waardoor de storing in het witte evenwicht meer geprononceerd wordt, terwijl de kans op schaduwwerking in een donker gebied toeneemt. Wanneer een minimale hoeveel-35 heid licht, nodig voor het onderdrukken van de verslechtering van de kleurreproduceerbaarheid van een donker gebied om de bovengenoemde reden 8304106 ** * 3 wordt gekozen, kan derhalve het optreden van nabeelden in de transducentsectie niet op een gunstige wijze worden gereduceerd. Er bestaat derhalve een grote vraag naar een oplossing, waarbij zowel de reductie van het optreden van nabeelden als die van het verslechteren van de kleur-5 reproduceerbaarheid van een donker tafereel aan elkaar zijn aangepast.
De uitvinding beoogt derhalve te voorzien in een kleu-rentelevisie-beeldinrichting, waarbij zowel de·kleurreproduceerbaarheid bij een donker tafereel wordt verbeterd als het optreden van nabeelden wordt gereduceerd.
10 Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een kleurentelevisie-beeldinrichting, waarbij een schaduwwerking in een donker tafereel wordt geëlimineerd.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een in het algemeen verbeterde kleurentelevisie-beeldinrichting.
15 Een kleurentelevisie-beeldinrichting, waarbij het op treden van nabeelden en de verslechtering van de kleurreproduceerbaarheid bij een donker tafereel volgens de uitvinding wordt gereduceerd, omvat een kleursntelevisie-beeldinrichting voor het opwekken van een multiplex-kleurentelevisie-videouitgangssignaal door middel van een fotoëlectrische 20 transducentsectie, welke is voorzien van een kleurscheidingsstrookfilter, een eerste rustlichttoevoerinrichting voor het toevoeren van eerste rust-licht, waarmede de verslechtering van de kleurreproduceerbaarheid van een donker tafereel wordt gereduceerd, aan de transducentsectie van de beeldinrichting via het strookfilter, waarbij de eerste rustlichttoevoer-25 inrichting zich in de buurt van de transducentsectie bevindt, welke in een voorste gedeelte van de beeldinrichting is opgesteld, en een tweede rustlichttoevoerinrichting voor het toevoeren van tweede rustlicht, dat het optreden van nabeelden reduceert, aan de transducentsectie van de beeldinrichting, waarbij de tweede rustlichttoevoerinrichting zich in een ach-30 terste gedeelte van de beeldinrichting bevindt, dat naar de transducentsectie is gekeerd.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een blokschema van een kleurentelevisie-beeld-35 inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een uiteengenomen, perspectivisch aanzicht van 8304106 * > ·> 4 een essentieel deel van een kleurentelevisiecamera; fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een rustlicht-toevoerinrichting, die in de inrichting volgens fig. 1 aanwezig is; fig. 4 een aanzicht van een praktische uitvoerings-5 vorm van een tweede rustlichttoevoerinrichting en een kleurentelevisie-beeldinrichting; fig. 5 een aanzicht van een lichtbron, welke aanwezig is in de tweede rustlichttoevoerinrichting volgens fig. 4; en fig. 6 en 7 diagrammen ter illustratie van de wijze 10 van rustlichtvoortplanting in een lichtgeleidend onderdeel van een rustlichttoevoerinrichting.
Ofschoon de kleurentelevisie-beeldinrichting volgens de uitvinding op een groot aantal verschillende wijzen kan worden uitgevoerd, afhankelijk van de omgeving en het vereiste gebruik, is een groot 15 aantal van de hier afgebeelde en beschreven uitvoeringsvormen vervaardigd, beproefd en gebruikt, en is gebleken, dat deze alle op een bijzonder bevredigende wijze werken.
Thans zal naar de bijgaande tekening worden verwezen voor het beschrijven van een kleurentelevisie-beeldinrichting volgens 20 de uitvinding.
De beeldinrichting is in blokschemavorm weergegeven in fig. 1 en in fig. 2 in een gedeeltelijk uiteengenomen, perspectivisch aanzicht weergegeven. Een voorbeeld van een eerste rustlichttoevoerinrichting, welke deel uitmaakt van de inrichting volgens de uitvinding, 25 is in fig. 3 in perspectief afgebeeld. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm omvat de beeldinrichting bij wijze van voorbeeld een beeldbuis.
Zoals aangegeven in fig. 1, omvat de beeldinrichting volgens de uitvinding een eerste rustlichttoevoerinrichting 10 voor het emitteren van rustlicht, dat bestemd is om de kleurreproduceerbaarheid 30 van een donker tafereel te verbeteren, en een tweede rustlichttoevoerinrichting 11 voor het emitteren van rustlicht, dat bestemd is om het optreden van nabeelden te reduceren. De eerste rustlichttoevoerinrichting 10 voert rustlicht via een kleurscheidingsstrookfilter aan een foto-electrische transducentsectie van een kleurentelevisiebeeldinrichting 35 12 toe. In responsie op het rustlicht wekt de beeldinrichting 12 een uit gangssignaal op, dat draaggolfkleursignalen bevat. De tweede rustlicht- S 3 0 4 1 0 6 <» * 5 toevoerinrichting 11 is zodanig opgebouwd en opgesteld, dat rustlicht met een gelijkmatige verdeling aan het gehele oppervlak van de transdu-centsectie vanaf de achterzijde wordt toegevoerd.
Het beeld van een object wordt door een lens 20 op een 5 fotogeleidende laag in de transducentsectie 13 van de beeldbuis 10 via en kleurscheidingsstrookfiiter (niet weergegeven), dat bij het voorvlak van de transducentsectie 13 is opgesteld, gefocusseerd. De beeldbuis 10 wekt een multiplex-kleurentelevisie-videosignaal V op, dat dan aan voor-versterker 22 wordt toegevoerd.
10 Het uitgangs-videosignaal V' van de . voorversterker 22 wordt toegevoerd aan een eerste laag doorlaatfilter 24 voor het verschaffen van een luminantiesignaal met .brede band, een tweede laag doorlaatfilter 26 voor het verschaffen van een luminantiesignaal met smalle band, en een banddoorlaatfilter 28 voor het onttrekken van een hoogfre-15 quent signaal (draaggolfkleursignaal). Het eerste laag doorlaatfilter 24 levert een luminantiesignaal Y aan een klem 30, het tweede laag doorlaatfilter 26 levert een luminantiesignaal Y met smalle band aan een ma- L· trixke.ten 32, en het banddoorlaatfilter 28 onttrekt een draaggolfkleursignaal C en voert dit aan een rode en blauwe (RB) scheidingsketen 34 toe.
20 De RB-scheidingsketen of scheidingsinrichting 34 splitst het ingangskleursignaal C in een rood draaggolfsignaal Rc.en een blauw draaggolfsignaal Bc, welke signalen aan de respectieve demodu-latoren 36 en 38 worden toegevoerd. De demodulator 36 voedt de matrix-keten 32 met een rood signaal R en de demodulator 38 met een blauw sig-25 naai B. De matrixketen 32 verwerkt het binnenkomende luminantiesignaal Y met smalle band, het rode signaal R en het blauwe signaal B voor het
Xi opwekken van signalen, die representatief zijn voor de drie primaire kleuren rood, groen en blauw. De rode, groene en blauwe signalen worden aan de respectieve uitgangsklemmen 40, 42 en 44 toegevoerd. Een verdere 30 gedetailleerde toelichting op dit type kleursignaal-verwerkingsketen op zichzelf, vindt men in het Amerikaanse octrooischrift 3 846 579.
In de kleurentelevisie-beeldinrichting volgens de uitvinding wordt de kleurreproduceerbaarheid van donkere gebieden verbeterd door de hoeveelheid en/of de kleurtemperatuur van rustlicht, dat uit de 35 inrichting 10 aan de transducentsectie van de beeldinrichting 12 via het filter wordt toegevoerd, zodanig vooraf in te stellen, dat de aan de demodu- 3304106 i - * 6 latoren 36 en 38 toegevoerde draaggolfkleursignalen (rood draaggolfsig-naal Rc en- blauw draaggolfsignaal Bc bij deze uitvoeringsvorm) individueel groter worden dan de piek-tot-piek-waaröe van ruis, welke aan de ingangsklemmen van de demodulatoren 36 en 38 optreedt.
5 Onder verwijzing naar de figuren 2 en 3 is in figuur 3 een voorbeeld van de eerste rustlichttoevoerinrichting 10 weergegeven, waarbij het vlakke, lichtgeleidende onderdeel of de lichtgeleider 14 uit een licht-overdragend materiaal, zoals een acrylhars of glas bestaat. Zoals aangegeven, omvat de lichtgeleider 14 lichttoevoergedeelte 46 en 48 10 welke respectievelijk worden getroffen door lichtstralen uit de lichtbronnen 16 en 18, reflecterende gedeelten 50 en 52, elk met een parabolische doorsnede in bovenaanzicht voor het reflecteren van de lichtstralen, welke de bijbehorende lichttoevoergedeelten 46 of 48 treffen, en lichtafvoergedeelten 54 en 56, waarbij de door de gedeelten 50 en 52 15 gereflecteerde lichtstralen de lichtgeleider 14 verlaten. Licht uit de lichtbron 16 treedt de lichtgeleider 14 bij het lichttoevoergedeelte 46 binnen en verlaat de lichtgeleider als rustlicht bij het lichtafvoerge-deelte 54 na reflectie door het reflecterend gedeelte 50. Op een soortgelijke wijze wordt licht uit de lichtbron 18 via het lichttoevoergedeelte 20 48, het reflecterende gedeelte 52 en het lichtafvoergedeelte 56 voortge plant en verlaat dit licht de lichtgeleider 14 als rustlicht. Ofschoon bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 twee lichtbronnen 16 en 18 zijn weergegeven, kan de constructie zodanig zijn, dat de twee banen voor lichtvoortplanting worden gevoed door een enkele lichtbron.
25 Het is een eerste vereiste, dat.de lichtstralen uit de lichtbronnen 16 en 18 slechts naar de lichttoevoergedeelten 46 en 48 van de lichtgeleider 14 worden gericht , d.w.z., dat wordt belet, dat lichtstralen, die in richtingen uittreden, welke verschillen van die naar de lichttoevoergedeelten 46 en'48, naar buiten lekken. Dit kan op een 30 eenvoudige wijze worden verkregen door de constructie van de' lampen 16 en 18 of die van een (niet afgebeeld) lamphuis op een geschikte wijze te kiezen. De gedeelten van de lichtgeleider 14, welke verschillen van de lichttoevoergedeelten 46 en 48 en de lichtafvoergedeelten 54 en 56 zijn verder geheel met een zwarte bekleding voorzien voor lichtonder-35 schepping, zodat wordt belet, dat onnodige lichtstralen naar buiten weglekken.
8 3 0 4 1 0 8 4 7
Meer gedetailleerd wordt de zwarte bekleding voor lichtonderschepping aangebracht op alle gedeelten, welke verschillen van de lichttoevoergedeelten 46 (gebied bepaald door de punten a^, a.^, j2 en j^) en 48 (gebied door de punten h2, i2 en i^), de lichtafvoergedeel-5 ten 54 (gebied bepaald door de punten 1^, k^, k2 en 12) en 56 (gebied bepaald door de punten q^, r^, r2 en q2) en de reflecterende gedeelten 50 (gebied bepaald door de punten b^, b2, c2 en ) en 52 (gebied bepaald door de punten g^, g2, f2 en f^), d.w.z. een gebied, bepaald door de punten j^, i^, i2 en ean gebied, bepaald door de punten b^, , 10 a2 en b2, een gebied bepaald door de punten g^, h^, h2 en g2, een gebied bepaald door de punten c^, d^, e^, f^, f2, e2, d2 en c2,een gebied be- .
paald door de punten k^ v , Uj, t^ s.^, r^, r2, s2, t2, u2, v2 en kj, een gebied bepaald door de punten 1 , m^, n^, o^, p^, q^, q2, p2, o2, n2, m2 en 12, een gebied bepaald door een kromme, welke de punten a^, b^, c^, 15 ___g , , i^, j en a^ met elkaar verbindt, en een kromme, welke de punten k^, 1^, n^, n^ o^ ... t^ v^ en met elkaar verbindt, en een gebied, bepaald door een kromme, welke de punten a2, b2, c^, d2, ... g2, h2, i2, j2 en a2 met elkaar verbindt, en een kromme, welke de punten k2, 12, m2, n2, o2,... t2, u2, v2 en k2 met elkaar verbindt.
20 Het vlakke, lichtgeleidende element 14 bevindt zich in een opening 58, die in een wand van een camerahuis of kast 60 aanwezig is, als aangegeven in figuur 2. De plaats van de lichtgeleider 14 is zodanig, dat de tegenover elkaar gelegen hoofdvlakken daarvan zich evenwijdig uitstrekken aan het oppervlak van de fotoëlectrische transdu-25 centsectie van de beeldbuis (kleurentelevisiebeeldinrichting) 12. Van alle wanden, die de opening 58 bepalen, zijn die, welke overeenkomen met de reflecterende gedeelten 50 en 52 van de lichtgeleider 14, spiegelend uitgevoerd, zodat de lichtstralen, welke de lichtgeleider 14 binnentreden, door de gedeelten 50 en 52 op een doeltreffende wijze naar de respec-30 tieve lichtafvoergedeelten 54 en 56 kunnen worden gereflecteerd, wanneer de lichtgeleider 14 in de opening 58 past. Het is duidelijk, dat licht-reflecterende films door opdamping of op een andere wijze op de buitenoppervlakken van de reflecterende secties 50 en 52 kunnen worden aangebracht.
35 De opening 58 in het camerahuis 60 is natuurlijk voor zien van inkepingen, welke individueel wat vorm betreft zijn aangepast 8304105 * 8 aan de gedeelten van de lichtgeleider 14, waar de lichtbronnen 16 en 18 zijn gemonteerd. Dit maakt het mogelijk, dat de lichtbronnen 16 en 18 in de opening 58 worden ondergebracht wanneer de lichtgeleider 14 daarin aanwezig is. Met 62 in figuur 2 is een lenssteun aangegeven, welke door 5 middel van schroeven aan het camerahuis 58 is bevestigd. De lenssteun 62 is een C-steun.
Zoals reeds is vermeld, strekken de tegenover elkaar gelegen hoofdvlakken van de lichtgeleider 14 zich evenwijdig aan het oppervlak van de fotoëlectrische transducentsectie van de beeldlnrichting 10 12 uit. De lichtafvoergedeelten 54 en 56 van de lichtgeleider 14 zijn individueel gedriënteerd in een richting, waarin het stel stroken in het kleurscheidingsfilter zich in de fotoëlectrische transducentsectie uitstrekt.
Meer gedetailleerd is, als aangegeven in figuur 6, 15 de lichtbron 16 bij het brandpunt van de parabolische sectie opgesteld, die het reflecterende gedeelte 50 van de lichtgeleider 14 vormt. Lichtstralen L^, I>2 en afkomstig uit de lichtbron 16 worden door het reflecterende gedeelte 50 individueel gereflecteerd om uit het lichtafvoergedeel-te 54 te worden uitgezonden (lichtstralen uit de andere lichtbron 18 20 worden op dezelfde wijze geleid en derhalve zal terwille van de eenvoud een omschrijving daarvan hier worden weggelaten). De lichtstralen uit de lichtgeleider 14 planten zich respectievelijk voort langs vlakken, welke loodrecht staan op het vlak van tekening van figuur 6 en evenwijdig zijn aan een richting Y, d.w.z. evenwijdig aan de stroken in het 25 strookfilter en het vlak, 11a, van de transducentsectie, 11, onder een rechte hoek snijdend. Figuur 9 toont de voortplanting van bijvoorbeeld de lichtstraal L^, beschouwd vanaf een zijde van de lichtgeleider 14.
Zoals is aangegeven in figuur 7, beweegt de lichtstraal , gereflecteerd door het gedeelte 50, zich in verschillende richtingen in het bo-30 ven beschreven bepaalde vlak voort. Het gereflecteerde licht omvat een component B^, die zich naar het vlak 11a van de transducentsectie 11 voortplant, een component B^f welke langs het algemene vlak van de lichtgeleider 14 wordt voortgeplant, en een component B^, welke zich vanaf het vlak 11a van de transducentsectie 11 voortplant. Volgens de uitvinding 35 dient slechts de lichtcomponent B^ als een doeltreffend rustlicht. Opdat de bepaalde component op een doeltreffende wijze naar het vlak 11a van 8304133 « 9 de transducentsectie 11 wordt gericht, verdient het de voorkeur de lichtbron 16 bijvoorbeeld verschoven ten opzichte van het voorste uiteinde van de lichtgeleider 14 te positioneren, als aangegeven in figuur 7. Wanneer de lichtbron 16 een lamp is, kan de gloeidraad daarvan op een zoda-5 nige wijze worden opgesteld, dat het boven beschreven effect wordt verkregen- Onder deze omstandigheden leidt het rustlicht uit de lichtgeleider 14 ertoe, dat een scherpe schaduw van het filter op de fotogelei-dende laag wordt geprojecteerd, waardoor de beeldinrichting 12 een samengesteld kleurentelevisie-videosignaal als een uitgangssignaal daarvan 10 kan opwekken, zelfs wanneer daaraan slechts rustlicht wordt toegevoerd.
Volgens de uitvinding voert de eerste rustlichttoevoer-inrichting 10 licht aan de transducentsectie van de beeldinrichting 12 via het filter toe in een hoeveelheid met een toelaatbaar kleine waarde binnen een bepaald gebied, welke het mogelijk maakt, dat de ingangsdraag-15 golfkleursignalen van de demodulatoren 36 en 38 groter zijn dan de piek-tot-piekwaarde van ruis, welke eveneens aan de demodulatoren 36 en 38 wordt toegevoerd, waardoor de kleurreproduceerbaarheid voor donkere gebieden wordt verbeterd. Indien derhalve in een donker gebied een schaduwwerking optreedt tengevolge van licht uit de eerste rustlichttoevoerinrich-20 ting 10, zal dit in de praktijk tot een verwaarloosbare waarde worden gereduceerd. Verder beïnvloedt de verandering in de hoeveelheid en/of kleur-temperatuur van het licht van de inrichting 10 bij het verstrijken van de tijd het wit evenwicht niet meer dan op een verwaarloosbare wijze.
Zoals uit figuur 1 en 2 blijkt, omvat de tweede rust-25 lichttoevoerinrichting 11 een melkwit, ringvormig onderdeel 70, dat om de buitenomtrek van de wand van de beeldbuis 12 past, en een aantal licht-emitterende dioden (LEDs) of lampen 72, die in het ringvormige onderdeel 70 zijn ondergebracht. Wanneer de LEDs 72 worden bekrachtigd, zal licht uit het melkwitte ringvormige onderdeel 70 door de ruimte tus-30 sen het oppervlak van een electrode (electronenkanon), die in de buis 12 aanwezig is, het binnenoppervlak van de buiswand en de ruimte tussen de buiten- en hinnenoppervlakken van de buiswand worden voortgeplant, waarbij het licht door de verschillende oppervlakken een aantal malen wordt gereflecteerd. Het rustlicht, dat op deze wijze wordt voortgeplant, 35 zal het gehele oppervlak van de transducentsectie vanaf de achterzijde gelijkmatig bestralen.
Een oraktische constructie van de tweede rustlicht- 8304103 10 toevoerinrichting 11 zal gedetailleerd worden beschreven onder verwijzing naar de figuren 4 en 5 tezamen met een praktische constructie van de beeldinrichting 12.
Zoals aangegeven in figuur 4, is de beeldinrichting 5 12 binnen een afbuigspoel 74 op zijn plaats gefixeerd. Binnen de afbuig- spoel 74 bevindt zich een lichtbron 76, als aangegeven in figuur 5, welke bestemd is voor het emitteren van rustlicht. De lichtbron 76 omvat een aantal LEDs 72, welke'op het ringvormige onderdeel 70, elk onder een voorafbepaalde hoek, zijn gemonteerd. De binnendiameter van de licht-10 bron 76 is vooraf zodanig bepaald, dat deze iets groter is dan de buitendiameter van een glazen buis 78 van de beeldinrichting 12. De lichtbron 76 wordt zodanig in de afbuigspoel 74 ingebouwd, dat de lichtbron over een voorafbepaalde hoek ten opzichte van de beeldinrichting 12 kan worden geroteerd.
15 Een tong 80 strekt zich in radiale richting naar buiten uit het ringvormige onderdeel 70 uit om het mogelijk te maken, dat de hoekpositie van de lichtbron 76 vanuit een punt buiten de afbuigspoel kan worden ingesteld. De tong 80 steekt voor een gemakkelijke toeganke-‘ lijkheid uit de afbuigspoel 74 uit. Een buisvormige electrode 82 is in de 20 beeldinrichting 12 aangebracht, die op de afbuigspoel 74 is gemonteerd.
De electrode 82 is aan het achterste uiteinde daarvan voorzien van een aantal openingen 84, terwijl de electrode aan het voorste uiteinde daarvan is voorzien van een fotoëlectrisch transducentoppervlak 86.
Tijdens het bedrijf wordt aan de beeldinrichting 12 25 een voorafbepaalde electrodespanning aangelegd, waarbij de eerste rooster zodanig wordt bedreven, dat de bundelstroom daarvan op een voorafbepaalde waarde wordt ingesteld. Daarna wordt de lichtbron 76 bekrachtigd om rustlicht in de vorm van kleine bundels 88 te emitteren, zodat het rustlicht zich naar het transducentoppervlak 86 van de electrode 82 kan voortplan-30 ten. Vervolgens wordt een signaal, overeenkomende met een donker- stroom ld, bij een trefelectrodering 90 opgenomen. (In dit verband hebben proefnemingen aangetoond, dat bij deze uitvoeringsvorm de nabeeldsituatie bij een donkerstroom ld van de orde van 10 nA voldoende wordt verbeterd). Het rustlicht 88, dat uit de lichtbron 76 uittreedt, treedt de electrode 35 82 via de openingen 84 in het achterste uiteinde van de electrode 82 binnen en plant zich voort naar het transducent oppervlak 86, waarbij het 8304103 3 11 licht door het binnenomtreksvlak daarvan een aantal malen wordt gereflecteerd.
Zoals boven is beschreven, voert de tweede rustlicht-toevoerinrichting 11 licht aan het transducent oppervlak 86 vanaf de 5 achterzijde toe in een hoeveelheid P2, welke het optreden van nabeelden op een voldoende wijze reduceert. (Gewoonlijk is de hoeveelheid P2 groter dan de eerdergenoemde hoeveelheid P^. Een uitgangssignaal van de beeld-inrichting 12 is bijvoorbeeld 5 nA voor de hoeveelheid licht P^ en 25 nA voor de hoeveelheid licht P2. Hierdoor worden nabeelden in de beeldin-10 richting 12 onderdrukt. Derhalve elimineert de beeldinrichting volgens de uitvinding op een doeltreffende wijze de tot nu toe ondervonden bezwaren; de in figuur 1 afgeheelde inrichting kan een kleurentelevisie-videosignaal opwekken, dat een weergegeven beeld met een gewenste kwaliteit kan verschaffen. D.w.z., dat als aangegeven in figuur 1, het licht 15 uit de eerste rustlichttoevoerinrichting 10 wordt toegevoerd aan een beeld van een object, dat door de lens 20 op de fotogeleidende laag van de transducentsectie in de beeldinrichting 12 wordt gefocusseerd. De fotogeleidende laag wordt zodanig geconditioneerd, dat deze een uitgangssignaal kan opwekken waarvan- het nabeeld is gereduceerd door de licht-20 straling uit de tweede rustlichttoevoerinrichting 11.
Indien het licht uit de eerste rustlichttoevoerinrichting 10 een kleurtemperatuur van 3200 °K heeft, zal een verandering in de hoeveelheid daarvan het wit-evenwicht niet verstoren. Het licht uit de eerste rustlichttoevoerinrichting 10 kan een zodanige kleurtemperatuur 25 hebben, dat in het uitgangssignaal van de beeldinrichting 12 grote draag-golfkleursignalen worden opgewekt, waardoor de kleurreproduceerbaarheid van donkere taferelen door middel van een kleinere hoeveelheid licht op een doeltreffende wijze wordt verbeterd.
Resumerende blijkt, dat de uitvinding voorziet in een 30 kleurentelevisiebeeldinrichting, waarbij op een doeltreffende wijze een verbetering in de kleurreproduceerbaarheid van een donker tafereel en een onderdrukking van nabeelden wordt verkregen, terwijl de invloed van een verandering in de hoeveelheid rustlicht uit de eerste inrichting 10 evenals een schaduwwerking in een donker gebied tot een praktisch ver-35 waarloosbaar gebied wordt beperkt.
8304103
Claims (5)
1. Kleurentelevisie-beeldinrichting, waarbij nabeelden en verslechtering van kleurreproduceerbaarheid in een donker tafereel worden gereduceerd, gekenmerkt door een kleurentelevisie-beeldinrichting voor het opwekken van een multiplex-kleurentelevisie-videouitgangs- 5 signaal door middel van een fotoëlectrische transducentsectie, welke een kleurscheidingsstrookfilter omvat, eerste rustlichttoevoerorganen voor het toevoeren van eerste rustlicht, dat de verslechtering van de kleurreproduceerbaarheid van een donker tafereel reduceert, aan de transducentsectie van de beeldinrichting via het strookfilter, waarbij de eerste 10 rustlichttoevoerorganen zich in de buurt van de transducentsectie bevinden, welke in een voorste gedeelte van de beeldinrichting is opgesteld, en tweede rustlichttoevoerorganen voor het toevoeren van tweede rustlicht, dat nabeelden reduceert, aan de transducentsectie van de beeldinrichting, waarbij de tweede rustlichttoevoerorganen zich bevinden in een achterste 15 gedeelte van de beeldinrichting, dat naar de transducentsectie is gekeerd.
2. Kleurentelevisie-beeldinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoeveelheid en de kleurtemperatuur van het eerste rustlicht instelbaar is.
3. Kleurentelevisie-beeldinrichting volgens conclusie 2, 20 met het kenmerk, dat het eerste rustlicht wordt toegevoerd in een minimale hoeveelheid, welke nodig is om de verslechtering van de kleurreproduceerbaarheid in een donker gebied te reduceren.
4. Kleurentelevisiebeeldinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de hoeveelheid van het eerste rustlicht kleiner 25 is dan de hoeveelheid van het tweede rustlicht.
5. Kleurentelevisie-beeldinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste rustlicht een kleurtemperatuur van 3200 °K heeft. 8304106 30
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP1982181416U JPS5986786U (ja) | 1982-11-30 | 1982-11-30 | カラ−テレビジヨン撮像装置 |
JP18141682 | 1982-11-30 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8304106A true NL8304106A (nl) | 1984-06-18 |
Family
ID=16100381
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8304106A NL8304106A (nl) | 1982-11-30 | 1983-11-30 | Kleurentelevisie-beeldapparaat. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4614965A (nl) |
JP (1) | JPS5986786U (nl) |
AU (1) | AU542495B2 (nl) |
BR (1) | BR8306589A (nl) |
CA (1) | CA1205181A (nl) |
DE (1) | DE3343383C2 (nl) |
FR (1) | FR2536931B1 (nl) |
GB (1) | GB2132851B (nl) |
NL (1) | NL8304106A (nl) |
Family Cites Families (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1240468A (en) * | 1967-08-08 | 1971-07-28 | Emi Ltd | Improvements relating to television cameras |
DE1537130B2 (de) * | 1967-10-25 | 1974-07-18 | Robert Bosch Fernsehanlagen Gmbh, 6100 Darmstadt | Farbfernsehkamera mit verringertem Nachziehen |
JPS5113973B1 (nl) * | 1969-12-25 | 1976-05-06 | ||
JPS5012974B1 (nl) * | 1969-12-27 | 1975-05-16 | ||
FR2133913B1 (nl) * | 1971-04-20 | 1977-01-14 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | |
US3846579A (en) * | 1972-06-03 | 1974-11-05 | Victor Company Of Japan | Color television signal generating apparatus |
DE2413918B2 (de) * | 1974-03-22 | 1976-09-09 | Farbfernsehkamera mit einer bildaufnahmeroehre | |
JPS5183422A (nl) * | 1975-01-17 | 1976-07-22 | Tokyo Shibaura Electric Co | |
JPS52155013A (en) * | 1976-06-18 | 1977-12-23 | Hitachi Ltd | Image pickup unit |
JPS54109318A (en) * | 1976-06-28 | 1979-08-27 | Hitachi Ltd | Pickup unit |
JPS546167A (en) * | 1977-06-15 | 1979-01-18 | Tokico Ltd | Heat pipe and production thereor |
JPS56117489A (en) * | 1980-02-22 | 1981-09-14 | Fuji Photo Optical Co Ltd | Color separating optical system for color television camera |
US4359759A (en) * | 1980-04-21 | 1982-11-16 | Technicare Corporation | Bias lighting in a radiographic apparatus and method |
JPS58186285A (ja) * | 1982-04-23 | 1983-10-31 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | カラ−テレビジヨンカメラ装置 |
-
1982
- 1982-11-30 JP JP1982181416U patent/JPS5986786U/ja active Granted
-
1983
- 1983-11-28 US US06/555,864 patent/US4614965A/en not_active Expired - Fee Related
- 1983-11-29 CA CA000442135A patent/CA1205181A/en not_active Expired
- 1983-11-30 FR FR8319152A patent/FR2536931B1/fr not_active Expired
- 1983-11-30 GB GB08331954A patent/GB2132851B/en not_active Expired
- 1983-11-30 NL NL8304106A patent/NL8304106A/nl not_active Application Discontinuation
- 1983-11-30 AU AU21827/83A patent/AU542495B2/en not_active Ceased
- 1983-11-30 BR BR8306589A patent/BR8306589A/pt not_active IP Right Cessation
- 1983-11-30 DE DE3343383A patent/DE3343383C2/de not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BR8306589A (pt) | 1984-07-03 |
GB8331954D0 (en) | 1984-01-04 |
US4614965A (en) | 1986-09-30 |
AU542495B2 (en) | 1985-02-21 |
AU2182783A (en) | 1984-06-07 |
FR2536931A1 (fr) | 1984-06-01 |
FR2536931B1 (fr) | 1988-05-27 |
DE3343383C2 (de) | 1986-06-05 |
JPS6349975Y2 (nl) | 1988-12-22 |
GB2132851B (en) | 1986-09-03 |
DE3343383A1 (de) | 1984-05-30 |
JPS5986786U (ja) | 1984-06-12 |
GB2132851A (en) | 1984-07-11 |
CA1205181A (en) | 1986-05-27 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5268775A (en) | Contrast enhancement and ghost elimination, for reflective light valve system | |
US6491398B2 (en) | Video projector | |
EP0562873B1 (en) | Polygonal-shaped optical coupling member for use with a high brightness light source | |
US3971931A (en) | Led image tube light valve | |
CA2096120A1 (en) | Scene Projector | |
US3590145A (en) | Method and arrangement for eliminating persistency effects at low light levels in plumbicon tubes | |
US7222975B2 (en) | Dual lamp illumination system | |
US3987299A (en) | Method and apparatus for forming color images using an image intensifier tube | |
US3718752A (en) | Color television camera | |
US4755868A (en) | High brightness projection TV system using one or more CRTs with a concave phosphor surface acting to concentrate light into a lens system | |
US4084179A (en) | Color television camera | |
US6271758B1 (en) | Light projection device for a photoelectric smoke sensor | |
US2797256A (en) | Dichroic reflector optical system | |
US3547521A (en) | Compact zoom lens and beam spliting system | |
US3130263A (en) | Color display system | |
US4987483A (en) | Projection television set | |
US5295005A (en) | Liquid crystal display device with improved convergence efficiency and converting reflector of the same | |
EP0174778B1 (en) | Apparatus for individually processing optical images of different wavelengths | |
NL8304106A (nl) | Kleurentelevisie-beeldapparaat. | |
US3233040A (en) | Electrostrictive display means | |
JP2703446B2 (ja) | 反射光バルブシステムにおけるコントラストの増大およびゴーストの除去 | |
US5485012A (en) | Method and apparatus for blind optical augmentation | |
US4123777A (en) | Color television camera having an auxiliary illumination source | |
US3925813A (en) | Optical system for color television camera | |
JPS6221313B2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |