[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

NL8101326A - HERBICIDE 2-HALOGENENE ACETANILIDES, AND METHOD FOR PREPARING HERBICIDE PREPARATIONS HEREBY. - Google Patents

HERBICIDE 2-HALOGENENE ACETANILIDES, AND METHOD FOR PREPARING HERBICIDE PREPARATIONS HEREBY. Download PDF

Info

Publication number
NL8101326A
NL8101326A NL8101326A NL8101326A NL8101326A NL 8101326 A NL8101326 A NL 8101326A NL 8101326 A NL8101326 A NL 8101326A NL 8101326 A NL8101326 A NL 8101326A NL 8101326 A NL8101326 A NL 8101326A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
compound
trifluoromethyl
chloroacetanilide
methyl
ethyl
Prior art date
Application number
NL8101326A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Monsanto Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Monsanto Co filed Critical Monsanto Co
Publication of NL8101326A publication Critical patent/NL8101326A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N37/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids
    • A01N37/18Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids containing the group —CO—N<, e.g. carboxylic acid amides or imides; Thio analogues thereof
    • A01N37/26Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most two bonds to halogen, e.g. carboxylic acids containing the group —CO—N<, e.g. carboxylic acid amides or imides; Thio analogues thereof containing the group; Thio analogues thereof

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
  • Organic Low-Molecular-Weight Compounds And Preparation Thereof (AREA)
  • Medicines Containing Plant Substances (AREA)

Description

0' -** -V * :3r0 '- ** -V *: 3r

Herbicide 2-halogeenaceetanilides, alsmede werkwijze ter bereiding van herbicide preparaten hiermede.Herbicide 2-haloacetanilides, as well as a method of preparing herbicidal preparations therewith.

De uitvinding heeft betrekking op 2-halogeenaceetanilides en het gebruik ervan in de landbouw bijvoorbeeld als herbicides.The invention relates to 2-haloacetanilides and their use in agriculture, for example as herbicides.

* Tot nog toe zijn talrijke 2-halogeenaeeet- « 5 anilides geopenbaard, die al of niet gesubstitueerd zijn met een grote verscheidenheid van substituenten aan het anilide ^ stikstofatoom en/of aan de anilidering, waaronder alkyl, alkoxy, alkoxyalkyl, halogeenalkyl, halogeen enz.Numerous 2-haloacetyl anilides have been disclosed hitherto, which are unsubstituted or substituted with a wide variety of substituents on the anilide nitrogen atom and / or on the anilidation, including alkyl, alkoxy, alkoxyalkyl, haloalkyl, halogen, etc. .

De dichtst bijzijnde stand van de techniek, voor 10 de verbindingen volgens de uitvinding, die gekenmerkt worden door een hydrocarbyloxymethylrest aan de anilide stikstof, een trifluormethylrest op de ene orthoplaats en een methylrest of, in speciale gevallen een ethylrest of waterstof op de andere orthoplaats, is volgens Aanvrager het Belgische octrooi 810.763.The closest prior art, for the compounds of the invention, which are characterized by a hydrocarbyloxymethyl residue on the anilide nitrogen, a trifluoromethyl residue in one ortho site and a methyl residue or, in special cases, an ethyl residue or hydrogen in the other ortho site, according to the Applicant, the Belgian patent is 810,763.

15 Hierin worden in het algemeen N-alkoxyethyl- of alkyl gesubstitueerde alkoxyethyl 2-chlooraceetanilides besproken, die al of niet gesubstitueerd kunnen zijn aan de anilidering op de ortho en metaplaatsen met êén of meer resten gekozen uit een aantal resten waaronder halogeen, alkyl, alkoxy of trifluormethyl.In general, N-alkoxyethyl or alkyl substituted alkoxyethyl 2-chloroacetanilides are discussed herein, which may or may not be substituted on the anilidation on the ortho and meta sites having one or more residues selected from a number of radicals including halogen, alkyl, alkoxy or trifluoromethyl.

20 Meer in het bijzonder omvat de lijst van verbindingen in tabel B soorten gesubstitueerd met een trifluormethylrest op de ene orthoplaats en geen substituent op de andere orthoplaats (ver-bindingno's 37-^8) en verbindingen met een trifluormethylsubsti-tutie op een metaplaats met één orthoplaats ongesubstitueerd en 25 de andere orthoplaats gesubstitueerd met een methoxyrest (verbindingno’s 22-25) of een chlooratoom (verbindingno's 33-36).More specifically, the list of compounds in Table B includes species substituted with a trifluoromethyl moiety at one ortho site and no substituent at the other ortho site (compounds no. 37-8) and compounds with a trifluoromethyl substitution at one meta site with one ortho site unsubstituted and the other ortho site substituted with a methoxy radical (compounds no. 22-25) or a chlorine atom (compounds no. 33-36).

Er worden echter geen speciale voorbeelden gegeven van 2-halogeenaceetanilides gesubstitueerd met een trifluormethylrest op de ene orthoplaats en een methyl of ethylrest op de andere ortho-30 plaats zoals in de verbindingen volgens de uitvinding. Bovendien 8101326 - 2 - worden de verbindingen in dit octrooischrift gekenmerkt door een alkoxyalkylgroep gesubstitueerd aan het anilidestikstofatoom, waarbij de alkyleenkern niet minder dan twee koolstofatomen moet hebben tussen het stikstofatoom en het zuurstofatoom van 5 de alkoxykern. Daarentegen zijn de verbindingen volgens de uit vinding ten dele verder gekenmerkt door de substitutie aan het anilidestikstofatoom met een alkoxymethylrest. De betekenis van de bovengenoemde onderscheiden tussen de verbindingen uit het Belgische octrooischrift en die volgens de uitvinding zal 10 duidelijk worden uit de vergelijkende herbicide gegevens, die hierna zullen worden gegeven, en waaruit duidelijk de superioriteit blijkt van de verbindingen volgens de uitvinding in termen van aktiviteit, selectiviteit, onkruidregelingsspectrum en gewasbes cherming.However, no special examples are given of 2-haloacetanilides substituted with a trifluoromethyl residue in one ortho position and a methyl or ethyl residue in the other ortho-position as in the compounds of the invention. In addition, 8101326-2 - the compounds in this patent are characterized by an alkoxyalkyl group substituted on the anilide nitrogen atom, the alkylene nucleus having no less than two carbon atoms between the nitrogen atom and the oxygen atom of the alkoxy nucleus. In contrast, the compounds of the invention are further characterized in part by the substitution of the anilide nitrogen atom with an alkoxymethyl radical. The significance of the aforementioned distinction between the compounds of the Belgian patent and those of the invention will become clear from the comparative herbicidal data, which will be given below, and which clearly shows the superiority of the compounds of the invention in terms of activity , selectivity, weed control spectrum and crop protection.

15 ’Andere stand van de techniek minder relevant dan het bovengenoemde Belgisch octrooischrift, zijn o.a. de Amerikaanse octrooischriften 3.966.811 en h.152.137» Duits octrooischrift 2.U02.9Ö3, Brits octrooischrift 2.013.188 en het Zuid-Afrikaanse octrooischrift Τ^/0Τ67· Hoewel deze referenties 20 in het algemeen 2-halogeenaceetanilides openbaren, die o.a. trifluormethylsubstitutie kunnen hebben aan de anilidering, zijn de enige vermeldingen van dergelijke soorten verbindingen in elk van deze referenties te vinden in genoemd Amerikaans octrooischrift 3.966.811 en Zuid-Afrikaans octrooischrift 25 7V0767. Zelfs bevatten beide laatstgenoemde octrooischriften ggen soorten van orthotrifluormethyl gesubstitueerde verbindingen in het algemeen of meer in het bijzonder dergelijke verbindingen die verder gesubstitueerd zijn op de andere orthoplaats met een methyl of ethylrest; de enige trifluormethyl gesubstitueerde 30 soorten geopenbaard in deze octrooischriften zijn :mèta trifluormethyl gsubstitueerde verbindingen. Bovendien vereisen beide laatstgenoemde octrooischriften, evenals het genoemde Belgische octrooischrift, dat er niet minder dan twee koolstofatomen aanwezig zijn tussen de anilidestikstof en de zuurstof in de alkoxy-35 kern, een vereiste dat beschreven wordt in elk van de voorgaande 8101326 % ί - 3 - referenties, behalve genoemd Amerikaans octrooischrift k.152.137, dat in het geheel geen trifluormethyl gesubstitueerde verbindingen openbaart.Other prior art less relevant than the aforementioned Belgian patent include U.S. Pat. Nos. 3,966,811 and H,152,137, German Pat. No. 2,102,93, British Pat. No. 2,013,188, and South African Pat. Although these references generally disclose 2-haloacetanilides, which may have, inter alia, trifluoromethyl substitution on the anilidation, the only disclosures of such types of compounds in each of these references are found in said U.S. Patent 3,966,811 and South African Patent. 25 7V0767. Both of the latter patents even contain species of orthotrifluoromethyl substituted compounds generally or more particularly such compounds which are further substituted at the other ortho site with a methyl or ethyl moiety; the only trifluoromethyl substituted species disclosed in these patents are: meta trifluoromethyl substituted compounds. In addition, both of the latter patents, as well as the said Belgian patent, require that no less than two carbon atoms are present between the anilide nitrogen and the oxygen in the alkoxy-35 core, a requirement described in each of the foregoing 8101326% - 3 - references, except said U.S. Patent No. k,152,137, which does not disclose trifluoromethyl substituted compounds at all.

Van de bovengenoemde meest relevante stand van 5 de techniek openbaren slechts genoemd Belgisch octrooischrift 810.763 en Zuid-Afrikaans octrooischrift 7^/0767 enige herbicide gegevens met betrekking tot N-alkoxyalkyl-2-halogeen-aceetanilides met trifluormethylsubstitutie aan de anilidering.Of the aforementioned most relevant prior art, only said Belgian Patent Specification 810,763 and South African Patent Specification 7/0767 disclose any herbicidal data regarding N-alkoxyalkyl-2-haloacetanilides with trifluoromethyl substitution to the anilidation.

Tiat gezegd wordt is echter vaag, ongedefinieerd en onvolledig.As said, it is vague, undefined and incomplete.

10 Zo openbaart bijvoorbeeld het Belgische octrooischrift beperkte herbicide gegevens voor slechts één trifluormethyl gesubstitueerde verbinding, namelijk verbinding no. 37 (vat dezelfde verbinding is als in voorbeeld II) dat wil zeggen 2-trifluormethyl N-(2'-methoxyethyl) 2-chlooraceetanilide. In tabel 3 van genoemd 15 Belgisch octrooischrift wordt van verbinding no. 37 getoond dat het bepaalde niet geïdentificeerde soorten van "Cuperus”,For example, the Belgian patent discloses limited herbicidal data for only one trifluoromethyl substituted compound, namely compound no. 37 (vessel is the same compound as in example II) ie 2-trifluoromethyl N- (2'-methoxyethyl) 2-chloroacetanilide. In Table 3 of said Belgian Patent Specification, compound No. 37 is shown to contain certain unidentified species of "Cuperus",

Setaria, Digitaria en Echinochloa vernietigt of ernstig beschadigt, met weinig heschadigingvoor de onkruiden Avena fatua en een niet gedefinieerde Lolium soort in bepaalde gewassen. Het gebrek 20 aan specifieke identitéit van vijf van de zes onkruiden die beproefd zijn houdt een betekenisvolle waardering tegen van de herbicide doelmatigheid van genoemde verbinding 37.Setaria, Digitaria and Echinochloa destroys or severely damages, with little damage to the Avena fatua weeds and an undefined Lolium species in certain crops. The lack of specific identity of five of the six weeds tested has prevented a meaningful appreciation of the herbicidal effectiveness of said compound 37.

Evenzo openbaart genoemd Zuid-Afrikaans octrooischrift beperkte herbicide gegevenswor slechts êên trifluor-25 methyl gesubstitueerde verbinding namelijk verbinding no. 78, dat wil zeggen 2,6-dimethyl 3-trifluormethyl N-(2'-methoxyethyl) N-2-chlooraceetanilide. Het enige herbicide gegeven -geopenbaard voor verbinding no. 78 staat in voorbeeld V, waarin gezegd wordt dat verbinding no. 78 een zeer sterke groei inhibitie vertoont voor 30 vier soorten grasonkruiden. Er worden echter geen laboratorium of veldgegevens geopenbaard in genoemd octrooischrift met betrekking tot het effekt van verbinding no. 78 op enig gewas of dat deze verbinding een selectieve regel^ing zal vertonen op enig onkruid in enig gewas, zodat enige betekenisvolle waar-35 dering van deze verbinding op basis van dergelijke beperkte 8101326 * ? - k - gegevens ónmogelijk wordt gemaakt. Verder openbaren de bovengenoemde meest relevante referenties, hoewel zij herbicide aktivi-teit aangeven op een aantal onkruiden, geen enkel gegeven over enige trifluoraethyl gesubstitueerde N-alkoxyalkylverbindingen, 5 of dat zij bovendien en/of gelijktijdig in één of meer gewassen de moeilijk te vernietigen meerjarige onkruiden zoals kweekgras, gele en paarse nootzegges en een breed spectrum van eenjarige onkruiden, waaronder dergelijke moeilijk te beslEjden eenjarige graszaden, zoals zaailing aleppogierst, brosriet, kortsteel 10 (Brachiaria plantaginea), handjesgras (Texas en wilde pseudo-millét) rode rijst en jeukgras (Raoulgras) zouden regelen of onderdrukken, terwijl ook andere schadelijke meerjarige en eenjarige onkruiden, bijvoorbeeld valgras, duizendknoop, kattestaart, melganzevoet, vossestaarten (bijvoorbeeld reuze en 15 gele), bloedgierst, hanepoot, dagbloem, malve, klis, postëlein» sesbania hennep, prikneus enz. zouden worden geregeld of onderdrukt.Likewise, said South African patent discloses limited herbicidal data only one trifluoro-methyl-substituted compound, namely compound No. 78, i.e. 2,6-dimethyl 3-trifluoromethyl N- (2'-methoxyethyl) N-2-chloroacetanilide. The only herbicide data disclosed for Compound No. 78 is in Example V, where Compound No. 78 is said to exhibit very strong growth inhibition for four types of grass weeds. However, no laboratory or field data is disclosed in said patent regarding the effect of compound No. 78 on any crop or that this compound will exhibit selective control on any weeds in any crop, so that any significant appreciation of this connection based on such limited 8101326 *? - k - data is made impossible. Furthermore, although the above most relevant references, although indicating herbicidal activity on a number of weeds, do not disclose any of any trifluoroethyl substituted N-alkoxyalkyl compounds, or additionally and / or simultaneously in one or more crops the perennial which is difficult to destroy weeds such as cultivated grass, yellow and purple nut sedges and a broad spectrum of annual weeds, including such hard-to-decide annual grass seeds, such as seedling aleppo millet, brittle reed, short stem 10 (Brachiaria plantaginea), handgrass (Texas and wild pseudo-millet) red rice and itch grass (Raoulgras) would control or suppress, while other harmful perennial and annuals, such as fall grass, knotweed, loosestrife, melgan foot, foxtails (for example giant and 15 yellow), blood millet, hawp, dayflower, mallow, burdock, posteslein »sesbania hemp, lancing, etc. would be controlled or suppressed.

Een zeer nuttige en gewenste eigenschap van herbicide is het vermogen de onkruidbestrijding te handhaven 20 over een uitgebreide periode, hoe langer des te beter, gedurende elk gewasseizoen. Bij vele tot nog toe bekende herbicides worden de onkruiden slechts adequaat bestreden gedurende ongeveer 2 of 3 weken of in meer superieure gevallen soms tot maximaal k-6 weken voordat het chemicalie zijn effektieve 25 fytotoxische eigenschappen verliest. Een nadeel van de meeste tot nog toe bekende herbicides is daarom een betrekkelijk korte levensduur in de grond.A very useful and desirable property of herbicide is its ability to maintain weed control over an extended period of time, the longer the better, during each crop season. In many herbicides known hitherto, the weeds are only adequately controlled for about 2 or 3 weeks or, in more superior cases, sometimes up to 6 weeks before the chemical loses its effective phytotoxic properties. A disadvantage of most herbicides known so far is therefore a relatively short soil life.

Een ander nadeel van sommige tot nog toe bekende herbicides, hetgeen enigszins in verband staat met de levensduur 30 in de grond onder normale weersomstandigheden, is het gemis aan blowende onkruidbestrijding onder zware regenval, die vele herbicides inaktiveert.Another drawback of some heretofore known herbicides, which is somewhat related to soil life under normal weather conditions, is the lack of blowing weed control under heavy rainfall, which inactivates many herbicides.

Een verder nadeel van vele tot nog toe bekende herbicides is de beperking in hun gebruik tot gespecificeerde 35 grondtypes, dat wil zeggen terwijl sommige herbicides effektief 8101326 * ƒ - 5 - zijn in grondsoorten met geringe hoeveelheden organisch materiaal, zijn ze ineffektief in andere grondsoorten die een hoog organisch materiaalgehalte hebben of omgekeerd. Het zou daarom voordelig zijn wanneer een herbicide nuttig zou zijn bij alle grondtypes 5 variërend van licht organisch tot zware klei en veen.A further disadvantage of many herbicides known hitherto is the limitation in their use to specified soil types, ie while some herbicides are effective in soil types with low amounts of organic matter, they are ineffective in other soil types have a high organic material content or vice versa. It would therefore be advantageous if a herbicide would be useful in all soil types ranging from light organic to heavy clay and peat.

Nog een ander nadeel van vele tot nog toe bekende herbicides is de beperking tot een bepaalde effektieve toepassingsmethode dat wil zeggen als een voorontkiemingsoppervlaktetoepassing of als een opname in de grond, voor- en/of na het planten. Het is 10 zeer gewenst een herbicide te kunnen aanbrengen op elke wijze van aanbrenging, hetzij door aanbrenging op het oppervlak of opname in de grond.Yet another drawback of many heretofore known herbicides is the limitation to a particular effective application method i.e. as a pre-germination surface application or as a soil incorporation, before and / or after planting. It is highly desirable to be able to apply a herbicide in any manner of application, either by application to the surface or incorporation into the soil.

Tenslotte is een nadeel van sommige herbicides de noodzaak bepaalde handelingsprocedures aan te houden vanwege 15 de giftige aard ervan. Een verdere overweging is daarom dat een herbicide veilig moet kunnen worden gehanteerd.Finally, a drawback of some herbicides is the need to maintain certain procedures because of their toxic nature. A further consideration is therefore that a herbicide must be safe to handle.

Het is daarom een doel van de uitvinding te voorzien in een groep herbicide verbindingen, waarbij de bovengenoemde nadelen van de tot nog toe bekende worden overwonnen 20 en voorzien wordt in een veelheid van voordelen, die tot nog toe niet werd verkregen bij een enkelvoudige groep van herbicides.It is therefore an object of the invention to provide a group of herbicidal compounds, overcoming the above-mentioned drawbacks of the hitherto known and providing a multitude of advantages which have hitherto not been obtained in a single group of herbicides.

Het is een doel van de uitvinding te voorzien in herbicides die moeilijk te bestrijden meerjarige en eenjarige onkruiden zoals boven beschreven bestrijden en/of onderdrukken, 25 terwijl de gewasbescherming blijft gehandhaafd bij een aantal gewassen, in het bijzonder mais en sojabonen, en andere waaronder katoen, ninda, raap, bruine bonen, tarwe en/of gerst.It is an object of the invention to provide herbicides which control and / or suppress perennial perennial and annual weeds as described above, while maintaining crop protection in a number of crops, in particular corn and soybeans, and others including cotton , ninda, turnip, kidney beans, wheat and / or barley.

Het is een verder doel van de uitvinding te voorzien in herbicidedoelmatigheid in de grond voor periodes tot 30 maximaal 12 weken.It is a further object of the invention to provide soil herbicide effectiveness for periods of up to 12 weeks.

Nog een ander doel van de uitvinding is te voorzien in herbicides, die weerstaan aan uitloging en verdunning vanwege zeer vochtige omstandigheden, bijvoorbeeld zoals zware regenval.Yet another object of the invention is to provide herbicides which resist leaching and dilution due to very humid conditions, such as heavy rainfall.

35 Nog een ander doel van de uitvinding is te voor zien in herbicides, die effektief zijn over een breedtrajekt van 8101326Yet another object of the invention is provided by herbicides effective over a width range of 8101326

* V* V

£ * - 6 - gronden, bijvoorbeeld van lichte tot middelmatig organische tot zware klei en veen.£ * - 6 - soils, for example from light to medium organic to heavy clay and peat.

Een ander voordeel van de herbicides volgens de uitvinding is de plooibaarheid in de wijze van aanbrenging, dat 5 wil zeggen op de grond voor het ontkiemen of door opname in de grond.Another advantage of the herbicides according to the invention is the pliability in the manner of application, ie on the soil before germination or by incorporation into the soil.

Tenslotte is het een voordeel van de herbicides volgens de uitvinding, dat zij veilig zijn en geen speciale behandelingsprocedures vereisen.Finally, it is an advantage of the herbicides according to the invention that they are safe and do not require special treatment procedures.

10 De bovengenoemde en andere doeleinden van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de nu volgende gedetailleerde beschrijving.The above and other objects of the invention will become apparent from the following detailed description.

De uitvinding heeft betrekking op herbicide aktieve verbindingen, herbicidesamenstellingen, die deze ver-15 bindingen als aktieve ingrediënten bevatten en herbicide methodes van gebruik van genoemde samenstellingen in bepaalde gewassen.The invention relates to herbicidally active compounds, herbicide compositions containing these compounds as active ingredients and herbicidal methods of use of said compositions in certain crops.

Gevonden werd nu, dat een selectieve groep van 2-halogeenaceetanilides gekenmerkt door specifieke combinaties van specifieke hydrocarbyloxymethylresten aan het anilide stikstof-20 atoom, een trifluormethylrest op de ene orthoplaats en een methyl of ethylrest of een waterstofatoom op de andere orthoplaats onverwachts superieure en uitstekende herbicide eigenschappen bezitten ten opzichte van de tot nog toe bekende herbicides, waaronder homologe verbindingen van de meest relevante stand 25 van de techniek. Een primair kenmerk van de herbicide samenstellingen volgens deuitvinding is hun vermogen om een breed spectrum van onkruiden te regelen, waaronder onkruiden die bestreden worden met de gangbare herbicides en bovendien een aantal onkruiden die, afzonderlijk en/of tezamen, tot nog toe 30 ontsnapt zijn aan de bestrijding door êên enkele klasse van bekende herbicides, terwijl de gewasbescherming wordt gehandhaafd met betrekking tot één of meer van een aantal gewassen waaronder in het blonder mais en sojabonen, maar ook anderen zoals katoen, pinda, raap, gerst, tarwe en bruine bonen. Hoewel de tot nog toe 35 bekende herbicides nuttig zijn voor het bestrijden van een aantal 8101326 * if - 7 - onkruiden, waaronder bij gelegenheid bepaalde resistente onkruiden, zijn de unieke herbicides volgens de uitvinding gebleken in staat te zijn een aantal resistente meerjarige en eenjarige onkruiden te bestrijden of sterk te onderdrukken, zoals de meerjarige 5 kweekgras, gele en paarse nootzegges, eenjarige breedbladerigen zoals prikneus, sesbania hennep, duizendknoop, kattestaart, melganzevoet en eenjarige grassen zoals zaailing aleppogierst, brosriet, kortsteel, Texas handjesgras, wilde pseudo gierst, rode rijst, jeukgras en andere giftige onkruiden, zoals valgras, 10 vossestaart, hanepoot, bloedgierst enz. Een reductie in de onkruidstand is ook verkregen bij resistente onkruiden, zoals Ambrosia, malve, klis, postelein enz.It has now been found that a selective group of 2-haloacetanilides characterized by specific combinations of specific hydrocarbyloxymethyl radicals on the anilide nitrogen-20 atom, a trifluoromethyl radical in one ortho site and a methyl or ethyl radical or a hydrogen atom in the other ortho site unexpectedly superior and excellent herbicide possess properties over heretofore known herbicides, including homologous compounds of the most relevant prior art. A primary feature of the herbicidal compositions of the invention is their ability to control a wide spectrum of weeds, including those controlled with conventional herbicides and, in addition, a number of weeds which, individually and / or together, have hitherto escaped control by a single class of known herbicides, while maintaining crop protection in respect of one or more of a number of crops including in the blonder corn and soybeans, but also others such as cotton, peanut, turnip, barley, wheat and kidney beans. Although the herbicides known so far are useful in controlling a number of 8101326 * if - 7 - weeds, including occasionally certain resistant weeds, the unique herbicides of the invention have been shown to be capable of a number of resistant perennial and annual weeds to control or strongly suppress, such as the perennial 5 cultivated grass, yellow and purple nut sedges, annual broadleaves such as prickly nose, sesbania hemp, knotweed, loosestrife, melgan foot and annuals such as seedling alpog millet, brittle reed, shortstalk, Texas hand grass, wild pseudo millet, red rice, itch grass and other poisonous weeds, such as drop grass, foxtail, coot, blood millet, etc. A reduction in the weed position has also been obtained with resistant weeds, such as Ambrosia, mallow, burdock, purslane, etc.

De verbindingen van de uitvinding zijn gekenmerkt door de formule 1, waarin R = alkyl of alkoxyalkyl of 15 alkenyl of alkinyl met maximaal 5 koolstof at omen en R^ waterstof, methyl of ethyl, mits, wanneer waterstof is, R isopropyl is en wanneer R^ ethyl is, R ethyl, n-propyl of isopropyl is.The compounds of the invention are characterized by the formula 1, wherein R = alkyl or alkoxyalkyl or alkenyl or alkinyl with up to 5 carbon atoms and R = hydrogen, methyl or ethyl, provided that when hydrogen is R is isopropyl and when R ^ is ethyl, R is ethyl, n-propyl or isopropyl.

Voorkeursverbindingen volgens de uitvinding zijn die, waarin R^ in formule 1 methyl of ethyl is en R is alkyl.Preferred compounds of the invention are those wherein R 1 in formula 1 is methyl or ethyl and R is alkyl.

20 Afzonderlijke voorkeur sverbindingen volgens de uitvinding zijn de volgende: N-(ethoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6'-ethyl 2-chlooraceet-anilide R-(n-propoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6’-methyl 2-chloor-25 aceetanilide.Separately preferred compounds of the invention are the following: N- (ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-ethyl 2-chloroacetanilide R- (n-propoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloro-25-acetanilide .

R-(isopropoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6’-methyl 2-chloor-aceetanilide.R- (isopropoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide.

N-(isobutoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6'-methyl 2-chloor-aceetanilide.N- (isobutoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide.

30 R-(ethoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6'-ethyl 2-chlooraceet anilide.R- (ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-ethyl 2-chloroacet anilide.

R-(n-propoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6'-ethyl 2-chlooraceetanilide.R- (n-propoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-ethyl 2-chloroacetanilide.

R-(isopropoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6'-ethyl 2-chloor-35 aceetanilide.R- (isopropoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-ethyl 2-chloro-35 acetanilide.

81013268101326

% V% V

- 8 -- 8 -

Andere verbindingen volgens de uitvinding zullen hierna worden besproken.Other compounds of the invention will be discussed below.

Het nut van de verbindingen volgens de uitvinding als de aktieve ingredient in herbicide samenstellingen, die er mee 5 zijn gerecepteerd, en de wijze van gebruik ervan zullen hierna worden besproken.The utility of the compounds of the invention as the active ingredient in herbicidal compositions formulated therewith, and the mode of use thereof will be discussed below.

De verbindingen volgens de uitvinding kunnen worden bereid door N-alkylering van het anion van het geschikte secundaire 2-halogeenaceetanilide met een alkyleringsmiddel onder 10 basische omstandigheden, zoals bijvoorbeeld in voorbeeld I.The compounds of the invention can be prepared by N-alkylating the anion of the appropriate secondary 2-haloacetanilide with an alkylating agent under basic conditions, such as, for example, in Example I.

Modificering van genoemd N-alkyleringsproces behelst de in situ bereiding van halogeenmethylalkylethers gebruikt als uitgangsmaterialen voor genoemd N-alkyleringsproces en wordt beschreven in voorbeeld II ter bereiding van andere verbindingen volgens de 15 uitvinding.Modification of said N-alkylation process involves the in situ preparation of halomethylalkyl ethers used as starting materials for said N-alkylation process and is described in Example II to prepare other compounds of the invention.

Voorbeeld IExample I

Dit voorbeeld beschrijft de bereiding van N-(ethoxymethyl) 2’-trif luormethyl 6’-methyl 2-chlooraceetanilide.This example describes the preparation of N- (ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide.

Men mengt U,02 g (0,016 mol) 2-’-trifluormethyl 2(/ é’-methyl 2-chlooraceetanilide, 3,02 g (0,032 mol) chloormethyl ethylether en 2,0 g benzyl triethylammoniumbromide (fase overdracht skatalysator) in 75 ml methyleenchloride in een rondkolf van 500 ml, die voorzien is van een mechanische roerder en thermometer. Men voegt ineens 15 ml 50 %'s natriumhydroxyde toe onder 25 hevig roeren waardoor de temperatuur stijgt tot 26°C. Na ongeveer 5 min. geeft gaschromatografie aan dat de reaktie voltooid is.0.02 g (0.016 mol) of 2 -'-trifluoromethyl 2 (½-methyl 2-chloroacetanilide), 3.02 g (0.032 mol) of chloromethyl ethyl ether and 2.0 g of benzyl triethyl ammonium bromide (phase transfer catalyst) are mixed in 75 ml of methylene chloride in a 500 ml round flask equipped with a mechanical stirrer and thermometer 15 ml of 50% sodium hydroxide are suddenly added with vigorous stirring, causing the temperature to rise to 26 [deg.] C. After about 5 minutes, gas chromatography indicates that the reaction is complete.

Na 15 min. voegt men ijs en water toe, scheidt de lagen en wast de organische laag met 2,5 #’s natriumchloride, droogt, filtreert en destillèert af, Het donkergekleurde residu wordt 30 gedestilleerd op een kogelbuis (’'Kugelrohr") en 3,¼ g van een gele oliefraktie, die kookt bij 110—115°C bij 0,1 mm kwikdruk, wordt verzameld. Men neemt deze fraktie op in cyclohexaan en zuivert door HPLC onder toepassing van 20 $'s ethylacetaat in cyclohexaan. Verdere destillatie van piekfraktie door Kugelrohr 35 levert 3,2 g (65 %) kleurloze olie met kookpunt 100-110°C bij 8101326 - » - 9 - Θ,1 mm kwik. Bij staan kristalliseert een witte vaste stof uit met smeltpunt 1*1-1*3°C.After 15 min, ice and water are added, the layers are separated and the organic layer is washed with 2.5% sodium chloride, dried, filtered and distilled off. The dark colored residue is distilled on a ball tube ("Kugelrohr") and 3.5 g of a yellow oil fraction boiling at 110-115 ° C at 0.1 mm of mercury is collected This fraction is taken up in cyclohexane and purified by HPLC using 20% ethyl acetate in cyclohexane. Further distillation of peak fraction by Kugelrohr 35 yields 3.2 g (65%) colorless oil, boiling point 100-110 ° C at 8101326 - 9 - -, 1 mm of mercury. On standing, a white solid crystallizes with melting point 1 * 1-1 * 3 ° C.

Analyse voor C^H^CIP^NO^ {%) Element Theorie gevonden C 50,1*1 50,02 5 H U,88 U,81 N U,52 1*,38Analysis for C ^ H ^ CIP ^ NO ^ {%) Element Theory Found C 50.1 * 1 50.02 5 H U, 88 U, 81 N U, 52 1 *, 38

Voorbeeld IIExample II

Dit voorbeeld illustreert het gebruik van een verbeterd alternatief proces, volgens welke de verbindingen 10 volgens de uitvinding kunnen worden bereid. Een kenmerk van de werkwijze van dit voorbeeld is de in situ vorming van het alkylerings-middel, waardoor een meer efficiënte, ekonomische en eenvoudige bewerking wordt verkregen.This example illustrates the use of an improved alternative process, according to which the compounds 10 of the invention can be prepared. A feature of the process of this example is the in situ formation of the alkylating agent, whereby a more efficient, economical and simple operation is obtained.

Men koelt een brij van 7,3 g (0,096 mol) ethyleen-15 glycol monomethylether en 1,1*1* g (o,OU8 mol) paraformaldehyde in 100 ml methyleenchloride oplosmiddel in een jjswaterbad en voegt 5,9 g (0,01*8 mol) acetylbromide toe. Na roeren gedurende ongeveer 1*5 min.voegt men 1*,03 g (0,016 mol) 2’-trifluormethyl 6’-methyl 2-chlooraceetanilide en 2,0 g benzyltriethylammonium-20 chloride toe. Men voegt ineens 50 ml 50 Ji's NaOH toe. Gas- chromatografie geeft aan dat de reaktie volledig is na ongeveer 5 min. Men voegt ijs en water toe aan het mengsel om fasescheiding te bewerkstelligen en scheidt de organische fase dan af, droogt, filtreert af en stript. Men vacuumdestilleert het residu dan 25 in een korte pad ketel ter verkrijging van U,2 g (77 %) heldere kleurloze olie met kookpunt 150-160°C bij 0,05 mm kwik.A slurry of 7.3 g (0.096 mole) of ethylene-15 glycol monomethyl ether and 1.1 * 1 * g (0.08 mole) of paraformaldehyde in 100 ml of methylene chloride solvent in an ice-water bath is cooled and 5.9 g (0. 01 * 8 mol) of acetyl bromide. After stirring for about 1 * 5 min, 1.03 g (0.016 mol) of 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide and 2.0 g of benzyltriethylammonium-20 chloride are added. 50 ml 50 Ji's NaOH are added suddenly. Gas chromatography indicates that the reaction is complete after about 5 minutes. Ice and water are added to the mixture to effect phase separation, and then the organic phase is separated, dried, filtered and stripped. The residue is then vacuum-distilled in a short pad kettle to give 0.2 g (77%) of clear colorless oil, b.p. 150-160 ° C at 0.05 mm mercury.

Analyse voor C^H^CIP^NO^ (%) Element Theorie gevonden C 1*9,1*9 1*9,33 H 5,0l* 5,01* 30 N 1*,12 1*,08Analysis for C ^ H ^ CIP ^ NO ^ (%) Element Theory Found C 1 * 9.1 * 9 1 * 9.33 H 5.0l * 5.01 * 30 N 1 *, 12 1 *, 08

Het produkt wordt geïdentificeerd als N-(2-methoxyethoxymethyl) 2’-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide.The product is identified as N- (2-methoxyethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide.

7anneer men het N-alkyleringsproces te hoge of te lage temperaturen laat ontwikkelen, kunnen verschillende 35 onzuiverheden ontstaan bijvoorbeeld secundair anilide, overeen- 8101326 $ i v > * - 10 -When the N-alkylation process is allowed to develop at too high or too low temperatures, various impurities may arise, for example secondary anilide, corresponding to 8101326 $ i -> - 10 -

komstig imidaat, α-alkoxjramide of diketopiperazines. Dergelijke verontreinigingen kunnen worden verwijderd door wassen van de organische laag met een verdunde waterige zout of zuuroplossing bijvoorbeeld 2-3 %'s NaCl of 5 %'s HC1 5 Voorbeeld III-XIIIcoming imidate, α-alkoxramide or diketopiperazines. Such impurities can be removed by washing the organic layer with a dilute aqueous salt or acid solution, for example 2-3% NaCl or 5% HCl. Example III-XIII

Volgens nagenoeg dezelfde procedures, hoeveelheden reagentia en algemene reaktieomstandigheden als beschreven in de voorbeelden I of II maar onder vervanging van het geschikte uitgangs secundair anilide en alkyleringsmiddel ter verkrijging 10 van het eindprodukt, bereidt men andere verbindingen van de formule 1, weergegeven in de volgende tabel A: 8101326 - 11 - e J? λ, i>s νΛ Π r-,. fO ftv CO Λ] hM r* r“ J· O C\J CO Γ0 t*“ OH r~ -S’ -if 1 S-w &cucu ξνθΛθΛ ονρτ ^ «nvo- cuvo^- -^<η -*-cn o oVrf - IA J- Γ-ΙΛΛ PO 1AJ· C\-^^ R R R"^ 5) lf\ IA IA UN --T u' 60 dFollowing substantially the same procedures, amounts of reagents and general reaction conditions as described in Examples I or II, but replacing the appropriate starting secondary anilide and alkylating agent to obtain the final product, other compounds of the formula 1, shown in the following table, are prepared. A: 8101326 - 11 - e J? λ, i> s νΛ Π r- ,. fO ftv CO Λ] hM r * r “J OC \ J CO Γ0 t *“ OH r ~ -S '-if 1 Sw & cucu ξνθΛθΛ ονρτ ^ «nvo- cuvo ^ - - ^ <η - * - cn o oVrf - IA J- Γ-ΙΛΛ PO 1AJ · C \ - ^^ RRR "^ 5) lf \ IA IA UN --T u '60 d

S «. -+ rr\ m + οιΐη j-t—IA t— PO -3- -=) t— IA -4- t— IA t— O A A O OS «. - + rr \ m + οιΐη j-t — IA t— PO -3- - =) t— IA -4- t— IA t— O A A O O

£ £8¾ ^¾¾ ^¾¾ «Λ-. -i'0.-. “i'-.'ï 8 5 oJJ -«** R1*·* RM SI" SI" d 10 c < ΐ£ £ 8¾ ^ ¾¾ ^ ¾¾ «Λ-. -i'0.-. “I '-.' Ï 8 5 oYY -« ** R1 * · * RM SI "SI" d 10 c <ΐ

VV

g OWi5 OW» UW» uw» uw» uw» uw» uw» uw» r-i m u u u ü u u λ λ λ o o og OWi5 OW »YOUR» your »your» your »your» your »your» r-i m u u u ü u u λ λ λ o o o

_ Q~ o co CU LAQ ~ o CU LA

0*3 θ£ cy-p -^ςτ £2 o ίο ·Η gi §5 éi ée §3 3 £3 $3 S3 ° ï s“ s“ g“ £ g" £ £ £ £ II § > > > £ £ £ ft" ft" §5 2^ S d d ö d ö d d U d feiA 3- t- ON PO ON ON £ rn0 * 3 θ £ cy-p - ^ ςτ £ 2 o ίο · Η gi §5 éi ée §3 3 £ 3 $ 3 S3 ° ï s “s“ g “£ g” £ £ £ £ II §>>> £ £ £ ft "ft" §5 2 ^ S dd ö d ö dd U d feiA 3- t- ON PO ON ON £ rn

*d P trf jrf tcT W" W*” W W W W* d P trf jrf tcT W "W *" W W W W

& o PO 3f λ IA CU £ £ ·£ £ ö ^ o’" cT o” u“ u~ u u u u& o PO 3f λ IA CU £ £ · £ £ ö ^ o ’" cT o ”u“ u ~ u u u u

I II I

2 o-P § J> O -P -P M -P §-P M -P I M2 o-P § J> O -P -P M -P §-P M -P I M

5 3¾ 51ü dfl> k 4) 04) H 4) O (1 ‘ri O5 3¾ 51ü dfl> k 4) 04) H 4) O (1 ‘ri O

d 58 d 8 5 « o Si 0« o « mo •5*3 55 3 Ï8 3 8 58 d8 18 dS Ïd f| Si ·?δ 3δ 3δ ·ίδ 5 g s| w v wc - 5 WH - Η +3 Η "ΐ d CM H ~d 58 d 8 5 «o Si 0« o «mo • 5 * 3 55 3 Ï8 3 8 58 d8 18 dS Ïd f | Si ·? Δ 3δ 3δ · ίδ 5 g s | w v wc - 5 WH - Η +3 Η "ΐ d CM H ~

‘•'‘b λι3 sl WXJ l ,G — W W “ η Η H"B" λι3 sl WXJ l, G - W W "η Η H

* r ! If *,? ωϊ h? wv £|-* r! If * ,? ωϊ h? wv £ | -

I £8 £w dw ~w Hw h“ III £ 8 £ w dw ~ w Hw h “II

1 i! Is 11 fl II II ïl II l-f *rf i S ö 5 f* 5 8 d £ u p ?,+3 o -p o vo •P b5 e« 5?t» 6,« «« e« ?<« g« h « “ ΐτ |j u Ij Ij Ij v Ij &S3 I" I's &h* Ih« Ιπβ 1h| |nf In1 i! Is 11 fl II II ïl II lf * rf i S ö 5 f * 5 8 d £ up?, + 3 o -po vo • P b5 e «5? T» 6, «« «e«? <«G« h «“ ΐτ | ju Ij Ij Ij v Ij & S3 I "I's & h * Ih« Ιπβ 1h | | nf In

51 i!3 513 513 Jt3 ii3 513 513 *U51 i! 3 513 513 Jt3 ii3 513 513 * U

ïl ïli ^13 ils *519 >!§§ ^ § 419 ^ÖSïl ïli ^ 13 ils * 519>! §§ ^ § 419 ^ ÖS

81 01 326 W i_> Μ H □ 0 4)· H Η Π sj i_t O 4) O H > ^ H d d P w d *>PCH H > > > > H ^ - 12 - 4.81 01 326 W i_> Μ H □ 0 4) · H Η Π sj i_t O 4) O H> ^ H d d P w d *> PCH H>>>> H ^ - 12 - 4.

ö 0) ιβ _ö 0) ιβ _

β VO CO O CU VO Ον -4 C— VO 00.4 COβ VO CO O CU VO Ον -4 C— VO 00.4 CO

o VDOO 00 CM OO ¢- t- r* -4 C— r- ^ f |\ f «I «I A Λ I» *» Λ ^ ft S) _4 VO -4 r- IAJ- 00 IAJ- OO LA-4o VDOO 00 CM OO ¢ - t- r * -4 C— r- ^ f | \ f «I« IA Λ I »*» Λ ^ ft S) _4 VO -4 r- IAJ- 00 IAJ- OO LA- 4

fcO LA LA LA LAFCO LA LA LA LA

Ό β ,« on cm co 4 ovtn -4 t- la j-t—la ω vo o on acm m covo «- covo »- M t, ft ft ft ft ft ft ft « ft A ft rad) -4" VO CO «- LA-4 CO LA-4- 00 LA «4Ό β, «on cm co 4 ovtn -4 t- la jt — la ω vo o on acm m covo« - covo »- M t, ft ft ft ft ft ft ft« ft A ft rad) -4 "VO CO «- LA-4 CO LA-4- 00 LA« 4

)>. ft IA LA LA LA)>. ft IA LA LA LA

OO

OO

^ t <0 § uws u«a o «a o w a^ t <0 § uws u «a o« a o w a

rHrH

HH

o d> uo d> u

o NOo NO

LA O LALA O LA

-—"* OO'rx rH C ' N- * * O rx rH C 'N

obo oiA »7 cm k 7 r: OK OO IO P fl> to . Ο * Γ0 ·* d) ·Η O ·obo oiA »7 cm k 7 r: OK OO IO P fl> to. Ο * Γ0 · * d) Η O ·

jjg LA O COO Η H OOyyg LA O COO Η H OO

. Q, B ·— —· r- —' λ; O T-w. Q, B - - - r - - 'λ; O T-w

60 Ad'S H60 Ad'S H

o £ 0)o £ 0)

> CM CM CM> CM CM CM

wr Ο Ο Ο Owr Ο Ο Ο O

d) a jg a ad) a jg a a

<; Λ CO CO , CO r CO<; CO CO CO, CO r CO

0 (x, ft, fe fc0 (x, ft, fe fc

H to « Η Η H rHH to «Η Η H rH

d) Ή Η Ο Ο Ο Od) Ή Η Ο Ο Ο O

Λ Ld »“ c\ ONΛ Ld »“ c \ ON

β ·Η B CM ,Γ· EH (¾ k W w w wβ · Η B CM, Γ · EH (¾ k W w w w

go VO -4Γ LA LAgo VO -4Γ LA LA

^ o" o'" cT cT^ o "o '" cT cT

Λ »Λ »

I O k dJ II O k dJ I

•Η Η Ο 0) I ·γΗ k Λ P o *h k• Η Η Ο 0) I γ k Λ P o * h k

ρ Ο η «8 k Pρ Ο η «8 k P

II in k P . III in k P. I

- CM ·Η Ο II “· I- CM · Η Ο II "· I

CM k O - CM CM CMCM k O - CM CM CM

Η PH CM ,Η PH CM,

Λ >v I fit Η Τ' HI> v I fit Η Τ 'H

H vC ^ O h'"*-· r-f r>H vC ^ O h '"* - · r-f r>

>»+3 CM I H 3 V >>&V> »+ 3 CM I H 3 V >> & V

60 Λ S CM r^+* ’O60 Λ S CM r ^ + * ’O

β 4^6 JO d) ·Η P d) *rfβ 4 ^ 6 JO d) Η P d) * rf

«Η d)l HH ρ I H <D I H«Η d) l HH ρ I H <D I H

-Ö Ö - fefe. dJ - *rf i - ·Η a Ρλο xiS Β vo 3 £λο g •rH £· d> Ρ P 6¾ ® W «8-Ö Ö - fefe. dJ - * rf i - · Η a Ρλο xiS Β vo 3 £ λο g • rH £ · d> Ρ P 6¾ ® W «8

fit OHtJdJd) XHPOHPfit OHtJdJd) XHPOHP

% Η SI O fe> d) Pi X. d) dJ fev ,β H R-· P= P d) O rP d) > ΕΡ·Η WVO ΟΡΟ kP ο rodJfiO dJkgeePiOJtó 0 È 3 rCHO Ρ· B k O E k% Η SI O fe> d) Pi X. d) dJ fev, β H R- · P = P d) O rP d)> ΕΡ · Η WVO ΟΡΟ kP ο rodJfiO dJkgeePiOJtó 0 È 3 rCHO Ρ · B k O E k

CO k P P >ι·Η I k O W k OCO k P P> ι · Η I k O W k O

•HOd) d> Λ H C O O Ή O O• HOd) d> Λ H C O O Ή O O

w £ d> wp*iH w 3H '-'pr-jw £ d> wp * iH w 3H '-'pr-j

1 H O IdigiH-öJH'F1 HO IdigiH-öJH'F

fednci a e 3 a^no a<ko 1 8101326 Ό k Η H ' O d) * Η H > O d) O Η Η H t>fednci a e 3 a ^ no a <ko 1 8101326 Ό k Η H 'O d) * Η H> O d) O Η Η H t>

> H fi X X X X> H fi X X X X

- 13 -- 13 -

De secundaire anilide uitgangsmaterialen gebruikt in de bovengenoemde voorbeelden ter bereiding van de verbindingen volgens de uitvinding, worden geschikt bereid door conventionele chlooracetylering van het geschikte primaire 5 amine zoals in het volgende voorbeeld XIV.The secondary anilide starting materials used in the above examples to prepare the compounds of the invention are conveniently prepared by conventional chloroacetylation of the appropriate primary amine as in the following Example XIV.

Voorbeeld XIVExample XIV

Dit voorbeeld illustreert de bereiding van het secundaire anilide uitgangsmateriaal ter bereiding van de verbinding van de formule 13.This example illustrates the preparation of the secondary anilide starting material to prepare the compound of formula 13.

10 Men lost 6,0 g (0,0317¼ mol) 2-trifluormethyl 6- ethylaniline op in 75 ml tolueen en voegt er voorzichtig 3,77 g (0,033 mol) chlooracetylchloride aan toe. Men brengt de verkregen brij op de terugvloeitemperatuur en houdt hierop gedurende b uur. Daarna verdunt men het mengsel met een gelijk 15 volume hexaan en laat het mengsel staan. Het produkt kristalliseert uit en de verkregen vaste stof filtreert men af en droogt aan de lucht ter verkrijging van 5*8 g (69 %); het filtraat destilleert men af en verkrijgt nog 2,7 g witte vaste stof met smpt. 121-12U°C (afgesloten buis).6.0 g (0.0317¼ mol) of 2-trifluoromethyl 6-ethylaniline are dissolved in 75 ml of toluene and 3.77 g (0.033 mol) of chloroacetyl chloride are carefully added to it. The resulting slurry is brought to the reflux temperature and held for one hour. The mixture is then diluted with an equal volume of hexane and the mixture is allowed to stand. The product crystallizes out and the resulting solid is filtered off and air dried to give 5 * 8 g (69%); the filtrate is distilled off and 2.7 g of white solid with mp are obtained. 121-12U ° C (sealed tube).

20 Analyse voor Ο^Η^ΟΙΡ^ΝΟ (%) Element Theorie gevonden C U9,73 1*9,36 H 1*,17 1*,09 N 5,27 5,3320 Analysis for Ο ^ Η ^ ΟΙΡ ^ ΝΟ (%) Element Theory found C U9.73 1 * 9.36 H 1 *, 17 1 *, 09 N 5.27 5.33

Het produkt wordt geïdentificeerd als 2,-trifluormethyl 6'-25 ethyl 2-chlooraceetanilide.The product is identified as 2-trifluoromethyl 6'-25 ethyl 2-chloroacetanilide.

Primaire amines van het type gebruikt ter bereiding van secundaire anilides door halogeenacetylering zoals hierboven beschreven zijn bekend in de literatuur, zie bijvoorbeeld het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift 3 966 811 30 en Brits octrooischrift 2.013.183.Primary amines of the type used to prepare secondary anilides by haloacetylation as described above are known in the literature, see, for example, U.S. Pat. No. 3,966,811,30 and British Pat. No. 2,013,183 mentioned above.

Zoals boven vermeld zijn de verbindingen volgens de uitvinding gebleken effektief te zijn als herbicides, in het bijzonder als voorontkiemingsherbicides, hoewel ook naontkiemings-aktiviteit wordt getoond. De voorontkiemingsproeven, omvatten 35 zowel broeikas als veldproeven. Bij de broeikasproeven wordt het herbicide zowel aangebracht op het oppervlak na planten van de 81 01 326 - 1¾ - zaden of vegetatieve voortplantingsdelen of opgenomen in een hoeveelheid grond die wordt aangehracht als een deklaag over de proefzaden in voorgezaaide proefbakken. Bij de veldproeven kan het herbicide worden aangebracht voor opname van de plant 5 in de grond ("PPI") dat wil zeggen het herbicide wordt aange bracht op het oppervlak van de grond, daarna erin opgenomen door mengorganen gevolgd door planten van de gewaszaden, of het herbicide kan worden aangebracht op het oppervlak ("SA") nadat het gewaszaad is geplant.As mentioned above, the compounds of the invention have been found to be effective as herbicides, especially as pre-germination herbicides, although post-germination activity is also shown. The pre-germination tests included both greenhouse and field tests. In the greenhouse tests, the herbicide is applied both to the surface after planting the 81 01 326 - 1¾ seeds or vegetative propagation parts or to be incorporated in an amount of soil which is applied as a coating over the test seeds in pre-sown test pots. In the field trials, the herbicide may be applied to incorporate the plant 5 into the soil ("PPI"), i.e. the herbicide is applied to the surface of the soil, then incorporated therein by mixing means followed by planting the crop seeds, or the herbicide can be applied to the surface ("SA") after the crop seed has been planted.

10 De oppervlakte aanbrengings ("SA") proefmethode gebruikt in de kas wordt als volgt uitgevoerd: Bakken bijv. aluminiumbakken van 2U,13 x 13,3^ x 6,99 cm of plastic bakken van 9,53 x 9»53 x 7»62 cm met lekgaten in de bodem worden tot de nok toe gevuld met slik leemgrond volgens Ray en daarna samengestampt 15 tot een niveau van 1,27 cm vanaf de bovenkant van de bakken.The surface application ("SA") test method used in the greenhouse is carried out as follows: Bins eg aluminum bins of 2U, 13 x 13.3 ^ x 6.99 cm or plastic bins of 9.53 x 9 »53 x 7 »62 cm with drip holes in the bottom are filled to the ridge with Ray silt loam soil and then compacted 15 to a level of 1.27 cm from the top of the bins.

De bakken worden dan bezaaid met de te beproeven planten, bedekt met een 1,25 cm dikke laag van de proefgronden. Het herbicide wordt dan op het oppervlak van de grond aangebracht, bijvoorbeeld met een bandsproeier in een hoeveelheid van 187 1 per ha onder een 20 druk van 0,2 MPa. Elke bak krijgt 0,6H cm water als bovenirrigatie en de bakken worden dan geplaatst op kasbanken voor latere irrigatie van onder naar gelang nodig is. Als alternatieve methode kan de irrigatie van bovenaf worden weggelaten. Er wordt gekeken naar de herbicide effekten ongeveer 3 weken na de . i 25 behandeling.The trays are then seeded with the plants to be tested, covered with a 1.25 cm thick layer of the test soils. The herbicide is then applied to the surface of the soil, for example with a belt sprayer in an amount of 187 l per ha under a pressure of 0.2 MPa. Each tray receives 0.6H cm of water as the top irrigation and the trays are then placed on greenhouse banks for subsequent bottom irrigation as needed. As an alternative method, the irrigation from above can be omitted. The herbicidal effects are considered approximately 3 weeks after the. i 25 treatment.

De herbicide behandeling door opname in de grond (Si) gebruikt bij de proeven in de kassen, is als volgt:The herbicidal treatment by incorporation into the soil (Si) used in the tests in the greenhouses is as follows:

Men brengt een goede soort bovengrond in aluminiumpannen en drukt samen tot een diepte van 0,95-1,25 cm 3j6 vanaf de bovenkant van de pan. Bovenop de grond brengt men een aantal zaden of vegetatieve voortplantingsdelen van verschillende plantensoorten. De grond nodig om de pannen geheel te vullen na het zaaien of toevoegen van de vegetatieve plantendelen wordt in een pan afgewogen. Men mengt de grond en een bekende hoeveel-35 heid van de aktieve ingredient, die wordt aangebracht in een 8101326 - 15 - oplosmiddel of als een bevochtigbare poedersuspensie, grondig en gebruikt om de voorbereide pannen te bedekken. Wa behandeling geeft men de pannen een aanvankelijke irrigatie van water van bovenaf, equivalent aan 0,6b cm regenval, en bevochtigt dan door sübirrigatie naar behoefte ter verkrijging van een geschikt vochtgehalte voor ontkieming in groei. Anderzijds kan men de irrigatie van bovenaf weglaten. Men doet waarnemingen ongeveer 2-3 weken na het zaaien en behandelen.A good type of topsoil is placed in aluminum pans and compressed to a depth of 0.95-1.25 cm 3j6 from the top of the pan. On top of the soil one brings a number of seeds or vegetative reproductive parts of different plant species. The soil needed to fill the pans completely after sowing or adding the vegetative plant parts is weighed in a pan. The soil and a known amount of the active ingredient, which is applied in an 8101326-15 solvent or as a wettable powder suspension, are thoroughly mixed and used to cover the prepared pans. When treated, the pans are given an initial irrigation of water from above, equivalent to 0.6bcm of rainfall, and then wetted by irrigation as needed to obtain a suitable moisture content for germination in growth. On the other hand, irrigation from above can be omitted. Observations are made approximately 2-3 weeks after sowing and treatment.

De tabellen B en C geven de resultaten weer van proeven uitgevoerd óm de voorontkiemings herbicide aktiviteit te bepalen van de verbindingen volgens de uitvinding. Bij deze proeven wordt het herbicide toegepast door opname in de grond en door slechts van onder af water toe te voegen. De herbicide waardering wordt verkregen door middel van een vaste schaal op basis van het percentage beschadiging van elke plantensoort.Tables B and C show the results of tests conducted to determine the pre-germination herbicidal activity of the compounds of the invention. In these tests, the herbicide is applied by incorporation into the soil and by adding water only from below. The herbicide rating is obtained using a fixed scale based on the percentage damage of each plant species.

De waarderingsschaal is als volgt: % Bestrijding Waardering 0-2k 0 25-b9 1 50-7b 2 75-100 3 , onbepaald 5The rating scale is as follows:% Combat Rating 0-2k 0 25-b9 1 50-7b 2 75-100 3, indefinite 5

De plantensoort die men gebruikt bij het ene stel proeven, waarvan de gegeven worden getoond in tabel B, worden geïdentificeerd door letters volgens de volgende tabel: A Canada distel E Kattestaart I aleppogierst £ IQis F Duizendknoop J zachte dravik C malve G gele noot zegge H hanepoot D Dagbloem H ^eras 8101326 - 16 -The plant species used in one set of experiments, the data of which are shown in Table B, are identified by letters according to the following table: A Canada Thistle E Loosestrife I Aleppo Millet £ IQis F Knotweed J Gentle Swab C Mallow G Yellow Nut Sedge H hanepoot D Dayflower H ^ eras 8101326 - 16 -

Tabel B voorontkiemend verbinding plmteeoort van voorbeeld kg/ha ABCDEFGHIJK- I 11,2 53333 3 33333 5.6 52233333333 II 11,2 21132233333 5.6 32132302233 III 11,2 31233333233 5.6 20233233133 IV 11,2 53233333333 5.6 52123333333 V 11,2 53233333333 5.6 500333 33133 VI 11,2 52133333333 5.6 5 2 0 1 3 3 3 3 3 3 3 VII 11,2 3 1 2 2 3 0 2 3 1 3 3 5.6 10 113 0 13 13 3 VIII 11,2 32023333333 5.6 3 1 0 3 3 3 3 3 2 3 3 IX 11,2 32233333333 5.6 32123333133 X 11,2 3 2 1 3 3 3 3 3 3 3 3 5.6 3 1 1 2 3 3 3 3 0 3 3 XI 11,2 31133333033 5.6 3 1 1 2 3 3 1 3 1 3 3 XII 11,2 32023333033 5.6 31021233333 XIII 11,2 32233333333 5.6 32233333233Table B pre-germinating compound pltteoort of example kg / ha ABCDEFGHIJK- I 11.2 53333 3 33333 5.6 52233333333 II 11.2 21132233333 5.6 32132302233 III 11.2 31233333233 5.6 20233233133 IV 11.2 53233333333 5.6 52123333333 3333 532 532333333 VI 11.2 52133333333 5.6 5 2 0 1 3 3 3 3 3 3 3 VII 11.2 3 1 2 2 3 0 2 3 1 3 3 5.6 10 113 0 13 13 3 VIII 11.2 32023333333 5.6 3 1 0 3 3 3 3 3 2 3 3 IX 11.2 32233333333 5.6 32123333133 X 11.2 3 2 1 3 3 3 3 3 3 3 3 5.6 3 1 1 2 3 3 3 3 0 3 3 XI 11.2 31133333033 5.6 3 1 1 2 3 3 1 3 1 3 3 XII 11.2 32023333033 5.6 31021233333 XIII 11.2 32233333333 5.6 32233333233

De verbindingen worden verder beproef door toepassing van de bovengenoemde procedure op de volgende plantensoorten: L sojaboon Q wilde boekweit J zachte dravik M suikerbiet D dagbloem S handj esgras N tarwe R hennep K hanepoot 0 rijst E kattestaart T bloedgierst P gierst p duizendknoop B klis C malveThe compounds are further tested by applying the above-mentioned procedure to the following plant species: L soybean Q wild buckwheat J soft carrot M sugar beet D day flour S hand grass es wheat N hemp K hand leg 0 rice E loosestrife P millet P millipede B burdock C mallow

De resultaten zijn weergegeven in tabel C: 81013 2 6 - 17 -The results are shown in Table C: 81013 2 6 - 17 -

Tabel CTable C

Voorontkiemend verbinding van voor-Pre-germinating connection of front

beeld _kg/ha L Μ N 0 P B Q D R E F C J S K Timage _kg / ha L Μ N 0 P B Q D R E F C J S K T

I 5,6 1233303333323333 1.12 01 1 2 301223203333 0,28 0102101033302333 0,056 000000001 1 100223 0,0112 0000000001100122 II 5,6 1323312333303335 1.12 032320131 2203335 0,28 0201 1001 1 1003335 0,056 0100000000001 135 0,0112 000000000000001 5 III 5,6 0333313333313333 1.12 0113310313003333 0,28 OOO220OOO3OOI 333 0,056 0001 000002300333 0,0112 0000000001000333 0,0056 00000000030001 01 IV 5,6 2333323333313333 1.12 1323313233313333 0,28 0122101013302333 0,056 0111221021100223 0,0112 0100000001000333 V 5,6 1233313333313333 1.12 0223302023303333 0,28 0213322323303333 0,056 0101212013102333 0,0112 010001 1003101233 VI 5,6 1333323333313333 1.12 0103313313303333 0,28 0202222133303333 0,056 0201212223102333 0,0112 0201022223101 133 VII 5,6 0322302223003333 1.12 0100101002000233 0,28 0000001200000223 0,056 0101000003200023 VIII 5,6 2333323333313333 1.12 1233302013303333 0,28 0121202021 102333 0,056 0011100001101333 0,0112 1000010010001023 8101326 - 18 -I 5.6 1233303333323333 1.12 01 1 2 301223203333 0.28 0102101033302333 0.056 000000001 1 100223 0.0112 0000000001100122 II 5.6 1323312333303335 1.12 032320131 2203335 0.28 0201 1001 1 1003335 0.056 0100000000001 135 0.0112 000000 0113310313003333 OOO220OOO3OOI 1.12 0.28 0.056 0001 333 000 002 300 333 0.0112 0.0056 00000000030001 0000000001000333 2333323333313333 01 IV 5.6 1.12 0.28 1323313233313333 0122101013302333 0111221021100223 0.056 0.0112 0100000001000333 1233313333313333 V 5.6 1.12 0.28 0223302023303333 0213322323303333 0101212013102333 0 0.056 , 0112 010001 1003101233 VI 5.6 12.1 1333323333313333 0103313313303333 0202222133303333 0.28 0.056 0.0112 0201212223102333 0322302223003333 0201022223101 133 VII 5.6 1.12 0.28 0100101002000233 0000001200000223 0101000003200023 0.056 1.12 VIII 5.6 2333323333313333 1233302013303333 0011100001101333 0 0.056 0.28 0121202021 102333 , 0112 1000010010001023 8101326 - 18 -

Tabel C (vervolg)Table C (continued)

VoorontkiemendPre-germinating

verbinding van voorbeeld_kg/ha LMNOPBQ DREFCJSKTconnection of example_kg / ha LMNOPBQ DREFCJSKT

IX 5,6 2233323332313333 1.12 12331 13122203333 0,28 1223201121103333 0,056 000000000210233 3 0,0112 0000000000000033 X 5,6 3333323333303333 1.12 1233303322303333 0,28 0222201023203333 0,056 010100001 0000333 0,0112 000000000 00001 23 XI 5,6 0333313333313335 1.12 03131 1 121220333 5 0,28 0 21210001 1 103335 0,056 OIOOOOOO5OOOI235 0,0112 0100000000000135 XII 5,6 1223312202103333 1.12 1212302212203333 0,28 010100100100123 2 0,056 Ο5ΟΟΟΟ5ΟΟΟΟΟΟΟ2Ο XIII 5,6 2333323333323333 1.12 1233302232303333 0,28 2233101031303333 0,056 01 1 1001000002333 0,0112 000000001 5500022IX 5.6 2233323332313333 1.12 12331 13122203333 0.28 1223201121103333 0.056 000000000210233 3 0.0112 0000000000000033 X 5,6 3333323333303333 1.12 1233303322303313 0.28 0222201023203333 0.056 010100001 0000333 0.0001 .28 0 21210001 1 103335 0.056 OIOOOOOO5OOOI235 0.0112 0100000000000135 XII 5.6 1223312202103333 1.12 1212302212203333 0.28 010100100100123 2 0.056 Ο5ΟΟΟΟ5ΟΟΟΟΟΟΟ2Ο XIII 5.6 2333323333323333 1.12 123330223230

De herbicides volgens de uitvinding zijn gebleken onverwacht superieure eigenschappen te bezitten als voorontkiemings-herbicides, zeer in het bijzonder bij de selectieve bestrijding van de moeilijk te vernietigen meerjarige en eenjarige onkruiden, waaronder dergelijke meerjarigen als kweekgras, gele en paarse nootzegges, eenjarige breedbladige onkruiden zoals prikneus, sesbania hennep, duizendknoop, kattestaart, melganzevoet en eenjarige grassen zoals brosriet,kortsteel, aleppogierst, Texas handjesgras, wilde pseudo gierst, rode rijst, jeukgras (Raoulgras, Rottboellia exaltata), vossestaarten bijv. groene, gele en reuze, hanepoot en groot kweekgras. Onkruid stand reductie is ook verkregen bij andere resistente soorten zoals Ambrosia, malve, dagbloem, klis, postelein enz.The herbicides according to the invention have unexpectedly been found to have superior properties as pre-germinating herbicides, particularly in the selective control of difficult to destroy perennial and annual weeds, including such perennials as cultivated grass, yellow and purple nut sedges, annual broadleaf weeds such as lamprey, sesbania hemp, knotweed, loosestrife, melgan foot and annual grasses such as brittle reed, short stem, aleppo millet, Texas hand grass, wild pseudo millet, red rice, itch grass (Raoul grass, Rottboellia exaltata), foxtails eg green, yellow and giant cultivated grass. Weed stance reduction has also been obtained from other resistant species such as Ambrosia, mallow, day flower, burdock, purslane, etc.

8101 326 - 19 -8101 326 - 19 -

Selectieve regeling en toegenomen onderdrukking van de bovengenoemde onkruiden met de herbicides volgens de uitvinding werd gevonden bij een aantal gewassen waaronder van bijzonder belang» mais en sojabonen, maar andere zoals katoen, 5 pinda, raap, bruine boon, tarwe en gierst ook. De laatstgenoemde twee gewassen zijn echter gewoonlijk minder tolerant voor de uitvindingsherbicides dan de andere genoemde gewassen. Dergelijke gereduceerde tolerantie kan worden verbeterd door gebruik van Beveiligingsmiddelen, dat wil zeggen herbicide antidoterings-10 middelen.Selective control and increased suppression of the above weeds with the herbicides of the invention have been found in a number of crops including corn and soybeans of particular interest, but others such as cotton, peanut, turnip, brown bean, wheat and millet as well. However, the latter two crops are usually less tolerant of the inventive herbicides than the other mentioned crops. Such reduced tolerance can be improved by using Safeguards, ie herbicidal antidotes.

Bij de bespreking in de tabellen, die nu volgen, wordt gerefereerd aan herbicide toepassingshoeveelheden gesymboliseerd door "GR^" en "GRq^''. Deze hoeveelheden worden weergegeven in kg/ha. GR^ definieert de maximumhoeveelheid herbicide vereist 15 om 15 % of minder gewasbeschadiging op te lopen en GRg^ definieert de minimumhoeveelheid vereist om 85 % inhibitie van onkruiden te verkrijgen. De GR^ en GRg^ hoeveelheden worden gebruikt als een maat van potentieel, commercieel gedrag, waarbij het natuurlijk duidelijk zal zijn dat geschikte commerciële herbicides meer of 20 minder grote plantbeschadigingen kunnen vertonen binnen redelijke grenzen.The discussion in the tables which follow now refers to herbicidal application amounts symbolized by "GR ^" and "GRq ^". These amounts are expressed in kg / ha. GR ^ defines the maximum amount of herbicide required 15 to 15% or less crop damage and GRg ^ defines the minimum amount required to achieve 85% weed inhibition The GR ^ and GRg ^ amounts are used as a measure of potential commercial behavior, it being understood that suitable commercial herbicides will be more or 20 less severe plant damage within reasonable limits.

Een verdere leidraad voor de effektivitéit van een chemische stof als een selectief herbicide is de "selectivi-teitsfaktor" (SF”) voor een herbicide bij bepaalde gewassen en 25 onkruiden. De selectiviteitsfaktor is een maat voor de relatieve graad van gewasveiligheid en onkruidbeschadiging en wordt uitgedrukt in de GR^/GRg^ verhouding dat wil zeggen de GR^ hoeveelheid voor het gewas gedeeld door de GRg^ hoeveelheid voor het onkruid, beide in kg/ha, In de volgende tabellen worden de 30 selectiviteitsfaktoren getoond (achter de GRg,. hoeveelheid voor elk onkruid. Het symbool "NS" betekent niet-selectief. Marginale of onbepaalde selectiviteit wordt aangeduid door een plat streepje.A further guideline for the effectiveness of a chemical as a selective herbicide is the "selectivity factor" (SF ”) for a herbicide in certain crops and weeds. The selectivity factor is a measure of the relative degree of crop safety and weed damage and is expressed in the GR ^ / GRg ^ ratio, i.e. the GR ^ quantity for the crop divided by the GRg ^ quantity for the weeds, both in kg / ha, The following tables show the 30 selectivity factors (behind the GRg, amount for each weed. The symbol "NS" means non-selective. Marginal or indeterminate selectivity is indicated by a dash.

Daar de tolerantie voor het gewas en de bestrijding van het onkruid verband houden met elkaar, is een korte 35 bespreking van dit verband in termen van selectiviteitsfaktoren 8101326 - 20 - betekenisvol. In het algemeen is het gewenst dat gewasveiligheids-faktoren, dat wil zeggen herbicide tolerantiewaarden hoog zijn, daar vaak hogere concentraties aan herbicide gewenst zijn om de een of andere reden. Omgekeerd is het gewenst dat orikruidbestrij-5 dingshoeveelheden klein zijn, dat wil zeggen dat het herbicide een grote aktiviteit heeft per eenheid om ekonomische en mogelijke ecologische redenen. Kleine aanbrengingshoeveelheden van een herbicide kunnen echter niet geschikt zijn om bepaalde onkruiden te bestrijden en een grotere hoeveelheid kan vereist zijn. De 10 beste herbicides zijn daarom die, welke het grootste aantal onkruiden bestrijden met de geringste hoeveelheid herbicide en voorzien in de grootste mate van gewasbeveiliging, dat wil zeggen gewastolerantie. Daarom wordt gebruik gemaakt van selectiviteits-faktoren (zoals boven gedefinieerd) om het verband tussen de 15 gewasbeveiliging en onkruidbestrijding te quantificeren. Met betrekking tot de in de tabellen opgenomen selectiviteitsfaktoren wordt opgemerkt dat des te hoger de nummerieke waarde is des te groter de selectiviteit van het herbicide voor onkruidbestrijding bij een bepaald gewas.Since crop tolerance and weed control are related, a brief discussion of this relationship in terms of selectivity factors 8101326-20 is significant. In general, it is desirable that crop safety factors, i.e., herbicide tolerance values, be high, since higher concentrations of herbicide are often desired for some reason. Conversely, it is desirable for herbicide levels to be small, that is, the herbicide has a high activity per unit for economic and potential environmental reasons. However, small application amounts of a herbicide may not be suitable to control certain weeds and a larger amount may be required. The top 10 herbicides are therefore those that control the greatest number of weeds with the least amount of herbicide and provide the greatest degree of crop protection, i.e. crop tolerance. Therefore, selectivity factors (as defined above) are used to quantify the relationship between crop protection and weed control. With regard to the selectivity factors listed in the tables, it is noted that the higher the numerical value, the greater the selectivity of the herbicide for weed control in a given crop.

20 Om de onverwacht superieure eigenschappen van de verbindingen volgens de uitvinding te illustreren zowel op een absolute basis als op een relatieve basis, worden vergelijkings-proeven gedaan in de kas met bekende verbindingen die het meest nauw verwant zijn in chemische struktuur met de verbindingen 25 volgens de uitvinding. Deze bekende verbindingen worden als volgt geïdentificeerd (onder toepassing van dezelfde nomenclatuur als voor de verbindingen volgens de uitvinding): A. N-(methoxyethyl) 2'-trifluormethyl 2-chlooraceetanilide.To illustrate the unexpectedly superior properties of the compounds of the invention both on an absolute basis and on a relative basis, greenhouse tests are conducted with known compounds most closely related in chemical structure to the compounds of the invention. the invention. These known compounds are identified as follows (using the same nomenclature as for the compounds of the invention): A. N- (methoxyethyl) 2'-trifluoromethyl 2-chloroacetanilide.

30 B. N-(ethoxyethyl) 2’-trifluormethyl 2- chlooraceetanilide.B. N- (ethoxyethyl) 2'-trifluoromethyl-2-chloroacetanilide.

In de tabellen D en E worden voorontkiemings-herbicide aktiviteit gegevens getoond waarbij de relatieve doelmatigheid van de verbindingen volgens de uitvinding en de genoemde 35 bekende verbindingen worden vergeleken als selectieve herbicides 81013 2 6 - 21 - tegen de resistente en moeilijk te bestrijden meerjarige onkruiden kveekgrad en gele nootzegge bij sojaboon resp. mais. Deze onkruiden worden gewoonlijk in verband gebracht met dergelijke hoofdgewassen als mais en sojaboon. De proefgegevens in de tabellen D en 5 E zijn verkregen onder identieke omstandigheden en stellen het gemiddelde voor van twee replicaatproeven (uitgezonderd voor de verbinding van voorbeeld XIII die aanwezig is bij één vergelijkings-proef). De proefprocedure is dezelfde afe beschreven voor de tabellen B en C, maar gemodificeerd door de toepassing van een 10 begin irrigatie van bovenaf equivalent met 0,64 cm regenval.Tables D and E show pre-germinating herbicidal activity data comparing the relative efficacy of the compounds of the invention and said known compounds as selective herbicides 81013 2 6 - 21 - against the resistant and difficult to control perennial weed graft and yellow nut sedge with soybean resp. maize. These weeds are usually associated with such main crops as corn and soybean. The test data in Tables D and 5E were obtained under identical conditions and represent the average of two replicate tests (except for the compound of Example XIII present in one comparison test). The test procedure is the same as described for Tables B and C, but modified using an initial overhead irrigation equivalent to 0.64 cm of rainfall.

De bewatering hierna geschiedt door subirrigatie. NS betekent niet-selectief binnen de proef grenzen.The watering after this is done by sub-irrigation. NS means non-selective within the test limits.

Tabel DTable D

gr15 gr85 15 (kg/ha) (kg/ha)_ verbinding sojaboon kweekgras gele nootzegge A’ >2,24 >2,39(NS) 1,13(1,98) B 1,95 0,61(3,21) 0,44(4,45)gr15 gr85 15 (kg / ha) (kg / ha) _ compound soybean cultivated grass yellow nut sedge A '> 2.24> 2.39 (NS) 1.13 (1.98) B 1.95 0.61 (3, 21) 0.44 (4.45)

Vb. I 2,67 0,17(15,6) 0,17(15,6) 20 Vb. III 1,68 0,27 (6,22) 0,19 (8,84)Ex. I 2.67 0.17 (15.6) 0.17 (15.6) 20 Vb. III 1.68 0.27 (6.22) 0.19 (8.84)

Vb. IV 1,12 0,13 (8,62) 0,17 (6,59)Ex. IV 1.12 0.13 (8.62) 0.17 (6.59)

Vb. V 1,46 0,26 (5,62) 0,26 (5,62)Ex. V 1.46 0.26 (5.62) 0.26 (5.62)

Vb. XIII 2,13 0,20 (10,65) 0,17 (12,53)Ex. XIII 2.13 0.20 (10.65) 0.17 (12.53)

Uit deze tabel blijkt, dat elke verbinding vol-25 gens de uitvinding veel hogere selectiviteitsfaktoren (waarden tussen haakjes) vertoont tegen zowel kweekgras als gele nootzegge bij sojabonen dan de bekende verbindingen. Meer in het bijzonder wordt opgemerkt, dat de eenheidsaktiviteiten (relatieve planten-giftigheid per eenheid van herbicide) van de verbindingen vdfeens 30 de uitvinding opmerkelijk hoger zijn tegenover kweekgras en gele nootzegge dan die van de bekende verbindingen, terwijl de gewasbeveiliging wordt gehandhaafd. In het bijzonder verdienen de aandacht de buitengewoon hoge selectiviteitsfaktoren van de verbindingen van de voorbeelden I en XIII.From this table it appears that each compound according to the invention exhibits much higher selectivity factors (values in brackets) against both cultivated grass and yellow nut sedge in soybeans than the known compounds. More specifically, it is noted that the unit activities (relative plant toxicity per unit of herbicide) of the compounds of the invention are markedly higher over cultivated grass and yellow nut sedge than those of the known compounds, while maintaining crop protection. Particular attention should be paid to the extraordinarily high selectivity factors of the compounds of Examples I and XIII.

35 Verdere vergelgkingsgegevens die de relatieve 8101326 -22.- doelmatigheid tonen van de verbindingen volgens de uitvinding ten opzichte van de bekende verbindingen tegenover kweekgras en gele nootzegge bij mais worden getoond in de volgende tabel E:Further comparison data showing the relative efficacy of the compounds of the invention over the known compounds versus culture grass and yellow nut sedge in maize are shown in the following Table E:

Tabel ETable E

5 GR15 GRg5 (kg/ha) _(kg/ha)_ verbinding mais kweekgras gele nootzegge A >2,2U >2,39 (NS) 1,13 (1,98) B 0,81 0,61 (1,33) 0,UU (1,8U) 10 Vb. I 0,76 0,17 (fc.Vr) 0,17 (U,U7)5 GR15 GRg5 (kg / ha) _ (kg / ha) _ compound maize cultivated grass yellow nut sedge A> 2.2U> 2.39 (NS) 1.13 (1.98) B 0.81 0.61 (1, 33) 0, UU (1.8U) 10 Ex. I 0.76 0.17 (FC VR) 0.17 (U, U7)

Vb. III 1,9H 0,27 (7,19) 0,19 (10,2)Ex. III 1.9H 0.27 (7.19) 0.19 (10.2)

Vb. IV 0,75 0,13 (5,85) 0,17 (U,*»7)Ex. IV 0.75 0.13 (5.85) 0.17 (U, * »7)

Vb. V 1,83 0,26 (7,0¼) 0,26 (7,<A)Ex. V 1.83 0.26 (7.0¼) 0.26 (7, <A)

Vb. XIII 2,2U 0,20 (11,2) 0,17 (13,18) 15 Uit deze tabel,blijkt dat elke verbinding volgens de uitvinding veel hogere selectiviteitsfactoren vertoont ten opzichte van zowel kweekgras als gele nootzegge bij mais dan de -bekende verbindingen. Weer kan worden opgemerkt dat de eenheids- aktiviteiten van de verbindingen volgens de uitvinding opmerke- 20 e lijk hoger zijn tegenover kweekgras en gele nootzegge dan die van de bekende verbindingen, terwijl de gewasbeveiliging blijft gehandhaafd. Bijzondere aandacht verdienen de grote selectiviteitsfactoren van de verbindingen van de voorbeelden III, V en XIII in het bijzonder met vergelijking tot die van de bekende ver-^ bindingen.Ex. XIII 2.2U 0.20 (11.2) 0.17 (13.18) From this table, it can be seen that each compound of the invention exhibits much higher selectivity factors to both maize grass and yellow nut sedge in maize than the known connections. Again, it can be noted that the unit activities of the compounds of the invention are markedly higher over cultivated grass and yellow nut sedge than those of the known compounds, while maintaining crop protection. Particular attention deserves the high selectivity factors of the compounds of Examples III, V and XIII, especially when compared to those of the known compounds.

Uit de vergelijkende gegevens getoond in de tabellen D en E zal het duidelijk zijn, dat de verbindingen volgens de uitvinding uitstekend hogere en onverwachts superieure herbicide doelmatigheid vertonen tegenover de herbicide resistente 30 meerjarige onkruiden kweekgras en gele nootzegge bij twee hoofdgewassen dat wil zeggen sojaboon en mais, dan de verbindingen A en B, de meest nauw verwante verbindingen, die bekend zijn.From the comparative data shown in Tables D and E, it will be apparent that the compounds of the invention exhibit excellent higher and unexpectedly superior herbicidal efficacy against the herbicide resistant perennial weeds cultivated grass and yellow nut sedge in two main crops ie soybean and corn , then compounds A and B, the most closely related compounds, which are known.

Bovendien hebben voorontkiemings herbicide gegevens van andere proeven vastgesteld dat verbindingen volgens qe de uitvinding ook selectief kweekgras, gele nootzegge en/of 81013 2 6 - 23 - andere onkruiden bestrijden bij een of meer van de gewassen katoen, aardnoot, bruine boon, tarwe, gerst en/of raap. In tabel F bijvoorbeeld worden gegevens getoond waaruit de herbicide selectiviteit blijkt van de verbindingen van de voorbeelden I en III tegen 5 kweekgras bij raap, bruine boon, gerst en tarwe. Tenzij anders vermeld behelzen kasproeven in de tabel F en in andere tabellen die volgen herbicide behandelingen door opname in de grond en een aanvankelijke bovenirrigatie gevolgd door irrigatie van onder af, zoals eerder beschreven.In addition, pre-germinating herbicidal data from other experiments determined that compounds of the invention also selectively control cultivated grass, yellow nut sedge and / or 81013 2 6 - 23 - other weeds in one or more of the washed cotton, groundnut, brown bean, wheat, barley and / or turnip. For example, Table F shows data showing the herbicidal selectivity of the compounds of Examples I and III against rape, brown bean, barley, and wheat culture grass. Unless otherwise noted, greenhouse tests in Table F and in other tables that follow involve herbicidal treatments by incorporation into the soil and an initial top irrigation followed by bottom irrigation, as previously described.

10 Tabel F10 Table F

®15 ^85 _(kg/ha)_ (kg/ha)®15 ^ 85 _ (kg / ha) _ (kg / ha)

Verbinding raap snijbonen gierst tarwe kweekgrasCompound turnip green beans millet wheat cultivated grass

Vb. I 0,86 - 0,12 (7,2) 15 - 0,90 - - 0,12 (7,5) 0,2k - 0,12 (2,0) - - - 0,21 0,12 (1,8)Ex. I 0.86 - 0.12 (7.2) 15 - 0.90 - - 0.12 (7.5) 0.2k - 0.12 (2.0) - - - 0.21 0.12 ( 1.8)

Vb. III 1,9 - - - 0,28 (6,8) 2,2k - - 0,28 (8,0) 20 - - 0,8U - 0,28 (3,0) - - - 0,28 0,28 (1,0)Ex. III 1.9 - - - 0.28 (6.8) 2.2k - - 0.28 (8.0) 20 - - 0.8U - 0.28 (3.0) - - - 0.28 0 , 28 (1.0)

De verbindingen van voorbeeld I worden ook beproefd in het veld om de voorontkiemingsselectiviteit ervan te bepalen ten opzichte van vossestaartsoorten, hanepoot en witte 25 pseudogierst bij een aantal gewassen. De gegevens (die drie replicaproeven vertegenwoordigen) worden getoond in tabel V voor zowel oppervlakteaanbrenging (SA) en opname in de grond (PPI, dat wil zeggen voordat geplant is) van het herbicide. De zaden worden geplant in een fijn zaadbed van slikleem van middelmatig 30 vochtgehalte. De zaden worden geplant tot een diepte van 5,08 cm.The compounds of Example I are also tested in the field to determine their pre-germination selectivity to foxtail species, coot and white pseudo millet in a number of crops. The data (representing three replicate trials) is shown in Table V for both surface application (SA) and soil incorporation (PPI, i.e., before planting) of the herbicide. The seeds are planted in a fine seed bed of mud loam of medium moisture. The seeds are planted to a depth of 5.08 cm.

De eerste regenval (0,51 cm) trad op de dag volgend op de behandeling, de tweede van 0,6k cm de tweede dag na de behandeling, terwijl de cumulatieve regenval 22 dagen na de behandeling 57 cm bedroeg. De waarnemingen werden gedaan 6 weken na de behandeling.The first rainfall (0.51 cm) occurred the day following the treatment, the second 0.6k cm the second day after the treatment, while the cumulative rainfall 22 days after the treatment was 57 cm. The observations were made 6 weeks after the treatment.

8101326 - 2k - ®i§ m8101326 - 2k - ®i§ m

ij H Lij H L

pSd) (η η ΙΛ h 00 00 O IApSd) (η η ΙΛ h 00 00 O IA

•rttQ-rt VO CO Ch C\ CM ia CO CO• rttQ-rt VO CO Ch C \ CM ia CO CO

> P. M> P. M

Λ) AJΛ) AJ

e o on oo oo co ia on oo oe o on oo oo co ia on oo o

go \Q 0\ 0\ 0\ h On On Ogo \ Q 0 \ 0 \ 0 \ h On On O

X! ft I +> G g p o M g +» CM CM 00 CO IA o co oX! ft I +> G g p o M g + »CM CM 00 CO IA o co o

ca g P no On On On i- On On Oca g P no On On On i- On On O

0+5 0 <“ {> m o w §· g OOIAOO O O IA o k on «— -3·0 + 5 0 <“{> m o w § · g OOIAOO O O IA o k on« - -3 ·

VV

E'h o ocoocm on o t— on o cm on cm r~ on j- P r° +5 01 g oont-t- CMoncMcoE'h o ocoocm on o t— on o cm on cm r ~ on j- P r ° +5 01 g oont-t- CMoncMco

•H r- f- on IA ON ON• H r- f- on IA ON ON

bDbD

c g g oc g g o

•h+3 oonotAoncMt-CM• h + 3 oonotAoncMt-CM

43¾ >- cm cm r- on on co •Η Λ! C543¾> - cm cm r- on on co • Η Λ! C5

•H• H

Η Λ i g c ti +5 'g'^eJO o O 00 CM t— on IA coG Λ i g c ti +5 'g' ^ eJO o O 00 CM t— on IA co

E-) &?· g C CM T- f- CME-) &? · G C CM T- f- CM

g Gg G

•Γ3 O• O3 O

oo o la o on ia c— o o 03,0 «— CM -4 g +3 (Q g ·Η o g o o t- t- oont-o M e CM CM -3· X) woo o la o on ia c— o o 03.0 «- CM -4 g +3 (Q g · Η o g o o t- t- oont-o M e CM CM -3 · X) w

*g *5} O O O IA O O IA CM* g * 5} O O O IA O O IA CM

> e *- on *05 I Λ I Η Ό NO CM J· co NO CM 4 co g g *H feC IA <- CNI -ί IA i- CM 4 O ¢) {) W «n «> «* « K Λ m 1 ,0 J> ,ö ·—· O i- W J O t-f CM Jt-> e * - on * 05 I Λ I Η Ό NO CM J · co NO CM 4 co gg * H feC IA <- CNI -ί IA i- CM 4 O ¢) {) W «n«> «*« K 1 m 1, 0 J>, ö · - · O i- WJO tf CM Jt-

to I Vto I V

I G W N HI G W N H

G g bD*n> <! Ph g U G ·Η CQ Pi g ja ·η £ i I ω ηG g bD * n> <! Ph g U G · Η CQ Pi g yes · η £ i I ω η

U G GU G G

g ·Ρ ·Η ,£> !> P ^ £ 8101326 - 25 -g · Ρ · Η, £>!> P ^ £ 8101326 - 25 -

De gegevens van tabel G tonen dat in het algemeen de verbinding van de formule 1 zich beter gedraagt als een selectieve herbicide bij de aanbrenging op het oppervlak dan bij opname in de grond. Meer in het bijzonder bestreed 5 bij de oppervlakte aanbrengingsproeven het herbicide selectief de drie onkruiden inde proef bij aaribrengingshoeveelheden boven 0,58 kg per ha, onder handhaving van de gewasbeveiliging (dat vil zeggen tot maximaal ongeveer 15 % maximale beschadiging) bij veldmais en sojaboon tot maximaal U,U8 kg per ha en beveili-10 ging bij zoete mais, aardnoot en raap bij meer dan 2,2¾ kgper ha en bij katoen, gierst en bruine boon bij even onder 2,2¾ kg per ha. Bij de FPI proeven bestreed de verbinding van de formule 1 selectief de vossestaartsoorten en hanepoot bij minder dan 1,12 kg/ha, terwijl de gewasveiligheid bleef gehandhaafd bij veldmais, ^5 aardnoot en raap bij hoeveelheden tot 2,2¾ kg/ha en enigszins beneden 2,2¾ kg/ha voor sojaboon.The data in Table G show that, in general, the compound of Formula 1 behaves better as a selective herbicide when applied to the surface than when incorporated into the soil. More specifically, in the surface application tests, the herbicide selectively controlled the three weeds in the test at application rates above 0.58 kg per ha, while maintaining crop protection (that is to say up to about 15% maximum damage) in field corn and soybean up to maximum U, U8 kg per ha and protection for sweet corn, groundnut and turnip at more than 2.2¾ kg per ha and for cotton, millet and brown bean at just under 2.2¾ kg per ha. In the FPI trials, the compound of Formula 1 selectively controlled foxtail and coot at less than 1.12 kg / ha, while maintaining crop safety with field corn, groundnut and turnip at rates up to 2.2 kg / ha and slightly below 2.2¾ kg / ha for soybean.

Andere veldproefgegevens voor de verbinding van de formule 1 tonen voorontkiemingsselectieve bestrijding van andere onkruiden bij sojaboon, mais, katoen en/of aardnoot zoals 20 paarse nootzegge, reuze voesestaart, gele vossestaart, kattestaart, dagbloem, klis, malve, duizendknoop uit Pennsylvania, prikneus, postelein, bloedgierst, ganzegras, Texas handjesgras, postelselie uit Florida en/of borstelige prikneus. Het zal duidelijk zijn aan deskundigen, dat niet alle van de genoemde onkruiden selectief 25/ bestreden worden bij alle genoemde gewassen o.a. omstandigheden van klimaat, grond, vocht en/of herbicide aanbrengingswijzen. Selectiviteitsgegevens voor regeling van de bovengenoemde onkruiden bij de gewassen sojaboon, mais, katoen en aardnoot voor een aantal veldproeven op verschillende plaatsen onder verschillende 30 omstandigheden van grond, vocht enz. worden tezamen getoond in de volgende tabellen H, J, K en L. Hierin betekent "WAT" weken na de behandeling van de planten met het herbicide, aangebracht hetzij door oppervlakte aanbrenging (SA) of door opname in de grond voor het planten(PPl). De aanbrengingshoeveelheid gegevens 35 voor elke gewas/onkruidcombinatie wordt getoond in termen van GR en GR hoeveelheden (eerder gedefinieerd), waarbij de 15 85 % 8101326 -26- GR^/GRg^ verhouding de selectiviteitsfaktor SP levert. NS betekent niet-selectief en een plat streepje duidt op marginale of onbepaalde selectiviteit, bijvoorbeeld omdat de feitelijke GR^ en GRg^ hoeveelheden hoger of lager zijn dan de maximum of minimumhoeveelheden gebruikt bij de aangegeven proef. In de tabellen H, J, K en L geeft een blanco aan, dat de plantensoort niet in een bepaald proefplan zat of dat de gegevens niet zijn verkregen of minder belangrijk was dan andere gegevens, die genoemd zijn, bijvoorbeeld zijn enige 3 WAT observeringen weggelaten ten gunste van 6 WAT gegevens of 6 WAT gegevens weggelaten omdat de 3 WAT gegeven definitief waren.Other field trial data for the compound of Formula 1 show pre-germination selective control of other weeds in soybean, corn, cotton and / or groundnut such as purple nut sedge, giant food tail, yellow foxtail, loosestrife, day flower, burdock, mallow, knotweed, purslane, blood millet, goose grass, Texas hand grass, Florida postal system and / or bristly prickly nose. It will be apparent to those skilled in the art that not all of said weeds are selectively controlled in all said crops including conditions of climate, soil, moisture and / or herbicidal application methods. Selectivity data for control of the above weeds in the washed soybean, corn, cotton and groundnut for a number of field trials in different locations under different soil, moisture, etc. conditions are shown together in the following tables H, J, K and L. Herein means "WHAT" weeks after treatment of the plants with the herbicide applied either by surface application (SA) or by incorporation into the soil before planting (PP1). The application amount of data for each crop / weed combination is shown in terms of GR and GR amounts (previously defined), the 85% 8101326-26 GR / GRg ratio providing the selectivity factor SP. NS means non-selective and a flat dash indicates marginal or indeterminate selectivity, for example because the actual GR ^ and GRg ^ quantities are higher or lower than the maximum or minimum quantities used in the indicated test. In Tables H, J, K and L, a blank indicates that the plant species was not in a given pilot plan or that the data was not obtained or was less important than other data mentioned, e.g. some 3 WHAT observations have been omitted in favor of 6 WHAT data or 6 WHAT data omitted because the 3 WHAT data were final.

Tabel HTable H

verbinding gewas/onkruid aanbreng- WAT GR.-A/Rg- SFapply crop / weed connection - WHAT GR.-A / Rg-SF

combinatie ingswijze 5 ?combination method 5?

Vb. I soja/reuze SA 3 naaldaar 5 >^,H8/<1,12 (>^,0) PPI 3 5 >fc,WJ/<1,12 (>U,0) 8 >U,U8/<1,12 (>M) soja/gele SA 6 2,52/2,8 (NS) naaldaar PPI 6 1,ty<1,12 (>1,3) soja/kattestaart SA 6 2,52/2,52 (1,0) PPI 6 1,4/2,8 (NS) soja/Pennsyl- PPI .8 4,48/2,52 (1,8) vanië duizendknoopEx. I soy / giant SA 3 needle 5> ^, H8 / <1.12 (> ^, 0) PPI 3 5> fc, WJ / <1.12 (> U, 0) 8> U, U8 / <1, 12 (> M) soy / yellow SA 6 2.52 / 2.8 (NS) needle needle PPI 6 1, ty <1.12 (> 1.3) soy / loosestrife SA 6 2.52 / 2.52 (1 .0) PPI 6 1.4 / 2.8 (NS) soy / Pennsyl PPI .8 4.48 / 2.52 (1.8) vania knotweed

De gegevens van tabel H tonen dat de verbinding van voorbeeld I selectief reuze en gele naaldaar, kattestaart en duizendknoop uit Pennsylvanië bestrijdt in sojabonen van 6-8 WAT bij zowel de SA als PPI wijze van aanbrenging.The data of Table H show that the compound of Example I selectively combats giant and yellow needle pinar, loosestrife and knotweed from Pennsylvania in 6-8 watts of soybeans in both the SA and PPI modes of application.

8101 326 - 27 -8101 326 - 27 -

Tabel JTable J

verbinding gewas/onkruid aanbreng- WAT GR^/GR*,. SP combinatie ingsvij zeapply crop / weed connection - WHAT GR ^ / GR * ,. SP combination is them

Vb. I mais/reuze SA 6 4,48/0,12 (U,0) naaldaar SA 6,5 >7,84/8,4 (NS) PPI 6 4,76/1,96 (2,5) PPI 6,5 >6,72/4,48 (1,5) mais/dagbloem SA 3 >4,48/>4,48 ( - ) SA 6 >4,48/>4,48 ( - ) PPI 3 4,76/>4,43 ( - ) PPI 6 4,76/>4,48 ( - ) mais/klis SA 3 >4,48/>4,48 ( - ) SA 6 >4,48/>4,48 ( - ) PPI 3 4,76/>4,48 ( - ) PPI 6 4,76/>4,48 ( - )Ex. I maize / giant SA 6 4.48 / 0.12 (U, 0) needle needle SA 6.5> 7.84 / 8.4 (NS) PPI 6 4.76 / 1.96 (2.5) PPI 6 .5> 6.72 / 4.48 (1.5) maize / day flour SA 3> 4.48 /> 4.48 (-) SA 6> 4.48 /> 4.48 (-) PPI 3 4, 76 /> 4.43 (-) PPI 6 4.76 /> 4.48 (-) corn / burdock SA 3> 4.48 /> 4.48 (-) SA 6> 4.48 /> 4.48 (-) PPI 3 4.76 /> 4.48 (-) PPI 6 4.76 /> 4.48 (-)

De gegevens van tabel J tonen dat de verbinding van voorbeeld I selectief reuze naaldaar bestrijdt in mais van 6-6,5 WAT volgens hetzij de SA of PPI wijze van aanbrenging.The data of Table J shows that the compound of Example I selectively fights giant needle in 6-6.5 WAT corn according to either the SA or PPI mode of application.

De selectiviteit ten opzichte van dagbloem en klis is onbepaald bij de proefhoeveelheden, waar onderdrukking van deze onkruiden blijkt.The selectivity to day flower and burdock is undetermined in the test quantities, where suppression of these weeds is evident.

Tabel KTable K.

verbinding gewas/onkruid aanbreng- WAT GR^/GRe,- SFcrop / weed connection applied - WHAT GR ^ / GRe, - SF

combinatie ingswijzecombination method

Vb. I katoen/paarse SA 6 3,64/1,68 (2,17) nootzegge SA 9 3,36/2,2¾ (1,5) PPI 6 3,36/4,2 (NS) katoen/prikneus SA 6 3,64/3,03 (1,18) SA 9 3,36/4,76 (NS) PPI 6 3,36/4,76 (NS) katoen/postelein SA 9 3,36/1,96 (1,7) katoen/bloedgierst SA 7 1,4/<1,12 (>1,25) (glad en harig) ρρχ γ 0,84/1,12 (NS) katoen/kleef- PPI 7 0,84/<1,12 ( - ) kruidEx. I cotton / purple SA 6 3.64 / 1.68 (2.17) nut sedge SA 9 3.36 / 2.2¾ (1.5) PPI 6 3.36 / 4.2 (NS) cotton / needle nose SA 6 3.64 / 3.03 (1.18) SA 9 3.36 / 4.76 (NS) PPI 6 3.36 / 4.76 (NS) cotton / purslane SA 9 3.36 / 1.96 (1 , 7) cotton / blood millet SA 7 1.4 / <1.12 (> 1.25) (smooth and hairy) ρρχ γ 0.84 / 1.12 (NS) cotton / adhesive PPI 7 0.84 / < 1.12 (-) herb

De gegevens van tabel K tonen dat de verbinding van voorbeeld I selectief paarse nootzegge en postelein bestrijdt tot maximaal 9 WAT, prikneus tot maximaal 6 WAT en bloedgierst tot maximaal 8101326 τ - 28 - 7 WAT, terwijl de regeling van kleefkruid marginaal of onbepaald is.The data of Table K show that the compound of Example I selectively combats purple nut sedge and purslane up to a maximum of 9 watts, prick nose up to a maximum of 6 watts and blood millet up to a maximum of 8101326 τ - 28 - 7 watts, while the control of cleavers is marginal or indefinite.

In tabel L worden voorontkiemingsaktiviteit-gegevens weergegeven voor de verbinding van voorbeeld I tegen 5 drie resistente eenjarige onkruiden, dat wil zeggen Texas handjesgras, borstelige starbur en Florida postelein bij aardnoten voor periodes tot maximaal 12 WAT. De gegevens van tabel L stellen het gemiddelde voor van drie replicaproeven in zandachtige leemgrond met 1,3 % organische stof, 97,2 % 10 zand en 10 % klei» waarbij men het herbicide aanbrengt op het oppervlak.Table L presents pre-germination activity data for the compound of Example I against three resistant annual weeds, ie Texas palm grass, bristly starbur and Florida purslane on groundnuts for periods up to 12 watts. The data in Table L represents the average of three replicate tests in sandy loam soil with 1.3% organic matter, 97.2% sand and 10% clay with the herbicide applied to the surface.

8101326 - 29 - CM LT\ r· On ö8101326 - 29 - CM LT \ r · On ö

•H• H

ββ ft) _ H E·^ •H ft) 3 CO O £ k +> & σ\ o\ o caββ ft) _ H E · ^ • H ft) 3 CO O £ k +> & σ \ o \ o ca

H OHO

Π U o o o OJ o o oO U o o o OJ o o o

4) i— VO O4) i - VO O

60 •H60 • H

% 8% 8

43 Ij PH CO 00 IA IA43 Ij PH CO 00 IA IA

tn 1u < t- co C\ U ti & O +ï J2 ca Ν’ ntn 1u <t- co C \ U ti & O + ï J2 ca n

ei C3 CM O IA COegg C3 CM O IA CO

•Η f4 *“ -=f tA t~• Η f4 * “- = f tA t ~

43 bC43 bC

l4 *r4 t0l4 * r4 t0

O OO O

rl 'H UT tl t— 00 fflrl 'H UT tl t— 00 ffl

β ί «Ö Ό < CO VO VO COβ ί «Ö Ό <CO VO VO CO

0 Ö X Ö ï? O *rt « 30 Ö X Ö ï? O * rt «3

^ ^ 4S- O CO LA^ ^ 4S- O CO LA

I IA VO COI IA VO CO

CM O O OCM O O O

•P *“ 0 1 & <3 <00 o o t— è * ai• P * “0 1 & <3 <00 o o t— è * ai

Jt IA O t- t— t- •tiJt IA O t- t— t- • ti

•H• H

OO

H «5 4 VO COH «5 4 VO CO

« Λ CM on -d- Q) \ *> « «* > 6C CM on J· u Ai«Λ CM on -d- Q) \ *>« «*> 6C CM on J u Ai

Ow Λ 60 Ο •Η Ό •S Μ € · £ £ 8101326 - 30 -Ow Λ 60 Ο • Η Ό • S Μ € £ £ 8101326 - 30 -

Uit de gegevens in tabel L blijkt, dat de verbindingen van voorbeeld I selectief Texas handjesgras regelt in aardnoten gedurende maximaal 3 weken en voorziet in een grote mate van bestrijding zelfs bij 12 WAT met ongeveer 1+,1+8 kg/ha.The data in Table L shows that the compounds of Example I selectively control Texas hand grass in groundnuts for up to 3 weeks and provide a high degree of control even at 12 watts at about 1 +, 1 + 8 kg / ha.

5 Selectieve regeling van borstelige starbur wordt verkregen bij 3,36 kg/ha gedurende 8 weken en volledige bestrijding gehandhaafd voor 12 WAT bij 1+,1+8 kg/ha en selectieve bestrijding van Florida postelein wordt verkregen met minder dan 2,2U kg/ha bij 8 WAT en met 1+,1+8 kg/ha wordt 95 % bestrijding verkregen 10 bij 12 WAT.5 Selective control of bristly starbur is obtained at 3.36 kg / ha for 8 weeks and full control maintained for 12 WHAT at 1 +, 1 + 8 kg / ha and selective control of Florida purslane is obtained with less than 2.2U kg / ha at 8 WAT and with 1 +, 1 + 8 kg / ha, 95% control is obtained at 10 WAT.

Bij andere kasproeven zijn verbindingen volgens de uitvinding gebleken selectief een aantal eenjarige en meerjarige onkruiden te bestrijden in verschillende gewassen. Als verdere illustratie bestrijdt de verbinding van voorbeeld I 15 selectief paarse nootzegge in zowel mais als sojaboon, waarbij de resp. gewas/onkruid GR^/GRg,- verhoudingen (uitgedrukt in kg/ha) zijn 0,67/0,25 (SF = 2,7) in mais en 1,12/0,25 (SF = U,5) in sojaboon. De verbinding van voorbeeld XI is gebleken selectief gele nootzegge en kweekgras te bestrijden in mais en sojabonen.In other greenhouse tests, compounds of the invention have been found to selectively control a number of annual and perennial weeds in different crops. As a further illustration, the compound of Example I selectively combats purple nut sedge in both corn and soybean, the resp. crop / weed GR ^ / GRg, - ratios (expressed in kg / ha) are 0.67 / 0.25 (SF = 2.7) in maize and 1.12 / 0.25 (SF = U, 5) in soya bean. The compound of Example XI has been found to selectively control yellow nut sedge and farm grass in corn and soybeans.

20 De resp. gewas/gele nootzegge GR^/GRq^ verhoudingen zijn 2,21+/0,95 (SF « 2,1+) bij mais en 2,21+/0,5 (SF = l+,5) bij sojaboon en de resp. GR^/GRqj. verhoudingen voor zowel mais als sojaboon voor kweekgras is 2,21+/0,5 (SF = l+,5). Bij een proef tegen gele nootzegge in katoen is de GR^/GRg^ verhouding (gemiddelde van 25 twee replica) 1,95/0,95 (SF = 2,1). Evenzo vertoont de verbinding van voorbeeld XIII selectieve bestrijding van gele nootzegge in katoen en van kweekgras in tarwe, waarbij de resp. GR^/GRg^ verhoudingen 0,7/0,1+7 (SF = 1,7) zijn in katoen en 0,58/0,1+7 (SF = 1,2) bij tarwe.20 The resp. crop / yellow nut sedge GR ^ / GRq ^ ratios are 2.21 + / 0.95 (SF «2.1+) for maize and 2.21 + / 0.5 (SF = 1 +, 5) for soybean and the resp. . GR ^ / GRqj. proportions for both corn and soybean for farm grass is 2.21 +/- 0.5 (SF = 1.5 +). In a test against yellow nut sedge in cotton, the GR ^ / GRg ^ ratio (average of 25 two replicas) is 1.95 / 0.95 (SF = 2.1). Likewise, the compound of Example XIII shows selective control of yellow nut sedge in cotton and cultivated grass in wheat, the resp. GR ^ / GRg ^ ratios 0.7 / 0.1 + 7 (SF = 1.7) are in cotton and 0.58 / 0.1 + 7 (SF = 1.2) in wheat.

30 Bij een veelvoudige gewasproef in de kas worden de verbindingen van de voorbeelden I, XIII, XIV en XV beproefd tegen gele nootzegge bij katoen, soja, mais en rijst. Elke verbinding was niet-selectief met betrekking tot gele nootzegge in rijst. Er worden echter opmerkelijk hoge selectiviteiten voor 35 gèle nootzegge in katoen, soja en mais getoond voor elk van de 8101326 - 31 - verbindingen van de proef. De respectieve GR^ en GRg^ hoeveelheden voor deze verbindingen worden getoond in tabel M. De selectiviteitsfaktoren worden getoond tussen haakjes na elk gewas.In a multiple greenhouse crop test, the compounds of Examples I, XIII, XIV and XV are tested against yellow nut sedge in cotton, soy, corn and rice. Each compound was non-selective with regard to yellow nut sedge in rice. However, remarkably high selectivities for 35 yellow nut sedge in cotton, soy and corn are shown for each of the 8101326-31 compounds of the test. The respective GR and GRg amounts for these compounds are shown in Table M. The selectivity factors are shown in brackets after each crop.

5 Tabel MTable M

GR85 GR15 (kg/ha) (kg/ha) verbinding gele nootzegge katoen sojaboon mais 10 Vb. I 0,24 1,96(8,2) 0,87(3,6) 0,69(2,9)GR85 GR15 (kg / ha) (kg / ha) compound yellow nut sedge cotton soybean corn 10 Ex. I 0.24 1.96 (8.2) 0.87 (3.6) 0.69 (2.9)

Vb. XIII 0,21 2,52(12,0) 1,96(9,3) 2,52(12,0)Ex. XIII 0.21 2.52 (12.0) 1.96 (9.3) 2.52 (12.0)

Vb. XIV 0,38 2,8 ( 7,¾) 2,21+(5,9) 1,68( 4,4)Ex. XIV 0.38 2.8 (7, ¾) 2.21+ (5.9) 1.68 (4.4)

Vb. XV 0,44 2,8 ( 6,4) 1,96(4,5) 1,96( 4,5)Ex. XV 0.44 2.8 (6.4) 1.96 (4.5) 1.96 (4.5)

De verbindingen van de voorbeelden I en XIII-XVThe compounds of Examples I and XIII-XV

15 worden verder beproefd tegen kweekgras in tarwe, sojabonen en maïs, waarbij elke verbinding niet-selectief blijkt te zijn voor tarwe. De selectiviteitsgegevens voor de bovengenoemde verbindingen tegen kweekgras in sojaboon en mais worden getoond in tabel H".15 are further tested against cultivated grass in wheat, soybeans and corn, each compound proving to be non-selective for wheat. The selectivity data for the above compounds against culture grass in soybean and corn are shown in Table H ".

20 Tabel ïï GR85 ®15 (kg/ha) (kg/ha) verbinding kweekgras soja mais20 Table I GR85 ®15 (kg / ha) (kg / ha) compound cultivated grass soy corn

Vb. I 0,07 0,81(11,6) 0,69(9,9) 25 Vb. XIII 0,36 1,68( 4,7) 1,68(4,7)Ex. I 0.07 0.81 (11.6) 0.69 (9.9) 25 Ex. XIII 0.36 1.68 (4.7) 1.68 (4.7)

Vb. XIV 0,45 1,46( 3,2) 2,52(5,6)Ex. XIV 0.45 1.46 (3.2) 2.52 (5.6)

Vb. XV 0,75 1,96( 2,6) 2,24 (3,0)Ex. XV 0.75 (1.96) (2.6) 2.24 (3.0)

Bij nog andere kasproeven op herbicide doelmatigheid, worden de verbindingen van de voorbeelden I en IIIIn still other greenhouse tests for herbicidal effectiveness, the compounds of Examples I and III are used

30 beproefd tegen een aantal eenjarige grassen, waaronder resistente onkruiden zoals Texas handjesgras, zaailing aleppogierst, brosriet, kortsteel, wilde pseudogierst (panicum milicaeum), rode rijst en jeukgras. De resultaten van deze proeven worden getoond in tabel 0, waarbij de selectiviteitsfaktoren weer zijn opgetekend 35 tussen haakjes en waarbij een plat streepje marginale of onbepaalde selectiviteit aangeeft.30 tested against a number of annual grasses, including resistant weeds such as Texas hand grass, seedling alepo millet, brittle reed, short stalk, wild pseudo millet (panicum milicaeum), red rice and itch grass. The results of these experiments are shown in Table 0, where the selectivity factors are again shown in brackets and a flat dash indicates marginal or indeterminate selectivity.

8101326 - 32 - ra «J CM -—' CM ^ h '"O *-8101326 - 32 - ra «J CM -—" CM ^ h "" O * -

bD ·* « ** IBD · * «** I

•S " Λ Λ - <D — •o• S "Λ Λ - <D - • o

J· i-NYi-N

+3 CM MD TT O+3 CM MD TT O

Q) (0 «* ·> * ·> >0 "rj O IA O 00 O ·Η A Λ h >H --- —'Q) (0 «* ·> * ·>> 0" rj O IA O 00 O · Η A Λ h> H --- - '

Tl ra §a) (— *-* C— jh o o o o x! hn *i * ·> ·> H ra o vo o vo (6 0 v T- v *r >. .r-s ^ A *·Tl ra §a) (- * - * C— jh o o o o x! Hn * i * ·> ·> H ra o vo o vo (6 0 v T- v * r> .r-s ^ A * ·

ό 43 CM * CM TTό 43 CM * CM TT

0} Tl ra T- o T-0} Tl ra T- o T-

10 ? h * T “ I10? h * T “I

h ra ra r- T- r-h ra ra r- T- r-

•rt ra ·Η A• rt ra · Η A

> ft ω w >—. 'jj ra ® vo cm χ3 +> 1Λ Ο τ- Ο ΐΑ'ν. η * * ·* ** CO b£ -Ρ Ο CM Τ’ Τ> ft ω w> -. 'yy ra ® vo cm χ3 +> 1Λ Ο τ- Ο ΐΑ'ν. η * * · * ** CO b £ -Ρ Ο CM Τ ’Τ

Κ X h A A AH X h A A A

C5 —- Ο —' ^C5 —- Ο - '^

XX

Ο +> ra Η ·Η CO '—> onΟ +> ra Η · Η CO '-> on

ra fn CM O C\ CMra fn CM O C \ CM

O {fl ft λ * * Ö O O -d* O r-tO {fl ft λ * * Ö O O -d * O r-t

^ Λ A^ Λ A

ρ ^ ""ρ ^ ""

o -P -3· T-» COo -P -3 · T- »CO

ft m r- O CM o α ^ κ a λ λ rara o co o xrft m r- O CM o α ^ κ a λ λ rara o co o xr

H *rt A AH * rt A A

cd bC — — racd bC - - ra

ra CM O CMra CM O CM

tQ ·Γ5- τ— ft ft· | ^ Λ x c f) τ- A τ w ra 8 u a EH A W> cdtQ · Γ5- τ— ft ft · | ^ Λ x c f) τ- A τ w ra 8 u a EH A W> cd

Λ Ci CM CMΛ Ci CM CM

ΙΓΝ—- ·ι-5 Τ- t- *- bc O » * K X rn ~ 'ΙΓΝ—- · ι-5 Τ- t- * - bc O »* K X rn ~ '

O'— A AO'— A A

bDbD

CC

•H• H

»Ö HÖ H

•Η Η H• Η Η H

s £ £ £ 8101326 - 33 -s £ £ £ 8101326 - 33 -

De gegevens in tabel O tonen dat de verbinding van voorbeeld I selectief elk eenjarig onkruid van de proef bestrijdt bij sojaboon. De verbinding van voorbeeld III vertoont een positieve selectieve bestrijding tegen alle onkruiden, behalve Texas 5 handjesgras, vilde pseudogierst en jeukgras bij de maximum proefhoeveelheid van 1,12 kg/ha. Een grotere hoeveelheid zou nodig zijn om de selectiviteit te bepalen van de verbinding tegen de drie onkruiden, die niet selectief worden bestreden bij de proefhoeveelheid.The data in Table O show that the compound of Example I selectively controls each annual weed of the test in soybean. The compound of Example III shows positive selective control against all weeds, except Texas hand grass, skinned pseudo millet and itch grass at the maximum test rate of 1.12 kg / ha. A larger amount would be needed to determine the selectivity of the compound against the three weeds, which are not selectively controlled in the test amount.

10 Een duidelijk voordeel van een herbicide is het vermogen ervan te funktioneren in een grote verscheidenheid van grondtypes. Daarom worden in tabel P gegevens verstrekt over het herbicide effekt van de verbinding van voorbeeld I op kweekgras in soja in een grote verscheidenheid van grondtypes 15 van variërende organische stof en kleigehalte. De herbicide behandelingen geschieden door opname in de grond bij zaden die op 0,95 cm diep geplant zijn met 0,6¾ cm irrigatie van bovenaf. Men d6et waarnemingen ongeveer 3 weken na de behandeling. De selectiviteitsfaktoren zijn weer tussen haakjes.A clear advantage of a herbicide is its ability to function in a wide variety of soil types. Therefore, Table P provides data on the herbicidal effect of the compound of Example I on soybean grass in a wide variety of soil types of varying organic matter and clay content. The herbicidal treatments are carried out by incorporation into the soil of seeds planted at 0.95 cm deep with 0.6 cm of irrigation from above. Observations are made approximately 3 weeks after treatment. The selectivity factors are again in brackets.

20 8101 326 - 3b - η — o O On ej r- * * oo *20 8101 326 - 3b - η - o O On ej r- * * oo *

U * CO I O * POU * CO I O * PO

IA hD IA Λ OJ ON A, 00 Λ! wws-*www PS 0) Ü (1) CM co co *- coIA hD IA Λ OJ ON A, 00 Λ! wws- * www PS 0) Ü (1) CM co co * - co

> CM CM CM «- CM IA> CM CM CM «- CM IA

Lj A A A A Λ * οοοοοο cd Λ ω Λ! ΙΑ Cd CM -=f -3 VO -3Lj A A A A Λ * οοοοοοο cd Λ ω Λ! CM Cd CM - = f -3 VO -3

«- ·Γ-3 *- CM t CM On CM«- · Γ-3 * - CM t CM On CM

q- O «*!***q- O «*! ***

Ü U *- CM CM r- CMÜ U * - CM CM r- CM

Λ Λ ΙΑΛ Λ ΙΑ

•H VO 00 Ο Ο CO• H VO 00 Ο Ο CO

Q * Λ #» Λ Λ IQ * Λ # »Λ Λ I

Η W On Ο ΟΟ t— ί- IΗ W On Ο ΟΟ t— ί- I

X 00 (Π 00X 00 (Π 00

PkPk

VV

Η Λ 0) Ο ,Ο Ö1 VN Λ _ ^ ·Η Ο 00 00 Ο ΟΟ r_j r* η «% a * *Η Λ 0) Ο, Ο Ö1 VN Λ _ ^ · Η Ο 00 00 Ο ΟΟ r_j r * η «% a * *

CdVi’-CM-4-VOVOOCdVi-CM-4-VOVOO

be o vobe o vo

>4 -P> 4 -P

0 co •rk u H - s0 co • rk u H - s

AiAi

VV

ta a si 1 3 i= = ita a si 1 3 i = = i

_ Ai Ai 5 MAi Ai 5 M

Ό »rl *rt β 60 β Η H « Ö O mm co f£t hi) (k cd cd Λ β> Ό ΌΌ »rl * rt β 60 β Η H« Ö O mm co f £ t hi) (k cd cd Λ β> Ό Ό

Sk tQ Ej *rf *rl pi. ad § h fcSk tQ Ej * rf * rl pi. ad § h fc

ei β Ö h Η Hegg β Ö h Η H

PS CQ ÏS fi fc Pk bo β •r) ΌPS CQ ÏS fi fc Pk bo β • r) Ό

•5 H• 5 H

« * £ 8101326 λ - 35 -«* £ 8101326 λ - 35 -

De gegevens van tabel P tonen dat de verbinding van voorbeeld I erg ongevoelig blijkt voor grondtypes van verschillend organisch stofgehalte, en selectieve bestrijding tonen van kweekgras in soja in gronden met 1,0 - 60 % organische 5 stof en kleigehaltes van 1,8 - 37 /». De gegevens bij soja in slik- achtige klei uit Wabash zijn onbepaald bij deze proef. Ook zijn de aangegeven selectiviteitsfaktoren in slikachtige klei uit sarpy en Drummer en bagger uit Florida minimumwaarden, daar de maximum proefhoeveelheid 2,2h kg/ha is en het herbicide veilig 10 is voor soja bij dezelfde hoeveelheid boven 2,2k kg/ha.The data of Table P shows that the compound of Example I appears to be very insensitive to soil types of different organic matter content, and to show selective control of culture grass in soy in soils with 1.0 - 60% organic matter and clay contents of 1.8 - 37 / ». The data for soy in sludge-like clay from Wabash are undetermined in this test. Also, the specified selectivity factors in sludge-like clay from sarpy and Drummer and dredge from Florida are minimum values, since the maximum test amount is 2.2h kg / ha and the herbicide is safe for soy at the same amount above 2.2k kg / ha.

Er worden laboratoriumproeven uitgevoerd om de resistentie te bepalen van herbicides volgens de uitvinding tegen uitloging in de grond en resulterende herbicide doelmatigheid.Laboratory tests are conducted to determine the resistance of herbicides of the invention to soil leaching and resulting herbicidal effectiveness.

Bij deze proeven recepteert men de verbindingen van de voor-15 beelden I en IV- VI in aceton en sproeit dan bij verschillende concentraties op een afgewogen hoeveelheid slikleem uit Ray en slikachtig kleileem uit Drummer, in potten met door filtreer-papier afgedekte drainagegaten in de bodem. De potten met de behandelde aarden worden onderworpen aan uitdruipen door hen op 20 een draaitafel te plaatsen, die draait onder twee sproeikoppen van een watervat, dat 2,5 cm regenval per uur nabootst. De drenkhoeveelheden worden ingesteld door variatie van de tijd op de draaitafel. Men dient water toe aan de grond in de potten en laat percoleren door het filtreerpapier en de drainagegaten. Men 25 laat de pottendan 3 dagen staan bij kamertemperatuur. Men verwildert de behandelde grond in de potten dan, verkruimelt en plaatst als een oppervlakteiaag boven op andere potten, die de bovengenoemde aarden bevatten, bezaaid met hanepoot. De potten worden dan geplaatst op kasbanken, van onderaf geirrigeerd en 30 men laat groeien gedurende 2-3 weken. Visuele waarderhg van het percentage groei-inhibitie vergeleken met blanco (onbehandelde) potten en verse gewichten aan hanepoot worden opgetekend. De gegevens voor de blanco stellen zes replica voor en die van de proefverbindingen drie replica. De proefresultaten worden getoond 35 in tabel Q. Verse gewichten van het onkruid werden niet gemeten bij de proeven met Drummer slikachtige kleileemgrond.In these tests, the compounds of Examples I and IV-VI are formulated in acetone and then sprayed at different concentrations onto a weighed amount of Ray sludge loam and Drummer sludge clay loam in pots with filter holes covered by filter paper. bottom. The pots with the treated earths are subjected to dripping by placing them on a turntable rotating under two nozzles of a water vessel, which mimics 2.5 cm of rainfall per hour. The watering amounts are set by varying the time on the turntable. Water is added to the soil in the pots and percolated through the filter paper and drainage holes. The pots are then allowed to stand at room temperature for 3 days. The treated soil in the pots is then softened, crumbled and placed as a surface layer on top of other pots containing the above earths, seeded with hanepod. The pots are then placed on greenhouse banks, irrigated from below and grown for 2-3 weeks. Visual valuation of the percent growth inhibition compared to blank (untreated) pots and fresh weed leg weights are recorded. The data for the blank represents six replicas and that of the test compounds three replicates. The test results are shown in Table Q. Fresh weights of the weeds were not measured in the Drummer mud loam soil tests.

8101326 - 36 - •Η 4) Η £ •Η Η ω Μ W μ8101326 - 36 - • Η 4) Η £ • Η Η ω Μ W μ

+3 I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I+3 I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I

Λ 1 I I I I I I I I I I I I I I I I I I I IΛ 1 I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I

ο 3 •Η h > οο 3 • Η h> ο

VV

h£ ” § t—CO j-co ο ¢) 4) CO CO a- On «- k _J H «k A « 1«h £ ”§ t — CO j-co ο ¢) 4) CO CO a- On« - k _J H «k A« 1 «

Ai j· Π4 mj· •H O LA t- CO Ot-J-VO CU _=ί· C“-Ai j · Π4 mj · • H O LA t- CO Ot-J-VO CU _ = ί · C “-

H CU VO CU C- CU r- t- CU CU CU ONH CU VO CU C- CU r- t- CU CU CU ON

m AA AA A A A A A AAm AA AA A A A A A AA

• O O O CU o o «— CU o o «— 00 o o o o o o o a- rO Jm 05 ft• O O O CU o o «- CU o o« - 00 o o o o o o o a- rO Jm 05 ft

« bO«Bo

+> o o+> o o

p. *Hp. * H

0) 4) § ü3 w .*0) 4) § ü3 w. *

•H• H

HH

w § oooo oooo oe-u-no oooo σσσσ of g OOOO OOOO OONONCU oooo oooo ¢)3 ·—·—·—·— ·— »— a- ·— r- A- A- A- A- a- a- T- 1— pH ·Η m 4> +3 0 & ·Η cd & * . -d - cl § •H 4)w § oooo oooo oe-u-no oooo σσσσ of g OOOO OOOO OONONCU oooo oooo ¢) 3 · - · - · - · - · - »- a- · - r- A- A- A- A- a- a - T- 1— pH · Η m 4> +3 0 & · Η cd & *. -d - cl § • H 4)

iHiH

•H• H

HH

M ΟΟίΛΙΛ OOOM ICVOOO O O O 1Λ OOJCUM ΟΟίΛΙΛ UNCLE ICVOOO O O O 1Λ OOJCU

>5, O O C\00 O O Μη CnOnIACU oooon o o ομλ «3 A- A- A-A- A-A-^A-A-> 5, O O C \ 00 O O Μη CnOnIACU oooon o o ομλ «3 A- A- A-A- A-A- ^ A-A-

KK

c t—co vo t—covo C-COVO t~co vo t-oo VO t—co vo 4)^ CU O A CU O t“ Cd O ά CU O A- CU O A- CU O A-c t — co vo t — covo C-COVO t ~ co vo t-oo VO t — co vo 4) ^ CU O A CU O t “Cd O ά CU O A- CU O A- CU O A-

hQ d a H A A A A AAA AAA AAA AAAhQ d a H A A A A AAA AAA AAA AAA

4)t> O a- ΙΑ Ο ο A in o Oa-GAO Oa-IAO O A- IA O O A 1A ο r- A- A- A- A. A* *cd ,4- vo «a· -sr vo4) t> O a- ΙΑ Ο ο A in o Oa-GAO Oa-IAO O A- IA O O A 1A ο r- A- A- A- A. A * * cd, 4- vo «a · -sr vo

s} CU U\ A- cu IAs} CU U \ A- cu IA

V OOOO A ·* «* " *V OOOO A · * «*" *

tsO cu ο O CU OtsO cu ο O CU O

MM

Nm·*Nm · *

MM

cc

•H• H

Ό .Ό.

« o >«O>

•HO H H• HO H H

"£ S * ? S £ £ 8101326 - 37 - •Η 4) ιΗ •Η Η 5 ΐ lil! ! ! ! ! III! lil!!!!! !!!!!!!! Λ I .3 Ε ο ti ε g ο ο ^5 ΙΑ CM CO ΙΑ -CO CM *S§5-vg5“ol r-1 o CM IA r- CO — O -=T-*\ % « « · · - - « " ""£ S *? S £ 8101326 - 37 - • Η 4) ιΗ • Η Η 5 ΐ lil!!!!! III! Lil !!!!! !!!!!!!! Λ I .3 Ε ο ti ε g ο ο ^ 5 ΙΑ CM CO ΙΑ -CO CM * S§5-vg5 “ol r-1 o CM IA r- CO - O - = T - * \%« «· · - -« ""

“ oo— in OOO — o o o CO OOCMCO OOOO OOO — OO—CM“Oo— in OOO - o o o CO OOCMCO OOOO OOO - OO — CM

& «& «

•P• P

—' 0 tfi o- '0 tfi o

OOOOOO

t I 3t I 3

Off! Λ £ 3 to ΐ . 1 58:¾¾ 8S§S §§§« g££S 8888 S S I "Off! £ 3 to ΐ. 1 58: ¾¾ 8S§S §§§ «g ££ S 8888 S S I"

EH *H PEH * H P

6 •H6 • H

3 § 03 § 0

Vi gVi g

giSSi 88SP S8gt $882 gS&a SSSSiSSSSgiSSi 88SP S8gt $ 882 gS & a SSSSiSSSS

& "& "

KK

a t—co vo t—co vo t—co vo t—co — t—covo trSR'iS cvilo — o— CM O — CM O - CM O - OJ OVO NO- W°.-.a t — co vo t — co vo t — co vo t — co - t — covo trSR'iS cvilo - o— CM O - CM O - CM O - OJ OVO NO- W ° .-.

S?g O-Vo O —* IA cT O-Vo O-IAO O-IAO O-tAOO-AOS? G O-Vo O - * IA cT O-Vo O-IAO O-IAO O-tAOO-AO

—' — *- *” —- '- * - * ”-

1 5 « « -. « O O1 5 «« -. O oh

030 CM Ο Ο Ο Ο O030 CM Ο Ο Ο Ο O

>4 to c> 4 to c

•H• H

*2 M* 2 M

a > > £ g g e 8101326 - 38 -a>> £ g g e 8101326 - 38 -

Uit de gegevens van tabel Q blijkt, dat de verbindingen volgens de uitvinding erg resistent zijn tegen doorlekken in de grond onder variërende omstandigheden van regenval. In het bijzonder bij 2,2¼ kg/ha bestrijden elk van de verbindingen 5 volgens de uitvinding hanepoot onder het equivalent van 10,16 cm regenval in Ray slikleem en Drummer slikleem kleigrond behalve de verbindingen van de voorbeelden I en V in Ray slik, waarbij de bestrijding bleef gehandhaafd onder het equivalent van 5,08 cm regenval. Zelfs bij de lage toepassingshoeveelheid van 0,1U kg/ha 10 bestrijdende verbindingen van de voorbeelden I, IV en V hanepoot in Drummer slikachtige kleileem onder het equivalent van 5,08 cm regenval.The data in Table Q shows that the compounds of the invention are very resistant to soil leakage under varying rainfall conditions. In particular, at 2.2¼ kg / ha, each of the compounds of the invention control coot under the equivalent of 10.16 cm of rainfall in Ray mud and Drummer mud clay except the compounds of Examples I and V in Ray mud, where control was maintained below the equivalent of 5.08 cm of rainfall. Even at the low application rate of 0.1U kg / ha 10 combating compounds of Examples I, IV and V coot in Drummer muddy clay loam under the equivalent of 5.08 cm of rainfall.

Uit giftigheidsonderzoek bij de verbinding'van voorbeeld I is deze geheel veilig gebleken. Zij is enigszins giftig (OLD^q 2300 rag/kg; MLD^Q meer dan 5010 mg/kg) en is enigszins irriterend voor het oog maar niet voor de huid. Geen speciale behandelingsprocedures anders dan normale voorzorgen worden nodig geacht.Toxicity studies on the compound of Example I have shown this to be completely safe. It is slightly toxic (OLD ^ q 2300 rag / kg; MLD ^ Q over 5010 mg / kg) and is slightly irritating to the eye but not to the skin. No special treatment procedures other than normal precautions are considered necessary.

Daarom zal het duidelijk zijn uit de voorgaande 20 gedetailleerde beschrijving dat verbindingen volgens deze uitvinding zijn gebleken onverwachte en buitengewoon superieure herbicide eigenschappen te hebben zowel absoluut en relatief boven de meest struktureel relevante verbindingen uit de bekende stand van de techniek. Meer in het bijzonder zijn de verbindingen 25 van de uitvinding gebleken buitengewoon selectieve herbicides te zijn, in het bijzonder voor de bestrijding van moeilijk te vernietigen meerjarige en eenjarige grassen in soja en mais, maar ook in aardnoot, katoen en andere gewassen. Meer in het bijzonder vertonen verbindingen volgens de uitvinding buiten-30 gewone bestrijding van meerjarige onkruiden zoals kweekgras en nootzegges en resistente eenjarige grassen, zoals Texas handjes-gras, jeukgras, wilde pseudogierst, kortsteel, zaailing aleppo-gierst, brosriet en/of rode rijst, terwijl ook andere minder resistente eenjarige grassen en meerjarige worden bestreden 35 en/of onderdrukt.Therefore, it will be apparent from the foregoing detailed description that compounds of this invention have been found to have unexpected and extremely superior herbicidal properties both absolutely and relatively above the most structurally relevant prior art compounds. More particularly, the compounds of the invention have been found to be extremely selective herbicides, particularly for controlling hard-to-destroy perennial and annual grasses in soy and corn, but also in groundnut, cotton and other crops. More particularly, compounds of the invention exhibit extra ordinary pest control of perennial weeds such as cultivated grass and nut sedges and resistant annual grasses such as Texas hand grass, itch grass, wild pseudo millet, short stem, seedling aleppo millet, brittle reed and / or red rice , while other less resistant annual grasses and perennial are also controlled and / or suppressed.

8101326 - 39 -8101326 - 39 -

De herbicidepreparaten volgens de uitvinding, waaronder concentraten die verdunning vereisen voor toepassing ervan, bevatten tenminste een aktieve ingredient en een toevoegsel in vloeibare of vaste vorm. De samenstellingen worden 5 bereid door de aktieveingredient te mengen met een toevoegsel, waaronder verdunningsmiddelen, verdikkingsmiddelen, dragers en conditioneringsmiddelen om te voorzien in samenstellingen in de vorm van fijnverdeelde deelt.jesvormige vaste stoffen, korrels, pellets, oplossingen, dispersies of emulsies. De aktieve ingre-10 dient kan dus gebruikt worden met een toevoegsel, zoals een fijnverdeelde vaste stof, een vloeistof van organische oorsprong, water, een bevochtigingsmiddel, een dispergeringsmiddel, een emulgeringsmiddel of elke geschikte combinatie ervan.The herbicide compositions of the invention, including concentrates that require dilution for use, contain at least one active ingredient and an additive in liquid or solid form. The compositions are prepared by mixing the active ingredient with an additive, including diluents, thickeners, carriers and conditioners to provide compositions in the form of finely divided particulate solids, granules, pellets, solutions, dispersions or emulsions. Thus, the active ingredient should be used with an additive such as a particulate solid, an organic liquid, water, a wetting agent, a dispersing agent, an emulsifying agent, or any suitable combination thereof.

De samenstellingen volgens de uitvinding, in het 15 bijzonder vloeistoffen en bevochtigbare poeders, bevatten bij voorkeur als eonditioneringsmiddel één of meer oppervlakte aktieve stoffen in hoeveelheden voldoende om een bepaalde samenstelling gemakkelijk dispergeerbaar te maken in water of in olie. De opname van een oppervlakte aktieve stof in de 20 samenstellingen verhoogt hun doelmatigheid sterk. Onder de term "oppervlakte aktieve stof" wordt hier verstaan bevochtigings-middelen, dispergeringsmiddelen, suspenderingsmiddelen en eaulgeringsmiddelen. Anionische, kationische en niet-ionische middelen kunnen met hetzelfde gemak worden gebruikt.The compositions according to the invention, in particular liquids and wettable powders, preferably contain as one conditioning agent one or more surfactants in amounts sufficient to make a given composition easily dispersible in water or in oil. The inclusion of a surfactant in the 20 compositions greatly increases their effectiveness. The term "surfactant" is here understood to mean wetting agents, dispersants, suspending agents and dispersing agents. Anionic, cationic and non-ionic agents can be used with the same ease.

25 Voorkeurs bevochtigingsmiddelen zijn alkylbenzeen en alkylnaftaleensulfonaten, gesulfateerde vetzuuralkoholen, amines of zuuramides, lange keten vetzuuresters van natriumiso-thionaat, esters van natriumsulfosuccinaat, gesulfateerde of gesulfonateerde vetzuuresters, petroleumsulfonaten, gesulfona-30 teerde plantaardige oliën, ditertiaire acetvlenische glycolen, polyoxyethyleenderivaten van alkylfenolen (in het bijzonder isooctylfenol en nonylfenol) en polyoxyethyleenderivaten van de mono hogere vetzuuresters van hexitol anhydrides (bijvoorbeeld 35 sorbitan). Voorkeurs dispergeringsmiddelen zijn methylcellulose, polyvinylalkohol, natriumligninesulfonaten, polymere alkyl, 8101326 \ - UO - nafthaleensulfonaten, natriumnafthaleensulfonaat en het poly-methyleenbisnafthaleensulfonaat.Preferred humectants are alkylbenzene and alkylnaphthalene sulfonates, sulfated fatty acid alcohols, amines or acid amides, long chain fatty acid esters of sodium isothionate, esters of sodium sulfosuccinate, sulfated or sulfonated fatty acid esters (sulfonated phenol ethenylphenol acetol oils, polyphenylene glycol acetates, polyolethyl acetate oils, especially isooctylphenol and nonylphenol) and polyoxyethylene derivatives of the mono higher fatty acid esters of hexitol anhydrides (e.g., sorbitan). Preferred dispersants are methyl cellulose, polyvinyl alcohol, sodium lignin sulfonates, polymeric alkyl, 8101326-UO-naphthalene sulfonates, sodium naphthalene sulfonate, and the polymethylene bisnaphthalene sulfonate.

Bevochtighare poeders zijn in water dispergeer-bare samenstellingen, die êén of meer aktieve ingrediënten 5 bevatten, een inert vast verdikkingsmiddel en êén of meer bevochtigings en dispergeringsmiddelen. De inerte vaste verdikkingsmiddelen zijn gewoonlijk van minerale oorsprong zoals de natuurlijke kleisoorten, diatomeeënaarde en synthetische mineralen afgeleid van siliciumoxyde en dergelijke. Voorbeelden 10 van dergelijke verdikkingsmiddelen zijn kaolinieten, attapulgiet- klei en synthetisch magnesiumsilicaat. De bevochtighare poeder-samenstellingen volgens de uitvinding bevatten gewoonlijk 0,5-60 delen (bij voorkeur 5-20 delen) aktieve ingredient, 0,25-25 delen (bij voorkeur 1-15 delen) bevochtigingsmiddel, 0,25-25 15 delen (bij voorkeur 1,0-15 delen) dispergeringsmiddel en 5-95 delen (bij voorkeur 5-50 delen) inert vast verdikkingsmiddel, alle delen naar het gewicht van de totale samenstelling. Indien vereist kan 0,1-2,0 delen van het vaste inerte verdikkingsmiddel worden vervangen door een corrosieinhibitor of antischuimmiddel 2Qf of beide.Wettable powders are water-dispersible compositions containing one or more active ingredients, an inert solid thickener, and one or more wetting and dispersing agents. The inert solid thickeners are usually of mineral origin such as the natural clays, diatomaceous earth and synthetic minerals derived from silica and the like. Examples of such thickeners are kaolinites, attapulgite clay and synthetic magnesium silicate. The wettable powder compositions of the invention usually contain 0.5-60 parts (preferably 5-20 parts) of active ingredient, 0.25-25 parts (preferably 1-15 parts) of wetting agent, 0.25-25 15 parts (preferably 1.0-15 parts) dispersant and 5-95 parts (preferably 5-50 parts) inert solid thickener, all parts by weight of the total composition. If required, 0.1-2.0 parts of the solid inert thickener can be replaced with a corrosion inhibitor or anti-foaming agent 2Qf or both.

Andere recepteringen omvatten stofconcentraten met 0,1-6o gev.% van de aktieve ingredient aan een geschikt verdikkingsmiddel. Deze poeders kunnen worden verdund voor aanbrenging bij concentraties binnen het trajekt van 0,1-10 gev.%. 25 Waterige suspensies of emulsies kunnen worden bereid door een waterig mengsel van een in water onoplosbare aktieve ingredient en een emulgeringsmiddel te roeren tot uniform en daarna te homogeniseren toteen stabiele emulsie van zeer fijn verdeelde deeltjes. De verkregen geconcentreerde waterige 30 suspensie wordt gekenmerkt door de buitengewoon kleine deeltjesafmeting ervan, zodat bij verdunning en sproeien de bedekking zeer uniform is. Geschikte concentraties van deze recepten bevatten 0,1-60 bij voorkeur 5-50 gev.% aktieve ingredient, waarbij de bovengrens bepaald wordt door de oplosbaarheidsgrens 35 van aktieve ingredient in het oplosmiddel.Other formulations include dust concentrates containing 0.1-6% by weight of the active ingredient to a suitable thickener. These powders can be diluted before application at concentrations within the range of 0.1-10% by weight. Aqueous suspensions or emulsions can be prepared by stirring an aqueous mixture of a water-insoluble active ingredient and an emulsifying agent to uniform and then homogenizing to a stable emulsion of very finely divided particles. The resulting concentrated aqueous suspension is characterized by its extremely small particle size, so that the coating is very uniform upon dilution and spraying. Suitable concentrations of these recipes contain 0.1-60, preferably 5-50% by weight of active ingredient, the upper limit being determined by the solubility limit of active ingredient in the solvent.

8101326 , 4 - In -8101326, 4 - In -

Bij een andere vorm van waterige suspensies kapselt men een niet met water mengbaar herbicide in om een micro ingekapselde fase te krijgen, die gedispergeerd is in een waterige fase. Volgens een uitvoeringsvorm worden zeer 5 kleine capsules gevormd door een waterige fase, die een lignine- sulfonaatemulgeringsmiddel en een niet met water mengbare chemicalie bevat samen te brengen met polymethyleen polyfenyl-isocyanaat, de niet met water mengbare fase te dispergeren in de waterige fase gevolgd door toevoeging van een polyfunktioneel 10 amine. De isocyanaat en amineverbindingen reageren onder vorming van een vast ureum schaalwand rond deeltjes van de niet met water mengbare chemicalie, zodat microcapsules ervan worden gevormd. In het algemeen zal de concentratie van het micro-ingekapselde materiaal variëren van 1*80-700 g/1 totale samen-15 stelling bij voorkeur U80-600 g/1.In another form of aqueous suspensions, a water-immiscible herbicide is encapsulated to obtain a microencapsulated phase dispersed in an aqueous phase. In one embodiment, very 5 small capsules are formed by combining an aqueous phase containing a lignin sulfonate emulsifying agent and a water-immiscible chemical with polymethylene polyphenyl isocyanate, dispersing the water-immiscible phase in the aqueous phase followed by addition of a polyfunctional amine. The isocyanate and amine compounds react to form a solid urea shell wall around particles of the immiscible water-miscible chemical to form microcapsules thereof. Generally, the concentration of the microencapsulated material will range from 1 * 80-700 g / l total composition, preferably U80-600 g / l.

Concentraten zijn gewoonlijk oplossingen van aktieve ingredient in niet met water mengbare of gedeeltelijk met water mengbare oplosmiddelen samen met een oppervlakte aktieve stof. Geschikte oplosmiddelen voor de aktieve ingredient 20 volgens de uitvinding zijn o.a. dimethylformamide, dimethyl- sulfoxyde, N-methylpyrrolidon, koolwaterstoffen en niet met water mengbare ethers, esters of ketonen. Andere sterke vloeibare concentraten kunnen echter worden gerecepteerd door oplossen van de aktieve ingredient in een oplosmiddel, waarna 25 men verdunt bijvoorbeeld met kerosine om te versproeien.Concentrates are usually solutions of active ingredient in water-immiscible or partially water-miscible solvents together with a surfactant. Suitable solvents for the active ingredient according to the invention include dimethylformamide, dimethyl sulfoxide, N-methylpyrrolidone, hydrocarbons and water-immiscible ethers, esters or ketones. However, other strong liquid concentrates can be formulated by dissolving the active ingredient in a solvent, after which it is diluted, for example, with kerosene to spray.

De concentraten bevatten in het algemeen ongeveer 0,1-95 delen (bij voorkeur 5-60 delen) aktieve ingredient, 0,25-50 delen (bij voorkeur 1-25 delen) oppervlakte aktieve stof en indien vereist ongeveer U-9U delen oplosmiddel, alle 30 delen naar het gewicht op basis van het totale gewicht aan emulgeerbare olie.The concentrates generally contain about 0.1-95 parts (preferably 5-60 parts) of active ingredient, 0.25-50 parts (preferably 1-25 parts) of surfactant and, if required, about U-9U parts of solvent , all 30 parts by weight based on the total weight of emulsifiable oil.

Korrels zijn fysisch stabiele deeltjesvormige samenstellingen, die aktieve ingredient bevatten gehecht aan of verdeeld door een basis grondmassa van een inert fijnverdeeld 35 deeltjesvormig verdikkingsmiddel. Om te zorgen dat de aktieve 8101326 -^2- ingredient niet uit de deeltjes worden geloogd, kan een oppervlakte aktieve stof, zoals die welke hiervoor zijn vermeld, aanwezig zijn in de samenstelling. Natuurlijke kleisoorten, pyrofyllieten, illiet en vermiculiet zijn voorbeelden van 5 werkzame klassen van deeltjesvormige minerale verdikkingsmiddelen.Granules are physically stable particulate compositions containing active ingredient attached to or distributed by a base soil mass of an inert particulate particulate thickener. In order to prevent the active ingredient from being leached from the particles, a surfactant such as those mentioned above may be present in the composition. Natural clays, pyrophyllites, illite and vermiculite are examples of active classes of particulate mineral thickeners.

De voorkeursverdikkingsmiddelen zijn de poreuze absorptieve voorgevormde deeltjes zoals voorgevormd en gezeefd deeltjesvormig attapulgiet of door verhitting uitgezet deeltjesvormig vermiculiet en de fijnverdeelde kleisoorten zoals kaolien klei-10 soorten, gehydrateerd attapulgiet of bentonitische kleisoorten.The preferred thickeners are the porous absorbent preformed particles such as preformed and sieved particulate attapulgite or heat expanded particulate vermiculite and the finely divided clays such as kaolin clays, hydrated attapulgite or bentonite clays.

Deze verdikkingsmiddelen worden gesproeid of gemengd met de aktieve ingredient om herbicide korrels te vormen.These thickeners are sprayed or mixed with the active ingredient to form herbicidal granules.

De korrelvormige samenstellingen volgens de uitvinding kunnen ongeveer 0,1-30 delen bij voorkeur 3-20 gew.The granular compositions according to the invention can contain about 0.1-30 parts, preferably 3-20 wt.

15 delen aktieve ingredient bevatten per 100 gew.delen klei en 0-5 gew.delen oppervlakte aktieve stof per 100 gew.delen deeltjesvormige klei.15 parts of active ingredient contain per 100 parts by weight of clay and 0-5 parts by weight of surfactant per 100 parts by weight of particulate clay.

De samenstellingen volgens de uitvinding kunnen ook andere toevoegsels bevatten bijvoorbeeld kunstmesten, 20 andere herbicides, andere pesticides, beschermingsmiddelen en dergelijke gebruikt als toevoegingen of in combinatie met elk van de bovenbeschreven toevoegsels. Chemicaliën nuttig in combinatie met de aktieve ingrediënten volgens de uitvinding zijn o.a. bijv. triazines, ureums, carbamaten, aceetamides, 25 aceetanilides, uracils, azijnzuur of fenolderivaten, thiol- carbamaten, triazool, benzoëzuren, nitrilen, bifenylethers en dergelijke zoals:The compositions of the invention may also contain other additives, for example, fertilizers, other herbicides, other pesticides, protectants and the like used as additives or in combination with any of the additives described above. Chemicals useful in combination with the active ingredients of the invention include, for example, triazines, ureas, carbamates, acetamides, acetanilides, uracils, acetic acid or phenol derivatives, thiol carbamates, triazole, benzoic acids, nitriles, biphenyl ethers and the like such as:

Heterocyclische stikstof/zwavel derivaten 2-chloor H-ethylamino 6-isopropylamino s-triazine 30 2-chloor U,6-bis(isopropyl amino) s-triazine 2- chloor ^,6-bis(ethylamino) s-triazine 3- isopropyl 1H-2,1,3-benzothiadiazin-U-(3H)-on 2,2-dioxyde 3-amino 1,2,U-tri azool 6,7-dihydrodipyrido(1,2-a:2’,1'-c)-pyrazidiniumzout 35 5-broom 3-isopropyl 6-methyluracil 1,1 '-dimethyl U,V-bipyridinium 8101326 -^3-Heterocyclic nitrogen / sulfur derivatives 2-chloro H-ethylamino 6-isopropylamino s-triazine 30 2-chloro U, 6-bis (isopropyl amino) s-triazine 2-chloro, 6-bis (ethylamino) s-triazine 3-isopropyl 1H-2,1,3-benzothiadiazin-U- (3H) -one 2,2-dioxide 3-amino 1,2, U-triazole 6,7-dihydrodipyrido (1,2-a: 2 ', 1' -c) -pyrazidinium salt 35 5-bromo 3-isopropyl 6-methyluracil 1,1'-dimethyl U, V-bipyridinium 8101326 - ^ 3-

Ureuas N’-(H-chloorfenoxy) fenyl N,N-dimethylureum N,Ν-dimethyl N'-(3-chloor H-methylfenyl) ureum 3-(3, ^-dichloorfenyl) 1,1-dimethylureum 5 1,3-dimethyl 3-(2-benzothiazolyl) ureum 3-(p-chloorfenyl) 1,1-dimethylureum 1- butyl 3-(3,H-dichloorfenyl) 1-methylureumUrea N '- (H-chlorophenoxy) phenyl N, N-dimethyl urea N, Ν-dimethyl N' - (3-chloro-H-methylphenyl) urea 3- (3,1-dichlorophenyl) 1,1-dimethyl urea 5 1.3 -dimethyl 3- (2-benzothiazolyl) urea 3- (p-chlorophenyl) 1,1-dimethyl urea 1-butyl 3- (3, H-dichlorophenyl) 1-methyl urea

Carbamaten/thiolearbamaten 2- chloorallyl diethyldithiocarbamaat 10 S-(l*-chloorbenzyl)N,N-diethylthiolcarbamaat isopropyl N-(3-chloorfenyl) carbamaat S-2,3-dichloorallyl N ,N-diisopropylthiolcarbamaat ethyl N,N-dipropylthiolcarbamaat S-propyl dipropylthiolcarbamaat 15 Aceetamides/aceetanilides/anilines/amides 2-chloor N,N-diallylaceetamide N,Ν-dimethyl 2,2-difenylaceetamide N- (2,^-dimethyl 5-/"7Γ& rifluormethyl)sulfonyl7araino7fenyl)-aceetamide 20 N-isopropyl 2-chlooraceetanilide 2’,6'-diethyl N-methoxymethyl 2-chlooraceetanilide 2'-methyl 6'-ethyl N-(2-methoxyprop-2-yl) 2-chlooraceetanilide α,α,α-trifluor 2,6-dinitro Ν,Ν-dipropyl p-toluidine N-(1,1-dimethylpropynyl) 3,5-dichloorbenzamide 25 zuren/esters/alkoholen 2,2-dichloorpropionzuur 2-methyl U-chloorfenoxyazij nzuur 2,U-dichloorf enoxyazijnzuur methyl 2-/“U-(2,H-dichloorfenoxy)fenoxy7propionaat 30 3-amino 2,5-dichloorbenzoezuur 2-methoxy 3,6-dichloorbenzoëzuur 2,3,β-trichloorfenylazijnzuur N-1-nafthylfthalaminezuur natrium 5-/~2-chloor (trifluormethyl)fenoxy 2-nitrobenzoaat 35 lf,6-dinitro o-sec-butylfenol 8101326 -1A-' N-(fosfonomethyl) glycine en de C^g monoalkylamine en alkaline metaal combinaties ervan Ethers 2,U-dichloorfenyl ^-nitrofenyl ether 2 2-chloor α,α,α-trifluor p-tolyl 3-ethoxy U-nitrodifenylether diversen 2,6-dichloorbenzonitrile mononatrium zuur methaanarsonaat dinatrium methaanarsonaat 10 Runstmesten nuttig in combinatie met de aktieve ingrediënten zijn o.a. bijv. ammoniumnitraat, ureum, kalium-carbonaat en superfosfaat. Andere nuttige toevoegsels zijn o.a. materialen, waarin plantorganismen wortelschieten en groeien zoals compost, manure, humus, zand en dergelijke.Carbamates / thiolearbamates 2-chlorallyl diethyldithiocarbamate 10 S- (1 * -chlorobenzyl) N, N-diethylthiol carbamate isopropyl N- (3-chlorophenyl) carbamate S-2,3-dichloroallyl N, N-diisopropylthiolcarbamate ethyl N, propyl dipropylthiol carbamate 15 Acetamides / acetanilides / anilines / amides 2-chloro N, N-diallylacetamide N, Ν-dimethyl 2,2-diphenylacetamide N- (2, ^ - dimethyl 5- / "7Γ & rifluoromethyl) sulfonyl7araino7phenyl) -acetamide 20 N- isopropyl 2-chloroacetanilide 2 ', 6'-diethyl N-methoxymethyl 2-chloroacetanilide 2'-methyl 6'-ethyl N- (2-methoxyprop-2-yl) 2-chloroacetanilide α, α, α-trifluoro 2,6- dinitro Ν, Ν-dipropyl p-toluidine N- (1,1-dimethylpropynyl) 3,5-dichlorobenzamide 25 acids / esters / alcohols 2,2-dichloropropionic acid 2-methyl U-chlorophenoxyacetic acid 2, U-dichlorophenoxyacetic acid methyl 2- / "U- (2, H-dichlorophenoxy) phenoxypropionate 30 3-amino 2,5-dichlorobenzoic acid 2-methoxy 3,6-dichlorobenzoic acid 2,3, β-trichlorophenylacetic acid N-1-naphthylphthalamic acid sodium 5- / ~ 2 -chloro (trifluoromethyl) phenoxy 2-nitrobenzoate 35 lf, 6-dinitro o-sec-butylphenol 8101326 -1A- 'N- (phosphonomethyl) glycine and the C ^ g monoalkylamine and alkaline metal combinations thereof Ethers 2, U-dichlorophenyl ^ - nitrophenyl ether 2 2-chloro α, α, α-trifluoro p-tolyl 3-ethoxy U-nitrodiphenyl ether miscellaneous 2,6-dichlorobenzonitrile monosodium acid methanesaronate disodium methanesaronate 10 fertilizers useful in combination with the active ingredients include eg ammonium nitrate, urea potassium carbonate and superphosphate. Other useful additives include materials in which plant organisms root and grow, such as compost, manure, humus, sand and the like.

Ij Van de herbicide recepten van de types, die hierboven zijn besproken, worden hieronder voorbeelden gegeven in verschillende illustratieve uitvoeringsvormen.The herbicidal recipes of the types discussed above are exemplified below in various illustrative embodiments.

I. Emulgeerbare concentraten gew. % 20 A. Verbinding van voorbeeld no. 1 50,0 calcium dodecylbenzeensulfonaat/poly-oxyethyleenethers mengsel (bijv. Atlox 3J+37F) M5I. Emulsifiable concentrates wt. % 20 A. Compound of Example No. 1 50.0 calcium dodecylbenzene sulfonate / polyoxyethylene ethers mixture (eg, Atlox 3J + 37F) M5

Calcium dodecylbenzeen sulfonaat 2j (FloMo 60H) 0,15 C^ aromatisch oplosmiddel 1*5,00 100,00 B. Verbinding van voorbeeld IV 85,0Calcium dodecylbenzene sulfonate 2j (FloMo 60H) 0.15C aromatic solvent 1 * 5.00 100.00 B. Compound of Example IV 85.0

Calcium dodecyl sulfonaat/alkylaryl 2o polyether alkohol mengsel 1*,0Calcium dodecyl sulfonate / alkylaryl 2o polyether alcohol mixture 1 *, 0

Cp aromatisch koolwaterstof oplosmiddel 11,0 100,00 81013 2 6 -^5- C. Verbinding van voorbeeld VI 5,0 calcium dodecylbenzeensulfonaat/polyoxy- ethyleenethers mengsel (bijv. Atlox 3^37F) 1,0 xyleen 9^,0 100,00 II. Vloeistofconcentraten gew.$ A. Verbinding van voorbeeld no. IV 10,0 xyleen 90,0 100,00 B. Verbinding van voorbeeld no. V 85,0 dimethyl sulfoxyde 15^,0 100,00 C. Verbinding van voorbeeld no. VI 50,0 N-methylpyrrolidon 50,0 100,00 D. Verbinding van voorbeeld no. VII 5,0 geethoxyleerde castorolie 20,0 rhodamine B 0,5 dimethyl formamide 7^.5 100,00 III. Emulsie A. Verbinding van voorbeeld no. XII ^0,0 polyoxyethyleen/polyoxypropyleen blok met butanol (bijv. Tergitol XH) U,0 water 56,0 100,00 B. Verbinding van voorbeeld no. XIII 5.,0 polyoxyet hyleen/polyoxypropyleen blok copolymeer met butanol 3,5 water 91,5 100,00 8101326 - 1+6 - V * IV. Bevochtigbare poeders zev.% A. Verbinding van voorbeeld no. I 25,0 natrium lignosulfonaat 3,0 natrium N-methyl-N-oleyl-tauraat 1,0 amorf siliciumoxyde (synthetisch) 71.0 100,00 B. Verbinding van voorbeeld no. XII 80,0 natriumdioctyl sulfosuccinaat 1,25 calcium lignosulfonaat 2,75 amorf siliciumoxyde (synthetisch) 16.00 100,00 C. Verbinding van voorbeeld no. XIII '10,0 natrium lignosulfonaat 3,0 natrium N-methyl ïï-oleyl-tauraat 1,0 kaoliniet klei 86,0 100,00 V. Stuif poeders gew.$ A. Verbinding van voorbeeld no. VII 2,0 attapulgiet 98,0 100,00 B. Verbinding van voorbeeld no. VIII 60,0 montmorilloniet 1+0,0 100,00 C. Verbinding van voorbeeld no. IX 30,0 bentoniet 70,0 100,00 D. Verbinding van voorbeeld no. X 1,0 diatomeeënaarde 99.0 100,00 VI. Korrels gew.$ A. Verbinding van voorbeeld no. I 15,0 gekorreld attapulgiet (0,1+2/0,81+ ram) 85,0 100,00 8101326 Μ - 47 - Β. Verbinding van voorbeeld no. VI 30,0 diatomeeenaarde (0,42/0,8¼ mm) 70.0 100,00 C. Verbinding van voorbeeld no. XII 0,5 5 bentoniet (0,42/0,84) 99,5 100,00 D. Verbinding van voorbeeld no. XIII 5,0 pyrofyiliet (0,42/0,84) 95.0 100,00 ^ VII. MicrocansulesCp aromatic hydrocarbon solvent 11.0 100.00 81013 2 6 - ^ 5- C. Compound of Example VI 5.0 calcium dodecylbenzene sulfonate / polyoxyethylene ethers mixture (e.g., Atlox 3 ^ 37F) 1.0 xylene 9 ^ 0 100 .00 II. Liquid Concentrates wt.% A. Compound of Example No. IV 10.0 xylene 90.0 100.00 B. Compound of Example No. V 85.0 dimethyl sulfoxide 15.0, 100.00 C. Compound of Example No. VI 50.0 N-methylpyrrolidone 50.0 100.00 D. Compound of example No. VII 5.0 ethoxylated castor oil 20.0 rhodamine B 0.5 dimethyl formamide 7.5-5 100.00 III. Emulsion A. Compound of Example No. XII ^ 0.0 polyoxyethylene / polyoxypropylene block with butanol (e.g. Tergitol XH) 0.0 water 56.0 100.00 B. Compound of example No. XIII 5.0 polyoxyethylene / polyoxypropylene block copolymer with butanol 3.5 water 91.5 100.00 8101326 - 1 + 6 - V * IV. Wettable powders 7% by weight. A. Compound of example No. I 25.0 sodium lignosulfonate 3.0 sodium N-methyl-N-oleyl taurate 1.0 amorphous silica (synthetic) 71.0 100.00 B. Compound of example no. XII 80.0 sodium dioctyl sulfosuccinate 1.25 calcium lignosulfonate 2.75 amorphous silica (synthetic) 16.00 100.00 C. Compound of Example No. XIII '10.0 sodium lignosulfonate 3.0 sodium N-methyl-oleyl taurate 1 .0 Kaolinite clay 86.0 100.00 V. Dusting powders by weight $ A. Compound of Example No. VII 2.0 Attapulgite 98.0 100.00 B. Compound of Example No. VIII 60.0 Montmorillonite 1 + 0 .0 100.00 C. Compound of Example No. IX 30.0 Bentonite 70.0 100.00 D. Compound of Example No. X 1.0 Diatomaceous Earth 99.0 100.00 VI. Granules by weight $ A. Compound of Example No. I 15.0 granulated attapulgite (0.1 + 2 / 0.81 + ram) 85.0 100.00 8101326 - 47 - Β. Compound of example No. VI 30.0 diatomaceous earth (0.42 / 0.8¼ mm) 70.0 100.00 C. Compound of example No. XII 0.5 5 bentonite (0.42 / 0.84) 99.5 100 .00 D. Compound of Example No. XIII 5.0 Pyrophyilite (0.42 / 0.84) 95.0 100.00 ^ VII. Microcansules

Rev.% A. Verbinding van voorbeeld no. I ingekapseld in polyureum schaalvand 49,2 natrium lignosulfonaat (bijv. Reax 88 B) 0,9 15 water 49,9 100,00 B. Verbinding van voorbeeld no. XII ingekapseld in polyureum schaalvand 10,0 kalium lignosulfonaat (bijv. Reax C-21) 0,5 20 water 89,5 100,00 C. Verbinding van voorbeeld no. XIII ingekapseld in polyureum schaalvand 80,0 magnesium zout van lignosulfaat (Treax, LTM ) 2,0 25 water 18,0 100,00Rev.% A. Compound of Example No. I encapsulated in polyurea shell 49.2 Sodium lignosulfonate (eg Reax 88 B) 0.9 15 water 49.9 100.00 B. Compound of Example No. XII encapsulated in polyurea shell 10.0 potassium lignosulfonate (eg Reax C-21) 0.5 20 water 89.5 100.00 C. Compound of example no. XIII encapsulated in polyurea scale of 80.0 magnesium salt of lignosulfate (Treax, LTM) 2, 0 25 water 18.0 100.00

Wanneer men volgens de uitvinding werkt, brengt men effektieve hoeveelheden van de aceetanilides volgens de uitvinding aan op de grond, die de planten bevat, of neemt op 30 in waterige media op elke geschikte wijze. De aanbrenging van vloeibare en deeltjesvormige vaste samenstellingen op de grond kan worden uitgevoerd op conventionele wijzen, bijvoorbeeld aangedreven verstuifinrichtingen, knal en handsproeiers en sproeiverstuivers. De samenstellingen kunnen ook worden aan-35 gebracht door vliegtuigen als een stuifpoeder of een sproeisel 81013 2 6 - U8 - •7 ·* vanwege hun doelmatigheid bij lage doseringen. De aanbrenging van herbicide samenstellingen op waterplanten wordt gewoonlijk uitgevoerd door de samenstellingen toe te voegen aan de waterige media in het gebied, waar bestrijding van de water-5 planten gewenst is.When operating according to the invention, effective amounts of the acetanilides of the invention are applied to the soil containing the plants, or taken up in aqueous media in any suitable manner. The application of liquid and particulate solid compositions to the ground can be carried out in conventional ways, for example powered sprayers, pop and hand sprayers and spray atomizers. The compositions can also be applied by airplanes such as a dust or a spray 81013 2 6 - U8 - 7 * due to their effectiveness at low doses. The application of herbicidal compositions to aquatic plants is usually carried out by adding the compositions to the aqueous media in the area where control of the aquatic plants is desired.

De aanbrenging van een effektieve hoeveelheid van de verbinding volgens de uitvinding op de plaats van ongewenste onkruiden is essentieel en kritisch voor het uitvoeren van de uitvinding. De juiste hoeveelheid aktieve ingredient die 10 men gebruikt is afhankelijk van verschillende faktoren, waaronder de plantsoorten en fase van ontwikkeling ervan, het type en toestand van de grond, de hoeveelheid regenval en het specifiek gebruikte aceetanilide. Bij selectieve voorontkiemings-toepassing op de planten of op de grond gebruikt men gewoonlijk 15 een dosering van 0,02-11,2 kg/ha, bij voorkeur 0,0^-5,60 kg/ha of geschikt 1,12-5,6 kg/ha aceetanilide. Kleinere of grotere hoeveelheden kunnen vereist zijn in sommige gevallen. Een deskundige kan gemakkelijk de optimale hoeveelheid bepalen uit deze beschrijving, waaronder de bovengenoemde voorbeelden, 20 die moet worden aangebracht in elk bepaald geval.Application of an effective amount of the compound of the invention to the site of unwanted weeds is essential and critical to the practice of the invention. The correct amount of active ingredient used depends on various factors, including the plant species and phase of development, the type and condition of the soil, the amount of rainfall and the specific acetanilide used. In selective pre-germination application on the plants or on the soil, a dosage of 0.02-11.2 kg / ha is usually used, preferably 0.05-5.60 kg / ha or suitably 1.12-5 .6 kg / ha of acetanilide. Smaller or larger quantities may be required in some cases. One skilled in the art can easily determine the optimal amount from this description, including the above examples, to be applied in each particular case.

Onder de hier gebruikte term "grond" wordt grond verstaan in de breedste zin van het woord zoals gedefinieerd in Webster's Hew International Dictionary Second Edition, Unabridged 1961. De term slaat dus op elke stof of medium waarin 25 vegetatie kan wortelschieten en groeien, en omvat niet alleen aarde.maar ook compost, manure, slik, humus, zand en dergelijke aangepast om plantengroei te dragen.The term "soil" used herein means soil in the broadest sense of the word as defined in Webster's Hew International Dictionary Second Edition, Unabridged 1961. Thus, the term refers to any substance or medium in which vegetation can root and grow, and includes not only soil, but also compost, manure, sludge, humus, sand and the like adapted to support plant growth.

30 810132630 8101326

Claims (45)

1. Verbindingen van de formule van het formuleblad, vaarin R is ialkyl of alkoxyalkyl of alkenyl of alkynyl met maximaal 5 koolstofatomen en waterstof, methyl 5 of ethyl, mits, wanneer waterstof is, R isopropyl is en wanneer R^ ethyl is, R ethyl, n-propyl of isopropyl is.1. Compounds of the formula of the formula sheet, wherein R is alkyl or alkoxyalkyl or alkenyl or alkynyl with up to 5 carbon atoms and hydrogen, methyl 5 or ethyl, provided that when hydrogen is R is isopropyl and when R is ethyl, R is ethyl , n-propyl or isopropyl. 2. Verbindingen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat R is ^ alkyl.Compounds according to claim 1, characterized in that R is -alkyl. 3. Verbindingen volgens conclusie 2, 10 met het kenmerk, dat R^ methyl is. If. Verbindingen volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het ïï-(ethoxymethyl) 2*-trif luormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide is.Compounds according to claim 2, characterized in that R 1 is methyl. If. Compounds according to claim 3, characterized in that the 2- (ethoxymethyl) 2 * -trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 5. Verbindingen volgens conclusie 3, het # 15 met het kenmerk, dat/ N-(n-propoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6f- methyl 2-chlooraceetanilide is.Compounds according to claim 3, characterized in that # / N- (n-propoxymethyl) 2'-trifluoromethyl-6-methyl-2-chloroacetanilide. 6. Verbindingen volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het N-(isopropoxymethyl) 2’-trifluor-methyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide is. 20 7· Verbindingen volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat N-(isobutoxymethyl) 2'-trif luormethyl 6·-methyl 2-chlooraceetanilide is.Compounds according to claim 3, characterized in that it is N- (isopropoxymethyl) 2'-trifluoromethyl-6'-methyl 2-chloroacetanilide. Compounds according to claim 3, characterized in that N- (isobutoxymethyl) 2'-trifluoromethyl-6-methyl 2-chloroacetanilide. 8. Verbinding volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat R^ ethyl is.8. A compound according to claim 2, characterized in that R 1 is ethyl. 9. Verbinding volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het N-(ethoxymethy1) 2'-trifluormethyl 6’-ethyl 2-chlooraceetanilide is.A compound according to claim 8, characterized in that it is N- (ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-ethyl 2-chloroacetanilide. 10. Verbinding volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het N-(n-propoxymethyl) 2'-trifluormethyl 30 6’-ethyl 2-chlooraceetanilide is.10. A compound according to claim 8, characterized in that the N- (n-propoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 30 is 6'-ethyl 2-chloroacetanilide. 11. Verbinding volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het N-(isopropoxymethyl) 2’-trif luormethyl 6’-ethyl 2-chlooraceetanilide is.A compound according to claim 8, characterized in that the N- (isopropoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-ethyl 2-chloroacetanilide. 12. Verbinding volgens conclusie 2,The compound of claim 2, 35 Tnet het kenmerk, dat R^ waterstof is. 8101326 * * - 50 -The characteristic is that R1 is hydrogen. 8101326 * * - 50 - 13. Verbinding volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het N-(isopropoxymethyl) 2'-trifluormethyl 2-chlooraceetanilide is. 1U. Verbinding volgens conclusie 1, 5 met het kenmerk, dat R is een alkenylrest.Compound according to claim 12, characterized in that it is N- (isopropoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 2-chloroacetanilide. 1U. Compound according to claim 1.5, characterized in that R is an alkenyl radical. 15. Verbinding volgens conclusie 1^, met het kenmerk, dat het R-(allyloxymethyl) 2’-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide is.Compound according to claim 11, characterized in that it is R- (allyloxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 16. Verbinding volgens conclusie 1, 10 met het kenmerk, dat R is alkynylrest.Compound according to claim 1, 10, characterized in that R is alkynyl residue. 17. Verbinding volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het N-(propargyloxymethyl) 2'-trifluormethyl 6’-methyl 2-chlooraceetanilide is.Compound according to claim 16, characterized in that it is N- (propargyloxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 18. Verbinding volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat R een alkoxyalkylrest is met maximaal 5 koolstofatomen.18. A compound according to claim 1, characterized in that R is an alkoxyalkyl radical with up to 5 carbon atoms. 19· Verbinding volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het l-(2-methoxyethoxymethyl) 2’-trifluor-methyl 6’-methyl 2-chlooraceetanilide is. 20 20'. Herbicidesamenstelling, met het kenmerk, dat deze een toevoegsel bevat en een herbicide effektieve hoeveelheid van een verbinding van de formule op het formuleblad, waarin R is ,. alkyl of alkoxyalkyl of alkenyl of alkynyl met maximaal 5 koolstof at omen en R^ waterstof, methyl of ethyl, 25 mits, wanneer Rj waterstof is, R is isopropyl en wanneer R^ ethyl is, R ethyl, n-propyl of isopropyl is.Compound according to claim 18, characterized in that it is 1- (2-methoxyethoxymethyl) 2'-trifluoro-methyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 20 20 '. Herbicide composition, characterized in that it contains an additive and a herbicidally effective amount of a compound of the formula on the formula sheet, wherein R is. alkyl or alkoxyalkyl or alkenyl or alkynyl with up to 5 carbon atoms and R 1 is hydrogen, methyl or ethyl, provided that when R 1 is hydrogen, R is isopropyl and when R 1 is ethyl, R is ethyl, n-propyl or isopropyl. 21. Samenstellingen volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat in genoemde verbinding R is Cg ^ alkyl.Compositions according to claim 20, characterized in that in said compound R is C 1-6 alkyl. 22. Samenstelling volgens conclusie 21, 30 met het kenmerk, dat in genoemde verbinding R^ methyl is.22. A composition according to claim 21, characterized in that in said compound R 1 is methyl. 23. Samenstelling volgens, conclusie 22, met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-(ethoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide. 2¾. Samenstelling volgens conclusie 22, 35 met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-(n-propoxymethyl) 8101326 * f - 51 - 2’-trifluormethyl 6’-methyl 2-chlooraceetanilide .The composition according to claim 22, characterized in that said compound is N- (ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 2¾. Composition according to claim 22, 35, characterized in that said compound is N- (n-propoxymethyl) 8101326 * f - 51-2-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 25. Samenstelling volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-(isopropoxy-methyl) 2’-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide. j 26. Samenstelling volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-(isobutoxymethyl) 2'-trif luormethyl 61-methyl 2-chlooraceetanilide.Composition according to claim 22, characterized in that said compound is N- (isopropoxy-methyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 26. A composition according to claim 22, characterized in that said compound is N- (isobutoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 61-methyl 2-chloroacetanilide. 27. Samenstelling volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat ethyl is.27. A composition according to claim 21, characterized in that it is ethyl. 28. Samenstelling volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-(ethoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6’-ethyl 2-chlooraceetanilide.The composition according to claim 27, characterized in that said compound is N- (ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-ethyl 2-chloroacetanilide. 29. Samenstelling volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-(n-propoxymethyl) 15 2’-trifluormethyl 6'-ethyl 2-chlooraceetanilide.29. A composition according to claim 27, characterized in that said compound is N- (n-propoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-ethyl 2-chloroacetanilide. 30. Samenstelling volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-J[_isopropoxymethyl) 2'-trif luormethyl 6'-ethyl 2-chlooraceetanilide.A composition according to claim 27, characterized in that said compound is N-J [isopropoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-ethyl 2-chloroacetanilide. 31. Samenstelling volgens conclusie 21, 20 met het kenmerk, dat vaterstof is.31. A composition according to claim 21, characterized in that it is hydrogen. 32. Samenstelling volgens conclusie 31, met het kenmerk, dat genoemde verbinding is R-(isopropoxymethyl) 2'-trifluormethyl 2-chlooraceetanilide.The composition according to claim 31, characterized in that said compound is R- (isopropoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 2-chloroacetanilide. 33. Samenstelling volgens conclusie 20, 25 met het kenmerk, dat in genoemde verbinding R een alkenylrest is met maximaal 5 koolstofatomen. 3¼. Samenstelling volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-(allyloxymethyl) 2'-trifluormethyl 6’-methyl 2-chlooraceetanilide,33. A composition according to claim 20, characterized in that in said compound R is an alkenyl radical with a maximum of 5 carbon atoms. 3¼. Composition according to claim 33, characterized in that said compound is N- (allyloxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide, 35. Samenstelling volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat in genoemde verbinding R een alkynylrest is met maximaal 5 koolstofatomen.A composition according to claim 20, characterized in that in said compound R is an alkynyl radical with up to 5 carbon atoms. 36. Samenstelling volgens conclusie 35, met het kenmerk,dat genoemde verbinding is N-(propargyloxymethyl) 35 2’-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide. 8101326 V -» * - 52 -A composition according to claim 35, characterized in that said compound is N- (propargyloxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 8101326 V - »* - 52 - 37. Samenstellingen vólgens conclusie 20, met het kenmerk, dat in genoemde verbinding R een alkoxyalkylrest is met maximaal 5 koolstofatomen.Compositions according to claim 20, characterized in that in said compound R is an alkoxyalkyl radical having up to 5 carbon atoms. 38. Samenstelling volgens conclusie 37» 5 met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-(methoxyethoxymethyl) 21-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide.38. A composition according to claim 37, characterized in that said compound is N- (methoxyethoxymethyl) 21-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 39. Werkwijze voor het bestrijden van ongewenste planten in gewassen, met het kenmerk, dat men op de plaats ervan een herbicide effektieve hoeveelheid aanbrengt van een ver- 10 binding van de formule van het formuleblad, waarin R is C. _ 1-5 alkyl of alkoxyalkyl of alkenyl of alkynyl met maximaal 5 koolstof-atomen en waterstof, methyl of ethyl, mits, wanneer R^ waterstof is, R isopropyl is en wanneer R^ ethyl is, R is ethyl, n-propyl of isopropyl.39. A method for controlling unwanted plants in crops, characterized in that a herbicidally effective amount of a compound of the formula of the formula sheet is applied in its place, in which R is C 1 -5 alkyl. or alkoxyalkyl or alkenyl or alkynyl of up to 5 carbon atoms and hydrogen, methyl or ethyl, provided that when R 1 is hydrogen, R is isopropyl and when R 1 is ethyl, R is ethyl, n-propyl or isopropyl. 15 Ho. Werkwijze volgens conclusie 39, met het kenmerk, dat in genoemde verbinding R is 1*1. Werkwijze volgens conclusie HO, met het kenmerk, dat in genoemde verbinding R^ methyl is. k2. Werkwijze volgens conclusie U1, 20 met het kenmerk, dat genoemde verbinding N-(ethoxymethyl 2r-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide is. Π3. Werkwijze volgens conclusie U1, met het kenmerk, dat genoemde verbinding N-(n-propoxymethyl) 2’-trifluormethyl é’-methyl 2-chlooraceetanilide is. 25 ΠΠ. Werkwijze volgens conclusie U1, met het kenmerk, dat genoemde verbinding N-(isopropoxymethyl) 2’-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide is. U5. Werkwijze volgens conclusie U1, met het kenmerk, dat genoemde verbinding N-(isobutoxymethyl) 2’- 30 trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide is. U6. Werkwijze volgens conclusie Ho, met het kenmerk, dat R^ ethyl is. Vf. Werkwijze volgens conclusie Hé, met het kenmerk, dat genoemde verbinding N-(ethoxymethyl) 2’-trifluor- 35 methyl 6'-ethyl 2-chlooraceetanilide is. 8101326 4 * - 53 - ^8. Werkwijze volgens conclusie U6, met het kenmerk, dat genoemde verbinding W-(n-propoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6'-ethyl 2-chlooraeeetanilide is. k9. Werkwijze volgens conclusie bè, 5 met het kenmerk, dat genoemde verbinding ïï-(isopropoxymethyl] 2,-trifluorraethyl 6'-ethyl 2-chlooraceetanilide is.15 Ho. Method according to claim 39, characterized in that in said compound R is 1 * 1. Process according to claim HO, characterized in that in said compound R 1 is methyl. k2. Process according to claim U1, 20, characterized in that said compound is N- (ethoxymethyl 2r-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. Process according to claim U1, characterized in that said compound is N- (n-propoxymethyl) 2'-Trifluoromethyl-1'-methyl 2-chloroacetanilide A process according to claim U1, characterized in that said compound is N- (isopropoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. claim U1, characterized in that said compound is N- (isobutoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide U6 Process according to claim Ho, characterized in that R 1 is ethyl. claim Hey, characterized in that said compound is N- (ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-ethyl 2-chloroacetanilide 8101326 4 - 53 - 8. Process according to claim U6, characterized in that said compound W- (n-propoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-ethyl 2-chloroeeetanil ide is. k9. Process according to claim bè, 5 characterized in that said compound is 1- (isopropoxymethyl] 2 -trifluororaethyl 6'-ethyl 2-chloroacetanilide. 50. Werkwijze volgens conclusie Uo, met het kenmerk, dat waterstof is. 51» Werkwijze volgens conclusie 50, 10 met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-(isopropoxymethyl) 2·-trifluormethyl 2-chlooraceetanilide.50. A process according to claim Uo, characterized in that it is hydrogen. A method according to claim 50, characterized in that said compound is N- (isopropoxymethyl) 2 -trifluoromethyl 2-chloroacetanilide. 52, Werkwijze volgens conclusie 39, wo-k het kenmerk, dat in genoemde verbinding R een alkenylrest is met maximaal 5 koolstofatomen.52, Process according to claim 39, characterized in that in said compound R is an alkenyl radical with a maximum of 5 carbon atoms. 53. Werkwijze volgens conclusie 52, met het kenmerk, dat genoemde verbinding W-(allyloxymethyl) 2'-trifluormethyl 6’-methyl 2-chlooraceetanilide is. 5U, Werkwijze volgens conclusie 39, met het kenmerk, dat in genoemde verbinding R een alkynylrest 20 is met maximaal 5 koolstof atomen.53. A process according to claim 52, characterized in that said compound is W- (allyloxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 5U, A process according to claim 39, characterized in that in said compound R is an alkynyl radical 20 with up to 5 carbon atoms. 55. Werkwijze volgens conclusie 5^, met het kenmerk, dat genoemde verbinding W-(propargyloxymethyl) 2*-trif luormethyl 6’-methyl 2-chlooraceetanilide is.55. Process according to claim 5, characterized in that said compound is W- (propargyloxymethyl) 2 * -trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 56. Werkwijze volgens conclusie 39, 25 met het kenmerk, dat in genoemde verbinding R een alkoxyalkyl-rest is met maximaal 5 koolstof atamen. 57« Werkwijze volgens conclusie 56, met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-(methoxyethoxy-methyl) 21-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide is.56. A process according to claim 39, characterized in that in said compound R is an alkoxyalkyl radical with up to 5 carbon atoms. 57 A method according to claim 56, characterized in that said compound is N- (methoxyethoxy-methyl) 21-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 58. Werkwijze volgens conclusie 39, met het kenmerk, dat genoemd gewas mais, gierst, soja, katoen, aardnoot, bruine boon, tarwe of raap is. 59» Werkwijze volgens conclusie 58, met het kenmerk, dat genoemde verbinding is N-(ethoxymethyl) 35 2'-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide. 8101 326 - 5b - s «- * r-A method according to claim 39, characterized in that said crop is corn, millet, soy, cotton, groundnut, brown bean, wheat or turnip. 59 Process according to claim 58, characterized in that said compound is N- (ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide. 8101 326 - 5b - s «- * r- 60. Werkwijze voor het bestrijden van ongewenste planten in mais, met het kenmerk, dat men op de plaats ervan een herbicide effektieve hoeveelheid N-{ethoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide toepast.60. A method for controlling undesired plants in corn, characterized in that a herbicidally effective amount of N- {ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide is used in its place. 61. Werkwijze voor het bestrijden van ongewenste plantengroei bij eoja, met het kenmerk, dat men op de plaats ervan een herbicide effektieve hoeveelheid N-(ethoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide toepast.61. A method for controlling undesired plant growth in eoja, characterized in that a herbicidally effective amount of N- (ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide is used in its place. 62. Werkwijze voor het bestrijden van ongewenste 10 plantengroei in katoen, met het kenmerk, dat men op de plaats ervan een herbicide effektieve hoeveelheid N-(ethoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6’-methyl 2-chlooraceetanilide aanbrengt.62. A method for controlling undesired plant growth in cotton, characterized in that a herbicidally effective amount of N- (ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide is applied to its place. 63. Werkwijze voor het bestrijden van ongewenste plantengroei bij raap, met het kenmerk, dat men op de plaats 15 ervan een herbicide effektieve hoeveelheid N-(ethoxymethyl) 2'-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide aanbrengt. 6h. Werkwijze voor het bestrijden van ongewenste plantengroei bij snijbonen, met het kenmerk, dat men op de plaats ervan een herbicide effektieve hoeveelheid N-(ethoxy-20 methyl) 2'-trifluormethyl 6'-methyl 2-chlooraceetanilide aanbrengt. 8101326 -5\Γ- Verbetering van errata in de beschrijving behorende bij de octrooiaanvrage no. 81.01326 NED. voorgesteld door aanvrager63. A method of controlling undesirable plant growth in turnip, characterized in that a herbicidally effective amount of N- (ethoxymethyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide is applied in its place. 6h. Method for combating undesired plant growth in string beans, characterized in that a herbicidally effective amount of N- (ethoxy-20 methyl) 2'-trifluoromethyl 6'-methyl 2-chloroacetanilide is applied in its place. 8101326 -5 \ Γ- Improvement of errata in the specification associated with patent application No. 81.01326 NED. proposed by applicant 30 JUU 1981 Verander in regel 5 van blz. 10 "XIII" in "XV" en in regels 5 en 6 van blz. 13 "XIV" in "XVI". JKr/JvdB 8101326 **. o II Cl ch2c ch2or \ / NT R,—(érCFi ! MONSANTO COMPANY, te St. Louis, Missouri, Ver.St.v.Amerika 81 01 32630 JUU 1981 Change in line 5 of page 10 "XIII" to "XV" and in lines 5 and 6 of page 13 "XIV" to "XVI". JKr / JvdB 8101326 **. o II Cl ch2c ch2or \ / NT R, - (érCFi! MONSANTO COMPANY, St. Louis, Missouri, USA America 81 01 326
NL8101326A 1980-03-25 1981-03-18 HERBICIDE 2-HALOGENENE ACETANILIDES, AND METHOD FOR PREPARING HERBICIDE PREPARATIONS HEREBY. NL8101326A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US13371880A 1980-03-25 1980-03-25
US13371880 1980-03-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8101326A true NL8101326A (en) 1981-10-16

Family

ID=22459986

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8101326A NL8101326A (en) 1980-03-25 1981-03-18 HERBICIDE 2-HALOGENENE ACETANILIDES, AND METHOD FOR PREPARING HERBICIDE PREPARATIONS HEREBY.

Country Status (40)

Country Link
JP (1) JPS56145260A (en)
AR (1) AR228451A1 (en)
AT (1) AT370279B (en)
AU (1) AU537092B2 (en)
BE (1) BE887997A (en)
BG (1) BG36192A3 (en)
BR (1) BR8101599A (en)
CA (1) CA1221380A (en)
CH (1) CH644586A5 (en)
CS (1) CS227326B2 (en)
CY (1) CY1278A (en)
DD (1) DD157295A5 (en)
DE (1) DE3110523C2 (en)
DK (1) DK157189C (en)
EG (1) EG15025A (en)
FI (1) FI73972C (en)
FR (1) FR2479204B1 (en)
GB (1) GB2072181B (en)
GR (1) GR66543B (en)
HU (1) HU189497B (en)
IE (1) IE51698B1 (en)
IL (2) IL62420A (en)
IT (1) IT1194040B (en)
KE (1) KE3480A (en)
LU (1) LU83232A1 (en)
MA (1) MA19103A1 (en)
MW (1) MW1181A1 (en)
MX (1) MX6765E (en)
NL (1) NL8101326A (en)
NO (1) NO151617C (en)
NZ (1) NZ196541A (en)
OA (1) OA06771A (en)
PL (1) PL125386B1 (en)
PT (1) PT72685B (en)
RO (3) RO85642B (en)
SE (1) SE462093B (en)
SG (1) SG86784G (en)
TR (1) TR20869A (en)
ZA (2) ZA828914B (en)
ZW (1) ZW6081A1 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ZA861043B (en) * 1985-02-13 1987-01-28 Monsanto Co Novel acetanilides and their use in the regulation of the natural growth or development of turf grass

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH579348A5 (en) * 1973-02-08 1976-09-15 Ciba Geigy Ag
CH585191A5 (en) * 1973-02-08 1977-02-28 Ciba Geigy Ag N-substd halogen acetanilide herbicides - prepd. from N-substd anilines and chloracetic anhydride or chloracetyl chloride
PL103793B1 (en) * 1976-03-19 1979-07-31 Monsanto Co A WORMHOUSE
DE2803662A1 (en) * 1978-01-25 1979-07-26 Schering Ag CHLORACETANILIDES, METHOD FOR PRODUCING THESE COMPOUNDS AND HERBICIDES CONTAINING THEM
US4258196A (en) * 1978-04-17 1981-03-24 Monsanto Company Process for the production of tertiary 2-haloacetamides

Also Published As

Publication number Publication date
DK157189C (en) 1990-04-23
IE810596L (en) 1981-09-25
TR20869A (en) 1982-11-18
GB2072181B (en) 1984-02-29
RO81727B (en) 1983-05-30
ZA828914B (en) 1983-02-23
NO151617B (en) 1985-01-28
SE8101736L (en) 1981-11-09
JPH0148260B2 (en) 1989-10-18
AU537092B2 (en) 1984-06-07
RO85641A (en) 1984-11-25
EG15025A (en) 1985-12-31
PT72685B (en) 1982-03-24
ZA811808B (en) 1983-02-23
GB2072181A (en) 1981-09-30
MA19103A1 (en) 1981-10-01
RO85642A (en) 1984-11-25
OA06771A (en) 1982-06-30
FR2479204A1 (en) 1981-10-02
MW1181A1 (en) 1983-02-09
JPS56145260A (en) 1981-11-11
DK157189B (en) 1989-11-20
CS227326B2 (en) 1984-04-16
AU6849081A (en) 1981-10-01
GR66543B (en) 1981-03-26
DE3110523C2 (en) 1986-02-06
NO151617C (en) 1985-05-08
DE3110523A1 (en) 1982-01-14
IT8120413A0 (en) 1981-03-18
BR8101599A (en) 1981-09-29
CH644586A5 (en) 1984-08-15
RO85641B (en) 1984-11-30
AT370279B (en) 1983-03-10
IE51698B1 (en) 1987-02-18
PT72685A (en) 1981-04-01
DK120681A (en) 1981-09-26
AR228451A1 (en) 1983-03-15
DD157295A5 (en) 1982-11-03
KE3480A (en) 1985-01-04
NO810927L (en) 1981-09-28
MX6765E (en) 1986-06-27
IT1194040B (en) 1988-08-31
FI73972C (en) 1987-12-10
CY1278A (en) 1985-07-05
FI73972B (en) 1987-08-31
IL62411A (en) 1984-07-31
ZW6081A1 (en) 1981-08-05
IL62420A0 (en) 1981-05-20
SE462093B (en) 1990-05-07
PL125386B1 (en) 1983-05-31
ATA125681A (en) 1982-08-15
IL62420A (en) 1985-06-30
SG86784G (en) 1985-06-07
NZ196541A (en) 1984-04-27
RO81727A (en) 1983-06-01
FI810834L (en) 1981-09-26
RO85642B (en) 1984-11-30
BG36192A3 (en) 1984-09-14
BE887997A (en) 1981-09-18
HU189497B (en) 1986-07-28
IL62411A0 (en) 1981-05-20
LU83232A1 (en) 1981-10-30
CA1221380A (en) 1987-05-05
FR2479204B1 (en) 1985-08-16
PL230198A1 (en) 1981-10-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR20000071013A (en) Compositions for safening rice against acetochlor
WO2004049806A1 (en) Method of controlling unwanted vegetation
RU2351132C2 (en) Herbicide-antidote combination and method of killing weeds in crops
US4334910A (en) Plant-protective and pest-control agent
CA1161657A (en) N-substituted alanine herbicidal composition
US5114464A (en) 4-quinoxalinyloxyphenoxyalkylinitrile herbicides
NL8101326A (en) HERBICIDE 2-HALOGENENE ACETANILIDES, AND METHOD FOR PREPARING HERBICIDE PREPARATIONS HEREBY.
US4531966A (en) Herbicide compositions
EP0088066A1 (en) 3,5-Bis (trifluoromethyl) phenoxy carboxylic acids and derivatives thereof
CA1056405A (en) Nitrodiphenylether herbicidal compounds
US4761176A (en) Herbicidal 2-haloacetanilides
NO167335B (en) SIGNAL DEVICE FOR INDUSTRIAL MEASUREMENT.
JPS6197269A (en) Esters of 2-brom-4-methylimidazole-5-carboxylic acid
CA1221378A (en) Herbicidal 2-haloacetanilides
US4155747A (en) Derivatives of tetrahydro-1,3,5-oxadiazin-4-one and herbicidal compositions containing these derivatives
WO2003005821A1 (en) Weed control process
US4441914A (en) Dichloroacetyl oxazolidine herbicide antidotes
NO140382B (en) TIADIAZOLYLIMIDAZOLIDINONES WITH HERBICIDING EFFECT
EP0005066B1 (en) Synergistic herbicidal compositions and use thereof
US3937627A (en) Perchlorylphenylurea herbicide
GB2072175A (en) Herbicidal 2-Haloacetanilides
PL135092B1 (en) Agent containing antitoxin against pyrolidonic herbicides
EP0134564A1 (en) Fluorinated pyrrolidone derivatives and their utility as herbicides
HU189496B (en) Herbicide compositions containing 2-halogen -acetani- lide derivatives as active substances
JPS6230961B2 (en)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed