[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

NL8100777A - Werkwijze voor selectieve verandering van richting in afgebogen boorputten waarbij gebruik wordt gemaakt van afsluitkogels. - Google Patents

Werkwijze voor selectieve verandering van richting in afgebogen boorputten waarbij gebruik wordt gemaakt van afsluitkogels. Download PDF

Info

Publication number
NL8100777A
NL8100777A NL8100777A NL8100777A NL8100777A NL 8100777 A NL8100777 A NL 8100777A NL 8100777 A NL8100777 A NL 8100777A NL 8100777 A NL8100777 A NL 8100777A NL 8100777 A NL8100777 A NL 8100777A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
casing
perforations
carrier fluid
along
plane
Prior art date
Application number
NL8100777A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Exxon Production Research Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Exxon Production Research Co filed Critical Exxon Production Research Co
Publication of NL8100777A publication Critical patent/NL8100777A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B33/00Sealing or packing boreholes or wells
    • E21B33/10Sealing or packing boreholes or wells in the borehole
    • E21B33/13Methods or devices for cementing, for plugging holes, crevices or the like
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B33/00Sealing or packing boreholes or wells
    • E21B33/10Sealing or packing boreholes or wells in the borehole
    • E21B33/13Methods or devices for cementing, for plugging holes, crevices or the like
    • E21B33/138Plastering the borehole wall; Injecting into the formation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B43/00Methods or apparatus for obtaining oil, gas, water, soluble or meltable materials or a slurry of minerals from wells
    • E21B43/25Methods for stimulating production
    • E21B43/26Methods for stimulating production by forming crevices or fractures
    • E21B43/261Separate steps of (1) cementing, plugging or consolidating and (2) fracturing or attacking the formation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B43/00Methods or apparatus for obtaining oil, gas, water, soluble or meltable materials or a slurry of minerals from wells
    • E21B43/11Perforators; Permeators
    • E21B43/119Details, e.g. for locating perforating place or direction

Landscapes

  • Geology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Application Of Or Painting With Fluid Materials (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)
  • Consolidation Of Soil By Introduction Of Solidifying Substances Into Soil (AREA)
  • Details Of Garments (AREA)
  • Pipe Accessories (AREA)
  • Lining And Supports For Tunnels (AREA)

Description

ψ·> t YO 1573
Betr.: Werkwijze voor selectieve verandering van richting in afgebogen boorputten waarbij gebruik wordt gemaakt van afsluitkogels.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het selectief veranderen van richting in een afgebogen boorput en in het bijzónder pp een werkwijze voor het afsluiten van een bepaalde groep perforaties in een afgebogen verhuizing, waarbij de overige perforaties in 5 de putverbuizing open blijven en met de formatie communiceren.
Bij olie- en gasboringen komt het veelvuldig voor dat een boorput van de verticaal afwijkt. In het geval dat de put met opzet afwijkend van de verticaal wordt geboord, spreekt men van gericht boren. Gericht boren wordt onder diverse omstandigheden toegepast, zoals: voor het 10 winnen van olie uit niet toegankelijke locaties, zoals bevolkte gebieden, vijandige omgeving, onder de rivieren e.d., ook bij het boren vanaf buitengaatse platforms en bij het zijdelings aftakken van een verticale ’beerput nadat de oorspronkelijke put water heeft aangeboord of indien ondergronds optredende problemen het nodig maken dat het onderste deel 15 van de oorspronkelijke boorput'wordt verlaten.
Het is ook gebruikelijk bij het afwerken van olie- en gasputten, ook van afgebogen putteny.een buizenserie, de z.g. verhuizing, in de put te installeren en cement cm de buitenzijde van de verhuizing te pompen teneinde diverse formaties, waar de put zich doorheen uitstrekt, 20 te isoleren. Yoor het tot stand brengen van fluidumccmmunicatie tussen elke koolwaterstoffen bevattende formatie en de binnenruimte van de verhuizing worden de verhuizing en de cementmantel ter plaatse van elke formatie geperforeerd. De perforaties in elke formatie worden gewoonlijk aangebracht onder 0°a 9C°, 120° of 180° verspringing.
25 Op diverse tijdstippen gedurende de levensduur van de boorput, kan het gewenst zijn tijdelijk of permanent een bepaalde groep perforaties in een deel van de verhuizing en in verbinding staande met een bepaalde zone van de formatie af te sluiten. B.v. bij waterinjectieputten kan het gewenst zijn de specifieke groep perforaties die in verbinding staan met 30 de meest permeabele zone, permanent af te sluiten nadat het water in deze zone in de productieput is doorgedrongen. Yerder kan het in bepaalde gevallen gewenst zijn de specifieke groep perforaties die in verbinding staan met een eerste zone, welke grenst aan een watergebied tijdelijk af te sluiten terwijl breekwerkzaamheden worden uitgevoerd in een tweede zone, 810 G777 % -2- die zich op afstand bevindt van het watergebied. Er zijn andere omstandigheden, waarbij het gewenst is een bepaalde groep perforaties die met een bepaalde zone in verbinding staan, selectief te sluiten, terwijl de overblijvende perforaties in de verhuizing die met andere zones 5 canmuniceren, open worden gelaten.
Een oudere werkwijze voor selectieve afbuiging is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift h.l9k.^6l. Deze. methode omvat het gebruik van positioneerinrichtingen voor drijvende afsluitkogels op een bepaalde locatie binnen de boorput. Deze inrichtingen zijn uitgerust met middelen 10 voor het verhinderen van opwaartse verplaatsing van de drijvende afsluitkogels voorbij de positioneerinrichting. De afsluitkogels worden op de perforaties gedrukt door het door de verhuizing omlaag en door de inrichting stromende fluïdum. Deze inrichtingen worden gewoonlijk gebruikt voor het selectief sluiten van de perforaties in de laagste ' 15 zone van de verhuizing.
Er is derhalve nog behoefte aan een mogelijkheid om op eenvoudige wijze een bepaalde groep perforaties, die zich op elke willekeurige plaats van de lengte van de verhuizing bevinden, selectief af te sluiten.
De werkwijze volgens de uitvinding maakt een dergelijke selectieve 20 afsluiting van een bepaalde groep perforaties op elke willekeurige plaats van de vertuizingslengte in een afgebogen boorput mogelijk.
Deze specifieke groep van perforaties staat in verbinding met een bepaalde zone of een deel van een zone, welke men tijdelijk of permanent gedurende de gehele levensduur van de boorput wil afsluiten. De werkwijze 25 volgens de uitvinding omvat in hoofdzaak vijf stappen. De eerste stap omvat het perforeren met een aantal perforaties van dat speciale deel van de verhuizing, dat zich uitstrekt door de betreffende zone of het deel van de zone, die men wil afsluiten. Vrijwel al deze perforaties bevinden zich bij het bovendeel of bij het benedendeel van de ver-30 huizing, waar deze een denkbeeldig vlak ontmoet dat in hoofdzaak verticaal is opgesteld en zich door de langsas van de verhuizing uitstrekt.
De tweede stap omvat het perforeren van andere delen van de verhuizing met een aantal perforaties, teneinde verbinding tot stand te brengen met andere zones. Deze perforaties bevinden zich in omtreksrichting op 35 afstand van het denkbeeldige vlak en wel op een afstand die voldoende 8100777 ώ- -3- groot is cm in hoofdzaak te verhinderen dat ombuigmiddelen, zoals afsluitkogels of korrels, die in de verhuizing omlaag worden getransporteerd in een draagfluidum volgens een traject grenzend aan de verhuizing aan het vlak, zich in deze perforaties vastzetten. Bij 5 voorkeur zijn deze perforaties in cmtreksrichting t.o.v. het vlak ge -spatieer! onder een hoek van tenminste ongeveer 30°. De derde stap omvat het injecteren van eei*draagfluidum met afhuigmiddelen in de verhuizing, wanneer de perforaties in het betreffende deel van de verhuizing moeten worden afgesloten. Indien de verhuizing langs de 10 bovenzijde is geperforeerd wordt een afbuigmiddel gekozen met een geringere dichtheid daa. die van het draagfluidum. Indien de verhuizing langs de onderzijde is geperforeerd, wordên.'-er. afbuigmiddelen gekozen met een grotere dichtheid dan die van het draagfluidum. De vierde stap omvat het omlaag transporteren van het afbuigmiddel in de verhuizing.
15 Door het verschil in dichtheid tussen het afbuigmiddel en het draagfluidum wordt het afbuigmiddel in de verhuizing omlaag getransporteerd volgens een traject dat zich hij de hovenzijde of hij de onderzijde van de verhuizing uitstrekt en nabij het denkbeeldige verticale vlak dat zich door de langsas van de verhuizing uitstrekt. Bij het omlaag 20 brengen van het afbuigmiddel in de verhuizing zal dit de perforaties die in cmtreksrichting t.o.v. het denkbeeldige vlak zijn gespatieerd, passeren door de aanwezigheid van een afstand tusseihet traject van het afbuigmiddel en de op afstand aangebrachte perforaties. Het afbuigmiddel zal de gespatieerde perforaties passeren, ook in het geval dat 25 het draagfluidum wel door deze perforaties kan strcmen. De vijfde stap omvat het panpen van het draagfluidum dat het afbuigmiddel bevat door die tevoren gekozen perforaties die zich hij de bovenzijde of hij de benedenzijde van de verhuizing bevinden teneinde het afbuigmiddel in de betreffende perforaties vast te zetten en het betreffende deel 30 van de verhuizing selectief af te sluiten. Wanneer het afbuigmiddel in de verhuizing cmlaag wordt getransporteerd langs de bovenzijde of langs de onderzijde van de verhuizing, zal het de op afstand aange-braehte perforaties passeren en zich alleen vastzetten in die perforaties die langs de bovenzijde of langs de onderzijde van de ver-35 huizing zijn aangebracht.
81 00 77 7 ♦. % -fc-
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden van de werkwijze voor het selectief van richting veranderen in een afgehogen poorput worden beschreven.
5 Fig. 1 is een doorsnedeaanzicht van een afgehogen boorput die over eenkomstig de werkwijze volgens de uitvinding is geperforeerd; fig. 2 is een dwarsdoorsnede van de boorput volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 is een doorsnede van de boorput volgens de lijn III-III 10 in fig. 1; fig. h is een dwarsdoorsnede van de boorput volgens de lijn IV-IV in fig. 1; fig. 5 is een langsdoorsnede van de af gebogen poor]but volgens fig. 1, waarbij drijvende afsluitkogels volgens de uitvinding in de 15 verhuizing cmlaag zijn getransporteerd, en fig. β is een langsdoorsnede van de afgehogen poorput volgens fig. 1, waarbij nietdrijvendê afsluitkogels in de verhuizing volgens de uitvinding omlaag worden getransporteerd.
Volgens de tekening, in het bijzonder fig. 1, ' rijkt een afgebogen 20 poorput 10 door een ondergrondse formatie 12. Een boorputverbuizing it strekt zich door de boorput uit en wordt op zijn plaats gehouden door een cementmantel 16. De verhuizing lU heeft een langsas 22 die zich in langsrichting daardoorheen uitstrekt. Voor het tot stand brengen van fluïdumverbinding tussen de formatie en de binnenruimte van de ver-25 huizing, worden de verhuizing en de cementmantel doorboord met een aantal perforaties 17 aan de zijkant van de verhuizing, perforaties 18 bij de bovenzijde van de verhuizing en perforaties 20 bij de onderzijde van de verhuizing. Gedurende de levensduur van de boorput kan het wenselijk worden geacht de perforaties 18 of 20 af te sluiten.
30 In fig. 2 is een dwarsdoorsnedeaanzicht weergegeven van de verhui zing lt volgens de lijn II-II in fig. 1. Perforatie 17 bevindt zich opzij van de verhuizing 1¾ en in omtreksrichting gespatieerd van het denkbeeldige vlak 2k dat in hoofdzaak verticaal is en zich langs de langsas 22 van de verhuizing lh uitstrekt. Perforaties 17 zijn bij 35 voorkeur in cm treksrichting van het vlak 2h gespatieerd over een hoek 8100777 -5- ι3 * ran tenminste ongeveer 30°. Het verdient de voorkeur de perforaties 17 t.o.v. het vlak 2k te spatiëren over een hoek van ongeveer 60° tot ongeveer 90°.
Fig. 3 toont een dvarsdoorsnedeaanzicht van de verhuizing ik 5 volgens de lijn III-IÏI in fig. 1. De perforatie 18 bevindt zich hij de hovenzijde van de verhuizing en in het denkbeeldige vlak 2b. Fig. b toont een ander dvarsdoorsnedeaanzicht van de verhuizing ik, n.1. volgens de lijn 17-17 in fig. 1. Perforatie 20 bevindt zich hij de onderzijde van de verhuizing in het vlak 2b. Het zou voor een deskundige 10 duidelijk zijn dat in de practijk de verkelijke hoekstand van de perforaties 18 en 20 iets t.o.v. de verticaal kan variëren, echter dat de verhuizing zodanig moet vorden geperforeerd dat de perforaties 18 en 20 aan het in hoofdzaak verticale vlak grenzen. Het (niet afgeheelde) overige deel van de verhuizing kan op andere positie van zijn lengte 15 zijn geperforeerd op plaatsen vaar fluxdumverbinding met de formatie gevenst is. Deze perforaties moeten echter hij voorkeur in omtreks-richting op afstand van het vlak 2b zijn aangebracht onder een hoek van tenminste 30°.
De perforaties hij de bovenzijde of onderzijde van de verhuizing 20 kunnen vorden aangebracht met elk geschikt type schietperforator, hij voorkeur van het type met een straaleffect dat de meest ronde en braam-vrije perforaties geeft velke geschikt zijn als een zitting voor een kogelafsluiter. 7oor perforaties langs de onderzijde van de verhuizing kan een aantal mechanische of magnetische excentrische schietperforators 25 vorden toegepast. B.v. met huis- of pijpperforators vorden geschikte perforaties verkregen. Ook geschikte mechanische schietperforators vaarbij gebruik vordt gemaakt van hladveren voor het oriënteren van de perforator hij de onderzijde van de verhuizing komen in aanmerking.
Bij magnetische schietperforators vordt gebruik gemaakt van magneten 30 voor het oriënteren van de perforator hij de onderzijde van de verhuizing. Voor perforaties langs de bovenzijde van de verhuizing vordt hij voorkeur gebruik gemaakt van op overeenkomstige vijze excentrisch aangebrachte buisperforators. Deze grotere perforators hebben een minimale afstand tussen de perforator en de verbuizingsvand en derhalve een optimale 35 kvaiiteit van de toegangsopening tot de perforatie. Een type buisper- 81 0 0 77 7
♦ V
-β- forator is "beschreven in het Amerikaanse octrooischrift k.153.188, echter het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat andere types schiet-perforators die op geschikte vijze worden georiënteerd, voor het in de practijk "brengen van de werkwijze volgens de uitvinding in aanmerking 5 komen.
In fig. 5 en 6 zijn sluitkogels aangegeven die langs een afgebogen boorputverbuizing overeenkomstig de uitvinding omlaag worden getransporteerd. Uit fig. 5 "blijkt dat de perforaties 18 zich langs de hovenzijde van de verhuizing ïb uitstrekken. Afsluitkogels 2.6 zijn in 10 de verhuizing lU geïnjecteerd en worden daarin omlaag gebracht door een draagfluïdum 28. De afsluitkogels 26 zijn zodanig gekozen, dat hun soortelijk gewicht lager is dan dat van het draagfluïdum 28 dat voor het omlaag transporteren van de afsluitkogels in de verhuizing wordt gebruikt. Het draagfluïdum wordt in de verhuizing geïnjecteerd met een 15 debiet dat voldoende groot is cm de drijvende afsluitkogels in de verhuizing omlaag te brengen. De afsluitkogels drijven in het draagfluïdum en worden in de verhuizing omlaag gebracht volgens een traject dat zich langs de bovenzijde van de verhuizing uitstrekt hij het vlak dat in hoofdzaak verticaal is en zich uit strekt langs de langsas van de 20 verhuizing lU. De drijvende afsluitkogels 26 gaan voorbij de perforaties die zich aan de onderzijde van de verhuizing bevinden en ook aan de perforaties IT die in omtreksrichting van de bovenzijde van de verhuizing lh· zijn gespatieerd. Derhalve worden de drijvende afsluitkogels in de verhuizing omlaag gebracht totdat deze die perforaties ontmoeten welke 25 hij de bovenzijde van de verhuizing zijn aangebracht. De fluldumstrocm door deze perforaties zorgt ervoor, dat de afsluitkogels zich op deze perforaties vastzetten. De afsluitkogels worden op deze perforaties vastgehouden door het drukverschil over de perforaties.
Uit fig. 6 blijkt dat de perforaties 20 zich hij de onderzijde 30 van de verhuizing lU bevinden. De afsluitkogels 30 hebben een groter soortelijk gewicht dan het draagfluïdum 32, De niet drijvende afsluitkogels 30 zinken in het draagfluïdum 32 en bewegen zich in de verhuizing omlaag volgens een traject dat zich langs de onderzijde van de verhuizing uitstrekt vlak hij het vlak dat zich in de verticaal uitstrekt door de 35 langsas van de verhuizing lU. Deze afsluitkogels passeren de perforaties 81 00 77 7 > > -7- 17 die in cmtreksrichting op afstand van de onderzijde van de verhuizing 1¾ zijn aangebracht en ook de perforaties 18 die zich bij de bovenzijde van de verhuizing 1¾ bevinden. De afsluitkogels zetten zich alleen op de perforaties 20 bij de onderzijde van de verhuizing vast.
5 In een alternatiefuitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding kan de verhuizing uitsluitend bij de bovenzijde en bij de onderzijde zijn geperforeerd zodat zowel selectieve richtingverandering en positieve selectieve afsluiting van de boorput mogelijk is. Selectieve richtingverandering geschiedt door het injecteren van hetzij drijvende, hetzij niet 10 drijvende afsluitkogels in de boorput voor het selectief afsluiten van hetzijde de perforaties bij de bovenzijde van de verhuizing, hetzij de perforaties bij de onderzijde van de verhuizing. De boorput kan worden afgesloten door het injecteren van zowel drijvende als niet drijvende afsluitkogels in de verhuizing. Indien het gewenst is cm alleen een be-15 paalde zone af te sluiten, kan de verhuizing worden geperforeerd met een eerste groep perforaties, hetzij hij de bovenzijde, hetzij bij de onderzijde van de verhuizing, grenzend aan het vlak dat zich in hoofdzaak door de verticaal uit strekt. Andere delen van de verhuizing kunnen werden geperforeerd met perforaties die in cmtreksrichting op afstand van de 20 eerste groep perforaties zijn aangebracht onder een hoek van tenminste ongeveer 30°. Ihdien b.v. de eerste groep perforaties zich bevindt bij de onderzijde van de verhuizing, grenzend aan het eerdergenoemde vlak, kan de verhuizing bij de bovenzijde daarvan worden geperforeerd in cmtreksrichting op afstand van het denkbeeldige vlak en wel onder een 25 hoek van kleiner dan 30°. Indien de verhuizing ook is geperforeerd aan de zijkant daarvan, kan de boorput worden afgesloten door het injecteren van afsluitkogels met een dichtheid die in hoofdzaak gelijk is aan de dichtheid van het draagfluldum.
Verschillende soorten afbuigmiddelen kunnen worden toegepast bij 30 het in de practijk brengen van de uitvinding, n.1. afbuigmiddelen zoals afsluitkogels en korrels. Zoals eerder opgemerkt is de dichtheid de meest belangrijke factor hij de keuze van een geschikt afbuigaiddel voor gebruik bij de werkwijze volgens de uitvinding. Een afbuigaiddel met een juiste dichtheid moet worden gekozen rekening houdend met een 35 bepaald draagf lux dum. Indien de perforaties zich bij de onderzijde van de 810077/ -8- verbuizing bevinden moet de dichtheid van het afbuigmiddel groter zijn dan de dichtheid van het draagfluïdum dat is gekozen voor het in de verhuizing omlaag transporteren van het afbuigmiddel. Indien de perforaties zich bij de bovenzijde van de verhuizing bevinden moet de dichtheid van 5 het afbuigmiddel kleiner zijn dan de dichtheid van het draagfluïdum dat voor het omlaag in de verhuizing brengen van dit afbuigmiddel is gekozen. In depractijk van de uitvinding verdient het gebruik van afsluitkogels als afbuigmiddel de voorkeur. Verder verdient het de voorkeur dat de afsluitkogels zijn uitgerust met een uitwendige bedekking die voldoende 10 meegeeft om een perforatie, vervaardigd met behulp van een straalper- forator of een schotperforator af te dichten en voorzien van een massieve stijve kern die extrusie door de perforatie heen verhindert. Een geschikt type afsluitkogel is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift it.102.k01. Het zal echter voor een deskundige duidelijk zijn dat vele 15 andere soorten afsluitkogels kunnen worden gebruikt voor het in de praktijk brengen van de werkwijze volgens de uitvinding.
Verder zal het voor een deskundige duidelijk zijn dat met diverse factoren rekening moet worden gehouden bij het in de practijk brengen van de werkwijze volgens de uitvinding. Factoren die bij het ontwerp 20 van een dergelijk project in aanmerking moeten worden genomen zijn: injectiedebiet van het draagfluïdum; dichtheidscontrast tussen het afbuigmiddel en het draagfluïdum; de mate van afbuiging van de boorput; de diameter van de boorput; de afmeting van het afbuigmiddel; de vis-' cositeit van het draagfluïdum (in het bijzonder voor korrelmateriaal); 25 het perforatiedebiet en het debiet langs de perforatie voor al3è perforaties in de verhuizing.
Proef op laboratoriumschaal:
De volgende resultaten van laboratoriumproeven zijn illustratief voor de practijk van de uitvinding. De proeven werden uitgevoerd in een 30 boorput van acrylmateriaal, afgebogen onder diverse hoeken t.o.v. de verticaal. De boorput had een binnendiameter van 15,2k cm en was uitgerust met een aantal perforaties met een diameter van 1,27 cm.
Perforaties bij de bovenzijde van de verhuizing en boorput afgebogen onder 30°______ 35 In een eerste reeks proeven was de boorput afgebogen onder 30° 81 00 77 7 -9- van de verticaal en uitgerust met vier perforaties. De perforaties bevcn-den zich "bij de hovenzijde Tan de verhuizing in een vlak in hoofdzaak door de verticaal en langs de hartlijn van de boorput.
In de eerste reeks proeven werden drijvende kogels met een diameter 5 van 1,91 cm en met een dichtheidscontrast (dichtheid van afsluitkogel minus de dichtheid van het draagfluïdum) gelegen tussen ongeveer ^0,084 g/cnr tot ongeveer -0.0045/cm in de boorput cmlaaggebracht tot aan de geperforeerde zone. Hoewel het totale debiet van de stroming omlaag in de verhuizing was ingesteld op het transport van de kogels tot aan de 10 perforaties, werd het perforatiedebiet gehandhaafd op ongeveer 1.89 1/minuut. De kogels werden van de bovenzijde van de verhuizing afgetransporteerd en alle kogels met dit dichtheidscontrast zetten zich vast op de bovenperforaties, resulterend in een 100% vastzetrendement.
Bij een tweede reeks proeven werden niet drijvende kogels met een 15 diameter van 1,91 cm in de boorput met dezelfde oriëntatie en hetzelfde perforatiepatroon ingebracht. De resultaten waren als volgt:
Dichtheidscontrast Perforatie- Vastzet- van niet drijvende _ debiet rendement afsluitkogels (g/arT) (l/min) {%) 20 18,9 0 28,4 15,0 0,002 3T ,9 55,0 47.3 70,0 56.8 95,0 28.4 0 0,018 37,9 0 47,3 0 56.8 0 30 Perforaties nabij onderzijde van verhuizing bij booroutafbuiging 30°
Bij een andere reeks proeven bevonden zich vier perforaties aan beide zijden van de boorput in cmtreksrichting op afstand van de onderzijde van de boorput onder een hoek van ongeveer 60°. Bij deze proeven ken de oriëntatie (of afbuiging) van het boorputmodel worden O /O » · 35 ingesteld van 0 tot 60 t.o.v. de verticaal.
8100777 t * - -10-
In de eerste fase van deze proeven-verden drijvende afsluitkogels in het boorgat gebracht dat onder een hoek van 30° t.o.v. de verticaal was afgebogen. Zoals bij de voorgaande proeven verden de kogels gedurende een bepaalde periode in het geperforeerde gebied gehouden door uit-5 stroming bij de bodem van de boorput toe te laten.
Bij deze proefopstelling zetten zich een of meer afsluitkogels vast onder de volgende omstandigheden: (a) dichtheidcontrast -0.079 g/cm , perforatiedebiet 22.7 1/xuin (interval 5 min); (b) dichtheidcontrast -0.016 g/cm, perforatiedebiet 1Ö.9 1/min (interval 3 min); (c) dichtheid-
O
10 contrast -0,00¾ g/cm , perforatiedebiet 20,8 l/min (interval 2 min). Wanneer de debieten aanzienlijk onder de hierboven aangegeven vaarden verden verlaagd zetten zich geen afsluitkogels vast op de perforaties.
In de laatste fase van deze proef (boorputafbuiging 30° van de verticaal), verden niet drijvende kogels in de boorput gebracht en 15 verden de volgende resultaten verkregen:
Dichtheidcontrast Perforatiedebiet Vastzet- niet drijvende afsluitkogels (l/min) rendement (g/cm3)_ (%) 0,002 hj 0 20 18,9 35 37,9 90 _5M__90_ 0,005 18,9 ’ 0 28,¾ 15 25 37,9 39 ¾7,3 80
Perforaties bij onderzijde verhuizing; met boorgatafbuiging 60°
Bij de laatste reeks proeven bevonden zich vier perforaties aan beide zijden van de boorput in amtreksrichting op afstand van de 30 onderzijde van de boorput onder een hoek van ongeveer 60°. Het boorput-model vas afgebogen onder 60° t.o.v. de verticaal.
In de eerste fase "van deze proef verden drijvende afsluitkogels in de boorput gebracht en gedurende een bepaalde periode vastgehouden in de geperforeerde zone door uitstroming via de bodem van de boorput 35 toe te laten. Een of meer afsluitkogels zetten zich vast onder de 8100777 3 -11- volgende omstandigheden: (a) diehtheidcontrast -0.018 g/cm. , per-foratiedebiet 56.8 l/min (interval 2 min); (¾) diehtheidcontrast -0.012
O
g/cm , perforatiedehiet 37· 9 l/min( interval 2 min); (c) dichtheid-contrast -0.004 g/cm , perforatiedehiet 18.9 l/min (interval 3 min).
5 Het vastzetten van afsluitkogels op de perforaties trad echter niet 3 op -wanneer het dichtheids contrast -werd verhoogd tot -0.026 g/cm zelfs hij verhoogd perforatiedehiet tot 56.8 1/min per perforatie,
In de laatste proeffase werden niet drijvende kogels geïnjecteerd in de onder 6o° af gebogen boorput met de volgende resultaten: 10 Dichthéidcontrast Perforatie- Vastzet- niet drijvende debiet rendement afsluitkogels (l/min) (%) (g/cm3)_ _ __________ 0.002 4,7 5 15 18,9 65 -37,9 85 _5M_95 0.018 9,5 o 20 18’9 28,4 10 37,9 15 47.3 15 56.3 25 25 Het is duidelijk dat de werkwijze volgens de uitvinding alleen toepasbaar is bij boorputten die van de verticaal zijn afgebogen. Eoe groter de afbuiging van de boorput hoe groter de kans op succes bij het uitveer en van de werkwijze. In gevallen waarbij bekend is dat men selectief van richting wil veranderen, is het gewenst de put gericht te 30 boren zodat de afbuighoek t.o.v. de verticaal bij voorkeur ongeveer 25° of meer bedraagt.
Eet is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoerlngsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn.
B100777

Claims (10)

1. Werkwijze voor het selectief uitsluiten van perforaties in een af gebogen boorputverbuizing, -waarbij: een eerste deel van de verhuizing -wordt geperforeerd met een eerste aantal perforaties, -waarbij vrijwel al deze perforaties zich 5 bevinden in de nabijheid van een vlak dat zich in hoofdzaak in de verticaal -en langs de langsas van de verhuizing uitstrékt; een tweede deel van de verhuizing wordt geperforeerd met een tweede aantal perforaties, die alle in omtreksrichting op afstand zijn aangebracht van het genoemde vlak en wel over een afstand, voldoende 10 om vrijwel te verhinderen dat afbuigorganen die in de verhuizing omlaag worden gevoerd, in een draagfluldum en volgens een traject dat zich nabij de verhuizing en nabij het genoemde vlak uitstrekt, zich in de perforaties vastzetten; het in de verhuizing injecteren van een draagfluldum dat afbuig-15 organen bevat, gekozen uit de groep, bestaande uit afbuigorganen met een dichtheid groter dan die van het draagfluldum en afbuigorganen met een dichtheid kleiner dan die van het draagfluldum; het in het draagfluldum omlaag in de verhuizing transporteren van de genoemde afbuigorganen in een.eerste deel van de verhuizing en 20 het doen stromen van het draagfluldum in het genoemde eerste aantal perforaties zodat de afbuigorganen zich selectief in dit eerste aantal perforaties vastzetten.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor afbuigorganen afsluitkogels worden gekozen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor de afbuigorganen korrelvormig materiaal wordt gekozen. h. Werkwijze voor het selectief afsluiten van perforaties in een afgebogen boorputverbuizing, welke werkwijze de volgende stappen omvat: het perforeren van een eerste deel van de verhuizing met een 30 eerste aantal perforaties waarbij vrijwel al deze perforaties zich bevinden nabij een vlak, dat zich in hoofdzaak in de verticaal en langs de hartlijn van de verhuizing uitstrekt; het perforeren van een tweede deel van de verhuizing met een tweede aantal perforaties, waarbij in hoofdzaak al deze perforaties 8100777 -13- -S' ·* in. om.treksrich.ting op afstand zijn aangebracht van het genoemde vlak en wel over een afstand die voldoende groot is om. vrijwel te verhinderen dat afsluitkogels die in de verhuizing omlaag worden getransporteerd in een draagfluidum volgens eor.trajeet grenzend aan de verhuizing en 5 aan het vlak, zich op deze perforaties vastzetten; het in de verhuizing injecteren van een draagfluidum dat afsluitkogels hevat, gekozen uit de groep bestaande uit afsluitkogels met een dichtheid groter dan die van het draagfluidum en afsluitkogels met een dichtheid die kleiner is dan die van het draagfluidum; 10 het transporteren van de afsluitkogels in het draagfluidum omlaag in de verhuizing naar een eerste deel van de verhuizing volgens een traject grenzend aan de verhuizing en aan het vlak en het laten stromen van het draagfluidum in het genoemde eerste aantal perforaties teneinde de afsluitkogels zich selectief op dit 15 eerste aantal perforaties te laten vastzetten.
5. Werkwijze volgens conclusie k, met het kenmerk, dat het genoemde tweede aantal perforaties t.o.v. het genoemde verticale vlak in cmtreks-richting gespatieerd over een hoek van tenminste ongeveer 30° wordt aangehracht.
6. Werkwijze volgens conclusie ij-, met het kenmerk, dat het genoemde tweede aantal perforaties in cmtreksrichting over een hoek van tenminste ongeveer 60° op afstand van het verticale vlak wordt aangehracht.
7· Werkwijze voor het selectief afsluiten van perforaties in een afgebogen boorputverbuizing, welke werkwijze de volgende stappen omvat: 25 het perforeren van een eerste deel van de verhuizing met een eerste aantal perforaties, waarbij vrijwel al deze perforaties zich bevinden hij de bovenzijde van de verhuizing grenzend aan een vlak, dat zich in hoofdsaak uitstrekt in de verticaal en langs de hartlijn van de verhuizing; 30 het perforeren van een tweede deel van deze verhuizing met een tweede aantal perforaties, waarbij vrijwel al deze perforaties zich bevinden bij de onderzijde van de verhuizing grenzend aan een vlak, dat zich in hoofdzaak door de verticaal en langs de hartlijn van de verhuizing uitstrekt; 35 het in de verhuizing injecteren van een draagfluidum dat afsluit- 8100777 -lU- kogels bevat met een dichtheid kleiner dan die van het draagfluldum; het transporteren van deze afsluitkogels omlaag in de verhuizing volgens een traject grenzend aan de bovenzijde van de verhuizing en het doen stranen van het draagfluldum in het genoemde eerste aantal 5 perforaties teneinde de afsluitkogels selectief vast te zetten op het eerste aantal perforaties.
8. Werkwijze voor het selectief afsluiten van perforaties in een afgebogen boorputverbuizingj -welke werkwijze de hiernavolgende stappen omvat: 10 het perforeren van een eerste deel van de verhuizing met een eerste aantal perforaties, waarbij vrijwel al deze perforaties zich bevinden bij de bovenzijde van de verhuizing grenzend aan een vlak dat zich in hoofdzaak in de verticaal en langs de hartlijn van de verhuizing uitstrekt ; 15 het perforeren van een tweede deel van de verhuizing met een tweede aantal perforaties, waarbij vrijwel al deze perforaties zich bevinden bij de onderzijde van de verhuizing grenzend aan een vlak dat zich in hoofdzaak in de verticaal en langs de hartlijn van de verhuizing uitstrekt; 20 het in de verhuizing injecteren van een draagfluldum dat afsluit kogels bevat met een dichtheid groter dan die van het draagfluïdum; het in de verhuizing omlaag transporteren van deze afsluitkogels langs een traject dat zich bij de onderzijde van de verhuizing bevindt en het doen stromen van het draagfluldum in het genoemde tweede 25 aantal perforaties teneinde de afsluitkogels zich selectief te laten vasthouden op het genoemde tweede aantal perforaties.
9. Werkwijze voor het selectief afsluiten van perforaties in een afgebogen boorputverbuizing, welke werkwijze de hiernavolgende stappen omvat: 30 het perforeren van een eerste deel van de verhuizing met een eerste aantal perforaties, die zich vrijwel alle bevinden in het verticale vlak dat zich langs de hartlijn van de verhuizing uitstrekt; het perforeren van een tweede deel van de verhuizing met een tweede aantal perforaties, die zich vrijwel alle in cmtreksrichting 35 op afstand over een hoek van tenminste ongeveer 30° van het genoemde 8100777 -15- verticale vlak "bevinden; het in de verhuizing injecteren van een draagfluidum dat afsluit-kogels bevat, gekozen uit de groep bestaande uit afsluitkogels met een dichtheid groter dan die van het draagfluidum en afsluitkogels met een 5 dichtheid kleiner dan die van het draagfluidum; het transporteren van de afsluitkogels in het draagfluidum omlaag in de verhuizing naar het genoemde eerste deel van de verhuizing en het doen stromen van het ‘draagfluidum door het genoemde eerste aantal perforaties teneinde de afsluitkogels zich op dit eerste aantal 10 perforaties te laten vastzetten.
10. Werkwijze voor het selectief afsluiten van perforaties in een af gebogen hoorputverbuizing, welke werkwijze de volgens e stappen cmvat: het perforeren van een eerste deel van de verhuizing met een eerste aantal perforaties die zich vrijwel alle bevinden hij de boven-15 zijde van de verhuizing hij een vlak dat zich in hoofdzaak in de verticaal langs de hartlijn van de verhuizing uitstrekt; het perforeren van een tweede deel van de verhuizing met een tweede aantal perforaties die vrijwel alle in cmtreksrichting over een hoek van tenminste ongeveer 30° zijn gespatieerd van het genoemde vlak 20 hij de bovenzijde van de verhuizing; het in de verhuizing injecteren van een draagfluidum dat af-huigmiddelen bevat met een dichtheid kleiner dan die van het draagfluidum; het in de verhuizing omlaag transporteren van de afbuigmiddelen 25 volgens een traject grenzend aan de bovenzijde van de verhuizing en het doen stromen van het draagfluidum in het genoemde eerste aantal perforaties teneinde de afbuigmiddelen selectief op het genoemde eerste aantal perforaties te positioneren.
11. Werkwijze voor het selectief afsluiten van perforaties in een 30 af gebogen hoorputverbuizing, welke werkwijze de hiernavolgende stappen omvat: het perforeren van een eerste deel van de verhuizing met een eerste aantal perforaties, die zich vrijwel alle hij de onderzijde van de verhuizing bevinden nabij een vlak, dat zich in hoofdzaak in de 35 verticaal en langs de hartlijn van de verhuizing uitstrekt; 81 0 0 77 7 /·" -s» -ΐβ- het perforeren van een tweede deel van de vertuizing met een tweede aantal perforaties die vrijwel alle in amtreksrichting over een hoek van tenminste ongeveer 30° zijn gespatieerd t.o.v. het genoemde vlak hij de bodem van de verhuizing; 5’ het in de verhuizing injecteren van een draagfluïdum dat afbuig- middelen bevat met een dichtheid groter dan die van het draagfluïdum; het in de verhuizing omlaag transporteren van de afbuigmiddelen volgens een traject grenzend aan. de onderzijde van de verhuizing en het doen stromen van het draagfluïdum in het genoemde eerste 10 aantal perforaties teneinde de afbuigmiddelen selectief op het genoemde eerste aantal perforaties te positioneren. 81 0 0 77 7
NL8100777A 1980-05-20 1981-02-17 Werkwijze voor selectieve verandering van richting in afgebogen boorputten waarbij gebruik wordt gemaakt van afsluitkogels. NL8100777A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US15156780 1980-05-20
US06/151,567 US4287952A (en) 1980-05-20 1980-05-20 Method of selective diversion in deviated wellbores using ball sealers

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8100777A true NL8100777A (nl) 1981-12-16

Family

ID=22539346

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8100777A NL8100777A (nl) 1980-05-20 1981-02-17 Werkwijze voor selectieve verandering van richting in afgebogen boorputten waarbij gebruik wordt gemaakt van afsluitkogels.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4287952A (nl)
AU (1) AU534282B2 (nl)
CA (1) CA1147643A (nl)
DE (1) DE3115342A1 (nl)
EG (1) EG15207A (nl)
FR (1) FR2483003A1 (nl)
GB (1) GB2076874B (nl)
MY (1) MY8500635A (nl)
NL (1) NL8100777A (nl)
NO (1) NO811036L (nl)

Families Citing this family (77)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0116775A1 (en) * 1983-01-12 1984-08-29 Mobil Oil Corporation Treating wells with non-buoyant ball sealers
CA1240615A (en) * 1984-11-19 1988-08-16 Gerard A. Gabriel Method for placing ball sealers onto casing perforations in a deviated wellbore
US4753295A (en) * 1984-11-19 1988-06-28 Exxon Production Research Company Method for placing ball sealers onto casing perforations in a deviated portion of a wellbore
US4679629A (en) * 1985-03-01 1987-07-14 Mobil Oil Corporation Method for modifying injectivity profile with ball sealers and chemical blocking agents
US4648453A (en) * 1985-11-18 1987-03-10 Exxon Production Research Co. Process for remedial cementing
US4702316A (en) * 1986-01-03 1987-10-27 Mobil Oil Corporation Injectivity profile in steam injection wells via ball sealers
US4702318A (en) * 1986-04-09 1987-10-27 Mobil Oil Corporation Injectivity profile in CO2 injection wells via ball sealers
US4938286A (en) * 1989-07-14 1990-07-03 Mobil Oil Corporation Method for formation stimulation in horizontal wellbores using hydraulic fracturing
NO313895B1 (no) * 2001-05-08 2002-12-16 Freyer Rune Anordning og fremgangsmÕte for begrensning av innströmning av formasjonsvann i en brönn
AU2002344808A1 (en) * 2001-06-19 2003-01-02 Exxonmobil Upstream Research Company Perforating gun assembly for use in multi-stage stimulation operations
DE102004043948A1 (de) * 2003-09-27 2005-05-25 Dynaenergetics Gmbh & Co. Kg Perforationskanonensystem mit selbstverschließenden Durchschusslöchern
US7066266B2 (en) * 2004-04-16 2006-06-27 Key Energy Services Method of treating oil and gas wells
NO325434B1 (no) * 2004-05-25 2008-05-05 Easy Well Solutions As Fremgangsmate og anordning for a ekspandere et legeme under overtrykk
US7273104B2 (en) * 2004-07-30 2007-09-25 Key Energy Services, Inc. Method of pumping an “in-the-formation” diverting agent in a lateral section of an oil and gas well
US7290606B2 (en) 2004-07-30 2007-11-06 Baker Hughes Incorporated Inflow control device with passive shut-off feature
US7409999B2 (en) 2004-07-30 2008-08-12 Baker Hughes Incorporated Downhole inflow control device with shut-off feature
US8453746B2 (en) * 2006-04-20 2013-06-04 Halliburton Energy Services, Inc. Well tools with actuators utilizing swellable materials
US7708068B2 (en) * 2006-04-20 2010-05-04 Halliburton Energy Services, Inc. Gravel packing screen with inflow control device and bypass
US7469743B2 (en) 2006-04-24 2008-12-30 Halliburton Energy Services, Inc. Inflow control devices for sand control screens
US7802621B2 (en) 2006-04-24 2010-09-28 Halliburton Energy Services, Inc. Inflow control devices for sand control screens
US20080041580A1 (en) * 2006-08-21 2008-02-21 Rune Freyer Autonomous inflow restrictors for use in a subterranean well
US20080041582A1 (en) * 2006-08-21 2008-02-21 Geirmund Saetre Apparatus for controlling the inflow of production fluids from a subterranean well
BRPI0721215B1 (pt) 2007-02-06 2018-05-08 Halliburton Energy Services Inc unidade de obturador, e, método para construir uma unidade de obturador
CA2628802C (en) * 2007-04-13 2012-04-03 Ncs Oilfield Services Canada Inc. Method and apparatus for hydraulic treatment of a wellbore
US20080283238A1 (en) * 2007-05-16 2008-11-20 William Mark Richards Apparatus for autonomously controlling the inflow of production fluids from a subterranean well
US9004155B2 (en) * 2007-09-06 2015-04-14 Halliburton Energy Services, Inc. Passive completion optimization with fluid loss control
US8312931B2 (en) * 2007-10-12 2012-11-20 Baker Hughes Incorporated Flow restriction device
US20090301726A1 (en) * 2007-10-12 2009-12-10 Baker Hughes Incorporated Apparatus and Method for Controlling Water In-Flow Into Wellbores
US8096351B2 (en) 2007-10-19 2012-01-17 Baker Hughes Incorporated Water sensing adaptable in-flow control device and method of use
US7942206B2 (en) * 2007-10-12 2011-05-17 Baker Hughes Incorporated In-flow control device utilizing a water sensitive media
US7918272B2 (en) * 2007-10-19 2011-04-05 Baker Hughes Incorporated Permeable medium flow control devices for use in hydrocarbon production
US7913755B2 (en) 2007-10-19 2011-03-29 Baker Hughes Incorporated Device and system for well completion and control and method for completing and controlling a well
US7789139B2 (en) 2007-10-19 2010-09-07 Baker Hughes Incorporated Device and system for well completion and control and method for completing and controlling a well
US7775271B2 (en) 2007-10-19 2010-08-17 Baker Hughes Incorporated Device and system for well completion and control and method for completing and controlling a well
US7775277B2 (en) 2007-10-19 2010-08-17 Baker Hughes Incorporated Device and system for well completion and control and method for completing and controlling a well
US7913765B2 (en) * 2007-10-19 2011-03-29 Baker Hughes Incorporated Water absorbing or dissolving materials used as an in-flow control device and method of use
US8544548B2 (en) * 2007-10-19 2013-10-01 Baker Hughes Incorporated Water dissolvable materials for activating inflow control devices that control flow of subsurface fluids
US7793714B2 (en) 2007-10-19 2010-09-14 Baker Hughes Incorporated Device and system for well completion and control and method for completing and controlling a well
US7784543B2 (en) 2007-10-19 2010-08-31 Baker Hughes Incorporated Device and system for well completion and control and method for completing and controlling a well
US7891430B2 (en) 2007-10-19 2011-02-22 Baker Hughes Incorporated Water control device using electromagnetics
US8069921B2 (en) 2007-10-19 2011-12-06 Baker Hughes Incorporated Adjustable flow control devices for use in hydrocarbon production
US7918275B2 (en) 2007-11-27 2011-04-05 Baker Hughes Incorporated Water sensitive adaptive inflow control using couette flow to actuate a valve
US7597150B2 (en) * 2008-02-01 2009-10-06 Baker Hughes Incorporated Water sensitive adaptive inflow control using cavitations to actuate a valve
US8839849B2 (en) * 2008-03-18 2014-09-23 Baker Hughes Incorporated Water sensitive variable counterweight device driven by osmosis
US7992637B2 (en) * 2008-04-02 2011-08-09 Baker Hughes Incorporated Reverse flow in-flow control device
US8931570B2 (en) * 2008-05-08 2015-01-13 Baker Hughes Incorporated Reactive in-flow control device for subterranean wellbores
US7762341B2 (en) * 2008-05-13 2010-07-27 Baker Hughes Incorporated Flow control device utilizing a reactive media
US8171999B2 (en) * 2008-05-13 2012-05-08 Baker Huges Incorporated Downhole flow control device and method
US7789152B2 (en) 2008-05-13 2010-09-07 Baker Hughes Incorporated Plug protection system and method
US8113292B2 (en) * 2008-05-13 2012-02-14 Baker Hughes Incorporated Strokable liner hanger and method
US8555958B2 (en) 2008-05-13 2013-10-15 Baker Hughes Incorporated Pipeless steam assisted gravity drainage system and method
US9260921B2 (en) * 2008-05-20 2016-02-16 Halliburton Energy Services, Inc. System and methods for constructing and fracture stimulating multiple ultra-short radius laterals from a parent well
EP2143874A1 (en) * 2008-07-11 2010-01-13 Welltec A/S Sealing arrangement and sealing method
US8151881B2 (en) * 2009-06-02 2012-04-10 Baker Hughes Incorporated Permeability flow balancing within integral screen joints
US20100300674A1 (en) * 2009-06-02 2010-12-02 Baker Hughes Incorporated Permeability flow balancing within integral screen joints
US8132624B2 (en) * 2009-06-02 2012-03-13 Baker Hughes Incorporated Permeability flow balancing within integral screen joints and method
US8056627B2 (en) * 2009-06-02 2011-11-15 Baker Hughes Incorporated Permeability flow balancing within integral screen joints and method
US20100300675A1 (en) * 2009-06-02 2010-12-02 Baker Hughes Incorporated Permeability flow balancing within integral screen joints
US8893809B2 (en) * 2009-07-02 2014-11-25 Baker Hughes Incorporated Flow control device with one or more retrievable elements and related methods
US8550166B2 (en) 2009-07-21 2013-10-08 Baker Hughes Incorporated Self-adjusting in-flow control device
US9109423B2 (en) 2009-08-18 2015-08-18 Halliburton Energy Services, Inc. Apparatus for autonomous downhole fluid selection with pathway dependent resistance system
US9016371B2 (en) 2009-09-04 2015-04-28 Baker Hughes Incorporated Flow rate dependent flow control device and methods for using same in a wellbore
US8291976B2 (en) * 2009-12-10 2012-10-23 Halliburton Energy Services, Inc. Fluid flow control device
CA2999324C (en) 2010-02-18 2020-09-22 Ncs Multistage Inc. Downhole tool assembly with debris relief, and method for using same
US8708050B2 (en) 2010-04-29 2014-04-29 Halliburton Energy Services, Inc. Method and apparatus for controlling fluid flow using movable flow diverter assembly
EP2694776B1 (en) 2011-04-08 2018-06-13 Halliburton Energy Services, Inc. Method and apparatus for controlling fluid flow in an autonomous valve using a sticky switch
EP2758624A2 (en) 2011-09-20 2014-07-30 Saudi Arabian Oil Company Permeable lost circulation drilling liner
AU2011380525B2 (en) 2011-10-31 2015-11-19 Halliburton Energy Services, Inc Autonomus fluid control device having a movable valve plate for downhole fluid selection
CN103890312B (zh) 2011-10-31 2016-10-19 哈里伯顿能源服务公司 具有往复式阀门以用于井下流体选择的自主流体控制装置
CA2798343C (en) 2012-03-23 2017-02-28 Ncs Oilfield Services Canada Inc. Downhole isolation and depressurization tool
US9404349B2 (en) 2012-10-22 2016-08-02 Halliburton Energy Services, Inc. Autonomous fluid control system having a fluid diode
US9127526B2 (en) 2012-12-03 2015-09-08 Halliburton Energy Services, Inc. Fast pressure protection system and method
US9695654B2 (en) 2012-12-03 2017-07-04 Halliburton Energy Services, Inc. Wellhead flowback control system and method
CN105986786A (zh) * 2015-02-28 2016-10-05 中国石油天然气股份有限公司 直井多面射孔方法
US10760370B2 (en) 2016-12-16 2020-09-01 MicroPlug, LLC Micro frac plug
US11162346B2 (en) 2017-12-13 2021-11-02 Halliburton Energy Services, Inc. Real-time perforation plug deployment and stimulation in a subsurface formation
CA3074009C (en) 2017-12-13 2022-05-24 Halliburton Energy Services, Inc. Real-time perforation plug deployment and stimulation in a subsurface formation

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2754910A (en) * 1955-04-27 1956-07-17 Chemical Process Company Method of temporarily closing perforations in the casing
US4160482A (en) * 1977-09-06 1979-07-10 Exxon Production Research Company Ball sealer diversion of matrix rate treatments of a well
US4102401A (en) * 1977-09-06 1978-07-25 Exxon Production Research Company Well treatment fluid diversion with low density ball sealers
US4195690A (en) * 1977-11-14 1980-04-01 Exxon Production Research Company Method for placing ball sealers onto casing perforations
US4194561A (en) * 1977-11-16 1980-03-25 Exxon Production Research Company Placement apparatus and method for low density ball sealers
US4407368A (en) * 1978-07-03 1983-10-04 Exxon Production Research Company Polyurethane ball sealers for well treatment fluid diversion

Also Published As

Publication number Publication date
GB2076874A (en) 1981-12-09
US4287952A (en) 1981-09-08
NO811036L (no) 1981-11-23
FR2483003A1 (fr) 1981-11-27
CA1147643A (en) 1983-06-07
AU7001781A (en) 1981-11-26
DE3115342A1 (de) 1982-02-04
MY8500635A (en) 1985-12-31
GB2076874B (en) 1983-11-02
FR2483003B1 (nl) 1984-06-29
AU534282B2 (en) 1984-01-12
EG15207A (en) 1985-12-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8100777A (nl) Werkwijze voor selectieve verandering van richting in afgebogen boorputten waarbij gebruik wordt gemaakt van afsluitkogels.
US6966375B2 (en) Downhole surge pressure reduction and filtering apparatus
US11655689B2 (en) Wireless activation of wellbore completion assemblies
US7451815B2 (en) Sand control screen assembly enhanced with disappearing sleeve and burst disc
US4187909A (en) Method and apparatus for placing buoyant ball sealers
US4192375A (en) Gravel-packing tool assembly
EP1132571A1 (en) Method and apparatus for frac/gravel packs
US20070261851A1 (en) Window casing
US5862863A (en) Dual completion method for oil/gas wells to minimize water coning
MXPA05000550A (es) Sistema y metodo de tapon para pozo.
AU2001237639A1 (en) Downhole surge pressure reduction and filtering apparatus
US7128160B2 (en) Method and apparatus to selectively reduce wellbore pressure during pumping operations
US20190032447A1 (en) Sliding Sleeve Valve with Degradable Component Responsive to Material Released with Operation of the Sliding Sleeve
US7059402B2 (en) Method and apparatus for exploiting oilfields
US8403047B2 (en) In-situ zonal isolation for sand controlled wells
AU2024227436A1 (en) Systems and methods for improvement of metal recovery and stability of piles
US9605520B2 (en) In-situ zonal isolation and treatment of wells
US20170275969A1 (en) Treatment Ported Sub and Method of Use
US10947823B2 (en) Erosive slurry diverter
RU2564722C1 (ru) Способ эксплуатации залежи углеводородов
SU855195A1 (ru) Способ сооружени технологических скважин в рыхлых песчаных отложени х
AU2005225147B2 (en) Downhole Surge Pressure Reduction and Filtering Apparatus
SU1023071A1 (ru) Способ и устройство дл вскрыти пласта в обсаженной скважине
Pal Samir Experimental studies on stabilization techniques for ground over abandoned subsurface excavations
Brannon et al. Gravel packing dual zones in one trip reduces offshore completion time

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed