hustý
Uiterlijk
- IPA: /hʊstiː/
- Afgeleid van het Proto-Slavische *gǫstъ
hustý
- hu·s·tý
- Afgeleid van het Proto-Slavische *gǫstъ
hustý
- dicht; een hoge dichtheid hebbend
- «Jeřábek lesní žije v hustých lesích, kde ho poznáme podle vysokého slabého pískotu.»
- De hazelhoen leeft in dichte bossen, waar we hem kunnen herkennen op basis van hoog slap gefluit.
- «Jeřábek lesní žije v hustých lesích, kde ho poznáme podle vysokého slabého pískotu.»
- (spreektaal) stroperig, viskeus; een hoge viscositeit hebbend
- (spreektaal) super, cool, vet
- «To je husté!»
- Dat is cool!
- «To je husté!»
stellend | hustý |
---|---|
vergrotend | hustší / hustější |
overtreffend | nejhustší / nejhustější |
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Categorieën:
- Woorden in het Slowaaks
- Woorden in het Slowaaks met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Tsjechisch
- Spreektaal in het Tsjechisch
- Hard bijvoeglijk naamwoord in het Tsjechisch