BE1019269A3 - Kantelbare oven. - Google Patents
Kantelbare oven. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1019269A3 BE1019269A3 BE2010/0210A BE201000210A BE1019269A3 BE 1019269 A3 BE1019269 A3 BE 1019269A3 BE 2010/0210 A BE2010/0210 A BE 2010/0210A BE 201000210 A BE201000210 A BE 201000210A BE 1019269 A3 BE1019269 A3 BE 1019269A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- housing
- oven
- opening
- pouring
- pouring opening
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23G—CREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
- F23G5/00—Incineration of waste; Incinerator constructions; Details, accessories or control therefor
- F23G5/08—Incineration of waste; Incinerator constructions; Details, accessories or control therefor having supplementary heating
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F27—FURNACES; KILNS; OVENS; RETORTS
- F27D—DETAILS OR ACCESSORIES OF FURNACES, KILNS, OVENS, OR RETORTS, IN SO FAR AS THEY ARE OF KINDS OCCURRING IN MORE THAN ONE KIND OF FURNACE
- F27D11/00—Arrangement of elements for electric heating in or on furnaces
- F27D11/08—Heating by electric discharge, e.g. arc discharge
- F27D11/10—Disposition of electrodes
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C03—GLASS; MINERAL OR SLAG WOOL
- C03B—MANUFACTURE, SHAPING, OR SUPPLEMENTARY PROCESSES
- C03B5/00—Melting in furnaces; Furnaces so far as specially adapted for glass manufacture
- C03B5/005—Melting in furnaces; Furnaces so far as specially adapted for glass manufacture of glass-forming waste materials
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C03—GLASS; MINERAL OR SLAG WOOL
- C03B—MANUFACTURE, SHAPING, OR SUPPLEMENTARY PROCESSES
- C03B5/00—Melting in furnaces; Furnaces so far as specially adapted for glass manufacture
- C03B5/06—Melting in furnaces; Furnaces so far as specially adapted for glass manufacture in pot furnaces
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23G—CREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
- F23G5/00—Incineration of waste; Incinerator constructions; Details, accessories or control therefor
- F23G5/08—Incineration of waste; Incinerator constructions; Details, accessories or control therefor having supplementary heating
- F23G5/085—High-temperature heating means, e.g. plasma, for partly melting the waste
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23G—CREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
- F23G7/00—Incinerators or other apparatus for consuming industrial waste, e.g. chemicals
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J1/00—Removing ash, clinker, or slag from combustion chambers
- F23J1/08—Liquid slag removal
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F27—FURNACES; KILNS; OVENS; RETORTS
- F27B—FURNACES, KILNS, OVENS, OR RETORTS IN GENERAL; OPEN SINTERING OR LIKE APPARATUS
- F27B14/00—Crucible or pot furnaces
- F27B14/02—Crucible or pot furnaces with tilting or rocking arrangements
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F27—FURNACES; KILNS; OVENS; RETORTS
- F27B—FURNACES, KILNS, OVENS, OR RETORTS IN GENERAL; OPEN SINTERING OR LIKE APPARATUS
- F27B14/00—Crucible or pot furnaces
- F27B14/08—Details peculiar to crucible or pot furnaces
- F27B14/14—Arrangements of heating devices
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F27—FURNACES; KILNS; OVENS; RETORTS
- F27B—FURNACES, KILNS, OVENS, OR RETORTS IN GENERAL; OPEN SINTERING OR LIKE APPARATUS
- F27B14/00—Crucible or pot furnaces
- F27B14/08—Details peculiar to crucible or pot furnaces
- F27B14/20—Arrangement of controlling, monitoring, alarm or like devices
-
- H—ELECTRICITY
- H05—ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- H05H—PLASMA TECHNIQUE; PRODUCTION OF ACCELERATED ELECTRICALLY-CHARGED PARTICLES OR OF NEUTRONS; PRODUCTION OR ACCELERATION OF NEUTRAL MOLECULAR OR ATOMIC BEAMS
- H05H1/00—Generating plasma; Handling plasma
- H05H1/24—Generating plasma
- H05H1/26—Plasma torches
- H05H1/32—Plasma torches using an arc
- H05H1/34—Details, e.g. electrodes, nozzles
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23G—CREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
- F23G2202/00—Combustion
- F23G2202/20—Combustion to temperatures melting waste
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23G—CREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
- F23G2204/00—Supplementary heating arrangements
- F23G2204/20—Supplementary heating arrangements using electric energy
- F23G2204/201—Plasma
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23G—CREMATION FURNACES; CONSUMING WASTE PRODUCTS BY COMBUSTION
- F23G2209/00—Specific waste
- F23G2209/18—Radioactive materials
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F27—FURNACES; KILNS; OVENS; RETORTS
- F27D—DETAILS OR ACCESSORIES OF FURNACES, KILNS, OVENS, OR RETORTS, IN SO FAR AS THEY ARE OF KINDS OCCURRING IN MORE THAN ONE KIND OF FURNACE
- F27D21/00—Arrangements of monitoring devices; Arrangements of safety devices
- F27D2021/0057—Security or safety devices, e.g. for protection against heat, noise, pollution or too much duress; Ergonomic aspects
- F27D2021/0078—Security or safety devices, e.g. for protection against heat, noise, pollution or too much duress; Ergonomic aspects against the presence of an undesirable element in the atmosphere of the furnace
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Plasma & Fusion (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Materials Engineering (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Spectroscopy & Molecular Physics (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Gasification And Melting Of Waste (AREA)
- Furnace Charging Or Discharging (AREA)
- Vertical, Hearth, Or Arc Furnaces (AREA)
- Feeding, Discharge, Calcimining, Fusing, And Gas-Generation Devices (AREA)
- Feeding And Controlling Fuel (AREA)
Abstract
Een oven 1 voor het smelten en/of vergassen van materiaal, omvattende een behuizing 2 voor het tijdelijk omsluiten van genoemd materiaal, een toevoeropening 3 doorheen genoemde behuizing 2, verhittingsmiddelen 10, een uitgietopening 7 doorheen genoemde behuizing 2, een gasuitlaat 5 doorheen genoemde behuizing 2, waarbij genoemde behuizing 2 kantelbaar gemonteerd is rondom een horizontale as 3, genoemde toevoeropening 4 zich coaxiaal met genoemde horizontale as 3 uitstrekt, en de uitgietopening 7 in een wand van de behuizing 2 is aangebracht zodat genoemd gesmolten materiaal door kanteling van de oven 1 rondom genoemde as 3 uit de behuizing 2 verwijderbaar is.
Description
Kantelbare oven
De uitvinding heeft betrekking op een oven voor het smelten en/of vergassen van materiaal, in het bijzonder toxisch en/of radioactief materiaal, omvattende een behuizing voor het tijdelijk omsluiten van genoemd materiaal, een met een materiaalaanvoer verbindbare toevoeropening doorheen genoemde behuizing voor het inbrengen in genoemde behuizing van genoemd materiaal, verhittingsmiddelen voorzien om ingebracht materiaal te smelten en/of te vergassen, een uitgietopening doorheen genoemde behuizing voor het verwijderen uit genoemde behuizing van gesmolten materiaal, een gasuitlaat doorheen genoemde behuizing voor het verwijderen uit genoemde behuizing van vergast materiaal.
Een dergelijke oven is bekend uit WO 2005/052447. WO 2005/052447 beschrijft een hoge temperatuur oven voor het verbranden en smelten van afval, in het bijzonder giftig en radioactief afval, door middel van een plasmatoorts. De behuizing van deze oven is gevormd als een centrifuge. Deze centrifuge bevat een bodem en wanden en een in de bodem voorziene uitgietopening. De centrifuge draait rond een verticale as en de uitgietopening strekt zich coaxiaal met deze as uit. In werking wordt materiaal in de draaiende behuizing door centrifugale krachten richting de wanden, weg van de uitgietopening, bewogen. Door de draaisnelheid te minderen wordt een uitgieten van materiaal bekomen. Dit uitgieten wordt gestopt door het verhogen van de draaisnelheid, waardoor het materiaal zich door centrifugale krachten weg van de uitgietopening beweegt. Deze oven is hermetisch afsluitbaar en werkt in cyclussen waarbij tussen opeenvolgende cyclussen de behuizing geopend wordt en nieuw te smelten en/of vergassen materiaal ingebracht wordt.
Een nadeel van deze bekende oven is dat het uitgieten niet nauwkeurig kan gecontroleerd worden. Verder bevat de oven binnen in de behuizing een substantieel aantal bewegende onderdelen, die van tijd tot tijd onderhoud nodig hebben, en die besmet worden door het materiaal in de oven. Een verder nadeel is dat de uitgietopening zich onderaan de behuizing bevindt, waardoor deze uitgietopening moeilijk bereikbaar is in het bijzonder wanneer deze verstopt is. Het ontstoppen van zulk een uitgietopening vormt een risico van substantiële besmetting voor de persoon die ontstopt.
De uitvinding heeft als doel een oven te voorzien, met minder zich in de behuizing bevindende bewegende delen, die continue kan werken en waarvan het uitgieten beter controleerbaar is dan in een oven volgens de stand van de techniek.
Hiertoe heeft de oven volgens de uitvinding het kenmerk dat genoemde behuizing kantelbaar gemonteerd is rondom een hoofdzakelijk horizontale as, genoemde toevoeropening zich hoofdzakelijk coaxiaal met genoemde horizontale as doorheen de behuizing uitstrekt, en de uitgietopening in een wand van de behuizing is aangebracht zodanig dat ten minste een gedeelte van genoemd gesmolten materiaal door een kanteling van de oven rondom genoemde as uit de behuizing via de uitgietopening verwijderbaar is. Het uitgieten doorheen een uitgietopening door middel van kantelen van de behuizing, zal in een grotere controleerbaarheid van het uitgieten resulteren ten opzichte van de stand van de techniek. Echter het kantelen van een conventionele behuizing brengt nadelen met zich mee doordat een conventioneel geplaatste toevoeropening in de behuizing, bij het kantelen, een gecombineerde rotatie- en translatiebeweging, in het bijzonder een beweging volgens een cirkelsegment, ondergaat. Hierdoor is het verbinden van een materiaaltoevoer complex, namelijk deze materiaaltoevoer moet, om continue gebruikt te kunnen worden, eenzelfde rotatie- en translatiebeweging maken wanneer de oven kantelt. Doordat de toevoeropening zich in de oven volgens de uitvinding coaxiaal met de horizontale as uitstrekt, maakt deze opening bij het kantelen enkel een rotatiebeweging en geen translatiebeweging. Een rotatiebeweging zonder translatiebeweging is eenvoudig mechanisch op te vangen. De oven volgens de uitvinding laat daarom toe om op een technisch eenvoudige manier een materiaaltoevoer te verbinden met de toevoeropening. Hierdoor voorziet de oven volgens de uitvinding erin om continu een materiaaltoevoer aan de behuizing aangesloten te kunnen hebben, zelfs wanneer de oven zich in een gekantelde positie bevindt, waardoor deze oven continu kan werken. Het zal echter voor de werking van de oven de voorkeur genieten om in de gekantelde positie geen extra materiaal in te brengen in de behuizing.
Bij voorkeur strekt genoemde gasuitlaat zich hoofdzakelijk coaxiaal uit met genoemde horizontale as doorheen de behuizing. Net zoals hierboven beschreven met betrekking tot de toevoeropening, zal een gasuitlaat die zich coaxiaal met de horizontale as doorheen de behuizing uitstrekt, enkel een rotatiebeweging en geen translatiebeweging ondergaan wanneer de oven kantelt. Hierdoor zal het technisch eenvoudig zijn om een gasafvoersysteem te verbinden met de gasuitlaat.
Bij voorkeur snijdt genoemde horizontale as een wand van de behuizing op twee plaatsen, waarbij genoemde toevoeropening zich uitstrekt ter plaatse van een eerste uit genoemde twee plaatsen, en waarbij genoemde gasuitlaat zich uitstrekt ter plaatse van een tweede uit genoemde twee plaatsen. Op deze manier zijn de toevoeropening en de gasuitlaat van elkaar gescheiden. Hierdoor kunnen deze twee openingen onafhankelijk van elkaar aangesloten en gebruikt worden. Verder kan hierdoor de materiaaltoevoer aan een kant van de oven opgebouwd en verbonden worden, en het gasafvoersysteem aan een andere kant van de oven opgebouwd en verbonden worden. In het bijzonder wanneer toxisch en/of radioactief materiaal gesmolten en/of vergast wordt, kunnen de materiaaltoevoer en het gasafvoersysteem een complexe opbouw vertonen. In zulk een geval zal het voordelig zijn deze te kunnen opbouwen elk aan een verschillend zijde van de oven.
Bij voorkeur is genoemde behuizing hermetisch afsluitbaar. Een hermetisch afsluitbare oven laat toe toxisch en/of radioactief materiaal te vergassen en/of smelten zonder de omgeving te besmetten. In tegenstelling tot ovens uit de stand van de techniek, zal het bij de oven volgens de uitvinding technisch mogelijk zijn een continue aangesloten materiaaltoevoer en een continue aangesloten gasafvoersysteem hermetisch af te sluiten. Namelijk bij het kantelen van de oven zullen de openingen enkel een rotatiebeweging vertonen ten opzichte van de materiaaltoevoer en het gasafvoersysteem. Twee elementen hermetisch afsluiten die ten opzichte van elkaar roteren, in tegenstelling tot die ten opzichte van elkaar zowel een translatie- als een rotatiebeweging maken, is eenvoudig te realiseren. De uitgietopening is bij voorkeur voorzien om hermetisch aan te sluiten op een mal, waardoor materiaal dat uitgegoten wordt, de omgeving niet kan besmetten. Dit kan gerealiseerd worden door een afschermsluis te voorzien die zich uitstrekt vanuit de mal en die hermetisch aansluitbaar is aan de behuizing ter plaatse van de uitgietopening. De uitgietopening kan hermetisch afgesloten worden in een niet-uitgiet positie door een stop te voorzien die in deze uitgietopening past.
Bij voorkeur bevatten genoemde verhittingsmiddelen een plasmatoorts. Met een plasmatoorts kunnen zeer hoge temperatuur bereikt worden. Typisch vormen temperaturen van 5000 °C geen probleem, in bepaalde gevallen zijn temperaturen tot 15 000°C zelfs haalbaar. Bij dergelijke hoge temperaturen worden organische materialen vergast en worden anorganische materialen getransformeerd naar een chemisch inerte, verglaasde slak. Deze verglaasde slak vertoont, ten opzichte van de ingebrachte materialen, een volume-reductie van een factor 3 tot een factor 100, afhankelijk van het percentage aan anorganische materialen in het ingebrachte materiaal.
Bij voorkeur strekt genoemde horizontale as zich excentrisch richting genoemde uitgietopening uit. Hierdoor zal de afstand tussen de uitgietopening en de as kleiner zijn dan wanneer de as door het centrum van de oven loopt. Deze afstand vormt een recht evenredige factor in de grootte van de translatiebeweging die de uitgietopening ondergaat wanneer de behuizing over een voorafbepaalde hoek kantelt. Door deze afstand kleiner te maken, door de as excentrisch te plaatsen, zal de uitgietopening bij het kantelen van de behuizing, een kleinere translatiebeweging maken. In het bijzonder wanneer de uitgietopening hermetisch wordt verbonden met opvangmiddelen, zal het een voordeel zijn als de translatiebeweging kleiner is. Namelijk deze beweging moet gevolgd worden door het met de uitgietopening verbonden gedeelte van de opvangmiddelen. Hoe groter de beweging van de opening die hermetisch afgesloten dient te worden, hoe moeilijker dit afsluiten te realiseren is. Daarom zal het een voordeel zijn als de as zich excentrisch richting de uitgietopening bevindt.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
In de tekening laat: figuur 1 een principetekening zien van een oven volgens de uitvinding; figuur 2 een zijaanzicht zien van een oven volgens de uitvinding in een niet gekantelde positie; en figuur 3 een zijaanzicht zien van een oven volgens de uitvinding in een gekantelde positie.
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.
Schadelijke materialen zoals radioactief of chemisch gevaarlijk afval moeten herwerkt worden naar een stabiele toestand vooraleer ze gestort en/of permanent opgeslagen kunnen worden. Het is bekend zulke materialen te herwerken door deze op zeer hoge temperaturen te vergassen en/of smelten. Wanneer het vergassen van materiaal onder aanwezigheid van zuurstof gebeurt, zal hoofdzakelijk verbranding optreden. Echter wanneer geen zuurstof aanwezig is, zal bepaald materiaal eveneens in een gasfase gebracht kunnen worden. Het gesmolten materiaal zal, door de zeer hoge temperaturen, bijvoorbeeld tot 15000°C, de vorm aannemen van een verglaasde slak of een mengsel van metaal en slak. In deze verglaasde slak zitten schadelijke chemische en/of radioactieve verbindingen hoofdzakelijk opgesloten. Hierdoor is deze verglaasde slak een gunstigere toestand om zulke schadelijke materialen op te slaan op een stortplaats of opslagruimtes.
Deze zeer hoge temperaturen kunnen in een daarvoor geschikte oven 1 bereikt worden. Bij het werken met schadelijke materialen moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen genomen worden om besmetting van de omgeving te voorkomen. Het aanvoeren van zulke schadelijke materialen naar de oven 1, zal daarom door een specifiek daarvoor aangepaste materiaalaanvoer 9 gebeuren. Zulk een materiaalaanvoer 9 zal, om besmetting van de omgeving te voorkomen, een complexe opbouw vertonen. Verder zullen gassen die uit zulk een oven 1 komen, moeten opgevangen worden om een speciale nabehandeling te ondergaan. Hiervoor zal een gasafvoersysteem 8 voorzien worden dat hiervoor geschikt is. Een materiaalaanvoer 9 en gasafvoersysteem 8 die gebruikt kunnen worden met de oven 1 volgens de uitvinding zijn bekend uit de stand van de techniek.
Ondanks dat de oven 1 volgens de uitvinding specifiek ontworpen is voor het smelten en/of vergassen van schadelijke materialen, is de uitvinding niet beperkt hiertoe. Namelijk de principes en voordelen van de uitvinding zullen eveneens toepasbaar zijn voor andere ovens 1, bijvoorbeeld ovens 1 in de staalindustrie, waar een continue werking samen met een gecontroleerde uitgiet gewenst is.
Figuren 1 tot 3 tonen een oven 1 volgens de uitvinding, waarbij de oven een behuizing 2 bevat. De behuizing 2 is voorzien om het te smelten en/of te vergassen materiaal tijdelijk te omsluiten. Hiertoe bevat de behuizing een bodemdeel, een zich van op de bodemdeel opwaarts uitstrekkende wand, en bij voorkeur een deksel voor het afsluiten van de wanden aan de bovenzijde daarvan. De behuizing is voorzien, ten minste aan een binnenzijde daarvan, van een vuurvaste bekleding die tegen temperaturen tot minimaal 1000°C, bij voorkeur tot minimaal 1500°C, meer bij voorkeur ongeveer 2000°C bestand is. De gesmolten slak in de behuizing vormt een bescherming van de vuurvaste bekleding tegen on-afgeschermd contact met de verhittingsmiddelen. Daarom zal bij voorkeur na het kantelen van de behuizing een bepaalde hoeveelheid gesmolten materiaal achterblijven in de behuizing dat als een thermisch vliegwiel zal fungeren en een bescherming en daardoor in een langere levensduur van de bekleding resulteert. Dit is mogelijk door uitgieten door kantelen. De vuurvaste bekleding kan bijvoorbeeld vervaardigd worden uit grafiet of siliciumcarbide. De behuizing 2 is voorzien van een aantal openingen o.a. voor het inbrengen van te smelten en/of te vergassen materiaal, voor het verwijderen van gesmolten materiaal en voor het verwijderen van vergast materiaal, welke openingen hieronder verder toegelicht zullen worden.
De behuizing 2 is kantelbaar gemonteerd rondom een hoofdzakelijk horizontale as 3. De horizontale as 3 bevindt zich bij voorkeur ten opzichte van genoemde behuizing 2 zodanig dat de as zich opeenvolgend uitstrekt door een zone buiten de behuizing vervolgens door een eerste zone in de wand van de behuizing 2, vervolgens door een ruimte binnen de behuizing, vervolgens door een tweede zone in de wand van de behuizing 2 en vervolgens door een zone buiten de behuizing 2. De horizontale as 3 bevindt zich, in de hoogterichting van de behuizing 2 beschouwd, bij voorkeur ter hoogte van een middendeel van de behuizing.
De behuizing 2 bevat een uitgietopening 7 in zijn wand. Doordat deze uitgietopening 7 zich in de wand bevindt, zal deze goed toegankelijk zijn wanneer deze opening verstopt geraakt. Deze uitgietopening 7 is zodanig gepositioneerd dat gesmolten materiaal, dat zich in de behuizing 2 bevindt, middels kantelen rondom genoemde horizontale as 3 via de uitgietopening 7 uit de behuizing 2 verwijderbaar is. Hiertoe zal de uitgietopening bij voorkeur gepositioneerd zijn in de behuizing 2 op een gelijke afstand van de hierboven genoemde eerste en tweede zone in de wand van de behuizing 2. Dit wil zeggen dat genoemde uitgietopening 7 bij voorkeur ligt in een vlak dat loodrecht staat op de horizontale as en dat de behuizing 2 in twee hoofdzakelijk gelijke delen deelt. Verder zal de uitgietopening 7 bij voorkeur gepositioneerd zijn, beschouwd in de hoogterichting, hoofdzakelijk in het midden tussen de binnenbodem van de behuizing en de horizontale as 3. Door de afstand H, in de hoogterichting beschouwd, van de uitgietopening 7 tot de binnenbodem van de behuizing 2 zal, wanneer de behuizing in een niet gekantelde positie zoals weergegeven in figuur 2 staat, de behuizing een volume aan materiaal, waaronder vloeibaar materiaal, kunnen bevatten. De grootte van dit volume aan materiaal hangt af van de binnendiameter van de behuizing en van de afstand H van de binnenbodem tot de uitgietopening. In elk geval kan het vloeistofniveau stijgen in de behuizing 2 tot hoofdzakelijk het niveau van de uitgietopening 7 bereikt wordt.
In een gekantelde positie, zoals weergegeven in figuur 2, zal de uitgietopening 7 zich lager bevinden dan in een niet gekantelde positie. Eveneens zal in deze gekantelde positie de binnenbodem van de behuizing 2 zich ten minste gedeeltelijk hoger bevinden dan in een niet gekantelde positie. Hierdoor is de grootte van het volume aan vloeibaar materiaal, dat zich in de behuizing tot een niveau onder de uitgietopening kan bevinden, beduidend kleiner dan wanneer de behuizing in een niet gekantelde positie staat. Op basis van dit verschil aan volume dat de behuizing kan bevatten tussen een niet-gekantelde en een gekantelde positie, kan vloeibaar materiaal doorheen de uitgietopening uitgegoten worden. Hierbij helpt de zwaartekracht, omdat zij het vloeistofniveau hoofdzakelijk horizontaal houdt.
Het verschil aan volume en het uitgieten wordt geïllustreerd in de figuren 2 en 3, waarbij de arcering met aanduiding A het volume aan vloeistof weergeeft dat de behuizing kan bevatten. Het kantelprincipe om vloeistof uit te gieten is algemeen bekend en zal daarom niet verder in detail worden uitgelegd. Een voordeel van het uitgieten door kantelen is de hoge controleerbaarheid van de uitgegoten hoeveelheid.
De behuizing 2 kan gekanteld worden door de behuizing 2 te voorzien van een hanteerdeel 6. Dit hanteerdeel 6 is bij voorkeur gepositioneerd aan een wand van de behuizing 2 hoofdzakelijk tegenover de uitgietopening 7. Door het hanteerdeel 6 omhoog te bewegen, bijvoorbeeld met een hydraulische cilinder, wordt de behuizing 2 gekanteld.
Bij voorkeur is de horizontale as 3 excentrisch geplaatst richting de uitgietopening 7, zoals weergegeven in figuren 2 en 3. Hierdoor zal de afstand tussen de uitgietopening 7 en de horizontale as 3 kleiner zijn dan de afstand tussen de uitgietopening 7 en het centrum van de behuizing. Aangezien deze afstand een factor is die de grootte van de translatiebeweging van de uitgietopening 7 bepaalt bij kanteling van de behuizing 2 over een bepaalde hoek, en de grootte van de translatie bij voorkeur klein is, zal het verkleinen van deze afstand een voordeel zijn. Zo zal de uitgietopening 7 een minder grote translatiebeweging ondergaan bij kanteling van de behuizing 2. Dit heeft positieve gevolgen voor het afsluiten van de uitgietopening 7, zoals beneden verder besproken wordt. De kant van de behuizing die zich tegenover de uitgietopening 7 bevindt, zal een grotere translatiebeweging ondergaan bij kanteling dan wanneer de horizontale as 3 centrisch geplaatst zou zijn. Echter dit heeft geen noemenswaardige nadelen.
De oven 1 volgens de uitvinding bevat verder verhittingsmiddelen 10, die in de figuren principieel weergegeven zijn. De verhittingsmiddelen 10 strekken zich bij voorkeur uit doorheen de behuizing 2. Meer bij voorkeur strekken de verhittingsmiddelen 10 zich uit doorheen een deksel van de behuizing 2. De verhittingsmiddelen 10 volgens de uitvinding zullen een temperatuur hoger dan 1000°C, bij voorkeur hoger dan 2000°C, meer bij voorkeur hoger dan 5000°C, meest bij voorkeur hoger dan 10000°C kunnen bereiken. De verhittingsmiddelen 10 volgens de uitvinding kunnen bijvoorbeeld een gasbrander, een petroleumbrander of een vlamboog bevatten met een vermogen van bijvoorbeeld 1000kW. Bij voorkeur worden de verhittingsmiddelen volgens de uitvinding gevormd door ten minste één plasmatoorts 10. Door de extreem hoge temperaturen die bereikbaar zijn met een plasmatoorts 10, zal een plasmatoorts zeer geschikt zijn voor het vergassen en/of smelten van toxisch en/of radioactief materiaal. De verhittingsmiddelen 10 zijn bij voorkeur voorzien om, bij kantelen van de oven, ten minste gedeeltelijk mee te kantelen.
Doorheen de behuizing 2 strekt zich een toevoeropening 4 uit van buiten de behuizing 2 naar binnen de behuizing 2. De toevoeropening 4 is voorzien zodanig dat materiaal via deze opening in de behuizing 2 ingebracht kan worden. De toevoeropening 4 strekt zich coaxiaal met de horizontale as 3 uit. Dit wil zeggen dat de as van de toevoeropening 4 hoofdzakelijk samenvalt met de kantelas 3 van de behuizing 2. Hierdoor zal, bij kantelen van de behuizing 2, de toevoeropening 4 geen translatiebeweging ondergaan, namelijk zijn as valt samen met de kantelas 3. Dit heeft als resultaat dat de toevoeropening 4 permanent aangesloten kan zijn aan de materiaalaanvoer 9, zonder dat deze materiaalaanvoer 9 een complexe beweging moet opvangen wanneer de behuizing 2 kantelt. Dit maakt het mogelijk de oven 1 volgens de uitvinding continue te laten werken.
De behuizing 2 wordt bij voorkeur kantelbaar opgehangen aan een frame 11. Ter plaatse van de toevoeropening 4 en het frame 11, is het geheel opgebouwd zodanig dat een aantal concentrische cirkels rondom de horizontale as 3 kunnen waargenomen worden, waarbij elke cirkel een onderdeel van het geheel aanduidt. Voor de duidelijkheid wordt de concentrische cirkel met de kleinste diameter aangeduid met het laagste nummer. De eerste cirkel zal gevormd worden door de materiaalaanvoer 9, die aangesloten is op de toevoeropening 4. De tweede cirkel zal gevormd worden door de behuizing 2 of een uitsteeksel daarvan. Tussen de eerste cirkel en de tweede cirkel is een lager (niet weergegeven) voorzien zodanig dat de materiaalaanvoer 9, die zich ten minste gedeeltelijk doorheen de toevoeropening van de behuizing 2 uitstrekt, in deze opening kan roteren. De derde cirkel is gevormd door het frame 11. Tussen de derde cirkel en de tweede cirkel is eveneens een lager (niet weergegeven) voorzien, waardoor de behuizing 2 kan roteren ten opzichte van het frame 11. Volgens deze opbouw vertoont het geheel, van buiten naar binnen, opeenvolgend het frame 11, een eerste lager (niet weergegeven), de behuizing 2, een tweede lager (niet weergegeven), de materiaalaanvoer 9. Door deze opbouw is de behuizing 2 kantelbaar rondom de kantelas 3 terwijl zowel het frame 11 als de materiaalaanvoer 9 stilstaan. Met andere woorden kan de tweede cirkel roteren terwijl de eerste en de derde cirkel stilstaan. Gezien de complexiteit van de materiaalaanvoer 9 om hierboven vermelde redenen, zal het stilstaan van de aan de behuizing 2 aangesloten materiaalaanvoer 9, bij het kantelen van de behuizing 2, een voordeel zijn.
Doorheen de behuizing 2 strekt zich bij voorkeur eveneens een gasuitlaatopening 5 uit van binnen de behuizing 2 naar buiten de behuizing 2. De gasuitlaatopening 5 strekt zich bij voorkeur, net zoals de toevoeropening 4, coaxiaal uit met de horizontale as 3. Aan de gasuitlaatopening 5 is bij voorkeur een gasafvoer 8 verbonden. Hierbij is de opbouw ter plaatse van de gasuitlaatopening 5 analoog aan de opbouw ter plaatse van de toevoeropening 4, die hierboven uitvoerig beschreven is. Als resultaat zal, analoog als bij de toevoeropening 4, een gasafvoer 8 aangesloten kunnen worden aan genoemde gasuitlaatopening 5 waarbij de gasafvoer 8 kan stilstaan wanneer de behuizing 2 kantelt. De gasuitlaatopening 5 zal enkel een rotatiebeweging ten opzichte van de gasafvoer 8 ondergaan wanneer de behuizing 2 gekanteld wordt.
Bij voorkeur strekt de toevoeropening 4 zich uit in genoemde eerste zone in de wand van de behuizing 2, terwijl de gasuitlaatopening zich uitstrekt in genoemde tweede zone in de wand van de behuizing 2. Hierdoor bevinden de toevoeropening 4 en de gasuitlaatopening 5 zich op verschillende plaatsen in de behuizing 2 waardoor materiaalaanvoer 9 en gasafvoer 8 onafhankelijk van elkaar kunnen aangesloten en gebruikt worden.
Als alternatief zou zowel toevoeropening 4 als gasuitlaatopening 5 door één en dezelfde opening kunnen gevormd worden, waarbij door deze ene opening zowel materiaal toegevoerd wordt, als gas afgevoerd wordt.
Als verder alternatief kan de gasuitlaatopening 5 hoger geplaatst zijn doorheen de behuizing dan toevoeropening 4. De gasafvoer 8 zal dan echter voorzien worden van een mechanisme om de beweging die de gasuitlaatopening 5 ondergaat bij kantelen, op te vangen.
Bij voorkeur is de behuizing 2 hermetisch afsluitbaar zodanig dat het materiaal in de behuizing 2 de omgeving niet kan besmetten. Hiertoe zal de verbinding tussen bodemdeel en wand van de behuizing hermetisch uitgevoerd zijn. Verder zal de verbinding tussen deksel en wand, indien een deksel aanwezig is, hermetisch uitgevoerd zijn. Indien geen deksel aanwezig is zullen de verhittingsmiddelen 10 aan een bovenzijde de behuizing 2 hermetisch afsluiten. Eveneens zullen alle verdere openingen in de behuizing ofwel hermetisch afgesloten zijn ofwel hermetisch verbonden zijn met verdere middelen zoals gasafvoer 8 en/of materiaalaanvoer 9.
De toevoeropening 4 en gasuitlaatopening 5 kunnen permanent verbonden zijn met respectievelijk de materiaaltoevoer 9 en de gasafvoer 8 op een hermetische manier. Hiertoe zullen de lagers die de rotatie van enerzijds de toevoeropening ten opzichte van de materiaaltoevoer en anderzijds de gasuitlaatopening ten opzichte van de gasafvoer, mogelijk maken, afdichtlagers zijn. Deze afdichtlagers hebben niet enkel een functie die rotatie vergemakkelijkt, maar eveneens een functie om lek doorheen de lager, van materiaal uit de behuizing 2 naar buiten, te verhinderen. Zulke lagers met afdichtfunctie zijn bekend voor de vakman.
De uitgietopening 7 kan hermetisch afgesloten worden op twee manieren, die gecombineerd kunnen worden. Een eerste manier op de uitgietopening 7 hermetisch af te sluiten is het plaatsen van een stop in deze opening 7 of ter plaatse van deze opening 7 tegen de behuizing 2. Het afsluiten van de uitgietopening 7 door middel van een stop geniet de voorkeur wanneer de behuizing 2 zich in de niet-gekantelde positie bevindt omdat de stop een luchtdrukverschil tussen buiten en binnen de behuizing 2 kan opvangen. Echter wanneer de behuizing 2 zich in de gekantelde positie bevindt, met als doel vloeibaar materiaal uit te gieten doorheen de uitgietopening 7, zal de stop dit uitgieten verhinderen.
Een tweede manier om de uitgietopening 7 hermetisch af te sluiten is deze uitgietopening hermetisch te verbinden met een mal 12 waarin het vloeibare materiaal na uitgieten opgevangen kan worden. Om dit te realiseren kan bijvoorbeeld een afschermsluis (niet weergegeven) zich uitstrekken vanaf genoemde mal 12 tot genoemde uitgietopening 7. Deze afschermsluis kan een geheel vormen met de mal 12 zodanig dat tussen afschermsluis en mal 12 geen lek kan ontstaan. Verder kan de afschermsluis voorzien worden om hermetisch aan te sluiten op een buitenzijde van de behuizing 2 rondom de uitgietopening 7 teneinde de uitgietopening 7 hiermee hermetisch aan te sluiten op de mal 12. Hiertoe kan de behuizing 2 aan een buitenzijde een vlak gedeelte hebben dat zich rondom de uitgietopening 7 uitstrekt. Tegen dit vlak gedeelte kan een afschermsluis eenvoudig hermetisch aangebracht worden. Deze tweede manier laat toe materiaal uit te gieten in een mal, en zal daarom voornamelijk in de gekantelde positie van de behuizing 2 de voorkeur genieten.
Bij voorkeur zijn zowel stop als afschermsluis gelijktijdig gebruikt om de uitgietopening van de omgeving af te sluiten. Bij het kantelen zal de stop moeten verwijderd worden. Dit kan gerealiseerd worden door in de afschermsluis een stophanteermechanisme te voorzien.
Door de oven 1 volgens de uitvinding verkrijgt men een gesloten geheel zodat verspreiding van toxische en/of radioactieve gassen, stoffen, vliegassen en slak naar de omgeving kan vermeden worden. De ontstane gassen, vliegassen en slakken kunnen op een gecontroleerde wijze verwijderd worden. Mede door afwezigheid van vele inwendig bewegende delen in de behuizing 2 wordt het onderhoud in toxische en/of radioactieve omstandigheden zeer beperkt.
Claims (10)
1. Een oven (1) voor het smelten en/of vergassen van materiaal, omvattende een behuizing (2) voor het tijdelijk omsluiten van genoemd materiaal, een met een materiaalaanvoer (9) verbindbare toevoeropening (4) doorheen genoemde behuizing (2) voor het inbrengen in genoemde behuizing (2) van genoemd materiaal, verhittingsmiddelen (10) voorzien om ingebracht materiaal te smelten en/of te vergassen, een uitgietopening (7) doorheen genoemde behuizing (2) voor het verwijderen uit genoemde behuizing (2) van het gesmolten materiaal, een gasuitlaat (5) doorheen genoemde behuizing (2) voor het verwijderen uit genoemde behuizing (2) van het vergast materiaal, daardoor gekenmerkt dat genoemde behuizing (2) kantelbaar rondom een hoofdzakelijk horizontale as (3) gemonteerd is, genoemde toevoeropening (4) zich hoofdzakelijk coaxiaal met genoemde horizontale as (3) doorheen de behuizing (2) uitstrekt, en de uitgietopening (7) in een wand van de behuizing (2) is aangebracht zodanig dat ten minste een gedeelte van genoemd gesmolten materiaal door een kanteling van de oven (1) rondom genoemde as (3) uit de behuizing (2) via de uitgietopening (7) verwijderbaar is.
2. Oven (1) volgens conclusie 1, waarbij genoemde gasuitlaat (5) zich hoofdzakelijk coaxiaal met genoemde horizontale as (3) doorheen de behuizing (2) uitstrekt.
3. Oven (1) volgens conclusie 2, waarbij genoemde horizontale as (3) de behuizing snijdt op twee plaatsen, waarbij genoemde toevoeropening (4) zich uitstrekt ter plaatse van een eerste uit genoemde twee plaatsen, en waarbij genoemde gasuitlaat (5) zich uitstrekt ter plaatse van een tweede uit genoemde twee plaatsen.
4. Oven (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde behuizing (2) hermetisch afsluitbaar is.
5. Oven (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde toevoeropening (4) hermetisch verbindbaar is met genoemde materiaalaanvoer (9).
6. Oven (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde gasuitlaat (5) hermetisch verbindbaar is met een gasafvoersysteem (8).
7. Oven (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de genoemde uitgietopening (7) hermetisch verbindbaar is met een mal (12) voor het opvangen van genoemd ten minste een gedeelte van genoemd gesmolten materiaal.
8. Oven (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde horizontale as (3) zich excentrisch richting genoemde uitgietopening (7) uitstrekt.
9. Oven (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde verhittingsmiddelen (10) een plasmatoorts bevatten.
10. Oven (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde oven (1) geschikt is voor het smelten en/of vergassen van toxisch en/of radioactief materiaal.
Priority Applications (11)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2010/0210A BE1019269A3 (nl) | 2010-04-02 | 2010-04-02 | Kantelbare oven. |
PCT/IB2011/051441 WO2011121582A2 (en) | 2010-04-02 | 2011-04-04 | Tilting furnace |
ES11720871T ES2829949T3 (es) | 2010-04-02 | 2011-04-04 | Horno inclinable |
EP11720871.0A EP2553180B1 (en) | 2010-04-02 | 2011-04-04 | Tilting furnace |
CA2792739A CA2792739C (en) | 2010-04-02 | 2011-04-04 | Tilting furnace |
US13/637,280 US20130044784A1 (en) | 2010-04-02 | 2011-04-04 | Tilting furnace |
UAA201212484A UA107829C2 (en) | 2010-04-02 | 2011-04-04 | Tilting furnace |
RU2012146727/03A RU2586113C2 (ru) | 2010-04-02 | 2011-04-04 | Наклонная печь |
BR112012024941-0A BR112012024941B1 (pt) | 2010-04-02 | 2011-04-04 | forno para fundir e/ou gaseificar material tóxico e/ou radioativo |
CN201180016379.XA CN102859280B (zh) | 2010-04-02 | 2011-04-04 | 倾转炉 |
US14/599,017 US20150139265A1 (en) | 2010-04-02 | 2015-01-16 | Tilting furnace |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2010/0210A BE1019269A3 (nl) | 2010-04-02 | 2010-04-02 | Kantelbare oven. |
BE201000210 | 2010-04-02 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1019269A3 true BE1019269A3 (nl) | 2012-05-08 |
Family
ID=43334718
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2010/0210A BE1019269A3 (nl) | 2010-04-02 | 2010-04-02 | Kantelbare oven. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US20130044784A1 (nl) |
EP (1) | EP2553180B1 (nl) |
CN (1) | CN102859280B (nl) |
BE (1) | BE1019269A3 (nl) |
BR (1) | BR112012024941B1 (nl) |
CA (1) | CA2792739C (nl) |
ES (1) | ES2829949T3 (nl) |
RU (1) | RU2586113C2 (nl) |
UA (1) | UA107829C2 (nl) |
WO (1) | WO2011121582A2 (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN103206860B (zh) * | 2013-04-22 | 2014-12-10 | 五力机电科技(昆山)有限公司 | 炉体侧封板 |
JP6309804B2 (ja) | 2014-03-28 | 2018-04-11 | 矢崎総業株式会社 | レバー嵌合式コネクタ |
CN105276588A (zh) * | 2014-07-25 | 2016-01-27 | 龙伟 | 旋转式层流等离子体废物焚烧炉 |
GB2536049B (en) * | 2015-03-05 | 2017-06-07 | Standard Gas Ltd | Advanced thermal treatment method |
CN105783508B (zh) * | 2016-03-14 | 2018-05-18 | 宁波市奉化精翔热处理设备厂 | 一种生物质燃料坩埚炉 |
RU2762438C1 (ru) * | 2017-12-15 | 2021-12-21 | ДАНИЕЛИ И КО ОФФИЧИНЕ МЕККАНИКЕ С.п.А. | Плавильная печь для металлургического завода и способ ее работы |
CN111868466B (zh) * | 2018-01-23 | 2022-12-27 | 应达公司 | 用于活性合金和金属的密封倾斜倾倒电感应炉 |
US11168014B2 (en) * | 2018-04-30 | 2021-11-09 | Dundee Sustainable Technologies Inc. | System and method of fabrication of arsenic glass |
CN113566201B (zh) * | 2021-07-13 | 2022-12-02 | 华中科技大学 | 一种撬装式固废阴燃处置系统及方法 |
CN114010880B (zh) * | 2021-11-09 | 2023-11-24 | 湖北工业大学 | 一种基于工业设计的电热设备 |
CN114432968B (zh) * | 2022-02-08 | 2023-03-24 | 江苏天楹等离子体科技有限公司 | 一种倾倒式熔池的放射性废物等离子体气化熔融炉 |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1794455A (en) * | 1925-12-23 | 1931-03-03 | Hampus Gustaf Emrik Cornelius | Closed tiltable furnace |
GB690069A (en) * | 1950-02-08 | 1953-04-08 | Julien Dufour | Improvements in or relating to refining furnaces |
GB1115404A (en) * | 1965-05-07 | 1968-05-29 | Soc Metallurgique Imphy | Rotary furnace |
FR2498737A1 (fr) * | 1981-01-16 | 1982-07-30 | Von Roll Ag | Four combine pour la combustion et la fusion de dechets solides, pateux et liquides |
US4728081A (en) * | 1984-12-24 | 1988-03-01 | Chiyoda Chemical Engineering & Construction Co., Ltd. | Incinerating and melting apparatus |
EP0759525A2 (en) * | 1995-08-10 | 1997-02-26 | Ngk Insulators, Ltd. | Waste-melting furnace and waste-melting method |
WO2005052447A1 (de) * | 2003-11-18 | 2005-06-09 | Zwilag Zwischenlager Würenlingen Ag | Hochtemperatur-ofen |
Family Cites Families (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS59157964U (ja) | 1983-04-08 | 1984-10-23 | アップリカ葛西株式会社 | 乳母車の押棒と押棒連結棒との連結部構造 |
US4564388A (en) * | 1984-08-02 | 1986-01-14 | Intersteel Technology, Inc. | Method for continuous steelmaking |
US4654076A (en) * | 1986-01-30 | 1987-03-31 | Plasma Energy Corporation | Apparatus and method for treating metallic fines |
EP0400925B1 (en) * | 1989-05-29 | 1995-04-26 | Alcan International Limited | Process and apparatus for melting contaminated metalliferous scrap material |
GB9108038D0 (en) * | 1991-04-16 | 1991-06-05 | Forgemaster Steels Limited | Improved taphole design and method |
US5284503A (en) | 1992-11-10 | 1994-02-08 | Exide Corporation | Process for remediation of lead-contaminated soil and waste battery |
US5408494A (en) * | 1993-07-28 | 1995-04-18 | Retech, Inc. | Material melting and incinerating reactor with improved cooling and electrical conduction |
DE4332913A1 (de) | 1993-09-23 | 1995-03-30 | Mannesmann Ag | Stahlwerkseinrichtung mit geschlossenem kippbarem Lichtbogenofen |
NO306815B1 (no) * | 1994-06-06 | 1999-12-27 | Norton As | Fremgangsmåte ved fremstilling av siliciumkarbid |
US6355904B1 (en) * | 1996-06-07 | 2002-03-12 | Science Applications International Corporation | Method and system for high-temperature waste treatment |
FR2784608B1 (fr) | 1998-10-15 | 2000-12-08 | Pechiney Rhenalu | Cuve de traitement de metal liquide basculante et son dispositif de liaison etanche avec une goulotte fixe |
TW496795B (en) * | 2000-10-05 | 2002-08-01 | E E R Env Energy Resrc Israel | System and method for removing blockages in a waste converting apparatus |
US7132584B2 (en) * | 2004-02-11 | 2006-11-07 | Labeltek Inc. | Method of using high temperature plasma to disintegrate waste containing titanyl phthalocyanine |
KR100749027B1 (ko) * | 2006-06-23 | 2007-08-13 | 주식회사 포스코 | 용융 몰드플럭스를 이용한 연속 주조 장치 및 방법 |
FR2909015B1 (fr) | 2006-11-27 | 2009-01-23 | Europlasma Sa | Dispositif et procede d'inertage par fusion plasma de materiaux toxiques. |
JP4949074B2 (ja) * | 2007-02-23 | 2012-06-06 | 三菱重工環境・化学エンジニアリング株式会社 | プラズマ式溶融炉の運転制御方法及び装置 |
-
2010
- 2010-04-02 BE BE2010/0210A patent/BE1019269A3/nl active
-
2011
- 2011-04-04 BR BR112012024941-0A patent/BR112012024941B1/pt active IP Right Grant
- 2011-04-04 WO PCT/IB2011/051441 patent/WO2011121582A2/en active Application Filing
- 2011-04-04 CA CA2792739A patent/CA2792739C/en active Active
- 2011-04-04 ES ES11720871T patent/ES2829949T3/es active Active
- 2011-04-04 EP EP11720871.0A patent/EP2553180B1/en active Active
- 2011-04-04 US US13/637,280 patent/US20130044784A1/en not_active Abandoned
- 2011-04-04 RU RU2012146727/03A patent/RU2586113C2/ru active
- 2011-04-04 UA UAA201212484A patent/UA107829C2/ru unknown
- 2011-04-04 CN CN201180016379.XA patent/CN102859280B/zh active Active
-
2015
- 2015-01-16 US US14/599,017 patent/US20150139265A1/en not_active Abandoned
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1794455A (en) * | 1925-12-23 | 1931-03-03 | Hampus Gustaf Emrik Cornelius | Closed tiltable furnace |
GB690069A (en) * | 1950-02-08 | 1953-04-08 | Julien Dufour | Improvements in or relating to refining furnaces |
GB1115404A (en) * | 1965-05-07 | 1968-05-29 | Soc Metallurgique Imphy | Rotary furnace |
FR2498737A1 (fr) * | 1981-01-16 | 1982-07-30 | Von Roll Ag | Four combine pour la combustion et la fusion de dechets solides, pateux et liquides |
US4728081A (en) * | 1984-12-24 | 1988-03-01 | Chiyoda Chemical Engineering & Construction Co., Ltd. | Incinerating and melting apparatus |
EP0759525A2 (en) * | 1995-08-10 | 1997-02-26 | Ngk Insulators, Ltd. | Waste-melting furnace and waste-melting method |
WO2005052447A1 (de) * | 2003-11-18 | 2005-06-09 | Zwilag Zwischenlager Würenlingen Ag | Hochtemperatur-ofen |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2553180A2 (en) | 2013-02-06 |
US20150139265A1 (en) | 2015-05-21 |
BR112012024941B1 (pt) | 2021-01-26 |
UA107829C2 (en) | 2015-02-25 |
RU2012146727A (ru) | 2014-05-10 |
BR112012024941A2 (pt) | 2017-12-12 |
CA2792739A1 (en) | 2011-10-06 |
EP2553180B1 (en) | 2020-08-12 |
CN102859280A (zh) | 2013-01-02 |
US20130044784A1 (en) | 2013-02-21 |
ES2829949T3 (es) | 2021-06-02 |
CN102859280B (zh) | 2016-03-09 |
CA2792739C (en) | 2018-07-31 |
WO2011121582A2 (en) | 2011-10-06 |
WO2011121582A3 (en) | 2011-12-01 |
RU2586113C2 (ru) | 2016-06-10 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1019269A3 (nl) | Kantelbare oven. | |
EP0906249A2 (en) | Method and system for high-temperature waste treatment | |
CN110139920A (zh) | 包括自动灰处理器的热分解气化炉 | |
US7374716B2 (en) | Metallurgical oven and a material basket for a metallurgical oven | |
EP0711254B1 (fr) | Procede d'inertage par torche a plasma de produits contenant des metaux, en particulier des metaux lourds et installation pour sa mise en uvre | |
EP0734458B1 (fr) | Dispositif de chargement pour alimenter en metaliquide un four electrique | |
CN218154222U (zh) | 一种倾翻式等离子体放射性废弃物气化熔融炉 | |
RU2527533C2 (ru) | Подвижный плавильный под для металлоплавильной печи | |
CN1882805A (zh) | 高温炉 | |
EA028370B1 (ru) | Переработка алюминиевого шлака | |
TWI674387B (zh) | 操作電弧爐之方法 | |
JP2001221424A (ja) | 溶融炉及びその出湯装置 | |
JP2018525597A (ja) | プラズマ溶融炉 | |
JPH0979751A (ja) | アーク炉 | |
JP2002005424A (ja) | 廃棄物溶融炉 | |
RU183114U1 (ru) | Устройство для контролируемого заполнения выпускного отверстия | |
RU2087558C1 (ru) | Устройство для переработки металлоотходов | |
OA20744A (fr) | Four de fusion d'alliages ferreux de recyclage fonctionnant aux résidus agricoles et son procédé de fabrication. | |
JP2001042092A (ja) | 廃棄物の焼却溶融炉 | |
FR3071493A1 (fr) | Procede et dispositif de vitrification d'un materiau pulverulent | |
BR112020014456A2 (pt) | sistema de forno de indução elétrica para um despejo de inclinação vedado de um material fundido reativo, e, método para fornecer um material fundido reativo a partir de um sistema de forno de indução elétrica para um aparelho de processamento de material fundido reativo | |
BR112020014456B1 (pt) | Sistema de forno de indução elétrica para um despejo de inclinação vedado de um material fundido reativo, e, método para fornecer um material fundido reativo a partir de um sistema de forno de indução elétrica para um aparelho de processamento de material fundido reativo | |
JPS6329192B2 (nl) | ||
JP2002257473A (ja) | ロータリーキルン | |
JP2009119417A (ja) | 廃アスベスト材無害化処理装置 |