<Desc/Clms Page number 1>
ANTIMICROBIELE SAMENSTELLING VOOR DIEREN Technisch veld
De huidige uitvinding heeft betrekking op een antimicrobiële compositie geschikt als diervoederadditief. Een primair doel van voornoemde antimicrobiële compositie is de verbetering van het microbiële ecosysteem in the maagdarmstelsel. De huidige uitvinding heeft betrekking op een antimicrobiële compositie welke voorziet in verbeterde en gecombineerde antibacteriële en antifungale eigenschappen.
De huidige uitvinding toont verder een proces om de voederefficiëntie te verbeteren en zo de groei van de dieren te bevorderen.
Achtergrond van de uitvinding
Het welzijn en de gezondheid en bijgevolg de economische waarde van vee wordt vooreerst bepaald door een goed functionerend en goed gebalanceerd microbieel ecosysteem in the maagdarmkanaal van de gastheer. Verstoring van dit microbieel ecosysteem zal uiteindelijk resulteren in een verminderde performantie, vaak gepaard gaand met infectueuze diarree. Een belangrijke bron van voornoemde verstoring is de aanwezigheid van ongewenste micro-organismen in het maagdarmstelsel zoals contaminerende pathogenen in het diervoeder of in de nabije omgeving van het dier. Alle voedsel- en voederingrediënten zijn van nature gecontamineerd met bacteriën, gisten en fungi (voomamelijk schimmelvormende), laatstgenoemde gewoonlijk in de vorm van sporen.
Bij temperaturen boven 40C is het meeste voedsel en voeder een ideaal medium voor microbiële groei meestal gevolgd door productie van toxische metaboliten (bijvoorbeeld endotoxines, mycotoxines) door de in situ ontwikkeling van micro-organismen. Ook de omgeving van de dieren, bijvoorbeeld een stal, feces, , is sterk gecontamineerd met potentieel pathogene bacteriën.
Contaminatie van landbouwproducten met mycotoxine producerende fungi is vaak onvermijdelijk en van wereldwijd belang. Daar vocht en temperatuur belangrijke parameters zijn voor fungale groei, zijn vloeibaar voedsel en voeder zeer gevoelig voor contaminatie en groei van schimmels en aansluitend ontwikkeling van mycotoxines. Mycotoxicose kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld aflatoxines, ochratoxines, trichothecenen, zearalenonen and citrinines. Mycotoxines veroorzaken een grote variëteit aan ongunstige klinische symptomen afhankelijk van de natuur en concentratie van mycotoxines welke
<Desc/Clms Page number 2>
aanwezig zijn, duur van blootstelling, dierspecies, de leeftijd en nutritionele gezondheidsstatus op het ogenblik van blootstelling aan het gecontamineerde voedsel en voeder.
Met het oog op de economische interesse van moderne veeteeltsystemen om de productiviteit te verhogen en winstgevendheid te behouden, is het een gewoonte geworden om de groeisnelheid te verhogen door specifieke dieren zoals biggen bloot te stellen aan het vroeg spenen. Deze vroege speenleeftijd belast echter de dieren met veel negatieve stress, voornamelijk van nutritionele origine welke vaak gepaard gaat met een min of meer ernstige reductie van de voederopname en energiedeficiëntie en bijgevolg tot een mobilisatie van lichaamsreserves door het dier. Maldigestie and malabsorptie van het voeder kan de situatie verder verergeren en resulteren in verteringsstoornissen voornamelijk ten gevolge van bacteriële en fungale overgroei en/of virale infecties van het maagdarmstelsel.
Dergelijke digestieve pathologische problemen leiden tot emstige gewichtsverliezen en een verhoogde mortaliteit bij de dieren.
De verteringspathologie zoals boven beschreven leidt ook tot een zeer inefficiënte voederconversie. Dit betekent dat het voeder dat door de dieren wordt opgenomen niet efficiënt omgezet wordt. Een lage VC ( (Voeder Conversie) is de verhouding van de hoeveelheid geconsumeerd voeder tot de gewichtstoename van de dieren) geeft aan dat een gegeven hoeveelheid voeder bij een groeiend dier resulteert in een proportioneel hoger gewicht. Laatstgenoemde situatie geeft aan dat het dier in staat is het voeder meer efficiënt te benutten.
Het verstrekken van traditioneie antimicrobiële componenten of voederantibiotica is een mogelijkheid waardoor verteringspathologie voorkomen kan worden en bijgevolg een manier om de VC te verlagen. Het is duidelijk dat een antibiotische therapie voor de behandeling van verschillende stoornissen en ziekten resulteert in de destructie of onderdrukking van de totale intestinale microflora. Deze invioed op de intestinale microflora kan nadien resulteren in een ongecontroleerde proliferatie van pathogene micro-organismen of opbouw van resistentie. Dit kan aanleiding geven tot ziekten zoals diarree. Daarom is het constant nodig geweest om nieuwe antibiotica en mengsels van antibiotica te ontwikkelen en te gebruiken voor dieren zoals beschreven in vb.
EP Patent 597167, welke het gebruik van een antibiotisch mengsel van gentamycine en lincomycine beschrijft.
<Desc/Clms Page number 3>
Een belangrijk nadeel, niettegenstaande is dat veel antibiotica welke aan de dieren worden verstrekt resistentie veroorzaken van de bacteriën welke aanwezig zijn in de dieren en van andere micro-organismen. Verder zijn een aantal van de gebruikte antibiotica bij dieren dezelfde of chemisch nauw verwant met de antibiotica welke gebruikt worden in het gevecht tegen ziekten veroorzaakt door bacteriën en andere micro-organismen bij mensen. Daarom is er een groeiende bezorgdheid in de publieke opinie dat de resistentie welke teruggevonden wordt in micro-organismen aanwezig in landbouwnutsdieren zal getransfereerd worden naar de ziekteverwekkende micro-organismen welke aanwezig zijn in mensen, waardoor deze niet kunnen gecontroleerd worden met de huidig beschikbare menselijke antibiotica.
Alternatieve voederadditieven om het dierenwelzijn en derhalve hun capaciteit om voeder of een efficiente wijze te converteren in voedsel worden in toenemende mate gebruikt en betreffen aanzuurders van voeder om de bewaring van het voeder te verbeteren en/of te voorzien in een verhoogde bescherming van het maagdarmstelsel tegen proliferatie van pathogene bacteriën (WO 98/43634). Ook middenlange keten vetzuren (MKVZ) met 6 tot 12 koolstof atomen werden beschreven voor gebruik in basisgrondstoffen ; vb. US Patent nr 5, 462, 967 welke het gebruik van MKVZ met 6 tot 12 koolstof atomen beschrijft voor antiprotozoaal effect en onderdrukking van de vorming van een overmaat aan systemisch vet van, in het bijzonder, nutspluimvee.
Met inachtneming van de relatief grote kostenfactor welke voeder uitmaakt in de totale productiekost van voedselproducerende dieren, is het duidelijk dat een verlaagde voederconversie een directe invloed zal hebben op de winstgevendheid van een voedselproducent.
Het is een doel van de huidige uitvinding om een samenstelling te verstrekken welke een effectief middel is om verteringspathologieën in het maagdarmstelsel van het dier af te remmen. Het is verder een doel van de huidige uitvinding om een samenstelling te verstrekken welke de microbiële balans van de intestinale microflora verbetert. Verder doel van de huidige uitvinding is een samenstelling te verstrekken welke een lage voederconversie veroorzaakt zonder de voederkost per gewichtseenheid te verhogen. Het is verder ook een doel van de huidige uitvinding om een samenstelling te verstrekken welke de groei verhoogt.
<Desc/Clms Page number 4>
Verder doel van de huidige uitvinding is een werkwijze te verstrekken om de gewichtstoename en voederefficiëntie bij dieren te verhogen.
Samenvatting van de uitvinding
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een samenstelling bestaande uit een MKVZ component en minstens 1 additionele groeibevorderende component geselecteerd uit de groep bestaande uit organische zuren, anorganische zuren, diervoederantibiotica, conventionele groeibevorderaars en plantenextracten zoals oreganum en allicine.
De samenstellingen van de huidige uitvinding leiden verassend tot een synergetische antimicrobiële activiteit tegen bacteriën, gisten, en schimmels. Voornoemde samenstelling leidt ook tot een sterk verhoogde groei en een sterk gereduceerde VC.
In een geprefereerde vorm, heeft de uitvinding betrekking op een samenstelling bestaande uit een MKVZ component en minstens een additionele groeibevorderende component geselecteerd uit de groep bestaande uit diervoederantibiotica, conventionele groeibevorderaars en plantenextracten en verder een groeibevorderende component uit de groep bestaande uit organische zuren en anorganische zuren.
In een andere geprefereerde vorm, heeft de uitvinding betrekking op een samenstelling bestaande uit een MKVZ component en minstens een groeibevorderende component geselecteerd uit de groep bestaande uit probiotica, synbiotica, enzymen, en bioactive componenten.
In een in het bijzonder geprefereerde vorm, is de MKVZ component aanwezig in een samenstelling welke volgens de uitvinding verstrekt in de vorm van een emulsie. In een zelfs nog meer geprefereerde vorm, is voornoemde emulsie verder aangevuld met een surfactant, bij voorkeur een niet-ionisch poloxameer surfactant.
De uitvinding heeft verder betrekking op werkwijzen ter verbetering van de groei en/of reductie van de voederconversie en/of verbetering van de voederwaarde en/of verbetering van de algemene gezondheidstoestand en het dierenwelzijn door voornoemde dieren te voorzien met een voeder welke een samenstelling volgens de huidige uitvinding bevat.
<Desc/Clms Page number 5>
Gedetailleerde beschrijving van de figuur
Figuur 1 illustreert de proefopzet voor pluimveeproeven die uitgevoerd werden zoals uitgelegd in voorbeeld 2 en 3.
Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding
Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle technische en wetenschappelijke termen welke hierin gebruikt worden dezelfde betekenis als algemeen verstaan door een van de deskundigen in het vakgebied.
In deze specificatie en de bijhorende conclusies, houden de enkelvoudige vormen "een","de"en"het"meervoudige referenties in, tenzij anders aangegeven.
Zoals hierin gebruikt, wordt de term "samenstelling" opgevat als zijnde een voederadditie, f.
De term"voederconversie"wordt gebruikt om de efficiëntie in voederopname van het dier te beschrijven en verwijst naar de eenheden voeder geconsumeerd gedeeld door de eenheden gewichtstoename van het dier over een specifieke tijdsperiode. De"Voeder Conversie Ratio" is de ratio van de hoeveelheid geconsumeerd voeder relatief tot de gewichtstoename van een dier.
De huidige uitvinding is gerelateerd met een verbeterde voederconversie van de dieren zonder daarmee gepaard gaande substantiële of significante stimulatie van de voederopname. De voederopname is typisch dezelfde of verlaagd bij de behandelde dieren vergeleken met de onbehandelde dieren. Nieuwe samenstellingen en werkwijzen om het bovenstaande te bekomen zijn beschikbaar.
Zoals hierin gebruikt verwijzen"verbeteren van de voederconversie"en verwante uitdrukkingen zoals "voederconversie verbetering" naar het verbeteren van de efficiëntie van de voederbenutting en/of een verbetering van de groeisnelheid. Dit betekent dat, in overeenstemming met de huidige uitvinding, behandelde dieren (in vergelijking met onbehandelde dieren) substantieel dezelfde voederopname en een verhoogde groeisnelheid kunnen hebben, een verlaagde voederopname en een substantieel gelijke groeisnelheid kunnen hebben, of een verlaagde voederopname bij een verhoogde groeisnelheid kunnen
<Desc/Clms Page number 6>
hebben.
De term "groei" zoals hierin gebruikt verwijst naar een gewichtstoename zoals het geval is bij een gewichtstoename door een toename in weefselafzetting op het karkas van het dier welke resulteert in het gewenste vlees.
In overeenstemming met de huidige uitvinding wordt, in eerste instantie, een samenstelling verschaft samengesteld uit een MKVZ component en minstens een groeibevorderende component geselecteerd uit de groep bestaande uit organische zuren, anorganische zuren, diervoederantibiotica, conventionele groeibevorderaars en plantenextracten.
In één vorm, is een samenstelling verschaft waarin de MKVZ component in eerste instantie bestaat uit of MKVZ, zouten. of afgeleiden, of mengsels daarvan. Een in het bijzonder geschikte fase van de MKVZ component, volgens de huidige uitvinding, is een vaste of semi-vioeibare vorm, meer in het bijzonder emulsies. Bijgevolg kan de MKVZ component van de samenstelling volgens de huidige uitvinding enkel één MKVZ, één enkel MKVZ zout, één enkel MKVZ derivaat, een mengsel van MKVZ, een mengsel van MKVZ zouten, een mengsel van MKVZ derivaten, een mengsel van MKVZ en MKVZ zouten, een mengsel van MKVZ en MKVZ derivaten, een mengsel van MKVZ zouten en MKVZ derivaten, een mengsel van MKVZ, MKVZ zouten en MKVZ derivaten zijn.
Zoals hierin gebruikt, verwijst de term"MKVZ component"naar een fractie in de samenstelling welke volgens de huidige uitvinding in essentie bestaat uit MKVZ, zouten, of derivaten, of mengsels daarvan. Zoals hierin gebruikt, verwijst de term MKVZ naar een middenlang keten vetzuur waarbij voornoemd "middenlang keten vetzuur" een verzadigd vetzuur, onverzadigd vetzuur, of een mengsel daarvan is, met 6 tot 14 koolstof atomen. Met "middenlange keten verzadigde vetzuren", zoals hierin gebruikt, wordt bedoeld Ce (capron), Cg (capryl), C10 (caprine), C12 (laurine), of myristine (C14) verzadigde vetzuren, of mengsels daarvan. In het bijzonder is het gebruik van een Cs/Co mengsel in gelijke hoeveelheden geschikt.
De C7, Cg, Cn, and C13 verzadigde vetzuren zijn niet alomtegenwoordig, maar worden niet uitgesloten uit de definitie van mogelijke middenlange keten vetzuren.
Zoals hierin gebruikt, verwijst de term"MKVZ zouten"naar een zout van het vrije vetzuur. Zoals hierin gebruikt, verwijst de term "vrij vetzuur" naar een, ongederivatiseerd vetzuur, i. e. een vetzuur dat niet omgezet is in een zout, een amide, een ester etc. Zoals
<Desc/Clms Page number 7>
hierin gebruikt, verwijst de term MKVZ derivaat naar een middenlang keten vetzuur wiens carboxylzuurgroep op reversibel wijze geconverteerd is in een ander groep om amiden, esters, glyceriden te vormen. In deze specificatie, sluit de term MKVZ de MKVZ zouten uit.
Zoals hierin gebruikt, verwijst de term"groeibevorderende component"naar een component of samenstelling welke een groeibevorderende activiteit of een effect binnen een levende vertebrale gastheer uitoefent, uitgezonderd MKVZ, zouten, of derivaten daarvan, of mengsels daarvan. Voornoemde groeibevorderende component is gewoonlijk (deel van) een voederadditief of voedersupplement.
In een andere vorm, verschaft de uitvinding een samenstelling bestaande uit een MKVZ component en minstens één groeibevorderende component geselecteerd uit de groep bestaande uit prebiotica, probiotica, synbiotica, proteasen, en bio-actieve middelen.
De term "prebiotica" zoals hierin gebruikt verwijst naar koolhydraten. Bepaalde nietverteerbare koolhydraten, zoals componenten van oplosbare voedingsvezels kunnen de groei of activiteit van gunstige/probiotische bacteriën stimuleren.
"Probiotica" zoals hierin gebruikt zijn bij definitie levende microbiologische voedingssupplementen welke gunstige effecten hebben op de gastheer door hun activiteit in het verteringskanaal. Om effectief te zijn moet het probiotisch micro-organisme in staat zijn om de verteringsomstandigheden te overleven, en moeten ze in staat zijn om het maagdarmstelsel te koloniseren, ten minste tijdelijk, zonder de gastheer schade te berokkenen. Slechts bepaalde stammen van micro-organismen hebben deze eigenschappen.
De meest geprefereerde probiotische micro-organismen volgens deze uitvinding omvatten, maar zijn niet beperkt tot leden van twee bacteriële genera : Lactobacillus en Bifidobacterium.
Zoals hierin gebruikt verwijzen "bio-actieve componenten" naar componenten welke een biologische activiteit hebben en omvatten maar zijn niet beperkt tot componenten welke aanwezig zijn in bloedplasma, zoals lactitol, maltitol, guargom, inuline, raffinose en verbascose.
Meer in het bijzonder, additioneel bruikbare groeibevorderende componenten omvatten maar zijn niet gelimiteerd tot prebiotica zoals oligosachariden omvattende inulines,
<Desc/Clms Page number 8>
fructo-oligosachariden, en galacto-oligosachariden ; probiotica zoals Bifidobacterium thermophilum en infants, Lactobacillus acidophilus, bulgaricus, casei, lactis, plantarum, en reuteri, Bacillus subtilis en cereus, Streptococcus faecium, diacetilactus, en thermophilus, Enterococcus faecium en faecium, Torulopsia, Aspergillus oryzae, en Streptomyces ; inclusief hun vegetatieve sporen, niet-vegetatieve sporen (Bacillus) and synthetische derivaten ; synbiotica ;
enzymen zoals fytasen, glucanasen, lipasen, zure proteasen van Rhizopus rhizopodiformis, Aspergillus niger, en het genus Tramates, en neutrale tot alkaline proteasen van Bacillus subtilis, licheniformis, en natta ; kruiden zoals Mimosaceae en oregano, inclusief extracten and essentiële oliën daarvan ; en fungi behorende tot de klasse Basidiomycotina
EMI8.1
bestaande uit genera behorend tot de ordes Agaricales en Aphyl/ophorales, Armillariella (Fr.) Karst, Tricholoma matsutake (S. to et Imai) Sing., Lentinus edodes (Berk.) Sing. en Shiitake, Coriolus versicolor (Fr.) Quel., Grifola gigantea (Fr.) Pilat, Favolus arcularius (Fr.) Ames, Ganoderma (Reishi), Cordyceps, Coriolus of Grifola (Maitake), hetzij zoalsalleen of in elke combinatie met elkaar kan gebruikt worden als groeibevorderende componenten in deze specificatie.
Andere bio-actieve componenten zoals aanwezig in bloedplasma zijn ook geschikt.
De aanwezigheid van MKVZ componenten in combinatie met een groeibevorderende component in voornoemde nieuwe samenstelling, heeft volgens de huidige uitvinding een synergetisch effect op de verbetering van de voederconversie welke leidt tot sterk gereduceerde VCs.
Vergeleken met VC's bekomen met een-component voederadditieven, zijn deze bekomen met samenstellingen van de huidige uitvinding substantieel lager. Zoals hierin gebruikt, verwijst de term"een-groei-component voederadditief naar een additief bestaande uit minstens een groeibevorderende component binnen een enkele klasse van groeibevorderende componenten.
De term "klasse" van groeibevorderende componenten zoals hierin gebruikt verwijst naar een groep of set van groeicomponenten welke gemeenschappelijke eigenschappen en/of functionaliteiten hebben zoals vb. klasse van antibiotica, klasse van prebiotica, klasse van probiotica, klasse van synbiotica, klasse van kruiden, klasse van conventionele groeibevorderaars, klasse van organische zuren, en klassen van anorganische zuren.
<Desc/Clms Page number 9>
Samenstellingen van de huidige uitvinding verschaffen minstens 4 maal hoger antimicrobiële effecten in vergelijking met de resultaten bekomen met een-component voederadditieven.
In een uitvoeringsvorm, is het MKVZ in de samenstelling volgens de onderhavige uitvinding geselecteerd uit de groep van middenlange keten verzadigde vetzuren.
Gebruikelijke middenlange keten verzadigde vetzuren omvatten, maar zijn niet beperkt tot, zowel even als oneven vetzuren zoals capronzuur (Cg), heptaanzuur (C7), caprylzuur (Cg), pelargoonzuur (Cg), en caprinezuur (cl), met inbegrip van mengsels van elkaar. In de onderhavige uitvinding, zijn bijzonder gebruikelijk mengsels van specifiek verschillende verzadigde vetzuren, de individuele specifieke verzadigde vetzuren omvattende een verschillend aantal koolstofatomen. Dergelijke mengsels verschaffen optimale anti-microbiëte eigenschappen.
In homologe reeksen van vetzuren, is gebleken dat de anti-bacteriële efficiëntie toeneemt met toenemende ketenlengte. Vetzuren met een ketenlengte van 8 tot 10 koolstofatomen geven een optimale anti-microbiële activiteit weer.
In de onderhavige beschrijving zijn undecaaan zuur en laurinezuur geschikte middenlange keten verzadigde vetzuren en ook boterzuur, valeriaan zuur, tridecaanzuur en myristin zuur zijn gelijkwaardig geschikt in de onderhavige uitvinding.
Gesubstitueerde MKVZs zoals 2-methyl-tetradecaan zuur, 5-methyltetradecaan zuur, 2, 2-dimethyltetradecaan zuur, met inbegrip van vertakte, monobasische en dibasische vetzuren kunnen gelijkwaardig geschikt zijn in de onderhavige uitvinding. In het bijzonder zijn de niet-synthetische zuren geschikt.
In een bijzonder geschikte uitvoeringsvorm is het MKVZ in de samenstelling volgens de onderhavige uitvinding geselecteerd uit de groep van Ca. middenlange keten verzadigde vetzuren.
De huidige erkende theorie voor het mechanisme, waarbij de vetzuren een antimicrobiële activiteit uitoefenen is dat de lipide microbiele celmembraan poreus is voor de niet afgescheiden vetzuur, met als gevolg dat het vetzuur in staat is de microbiële celmembraan
<Desc/Clms Page number 10>
te passeren naar het meer alkalische binnenste. Door de hoger intracellulaire alkaniteit wordt het vetzuur afgescheiden, aldus resulterend in een toename van de intracellulaire pH beneden het overlevingsniveau. Het vetzuur handelt aldus in feite als een protonofoor, welke de inwendige lek van H+ verhoogt en welke de uitvloei van H'te langzäam maakt om toe te staan dat de intracellulaire pH weer toeneemt.
De fysio-chemische eigenschappen van vetzuren welke hen toelaat om als protonoforen te handelen, kunnen variëren en zijn afhankelijk van talrijke parameters. Voorbeelden van dergelijke parameters zijn zowel de keteniengte, amphotere karakteristieken en het pKa van het vetzuur als de fysio-chemische omgeving, neerslag, de pH op de plaats van activiteit en de chemische samenstelling van de microbiële omslag, welke de doorgang van vetzuren door het membraan bepaalt. In dit opzicht, is de betere prestatie van het vetzuur omvattende 8-10 koolstofatomen te danken aan de extreme doordringbaarheid van het microbiële celmembraan voor dit vetzuur. Bovendien verandert destabilisatie van plasmamembraan de energiemetabolisme van het micro-organisme.
Concentraties tot 1x105 ppm van het MKVZ component in diervoeder zijn geschikt. In een volgende vorm tot 5x104 ppm, in nog een volgende vorm tot 1x104 pp, in nog een volgende vorm 5x103 ppm en in nog een volgende vorm tot 1, 5x103 ppm in diervoeder zijn gebruikelijke concentraties. In een volgende voorkeursvorm waren concentraties zo laag als 102 ppm effectief.
Volgens een volgende vorm, wordt een samenstelling verschaft waarin het MKVZ component tenminste een MKVZ zout en tenminste een MKVZ derivaat omvat.
Volgens een volgende vorm, wordt een samenstelling verschaft waar de MKVZ component tenminste een MKVZ zout bevat. In deze specificatie, zijn mengsels van twee of meer zouten van vrije vetzuren in het bijzonder geschikt. Niet-beperkende voorbeelden van geschikte MKVZ zouten in de huidige uitvinding bevatten alkali metaalzouten zoals lithium zouten, natriumzouten, kaliumzouten, en dergelijke ; aardalkalimetaalzouten zoals magnesiumzouten, caiciumzouten, bariumzouten, en dergelijke ; verschillende metaalzouten zoals zinkzouten, aluminiumzouten, ijzerzouten, mangaanzouten, en dergelijke ; organoamine zouten zoals monoethanoiamine zouten, diethaanamine zouten, triethylamine zouten, en dergelijke ;
basische aminozouten zoals Iysinezouten, ornithine zouten, arginine zouten,
<Desc/Clms Page number 11>
histidine zouten, hydroxylysine zouten, en dergelijke ; en alkali metaalzouten zoals ammoniumzouten, en basische aminozuurzouten.
In een volgende vorm van de huidige. uitvinding, wordt een samenstelling verschaft waarin de MKVZ tenminste een MKVZ zout bevat, geselecteerd uit de groep die ammonium zouten, natriumzouten, kaliumzouten, en calciumzouten bevat.
De gebruikte hoeveelheid MKVZ zouten in de huidige uitvinding in dierenvoeder is gewoonlijk 0. 001% tot 25% op basis van gewicht. De gebruikte hoeveelheid MKVZ zouten varieert naargelang factoren zoals de gastheer (dier), leeftijd van het dier, de aard van de ingrediënten die anders zijn dan MKVZ zouten etc.
Volgens een volgende vorm, wordt een samenstelling verschaft waarin de MKVZ component tenminste een MKVZ afgeleide is. Geschikte MKVZ afgeleiden worden geselecteerd uit een groep die mono-, di-, en tri-glyceriden bevat. Een molecule van mono-, di-, of triglyceride bestaat uit een ruggegraat van glycerol waaraan respectievelijk één ("mono"), twee ("di") of drie ("tri") vetzuren gebonden zijn. Om het even welke combinatie van verzadigde, mono-onverzadigde, of polyonverzadigde vetzuren kan zich voordoen in een mono-, di-, of triglyceride molecule. Een mono-onverzadigd vetzuur heeft een zijde waaraan waterstofatomen kunnen toegevoegd worden. Een polyonverzadigd vetzuur heeft twee of meer zijden voor bijkomende waterstofatomen.
Voorbeelden van substanties die in de natuur voorkomen die rijk zijn aan MKVZ derivaten zoals mono-, di-, en triglyceriden omvatten, maar zijn niet beperkt tot kokosolie, palmpitolie, afgeleid van plantenzaden, melk van zoogdierspecies, zoals melk van een paard, rat, geit en konijn, of botervet. Ook commerciële bronnen van chemisch gestructureerde of op maat gemaakte mono-, di-, en triglyceriden of mengsels hiervan kunnen nuttig zijn.
Geschikte concentraties van MKVZ afgeleiden zoals mono-, di-, en triglyceriden in het voeder zijn gebruikt a rato van 0. 20% tot 12% op basis van gewicht. In een volgende vorm, kunnen concentraties van MKVZ afgeleiden variëren van 0. 25% tot 10% op basis van gewicht in het voeder. In een volgende vorm, kunnen concentraties van MKVZ afgeleiden variëren van 0. 5% tot 5% op basis van gewicht in het voeder.
<Desc/Clms Page number 12>
In een vorm van de huidige uitvinding, kan de groeibevorderende component een enkel bestanddeel zijn of een mengsel van bestanddelen binnen een enkele klasse van groeibevorderende componenten of mengsel van een of twee of meer componenten van een enkele of twee of meerdere klassen.
In een vorm van de huidige uitvinding, wordt een samenstelling verschaft waarin de groeibevorderende component tenminste een component is die geselecteerd is uit een groep die organische en anorganische zuren bevat. Bijgevolg kan de groeibevorderende component van de samenstelling volgens de huidige uitvinding één enkel organisch zuur zijn, één enkel anorganisch zuur, een mengsel van organische zuren, een mengsel van anorganische zuren of a mengsel van organische en anorganische zuren.
In een geprefereerde vorm van de huidige uitvinding, waarin de samenstelling die een MKVZ component bevat en tenminste een groeibevorderende component geselecteerd uit de groep omvattende diervoederantibioticum, conventionele groeibevorderaars, of plantenextracten, verder omvattende een groeibevorderende component geselecteerd uit de groep omvattende organische en anorganische zuren. Aldus bevat een dergelijke geprefereerde samenstelling een MKVZ, een groeibevorderend element zijnde een diervoederantibioticum, conventionele groeibevorderaar, of plantenextract en verder dus tenminste een organisch en/of anorganisch zuur.
In een volgende vorm, wordt een samenstelling verschaft waarin het groeibevorderende component een organisch zuur is. In een volgende vorm, wordt een samenstelling verschaft waarin de groeibevorderende component een organisch zuur is, meer bepaald een Ci-s carboxylzuur geselecteerd uit de groep die niet-gesubstitueerde carboxylzuren bevat zoals mierenzuur, azijnzuur, propionzuur, boterzuur, valeriaanzuur, en capronzuur, gesubstitueerde carboxylzuren zoals adipinezuur, malonzuur, citroenzuur, fumaarzuur, tartaarzuur, melkzuur, glucuronzuur, malonzuur, en ascorbinezuur, inclusief cyclische carboxylzuren zoals picolinezuur.
Het organische zuurcomponent kan een enkel ongesubstitueerd carboxylzuur zijn, een enkel gesubstitueerd carboxylzuur, een mengsel van ongesubstitueerde carboxylzuren, een mengsel van gesubstitueerde carboxylzuren en een mengsel van ongesubstitueerde carboxylzuren en gesubstitueerde carboxylzuren inclusief verzadigde, onverzadigde, cyclisch en alifatische carboxylzuren en metaalcomplexen en
<Desc/Clms Page number 13>
zouten hiervan. Ook enkelvoudige racemische vormen en racemische mengsels kunnen gebruikt worden.
In een volgende vorm, wanneer toegevoegd in dierenvoeder, bruikbare concentraties van dergelijke carboxylzuren variëren van 0. 05 eq/kg tot 0. 25 eq/kg voeder. In volgende vormen, variëren concentraties van dergelijke carboxylzuren van 0, 10 eq/kg tot 0. 20 eq/kg voeder, van 0, 10 eq/kg tot 0. 15 eq/kg voeder of van 0. 12 eq/kg tot 0. 18 eq/kg voeder.
In een nu volgende vorm, wordt een samenstelling verschaft waarin de groeibevorderende component een anorganisch zuur is inclusief sterke anorganische zuren in kleine hoeveelheden zoals perchloorzuur, waterstafiodide, waterbromide, maagzuur, zwavelzuur, en salpeterzuur en zwakke anorganische zuren zoals fosforzuur, waterstoffluoride zuur, hydrochloorzuur, en salpeterig zuur. Geschikte concentraties van zwakke en sterke anorganische zuren welke bruikbaar zijn, variëren van 0. 1-0. 3% tot 1-1. 5% op basis van gewicht.
In een andere vorm volgens de huidige uitvinding, wordt een samenstelling verschaft waarin de groeibevorderende component een diervoederantibioticum is. Niet-beperkende voorbeelden van nuttige diervoederantibiotica omvatten avoparcine, bacitracine zoals zinkbacitracine, chloortetracycline, flavofosfolipol (flavomycine), furadox, gentamycine, lasalocide, lincomycine, monensine, neomycine, oleandomycine, oxytetracycline, sarimomoicine, spiramycine, sulfametazine, tetracycline, tylosine, virginiamycine, salinomycine, avilamycine.
In een volgende vorm, varieert een bruikbare concentratie van een diervoederantibioticum van 0. 5 ppm tot 250 ppm in dierenvoeder. In een volgende vorm, varieert een bruikbare concentratie van antibiotica voor dierenvoeder van 1 ppm tot 150 ppm. In een volgende vorm, varieert een bruikbare concentratie van antibiotica voor dierenvoeder van 2 ppm tot 100 ppm.
In een volgende vorm, varieert een bruikbare concentratie van antibiotica voor dierenvoeder van 2. 5 ppm tot 50 ppm. In een nu volgende vorm, varieert een bruikbare concentratie van antibiotica voor dierenvoeder van 2. 5 ppm tot 5 ppm.
In een andere vorm volgens de huidige uitvinding, wordt een samenstelling verschaft waarin de groeibevorderende component een conventionele groeibevorderaar is geselecteerd van een groep die nitrovin, olaquindox, carbadox, en cyadox bevat.
<Desc/Clms Page number 14>
Concentraties van dergelijke conventionele groeibevorderaars variëren van 20 ppm tot 150 ppm maar variëren gewoonlijk van 50 ppm tot 100 ppm.
In een volgende vorm, bevat een samenstelling volgende de huidige uitvinding een hoeveelheid van 0, 05% tot 99. 9% op basis van gewicht van MKVZ component. In een volgende vorm, is een hoeveelheid van 1% tot 99, 9% op basis van gewicht van de MKVZ component opgenomen in een samenstelling volgens de huidige uitvinding. In een volgende vorm, een hoeveelheid van 50% tot 99, 9% op basis van gewicht van de MKVZ component in een samenstelling volgens de huidige uitvinding. In een volgende vorm, is een hoeveelheid van 70% tot 99. 9% op basis van gewicht van de MKVZ component opgenomen in een samenstelling volgens de huidige uitvinding. In een volgende vorm, is een hoeveelheid van 85% tot 99. 9% op basis van gewicht van de MKVZ component opgenomen in een samenstelling volgens de huidige uitvinding.
In een nu volgende vorm, omvat de samenstelling een hoeveelheid van 95% tot 99. 9% op basis van gewicht van de MKVZ component volgens de huidige uitvinding.
In een volgende voorkeursvorm omvat de samenstelling volgens de uitvinding siliciumdioxide, in een concentratie variërend van 10% tot 20% op basis van gewicht en bij voorkeur in een concentratie van 30% op basis van gewicht, een aromatische samenstelling, in een concentratie variërend van 5% tot 25% op basis van gewicht en bij voorkeur in een concentratie van 10% op basis van gewicht, - griesmeel, bijvoorbeeld rijst of tarwegriesmeel in een concentratie variërend van 5% tot 25% op basis van gewicht en bij voorkeur in een concentratie van
10% op basis van gewicht ;
en - een mengsel van Ce, Ca en C10 MKVZ, bij voorkeur in vloeibare vorm, in een
EMI14.1
concentratie variërend van 0. tot 99. op basis van gewicht, bij voorkeur variërend van 1% tot 99% op basis van gewicht, meer bij voorkeur variërend van 50% tot 99. op basis van gewicht. In een meest geprefereerde vorm omvat het MKVZ mengsel een concentratie van 50% op basis van gewicht.
Genoemd mengsel van Ce, Cg en C10 MKVZ omvat bij voorkeur Ce MKVZ in een concentratie variërend van 0% tot 10%, Cs MKVZ in een concentratie variërend van 40% tot 50% en C10 MKVZ in een concentratie variërend van 40% tot 50%. Ce, Cs en C10 MKVZ zijn bij voorkeur verkregen van palm of kokos. In een andere voorkeursvorm omvat deze samenstelling, die
<Desc/Clms Page number 15>
siliciumdioxide, een aromatische samenstelling, griesmeel en een mengsel van MKZV omvat, verder nog een groeibevorderende component welke voldoet aan de definitie gegeven in the onderhavige uitvinding.
Volgens deze specificatie, wordt een samenstelling verschaft die een MKVZ component bevat en tenminste een groeibevorderende component. Het is algemeen aanvaard door een bekwame persoon in het vak dat aanvullende ingrediënten gebruikt worden, v. b. verschillende additieven zoals aminozuren, mineralen, vitaminen, enzymen, etc., met verschillende doelstellingen, zoals verbetering van vertering en absorptie, voorkomen van ziekte, etc.
In een geprefereerde vorm, omvat de samenstelling volgens de uitvinding een MKVZ component en tenminste een groeibevorderende component, waarbij de MKVZ component verschaft wordt onder de vorm van een emulsie. In een zelfs meer geprefereerde vorm, de uitvinding heeft betrekking tot een samenstelling, waarin voornoemde emulsie voornoemde MKVZ component omvat, water, een verdikkingsmiddel en een surfactant.
Met het woord "surfactant" zoals in deze tekst gebruikt, wordt bedoeld elk middel dat werkt als oplosmiddel en/of als een emulgator met of zonder thermo reversibel gelvormende eigenschappen. Met het woord "verdikkingsmiddel" wordt bedoeld om verdikkingsmiddelen te incorporeren met of zonder thermo reversible eigenschappen.
Als alleen een surfactant en een verdikkingsmiddel gebruikt wordt in de samenstelling volgens de uitvinding, dan moeten deze zorgvuldig geselecteerd worden en in de geschikte hoeveelheden opdat tenminste één van deze elementen thermo reversibel gelvormende eigenschappen zou hebben.
Het totaal aantal surfactant (en) en verdikkingsmiddelen moeten aanwezig zijn in een hoeveelheid dat effectief is om een homogene formulate te produceren. In een geprefereerde vorm, wordt de surfactant gebruikt in een emulsie aan een concentratie van 0. 1 % tot 10 % op basis van gewicht. In een volgende vorm, wordt de surfactant gebruikt in een emulsie aan een concentratie van 2. 5 % tot 10 % op basis van gewicht. In een volgende vorm, omvat de emulsie een hoeveelheid van 4. 0 % tot 10 % op basis van gewicht van de surfactant.
<Desc/Clms Page number 16>
In een andere geprefereerde vorm, wordt het verdikkingsmiddel gebruikt in de emulsie aan een concentratie van 0 % tot 1 % op basis van gewicht. In een volgende vorm, wordt het verdikkingsmiddel gebruikt in de emulsie aan een concentratie van 0. 1 % tot 1 % op basis van gewicht. In een verdere vorm, omvat de emulsie een hoeveelheid van 0. 2 % tot 1 % op basis van gewicht van het verdikkingsmiddel. In een nu volgende vorm wordt het verdikkingsmiddel gebruikt in de emulsie aan een concentratie van 0. 5 % tot 1 % op basis van gewicht.
In een nu volgende vorm, wordt de MKVZ component gebruikt in de emulsie aan een concentratie van 0. 1 % tot 99. 9 % op basis van gewicht. In een volgende vorm, wordt de MKVZ component gebruikt in de emulsie aan een concentratie van 25 % tot 99. 9 % op basis van gewicht. In een volgende vorm, omvat de emulsie een hoeveelheid van 40 % tot 100 % op basis van gewicht van de MKVZ component. In een nu volgende vorm wordt de MKVZ component gebruikt in de emulsie aan een concentratie van 75 % tot 100 % op basis van gewicht.
In een. andere vorm, wordt water gebruikt in de emulsie aan een concentratie van 0. 1 tot 99. 9 % op basis van gewicht. In een volgende vorm, wordt water gebruikt in de emulsie aan een concentratie van 25 % tot 99. 9 % op basis van gewicht. In een volgende vorm, omvat de emulsie een hoeveelheid van 40 % tot 100 % op basis van gewicht van water. In een nu volgende vorm wordt water gebruikt in de emulsie aan een concentratie van 75 tot 100 % op basis van gewicht.
Volgens een andere vorm, wordt de surfactant bij voorkeur geselecteerd uit de groep die niet-ionische sufactants omvat, bij voorkeur van om het even welk niet-ionisch poloxameer gekend in het vak. Poloxameren zijn synthetische blokcopolymeren van hydrofiele ethyleen oxide ketens en hydrofobe propyleen oxide ketens, met de algemene
EMI16.1
formule HO--[C2 H4 O]a H4 C)] --H, a en b stellen respectievelijk het aantal --[C3 H6 O]b --[C2hydrofiele en hydrofobe ketens voor. Door de surfactant (en) met hydrofobe en hydrofiele eigenschappen in de geschikte hoeveelheden te kiezen, is het mogelijk om een samenstelling te bereiken met passende thermo-reversibele gelvormende eigenschappen, i. e. de viscositeit van de samenstelling is temperatuurreversibel.
<Desc/Clms Page number 17>
In een in het bijzonder geprefereerde vorm, heeft de uitvinding betrekking op een samenstelling waarin de voornoemde surfactant geselecteerd wordt uit de groep die Lutrol
F68. RTM en Lutrol F127. RTM omvat.
Lutrol F68. RTM., heeft ook de naam poloxameer 188 en waarbij a=80 en b=27, en
Lutrol F127. RTM., die ook de naam poloxameer 407 heeft en waarbij a=101 en b=56, zijn commercieel beschikbaar en kunnen bekomen worden bij BASF.
In een ander in het bijzonder geprefereerde vorm, heeft de uitvinding betrekking op een samenstelling waarbij het voornoemd verdikkingsmiddel Rhodigel 80 is.
Een voorbeeld van een emulsie die MKVZ omvat volgens de uitvinding, kan bestaan uit een emulsie die 44. 87 % MKVZ bevat op basis van gewicht, meerbepaald een mengsel van Ce, Cg and C10 MKVZ, 50 % op basis van gewicht van water, 0. 125 % op basis van gewicht van het verdikkingsmiddel Rhodigel 80 en 5 % op basis van gewicht van Lutrol F68.
In een volgende vorm, is een samenstelling volgens de huidige uitvinding in het bijzonder nuttig als antimicrobiële factor, vooral in veevoeder. In een volgende vorm, is een samenstelling volgens de huidige uitvinding in het bijzonder nuttig voor dierenvoeder. In een volgende vorm, is een samenstelling volgens de huidige uitvinding in het bijzonder nuttig voor voeder voor pluimvee en varkens.
Bijgevolg is het bewezen dat het gebruik van een samenstelling volgens de huidige uitvinding in het bijzonder geschikt is om het darmecosysteem te verbeteren en/of de voederconversie te verlagen en/of de groei te bevorderen.
Vervolgens is een samenstelling volgens de huidige uitvinding geschikt om de darmfunctie te verbeteren en/of om de karkaskwaliteit te verbeteren. Als dit gevoederd wordt aan melkvee zoals melkkoeien, geiten en ooien, kan een samenstelling van de huidige uitvinding de melkproductie verbeteren.
Het is een tweede aspect van de huidige uitvinding om dierenvoeder te verschaffen dat een synergetische samenstelling bevat volgens de uitvinding van 0. 001% tot 20% op basis van gewicht en standaard dierenvoeder van 80% tot 99. 999% op basis van gewicht. De term "standaard dierenvoeder" die in deze tekst gebruikt wordt, verwijst naar voeder voor
<Desc/Clms Page number 18>
dieren, i. e. voeder dat gebruikt kan worden in de veeteelt en dat geschikt is om te voederen aan dieren om gedeeltelijk of geheel te voldoen aan de nutriëntbehoeften van het dier.
De hootdingrediënten van standaard dierenvoeder bevatten maar zijn niet beperkt tot tarwebloem, zetmeel, dextrine, granen zoals ma'fs, milo, etc., oliehoudende zaden, zoals sojaschroot, raapzaadschroot, katoenzaadschroot, lijnzaadschroot, kaf en zemelen, zoals rijstzemelen, tarwezemelen, vismeel, oliën en vetten zoals sojaolie, palmolie, kokosolie en visolie, mineralen zoals krijt, fosfaten, sporenelementen en vitaminen.
In een volgende vorm, omvat voornoemd dierenvoeder een samenstelling volgens de huidige uitvinding van 0. 01% tot 10% op basis van gewicht. In een verdere vorm, bevat voornoemd dierenvoeder een samenstelling volgens de huidige uitvinding van 0. 1% tot 10% op basis van gewicht. In een volgende vorm, omvat voornoemd dierenvoeder een samenstelling volgens de huidige uitvinding van 0. 5% tot 5% op basis van gewicht. In een volgende vorm, omvat voornoemd dierenvoeder een samenstelling volgens de huidige uitvinding van 0. 1% tot 5% op basis van gewicht. In een volgende vorm, omvat voornoemd dierenvoeder een samenstelling volgens de huidige uitvinding van 0. 5% tot 2% op basis van gewicht.
Volgens de huidige uitvinding, is een diervoeder verschaft voor gebruik als voeder voor vleesproducerende dieren. Zoals hierin gebruikt, verwijst de term "vleesproducerende dieren" naar de veestapel inclusief maar niet gelimiteerd tot rundvee zoals herkauwers, schapen, varkens, paarden, en pluimvee, en hun afstammelingen, zoals zuigende biggen, biggen, kalveren, lammeren, veulens en kippen etc.
Ook vissen, zoals aal, karpers, forel, regenboog forel, zeebrasem, zilver zalm, goudvissen, gekleurde karper, tropische vissen ; schaaldieren ; crustacea ; zijn voorbeelden van de dieren waarbij de samenstelling en/of diervoeding van de huidige uitvinding kan gebruikt worden.
Ook huisdieren, zoals honden, katten, konijnen, hamsters, en hun nakomelingen zijn voorbeelden van de dieren waarbij de samenstelling en/of diervoeding van de huidige uitvinding kan gebruikt worden.
In een verdere vorm, wordt een diervoeder volgens de huidige uitvinding gebruikt voor pluimvee of varkensvoeder, in het bijzonder tijdens de vroege levensstadia. Enkele voorbeelden van pluimvee welke beschouwd kunnen worden in de huidige uitvinding
<Desc/Clms Page number 19>
omvatten kippen, eenden, ganzen, parelhoenders, pauwen, duiven, en kalkoenen. Zoals hierin gebruikt, verwijzen de woorden"tijdens de vroege levensstadia van pluimvee" naar een levensstadium begrepen tussen dag 1 en 4 weken. Zoals hierin gebruikt, verwijzen de woorden"tijdens de vroege levensstadia van varkens" naar een levensstadium begrepen tussen geboorte en 1 week, bij voorkeur 2 weken na spenen.
In een geprefereerde vorm is een diervoeder volgens de uitvinding gevoederd aan biggen gedurende een periode welke begrepen is tussen spenen en 20 kg. In een verder geprefereerde vorm is een diervoeder volgens de uitvinding gevoederd een varkens gedurende een periode welke begrepen is tussen 20 kg en het slachtgewicht. In een verder geprefereerde vorm is een diervoeder volgens de uitvinding gevoederd aan pluimvee gedurende een periode begrepen tussen 1 dag en 4 weken.
Een verder aspect van de huidige uitvinding is gerelateerd tot een werkwijze ter verbetering of preventie van verteringspathologieën en/of verbetering van de groei en/of reductie van de voederconversie en/of verbetering van de voederwaarde en/of verbetering van de gezondheid en het welzijn van dieren door voornoemd dier te voorzien van een voeder bestaande uit een samenstelling zoals bepaald in deze specificatie.
De samenstellingen van de huidige uitvinding kunnen ofwel direct aan het diervoeder toegevoegd worden of kunnen toegevoegd worden als premix. Als optie, kan de samenstelling aan het dier gedoseerd worden via een verdunning in het drinkwater of via een spraytechniek. De samenstellingen volgens de huidige uitvinding zullen meestal aanwezig zijn in de vorm van een droog poeder of micro-granules maar kunnen ook aanwezig zijn in bevochtigde, pasta-achtige emulsie-achtige of vloeibare vorm. Een poedervormig additief kan bereid worden door dry-blending van de ingrediënten, maar het kan ook bereid worden door wet-blending van de ingrediënten gevolgd door drogen, malen en mogelijks zeven.
Een micro-granulaat kan bereid worden op dezelfde wijze, maar om te beginnen moet een voldoende hoeveelheid vloeistof van een geschikte vorm (vb. water) toegevoegd worden om een voldoende grote adhesiekracht tussen de deeltjes van de ingrediënten te bekomen.
Bijgevolg heeft de huidige uitvinding betrekking op het induceren van wijzigingen in het microbieel ecosysteem van het maagdarmstelsel van het dier, op specifieke wijze en resulterend in een verbeterd gastro-intestinaal ecosysteem, door het te voeden met een samenstelling van de huidige uitvinding. In het bijzonder wanneer Lentinus edodes gebruikt
<Desc/Clms Page number 20>
wordt, is de totale hoeveelheid darmpathogenen in een eerste stadium verhoogd in het lumen van het maagdarmstelsel, i. e. een selectieve aanrijking aan darmpathogenen binnen het lumen van het maagdarmstelsel, en in een tweede stadium, is het verhoogde aantal darmpathogenen zeer snel uitgescheiden uit het maagdarmstelsel. Zoals hierin gebruikt, verwijst de term"darmpathogenen"naar een ongewenste populatie van pathogenen.
De samenstellingen volgens de huidige uitvinding heb ben antimicrobiële, in het bijzonder antifungale en/of antivirale en/of antibacteriële activiteit.
Er bestaat een grote verscheidenheid aan darmpathogenen, inclusief maar niet gelimiteerd tot Gram negatieve bacteriën zoals Salmonella, Escherichia, Shigella, Klebsiella, Erwinia, Yersinia, Campylobacter, Helicobacter, Vibrio, en Pseudomonas ; Gram positieve bacteriën zoals Clostridium ; virussen zoals Norwalk virus, Norwalk-achtige virussen en
EMI20.1
Rotavirus protozoa achtige Crytosporidium, Entamoeba, Giardia, en Dientamoeba fungi van de genera omvattende de Aspergillus, Candida, Cephalosporum, Fusarium, Penicillum inclusief fungi behorende tot de Fungi Imperfecti ; gisten inclusief Saccharomyces en Hemiascomycetes. De huidige uitvinding zou geschikt zijn voor de onderdrukking van deze pathogenen in voeder en in het maagdarmstelsel van dieren.
Door snelle eliminatie van darmpathogenen uit het maagdarmsteisel, worden in tweede instantie, betere prestaties bekomen, welke weerspiegeld worden in dagelijkse groei van de behandelde dieren. Het globale groeibevorderende effect van de samenstelling van voederadditieven van de huidige uitvinding wordt snel en duidelijk zichtbaar van zodra darmpathogenen aangereikt worden in het maagdarmstelsel van het dier.
De verstrekking van een samenstelling volgens de huidige uitvinding aan dieren laat een specifieke sequentiële actie in het maagdarmstelsel toe, i. e. de aanreiking van de darmpathogenen voorafgaand aan een uitspoeling van de aangereikte darmpathogenen. Als resultaat van de synergetische actie van de samenstellingen van de huidige uitvindingen, wordt een efficiënte inhibitie van de microbiële groei door afdoding van de microbiüle cellen bekomen.
<Desc/Clms Page number 21>
Voorbeelden De volgende voorbeelden van de uitvinding zijn enkel bij wijze van voorbeeld verstrekt en mogen op geen enkel ogenblik als limiterend beschouwd worden.
Voorbeeld 1 : Antimicrobieel effect van de samenstellingen van de onderhavige uitvinding op bacteriën, gisten en schimmelontwikkeling.
Zoals hier gebruikt, duidt de term "controle voeder" op een standaard diervoeder voor vleesproducerende dieren.
Vast voedsel werd gebruikt. De test werd uitgevoerd in vitro. Er werden geen in vivo proeven uitgevoerd.
Het antimicrobieel effect op de ontwikkeling van bacteriën, gisten en schimmels werden gecontroleerd (Tabel 1) De evaluatie van het antimicrobieel effect werd als volgt uitgevoerd : Micro-organismen werden samen met de testsubstantie (eventueel als blanco) in verschillende concentraties geïncubeerd. Het verschil van het aantal bacteriën op tijdstip 0 en 3 uur (na incubatie) werd berekend. Dit verschil is een maat voor de anti-microbiële activiteit van het product. Resultaten worden getoond in Tabel 1.
Tabel1 Afname (uitedrukt in delta log eenheden) van verschillende types micro- orgnismen na blootstelling aan een voeder zoals weergegeven in onderstaande tabel, gedurende 3 uur bij 37 C. De initiële bacteriële belasting was 105 CFUlg.
EMI21.1
<tb>
<tb>
Voeder <SEP> Afname <SEP> van <SEP> het <SEP> type <SEP> microorganisme
<tb> Bacteriën <SEP> Gisten <SEP> Schimmels
<tb> Controle <SEP> 0. <SEP> 73 <SEP> 0. <SEP> 54 <SEP> 0. <SEP> 55 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Lentinus <SEP> edodes <SEP> 1. <SEP> 35 <SEP> 0. <SEP> 78 <SEP> 0. <SEP> 85 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> mierenzuur <SEP> 1. <SEP> 21 <SEP> 1. <SEP> 18 <SEP> 1. <SEP> 35 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> fosforzuur <SEP> 0. <SEP> 75 <SEP> 0. <SEP> 60 <SEP> 1. <SEP> 20 <SEP>
<tb> Controle+ <SEP> Salinomycine <SEP> 1. <SEP> 19 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Amoxyciline <SEP> 2. <SEP> 31 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> inuline <SEP> 0. <SEP> 85 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Bacillus <SEP> sp. <SEP> 0. <SEP> 77
<tb> Controie <SEP> + <SEP> Oreaostim <SEP> 1. <SEP> 18 <SEP> 1, <SEP> 23 <SEP> 1, <SEP> 46 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 2.
<SEP> 20 <SEP> 3. <SEP> 30 <SEP> 3. <SEP> 00 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Lentinus <SEP> edodes <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 2, <SEP> 96 <SEP> 4, <SEP> 06 <SEP> 3, <SEP> 80 <SEP>
<tb>
<Desc/Clms Page number 22>
EMI22.1
<tb>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> mierenzuur <SEP> + <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 3, <SEP> 02 <SEP> 3, <SEP> 98 <SEP> 3, <SEP> 74 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> fosforzuur <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 2. <SEP> 76 <SEP> 4. <SEP> 12 <SEP> 3. <SEP> 92 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Salinomycine <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 2. <SEP> 31 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Amoxyciline <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 2. <SEP> 89
<tb> Controie <SEP> + <SEP> inuline <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 2. <SEP> 23
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Bacillus <SEP> sp.
<SEP> + <SEP> MLVZ3, <SEP> 04 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Oregostim <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 3, <SEP> 01 <SEP> 4, <SEP> 02 <SEP> 3, <SEP> 88 <SEP>
<tb>
Uit tabel 1 is het duidelijk dat de combinatie van het gebruik van een MKVZ component samen met een groeibevorderende component zoals in de samenstellingen volgens de onderhavige uitvinding een synergetisch effect heeft op de antimicrobiële activiteit. Hoe hoger de delta log eenheid, hoe hoger het antimicrobiële effect is. Wij concluderen dat vergeleken met de antimicrobiële activiteit bekomen met enkelvoudige groeibevorderende component voedertoevoegingen, voedertoevoegingen omvattende een samenstelling volgens de onderhavige uitvinding 3 tot 4 maal hogere antimicrobiële effecten verschaffen.
Voorbeeld 2 : Voor de in vivo pluimveeproeven werd volgende proefopzet uitgevoerd : Eén batterij bestond uit 4 kooien (zie figuur 1). De dieren gebruikt waren ééndagskuikens, waarbij de densiteit 40 dieren per kooi bedroeg. De dieren werden op stro gehouden en de totale oppervlakte van de kooi was 2 m2. Bij het begin van de test, werden de kuikens warm gehouden met een infra rood lamp en werd constant licht voorzien. De kuikens werden ad libitum gevoederd met verschillende voeders, zoals voorgesteld in tabel 2. Voeder A was het controlevoeder, voeder B het controlevoeder + MKVZs, voeder C was een controlevoeder + MKVZs + toevoeging, voeder D was herhaling van voeder C. Op verschillende tijdsintervallen, werden de kuikens individueel gewogen en werd de voederopname gemeten. Vervolgens werd de voederconversie berekend.
De resultaten zijn geïllustreerd in tabel 2A en 2B. Deze proef werd uitgevoerd gebruikmakend van mannelijke kuikens gedurende 35 dagen.
Tabel 2'Invloed van de MKVZ in combinatie met verschillende middelen op de kuikenperformantie
EMI22.2
<tb>
<tb> Voeder <SEP> Dagelijkse <SEP> groei <SEP> Voeder <SEP> conversie
<tb> (g/kuiken/dag)
<tb> Controle <SEP> 53. <SEP> 16 <SEP> 1. <SEP> 61 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Lentinus <SEP> edodes <SEP> 53. <SEP> 22 <SEP> 1. <SEP> 60 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> mierenzuur <SEP> 52. <SEP> 18 <SEP> 1. <SEP> 55 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> fosforzuur <SEP> 52.23 <SEP> 1.56 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Salinomycine <SEP> 54. <SEP> 06 <SEP> 1. <SEP> 60 <SEP>
<tb>
<Desc/Clms Page number 23>
EMI23.1
<tb>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Avilamvcine <SEP> 53. <SEP> 99 <SEP> 1. <SEP> 59 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> inuline <SEP> 51. <SEP> 09 <SEP> 1. <SEP> 65 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Bacillus <SEP> sp. <SEP> 53.
<SEP> 22 <SEP> 1. <SEP> 61 <SEP>
<tb> Controle+Oregostim <SEP> 53. <SEP> 03 <SEP> 1.66
<tb> Controle+MKVZ <SEP> 55. <SEP> 98 <SEP> 1.53
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Lentinus <SEP> edodes <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 56. <SEP> 71 <SEP> 1. <SEP> 52 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> mierenzuur <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 53. <SEP> 22 <SEP> 1. <SEP> 63 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> fosforzuur <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 52. <SEP> 18 <SEP> 1. <SEP> 69 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Salinomycine <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 56. <SEP> 46 <SEP> 1. <SEP> 56 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Avilamycine <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 56. <SEP> 12 <SEP> 1. <SEP> 59 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> inuline <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 53. <SEP> 78 <SEP> 1. <SEP> 60 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Bacillus <SEP> sp. <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 52. <SEP> 68 <SEP> 1.
<SEP> 63 <SEP>
<tb> controle+ <SEP> Oregostim <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 53. <SEP> 77 <SEP> 1. <SEP> 61 <SEP>
<tb>
Uit Tabel 2 blijkt dat de combinatie van het gebruik van een MKVZ component met een groeibevorderende component zoals voorzien door de samenstelling volgens de onderhavige uitvinding een synergetisch effect heeft op de groei en voederconversie van het dier. We kunnen besluiten dat in vergelijking met de VCs verkregen met enkelvoudige groeibevorderende component voedseitoevoegingen, de samenstettingen votgens de onderhavige uitvinding aanzienlijk hogere VC's en aanzienlijk lagere voederconversies verschaffen.
Voorbeeld 3 In dit voorbeeld, werd het antimicrobiële effect van de samenstellingen volgens de onderhavige uitvinding, waarin MKVZ werd gebruikt als een emulsie, in vivo geëvalueerd door middel van pluimveeproeven.
De volgende proefopzet werd uitgevoerd. De proefstal bestond uit 4 kooien waar de dieren werden gehouden op stro. De dieren waren mannelijke kuikens van 1 dag oud. De dieren werden op stro gehouden en de totale oppervlakte per kooi bedroeg 2 m2. De kooien hadden een beschikbare oppervlakte van 2 m2 en worden voorgesteld in figuur 1. De kuikens werden geplaatst aan een opslagdensiteit van 40/kooi, om een gemiddelde van 38-39 kg tichaamsgewicht/m op 35 dagen te bereiken. Voor iedere evaluatie, is een totaal aantal kuikens gebruikt van 40 keer 4 kuikens. 40 kuikens per behandeling was het minimum om de statistische afwijking op technische performanties te verlagen. De dieren waren niet gevaccineerd in het begin van de proef.
Een optimale kooitemperatuur werd verschaft door centrale verwarming en infrarood lampen (1 per kooi) en de kooien werden continu verlicht.
Alle kuikens kregen voeder (1 voedereenheid/kooi, manuele verdeling) en water (1 hangende drinkkan) ad libitum. Het voeder was een standaard voeder voor kuikens and was dezelfde
<Desc/Clms Page number 24>
voor alle dieren. De kuikens werden ad libitum gevoederd. Drinkwater werd aangevuld als volgt : behandeling 1 bevatte geen additieven in het water, behandeling 2 bevatte 0. 001 % van een emulsie welke bestond uit 50 % water, 0. 125 % xanthaan, 5 % lutrol F68 en 44. 875 % MKVZ's, te rvwij I behandeling 3 avilamycin bevatte. Gemiddelde kooigewicht en voederinname werden wekelijks genoteerd. De effecten van de voedselsamenstellingen op de performanties van de mannelijke kuikens (zoals opgemeten na 35 dagen) zijn weergegeven in tabel 3.
Tabel 3 Effect van de verschillende voedselsamenstellingen op de performanties van de mannelijke kuikens (0 tot 35 dagen)
EMI24.1
<tb>
<tb> DageNjkse <SEP> groei <SEP> Voederconversie <SEP>
<tb> (g/kuiken/dag)
<tb> Controle <SEP> 1. <SEP> 454 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Avilamycine <SEP> 57. <SEP> 31 <SEP> 1. <SEP> 468 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> emulsie <SEP> 1. <SEP> 404 <SEP>
<tb>
Uit deze tabel 3, is het duidelijk dat het voeren van dieren met een controtevoeder waaraan een emulsie van MKVZ's is toegevoegd effectief de dagelijkse gewichtstoename bevordert en aldus de groei van de dieren en bovendien ook de voederconversie verbetert.
Voorbeeld 4 Het huidige voorbeeld betreft de effecten van een samenstelling volgens de uitvinding omvattende MKVZ's, in het bijzonder een mengsel van Ca, Ca en Cio MKVZ's, en een groeibevorderend element op de performantie van biggen in de fase van 7-20 kg.
Commercieel beschikbaar speenvoeder en startervoeder werden gebruikt. Gedurende de eerste twee weken werd een speenvoeder gegeven aan de biggen. Vanaf de derde week tot op het einde van de proef, i. e. bij een gemiddeld gewicht van 20 kg, kregen de biggen een startervoeder. De gebruikte proefvoeders zijn weergegeven in tabel 4. Gedurende de volledige proef werden de biggen ad libitum gevoederd.
De bestudeerde biggen waren 120 gespeende zeugen en beren, met een speenleeftijd van 28 dagen. In de proefstal waren 12 kooien voorhanden die telkens 10 dieren huisvestten. Per proefgroep werden 3 hokken van 10 dieren gebruikt. Ventilatie en verwarming werd automatisch gecontroleerd. In iedere kooi was 1 drinknippel aanwezig voor watertoediening.
<Desc/Clms Page number 25>
Biggen werden van elkaar onderscheiden en individueel gewogen. Ze werden willekeurig over de verschillende groepen verdeeld zodat het gemiddeld gewicht van een groep gelijk was. Een totale aantal van 120 dieren werd bestudeerd.
De volgende parameters werden gedurende de proef gemeten : - Voederopname per proefgroep (gemeten op het einde van de proef) - Het gewicht van de individuele dieren (gemeten in het begin en op het einde van de proef) - De voederconversie werd berekend per groep - veterinaire behandelingen en - Sterfte.
De resultaten van dit experiment zijn weergegeven in tabel 4.
Tabel 4 Effect van de verschillende voedselsamenstellingen omvattende MKVZ's met of zonder een additionete groeibevorderend element op de performanties van de biggen.
EMI25.1
<tb>
<tb>
Dieet <SEP> Dagelijkse <SEP> Voeder <SEP> Aantal <SEP> Sterfte
<tb> groei <SEP> conversie <SEP> veterinaire <SEP> (%) <SEP>
<tb> (gibigidag) <SEP> behandelingen <SEP>
<tb> (*)
<tb> Controle <SEP> 340 <SEP> 1. <SEP> 73 <SEP> 30 <SEP> 6, <SEP> 6 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Lentinus <SEP> edodes <SEP> 335 <SEP> 1. <SEP> 74 <SEP> 32 <SEP> 10, <SEP> 0 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> mierenzuur <SEP> 351 <SEP> 1. <SEP> 69 <SEP> 28 <SEP> 10, <SEP> 0 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> fosforzuur <SEP> 346 <SEP> 1. <SEP> 69 <SEP> 30 <SEP> 6, <SEP> 6 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Salinomycine <SEP> 362 <SEP> 1. <SEP> 70 <SEP> 26 <SEP> 6, <SEP> 6
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Avilamycine <SEP> 365 <SEP> 1. <SEP> 65 <SEP> 25 <SEP> 3, <SEP> 3
<tb> Controle <SEP> + <SEP> inuline <SEP> 330 <SEP> 1. <SEP> 78 <SEP> 32 <SEP> 10
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Bacillus <SEP> sp.
<SEP> 345 <SEP> 1. <SEP> 70 <SEP> 27 <SEP> 6, <SEP> 6
<tb> Controle+Oregostim <SEP> 349 <SEP> 1. <SEP> 71 <SEP> 26 <SEP> 6,6
<tb> Controle+MKVZ <SEP> 374 <SEP> 1.65 <SEP> 15 <SEP> 0,0
<tb> controle <SEP> + <SEP> Lentinus <SEP> edodes <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 368 <SEP> 1. <SEP> 70 <SEP> 16 <SEP> 3, <SEP> 3 <SEP>
<tb> Controle+ <SEP> mierenzuur <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 371 <SEP> 1. <SEP> 65 <SEP> 19 <SEP> 0, <SEP> 0 <SEP>
<tb> controle <SEP> + <SEP> fosforzuur <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 378 <SEP> 1. <SEP> 62 <SEP> 14 <SEP> 3, <SEP> 3 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Salinomycine <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 370 <SEP> 1. <SEP> 65 <SEP> 15 <SEP> 0, <SEP> 0 <SEP>
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Avilamycine <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 366 <SEP> 1. <SEP> 67 <SEP> 13 <SEP> 3, <SEP> 3
<tb> Controle <SEP> + <SEP> inuline <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 367 <SEP> 1.
<SEP> 72 <SEP> 12 <SEP> 3, <SEP> 3
<tb> Controle <SEP> + <SEP> Bacillus <SEP> sp. <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 365 <SEP> 1. <SEP> 72 <SEP> 11 <SEP> 0, <SEP> 0 <SEP>
<tb> controle+ <SEP> Oregostim <SEP> + <SEP> MKVZ <SEP> 365 <SEP> 1. <SEP> 70 <SEP> 14 <SEP> 0, <SEP> 0 <SEP>
<tb>
(*) onder aantal veterinaire behandelingen wordt begrepen de som van het aantal behandelingen op de dieren gedurende de totale periode.
<Desc/Clms Page number 26>
Voorbeeld 5 Dit voorbeeld illustreert de invloed van een samenstelling volgens de onderhavige uitvinding op de performantie van biggen.
Het huidige voorbeeld betreft de effecten van een samenstelling volgens de onderhavige uitvinding omvattende MKVZ's, in het bijzonder een mengsel van Ce, Ca en C10 MKVZ's, en een groeibevorderend element. Deze samenstelling bevat in het bijzonder 30%
EMI26.1
siliciumdioxide 10% aroma, 10% tarwe griesmeel en 50% van een mengsel omvattende Cg en C10 MKVZ's.
A.
In een eerste voorbeeld, werd het effect van de samenstelling zoals hierboven beschreven getest op biggen in de speenfase.
Dit experiment werd uitgevoerd op biggen vanaf speentijd tot 2 weken na speentijd. De volgende voeders werden getest gedurende de proef. Voeder 1 bestond uit controlevoeder.
Voeder 2 bestond uit een controlevoeder waaraan 0. 2% van de samenstelling volgens de uitvinding werd toegevoegd. Het biggengewicht en voedselopname werden bestudeerd. De biggen werden gewogen op een wekelijkse basis. De resultaten zijn weergegeven in tabel5.
Tabel 5 Effect van de samenstelling volgens de uitvinding op de performantie van biggen in de speenfase
EMI26.2
<tb>
<tb> Voeder <SEP> 1 <SEP> Voeder <SEP> 2
<tb> Leeftijd <SEP> van <SEP> de <SEP> biggen <SEP> (dagen) <SEP> 2121 <SEP>
<tb> Proeftijd <SEP> (dagen) <SEP> 16 <SEP> 16 <SEP>
<tb> Aantal <SEP> dieren <SEP> 40 <SEP> 40 <SEP>
<tb> Sterfte00
<tb> Gemiddeld <SEP> gewicht. <SEP> begin <SEP> (kg) <SEP> 7. <SEP> 47 <SEP> 7. <SEP> 53 <SEP>
<tb> Gemiddeld <SEP> gewicht <SEP> eind <SEP> (kg) <SEP> 11. <SEP> 29 <SEP> 11. <SEP> 90 <SEP>
<tb> Gewichtstoename <SEP> per <SEP> dier <SEP> 3.82 <SEP> 4.37
<tb> Gemiddeld <SEP> dagelijkse <SEP> toename <SEP> (glad)-239 <SEP> 273 <SEP>
<tb> Dagen <SEP> om <SEP> 5 <SEP> kg <SEP> groei <SEP> te <SEP> bekomen <SEP> 21 <SEP> 18
<tb> Voedselopname/groep <SEP> (kg) <SEP> 101 <SEP> 99
<tb> Voedsetopname/big <SEP> (kg) <SEP> 5.
<SEP> 05 <SEP> 4. <SEP> 95 <SEP>
<tb> Daily <SEP> feed <SEP> intake/pigiet <SEP> (g) <SEP> 361 <SEP> 355
<tb> Voedsel <SEP> conversie <SEP> verhouding <SEP> 1.51 <SEP> 1.30
<tb>
Uit tabes kan worden geconcludeerd, dat het voeder omvattende een samenstelling volgens de onderhavige uitvinding een hoger dagelijkse groei van de biggen teweegbrengt, en effectief de voederconversie verlaagt tijdens de speenfase.
<Desc/Clms Page number 27>
B.
In een tweede voorbeeld werd het effect van de samenstelling zoals hierboven beschreven getest op biggen in de groei- en eindfase.
De proefstal bestond uit twee rijen, elk omvattende 10 kooien. Elke kooi (2m x 4m) bevatte 14 varkens. De varkens kregen ad libitum voeder en water. Verschillende voeders werden Zeugen en beren werden gemengd. Gedurende het gehele experiment werden de kooien geventileerd. De voeders werden op een dergelijke manier verdeeld, dat het gemiddelde gewicht van een varken per voeder gelijk was voor alle voeders bij het begin van de dierproef, toen het varken ongeveer 30 kg woog.
De volgende voeders werden gedurende de proef getest. Voeder 1 bestond uit een controlevoeder. Voeder 2 bestond uit een controle voeder waaraan de samenstelling zoals hierboven beschreven werd toegevoegd. Controlevoeder waaraan 0. 1 % van de samenstelling werd toegevoegd, werd toegediend aan de varkens gedurende de groeifase.
Controlevoeder waaraan 0. 05% van de samenstelling werd toegevoegd, werd toegediend aan de varkens gedurende de eindfase.
Het gewicht van het varken en de voedselopname werden bestudeerd-De varkens werden individueel gewogen op30 kg, 50 kg en 100 kg. De voedselopname per kooi werd geregistreerd. Op het einde van de groeifase, werd het initi le (groeifase) voeder veranderd en werden de varkens verder gevoed met eindfasevoeder. De voedselopname per varken werd gemeten voor de groeifase en voor de eindfase. Van deze gegevens werden verder de voederconversieverhoudingen berekend. De resultaten zijn weergegeven in tabel 6.
Table 6 Effect van de samenstelling volgens de uitvinding op de performantie van varkens
EMI27.1
<tb>
<tb> Groeifase <SEP> (30-50 <SEP> kg) <SEP> Eindfase <SEP> (50-100 <SEP> kg)
<tb> Voeder2 <SEP> Voeder2 <SEP>
<tb> Voeder <SEP> 1 <SEP> (Controle <SEP> + <SEP> voeaerz
<tb> 0.1% <SEP> Voeder <SEP> 1 <SEP> (Controle+0.05%
<tb> samenstelling <SEP> samenstelling)
<tb> Gemiddeld <SEP> 29,80¯5,65 <SEP> 29,94¯4,94
<tb> begingewicht <SEP> (kg)
<tb> Dagelijkse <SEP> groei <SEP> (g/d) <SEP> 575 <SEP> :
<SEP> t <SEP> 47. <SEP> 5 <SEP> 614 <SEP> 47. <SEP> 2 <SEP> 827 <SEP> 126. <SEP> 5 <SEP> 824 <SEP> I <SEP> 123. <SEP> 6 <SEP>
<tb> Gemiddelde <SEP> dagelijkse <SEP> 52. <SEP> 38 <SEP> 53. <SEP> 64 <SEP> 191 <SEP> 180
<tb> voedselopname
<tb> (kg/varken)
<tb> Voederconversie <SEP> 2. <SEP> 4 <SEP> 2. <SEP> 3 <SEP> 3. <SEP> 46 <SEP> 3. <SEP> 36 <SEP>
<tb>
<Desc/Clms Page number 28>
Uit tabel 6 is het duidelijk dat voeder 2 een hogere groei verschaft dan voeder 1 in de groeifase. De resultaten in deze proef geven aan dat toevoeging van de samenstelling volgens de uitvinding aan voeder een positief effect heeft op de groei van varkens, in het bijzonder gedurende de groeifase. Ook is het duidelijk uit tabel 6 dat toevoeging van de samenstelling aan de voeder resulteerde in een lager voederconversieverhouding gedurende de gehele periode.
In het bijzonder heeft de samenstelling een positief effect op de
EMI28.1
voederconversieverhouding gedurende de eindfase.
C.
In een derde'voorbeeld, werd het effect van de samenstelling zoals hierboven beschreven getest op de performanties van varkens in de groeifase, i. e. van 30-50 kg, en in de eindfase, i. e. van 50-100 kg.
72 biggen met een gemiddeld gewicht van 30 kg aan het begin van het experiment werden gebruikt voor dit experiment. De biggen werden gehuisvest in 8 kooien van elk 9 biggen. Het experiment duurde 91 dagen. De volgende voeders werden getest tijdens deze proef. Voeder A bestond uit een controlevoeder. Voeder B bestond uit een controlevoeder waaraan de samenstelling zoals hierboven beschreven werd toegevoegd. Controlevoeder waaraan 0. 1% van de samenstelling werd toegevoegd, werd toegediend aan de varkens gedurende de groeifase, i. e. voor het voeden van biggen van 30-50 kg. Controlevoeder waaraan 0. 05% van de samenstelling werd toegevoegd, werd toegediend aan de varkens gedurende de eindfase, i. e. voor het voeden van biggen van 50-100 kg. Het gewicht van het varken, sterfte en voedselopname werden bestudeerd. Voedseiconversie werd berekend.
Alle varkens werden individueel gewogen. De resultaten zijn weergegeven in tabel 7.
Table 7. Effect van de samenstelling op de performantie van varkens
EMI28.2
<tb>
<tb> Groeifase <SEP> (30-50 <SEP> kg) <SEP> Eindfase <SEP> (50-100 <SEP> kg)
<tb> Voeder <SEP> B <SEP> Voeder <SEP> B <SEP>
<tb> Voeder <SEP> (Controle <SEP> + <SEP> Voeder <SEP> (Controle <SEP> +
<tb> A <SEP> 0. <SEP> 1% <SEP> A <SEP> 0, <SEP> 05% <SEP>
<tb> samenstelling) <SEP> samenstelling) <SEP>
<tb> Aantal <SEP> dieren <SEP> 36 <SEP> 36 <SEP> 36 <SEP> 36 <SEP>
<tb> Proeftijd25days <SEP> 25days <SEP> 66days <SEP> 66days <SEP>
<tb> Gemidde) <SEP> d <SEP> begingewicht <SEP> 30. <SEP> 02kg <SEP> 31. <SEP> 14kg <SEP> 49. <SEP> 42kg <SEP> 51. <SEP> 56kg <SEP>
<tb> Gemiddetdeindgewicht <SEP> 49. <SEP> 42kg <SEP> 51. <SEP> 56kg <SEP> 92. <SEP> 33kg <SEP> 97.
<SEP> 81kg <SEP>
<tb>
<Desc/Clms Page number 29>
EMI29.1
<tb>
<tb> Sterfte <SEP> 0 <SEP> 0 <SEP> 2/36 <SEP> 3/36 <SEP>
<tb> Gewichtstoename <SEP> per <SEP> dier <SEP> 19. <SEP> 40 <SEP> kq <SEP> 20. <SEP> 42 <SEP> kg <SEP> 42. <SEP> 91 <SEP> ka <SEP> 46. <SEP> 25 <SEP> kq <SEP>
<tb> Gemiddeld <SEP> dagelijkse <SEP> 0. <SEP> 776 <SEP> kg <SEP> 0. <SEP> 817 <SEP> kg <SEP> 0. <SEP> 650 <SEP> kg <SEP> 0. <SEP> 701 <SEP> kg
<tb> toename
<tb> Gemiddeld <SEP> dagelijkse <SEP> 1. <SEP> 650 <SEP> kg <SEP> 1. <SEP> 648 <SEP> kg <SEP> 1. <SEP> 858 <SEP> kg <SEP> 1. <SEP> 869 <SEP> kg <SEP>
<tb> voedselopname
<tb> Voederconversie <SEP> 2. <SEP> 126 <SEP> 2. <SEP> 062 <SEP> 2. <SEP> 980 <SEP> 2. <SEP> 818 <SEP>
<tb>
Uit tabel 7 is het duidelijk dat gedurende de groeifase, de gemiddelde dagelijkse gewichtstoename 5.
3% hoger is voor de groep biggen die gevoed zijn met voeder omvattende de samenstelling volgens de uitvinding, dan voor de groep die gevoed zijn met een controlevoeder. Ook voor de groep biggen gevoed met de voeder omvattende de samenstelling werd de voederconversieverhouding verlaagd met 3. 10%.
Gedurende de eindfase, is de gemiddelde gewichtstoename 7. 8% hoger voor de groep biggen gevoed met voeder omvattende de samenstelling dan voor de groep gevoed met een controlevoeder. Ook voor de groep biggen gevoed met de voeder omvattende de samenstelling werd de voederconversieverhouding verlaagd met 5. 7%.
Concluderend is het duidelijk uit voorbeeld A dat de voeder omvattende een samenstelling volgens de uitvinding een hoger dagelijkse groei van de biggen teweegbrengt, en heeft een positief effect op de voederconversie tijdens de speenfase. Bovendien, uit voorbeelden B en C is het duidelijk dat de voeder omvattende een samenstelling volgens onderhavige uitvinding ook de gewichtstoename verbetert en aldus de groei van de biggen, en heeft een positief effect op de voederconversie gedurende de groei-en eind fase.