<Desc/Clms Page number 1>
Elektrisch installatie-element.
Deze uitvinding heeft betrekking op een elektrisch installatie-element.
In de eerste plaats beoogt zij een stopcontact, meer speciaal een stopcontact van het type dat minstens een sokkel, twee contactelementen voor de spanningspolen en een sokkelafdekelement bevat.
Een stopcontact van dit type is ondermeer bekend uit de Europese octrooiaanvrage nr 0. 337. 332. Het hierbij aangewende sokkelafdekelement is op de sokkel bevestigd door middel van een bevestigingselement in de vorm van een rivet die aangrijpt in een in het midden van een sokkelafdekelement gesitueerde bevestigingslip. Zulke opbouw vraagt aldus het gebruik van een bijkomend bevestigingselement om het sokkelafdekelement op de sokkel te kunnen bevestigen, waardoor een bijkomende bewerking in het assemblageproces noodzakelijk is.
De uitvinding beoogt in de eerste plaats een stopcontact waarbij de voornoemde extra bewerking is uitgesloten, zodanig dat het assemblageproces verder kan worden vereenvoudigd, hetgeen uiteraard in een kostenbesparing resulteert.
Hiertoe betreft de uitvinding in de eerste plaats een elektrisch installatie-element, bestaande uit een stopcontact, dat een aantal onderdelen bevat, waaronder minstens een sokkel, twee contactelementen voor de spanningspolen en een sokkelafdekelement, met als kenmerk dat minstens het sokkelafdekelement aan de overige
<Desc/Clms Page number 2>
onderdelen van het stopcontact is bevestigd uitsluitend door middel van eendelig met een of meer van de voornoemde onderdelen uitgevoerde vergrendelingsdelen.
Doordat het sokkelafdekelement uitsluitend door middel van eendelig met een of meer van de voornoemde onderdelen uitgevoerde vergrendelingsdelen wordt bevestigd en op zijn plaats wordt gehouden, wordt het gebruik van extra bevestigingselementen uitgesloten, waardoor een bijzonder eenvoudige montage mogelijk wordt.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden zowel het voornoemde afdekelement als de voornoemde twee contactelementen voor de spanningspolen op hun plaats gehouden uitsluitend door middel van vergrendelingsdelen die eendelig met deze onderdelen zijn uitgevoerd.
Tevens geniet het de voorkeur dat, in het geval dat het stopcontact eveneens een contactelement voor een aardingspool bevat, ook dit onderdeel op zijn plaats wordt gehouden door middel van vergrendelingsdelen die eendelig met een of meer van de betreffende onderdelen zijn uitgevoerd.
Door naast het sokkelafdekelement ook de contactelementen voor de spanningspolen en de aardingspool in de sokkel te bevestigen met vergrendelingsdelen die eendelig met de te vergrendelen onderdelen zijn uitgevoerd, wordt een geheel verkregen dat met een minimum aan handelingen, en bovendien gemakkelijk te automatiseren handelingen, kan worden geassembleerd.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het stopcontact bestaan de voornoemde vergrendelingsdelen voor
<Desc/Clms Page number 3>
het bevestigen van het sokkelafdekelement en/of voor het bevestigen van de contactelementen voor de spanningspolen uit een of meer vergrendelingsdelen in de vorm van in elkaar, respectievelijk achter elkaar, vastklikbare elementen.
Bij voorkeur wordt het sokkelafdekelement door middel van meerdere vergrendelingsdelen op zijn plaats gehouden, waardoor een goede krachtverdeling ontstaat, en ieder van de vergrendelingsdelen relatief licht kan uitgevoerd zijn.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het sokkelafdekelement voorzien van vergrendelingsdelen die zieh in de zones bevinden waar de voornoemde twee contactelementen van de spanningspolen gesitueerd zijn. Zodoende wordt bereikt dat de vergendelingsdelen zieh redelijk verspreid over het oppervlak bestreken door het sokkelafdekelement bevinden. Hierdoor wordt een degelijke vergrendeling over het volledige oppervlak geboden en bovendien kan daardoor het afdekelement op zieh relatief licht worden uitgevoerd.
Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het tussen de voornoemde twee zones gelegen gedeelte van het sokkelafdekelement bij voorkeur ook vrij van vergrendelingsdelen, zodanig dat dit gedeelte de eventuele doorgang van schroeven en dergelijke, bijvoorbeeld voor het bevestigen van een afdekplaatje van het stopcontact, niet in de weg staat.
Het sokkelafdekelement kan door midel van de voornoemde vergendelingsdelen op verschillende wijzen op zijn plaats worden gehouden. Bij voorkeur evenwel is het stopcontact voorzien van vergrendelingsdelen die samenwerken met de
<Desc/Clms Page number 4>
sokkel zelf en/of met de contactelementen van de spanningspolen.
Volgens nog een voorkeurdragend aspect van de uitvinding vertoont het sokkelafdekelement bij voorkeur twee afdekgedeelten die ieder voorzien zijn van een opening voor de doorgang van de pen van een stekker, waarbij tussen deze twee afdekgedeelten bij voorkeur een centrale opening gevormd is, en waarbij de voornoemde afdekgedeelten minstens op twee plaatsen met elkaar verbonden zijn, respectievelijk aan weerszijden van de verbindingslijn, die de middens van de voornoemde twee doorgangen met elkaar verbindt. Door het feit dat aan weerszijden van de verbindingslijn materiaalverbindingen tussen de voornoemde twee afdekgedeelten bestaan, wordt het voordeel verkregen dat deze relatief stijf met elkaar verbonden zijn, waardoor het sokkelafdekelement relatief star is, hetgeen bijdraagt tot de algemene stevigheid ervan.
Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding is het stopcontact verder ook daardoor gekenmerkt dat op de sokkel een steungeraamte is bevestigd ; dat dit steungeraamte is voorzien van koppelmiddelen die toelaten meerdere steungeraamten aan elkaar te koppelen ; dat deze koppelmiddelen flenzen bevatten waarmee de steungeraamten gedeeltelijk in elkaar kunnen worden geschoven, waarbij deze flenzen voorzien zijn van in elkaar aangrijpende koppeldelen ; en dat deze koppeldelen bestaan uit vervormingen die in elkaar passen, waarbij deze zijn voorzien van scherpe inhakingsranden, hetzij in de vorm van een materiaaldoordrukking die in een opening aangrijpt, hetzij een materiaalvervorming met een helling ten opzichte van het vlak van de flenzen die groter is dan 50 graden, en beter nog groter is dan 75 graden.
Bij de tot op heden
<Desc/Clms Page number 5>
bekende uitvoeringen worden dergelijke koppeldelen ook gevormd door vervormingen die in elkaar aangrijpen, doch vertonen deze vervormingen slechts zwakke afgeronde randen, waardoor zij gemakkelijk uit elkaar kunnen loskomen. Door nu in plaats van zulke zwakke afgeronde randen te voorzienin een werkelijke materiaaldoordrukking, waarbij het materiaal gedeeltelijk doorscheurt of door in een vervorming te voorzien met een grote helling, kan in tegenstelling tot de bekende uitvoeringen een degelijke vergrendeling worden bekomen.
Het is duidelijk dat het gebruik van de voornoemde koppeldelen zich niet beperkt tot inbouwstopcontacten, doch kan worden toegepast bij alle soorten elektrische installatie-elementen van het inbouw type die met zulk steungeraamte zijn uitgerust, dus niet alleen stopcontacten, doch ook schakelaars en dergelijke.
Andere voorkeurdragende kenmerken van het stopcontact volgens de uitvinding zullen eveneens blijken uit de hiernavolgende beschrijving, alsook uit de bijgevoegde conclusies.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een stopcontact volgens de uitvinding in gedeeltelijk gedemonteerde toestand weergeeft ; figuur 2 een bovenaanzicht weergeeft van de sokkel van het stopcontact van figuur 1, waarbij op deze sokkel een sokkelafdekelement aanwezig is ;
<Desc/Clms Page number 6>
figuur 3 een zieht weergeeft gelijkaardig aan dat van figuur 2, doch waarbij het sokkelafdekelement is weggelaten, alsmede een gedeelte van de sokkel in doorsnede is afgebeeld ;
figuur 4 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 2 ; figuur 5 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 3 ; figuur 6 in gekantelde toestand het contactelement weergeeft dat in figuur 3 met pijl F6 is aangeduid ; figuren 7 en 8 in perspectief en respectievelijk de bovenzijde en onderzijde van het sokkelafdekelement weergeven dat in figuur 4 met pijl F7 is aangeduid ; figuur 9 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn IX-IX in figuur 3 ; figuur 10 op een grotere schaal weergeeft hoe het gedeelte dat in figuur 9 met pijl F10 is aangeduid, wordt vervormd ; figuur 11 een variante van de uitvinding weergeeft ; figuren 12 en 13 respectievelijk de bovenzijde en onderzijde van het sokkelafdekelement uit het stopcontact van figuur 11 weergeven ;
figuur 14 een zieht weergeeft analoog aan dat van figuur 6, doch voor een contactelement uit het stopcontact van figuur 11 ; figuur 15 twee stopcontacten weergeeft die volgens de uitvinding aan elkaar gekoppeld zijn ; figuur 16 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn XVI-XVI in figuur 15j figuur 17 een variante weergeeft van het gedeelte dat in figuur 16 is afgebeeld.
Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 10, heeft de uitvinding betrekking op een stopcontact 1 van het type dat
<Desc/Clms Page number 7>
minstens een sokkel 2, twee contactelementen 3-4 voor de spanningspolen en een sokkelafdekelement 5 bevat.
Naast de voornoemde contactelementen 3-4 bevat het stopcontact, zoals gebruikelijk, bij voorkeur ook nog een contactelement 6 voor een aardingspool. In het weergegeven voorbeeld van de figuren 1 tot 10 is het stopcontact voorzien van een met het contactelement samenwerkende aardingspen 7, doch het is duidelijk dat volgens een variante ook in een randcontactaarding kan worden voorzien.
De sokkel 2 bestaat bij voorkeur uit een in kunststof gespoten lichaam, waarin de nodige zittingen zijn aangebracht om de verschillende onderdelen te bevestigen, zoals zittingen 8-9-10 voor de contactelementen 3-4-6, alsmede zittingen voor andere accessoires, waaronder zittingen 11-12 voor de spanelementen 13-14, dit laatste in het geval dat het, zoals weergegeven in het voorbeeld, een stopcontact van het inbouwtype betreft.
Ook het sokkelafdekelement 5 is bij voorkeur eendelig uit kunststof vervaardigd, zoals duidelijk zichtbaar in de figuren 7 en 8.
Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat minstens het sokkelafdekelement 5 aan de overige onderdelen'van het stopcontact 1 is bevestigd uitsluitend door middel van eendelig met een of meer van de voornoemde onderdelen uitgevoerde vergrendelingsdelen, meer speciaal vergrendelingsdelen in de vorm van in elkaar of achter elkaar vastklikbare elementen.
Zoals weergegeven, wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van meerdere vergrendelingsdelen om het sokkelafdekelement 5 te
<Desc/Clms Page number 8>
bevestigen, in dit geval vier vergrendelingsdelen, respectievelijk 15-16-17-18, die in het weergegeven voorbeeld worden gevormd door elastisch verbuigbare haakvormige elementen die aan de onderzijde van het sokkelafdekelement 5 zijn aangebracht en eendelig hiermede zijn uitgevoerd.
De voornoemde vergrendelingsdelen 15-16-17-18 grijpen hierbij ieder aan achter een rand of een zitting van een van de onderliggende onderdelen, zoals hierna nog nader zal worden beschreven.
Zoals weergegeven, bevinden de vergrendelingsdelen 15-16-17-18 zich bij voorkeur in de zones 19-20 waar de voornoemde twee contactelementen 3 en 4 van de spanningspolen gesitueerd zijn, dit terwijl het tussen de voornoemde twee zones 19-20 gelegen gedeelte 21 van het sokkelafdekelement 5 vrij is van vergrendelingsdelen.
In het voorbeeld werken de vergrendelingsdelen 15-16 samen met de sokkel 2 zelf, terwijl de vergrendelingsdelen 17-18 samenwerken met de voornoemde contactelementen 3-4.
De contactelementen 3-4 van de spanningspolen bestaan zoals gebruikelijk ieder uit een aansluitgedeelte 22 en een gedeelte 23 dat een penzitting 24 voor een pen 25 van een stekker 26 vormt. In het voorbeeld van figuren 1 tot 10 wordt gebruik gemaakt van aansluitgedeelten 22 met schroefklemmen 27 voor de inklemming van het uiteinde van een elektrische leiding, welke schroefklemmen op klassieke wijze bestaan uit een door middel van een schroef 28 tegen het eigenlijke contactelement 3-4 aanspanbaar en in de vorm van een moer uitgevoerd klemplaatje 29. Het is echter duidelijk dat volgens een variante ook gebruik kan worden
<Desc/Clms Page number 9>
gemaakt van andere uitvoeringsvormen van aansluitgedeelten 22, zoals hierna nog zal worden uiteengezet aan de hand van de figuren 11 tot 14.
De aansluitgedeelten 22 van de contactelementen 3-4 bevatten een bovenwand 30 en twee zijwanden 31-32.
Aan de sokkel 2 grijpen de voornoemde vergrendelingsdelen 15-16 aan achter daartoe voorziene randen 33 in de zittingen 8 en 9, die ter hoogte van het vrije uiteinde van de gedeelten 23 van de contactelementen 3-4 gesitueerd zijn, terwijl, de vergrendelingsdelen 17-18, achter de contactelementen 3-4 aangrijpen, meer speciaal onder de bovenwand 30 of achter een daaraan gevormde omgebogen kraag 34, zoals zichtbaar in figuur 4.
Opgemerkt wordt dat er zich zodoende twee haakvormige elementen in iedere zone 19-20 bevinden. Zoals nog weergegeven, zijn deze bij voorkeur met hun haakvormige gedeelten van elkaar weg gericht.
Ook worden de contactelementen 3-4 bij voorkeur uitsluitend door middel van vergrendelingsdelen op hun plaats gehouden die eendelig met de onderdelen van het stopcontact zijn uitgevoerd, in dit geval in de vorm van achter elkaar vastklikbare gedeelten 35-36 en 37-38, respectievelijk aan deze contactelementen 3-4 en aan de sokkel 2.
Meer speciaal bestaan de vastklikbare gedeelten 35-36 uit in de zijwanden 31-32 gevormde naar buiten gebogen elastisch verbuigbare lippen, terwijl de gedeelten 37-38 bestaan uit randen die in de binnenzijden van de betreffende zittingen 8-9 aangebracht zijn.
<Desc/Clms Page number 10>
Doordat de contactelementen 3-4, enerzijds, door middel van de hiervoor beschreven klikverbindingen verhinderd worden terug uit de zitting te komen en, anderzijds, op een bodemgedeelte 39 van de sokkel 2 rusten, komen zij in een welbepaalde positie te zitten.
Bovendien worden deze contactelementen, zoals weergegeven in figuur 4, bij voorkeur ook nog aan hun voorste uiteinde 40 op hun plaats gehouden, doordat dit uiteinde 40 zich in gemonteerde toestand tussen twee sokkeldelen 41-42 bevindt, en eventueel nog extra wordt aangedrukt door middel van een van de contactelementen van het sokkelafdekelement 5.
In het weergegeven voorbeeld is ook het contactelement 6 van de aardingspool uitsluitend bevestigd door middel van vergrendelingsdelen die deel uitmaken van de eigenlijke onderdelen zelf, met andere woorden zonder gebruik te maken van afzonderlijke bevestigingselementen. Zoals afgebeeld in figuur 9 bestaat het contactelement 6 hierbij uit een basis 43, een aardingscontact, in dit geval de aardingspen 7, en een aansluitgedeelte 44, en is dit contactelement 6 aan de sokkel 2 bevestigd, enerzijds, door middel van achter elkaar vastklikbare gedeelten 45-46 aan weerszijden van het aansluitgedeelte 44, en, anderzijds, minstens een doorheen een opening 47 in de sokkel 2 aangrijpend en door vervorming vergrendeld gedeelte 48. De gedeelten 45-46 zijn vergelijkbaar met de gedeelten 35-37 en 36-38 van de contactelementen 3-4.
Het gedeelte 48 vertoont een vormgeving zoals afgebeeld in figuur 10, een en ander zodanig dat dit door verdraaiing in een vergrendeling resulteert.
Zoals zichtbaar in de figuren 4 en 7 is het sokkelafdekelement 5 ter plaatse van iedere schroefklem 27 voorzien van een doorgang 49 die aan de omtrek minstens gedeeltelijk
<Desc/Clms Page number 11>
is begrensd door een verhoogde rand 50, die op zieh bij voorkeur wordt gevormd door een eerste gedeelte 51 dat zieh langs nagenoeg de volledige omtrek uitstrekt en een tweede gedeelte 52 dat zieh langs een deel van de omtrek uitstrekt, zulks tot een hoger niveau dan het eerste gedeelte 51. Hierdoor wordt een degelijke afscherming rond de doorgangen 49 verkregen en tegelijkertijd een geleiding voor een schroevendraaier gevormd.
Zoals vermeld in de inleiding, vertoont het sokkelafdekelement 5 twee afdekgedeelten 53-54, respectievelijk ter plaatse van de voornoemde zones 19-20, en zijn deze afdekgedeelten 53-54 minstens aan weerszijden van de verbindingslijn 55, die de middens van de doorgangen 49 met elkaar verbindt, materieel verbonden, hetgeen bijdraagt tot de algemene stevigheid. De materi le verbindingen aan weerszijden van de verbindingslijn 55 worden in dit geval gevormd door materiaalgedeelten 56 en 57, waar tussenin een centrale opening 58 is gevormd. Het is echter duidelijk dat volgens een variante zulke centrale opening 58 ook kan worden weggelaten.
In het geval dat het stopcontact l, zoals afgebeeld in figuur 1, van het inbouwtype is, is dit voorzien van een steungeraamte 59, dat onder andere bedoeld is een aanslag te vormen tegen de buitenzijde van de muur waarin het stopcontact 1 wordt ingebouwd. Ook dit steungeraamte 59 is bij voorkeur zonder bijkomende bevestigingsmiddelen op de sokkel 2 bevestigd, bijvoorbeeld met behulp van steunbeentjes 60 die met hun vrije uiteinden doorheen de openingen 61 steken en onderaan vergrendeld zijn, bijvoorbeeld op een gelijkaardige wijze zoals weergegeven in figuur 10.
<Desc/Clms Page number 12>
Ulteraard wordt over het geheel nog een enkelvoudige of meervoudige afdekplaat 62 aangebracht.
Het is duidelijk dat het hiervoor beschreven stopcontact 1 met een minimum aan bewerkingen kan worden samengesteld. De contactelementen 3-4 kunnen eenvoudig in de sokkel 2 worden vastgeklikt. Hetzelfde geldt voor het contactelement 6 dat bovendien nog aan het gedeelte 48 wordt vergrendeld door dit laatste te torsen. Vervolgens kan het sokkelafdekelement 5 op de sokkel 2 worden vastgeklikt. Ook de andere onderdelen, zoals het steungeraamte 59 en de spanelementen 13-14 kunnen eenvoudig worden gemonteerd, zulks voor, tussen of na de voornoemde productiestappen.
In de figuren 11 tot 14 is een variante van de uitvinding weergegeven, voor een zogenaamde schroefloze uitvoering, waarmee bedoeld wordt dat het stopcontact aansluitgedeelten 22 en 44 bevat met zelfklemmende draadklemmen 63 of andere klemmiddelen die door middel van verbuigbare druklippen 64 kunnen worden gedeactiveerd. De draadklem 63 kan hierbij van willekeurige aard zijn. Deze zijn op zich voldoende bekend uit de stand van de techniek. Bij voorkeur evenwel wordt hiertoe gebruik gemaakt van een gevouwen bladveertje 65, dat schematisch in figuur 12 is weergegeven, en dat in werkelijkheid wordt vastgeklikt in een zitting 66 in het betreffende aansluitgedeelte 22, respectievelijk 44, welke zitting 66 zoals afgebeeld in figuur 14, kan gevormd worden door de verschillende wanden van dit aansluitgedeelte en door daaraan gevormde vergrendelingsdelen 67.
Zodoende zijn ook bij de uitvoering van deze aansluitgedeelten 22 en 44 geen bijkomende bevestigingselementen noodzakelijk. Het volstaat om bij de montage het bladveertje 65 eenvoudig in de betreffende zitting 66 vast te klikken.
<Desc/Clms Page number 13>
Zoals bekend, is het voornoemde steungeraamte 59 ook voorzien van koppelmiddelen die toelaten meerdere stopcontacten 1 door middel van hun steungeraamten 59 aan elkaar te koppelen, waarbij deze koppelmiddelen bestaan uit, enerzijds, flenzen 68-69-70-71-72-73 waarmee de steungeraamten 59, zoals weergegeven in figuur 15, gedeeltelijk in elkaar kunnen worden geschoven en, anderzijds, koppeldelen 74-75 die bestaan uit vervormingen die in elkaar passen. Meer speciaal bestaan deze koppeldelen 74-75 telkens uit, respectievelijk een opening en een vervormd wanddeel van het steungeraamte 59.
Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding zijn deze koppeldelen, in het bijzonder de koppeldelen 75, voorzien van scherpe inhakingsranden 76. Volgens een eerste mogelijkheid wordt zulke scherpe inhakingsrand 76 gerealiseerd door een materiaaldoordrukking ter plaatse van het vervormd wanddeel, zoals afgebeeld in figuur 16.
Doordat zodoende een materiaaldoorscheuring ontstaat, wordt automatisch een scherpe rand gecre erd. Volgens een tweede mogelijkheid wordt uitsluitend in een materiaalvervorming, zonder een echte doordrukking voorzien, doch wel zodanig dat bij de vervorming een inhakingsrand 76 wordt gevormd met een helling H ten opzichte van het vlak van de flenzen 68 tot 73, die een hoek vertoont die groter is dan 50 graden, of beter nog, groter is dan 75 graden.
Zoals aangeduid in figuur 16 met referentie 77, kan de doordrukking uiteraard ook zodanig diep worden uitgevoerd dat de inhakingsrand 76 aan zijn voorste uiteinde volledig in de opening van de onderliggende flens komt te zitten.
In tegenstelling tot de bekende uitvoeringen worden zodoende met een degelijke kracht in elkaar aangrijpende koppeldelen 74-75 verkregen.
<Desc/Clms Page number 14>
Zoals uiteengezet in de inleiding kunnen de voornoemde koppeldelen 74-75 volgens de uitvinding ook worden toegepast in andere elektrische installatie-elementen dan stopcontacten.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijk elektrisch installatieelement kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Zo bijvoorbeeld beperkt de uitvinding zieh niet tot stopcontacten van het inbouwtype. Het is immers niet ondenkbaar om ook bij opbouwuitvoeringen gebruik te maken van een sokkelafdekelement dat onder de normale behuizing is aangebracht en dat in overeenstemming met de hiervoor beschreven uitvindingsgedachte op de sokkel van het stopcontact is bevestigd.
Ook is het duidelijk dat alle deelkenmerken die aan de hand van eenzelfde uitvoeringsvoorbeeld zijn beschreven, volgens varianten van de uitvinding niet noodzakelijk met elkaar hoeven gecombineerd te worden.
Ook is het duidelijk dat de uitvoering van de figuren 1 tot 10 in plaats van met een penaarding ook met een randaarding kan worden uitgevoerd, terwijl de uitvoering van de figuren 11 tot 14 in de plaats van met een randaarding, ook met een penaarding kan worden uitgevoerd. Tevens zijn uitvoeringsvormen zonder aardingscontact ook niet uitgesloten.
<Desc / Clms Page number 1>
Electric installation element.
This invention relates to an electrical installation element.
In the first place, it aims at an outlet, more specifically an outlet of the type comprising at least one base, two contact elements for the voltage poles and a base cover element.
An outlet of this type is known, inter alia, from European patent application No. 0. 337. 332. The base cover element employed herein is mounted on the base by means of a fastening element in the form of a rivet which engages in a center situated in the middle of a base cover element. mounting lip. Such construction thus requires the use of an additional fastening element to be able to fasten the base cover element to the base, whereby an additional processing in the assembly process is necessary.
The invention aims in the first place at a socket outlet in which the aforementioned additional processing is excluded, such that the assembly process can be further simplified, which of course results in a cost saving.
To this end, the invention relates in the first place to an electrical installation element consisting of a socket comprising a number of components, including at least one base, two contact elements for the voltage poles and a base cover element, characterized in that at least the base cover element is connected to the other
<Desc / Clms Page number 2>
parts of the socket is attached exclusively by means of one-part locking parts made of one or more of the aforementioned parts.
Because the base cover element is only attached and held in place by means of one-part locking parts made of one or more of the aforementioned parts, the use of additional fixing elements is excluded, whereby a particularly simple assembly is made possible.
In a preferred embodiment, both the aforementioned cover element and the aforementioned two contact elements for the voltage poles are held in place solely by means of locking parts which are designed in one piece with these parts.
It is also preferred that, in the case that the socket also contains a contact element for an earthing pole, this part is also held in place by means of locking parts which are designed in one piece with one or more of the relevant parts.
By attaching in addition to the base cover element also the contact elements for the voltage poles and the grounding pole in the base with locking parts which are made in one piece with the parts to be locked, a whole is obtained which can be achieved with a minimum of operations and, moreover, operations that can be automated easily. assembled.
In the most preferred embodiment of the socket, the aforementioned locking parts exist
<Desc / Clms Page number 3>
attaching the base cover element and / or for attaching the contact elements for the voltage poles from one or more locking parts in the form of elements that can be snapped into each other or behind each other.
The base cover element is preferably held in place by means of a plurality of locking parts, so that a good force distribution is obtained, and each of the locking parts can be of relatively light design.
In the most preferred embodiment, the base cover element is provided with locking parts which are situated in the zones where the aforementioned two contact elements of the voltage poles are situated. Thus, it is achieved that the locking parts are reasonably spread over the surface covered by the base cover element. This provides a reliable locking over the entire surface and, moreover, the cover element can thereby be made relatively light.
According to the most preferred embodiment, the part of the base cover element situated between the aforementioned two zones is preferably also free of locking parts, such that this part does not enter the possible passage of screws and the like, for example for fixing a cover plate of the socket, in the is gone.
The base cover element can be held in place in various ways by means of the aforementioned locking parts. Preferably, however, the socket is provided with locking parts which cooperate with the
<Desc / Clms Page number 4>
base itself and / or with the contact elements of the voltage poles.
According to yet another preferred aspect of the invention, the base cover element preferably has two cover parts, each of which is provided with an opening for the passage of the pin of a plug, wherein a central opening is preferably formed between these two cover parts, and wherein the above-mentioned cover parts are connected to each other at least in two places, or on either side of the connecting line, which connects the centers of the aforementioned two passages. Due to the fact that there are material connections between the aforementioned two cover sections on either side of the connecting line, the advantage is obtained that they are relatively rigidly connected to each other, so that the base cover element is relatively rigid, which contributes to its general sturdiness.
According to a special aspect of the invention, the socket is further characterized in that a support frame is mounted on the base; that this support frame is provided with coupling means that allow to couple several support frames to each other; that these coupling means comprise flanges with which the support frames can be partially slid into each other, said flanges being provided with engaging coupling parts; and that these coupling parts consist of deformations that fit into each other, wherein they are provided with sharp hooking edges, either in the form of a material penetration that engages in an opening, or a material deformation with a slope with respect to the plane of the flanges that is larger than 50 degrees, and even better than 75 degrees.
At the to date
<Desc / Clms Page number 5>
In known embodiments, such coupling parts are also formed by deformations that engage one another, but these deformations only show weak rounded edges, so that they can easily come apart. By providing an actual material penetration instead of such weak rounded edges, whereby the material partially tears through, or by providing a deformation with a large slope, a proper locking can be obtained, unlike the known embodiments.
It is clear that the use of the aforementioned coupling parts is not limited to built-in sockets, but can be applied to all types of electrical installation elements of the built-in type which are equipped with such a supporting frame, i.e. not only sockets, but also switches and the like.
Other preferred features of the socket according to the invention will also be apparent from the following description, as well as from the appended claims.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few preferred embodiments are described below as examples without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a socket according to the invention in partially dismantled state; figure 2 represents a top view of the base of the socket of figure 1, wherein a base cover element is present on this base;
<Desc / Clms Page number 6>
figure 3 represents a view similar to that of figure 2, but wherein the base cover element has been omitted, and a part of the base is shown in section;
figure 4 represents a section on a larger scale according to line IV-IV in figure 2; figure 5 represents a section on a larger scale according to line V-V in figure 3; figure 6 represents the contact element in tilted state which is indicated by arrow F6 in figure 3; figures 7 and 8 represent in perspective and respectively the top and bottom of the base cover element which is indicated by arrow F7 in figure 4; figure 9 represents a section on a larger scale according to line IX-IX in figure 3; figure 10 shows on a larger scale how the part indicated with arrow F10 in figure 9 is deformed; Figure 11 shows a variant of the invention; Figures 12 and 13 respectively show the top and bottom of the base cover element from the socket of Figure 11;
figure 14 represents a view analogous to that of figure 6, but for a contact element from the socket of figure 11; Figure 15 shows two sockets that are connected to each other according to the invention; figure 16 represents a section on a larger scale according to line XVI-XVI in figure 15j; figure 17 represents a variant of the part shown in figure 16.
As shown in Figures 1 to 10, the invention relates to a socket 1 of the type
<Desc / Clms Page number 7>
at least one base 2, two contact elements 3-4 for the voltage poles and one base cover element 5.
In addition to the aforementioned contact elements 3-4, the socket also comprises, as usual, also a contact element 6 for a grounding pole. In the shown example of figures 1 to 10, the socket is provided with an earthing pin 7 cooperating with the contact element, but it is clear that, according to a variant, an edge contact ground can also be provided.
The base 2 preferably consists of a plastic-molded body, in which the necessary seats are fitted to fix the various parts, such as seats 8-9-10 for the contact elements 3-4-6, as well as seats for other accessories, including seats 11-12 for the clamping elements 13-14, the latter in the case that, as shown in the example, it concerns a socket of the built-in type.
The base cover element 5 is also preferably made in one piece from plastic, as is clearly visible in Figures 7 and 8.
The special feature of the invention is that at least the base cover element 5 is attached to the other parts of the socket 1 solely by means of locking parts designed in one or more of the aforementioned parts, more particularly locking parts in the form of each other or behind elements clickable together.
As shown, use is preferably made of a plurality of locking parts around the base cover element 5
<Desc / Clms Page number 8>
attach, in this case four locking parts, respectively 15-16-17-18, which in the shown example are formed by elastically bendable hook-shaped elements which are arranged on the underside of the base cover element 5 and are designed in one piece therewith.
The aforementioned locking parts 15-16-17-18 each engage behind an edge or a seat of one of the underlying parts, as will be further described hereinafter.
As shown, the locking parts 15-16-17-18 are preferably located in the zones 19-20 where the aforementioned two contact elements 3 and 4 of the voltage poles are situated, while the part 21 situated between the aforementioned two zones 19-20 of the base cover element 5 is free of locking parts.
In the example, the locking parts 15-16 cooperate with the base 2 itself, while the locking parts 17-18 cooperate with the aforementioned contact elements 3-4.
The contact elements 3-4 of the voltage poles each consist, as usual, of a connection part 22 and a part 23 which forms a pin seat 24 for a pin 25 of a plug 26. In the example of figures 1 to 10 use is made of connecting parts 22 with screw terminals 27 for clamping the end of an electrical line, which screw terminals consist of a clamping element which can be tensioned against the actual contact element 3-4 by means of a screw 28 and clamping plate 29 designed in the form of a nut. However, it is clear that, according to a variant, use can also be made
<Desc / Clms Page number 9>
made of other embodiments of connection portions 22, as will be explained hereinafter with reference to Figures 11 to 14.
The connecting portions 22 of the contact elements 3-4 comprise an upper wall 30 and two side walls 31-32.
The above-mentioned locking parts 15-16 engage on the base 2 behind edges 33 provided for this purpose in the seats 8 and 9, which are situated at the free end of the parts 23 of the contact elements 3-4, while the locking parts 17- 18, engage behind the contact elements 3-4, more particularly under the top wall 30 or behind a bent collar 34 formed thereon, as visible in figure 4.
It is noted that there are thus two hook-shaped elements in each zone 19-20. As still shown, they are preferably directed away from each other with their hook-shaped portions.
Also, the contact elements 3-4 are preferably held in place exclusively by means of locking parts which are made in one piece with the parts of the socket, in this case in the form of parts 35-36 and 37-38 that can be snapped behind one another, respectively these contact elements 3-4 and on the base 2.
More specifically, the snap-on portions 35-36 consist of elastically deflectable lips formed in the side walls 31-32, while the portions 37-38 consist of edges arranged in the inner sides of the respective seats 8-9.
<Desc / Clms Page number 10>
Because the contact elements 3-4, on the one hand, are prevented from coming back out of the seat by means of the snap connections described above and, on the other hand, rest on a bottom part 39 of the base 2, they come to be in a well-defined position.
In addition, these contact elements, as shown in Figure 4, are preferably also held in place at their front end 40, because this end 40 is located between two base parts 41-42 in the mounted state, and is optionally further pressed by means of one of the contact elements of the base cover element 5.
In the example shown, the contact element 6 of the grounding pole is also mounted exclusively by means of locking parts that form part of the actual parts themselves, in other words without using separate fixing elements. As shown in Figure 9, the contact element 6 here consists of a base 43, an earthing contact, in this case the earthing pin 7, and a connecting part 44, and this contact element 6 is attached to the base 2, on the one hand, by means of parts that can be snapped behind one another. 45-46 on either side of the connecting portion 44, and, on the other hand, at least one portion 48 engaging through an opening 47 in the base 2 and locked by deformation. The portions 45-46 are similar to the portions 35-37 and 36-38 of the contact elements 3-4.
The part 48 has a shape as shown in figure 10, all such that this results in a locking by rotation.
As can be seen in figures 4 and 7, the base cover element 5 is provided at the location of each screw terminal 27 with a passage 49 which is at least partially at the circumference
<Desc / Clms Page number 11>
is delimited by a raised edge 50, which is preferably formed by a first portion 51 extending substantially along the entire circumference and a second portion 52 extending along a portion of the circumference, this to a higher level than the first part 51. A good shielding is hereby obtained around the passages 49 and at the same time a guide for a screwdriver is formed.
As stated in the introduction, the base cover element 5 has two cover parts 53-54, respectively at the location of the aforementioned zones 19-20, and these cover parts 53-54 are at least on either side of the connecting line 55, which are the centers of the passages 49 with connects each other, materially connected, which contributes to the overall strength. The material connections on either side of the connecting line 55 are in this case formed by material portions 56 and 57, between which a central opening 58 is formed. However, it is clear that according to a variant such a central opening 58 can also be omitted.
In the case that the socket 1, as shown in Fig. 1, is of the built-in type, this is provided with a support frame 59, which inter alia is intended to form a stop against the outside of the wall in which the socket 1 is installed. This support frame 59 is also preferably attached to the base 2 without additional fastening means, for example with the aid of support legs 60 which protrude through their openings 61 through their free ends and are locked at the bottom, for example in a similar manner as shown in Fig. 10.
<Desc / Clms Page number 12>
Of course, a single or multiple cover plate 62 is provided on the whole.
It is clear that the socket 1 described above can be assembled with a minimum of operations. The contact elements 3-4 can simply be snapped into the base 2. The same applies to the contact element 6, which, moreover, is still locked to the part 48 by carrying the latter. The base cover element 5 can then be clicked onto the base 2. The other components, such as the support frame 59 and the tensioning elements 13-14, can also be easily mounted, such before, between or after the aforementioned production steps.
Figures 11 to 14 show a variant of the invention for a so-called screwless embodiment, by which is meant that the socket comprises connecting parts 22 and 44 with self-clamping wire clamps 63 or other clamping means that can be deactivated by means of bendable pressure lips 64. The wire clamp 63 can be of any kind in this case. These are sufficiently known per se from the prior art. Preferably, however, use is made for this purpose of a folded leaf spring 65, which is shown schematically in Figure 12, and which is actually snapped into a seat 66 in the respective connecting part 22, 44, respectively, which seat 66 can be shown as shown in Figure 14. are formed by the different walls of this connecting part and by locking parts 67 formed thereon.
Therefore, no additional fastening elements are required in the design of these connection parts 22 and 44 either. It is sufficient to simply snap the leaf spring 65 into place in the relevant seat 66 during assembly.
<Desc / Clms Page number 13>
As is known, the aforementioned support frame 59 is also provided with coupling means which enable several sockets 1 to be connected to each other by means of their support frames 59, said coupling means comprising, on the one hand, flanges 68-69-70-71-72-73 with which the support frames 59, as shown in Fig. 15, can be partially slid into one another and, on the other hand, coupling parts 74-75 which consist of deformations that fit into each other. More specifically, these coupling parts 74-75 each consist of an opening and a deformed wall part of the support frame 59 respectively.
According to a special aspect of the invention, these coupling parts, in particular the coupling parts 75, are provided with sharp hooking edges 76. According to a first possibility, such a sharp hooking edge 76 is realized by a material penetration at the location of the deformed wall part, as shown in Fig. 16.
Because this results in material tear-through, a sharp edge is automatically created. According to a second possibility, a material deformation is provided without real compression, but in such a way that a deformation edge 76 is formed during the deformation with a slope H relative to the plane of the flanges 68 to 73, which has an angle which is larger than 50 degrees, or even better, greater than 75 degrees.
As indicated in Fig. 16 with reference 77, the push-through can of course also be designed so deep that the hooking edge 76 at its front end becomes completely seated in the opening of the underlying flange.
In contrast to the known embodiments, coupling parts 74-75 which engage with each other with such a force are thus obtained.
<Desc / Clms Page number 14>
As explained in the introduction, the aforementioned coupling parts 74-75 according to the invention can also be used in electrical installation elements other than sockets.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such electrical installation element can be realized in all shapes and sizes without departing from the scope of the invention. For example, the invention is not limited to sockets of the built-in type. After all, it is not inconceivable to also use a base cover element, which is mounted underneath the normal housing, and which is mounted on the base of the socket in accordance with the inventive concept described above.
It is also clear that, according to variants of the invention, all sub-features described with reference to the same exemplary embodiment need not necessarily be combined with each other.
It is also clear that the embodiment of Figs. 1 to 10 can also be carried out with an earthing edge instead of with a pin earthing, while the embodiment of Figs. 11 to 14 can also be made with a earthing pin instead of with a grounding earth. executed. Also, embodiments without earth contact are not excluded.