<Desc/Clms Page number 1>
WARENHUIS EN GOOTPROFIEL DAARVOOR
De uitvinding betreft een warenhuis volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijk warenhuis is bekend. Daarbij bevindt de hemelwatergoot zich boven de kokervormige condensafvoergoot. In geval de hemelwatergoot een grote afvoercapaciteit heeft, is de afmeting van het gootprofiel aanzienlijk zodat veel licht wordt weggenomen. Verder moeten de wanden van deze hemelwatergoot dik zijn om de daken in horizontale richting goed te kunnen afsteunen. Men zoekt een compromis tussen de eisen van flink draagvermogen ; redelijk grote hemelwatercapaciteit ; geintegreerde condensgoot ; stevige horizontale afsteuning en weinig gootmateriaalverbruik.
De uitvinding heeft ten doel een warenhuis met een gootprofiel te verschaffen, waarmede een verbeterd compromis is te bereiken ten aanzien van flink draagvermogen ; een geringe omtrek en daarmede een geringe lichtwegname ; grote hemelwaterafvoercapaciteit ; geintegreerde condensgoot ; weinig gootmateriaalgebruik ; en stevige horizontale afsteuning van aangrenzende daken.
Daartoe heeft het warenhuis volgens de uitvinding het kenmerk van conclusie 1.
Ondanks de hoge zijwanden van de wegens een grote waterinhoud diepe hemelwatergoot kunnen de aangrenzende daken toch op stevige wijze in horizontale richting worden afgesteund aan de bovenranden van het gootprofiel, doordat de kokervormige condensafvoergoot de zijwanden stevig steunen op een niveau dat aanzienlijk hoger ligt dan de bodem van de hemelwatergoot.
Ingeval dat roeden middels bevestigingselementen tegen de buitenzijde van de regenwatergoot steunen op een niveau dat onder het ondereinde van de roeden is gelegen, is de horizontale afsteuning van de daken nog steviger.
De uitvinding verschaft tevens een gootprofiel dat bestemd is voor een warenhuis volgens de uitvinding.
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding zal in de hierna volgende beschrijving aan de hand van een tekening worden verduidelijkt. In de tekening stellen schematisch voor :
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een fraktie van een voorkeuringsuitvoeringsvorm van een warenhuis volgens de uitvinding ; figuur 2 en 3 op grotere schaal doorsneden II-II respectievelijk III-III van figuur 1 ; figuur 4 doorsnede IV-IV van figuur 3 ; figuur 5 op grotere schaal een perspectivisch aanzicht van detail V van figuur 1 ; en figuur 6 een variant van detail VI van figuur 3.
Het warenhuis 1 van figuur 1 omvat kolommen 2 en spanten 3 en daardoor gedragen goten 4 die daken 5 dragen.
De daken 5 omvatten roeden 6, nokprofielen 7 en glasplaten 8 (waaronder ook lichtdoorlatende kunststofplaten geacht worden te vallen).
De goten 4 bestaan uit stukken van aluminium gootprofiel 9 die middels een gootkoppeling 10 van figuur 5 onderling zijn gekoppeld.
Het gootprofiel 9 heeft bij voorkeur de vorm en dimensies van figuur 2 en omvat een gesloten, V- of U-vormige koker 11, waarvan de bovenwand 12 de bodem van een hemelwatergoot 13 vormt, doordat zijwanden 14 daarvan zich vanaf de bovenwand 12 opwaarts uitstrekken tot een niveau 15, waar de onderranden van glasplaten 8 zijn opgenomen in gootrandprofielen 16 van kunststof die aangrijpen op neerwaarts en binnenwaarts gerichte bovenranden 17 van het gootprofiel 9, welke bovenranden met extra materiaal zijn versterkt. De Uof V-vormige kokervormige condensafvoergoot 26 omhult het onderstuk van de hemelwatergoot 11, dat wil zeggen dat zowel onder als aan weerszijden van de hemelwatergoot een kokerruimte aanwezig is, zodanig dat de zijwanden 14 van de hemelwatergoot op een aanzienlijk hoog niveau boven de hemelwaterbodem in zijdelingse richting worden gesteund.
De hemelwatergoot 13 is voor een aanzienlijk deel in de condensafvoergoot 26 opgenomen.
<Desc/Clms Page number 3>
De doortocht van de aan haar bovenzijde open hemelwatergoot 13 is zodanig dat dit gootprofiel 9 tenminste 8 l/m en bijvoorkeur zelfs tenminste 9 l/m watercapaciteit heeft. De doortocht is zodanig gekozen, dat bijvoorbeeld bij een afschot van + 2% en bij een op een bepaalde gootlengte f van bijvoorbeeld 65 m en een onderlinge gootafstand b van bijvoorbeeld 4 m, dat wil zeggen bij 260 m2 op deze gootlengte aangewezen horizontaal gemeten dakoppervlak de totale hoeveelheid neerslag door de hemelwatergoot 13 tussen het niveau 15 en de bodemwand 12 kan worden afgevoerd. Slechts bij uitzonderlijk hevige regenbuien zal het hemelwater tot op het bovenvlak 18 van glasplaten 8 stijgen. Dan is dit water zuiver en spoelt zelfs de glasplaten 8 enigszins schoon. Verontreinigd hemelwater wordt binnen het genoemde niveauverschil afgevoerd.
In figuur 1 heeft het warenhuis l over de afstand C tussen twee verticale afvoerpijpen 19 bij de plaatsen E twee gootlengten f = 1/2 C die hemelwater van het horizontale oppervlak aan het dakvlak tussen twee op elkaar volgende goten 4 te verwerkende hebben. Op de plaats D zijn de goten 4 hoger gemonteerd dan bij E, zodat de goten 4 een afschot hebben van + 2%. In het voorbeeld van figuur 1 bedraagt het afschot 8 ä 10 mm tussen elke kolomafstand k ; de lengte f 65 m ; de nokafstand p = 4 m. De doortocht van de hemelwatergoot 13 bedraagt ongeveer 100 cm2 om 260 m2 hemelwateroppervlak te verwerken.
Het gootrandprofiel 16 heeft een neerwaarts gerichte flens 23, die zich vloeiend aanvleit tegen de buitenzijde van de zijwand 14, zodanig dat condens vanaf de onderzijde van de glasplaten 8 door het gootrandprofiel 16 aan die buitenzijde wordt afgegeven, zodat de condens tot in een condensopvanggoot 24 terechtkomt. Daarin zijn van plaats tot plaats gaten 25 geboord, zodat de condens in de V-of Uvormige koker 11 stroomt die als condensafvoergoot 26 dienst doet. De condens wordt aldus gescheiden van het hemelwater afgevoerd aan een condensafvoer 27.
Het gootprofiel 9 is vanwege zijn kokervorm zeer sterk. De buigweerstand wordt nog extra vergroot dankzij
<Desc/Clms Page number 4>
een weinig extra materiaal aan de gootranden 17 en het dikwandige onderstuk 29.
De gootkoppeling 10 van figuur 5 omvat een aluminium buitenschaal 32 en een in de hemelwatergoot 13 aangebrachte binnenschaal 33, in het gootprofielmateriaal zelftappende schroefbouten 34 en moer-boutverbindingen 35.
De condensafvoergoot 26 is in twee helften verdeeld middels een steunschot 70 dat de vormstijfheid van het gootprofiel 9 vooral in horizontale richting sterk vergroot.
Ook de lasten van wagens die met wielen op de bodemwand 12 rijden, worden door het steunschot 70 afgenomen.
Roedeprofielen 37 (figuur 4) zijn met behulp van roedeblokken 38 en bevestigingselementen 71 van kunststof, doch bij voorkeur van metaal, bijvoorbeeld aluminium tegen de buitenzijde van de zijwanden 14 te bevestigen middels zelftappende schroeven 39. Elk bevestigingselement 71 dat stevig aan een roedeprofiel 37 is vastgeschroefd, heeft een vorm die tegen het gootprofiel 9 steunt op een niveau dat dicht boven de kokervormige condensafvoer is gelegen, namelijk in de condensopvanggoot 24. De vormgeving van het ondereinde 73 van het bevestigingselement 71 is zodanig dat het exact past in het profiel van de condensopvanggoot 24 en daar volgens de zwenkbewegingsrichting 75 in kan worden gezwenkt.
In de gemonteerde toestand van roedeprofielen 37 met bevestigingselementen 71 steunen de roeden en daarmede de aangrenzende daken 5 zich in horizontale richting tegen het gootprofiel 9 af ter plaatse van de condensgoot 24. De bovenstukken van de wanden 14 van de hemelwatergoot 13 kunnen nauwelijks meer naar elkaar toe of van elkaar af worden verbogen. De onderlinge verplaatsing van de hemelwatergootwanden 14 wordt sterk tegengegaan door de U- of Vvormige kokervorm van de condensafvoergoot 26.
Figuur 6 toont een goede roedebevestiging aan een wat anders gevormd gootprofiel 9. Daarbij grijpt ook een bevestigingselement 71 eveneens met zijn ondereinde 73 onder een condensgootrand 76, terwijl het bevestigingselement 71 tussen deze rand 76 en de hemelwatergootwand 14 is ingeklemd.