[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

BE1006626A3 - Process for the founding of buildings and plant this is used. - Google Patents

Process for the founding of buildings and plant this is used. Download PDF

Info

Publication number
BE1006626A3
BE1006626A3 BE9300028A BE9300028A BE1006626A3 BE 1006626 A3 BE1006626 A3 BE 1006626A3 BE 9300028 A BE9300028 A BE 9300028A BE 9300028 A BE9300028 A BE 9300028A BE 1006626 A3 BE1006626 A3 BE 1006626A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
masonry
installation according
elements
height
installation
Prior art date
Application number
BE9300028A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Jacobs Jacobus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jacobs Jacobus filed Critical Jacobs Jacobus
Priority to BE9300028A priority Critical patent/BE1006626A3/en
Priority to DE0607112T priority patent/DE607112T1/en
Priority to AT94870004T priority patent/ATE168436T1/en
Priority to ES94870004T priority patent/ES2064302T1/en
Priority to EP94870004A priority patent/EP0607112B1/en
Priority to DE69411601T priority patent/DE69411601T2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1006626A3 publication Critical patent/BE1006626A3/en
Priority to GR940300088T priority patent/GR940300088T1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2/02Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials
    • E04C2/04Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials of concrete or other stone-like material; of asbestos cement; of cement and other mineral fibres
    • E04C2/041Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials of concrete or other stone-like material; of asbestos cement; of cement and other mineral fibres composed of a number of smaller elements, e.g. bricks, also combined with a slab of hardenable material
    • E04C2/042Apparatus for handling the smaller elements or the hardenable material; bricklaying machines for prefabricated panels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)

Abstract

Method for the erection of buildings, consisting in the formation of prefabricated elements (1) and the subsequent assembly of these elements (1), characterized in that the prefabricated elements (1) are made of brickwork. <IMAGE>

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het oprichten van gebouwen en installatie hierbij aangewend. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het oprichten van gebouwen, meer speciaal van het type dat bestaat in het vormen van geprefabriceerde elementen en het vervolgens samenbouwen van deze elementen. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een installatie die hierbij kan worden aangewend en die bedoeld is om de geprefabriceerde elementen te vervaardigen. 



  Het is bekend dat bij de bouw van woningen uit geprefabriceerde elementen gebruik kan worden gemaakt van betonnen wanden. Zulke betonnen wanden vertonen het voordeel dat zij eenvoudig kunnen worden gevormd. Een groot nadeel echter bestaat erin dat zulke wanden weinig poreus zijn, waardoor zij zogenaamd niet kunnen ademen en waardoor de hiermee opgerichte woningen verschillende nadelen vertonen voor wat betreft de vochtafvoer doorheen de wanden en condensatie. 



  De huidige uitvinding beoogt dan ook een techniek voor het oprichten van gebouwen uit geprefabriceerde elementen, waarbij enerzijds wel in een stenen konstruktie wordt voorzien, doch anderzijds de voornoemde nadelen van betonnen wanden worden uitgesloten. 



  Hiertoe heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het oprichten van gebouwen, bestaande in het vormen van geprefabriceerde elementen en het vervolgens samenbouwen van deze elementen, daardoor gekenmerkt dat de geprefabriceerde elementen worden vervaardigd uit metselwerk. Dit betekent dat de wanden voorafgaandelijk 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 gemetseld worden en vervolgens, nadat zij gedroogd zijn, worden aangewend om een gebouw samen te stellen. 



  Bij voorkeur worden de geprefabriceerde elementen gevormd uit een betonnen draagbalk en een hierop gemetselde muur. De draagbalk biedt het voordeel dat de geprefabriceerde elementen kunnen worden getransporteerd zonder enig risiko dat scheuren in het metselwerk ontstaan. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het metselwerk van de geprefabriceerde elementen zodanig uitgevoerd dat de kopse uiteinden hiervan toelaten dat meerdere van dergelijke elementen in verband in elkaar passen. Hierdoor ontstaat het voordeel dat de verschillende elementen bijzonder stevig aan elkaar kunnen worden gekoppeld waardoor de kans op latere scheuren vrijwel wordt uitgesloten. 



  Bij de fabrikatie van de voornoemde elementen wordt het metselwerk bij voorkeur verwezenlijkt door afwisselend horizontale rijen stenen en lintvoegen op elkaar aan te brengen en de stootvoegen pas nadien op te vullen. Deze techniek biedt het voordeel dat de muren op een relatief korte tijd kunnen worden opgemetst. 



  De voornoemde installatie bestaat volgens de uitvinding minstens uit een inrichting voor het metselen van de elementen welke minstens gevormd is uit steunmiddelen waarop een geprefabriceerd element kan worden vervaardigd, een metseleenheid voor het metselen, en middelen die minstens in de hoogte in een onderlinge verplaatsing tussen de steunmiddelen en de metseleenheid kunnen voorzien.

   De metseleenheid bestaat bij voorkeur uit een werkplatform waarop   een   of meer metsers kunnen plaatsnemen. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 weergeeft hoe volgens de werkwijze van de uitvinding wordt   tewerkgegaan ;   figuur 2 schematisch een plattegrond weergeeft van een installatie volgens de uitvinding ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2 ; figuur 4 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 2, waarin schematisch een inrichting voor het metselen is afgebeeld ;

   figuur 5 op een grotere schaal een zieht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 4 met F5 is aangeduid ; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het oprichten van gebouwen die erin bestaat dat geprefabriceerde elementen 1 uit metselwerk worden aangewend. 



  Zoals nog is weergegeven in figuur 1 worden deze elementen 1 bij voorkeur gevormd uit een betonnen draagbalk 2 en een hierop gemetselde muur 3. In de muur 3 kunnen reeds de nodige openingen 4 voor ramen en/of deuren zijn aangebracht, waarbij het metselwerk boven deze openingen 4 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 kan worden ondersteund door boven deze openingen 4 aangebrachte balken 5. 



  In de elementen   1,   welke hoofdzakelijk bedoeld zijn om dragende muren en binnenmuren te vormen, kunnen reeds van bij de fabrikatie groeven 6 zijn   aangebracht   voor het aanbrengen van installatie-elementen, zoals elektrische leidingen. 



  De elementen 1 worden bij voorkeur op betonnen funderingsbalken 7 geplaatst. Het aanbrengen gebeurt door middel van de nodige hef-en transportmiddelen 8. 



  Volgens de uitvinding wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van elementen 1 waarvan de kopse uiteinden 9 een koppeling in verband toelaten. 



  In figuren 2 en 3 wordt een installatie 10 voor het vervaardigen van voornoemde elementen 1 weergegeven. 



  Volgens de uitvinding bevat deze installatie 10 minstens   één   inrichting 11 voor het metselen van de voornoemde muren 3. In het voorbeeld van figuur 2 zijn dit er twee. Het is duidelijk dat nog meer van deze inrichtingen 11 kunnen worden voorzien. 



  Zoals weergegeven in figuren 4,5 en 6 bestaat zulke inrichting 11 minstens uit steunmiddelen 12 om het te vormen element 1 te ondersteunen, een metseleenheid 13 van waaraf het metselwerk wordt uitgevoerd en middelen 14 die toelaten om de steunmiddelen 12 en de metseleenheid 13 onderling in hoogte te verplaatsen. 



  In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de steunmiddelen 12 in de hoogte verplaatsbaar, terwijl de metseleenheid 13 zich op een welbepaalde hoogte bevindt. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 De steunmiddelen 12 bestaan in dit geval hoofdzakelijk uit een horizontale hefbalk 15 die door middel van vertikaal langs profielen 16 op en neer beweegbare steunen 17 op en neer kan worden verplaatst door middel van een aandrijving 18. Zoals weergegeven in de figuren 5 en 6 kan de aandrijving 18 bestaan uit hefkabels 19 die aan de steunen 17 zijn vastgemaakt en die via een aantal ombuigwielen 20 kunnen worden verplaatst door middel van een hydraulische cilinder 21. Door het in en uit bewegen van de zuiger van de cilinder 21 kan de hefbalk 15 op en neer worden bewogen. 



  De aandrijving 18 is bij voorkeur ook voorzien van regelen stuurmiddelen die een stapsgewijze verplaatsing van de hefbalk 15 toelaten, telkens over één hoogte van een rij metselwerk, met andere woorden de hoogte van een steen 22 verhoogd met de dikte van een lintvoeg 23. De regel-en stuurmiddelen bestaan in het weergegeven voorbeeld van figuur 5 uit een hydraulische sturing 24 die de cilinder 21 beveelt telkens wanneer een verplaatsing wordt gevraagd, waarbij in de juiste verplaatsing wordt voorzien door middel van een sensor 25 die samenwerkt met merktekens 26 die bijvoorbeeld op de zuigerstang 27 van de voornoemde cilinder 21 zijn aangebracht. 



  De voornoemde metseleenheid 13 bestaat in het weergegeven voorbeeld hoofdzakelijk uit een werkplatform 28. 



  De inrichting 11 bezit tevens middelen die een langsverplaatsing tussen de metseleenheid 13 en een element 1 in opbouw toelaten. Volgens figuren 4,5 en 6 is het werkplatform 28 hiertoe aangebracht op een wagentje 29 dat bij voorkeur is voorzien van een aandrijving 30. 



  Het wagentje 29 vertoont een gestel 31 dat verrolbaar is over profielen 32. De aandrijving 30 maakt gebruik van kabels 33 die aan hun uiteinden vast bevestigd zijn en die 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 door middel van een elektrische motor 34 op haspels 35 aan het wagentje 29 kunnen worden opgerold, respektievelijk hiervan worden afgerold. 



  Op het wagentje 29 kan een in hoogte verplaatsbaar laadvlak 36 voor stenen 22 en dergelijke zijn aangebracht, dat door om het even welke aandrijfmiddelen 37 kan worden verplaatst. Bij voorkeur bestaan deze aandrijfmiddelen 37 uit een schaar 38 tussen het gestel 31 en het laadvlak 36 die kan worden open en dichtgevouwen door middel van een elektrische motor 39, bijvoorbeeld door tussenkomst van een vijzel 40 die op één van de armen van de schaar inwerkt. 



  Verder kan de inrichting 11 nog voorzien worden van halfautomatische of automatische morteltoevoerelementen 41. 



  Zoals weergegeven in de figuren 4,5 en 6 bestaat zulk morteltoevoerelement bij voorkeur uit een langs een langsprofiel 42 verplaatsbare mortelbak 43 met een uitgang 44 die boven een hefbalk 15 kan heen en weer worden verplaatst. De aandrijving gebeurt door middel van kabels 45 en een elektrische motor 46. De mortelbak 43 kan onder druk staan om de mortelspecie eruit te drukken. 



  Bij voorkeur is het langsprofiel 42 volgens de dwarsrichting van de inrichting 11 een weinig verplaatsbaar, bijvoorbeeld door middel van aandrijfmiddelen 47, zoals   één   of meer hydraulische cilinders. Dit laat toe dat de plaats waar de mortel 48 wodt gedeponeerd, kan worden ingesteld in funktie van de breedte van de te vormen muur 3 en in funktie van de plaats waar de draagbalk 2 zieh op de hefbalk 15 bevindt. 



  Aan de uitgang 44 is een   afsluit-en/of doseermechanisme   49 aangebracht dat minstens toelaat om de uitgang 44 af te 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 sluiten, doch dat eventueel ook kan voorzien in de gewenste dosering van de mortel 48. 



  Het is duidelijk dat op de plaatsen waar openingen 4 komen, bestemd voor de deuren en ramen, geen mortel 48 mag worden gedeponeerd. Om op de juiste plaatsen mortel te deponeren kan gebruik worden gemaakt van een maatlat 50 waarop de plaatsen van de deur-en raamopeningen zijn aangeduid. Het   afsluit-en/of doseermechanisme   49 is bij voorkeur voorzien van de nodige voelers die met de voornoemde merktekens samenwerken, alsmede van een pneumatische aandrijving of dergelijke, zodanig dat de morteltoevoer onderbroken wordt terplaatse van de voornoemde openingen 4. Het onderbreken van de morteltoevoer kan ook gekoppeld worden aan de hoogte tot waar het betreffende element 1 reeds is opgebouwd, wat automatisch kan gebeuren. 



  De voornoemde merktekens op de maatlat 50 dienen uiteraard ook als aanwijzing voor de metsers om te weten waar een deur-of raamopening dient te worden voorzien, alsook om het begin en het einde van de muur aan te duiden. 



  Naast de maatlat 50 kan ook nog een richtlat 51, bijvoorbeeld een L-ijzer, worden voorzien die, zoals weergegeven in figuur 6, toelaat om de stenen 22 mooi op een lijn te leggen en ze steeds tot op dezelfde diepte in de mortel 48 te drukken. Het is duidelijk dat deze richtlat 51 instelbaar is, bijvoorbeeld doordat zij op een horizontaal verschuifbaar gestel 52 is gemonteerd. 



  Aan één of beide van de langssuiteinden van de inrichting 11 kan een verplaatsbaar hefwerktuig 53 worden voorzien om pakken stenen 54 rechtstreeks of onrechtstreeks op het werkplatform 28, en meer speciaal het laadvlak 36, te plaatsen. Bij voorkeur zijn hierbij steunen 55 aan de 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 uiteinden van de inrichting 11 voorzien om de pakken 54 tussentijs hierop neer te zetten, waarbij deze steunen 55 zieh op zulke hoogte bevinden dat het wagentje 29 met een leeg laadvlak 36 tot onder het gereedstaande pak 54 kan worden gerold, één en ander zodanig dat het betreffende pak 54 kan worden opgeladen door het laadvlak 36 naar boven te bewegen. 



  In het geval dat de metseleenheid 13 zieh op een vaste hoogte bevindt en het element 1 in de hoogte verplaatsbaar is, is de hoogte van de metseleenheid 13 zodanig gekozen dat de hefbalk 15 vrijwel de begane grond raakt op het ogenblik dat de laatste rij stenen 22 wordt gelegd. 



  De inrichting 11 is bij voorkeur voorzien van steunen 56 waarop de vervaardigde elementen   1,   terwijl ze nog op de betreffende hefbalk 15 staan, kunnen worden neergezet en van daaraf in vertikale positie kunnen worden weggerold. 



  Deze steunen 56 bestaan bij voorkeur uit rollen of dergelijke. 



  Zoals zichtbaar in figuur 6 kan de inrichting 11 dubbelzijdig uitgevoerd zijn, met andere woorden, met één werkplatform 28 kan aan weerszijden hiervan een element 1 worden opgebouwd. 



  Volgens de uitvinding maakt de inrichting 11 bij voorkeur deel uit van een grotere installatie 10. Zoals weergegeven in figuur 2 kan deze installatie 10 zijn opgebouwd uit een betonlijn 57 waar draagbalken 2 en eventueel ook de funderingsbalken 7 worden vervaardigd, en een metsellijn 58 die onder andere de voornoemde inrichtingen 11 bevat. 



  De betonlijn 57 kan in verschillende zones zijn opgedeeld, zoals een zone 59 voor het aanbrengen van betonvormen 60, 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 een zone 61 voor het klaarmaken van de betonvormen 60 zoals het erin aanbrengen van betonijzer 62, een zone 63 voor het vormen en aanbrengen van de betonvulling 64 en een zone 65 voor het drogen van het beton en het ontmantelen van de betonvormen 60. 



  De metsellijn 58 vertoont bij voorkeur een zone 66 om de draagbalken 2 op de hefbalken 15 of eventueel op andere geleiders te plaatsen, een zone 67 waarin één of meer van de inrichtingen 11 zijn aangebracht, een zone 68 waarin de stootvoegen 69 worden opgevuld en een zone 70 waarin de voornoemde groeven 6 in de muren 3 worden gevormd. 



  Daarnaast kan de metsellijn 58 nog twee zones 71 en 72, bevatten die respektievelijk voor de zones 68 en 70 gelegen zijn en waarin de gevormde elementen   1,   en meer speciaal het metselwerk, reeds gedeeltelijk kan drogen. 



  De betonlijn 57 en de metsellijn 58 liggen naast elkaar. De zones van de betonlijn 57 en de metsellijn 58 volgen bij voorkeur in tegengestelde zin op, zodanig dat aan het einde van de betonlijn 57 het begin van de metsellijn 58 aanvangt. 



  Verder kan de installatie 10 nog voorzien zijn van een zone 73 voor de opslag van betonijzer 62, een zone 74 voor het stapelen van stenen 22, een zone 75 voor het klaarmaken van de elementen 1 voor transport, een zone 76 voor het laden van de elementen 1 en een zone 77 voor het laden van de funderingsbalken 7. 



  Het geheel is bij voorkeur ondergebracht in vijf hallen 78 tot 82, één en ander zoals is afgebeeld in figuren 2 en 3. 



  Zoals weergegeven in figuur 3 is in de zone 68 minstens   een   verrolbaar en in hoogte verstelbaar platform 83 aangebracht van waaraf de stootvoegen 69 onder druk met mortel worden 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 gevuld, bijvoorbeeld door middel van een pistool of dergelijke. 



  In de zone 70 bevindt zieh een freesmachine 84. 



  In de hallen 78 en 82 zijn rolbruggen 85 en 86 aangebracht, respektievelijk voor het verplaatsen van balken 2 en 7 en voor het verplaatsen van afgewerkte elementen 1. De langsverplaatsing doorheen de verschillende zones gebeurt door middel van rolbanen die gevormd zijn uit meerdere steunen 56 zoals voornoemd. 



  De werking van de installatie 10 en de inrichting 1 kan eenvoudig uit de bijgevoegde tekeningen en de voornoemde beschrijving worden afgeleid. 



  In de betonlijn 57 worden de balken 2 en 7 vervaardigd. In de zone 65 worden deze een bepaalde tijd opgeslagen om te drogen. De funderingsbalken 7 kunnen in de zone 77 rechtstreeks worden opgeladen door de rolbrug 85. Deze rolbrug 85 laat ook toe om de draagbalken 2 op de hefbalken 15 te plaatsen. 



  De hefbalken 15 worden in de betreffende inrichtingen 11 gerold. Zoals weergegeven in figuur 6 worden de hefbalken 15 dan opgetild tot helemaal boven, waarna kan worden aangevangen met metselen. Telkens één rij stenen 22 gemetseld is, wordt de betreffende hefbalk 15, nadat er een 
 EMI10.1 
 laag mortel is opgelegd, over de hoogte van één metsellaag naar beneden gelaten tot het betreffende element 1 voltooid is. 



  De gevormde elementen 1 worden dan doorheen de zones 68 en 70 verplaatst waarin de stootvoegen 69 worden opgevuld en 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 de groeven 6 worden uitgefreesd, hetzij manueel, hetzij halfautomatisch, hetzij volautomatisch. 



  Nadien kunnen de elementen 1 door middel van de rolbrug 86 voor transport worden geladen. 



  Om het plaatsen van de balken 5 te vergemakkelijken, kan het wagentje 29 worden voorzien van een hefsysteem 87. Dit wagentje kan ook zijn uitgerust met een bedieningspaneel 88 om de inrichting 11 te bedienen, bijvoorbeeld de mortelbakken te bevelen, de snelheid van het wagentje in te stellen, enzovoort. 



  Het is duidelijk dat op eenzelfde spoor ook twee of meer wagentjes kunnen aanwezig zijn. 



  In het geval dat de steunmiddelen 12 niet in hoogte verstelbaar zijn, doch de metseleenheid 13 wel, dienen de morteltoevoerelementen 41 ook in hoogte verstelbaar te zijn. 



  Volgens een niet weergegeven variante kunnen de inrichtingen 11 met morteltoevoerelementen 41 worden uitgerust die voorzien zijn van middelen om een isolerende mortel te vormen, zoals bijvoorbeeld een toestel dat isolerende deeltjes zoals kunststofbolletjes en/of gasbelvormers aan de mortel toevoegt op het ogenbblik dat de mortel de morteltoevoerelementen 41 verlaat. 



  De elementen 1 worden bij het transport opgepakt door middel van riemen 89, bijvoorbeeld uit nylon. Door de riemen 89 goed aan te spannen worden de muren 3 belast op druk, wat beter is voor het transport. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in figuren weergegeven 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze voor het oprichten van gebouwen, de voornoemde installatie en de hierbij aangewende inrichting voor het metselen, kunnen volgens verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding zoals gedefinieerd in de hierna volgende konklusies te treden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



  Method for erecting buildings and installation used.



  This invention relates to a method of erecting buildings, more particularly of the type consisting of forming prefabricated elements and then assembling these elements together.



  The invention also relates to an installation which can be used here and which is intended to manufacture the prefabricated elements.



  It is known that concrete walls can be used in the construction of houses from prefabricated elements. Such concrete walls have the advantage that they can be easily formed. A major drawback, however, is that such walls are not very porous, so that they are supposedly unable to breathe and as a result of which the houses erected therewith have various disadvantages in terms of moisture removal through the walls and condensation.



  The present invention therefore contemplates a technique for erecting buildings from prefabricated elements, in which on the one hand a stone construction is provided, but on the other hand the above-mentioned drawbacks of concrete walls are excluded.



  To this end, the invention relates to a method of erecting buildings, consisting of forming prefabricated elements and subsequently assembling these elements, characterized in that the prefabricated elements are manufactured from masonry. This means that the walls are made in advance

 <Desc / Clms Page number 2>

 masonry and then, after they have dried, are used to assemble a building.



  Preferably, the prefabricated elements are formed from a concrete beam and a brick wall. The supporting beam offers the advantage that the prefabricated elements can be transported without any risk of cracks in the masonry.



  According to a preferred embodiment, the masonry of the prefabricated elements is carried out in such a way that the end ends thereof allow several of such elements to fit together in connection. This gives the advantage that the different elements can be coupled together particularly firmly, so that the risk of later cracks is virtually eliminated.



  In the manufacture of the aforementioned elements, the masonry is preferably realized by alternately arranging horizontal rows of bricks and ribbon joints and only filling the butt joints afterwards. This technique offers the advantage that the walls can be finished in a relatively short time.



  According to the invention, the aforementioned installation consists at least of a device for bricklaying the elements, which is at least formed from supporting means on which a prefabricated element can be manufactured, a masonry unit for bricklaying, and means which are at least in height in a mutual displacement between the support means and the masonry unit can provide.

   The masonry unit preferably consists of a working platform on which one or more masons can take place.

 <Desc / Clms Page number 3>

 With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below as examples without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which: Figure 1 shows how to proceed according to the method of the invention; figure 2 schematically represents a floor plan of an installation according to the invention; figure 3 represents a section according to line III-III in figure 2; figure 4 shows on a larger scale a section according to line IV-IV in figure 2, in which a device for bricklaying is schematically depicted;

   figure 5 shows on a larger scale a view of the part indicated by F5 in figure 4; figure 6 represents a section according to line VI-VI in figure 5.



  As shown in figure 1, the invention relates to a method of erecting buildings consisting of the use of prefabricated elements 1 of masonry.



  As is still shown in figure 1, these elements 1 are preferably formed from a concrete beam 2 and a wall 3 masoned thereon. In the wall 3 the necessary openings 4 for windows and / or doors can already be arranged, the masonry above this openings 4

 <Desc / Clms Page number 4>

 can be supported by beams 5 arranged above these openings 4.



  In the elements 1, which are mainly intended to form load-bearing walls and inner walls, grooves 6 can already be provided from the factory for the installation of installation elements, such as electric cables.



  The elements 1 are preferably placed on concrete foundation beams 7. The installation is done by means of the necessary lifting and transport means 8.



  According to the invention, use is preferably made of elements 1, the ends of which 9 allow a connection in connection.



  Figures 2 and 3 show an installation 10 for manufacturing the aforementioned elements 1.



  According to the invention, this installation 10 comprises at least one device 11 for laying the aforementioned walls 3. In the example of figure 2, these are two. It is clear that even more of these devices 11 can be provided.



  As shown in figures 4,5 and 6, such a device 11 consists at least of support means 12 for supporting the element 1 to be formed, a masonry unit 13 from which the masonry is carried out and means 14 which allow the support means 12 and the masonry unit 13 to be mutually height.



  In the shown embodiment the support means 12 are movable in height, while the masonry unit 13 is at a specific height.

 <Desc / Clms Page number 5>

 The support means 12 in this case mainly consist of a horizontal lifting beam 15 which can be moved up and down by means of a drive 18 by means of supports 17 movable up and down along profiles 16, as shown in Figures 5 and 6. drive 18 consists of lifting cables 19 which are attached to the supports 17 and which can be moved via a number of deflecting wheels 20 by means of a hydraulic cylinder 21. By moving the piston of the cylinder 21 in and out, the lifting beam 15 can move be moved down.



  The drive 18 is preferably also provided with control means which allow a stepwise displacement of the lifting beam 15, each over one height of a row of masonry, in other words the height of a brick 22 increased by the thickness of a ribbon joint 23. The rule In the example shown in Figure 5, control and control means consist of a hydraulic control 24 which commands the cylinder 21 whenever a displacement is requested, the correct displacement being provided by means of a sensor 25 which cooperates with markings 26, for example, on the piston rod 27 of the aforementioned cylinder 21 are provided.



  In the example shown, the aforementioned masonry unit 13 mainly consists of a working platform 28.



  The device 11 also has means which permit a longitudinal displacement between the masonry unit 13 and an element 1 under construction. According to Figures 4.5 and 6, the working platform 28 is for this purpose mounted on a trolley 29 which is preferably provided with a drive 30.



  The trolley 29 has a frame 31 that can be rolled over profiles 32. The drive 30 uses cables 33 which are fixed at their ends and which

 <Desc / Clms Page number 6>

 can be rolled up or unrolled from reels 35 on reels 29 by means of an electric motor 34.



  A height-movable loading surface 36 for bricks 22 and the like can be arranged on the trolley 29, which can be moved by any drive means 37. Preferably, these drive means 37 consist of a pair of scissors 38 between the frame 31 and the loading surface 36, which can be opened and closed by means of an electric motor 39, for example through the use of a jack 40 acting on one of the arms of the scissors.



  The device 11 can further be provided with semiautomatic or automatic mortar supply elements 41.



  As shown in Figures 4,5 and 6, such a mortar supply element preferably consists of a mortar tray 43 movable along a longitudinal profile 42 with an outlet 44 which can be moved back and forth above a lifting beam 15. The drive is effected by means of cables 45 and an electric motor 46. The mortar tray 43 can be pressurized to push out the mortar.



  The longitudinal profile 42 is preferably slightly displaceable according to the transverse direction of the device 11, for instance by means of drive means 47, such as one or more hydraulic cylinders. This allows the location where the mortar 48 is deposited to be adjusted in function of the width of the wall 3 to be formed and in function of the location where the support beam 2 is located on the lifting beam 15.



  A shut-off and / or dosing mechanism 49 is provided at the outlet 44, which at least allows to exit the outlet 44

 <Desc / Clms Page number 7>

 but which may also provide the desired dosage of the mortar 48.



  It is clear that no mortar 48 may be deposited in the places where openings 4 are provided, intended for the doors and windows. In order to deposit mortar in the right places, use can be made of a ruler 50 on which the locations of the door and window openings are indicated. The closing and / or dosing mechanism 49 is preferably provided with the necessary sensors which cooperate with the aforementioned marks, as well as with a pneumatic drive or the like, such that the mortar supply is interrupted at the location of the aforementioned openings 4. The mortar supply can be interrupted can also be linked to the height to which the element 1 concerned has already been built, which can be done automatically.



  Of course, the aforementioned marks on the ruler 50 also serve as an indication for the masons to know where a door or window opening is to be provided, as well as to indicate the beginning and the end of the wall.



  In addition to the ruler 50, it is also possible to provide a straightening ruler 51, for example an L-iron, which, as shown in figure 6, allows the bricks 22 to be nicely aligned and always to be inserted into the mortar 48 to the same depth. to press. It is clear that this straightening rod 51 is adjustable, for instance because it is mounted on a horizontally sliding frame 52.



  A movable lifting device 53 can be provided at one or both of the longitudinal ends of the device 11 for placing packs of bricks 54 directly or indirectly on the work platform 28, and more particularly the loading surface 36. Preferably, supports 55 on the

 <Desc / Clms Page number 8>

 ends of the device 11 provided to place the packs 54 of intermediate ice thereon, wherein these supports 55 are at such a height that the trolley 29 with an empty loading surface 36 can be rolled under the ready pack 54, all this so that it relevant pack 54 can be charged by moving the loading surface 36 upwards.



  In case the masonry unit 13 is at a fixed height and the element 1 is movable in height, the height of the masonry unit 13 is chosen such that the lifting beam 15 almost touches the ground floor at the moment the last row of bricks 22 is being laid.



  The device 11 is preferably provided with supports 56 on which the manufactured elements 1, while still standing on the relevant lifting beam 15, can be placed and rolled away from there in vertical position.



  These supports 56 preferably consist of rollers or the like.



  As visible in figure 6, the device 11 can be double-sided, in other words, with one working platform 28 an element 1 can be built on either side thereof.



  According to the invention, the device 11 preferably forms part of a larger installation 10. As shown in figure 2, this installation 10 can be built up from a concrete line 57 where supporting beams 2 and possibly also the foundation beams 7 are manufactured, and a brick line 58 which other includes the aforementioned devices 11.



  The concrete line 57 can be divided into different zones, such as a zone 59 for applying concrete shapes 60,

 <Desc / Clms Page number 9>

 a zone 61 for preparing the concrete molds 60, such as the fitting of rebar 62, a zone 63 for forming and applying the concrete filling 64, and a zone 65 for drying the concrete and dismantling the concrete molds 60.



  The masonry line 58 preferably has a zone 66 for placing the supporting beams 2 on the lifting beams 15 or possibly on other guides, a zone 67 in which one or more of the devices 11 are arranged, a zone 68 in which the butt joints 69 are filled and a zone 70 in which the aforementioned grooves 6 are formed in the walls 3.



  In addition, the masonry line 58 can also contain two zones 71 and 72, which are located in front of the zones 68 and 70, respectively, in which the shaped elements 1, and more particularly the masonry, can already partially dry.



  The concrete line 57 and the brick line 58 are next to each other. The zones of the concrete line 57 and the brick line 58 preferably follow in the opposite direction, such that at the end of the concrete line 57 the beginning of the brick line 58 begins.



  The installation 10 may furthermore comprise a zone 73 for the storage of rebar 62, a zone 74 for stacking stones 22, a zone 75 for preparing the elements 1 for transport, a zone 76 for loading the elements 1 and a zone 77 for loading the foundation beams 7.



  The whole is preferably housed in five halls 78 to 82, all as shown in figures 2 and 3.



  As shown in figure 3, at least a movable and height-adjustable platform 83 is provided in the zone 68, from which the butt joints 69 are pressurized with mortar

 <Desc / Clms Page number 10>

 filled, for example by means of a gun or the like.



  A milling machine 84 is located in zone 70.



  Roller bridges 85 and 86 are arranged in the halls 78 and 82, respectively, for moving beams 2 and 7 and for moving finished elements 1. The longitudinal movement through the different zones is effected by means of roller tracks which are formed from several supports 56, such as aforementioned.



  The operation of the installation 10 and the device 1 can be easily deduced from the attached drawings and the aforementioned description.



  Beams 2 and 7 are manufactured in the concrete line 57. In zone 65 they are stored for a certain time to dry. The foundation beams 7 can be charged directly in the zone 77 by the roller bridge 85. This roller bridge 85 also makes it possible to place the supporting beams 2 on the lifting beams 15.



  The lifting beams 15 are rolled into the respective devices 11. As shown in Figure 6, the lifting beams 15 are then lifted to the very top, after which bricklaying can commence. Each time one row of bricks 22 is bricked, the respective lifting beam 15 becomes, after one
 EMI10.1
 a layer of mortar has been laid down over the height of one masonry layer until the relevant element 1 is completed.



  The shaped elements 1 are then moved through the zones 68 and 70 in which the butt joints 69 are filled and

 <Desc / Clms Page number 11>

 the grooves 6 are milled, either manually, or semi-automatically or fully automatically.



  Afterwards the elements 1 can be loaded for transport by means of the roller bridge 86.



  In order to facilitate the placing of the beams 5, the trolley 29 can be provided with a lifting system 87. This trolley can also be equipped with a control panel 88 to operate the device 11, for example ordering the mortar trays, the speed of the trolley in and so on.



  It is clear that two or more trolleys may also be present on the same track.



  In the event that the support means 12 are not height adjustable, but the masonry unit 13 is, the mortar supply elements 41 should also be height adjustable.



  According to a variant not shown, the devices 11 can be equipped with mortar supply elements 41 which are provided with means for forming an insulating mortar, such as for instance a device that adds insulating particles such as plastic spheres and / or gas bubble formers to the mortar at the moment that the mortar mortar supply elements 41.



  The elements 1 are picked up during transport by means of belts 89, for instance of nylon. By tightening the belts 89, the walls 3 are subjected to pressure, which is better for transport.



  The present invention is by no means limited to those described as examples and shown in figures

 <Desc / Clms Page number 12>

 Embodiments, but such a method of erecting buildings, the aforementioned installation and the apparatus used for the bricklaying, can be carried out according to different variants without departing from the scope of the invention as defined in the following claims.


    

Claims (23)

Konklusies.Conclusions. 1. - Werkwijze voor het oprichten van gebouwen, bestaande in het vormen van geprefabriceerde elementen (1) en het EMI13.1 vervolgens samenbouwen van deze elementen (1), daardoor gekenmerkt dat de geprefabriceerde elementen (1) uit metselwerk worden vervaardigd.   1. - Method of erecting buildings, consisting of forming prefabricated elements (1) and the  EMI13.1  subsequently assembling these elements (1), characterized in that the prefabricated elements (1) are made of masonry. 2.- Werkwijze volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de geprefabriceerde elementen (1) worden gevormd uit een betonnen draagbalk (2) en een hierop gemetselde muur (3).   Method according to claim 1, characterized in that the prefabricated elements (1) are formed from a concrete beam (2) and a wall (3) masoned thereon. 3.- Werkwijze volgens konklusies 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het metselwerk wordt uitgevoerd door afwisselend rijen stenen (22) en lagen mortel (48) op elkaar aan te brengen en dat nadien de stootvoegen (69) worden opgevuld. EMI13.2   Method according to claims 1 or 2, characterized in that the masonry is carried out by alternately applying rows of bricks (22) and layers of mortar (48) to each other and then filling the butt joints (69).  EMI13.2   4.-Werkwijze der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de elementen (1) van kopse uiteinden (9) worden voorzien die de koppeling van meerdere elementen (1) in verband toelaten. Method of the preceding claims, characterized in that the elements (1) are provided with end ends (9) which allow the coupling of several elements (1) in connection. 5.-Werkwijze volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat bij de vervaardiging van de elementen (1) openingen (4) worden voorzien voor de deuren en ramen, alsmede groeven (6) voor het plaatsen van installatie-elementen. Method according to one of the preceding claims, characterized in that openings (4) are provided for the doors and windows during the manufacture of the elements (1), as well as grooves (6) for placing installation elements. 6.-Installatie voor het verwezenlijken van de werkwijze van konklusie 1, meer speciaal voor het vervaardigen van de voornoemde elementen (1), daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit minstens één inrichting (11) voor het verwezenlijken van het metselwerk, waarbij deze inrichting <Desc/Clms Page number 14> (11) minstens is samengesteld uit steunmiddelen (12) waarop de elementen (1) kunnen worden opgebouwd, een metseleenheid (13) om het metselwerk uit te voeren en middelen (14) die toelaten om de steunmiddelen (12) en de metseleenheid (13) onderling in hoogte te verplaatsen.   Installation for realizing the method of claim 1, more particularly for manufacturing the aforementioned elements (1), characterized in that it comprises at least one device (11) for realizing the masonry, said device  <Desc / Clms Page number 14>  (11) is at least composed of support means (12) on which the elements (1) can be built, a masonry unit (13) for carrying out the masonry and means (14) allowing the support means (12) and the masonry unit (13) ) to move in height. 7.-Installatie volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de steunmiddelen (12) in de hoogte verplaatsbaar zijn en dat de metseleenheid (13) zieh op een vaste hoogte bevindt.   Installation according to claim 6, characterized in that the support means (12) are movable in height and that the masonry unit (13) is at a fixed height. 8.-Installatie volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de steunmiddelen (12) hoofdzakelijk bestaan uiteen horizontale hefbalk (15) die door middel van een aandrijving (18) kan worden op en neer verplaatst.   Installation according to claim 7, characterized in that the support means (12) mainly consist of a horizontal lifting beam (15) which can be moved up and down by means of a drive (18). 9.-Installatie volgens konklusie 8, daardoor gekenmerkt dat de aandrijving (18) rgel-en stuurmiddelen bevat die een stapsgewijze verplaatsing over een afstand die gelijk is aan de hoogte van één rij metselwerk toelaat.   Installation according to claim 8, characterized in that the drive (18) contains rgel and control means which allow a stepwise displacement over a distance equal to the height of one row of masonry. 10.-Installatie volgens één der konklusies 6 tot 9, daardoor gekenmerkt dat zij middelen bezit die een langsverplaatsing tussen een metseleenheid (13) en een element (1) in opbouw toelaten.   Installation according to any one of claims 6 to 9, characterized in that it has means which permit a longitudinal displacement between a masonry unit (13) and an element (1) under construction. 11.-Installatie volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen hoofdzakelijk erin bestaan dat de metseleenheid (13) op een wagentje (29) is aangebracht.   Installation according to claim 10, characterized in that the above-mentioned means mainly consist in that the masonry unit (13) is mounted on a trolley (29). 12.-Installatie volgens een der konklusies 6 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de metseleenheid (13) hoofdzakelijk besaat uit een werkplatform (28). <Desc/Clms Page number 15>   Installation according to any one of claims 6 to 11, characterized in that the masonry unit (13) consists mainly of a working platform (28).  <Desc / Clms Page number 15>   13.-Installatie volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat het wagentje (29) is voorzien van een door middel van aandrijfmiddelen (37) in de hoogte verplaatsbaar laadvlak (36).   Installation according to claim 12, characterized in that the trolley (29) is provided with a loading surface (36) which is movable in height by means of drive means (37). 14.-Installatie volgens konklusie 13, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (37) een schaar (38) bevatten.   Installation according to claim 13, characterized in that the drive means (37) comprise scissors (38). 15.-Installatie volgens konklusies 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (11) voor het metselen is voorzien van minstens een hefwerktuig (53) om pakken steen EMI15.1 (54) op het werkplatform (28) te plaatsen.   Installation according to claims 13 or 14, characterized in that the brickwork device (11) is provided with at least one lifting device (53) around packs of stone  EMI15.1  (54) on the work platform (28). 16.-Installatie volgens één der konklusies 6 tot 15, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van minstens één morteltoevoerelement (41). Installation according to any one of claims 6 to 15, characterized in that it is provided with at least one mortar supply element (41). 17.-Installatie volgens konklusie 16, daardoor gekenmerkt dat het morteltoevoerelement (41) hoofdzakelijk bestaat uit een mortelbak (43) die langs een langsprofiel (42) over de rijen stenen van het metselwerk verplaatsbaar is.   Installation according to claim 16, characterized in that the mortar supply element (41) mainly consists of a mortar tray (43) which is movable along a longitudinal profile (42) over the rows of bricks of the masonry. 18.-Installatie volgens één der konklusies 6 tot 17, daardoor gekenmerkt dat de steunmiddelen (12) voorzien in een hefbalk (15) of dergelijke die verplaatsbaar is over een rolbaan.   Installation according to any one of claims 6 to 17, characterized in that the supporting means (12) provide a lifting beam (15) or the like which is movable over a roller track. 19.-Installatie volgens één der konklusies 6 tot 18, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (11) voor het metselen is voorzien van een maatlat (50) en/of een richtlat (51).   Installation according to any one of claims 6 to 18, characterized in that the brickwork device (11) is provided with a ruler (50) and / or a straightening ruler (51). 20.-Installatie volgens een der konklusies 6 tot 19, daardoor gekenmerkt dat de metseleenheid (13) zieh op een vaste hoogte bevindt, waarbij deze hoogte zodanig is dat de <Desc/Clms Page number 16> steunmiddelen (12) op de begane grond neerkomen op het ogenblik dat de laatste rij metselwerk wordt gelegd.   Installation according to any one of claims 6 to 19, characterized in that the masonry unit (13) is at a fixed height, this height being such that the  <Desc / Clms Page number 16>  support means (12) fall to the ground floor when the last row of masonry is laid. 21.-Installatie volgens één der konklusie 6 tot 20, daardoor gekenmerkt dat zij dubbelzijdig is uitgevoerd, met andere woorden dat aan weerszijden van de metseleenheid EMI16.1 (13) een element (1) kan worden opgebouwdd.   Installation according to any one of claims 6 to 20, characterized in that it is double-sided, in other words that on both sides of the masonry unit  EMI16.1  (13) an element (1) can be built up. 22.-Installatie volgens één der konklusies 6 tot 21, daardoor gekenmerkt dat zij is opgebouwd uit een betonlijn (57) waar minstens draagbalken (2) worden vervaardigd en een metsellijn (58) om het metselwerk op deze draagbalken (2) uit te voeren. Installation according to any one of claims 6 to 21, characterized in that it consists of a concrete line (57) where at least supporting beams (2) are manufactured and a masonry line (58) for carrying out the masonry on these supporting beams (2). . 23.-Installatie volgens konklusie 22, daardoor gekenmerkt dat in de metsellijn (58), na de inrichting (11) voor het metselen minstens twee zones (68,70) zijn voorzien, respektievelijk voor het opvullen van de stootvoegen (69) en voor het aanbrengen van groeven (6) in de voornoemde elementen (1).   Installation according to claim 22, characterized in that at least two zones (68, 70) are provided in the masonry line (58), after the brickwork device (11), respectively for filling the butt joints (69) and for arranging grooves (6) in the aforementioned elements (1).
BE9300028A 1993-01-13 1993-01-13 Process for the founding of buildings and plant this is used. BE1006626A3 (en)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9300028A BE1006626A3 (en) 1993-01-13 1993-01-13 Process for the founding of buildings and plant this is used.
DE0607112T DE607112T1 (en) 1993-01-13 1994-01-12 Method of erecting buildings and device used in the process.
AT94870004T ATE168436T1 (en) 1993-01-13 1994-01-12 METHOD FOR CONSTRUCTING BUILDINGS AND APPARATUS USED
ES94870004T ES2064302T1 (en) 1993-01-13 1994-01-12 PROCEDURE FOR THE LIFTING OF BUILDINGS AND INSTALLATION USED BY THIS MEANS.
EP94870004A EP0607112B1 (en) 1993-01-13 1994-01-12 Method for the erection of buildings and installation used hereby
DE69411601T DE69411601T2 (en) 1993-01-13 1994-01-12 Method of erecting buildings and device used in the process
GR940300088T GR940300088T1 (en) 1993-01-13 1994-12-30 Method for the erection of buildings and installation used hereby.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9300028A BE1006626A3 (en) 1993-01-13 1993-01-13 Process for the founding of buildings and plant this is used.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1006626A3 true BE1006626A3 (en) 1994-11-03

Family

ID=3886780

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9300028A BE1006626A3 (en) 1993-01-13 1993-01-13 Process for the founding of buildings and plant this is used.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP0607112B1 (en)
AT (1) ATE168436T1 (en)
BE (1) BE1006626A3 (en)
DE (2) DE69411601T2 (en)
ES (1) ES2064302T1 (en)
GR (1) GR940300088T1 (en)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4317336C2 (en) * 1993-05-25 1997-11-20 Harald M Schmidt Procedure for creating a wall
DE4435509C1 (en) * 1994-10-04 1996-01-25 Fuchs Gmbh Reinhard Fabricated wall in block design for lifting and transport
DE19527275A1 (en) * 1995-07-26 1997-01-30 Winklmann Ziegelmontagebau Process for the production of prefabricated plastered masonry walls and formwork table for its implementation
EP3992387A1 (en) * 2020-10-30 2022-05-04 Innyco Bim Proyect S.L. Facility and method for construction of prefabricated brick facades

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2116622A5 (en) * 1970-12-01 1972-07-21 Dupin Robert
US4067766A (en) * 1976-02-23 1978-01-10 Larger George K Automatic building block laying panel-forming machine and method
US4407104A (en) * 1980-10-02 1983-10-04 Francis Gerald T Brick panel insulation with load bearing clip

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2116622A5 (en) * 1970-12-01 1972-07-21 Dupin Robert
US4067766A (en) * 1976-02-23 1978-01-10 Larger George K Automatic building block laying panel-forming machine and method
US4407104A (en) * 1980-10-02 1983-10-04 Francis Gerald T Brick panel insulation with load bearing clip

Also Published As

Publication number Publication date
ES2064302T1 (en) 1995-02-01
EP0607112B1 (en) 1998-07-15
DE607112T1 (en) 1995-06-14
EP0607112A1 (en) 1994-07-20
DE69411601T2 (en) 1999-02-04
GR940300088T1 (en) 1994-12-30
DE69411601D1 (en) 1998-08-20
ATE168436T1 (en) 1998-08-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2079039C (en) Production line equipment and related methods to manufacture large concrete panels, having integral end pilasters and artistic designs on both sides to be primarily used with others as a vehicle way sound barrier
US5277013A (en) Wall panel for modular buildings and method of assembly
US5728334A (en) DWS system method for manufacturing pre-cast concrete modules
US4060955A (en) Machine for mechanical production of brick masonry
EP0674069B1 (en) Arrangement and method for realising building constructions using masonry blocks and/or shutterings
CH628946A5 (en) Composite building component made from reinforced concrete, method and equipment for its manufacture by hand
US4761126A (en) Traveling concrete casting mold
US11098490B2 (en) Self-lifting concrete form with platform adapted to accommodate horizontal reinforcing steel
BE1006626A3 (en) Process for the founding of buildings and plant this is used.
US5198235A (en) Apparatus for vertical slipforming of concrete walls
US5290492A (en) Method for forming concrete barriers
US5393033A (en) Adjustable side form concrete mold
US3640046A (en) Means for prefabricating brick panels
RU2515491C1 (en) Method to manufacture multi-layer panels, multi-layer panel, folding formwork for manufacturing of multi-layer panels, process line for manufacturing of multi-layer panels, method to erect cast-in-place concrete frame building from multi-layer panels with decorative external lining
EP0385980B1 (en) Method and apparatus for constructing rammed earth walls with integral render
DE3036539C2 (en) Device for the production of wall elements for the full assembly of houses
DE10233145A1 (en) Procedure for erection of buildings entails erecting repetitive filigree structures with precast concrete parts produced by concrete mixing plants which may be located at building sites and/or in vicinity of building sites
KR200469612Y1 (en) Lintel manufacturing equipment
NL1013055C2 (en) Industrial prefabricated, modular floor slab element for buildings, especially for homes.
NL8201879A (en) BUILDING CONSTRUCTION.
JPH0240189Y2 (en)
DE3523924C1 (en) Method and device for producing prefabricated wall elements from wall blocks
EP0872609B1 (en) Method of making a layered wall-slab
US7191999B2 (en) Variable height sideforms
JPH04202904A (en) Girder device for precise pavement and paving machine for precise pavement

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20080131