BE1006626A3 - Werkwijze voor het oprichten van gebouwen en installatie hierbij aangewend. - Google Patents
Werkwijze voor het oprichten van gebouwen en installatie hierbij aangewend. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1006626A3 BE1006626A3 BE9300028A BE9300028A BE1006626A3 BE 1006626 A3 BE1006626 A3 BE 1006626A3 BE 9300028 A BE9300028 A BE 9300028A BE 9300028 A BE9300028 A BE 9300028A BE 1006626 A3 BE1006626 A3 BE 1006626A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- masonry
- installation according
- elements
- height
- installation
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04C—STRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
- E04C2/00—Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
- E04C2/02—Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials
- E04C2/04—Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials of concrete or other stone-like material; of asbestos cement; of cement and other mineral fibres
- E04C2/041—Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials of concrete or other stone-like material; of asbestos cement; of cement and other mineral fibres composed of a number of smaller elements, e.g. bricks, also combined with a slab of hardenable material
- E04C2/042—Apparatus for handling the smaller elements or the hardenable material; bricklaying machines for prefabricated panels
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
Abstract
Werkwijze voor het oprichten van gebouwen, bestaande in het vormen van geprefabriceerde elementen (1) en het vervolgens samenbouwen van deze elementen (1), daardoor gekenmerkt dat de geprefabriceerde elementen (1) uit metselwerk worden vervaardigd.
Description
<Desc/Clms Page number 1> Werkwijze voor het oprichten van gebouwen en installatie hierbij aangewend. Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het oprichten van gebouwen, meer speciaal van het type dat bestaat in het vormen van geprefabriceerde elementen en het vervolgens samenbouwen van deze elementen. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een installatie die hierbij kan worden aangewend en die bedoeld is om de geprefabriceerde elementen te vervaardigen. Het is bekend dat bij de bouw van woningen uit geprefabriceerde elementen gebruik kan worden gemaakt van betonnen wanden. Zulke betonnen wanden vertonen het voordeel dat zij eenvoudig kunnen worden gevormd. Een groot nadeel echter bestaat erin dat zulke wanden weinig poreus zijn, waardoor zij zogenaamd niet kunnen ademen en waardoor de hiermee opgerichte woningen verschillende nadelen vertonen voor wat betreft de vochtafvoer doorheen de wanden en condensatie. De huidige uitvinding beoogt dan ook een techniek voor het oprichten van gebouwen uit geprefabriceerde elementen, waarbij enerzijds wel in een stenen konstruktie wordt voorzien, doch anderzijds de voornoemde nadelen van betonnen wanden worden uitgesloten. Hiertoe heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het oprichten van gebouwen, bestaande in het vormen van geprefabriceerde elementen en het vervolgens samenbouwen van deze elementen, daardoor gekenmerkt dat de geprefabriceerde elementen worden vervaardigd uit metselwerk. Dit betekent dat de wanden voorafgaandelijk <Desc/Clms Page number 2> gemetseld worden en vervolgens, nadat zij gedroogd zijn, worden aangewend om een gebouw samen te stellen. Bij voorkeur worden de geprefabriceerde elementen gevormd uit een betonnen draagbalk en een hierop gemetselde muur. De draagbalk biedt het voordeel dat de geprefabriceerde elementen kunnen worden getransporteerd zonder enig risiko dat scheuren in het metselwerk ontstaan. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het metselwerk van de geprefabriceerde elementen zodanig uitgevoerd dat de kopse uiteinden hiervan toelaten dat meerdere van dergelijke elementen in verband in elkaar passen. Hierdoor ontstaat het voordeel dat de verschillende elementen bijzonder stevig aan elkaar kunnen worden gekoppeld waardoor de kans op latere scheuren vrijwel wordt uitgesloten. Bij de fabrikatie van de voornoemde elementen wordt het metselwerk bij voorkeur verwezenlijkt door afwisselend horizontale rijen stenen en lintvoegen op elkaar aan te brengen en de stootvoegen pas nadien op te vullen. Deze techniek biedt het voordeel dat de muren op een relatief korte tijd kunnen worden opgemetst. De voornoemde installatie bestaat volgens de uitvinding minstens uit een inrichting voor het metselen van de elementen welke minstens gevormd is uit steunmiddelen waarop een geprefabriceerd element kan worden vervaardigd, een metseleenheid voor het metselen, en middelen die minstens in de hoogte in een onderlinge verplaatsing tussen de steunmiddelen en de metseleenheid kunnen voorzien. De metseleenheid bestaat bij voorkeur uit een werkplatform waarop een of meer metsers kunnen plaatsnemen. <Desc/Clms Page number 3> Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 weergeeft hoe volgens de werkwijze van de uitvinding wordt tewerkgegaan ; figuur 2 schematisch een plattegrond weergeeft van een installatie volgens de uitvinding ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2 ; figuur 4 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 2, waarin schematisch een inrichting voor het metselen is afgebeeld ; figuur 5 op een grotere schaal een zieht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 4 met F5 is aangeduid ; figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5. Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het oprichten van gebouwen die erin bestaat dat geprefabriceerde elementen 1 uit metselwerk worden aangewend. Zoals nog is weergegeven in figuur 1 worden deze elementen 1 bij voorkeur gevormd uit een betonnen draagbalk 2 en een hierop gemetselde muur 3. In de muur 3 kunnen reeds de nodige openingen 4 voor ramen en/of deuren zijn aangebracht, waarbij het metselwerk boven deze openingen 4 <Desc/Clms Page number 4> kan worden ondersteund door boven deze openingen 4 aangebrachte balken 5. In de elementen 1, welke hoofdzakelijk bedoeld zijn om dragende muren en binnenmuren te vormen, kunnen reeds van bij de fabrikatie groeven 6 zijn aangebracht voor het aanbrengen van installatie-elementen, zoals elektrische leidingen. De elementen 1 worden bij voorkeur op betonnen funderingsbalken 7 geplaatst. Het aanbrengen gebeurt door middel van de nodige hef-en transportmiddelen 8. Volgens de uitvinding wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van elementen 1 waarvan de kopse uiteinden 9 een koppeling in verband toelaten. In figuren 2 en 3 wordt een installatie 10 voor het vervaardigen van voornoemde elementen 1 weergegeven. Volgens de uitvinding bevat deze installatie 10 minstens één inrichting 11 voor het metselen van de voornoemde muren 3. In het voorbeeld van figuur 2 zijn dit er twee. Het is duidelijk dat nog meer van deze inrichtingen 11 kunnen worden voorzien. Zoals weergegeven in figuren 4,5 en 6 bestaat zulke inrichting 11 minstens uit steunmiddelen 12 om het te vormen element 1 te ondersteunen, een metseleenheid 13 van waaraf het metselwerk wordt uitgevoerd en middelen 14 die toelaten om de steunmiddelen 12 en de metseleenheid 13 onderling in hoogte te verplaatsen. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de steunmiddelen 12 in de hoogte verplaatsbaar, terwijl de metseleenheid 13 zich op een welbepaalde hoogte bevindt. <Desc/Clms Page number 5> De steunmiddelen 12 bestaan in dit geval hoofdzakelijk uit een horizontale hefbalk 15 die door middel van vertikaal langs profielen 16 op en neer beweegbare steunen 17 op en neer kan worden verplaatst door middel van een aandrijving 18. Zoals weergegeven in de figuren 5 en 6 kan de aandrijving 18 bestaan uit hefkabels 19 die aan de steunen 17 zijn vastgemaakt en die via een aantal ombuigwielen 20 kunnen worden verplaatst door middel van een hydraulische cilinder 21. Door het in en uit bewegen van de zuiger van de cilinder 21 kan de hefbalk 15 op en neer worden bewogen. De aandrijving 18 is bij voorkeur ook voorzien van regelen stuurmiddelen die een stapsgewijze verplaatsing van de hefbalk 15 toelaten, telkens over één hoogte van een rij metselwerk, met andere woorden de hoogte van een steen 22 verhoogd met de dikte van een lintvoeg 23. De regel-en stuurmiddelen bestaan in het weergegeven voorbeeld van figuur 5 uit een hydraulische sturing 24 die de cilinder 21 beveelt telkens wanneer een verplaatsing wordt gevraagd, waarbij in de juiste verplaatsing wordt voorzien door middel van een sensor 25 die samenwerkt met merktekens 26 die bijvoorbeeld op de zuigerstang 27 van de voornoemde cilinder 21 zijn aangebracht. De voornoemde metseleenheid 13 bestaat in het weergegeven voorbeeld hoofdzakelijk uit een werkplatform 28. De inrichting 11 bezit tevens middelen die een langsverplaatsing tussen de metseleenheid 13 en een element 1 in opbouw toelaten. Volgens figuren 4,5 en 6 is het werkplatform 28 hiertoe aangebracht op een wagentje 29 dat bij voorkeur is voorzien van een aandrijving 30. Het wagentje 29 vertoont een gestel 31 dat verrolbaar is over profielen 32. De aandrijving 30 maakt gebruik van kabels 33 die aan hun uiteinden vast bevestigd zijn en die <Desc/Clms Page number 6> door middel van een elektrische motor 34 op haspels 35 aan het wagentje 29 kunnen worden opgerold, respektievelijk hiervan worden afgerold. Op het wagentje 29 kan een in hoogte verplaatsbaar laadvlak 36 voor stenen 22 en dergelijke zijn aangebracht, dat door om het even welke aandrijfmiddelen 37 kan worden verplaatst. Bij voorkeur bestaan deze aandrijfmiddelen 37 uit een schaar 38 tussen het gestel 31 en het laadvlak 36 die kan worden open en dichtgevouwen door middel van een elektrische motor 39, bijvoorbeeld door tussenkomst van een vijzel 40 die op één van de armen van de schaar inwerkt. Verder kan de inrichting 11 nog voorzien worden van halfautomatische of automatische morteltoevoerelementen 41. Zoals weergegeven in de figuren 4,5 en 6 bestaat zulk morteltoevoerelement bij voorkeur uit een langs een langsprofiel 42 verplaatsbare mortelbak 43 met een uitgang 44 die boven een hefbalk 15 kan heen en weer worden verplaatst. De aandrijving gebeurt door middel van kabels 45 en een elektrische motor 46. De mortelbak 43 kan onder druk staan om de mortelspecie eruit te drukken. Bij voorkeur is het langsprofiel 42 volgens de dwarsrichting van de inrichting 11 een weinig verplaatsbaar, bijvoorbeeld door middel van aandrijfmiddelen 47, zoals één of meer hydraulische cilinders. Dit laat toe dat de plaats waar de mortel 48 wodt gedeponeerd, kan worden ingesteld in funktie van de breedte van de te vormen muur 3 en in funktie van de plaats waar de draagbalk 2 zieh op de hefbalk 15 bevindt. Aan de uitgang 44 is een afsluit-en/of doseermechanisme 49 aangebracht dat minstens toelaat om de uitgang 44 af te <Desc/Clms Page number 7> sluiten, doch dat eventueel ook kan voorzien in de gewenste dosering van de mortel 48. Het is duidelijk dat op de plaatsen waar openingen 4 komen, bestemd voor de deuren en ramen, geen mortel 48 mag worden gedeponeerd. Om op de juiste plaatsen mortel te deponeren kan gebruik worden gemaakt van een maatlat 50 waarop de plaatsen van de deur-en raamopeningen zijn aangeduid. Het afsluit-en/of doseermechanisme 49 is bij voorkeur voorzien van de nodige voelers die met de voornoemde merktekens samenwerken, alsmede van een pneumatische aandrijving of dergelijke, zodanig dat de morteltoevoer onderbroken wordt terplaatse van de voornoemde openingen 4. Het onderbreken van de morteltoevoer kan ook gekoppeld worden aan de hoogte tot waar het betreffende element 1 reeds is opgebouwd, wat automatisch kan gebeuren. De voornoemde merktekens op de maatlat 50 dienen uiteraard ook als aanwijzing voor de metsers om te weten waar een deur-of raamopening dient te worden voorzien, alsook om het begin en het einde van de muur aan te duiden. Naast de maatlat 50 kan ook nog een richtlat 51, bijvoorbeeld een L-ijzer, worden voorzien die, zoals weergegeven in figuur 6, toelaat om de stenen 22 mooi op een lijn te leggen en ze steeds tot op dezelfde diepte in de mortel 48 te drukken. Het is duidelijk dat deze richtlat 51 instelbaar is, bijvoorbeeld doordat zij op een horizontaal verschuifbaar gestel 52 is gemonteerd. Aan één of beide van de langssuiteinden van de inrichting 11 kan een verplaatsbaar hefwerktuig 53 worden voorzien om pakken stenen 54 rechtstreeks of onrechtstreeks op het werkplatform 28, en meer speciaal het laadvlak 36, te plaatsen. Bij voorkeur zijn hierbij steunen 55 aan de <Desc/Clms Page number 8> uiteinden van de inrichting 11 voorzien om de pakken 54 tussentijs hierop neer te zetten, waarbij deze steunen 55 zieh op zulke hoogte bevinden dat het wagentje 29 met een leeg laadvlak 36 tot onder het gereedstaande pak 54 kan worden gerold, één en ander zodanig dat het betreffende pak 54 kan worden opgeladen door het laadvlak 36 naar boven te bewegen. In het geval dat de metseleenheid 13 zieh op een vaste hoogte bevindt en het element 1 in de hoogte verplaatsbaar is, is de hoogte van de metseleenheid 13 zodanig gekozen dat de hefbalk 15 vrijwel de begane grond raakt op het ogenblik dat de laatste rij stenen 22 wordt gelegd. De inrichting 11 is bij voorkeur voorzien van steunen 56 waarop de vervaardigde elementen 1, terwijl ze nog op de betreffende hefbalk 15 staan, kunnen worden neergezet en van daaraf in vertikale positie kunnen worden weggerold. Deze steunen 56 bestaan bij voorkeur uit rollen of dergelijke. Zoals zichtbaar in figuur 6 kan de inrichting 11 dubbelzijdig uitgevoerd zijn, met andere woorden, met één werkplatform 28 kan aan weerszijden hiervan een element 1 worden opgebouwd. Volgens de uitvinding maakt de inrichting 11 bij voorkeur deel uit van een grotere installatie 10. Zoals weergegeven in figuur 2 kan deze installatie 10 zijn opgebouwd uit een betonlijn 57 waar draagbalken 2 en eventueel ook de funderingsbalken 7 worden vervaardigd, en een metsellijn 58 die onder andere de voornoemde inrichtingen 11 bevat. De betonlijn 57 kan in verschillende zones zijn opgedeeld, zoals een zone 59 voor het aanbrengen van betonvormen 60, <Desc/Clms Page number 9> een zone 61 voor het klaarmaken van de betonvormen 60 zoals het erin aanbrengen van betonijzer 62, een zone 63 voor het vormen en aanbrengen van de betonvulling 64 en een zone 65 voor het drogen van het beton en het ontmantelen van de betonvormen 60. De metsellijn 58 vertoont bij voorkeur een zone 66 om de draagbalken 2 op de hefbalken 15 of eventueel op andere geleiders te plaatsen, een zone 67 waarin één of meer van de inrichtingen 11 zijn aangebracht, een zone 68 waarin de stootvoegen 69 worden opgevuld en een zone 70 waarin de voornoemde groeven 6 in de muren 3 worden gevormd. Daarnaast kan de metsellijn 58 nog twee zones 71 en 72, bevatten die respektievelijk voor de zones 68 en 70 gelegen zijn en waarin de gevormde elementen 1, en meer speciaal het metselwerk, reeds gedeeltelijk kan drogen. De betonlijn 57 en de metsellijn 58 liggen naast elkaar. De zones van de betonlijn 57 en de metsellijn 58 volgen bij voorkeur in tegengestelde zin op, zodanig dat aan het einde van de betonlijn 57 het begin van de metsellijn 58 aanvangt. Verder kan de installatie 10 nog voorzien zijn van een zone 73 voor de opslag van betonijzer 62, een zone 74 voor het stapelen van stenen 22, een zone 75 voor het klaarmaken van de elementen 1 voor transport, een zone 76 voor het laden van de elementen 1 en een zone 77 voor het laden van de funderingsbalken 7. Het geheel is bij voorkeur ondergebracht in vijf hallen 78 tot 82, één en ander zoals is afgebeeld in figuren 2 en 3. Zoals weergegeven in figuur 3 is in de zone 68 minstens een verrolbaar en in hoogte verstelbaar platform 83 aangebracht van waaraf de stootvoegen 69 onder druk met mortel worden <Desc/Clms Page number 10> gevuld, bijvoorbeeld door middel van een pistool of dergelijke. In de zone 70 bevindt zieh een freesmachine 84. In de hallen 78 en 82 zijn rolbruggen 85 en 86 aangebracht, respektievelijk voor het verplaatsen van balken 2 en 7 en voor het verplaatsen van afgewerkte elementen 1. De langsverplaatsing doorheen de verschillende zones gebeurt door middel van rolbanen die gevormd zijn uit meerdere steunen 56 zoals voornoemd. De werking van de installatie 10 en de inrichting 1 kan eenvoudig uit de bijgevoegde tekeningen en de voornoemde beschrijving worden afgeleid. In de betonlijn 57 worden de balken 2 en 7 vervaardigd. In de zone 65 worden deze een bepaalde tijd opgeslagen om te drogen. De funderingsbalken 7 kunnen in de zone 77 rechtstreeks worden opgeladen door de rolbrug 85. Deze rolbrug 85 laat ook toe om de draagbalken 2 op de hefbalken 15 te plaatsen. De hefbalken 15 worden in de betreffende inrichtingen 11 gerold. Zoals weergegeven in figuur 6 worden de hefbalken 15 dan opgetild tot helemaal boven, waarna kan worden aangevangen met metselen. Telkens één rij stenen 22 gemetseld is, wordt de betreffende hefbalk 15, nadat er een EMI10.1 laag mortel is opgelegd, over de hoogte van één metsellaag naar beneden gelaten tot het betreffende element 1 voltooid is. De gevormde elementen 1 worden dan doorheen de zones 68 en 70 verplaatst waarin de stootvoegen 69 worden opgevuld en <Desc/Clms Page number 11> de groeven 6 worden uitgefreesd, hetzij manueel, hetzij halfautomatisch, hetzij volautomatisch. Nadien kunnen de elementen 1 door middel van de rolbrug 86 voor transport worden geladen. Om het plaatsen van de balken 5 te vergemakkelijken, kan het wagentje 29 worden voorzien van een hefsysteem 87. Dit wagentje kan ook zijn uitgerust met een bedieningspaneel 88 om de inrichting 11 te bedienen, bijvoorbeeld de mortelbakken te bevelen, de snelheid van het wagentje in te stellen, enzovoort. Het is duidelijk dat op eenzelfde spoor ook twee of meer wagentjes kunnen aanwezig zijn. In het geval dat de steunmiddelen 12 niet in hoogte verstelbaar zijn, doch de metseleenheid 13 wel, dienen de morteltoevoerelementen 41 ook in hoogte verstelbaar te zijn. Volgens een niet weergegeven variante kunnen de inrichtingen 11 met morteltoevoerelementen 41 worden uitgerust die voorzien zijn van middelen om een isolerende mortel te vormen, zoals bijvoorbeeld een toestel dat isolerende deeltjes zoals kunststofbolletjes en/of gasbelvormers aan de mortel toevoegt op het ogenbblik dat de mortel de morteltoevoerelementen 41 verlaat. De elementen 1 worden bij het transport opgepakt door middel van riemen 89, bijvoorbeeld uit nylon. Door de riemen 89 goed aan te spannen worden de muren 3 belast op druk, wat beter is voor het transport. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in figuren weergegeven <Desc/Clms Page number 12> uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze voor het oprichten van gebouwen, de voornoemde installatie en de hierbij aangewende inrichting voor het metselen, kunnen volgens verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding zoals gedefinieerd in de hierna volgende konklusies te treden.
Claims (23)
1. - Werkwijze voor het oprichten van gebouwen, bestaande in het vormen van geprefabriceerde elementen (1) en het
EMI13.1
vervolgens samenbouwen van deze elementen (1), daardoor gekenmerkt dat de geprefabriceerde elementen (1) uit metselwerk worden vervaardigd.
2.- Werkwijze volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de geprefabriceerde elementen (1) worden gevormd uit een betonnen draagbalk (2) en een hierop gemetselde muur (3).
3.- Werkwijze volgens konklusies 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het metselwerk wordt uitgevoerd door afwisselend rijen stenen (22) en lagen mortel (48) op elkaar aan te brengen en dat nadien de stootvoegen (69) worden opgevuld.
EMI13.2
4.-Werkwijze der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de elementen (1) van kopse uiteinden (9) worden voorzien die de koppeling van meerdere elementen (1) in verband toelaten.
5.-Werkwijze volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat bij de vervaardiging van de elementen (1) openingen (4) worden voorzien voor de deuren en ramen, alsmede groeven (6) voor het plaatsen van installatie-elementen.
6.-Installatie voor het verwezenlijken van de werkwijze van konklusie 1, meer speciaal voor het vervaardigen van de voornoemde elementen (1), daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit minstens één inrichting (11) voor het verwezenlijken van het metselwerk, waarbij deze inrichting
<Desc/Clms Page number 14>
(11) minstens is samengesteld uit steunmiddelen (12) waarop de elementen (1) kunnen worden opgebouwd, een metseleenheid (13) om het metselwerk uit te voeren en middelen (14) die toelaten om de steunmiddelen (12) en de metseleenheid (13) onderling in hoogte te verplaatsen.
7.-Installatie volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de steunmiddelen (12) in de hoogte verplaatsbaar zijn en dat de metseleenheid (13) zieh op een vaste hoogte bevindt.
8.-Installatie volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de steunmiddelen (12) hoofdzakelijk bestaan uiteen horizontale hefbalk (15) die door middel van een aandrijving (18) kan worden op en neer verplaatst.
9.-Installatie volgens konklusie 8, daardoor gekenmerkt dat de aandrijving (18) rgel-en stuurmiddelen bevat die een stapsgewijze verplaatsing over een afstand die gelijk is aan de hoogte van één rij metselwerk toelaat.
10.-Installatie volgens één der konklusies 6 tot 9, daardoor gekenmerkt dat zij middelen bezit die een langsverplaatsing tussen een metseleenheid (13) en een element (1) in opbouw toelaten.
11.-Installatie volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen hoofdzakelijk erin bestaan dat de metseleenheid (13) op een wagentje (29) is aangebracht.
12.-Installatie volgens een der konklusies 6 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de metseleenheid (13) hoofdzakelijk besaat uit een werkplatform (28).
<Desc/Clms Page number 15>
13.-Installatie volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat het wagentje (29) is voorzien van een door middel van aandrijfmiddelen (37) in de hoogte verplaatsbaar laadvlak (36).
14.-Installatie volgens konklusie 13, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (37) een schaar (38) bevatten.
15.-Installatie volgens konklusies 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (11) voor het metselen is voorzien van minstens een hefwerktuig (53) om pakken steen
EMI15.1
(54) op het werkplatform (28) te plaatsen.
16.-Installatie volgens één der konklusies 6 tot 15, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van minstens één morteltoevoerelement (41).
17.-Installatie volgens konklusie 16, daardoor gekenmerkt dat het morteltoevoerelement (41) hoofdzakelijk bestaat uit een mortelbak (43) die langs een langsprofiel (42) over de rijen stenen van het metselwerk verplaatsbaar is.
18.-Installatie volgens één der konklusies 6 tot 17, daardoor gekenmerkt dat de steunmiddelen (12) voorzien in een hefbalk (15) of dergelijke die verplaatsbaar is over een rolbaan.
19.-Installatie volgens één der konklusies 6 tot 18, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (11) voor het metselen is voorzien van een maatlat (50) en/of een richtlat (51).
20.-Installatie volgens een der konklusies 6 tot 19, daardoor gekenmerkt dat de metseleenheid (13) zieh op een vaste hoogte bevindt, waarbij deze hoogte zodanig is dat de
<Desc/Clms Page number 16>
steunmiddelen (12) op de begane grond neerkomen op het ogenblik dat de laatste rij metselwerk wordt gelegd.
21.-Installatie volgens één der konklusie 6 tot 20, daardoor gekenmerkt dat zij dubbelzijdig is uitgevoerd, met andere woorden dat aan weerszijden van de metseleenheid
EMI16.1
(13) een element (1) kan worden opgebouwdd.
22.-Installatie volgens één der konklusies 6 tot 21, daardoor gekenmerkt dat zij is opgebouwd uit een betonlijn (57) waar minstens draagbalken (2) worden vervaardigd en een metsellijn (58) om het metselwerk op deze draagbalken (2) uit te voeren.
23.-Installatie volgens konklusie 22, daardoor gekenmerkt dat in de metsellijn (58), na de inrichting (11) voor het metselen minstens twee zones (68,70) zijn voorzien, respektievelijk voor het opvullen van de stootvoegen (69) en voor het aanbrengen van groeven (6) in de voornoemde elementen (1).
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9300028A BE1006626A3 (nl) | 1993-01-13 | 1993-01-13 | Werkwijze voor het oprichten van gebouwen en installatie hierbij aangewend. |
DE0607112T DE607112T1 (de) | 1993-01-13 | 1994-01-12 | Verfahren zum Errichten von Gebäuden und dabei verwendete Vorrichtung. |
DE69411601T DE69411601T2 (de) | 1993-01-13 | 1994-01-12 | Verfahren zum Errichten von Gebäuden und dabei verwendete Vorrichtung |
EP94870004A EP0607112B1 (en) | 1993-01-13 | 1994-01-12 | Method for the erection of buildings and installation used hereby |
ES94870004T ES2064302T1 (es) | 1993-01-13 | 1994-01-12 | Procedimiento para el levantamiento de edificios e instalacion usada por este medio. |
AT94870004T ATE168436T1 (de) | 1993-01-13 | 1994-01-12 | Verfahren zum errichten von gebäuden und dabei verwendete vorrichtung |
GR940300088T GR940300088T1 (en) | 1993-01-13 | 1994-12-30 | Method for the erection of buildings and installation used hereby. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9300028A BE1006626A3 (nl) | 1993-01-13 | 1993-01-13 | Werkwijze voor het oprichten van gebouwen en installatie hierbij aangewend. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1006626A3 true BE1006626A3 (nl) | 1994-11-03 |
Family
ID=3886780
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9300028A BE1006626A3 (nl) | 1993-01-13 | 1993-01-13 | Werkwijze voor het oprichten van gebouwen en installatie hierbij aangewend. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0607112B1 (nl) |
AT (1) | ATE168436T1 (nl) |
BE (1) | BE1006626A3 (nl) |
DE (2) | DE69411601T2 (nl) |
ES (1) | ES2064302T1 (nl) |
GR (1) | GR940300088T1 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4317336C2 (de) * | 1993-05-25 | 1997-11-20 | Harald M Schmidt | Verfahren zur Erstellung einer Wand |
DE4435509C1 (de) * | 1994-10-04 | 1996-01-25 | Fuchs Gmbh Reinhard | Vorgefertigte, transportable Mauertafel und Vorrichtung zum Transport derselben |
DE19527275A1 (de) * | 1995-07-26 | 1997-01-30 | Winklmann Ziegelmontagebau | Verfahren zur Herstellung vorgefertigter verputzter Mauerwerkswände und Schalungstisch zu dessen Durchführung |
EP3992387A1 (en) * | 2020-10-30 | 2022-05-04 | Innyco Bim Proyect S.L. | Facility and method for construction of prefabricated brick facades |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2116622A5 (nl) * | 1970-12-01 | 1972-07-21 | Dupin Robert | |
US4067766A (en) * | 1976-02-23 | 1978-01-10 | Larger George K | Automatic building block laying panel-forming machine and method |
US4407104A (en) * | 1980-10-02 | 1983-10-04 | Francis Gerald T | Brick panel insulation with load bearing clip |
-
1993
- 1993-01-13 BE BE9300028A patent/BE1006626A3/nl not_active IP Right Cessation
-
1994
- 1994-01-12 EP EP94870004A patent/EP0607112B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1994-01-12 DE DE69411601T patent/DE69411601T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1994-01-12 AT AT94870004T patent/ATE168436T1/de not_active IP Right Cessation
- 1994-01-12 DE DE0607112T patent/DE607112T1/de active Pending
- 1994-01-12 ES ES94870004T patent/ES2064302T1/es active Pending
- 1994-12-30 GR GR940300088T patent/GR940300088T1/el unknown
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2116622A5 (nl) * | 1970-12-01 | 1972-07-21 | Dupin Robert | |
US4067766A (en) * | 1976-02-23 | 1978-01-10 | Larger George K | Automatic building block laying panel-forming machine and method |
US4407104A (en) * | 1980-10-02 | 1983-10-04 | Francis Gerald T | Brick panel insulation with load bearing clip |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0607112A1 (en) | 1994-07-20 |
DE69411601D1 (de) | 1998-08-20 |
EP0607112B1 (en) | 1998-07-15 |
DE607112T1 (de) | 1995-06-14 |
ATE168436T1 (de) | 1998-08-15 |
DE69411601T2 (de) | 1999-02-04 |
GR940300088T1 (en) | 1994-12-30 |
ES2064302T1 (es) | 1995-02-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2079039C (en) | Production line equipment and related methods to manufacture large concrete panels, having integral end pilasters and artistic designs on both sides to be primarily used with others as a vehicle way sound barrier | |
US5277013A (en) | Wall panel for modular buildings and method of assembly | |
US4060955A (en) | Machine for mechanical production of brick masonry | |
EP0674069B1 (de) | Vorrichtung und Verfahren zur Herstellung von Bauwerken unter Verwendung von aus Mauerstein und/oder Schalungen bestehenden Bauteilen | |
CH628946A5 (en) | Composite building component made from reinforced concrete, method and equipment for its manufacture by hand | |
US4761126A (en) | Traveling concrete casting mold | |
BE1006626A3 (nl) | Werkwijze voor het oprichten van gebouwen en installatie hierbij aangewend. | |
US5198235A (en) | Apparatus for vertical slipforming of concrete walls | |
US20180334815A1 (en) | Self-Lifting Concrete Form With Platform Adapted To Accommodate Horizontal Reinforcing Steel | |
US5290492A (en) | Method for forming concrete barriers | |
US5393033A (en) | Adjustable side form concrete mold | |
US3640046A (en) | Means for prefabricating brick panels | |
RU2515491C1 (ru) | Способ изготовления многослойных панелей, многослойная панель, раскладная опалубка для изготовления многослойных панелей, технологическая линия по изготовлению многослойных панелей, способ возведения монолитно-каркасного здания из многослойных панелей с декоративной наружной отделкой | |
EP0385980B1 (en) | Method and apparatus for constructing rammed earth walls with integral render | |
DE3036539C2 (de) | Vorrichtung zur Herstellung von Wandelementen zur Vollmontage von Häusern | |
DE10233145A1 (de) | Gebäude und Verfahren | |
KR200469612Y1 (ko) | 인방 제조 장치 | |
NL1013055C2 (nl) | Industrieel prefabriceerbaar, modulair vloerplaatelement voor gebouwen, in het bijzonder voor woningen. | |
NL8201879A (nl) | Bouwconstructie. | |
JPH0240189Y2 (nl) | ||
JPH07217210A (ja) | ダムコンクリート打設用屋根装置 | |
DE3523924C1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung vorgefertigter Wandelemente aus Mauersteinen | |
EP0872609B1 (de) | Verfahren zur Herstellung mehrschaliger Mauerscheiben | |
JPH04202904A (ja) | 精密舗装用桁装置及び精密舗装用舗装機 | |
DE2348018A1 (de) | Einrichtung zum vermauern |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20080131 |