NL9402006A - Rolstoelframe, alsmede zwenkwielsamenstel. - Google Patents

Description

Rolstoelframe, alsmede zwenkwielsamenstel

De uitvinding heeft betrekking op een rolstoelframe,voorzien van een basisframedeel met een aantal wielen, welkewielen verend in het basisframedeel zijn gemonteerd en tweevoorwielen omvatten, die elk door een elektromotor aandrijf-baar zijn.

Bij het bekende rolstoelframe van deze soort zijn aande achterzijde van het basisframedeel twee afzonderlijkezwenkwielen aangebracht. Hoewel het toepassen van aangedrevenvoorwielen het mogelijk maakt relatief grote voorwielen toe tepassen, waardoor obstakels goed kunnen worden gepasseerd, laatde wendbaarheid van het bekende rolstoelframe te wensen over.Bij het toepassen van hogere snelheden, d.w.z. sneller dan6 km/uur, is de rechtuitstabiliteit van het rolstoelframeslecht. Bij het bekende rolstoelframe wordt getracht dit pro¬bleem te ondervangen door een tachogeneratorbesturing van deaandrijfmotoren en/of het toepassen van een besturing van dezwenkwielen. De bekende rolstoelframes worden hierdoor echterrelatief duur en gecompliceerd. Voorts heeft het bekende rol¬stoelframe het bezwaar, dat de accu's die nodig zijn voor devoeding van de elektromotoren, geheel in het rolstoelframezijn ingebouwd, waardoor de accu's moeilijk toegankelijk zijn,gewoonlijk slechts pas na het verwijderen van een op het rol¬stoelframe gemonteerde zitting. Voorts bestaat het basisframe¬deel van het bekende rolstoelframe gewoonlijk uit tenminstevier buiselementen, waardoor de fabricage tijdrovend is.

De uitvinding beoogt een rolstoelframe van de in deaanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de genoemde be¬zwaren zijn ondervangen en het basisframedeel slechts uit en¬kele delen is samengesteld.

Hiertoe heeft het rolstoelframe volgens de uitvindinghet kenmerk, dat het basisframedeel is voorzien van een cen¬trale, in rijrichting verlopende balk en een dwarsas die aande voorzijde met de centrale balk is verbonden, waarbij dedwarsas aan elk uiteinde een voorwiel draagt en de centralebalk aan de achterzijde een zwenkwielsamenstel draagt.

Op deze wijze wordt een rolstoelframe verkregen,waarvan het basisframedeel slechts uit twee elementen, een centrale balk en een dwarsas, is samengesteld, zodat de mate¬riaalkosten laag zijn en de fabricage eenvoudig is. Bovendienkunnen de accu's gemakkelijk aan weerszijden van de centralebalk worden gemonteerd, zodat de accu's vanaf de zijkanten vanhet rolstoelframe voor onderhoud toegankelijk zijn. Voortsmaakt het centrale zwenkwielsamenstel het rolstoelframe bij¬zonder wendbaar.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van hetrolstoelframe volgens de uitvinding, is het zwenkwielsamenstelvoorzien van een zwenkas met een neutrale rechtuitstand, waar¬bij middelen zijn aangebracht die bij verdraaiing van dezwenkas uit de rechtuitstand een rotatiekracht op de zwenkasuitoefenen in de richting van de rechtuitstand. Hierdoor wordteen uitstekende rechtuitstabiliteit bij hoge snelheden verkre¬gen onder behoud van de grote wendbaarheid van het rolstoel¬frame .

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van deuitvinding is elk voorwiel draaibaar ondersteund door eendraagarm die draaibaar is verbonden met de dwarsas, zodanigdat de rotatie-as van de voorwielen in rijrichting voor dedwarsas ligt, waarbij een voor beide voorwielen gemeenschappe¬lijk veerorgaan is aangebracht, dat enerzijds met de centralebalk en anderzijds met de beide draagarmen is verbonden. Opdeze wijze wordt bereikt, dat bij remmen geen duiken van hetrolstoelframe optreedt. Hierdoor wordt het comfort van de ge¬bruiker verhoogd en wordt de stabiliteit van het rolstoelframezelfs bij afremmen op omlaag hellende vlakken gewaarborgd.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm omvat het veer¬orgaan een gasveer en een schroefveer, die in een telescopischhuis zijn gemonteerd. Hierdoor wordt een veerorgaan verkregen,waarbij de werking van de gasveer kan worden afgestemd op hetopvangen van het eigen gewicht van de totale rolstoel en eendeel van het gewicht van de gebruiker en de schroefveer kanworden afgestemd op een optimaal veercomfort.

De uitvinding verschaft tevens een zwenkwielsamen¬stel, voorzien van een zwenkas met een neutrale rechtuitstand,dat bijvoorbeeld geschikt is voor toepassing in het beschrevenrolstoelframe doch ook met voordeel kan worden toegepast ineen ander type rolstoelframe dan wel in andere met zwenkwielenuitgevoerde, rijdende constructies.

Volgens de uitvinding wordt het zwenkwielsamenstelgekenmerkt door middelen die bij verdraaiing van de zwenkasuit de rechtuitstand een rotatiekracht op de zwenkas uitoefe¬nen in de richting van de rechtuitstand. Hierdoor wordt eenuitstekende rechtuitstabiliteit van het zwenkwielsamenstelgewaarborgd.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan dehand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van hetrolstoelframe en het zwenkwielsamenstel volgens de uitvindingzijn weergegeven.

De fig. 1-3 tonen een schematisch weergegeven zijaan¬zicht van een uitvoeringsvorm van het rolstoelframe volgens deuitvinding in verschillende standen.

Fig. 4 is een bovenaanzicht van het rolstoelframe uitde fig. 1-3.

De fig. 5 en 6 geven het zwenkwielsamenstel van hetrolstoelframe uit fig. 1 in bovenaanzicht in twee standen meerin detail weer.

Fig. 7 is een gedeeltelijk weergegeven doorsnede vanhet zwenkwielsamenstel van het rolstoelframe uit fig. 1.

Fig. 8 is een doorsnede van het veerorgaan van hetrolstoelframe uit fig. 1.

In de fig. 1-3 is een rolstoelframe in verschillendestanden in zijaanzicht weergegeven en fig. 4 toont een boven¬aanzicht van dit rolstoelframe. Het weergegeven rolstoelframeis voorzien van een centrale balk 1 die in rijrichting ver¬loopt en aan de voorzijde een dwarsas 2 draagt. De centralebalk 1 en de dwarsas 2 vormen te zamen een basisframedeel vanhet rolstoelframe. De dwarsas 2 draagt aan elk uiteinde eenvoorwiel 3 dat aandrijfbaar is door een elektromotor 4. Elkwiel 3 is draaibaar om een schematisch aangeduide as 5 en isdoor middel van een draagarm 6 en een bus 7 draaibaar met dedwarsas 2 verbonden, waarbij de as 5 in rijrichting voor dedwarsas 2 ligt. Op elke bus 7 is een koppelarm 8 bevestigd diedoor een trekstang 9 is verbonden met een hefboom 10. Zoalsuit het bovenaanzicht van fig. 4 blijkt, zijn de hefbomen 10aan weerszijden draaibaar om een as 11 op de centrale balk 1gemonteerd. Het tegenoverliggende uiteinde van de hefbomen 10is verbonden met het ene uiteinde van een veerorgaan 12 dataan het andere uiteinde met de dwarsbalk 1 is verbonden. Het veerorgaan 12 vormt op de beschreven wijze een gemeenschappe¬lijk veerorgaan voor de voorwielen 3 dat midden boven de cen¬trale balk 1 ligt, zodat een bijzonder compacte frameconstruc-tie is verkregen. De beschreven constructie van het rol-stoelframe heeft voorts het voordeel dat aan weerszijden vande centrale balk 1 ruimten la (zie fig. 1 en 4) voor gebruike¬lijke accu's voor de voeding van de elektromotoren 4 zijn ge¬vormd, welke ruimten la goed toegankelijk zijn vanaf de zij¬kanten van het rolstoelframe. Controle en onderhoud van deaccu's kan hierdoor gemakkelijk worden uitgevoerd, waarbij degebruiker de rolstoel niet behoeft te verlaten.

De centrale balk 1 draagt aan de achterzijde eenzwenkwielsamenstel 13 dat is voorzien van een zwenkas 14 dieverschuifbaar is gelegerd in een bus 15 welke op het uiteindevan de centrale balk 1 is bevestigd. De zwenkas 14 is tegen dewerking van een veer 16 in verschuifbaar in de bus 15.

In fig. 1 is het rolstoelframe in een niet-in-geveerde toestand weergegeven, waarbij het ene uiteinde vanhet veerorgaan 12 tegen een aanslag 17 van de centrale balk 1drukt. In fig. 2 is het rolstoelframe weergegeven in een onderinvloed van een niet-getekende gebruiker ingeveerde toestand.Door de beschreven ophanging van de voorwielen 3 met het ge¬meenschappelijke veerorgaan 12 wordt bereikt, dat het rol¬stoelframe bij afremmen niet zal duiken, doch veeleer enigs¬zins omhoog zal komen. Dit verhoogt het comfort voor de ge¬bruiker aanmerkelijk en waarborgt tevens de stabiliteit vanhet rolstoelframe, in het bijzonder bij afremmen op een omlaaghellend vlak.

Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld draagt hetbasisframedeel een zittingframedeel 18 met instelbare zithoekdat door middel van voorstangen 19 en achterstangen 20 is ver¬bonden met het basisframedeel. Een spindelmotor 21 is aange¬bracht voor het instellen van de zithoek van het zittingframe¬deel 18. In de fig. 1 en 2 is het zittingframedeel in een re¬latief vlakke stand ingesteld en in fig. 3 is de meest achter¬over hellende stand afgebeeld. Voor een nadere toelichting vanhet instelbare zittingframedeel wordt verwezen naar EP-A-0 512 650 van aanvraagster.

Het centrale zwenkwielsamenstel 13 verschaft het rol¬stoelframe een bijzonder hoge wendbaarheid. Teneinde een bij- zonder hoge rechtuitstabiliteit ook bij hoge rijsnelheden,d.w.z. sneller dan 6 km/uur, te verschaffen, is het zwenkwiel-samenstel 13 voorzien van middelen 22 die bij verdraaiing vande zwenkas 14 uit een in fig. 5 weergegeven neutrale rechtuit-stand naar bijvoorbeeld de in fig. 6 weergegeven stand, eenrotatiekracht op de zwenkas 14 uitoefenen in de richting vande rechtuitstand. Deze middelen omvatten een op de zwenkas 14gemonteerd excentriek in de vorm van een kogellager 23 datdoor middel van een verbindingsklem 24 op de zwenkas 14 isbevestigd. Het kogellager 23 ligt in de neutrale rechtuit¬stand, althans ongeveer passend tussen de verende benen 25 vaneen vork 26. Deze vork 26 is gemonteerd op een draagplaat 27die door middel van een kogellager 28 (zie fig. 7) draaibaardoor de zwenkas 14 is ondersteund. Deze draagplaat 27 beziteen pen 29 die verschuifbaar is in de centrale balk 1 in debewegingsrichting van de zwenkas 14 bij inveren van het rol-stoelframe en die de draagplaat 27 in rotatierichting van dezwenkas 14 ten opzichte van de centrale balk fixeert. Dedraagplaat 27 draagt een lagerpen 30 voor de vorkbenen 25.

Deze vorkbenen 25 zijn identiek en omvatten elk een ongeveerhalfronde zitting 31 waarmee de vorkbenen 25 op de lagerpen 30worden gedrukt door twee veren 32 die boven respectievelijkonder de vorkbenen zijn gelegen.

Bij rechtuitrijden waarbij de zwenkas 14 zich in defig. 5 weergegeven neutrale rechtuitstand bevindt, houden devorkbenen 25 de zwenkas 14 in deze rechtuitstand, zodat derolstoel een goede rechtuitstabiliteit heeft. Wanneer de elek¬tromotoren 4 op gebruikelijke wijze worden bediend voor hetnemen van een bocht, kan de zwenkas 14 gemakkelijk in de bus15 draaien, bijvoorbeeld naar de in fig. 6 weergegeven stand,waarbij het ene vorkbeen 25 tegen de werking van de veren 32in wordt weggedrukt door het kogellager 23. Wanneer dan weerrechtuit wordt gereden drukt het vorkbeen 25 de zwenkas weernaar de neutrale stand.

Zoals uit de tekening blijkt, omvat het zwenkwielsa-menstel 13 twee op korte afstand van elkaar gelegen wielen 33met een gemeenschappelijke as 34, waarbij de assen 34 in eenbus 35 zijn opgenomen. Deze bus 35 is via een schematisch aan¬geduide steun 36 en een schematisch aangeduide langsas 37 ver- bonden met de zwenkas 14. Daarbij is de as 34 draaibaar om delangsas 37 die in lijn ligt met de centrale balk 1.

In fig. 8 is het veerorgaan 12 in doorsnede weergege¬ven. Uit fig. 8 blijkt, dat het veerorgaan 12 een gasveer 38en een schroefveer 39 omvat die in een telescopisch huis 40zijn gemonteerd. Dit huis 40 rust enerzijds met een zitting 41op een kogel 42 die op de centrale balk 1 is bevestigd. Hethuis 40 is anderzijds draaibaar verbonden met de hefbomen 10.De gasveer 38 levert een kracht die voldoende is voor het op¬vangen van het gewicht van het rolstoelframe en een deel vanhet gewicht van de gebruiker, zodat de schroefveer 39 kan wor¬den afgestemd op het verschaffen van veercomfort voor de ge¬bruiker. Hierbij zijn de veerkracht van de schroefveer 39 ende veerkracht van de veer 16 zodanig op elkaar afgestemd, datde centrale balk 1 althans ongeveer verticaal op en neer be¬weegt bij het inveren van het rolstoelframe.

Opgemerkt wordt, dat het zwenkwielsamenstel 13 met demiddelen 22 voor het verschaffen van een hoge rechtuitstabili-teit ook kan worden toegepast bij een ander type rolstoelframeof bij andere soorten met zwenkwielen uitgevoerde, rijdendeconstructies.

De uitvinding is niet beperkt tot het in het voor¬gaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kaderder uitvinding op verschillende manieren kan worden geva¬rieerd.

Claims (16)

1. Rolstoelframe, voorzien van een basisframedeel meteen aantal wielen, welke wielen verend in het basisframedeelzijn gemonteerd en twee voorwielen omvatten, die elk door eenelektromotor aandrijfbaar zijn, met het kenmerk, dat het ba¬sisframedeel is voorzien van een centrale, in rijrichting ver¬lopende balk en een dwarsas die aan de voorzijde met de cen¬trale balk is verbonden, waarbij de dwarsas aan elk uiteindeeen voorwiel draagt en de centrale balk aan dé achterzijde eenzwenkwielsamenstel draagt.

2. Rolstoelframe volgens conclusie 1, met het ken¬merk, dat het zwenkwielsamenstel is voorzien van een zwenkasmet een neutrale rechtuitstand, waarbij middelen zijn aange¬bracht die bij verdraaiing van de zwenkas uit de rechtuitstandeen rotatiekracht op de zwenkas uitoefenen in de richting vande rechtuitstand.

3. Rolstoelframe volgens conclusie 2, met het ken¬merk, dat de zwenkas is voorzien van een excentriek dat in derechtuitstand althans ongeveer passend tussen de verende benenvan een vork ligt.

4. Rolstoelframe volgens conclusie 3, met het ken¬merk, dat het excentriek wordt gevormd door een kogellager datdoor middel van een verbindingsarm op de zwenkas is bevestigd.

5. Rolstoelframe volgens conclusie 3 of 4, met hetkenmerk, dat de vork wordt gevormd door twee identieke vorkbe-nen die elk een ongeveer halfronde zitting omvatten en dooreen veerorgaan met de zitting op een lagerpen worden gedrukt.

6. Rolstoelframe volgens conclusie 3, 4 of 5, met hetkenmerk, dat de zwenkas tegen de werking van een veer in ver¬schuifbaar in een op de centrale balk bevestigde bus is gele¬gerd, waarbij de vork door middel van een draagplaat draaibaaris gemonteerd op de zwenkas, welke draagplaat door middel vaneen verschuifbare in de centrale balk geleide pen ten opzichtevan de centrale balk in rotatierichting is gefixeerd.

7. Rolstoelframe volgens één der voorgaande conclu¬sies, met het kenmerk, dat het zwenkwielsamenstel is voorzienvan twee op korte afstand van elkaar gelegen wielen met eengemeenschappelijke as die althans ongeveer midden tussen de wielen is verbonden met eén langsas die in lijn ligt met decentrale balk en die is verbonden met de zwenkas, waarbij deas van de wielen om de langsas draaibaar is.

8. Rolstoelframe volgens één der voorgaande conclu¬sies, met het kenmerk, dat elk voorwiel draaibaar is onder¬steund door een draagarm die draaibaar is verbonden met dedwarsas, zodanig dat de rotatie-as van de voorwielen in rij¬richting voor de dwarsas ligt, waarbij een voor beide voorwie¬len gemeenschappelijk veerorgaan is aangebracht, dat enerzijdsmet de centrale balk en anderzijds met de beide draagarmen isverbonden.

9. Rolstoelframe volgens conclusie 8, met het ken¬merk, dat het veerorgaan midden boven de centrale balk ligt enis verbonden met het ene uiteinde van aan weerszijden van decentrale balk draaibaar gemonteerde hefbomen die met het ande¬re uiteinde elk zijn verbonden met de bijbehorende draagarm.

10. Rolstoelframe volgens conclusie 9, met het ken¬merk, dat elke draagarm door middel van een bus draaibaar isgemonteerd op de dwarsas, waarbij een koppelarm op elke bus isbevestigd, welke koppelarm door middel van een trekstang isverbonden met de bijbehorende hefboom.

11. Rolstoelframe volgens conclusie 8, 9 of 10, methet kenmerk, dat het veerorgaan een gasveer en een schroefveeromvat, die in een telescopisch huis zijn gemonteerd, dat ener¬zijds met een zitting rust tegen een op de centrale balk ge¬monteerde kogel en anderzijds draaibaar is verbonden met dehefbomen.

12. Zwenkwielsamenstel, voorzien van een zwenkas meteen neutrale rechtuitstand, gekenmerkt door middelen die bijverdraaiing van de zwenkas uit de rechtuitstand een rotatie-kracht op de zwenkas uitoefenen in de richting van de recht¬uitstand.

13. Zwenkwielsamenstel volgens conclusie 12, met hetkenmerk, dat de zwenkas is voorzien van een excentriek dat inde rechtuitstand althans ongeveer passend tussen de verendebenen van een vork ligt.

14. Zwenkwielsamenstel volgens conclusie 13, met hetkenmerk, dat het excentriek wordt gevormd door een kogellagerdat door middel van een verbindingsarm op de zwenkas is beves¬tigd .

15. Zwenkwielsamenstel volgens conclusie 13 of 14,met het kenmerk, dat de vork wordt gevormd door twee identiekevorkbenen die elk een ongeveer halfronde zitting omvatten endoor een veerorgaan met de zitting op een lagerpen worden ge¬drukt .

16. Zwenkwielsamenstel volgens conclusie 13, 14 of15, met het kenmerk, dat de vork is gemonteerd op een draag¬plaat die draaibaar is ondersteund op de zwenkas.