[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

NL9401023A - Connectorsamenstel. - Google Patents

Connectorsamenstel. Download PDF

Info

Publication number
NL9401023A
NL9401023A NL9401023A NL9401023A NL9401023A NL 9401023 A NL9401023 A NL 9401023A NL 9401023 A NL9401023 A NL 9401023A NL 9401023 A NL9401023 A NL 9401023A NL 9401023 A NL9401023 A NL 9401023A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
guide plate
positioning
polishing
cam
groove
Prior art date
Application number
NL9401023A
Other languages
English (en)
Inventor
Danny Morlion
Luc Jonckheere
Jan Peter Karel Van Koetsem
Original Assignee
Framatome Connectors Belgium
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Framatome Connectors Belgium filed Critical Framatome Connectors Belgium
Priority to NL9401023A priority Critical patent/NL9401023A/nl
Priority to DE69513520T priority patent/DE69513520T2/de
Priority to PCT/EP1995/002403 priority patent/WO1995035519A1/en
Priority to EP95924892A priority patent/EP0766839B1/en
Publication of NL9401023A publication Critical patent/NL9401023A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/3873Connectors using guide surfaces for aligning ferrule ends, e.g. tubes, sleeves, V-grooves, rods, pins, balls
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B19/00Single-purpose machines or devices for particular grinding operations not covered by any other main group
    • B24B19/22Single-purpose machines or devices for particular grinding operations not covered by any other main group characterised by a special design with respect to properties of the material of non-metallic articles to be ground
    • B24B19/226Single-purpose machines or devices for particular grinding operations not covered by any other main group characterised by a special design with respect to properties of the material of non-metallic articles to be ground of the ends of optical fibres
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/381Dismountable connectors, i.e. comprising plugs of the ferrule type, e.g. fibre ends embedded in ferrules, connecting a pair of fibres
    • G02B6/3817Dismountable connectors, i.e. comprising plugs of the ferrule type, e.g. fibre ends embedded in ferrules, connecting a pair of fibres containing optical and electrical conductors
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/3833Details of mounting fibres in ferrules; Assembly methods; Manufacture
    • G02B6/3834Means for centering or aligning the light guide within the ferrule
    • G02B6/3838Means for centering or aligning the light guide within the ferrule using grooves for light guides
    • G02B6/3839Means for centering or aligning the light guide within the ferrule using grooves for light guides for a plurality of light guides
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/36Mechanical coupling means
    • G02B6/38Mechanical coupling means having fibre to fibre mating means
    • G02B6/3807Dismountable connectors, i.e. comprising plugs
    • G02B6/3873Connectors using guide surfaces for aligning ferrule ends, e.g. tubes, sleeves, V-grooves, rods, pins, balls
    • G02B6/3885Multicore or multichannel optical connectors, i.e. one single ferrule containing more than one fibre, e.g. ribbon type

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Mechanical Coupling Of Light Guides (AREA)

Description

Connectorsamenstel
De uitvinding heeft betrekking op een connectorsamenstel voor het met elkaar verbinden van optische en/of elektrische geleiders, voorzien van een eerste en een tweede connec-tordeel, waarbij elk connectordeel is voorzien van een posi-tioneringsstuk met een of meer positioneringskanalen voor eerste respectievelijk tweede geleiders, waarbij elke geleider een contactvlak omvat in het bovenvlak van het bijbehorende positioneringsstuk en waarbij het eerste positioneringsstuk is voorzien van een referentiegroef met tenminste een recht eerste referentievlak en het tweede positioneringsstuk is voorzien van een referentienok met tenminste een recht tweede re-ferentievlak dat in de gekoppelde toestand van de connectorde-len tegen het eerste referentievlak aanligt, welke referentie-vlakken zijn gelegen op een nauwkeurig bepaalde plaats ten opzichte van de positioneringskanalen.
Een connectorsamenstel van dit type is beschreven in EP-A-0 571 037 alsmede in de oudere Europese octrooiaanvrage 93203458. Dit bekende connectorsamenstel heeft het voordeel, dat het uit fabricage-oogpunt relatief eenvoudig is een referentievlak op een zeer nauwkeurig vooraf bepaalde plaats ten opzichte van de positioneringskanalen aan te brengen, zodat door het eenvoudig tegen elkaar drukken van de referentievlak-ken een nauwkeurige positionering van de contactvlakken van de geleiders ten opzichte van elkaar wordt bereikt. Het vervaardigen van de positioneringsstukken van het connectorsamenstel blijft niettemin gecompliceerd en brengt relatief hoge kosten met zich mee.
De uitvinding beoogt een connectorsamenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de fabricage van in het bijzonder het positioneringsstuk met verhoogde nauwkeurigheid tegen lagere kosten kan plaatsvinden.
Hiertoe heeft het connectorsamenstel volgens de uitvinding het kenmerk, dat een of beide positioneringsstukken een dragerplaat en een geleidingsplaat die met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd, omvat/omvatten, waarbij tenminste de uiteinden van de positioneringskanalen in de gelei- “ dingsplaat zijn gevormd en de referentiegroef respectievelijk de referentienok deel uitmaakt van de geleidingsplaat.
Op deze wijze wordt een connectorsamenstel verkregen, waarbij de dragerplaat door middel van een traditionele fabricagetechniek tegen relatief lage kosten kan worden vervaardigd, terwijl de fabricage van de geleidingsplaat kan worden geoptimaliseerd op het verkrijgen van een zeer hoge nauwkeurigheid. Doordat ten minste de uiteinden van de positione-ringskanalen en de referentiegroef respectievelijk de referentienok deel uitmaken van de geleidingsplaat, zijn de onderdelen van de positioneringsplaat die de nauwkeurigheid van de positie van de contactvlakken van de geleiders bepalen, met zeer hoge nauwkeurigheid vervaardigd. De geleidingsplaat kan bijvoorbeeld uit metaal worden vervaardigd met behulp van een op zichzelf bekende LIGA-techniek. De term LIGA is een samentrekking van de Duitse termen "Lithographic, Galvanoformung, Abformung". Ook andere met zeer hoge nauwkeurigheid werkende fabricagetechnieken kunnen echter worden toegepast, zoals een etstechniek, en de geleidingsplaat kan ook uit andere materialen, zoals keramiek of kunststof, worden vervaardigd.
De uitvinding verschaft voorts een positioneringsstuk voor toepassing in een connectorsamenstel, voorzien van een of meer positioneringskanalen voor optische en/of elektrische geleiders, en een referentiegroef respectievelijk referentienok met tenminste een recht referentievlak, dat op een nauwkeurig bepaalde plaats ten opzichte van de positioneringskanalen is gelegen, waarbij het positioneringsstuk volgens de uitvinding het kenmerk heeft, dat het positioneringsstuk een dragerplaat en een geleidingsplaat die met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd, omvat, waarbij tenminste de uiteinden van de positioneringskanalen in de geleidingsplaat zijn gevormd en de referentiegroef respectievelijk de referentienok deel uitmaakt van de geleidingsplaat.
Tenslotte verschaft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een connectordeel, waarbij een positioneringsstuk met een of meer positioneringskanalen voor optische en/of elektrische geleiders wordt vervaardigd en de geleiders in de positioneringskanalen worden geplaatst zodanig dat de uiteinden van de geleiders tenminste gedeeltelijk boven het bovenvlak van het positioneringsstuk uitsteken, waarna de ge leiders in het positioneringsstuk worden ingegoten en contact-vlakken van de geleiders in een vlak met het bovenvlak van het positioneringsstuk worden gevormd door de uitstekende delen van de geleiders door polijsten te verwijderen, waarbij de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk heeft, dat het positioneringsstuk wordt gevormd uit een dragerplaat en een geleidingsplaat, waarbij de geleidingsplaat door middel van een met zeer hoge nauwkeurigheid werkende techniek wordt vervaardigd, waarbij de positioneringskanalen tenminste in de geleidingsplaat worden gevormd.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het connectorsamenstel volgens de uitvinding schematisch is weergegeven.
Fig. 1 geeft in perspectief een eerste connectordeel van een connectorsamenstel volgens de uitvinding weer.
Fig. 2 geeft in perspectief een tweede connectordeel weer, dat te zamen met het eerste connectordeel uit fig. 1 een uitvoeringsvorm van het connectorsamenstel volgens de uitvinding vormt.
Fig. 3 geeft in perspectief het tweede connectordeel uit fig. 2 weer, waarbij ter toelichting een folielaag niet is getoond, welke in normaal gebruik de contactvlakken van de geleiders afdekt.
Fig. 4 toont in perspectief op sterk vergrote schaal het positioneringsstuk van het eerste connectordeel uit fig.
1, voordat de geleiders zijn aangebracht.
Fig. 5 toont in perspectief op sterk vergrote schaal het positioneringsstuk van het tweede connectordeel uit fig.
2, waarbij de geleiders nog niet zijn aangebracht.
Fig. 6 toont het positioneringsstuk uit fig. 5 in perspectief, waarbij één polijstnok in nog niet gemonteerde toestand is getoond.
Fig. 7-15 tonen enkele stappen van een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 16 toont in perspectief een alternatieve uitvoering voor het positioneringsstuk van het eerste connectordeel.
In de fig. 1 en 2 zijn een eerste connectordeel 1 en een tweede connectordeel 2 weergegeven van een uitvoeringsvorm van een connectorsamenstel voor het met elkaar verbinden van optische en/of elektrische geleiders. Het eerste connectordeel I is voorzien van een eerste positioneringsstuk 3 dat in fig.
4 in detail is weergegeven, voordat de geleiders zijn aangebracht. Het positioneringsstuk 3 omvat naast elkaar liggende positioneringskanalen 4 voor eerste geleiders die ter wille van de duidelijkheid in fig. 1 en 4 niet zijn weergegeven.
Deze eerste geleiders die als optische of elektrische geleiders kunnen zijn uitgevoerd, zijn in een printkaart 5 ingebed, waarin tevens het positioneringsstuk 3 is ingebed. Elke geleider is in een bijbehorend positioneringskanaal 4 geplaatst, zodat de positie van de geleiders wordt bepaald door de positioneringskanalen 4. Zoals uit fig. 4 blijkt, lopen deze positioneringskanalen 4 schuin naar het bovenvlak van het positioneringsstuk 3, zodat de uiteinden van de geleiders geleidelijk naar dit bovenvlak worden geleid. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld valt het bovenvlak van het positioneringsstuk 3 samen met het bovenvlak van de printkaart 5, doch desgewenst kan het positioneringsstuk 3 ten opzichte van het bovenvlak van de printkaart 5 uitsteken of zijn verzonken. De boven het positioneringsstuk 3 uitstekende delen van de geleiders worden door polijsten verwijderd zodanig dat contactvlak-ken van de geleiders in het bovenvlak van het positioneringsstuk 3 worden verkregen, zoals hierna nog zal worden beschreven.
Het connectordeel 1 is voorts voorzien van een huis 6 dat op de in fig. 1 getoonde wijze op de printkaart 5 is bevestigd en het positioneringsstuk 3 met de contactvlakken van de geleiders omgeeft.
Het in fig. 2 weergegeven tweede connectordeel 2 is voorzien van een huis 7 dat een dragerdeel 8 en een daarop verschuifbare kap 9 omvat. In het dragerdeel 8 is een positioneringsstuk 10 in drie onderling loodrechte richtingen x, y en z beweegbaar gemonteerd. Deze x-, y- en z-richtingen zijn door pijlen in fig. 2 schematisch aangeduid. Het positioneringsstuk 10 is in de toestand voordat de geleiders zijn aangebracht, in detail in de fig. 5 en 6 weergegeven en omvat evenals het positioneringsstuk 3 naast elkaar liggende positioneringskanalen 4 voor optische en/of elektrische geleiders ^ II van een kabel 12. De geleiders 11 worden in de positioneringskanalen 4 geleidelijk naar het bovenvlak van het posi- tioneringsst.uk 10 geleid. Bij de fabricage worden de boven het bovenvlak van het positioneringsstuk 10 uitstekende delen van de geleiders 11 door polijsten verwijderd zodanig dat contact-vlakken in het bovenvlak van het positioneringsstuk 10 worden verkregen, zoals hierna nog nader zal worden beschreven. In fig. 2 zijn de contactvlakken van de geleiders 11 niet zichtbaar, doordat een deel van het bovenvlak van het positioneringsstuk 10 en de contactvlakken van de geleiders 11 zijn afgedekt door een uit kunststof materiaal bestaande folielaag 13 die door klemelementen 14 op het positioneringsstuk 10 is bevestigd. In fig. 3 is het connectordeel 2 weergegeven, waarbij de folielaag 13 is verwijderd, zodat de uiteinden van de positioneringskanalen 4 in het positioneringsstuk 10 zichtbaar zijn.
Het connectorsamenste1 met de connectordelen 1 en 2 is nader beschreven in de Europese octrooiaanvrage 93203458 naar welke aanvrage voor een nadere toelichting wordt verwezen.
In fig. 4 is het positioneringsstuk 3 in perspectief op vergrote schaal weergegeven, waarbij de geleiders duidelijkheidshalve niet zijn getekend. Het positioneringsstuk 3 bestaat uit een dragerplaat 15 die bijvoorbeeld door spuitgie-ten uit kunststof is vervaardigd, en een daarop bevestigde dunne geleidingsplaat 16 die met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd. De geleidingsplaat 16 kan bijvoorbeeld door middel van de op zichzelf bekende LIGA-techniek worden vervaardigd uit metaal. Ook andere met zeer hoge nauwkeurigheid werkende fabricagetechnieken kunnen echter worden toegepast, zoals bijvoorbeeld etsen. De geleidingsplaat kan ook uit kunststof of keramiek worden gemaakt. Het toepassen van twee verschillende fabricagetechnieken voor de dragerplaat 15 respectievelijk de geleidingsplaat 16 heeft het voordeel, dat de fabricage van de dragerplaat 15 kan worden geoptimaliseerd op lage kosten, terwijl de fabricage van de geleidingsplaat 16 kan worden geoptimaliseerd op nauwkeurigheid tegen aanvaardbare kosten. Het positioneringsstuk 3 als geheel kan hierdoor tegen relatief lage kosten optimale prestaties ten aanzien van de nauwkeurigheid leveren. Zoals uit fig. 4 blijkt, zijn de positioneringskanalen 4 zowel in de dragerplaat 15 als in de geleidingsplaat 16 gevormd, waarbij de uiteinden van de posi- tioneringskanalen 4 als V-vormige sleuven 17 in de geleidings-plaat 16 zijn uitgevoerd. Hierbij verzorgen de positionerings-kanalen 4 van de dragerplaat 15 een voorpositionering en de V-vormige gleuven 17 een fijnpositionering van de geleiders 11. Voorts is in de geleidingsplaat 16 een referentiegroef 18 met twee rechte referentievlakken 19 respectievelijk 20 aangebracht. Deze referentievlakken 19, 20 liggen op zeer nauwkeurig bepaalde plaatsen ten opzichte van de V-vormige sleuven 17 in de geleidingsplaat 16. Aangezien de geleidingsplaat 16 met de V-vormige sleuven 17 en de referentievlakken 19, 20 met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd, is de plaats van de referentievlakken 19, 20 ten opzichte van de V-vormige sleuven 17 met zeer hoge nauwkeurigheid bepaald en daarmede tevens ten opzichte van de contactvlakken van de geleiders, doordat de plaats van de contactvlakken door de V-vormige sleuven wordt bepaald.
De dragerplaat 15 is van een met de referentiegroef 18 overeenkomende groef 21 voorzien, waarvan de afmetingen in elk geval tenminste gelijk aan en bij voorkeur groter zijn dan de afmetingen van de referentiegroef 18, zodat de referentievlakken 19, 20 met zekerheid de aanslagvlakken vormen voor een in de groef 18 te steken referentienok, zoals hierna nog zal worden beschreven.
De geleidingsplaat 16 is voorts voorzien van twee positioneringsgaten 22 voor het positioneren van het posi-tioneringsstuk 3 op niet weergegeven positioneringspennen van een op zichzelf bekende bedradingstafel voor het aanbrengen van bijvoorbeeld optische geleiders in de positioneringskana-len 4. De dragerplaat 15 heeft overeenkomstige gaten 23, waarvan de diameter tenminste gelijk is aan en bij voorkeur groter is dan die van de positioneringsgaten 22. Hierdoor wordt bereikt dat de nauwkeurigheid van de positionering van het posi-tioneringsstuk 3 door de nauwkeurigheid van de positioneringsgaten 22 in de geleidingsplaat 16 wordt bepaald.
De geleidingsplaat 16 heeft twee rechthoekige openin-gen waarin twee rechthoekige nokken 24 van de dragerplaat 15 zijn opgenomen. Hiermee wordt de geleidingsplaat 16 ten opzichte van de dragerplaat 15 gepositioneerd en op de drager-plaat 15 bevestigd. De beide rechthoekige openingen respectie- velijk nokken kunnen ook tot een enkele L-vormige opening respectievelijk nok worden verenigd.
In de fig. 5 en 6 is het positioneringsstuk 10 van het connectordeel 2 in perspectief op grotere schaal weergegeven. Het positioneringsstuk 10 is evenals het positioneringsstuk 3 samengesteld uit een dragerplaat 25 en een hierop bevestigde dunne geleidingsplaat 26. De dragerplaat 25 is uit kunststof vervaardigd, bijvoorbeeld door spuitgieten. De geleidingsplaat 26 is evenals de geleidingsplaat 16 met zeer hoge nauwkeurigheid vervaardigd. De positioneringskanalen 4 zijn ook in dit geval zowel in de dragerplaat 25 als in de geleidingsplaat 26 gevormd, waarbij de uiteinden van de positioneringskanalen 4 als V-vormige sleuven 27 in de geleidingsplaat 26 zijn uitgevoerd. De geleidingsplaat 26 heeft een opening waarin een overeenkomstige nok 24 van de dragerplaat 25 is opgenomen. Hiermee is de geleidingsplaat 26 ten opzichte van de dragerplaat 25 gepositioneerd en op de dragerplaat bevestigd.
Voorts is de geleidingsplaat 26 voorzien van een re-ferentienok 28 die als los onderdeel eveneens met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd en in een opening in de geleidingsplaat 26 is bevestigd. De referentienok 28 kan bijvoorbeeld worden vervaardigd door middel van de LIGA-techniek. Het is echter ook mogelijk een andere met zeer hoge nauwkeurigheid werkende fabricagetechniek toe te passen. Ook kan de referentienok 28 als een geheel met de geleidingsplaat 26 worden uitgevoerd. De referentienok 28 is voorzien van twee referentie-vlakken 29 respectievelijk 30 die op zeer nauwkeurig bepaalde plaatsen ten opzichte van de V-vormige sleuven 27 zijn gelegen. Op deze wijze wordt bereikt, dat de referentievlakken 29, 30 op zeer nauwkeurig bepaalde plaatsen liggen ten opzichte van de contactvlakken van de geleiders 11 waarvan de plaats immers wordt bepaald door de V-vormige sleuven 27.
Wanneer nu het connectordeel 2 in het connectordeel 1 wordt gestoken, wordt de referentienok 28 in de referentie-groef 18 gestoken, waarbij de referentievlakken 29, 30 tegen de referentievlakken 19, 20 worden gedrukt wanneer de connec-tordelen 1, 2 zich in de geheel gekoppelde toestand bevinden. De samenwerking tussen de referentiegroef 18 en de referentie-* nok 28 en de bijbehorende referentievlakken 19, 20 en 29, 30 is nader beschreven in de gepubliceerde Europese octrooiaanvrage EP-A-0 571 037 en de oudere Europese octrooiaanvrage 93203458 naar welke publikaties voor een nadere toelichting wordt verwezen.
Het beschreven connectorsamenstel 1, 2 heeft het voordeel dat de positioneringsstukken 3, 10 die zijn samengesteld uit de dragerplaat 15 respectievelijk 25 en de gelei-dingsplaat 16 respectievelijk 26, een zeer nauwkeurige koppeling van de contactVlakken van de geleiders van het connector-deel 1 met de contactvlakken van de geleiders 11 van het con-nectordeel 2 mogelijk maken, waarbij de positioneringsstukken 3, 10 als geheel tegen relatief lage kosten en de geleidings-platen 16, 26 met zeer hoge nauwkeurigheid zijn vervaardigd.
De werkwijze voor het vervaardigen van het beschreven connectordeel 1 wordt nader toegelicht aan de hand van de schematische doorsneden volgens de fig. 7-15.
In fig. 7 is de dragerplaat 15 van het positione-ringsstuk 3 gescheiden van de geleidingsplaat 16 weergegeven. De geleidingsplaat 16 wordt op de dragerplaat 15 bevestigd, waarbij de nokken 24 in samenwerking met de overeenkomstige openingen in de geleidingsplaat 16 voor een juiste onderlinge positionering zorgdragen.
In de geleidingsplaat 16 zijn evenals in de geleidingsplaat 26 twee openingen 31 gevormd, die elk zijn bestemd voor het opnemen van een polijstnok 32 die in fig. 8 los van het positioneringsstuk 3 is getekend. Deze polijstnokken 32 zijn tevens in de fig. 4-6 weergegeven. In fig. 6 is in de geleidingsplaat 26 een van de openingen 31 zichtbaar. De po-lijstnokken 32 zijn bestemd voor het bepalen van de polijst-diepte, zoals hierna nog zal worden toegelicht. Hiertoe heeft elke polijstnok 32 een in hoogterichting variërend doorsnede-oppervlak. De weergegeven polijstnok 32 is uitgevoerd met een V-vormige groef 33 waarvan de tophoek in het schematisch aangeduide middenvlak 34 van de polijstnok ligt. In fig. 9 zijn de polijstnokken 32 in de openingen 31 gemonteerd, waarbij de onderzijde van uitstekende armen 35 van de polijstnok aansluiten op het bovenvlak van de geleidingsplaat 16.
In fig. 10 is in een doorsnede door de referentie-groef 18 van het positioneringsstuk 3 een gedeelte van een bedradingstafel 36 zichtbaar, die is voorzien van twee posi- tioneringspennen 37 waarvan er in fig. 11 één zichtbaar is. Op de bedradingstafel 36 is een eerste deel 38 van de printkaart 5 geplaatst, welk deel 38 van positioneringsopeningen is voorzien die samenwerken met de positioneringspennen 37. Op het deel 38 van de printkaart 5 is het positioneringsstuk 3 geplaatst, waarbij de positioneringsgaten 22 van de geleidings-plaat 16 samenwerken met de positioneringspennen 37. Wanneer het deel 38 en het positioneringsstuk 3 aldus op de bedradingstafel 36 zijn geplaatst, worden de optische geleiders 11 in de positioneringskanalen 4 geschoven, totdat de geleiders 11 boven het bovenvlak van de geleidingsplaat 16 uitsteken, zoals bij wijze van voorbeeld in fig. 11 is weergegeven. De positie van de optische geleiders 11 wordt hierbij bepaald door de positioneringskanalen 4 en de V-vormige sleuven 17 in de geleidingsplaat 16.
In een volgende stap worden de optische geleiders 11 en het positioneringsstuk 3 in de printkaart 5 ingebed door op het eerste deel 38 een tweede laag 39 aan te brengen, zoals in fig. 12 is weergegeven. Na het aanbrengen van de laag 39 wordt ter plaatse van het positioneringsstuk 3 een gedeelte van de bijvoorbeeld uit epoxyhars bestaande laag 39 door polijsten verwijderd, waarbij tevens de boven het oppervlak van de geleidingsplaat 16 uitstekende delen van de geleiders 11 worden verwijderd. Het polijsten wordt uitgevoerd, totdat de boven het bovenvlak van de geleidingsplaat 16 gelegen epoxyhars en de uitstekende delen van de geleiders 11 geheel zijn verwijderd. Hierdoor worden contactvlakken 40 van de geleiders 11 in het bovenvlak van de geleidingsplaat 16 verkregen, zoals in fig. 13 is weergegeven.
Gedurende het polijsten worden voortdurend het oppervlak van de V-vormige groef 33 en de oppervlakken van polijst-nokdelen 41 aan weerszijden van de groef 33 gemeten. In de fig. 14 en 15 is een doorsnede van het positioneringsstuk 3 door een polijstnok 32 weergegeven voor respectievelijk na het polijsten. Zoals uit een vergelijking van deze fig. 14 en 15 blijkt, is de V-vormige groef 33 zodanig in de polijstnok 32 gevormd en is de tophoek van de V-groef 33 zodanig gekozen, dat in de in fig. 8 met een streeplijn 42 schematisch aange- «k duide doorsnede met de onderzijde van de armen 35 het oppervlak van de V-groef 33 en de oppervlakken van de polijstnokde- len 40 aan weerszijden van de groef 33 onderling gelijk zijn. Hierdoor kan zeer nauwkeurig worden vastgesteld wanneer de gewenste polijstdiepte volgens fig. 15 is bereikt. In fig. 15 is de onderling gelijke lengte van de oppervlakken van de groef 33 respectievelijk de polijstnokdelen 41 met pijlen aangegeven. Het polijsten wordt beëindigd zodra de oppervlakken bij elke polijstnok 32 onderling gelijk zijn.
Elke arm 35 van de polijstnok 32 is aan de onderzijde voorzien van een op een basisdeel 43 aansluitende sleuf 44. Wanneer tijdens het polijsten bijna de juiste polijstdiepte volgens fig. 15 is bereikt, breken eerst de armen 35 van de polijstnok 32 af. Hierdoor wordt een sprongsgewijze verandering van de oppervlakken van de polijstnokdelen 40 veroorzaakt, hetgeen aanduidt dat de juiste polijstdiepte nagenoeg is bereikt.
in fig. 16 is het positioneringsstuk 3 weergegeven, welke in dit geval met drie polijstnokken 45 is uitgevoerd. De polijstnokken 45 hebben een in hoogterichting variërend door-snede-oppervlak, doordat aan weerszijden van een basisdeel 46 een eerste recht vlak 47 op dit basisdeel 46 aansluit, welke vlakken 47 in de gemonteerde toestand van de polijstnok 45 op het bovenvlak van de geleidingsplaat 16 aansluiten en met dit bovenvlak een kleine hoek insluiten. Op het rechte vlak 47 sluit een tweede recht vlak 48 aan, dat in tegengestelde richting verloopt en een aanmerkelijk grotere hoek insluit met het bovenvlak van de geleidingsplaat 16. Tijdens het polijsten zal het oppervlak van de polijstnok eerst toenemen en na het bereiken van de snijlijn van de vlakken 47, 48 afnemen. Deze overgang vormt een signalering dat nagenoeg de juiste polijst-diepte is bereikt. Bij het bereiken van de gewenste polijst-diepte is het oppervlak van elke polijstnok 45 gelijk aan het oppervlak van het basisdeel 46.
Opgemerkt wordt, dat het aanbrengen van optische geleiders 11 in de positioneringskanalen 4 van het geleidings-stuk 10 in hoofdzaak op de in het voorgaande beschreven wijze wordt uitgevoerd. Het geleidingsstuk 10 is hiertoe op dezelfde wijze als het positioneringsstuk 3 voorzien van niet weergegeven positioneringsgaten die samenwerken met de positionerings- * pennen 37 van de bedradingstafel 36. Wanneer de optische geleiders 11 in de positioneringskanalen 4 zijn geschoven, wor den de optische geleiders door ingieten met een epoxyhars met het positioneringsstuk 10 verbonden en wordt overtollig epoxyhars op de hierboven beschreven wijze door polijsten verwijderd, waarbij de polijstnokken 32 worden gebruikt voor het meten van de polijstdiepte.
Hoewel bij de in het voorgaande bescrheven uitvoe-ringsvoorbeelden twee polijstnokken 32 respectievelijk drie polijstnokken 45 worden toegepast, is het ook mogelijk de po-lijstdiepte te bewaken door het toepassen van een enkele po-lijstnok. Bij voorkeur worden echter ten minste twee polijst-nokken toegepast, aangezien met behulp van twee polijstnokken een polijsten parallel aan het oppervlak van de geleidings-plaat 16, 26 beter kan worden gewaarborgd.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.

Claims (19)

1. Connectorsamenstel voor het met elkaar verbinden van optische en/of elektrische geleiders, voorzien van een eerste en een tweede connectordeel, waarbij elk connectordeel is voorzien van een positioneringsstuk met een of meer posi-tioneringskanalen voor eerste respectievelijk tweede geleiders, waarbij elke geleider een contactvlak omvat in het bovenvlak van het bijbehorende positioneringsstuk en waarbij het eerste positioneringsstuk is voorzien van een referentiegroef met tenminste een recht eerste referentievlak en het tweede positioneringsstuk is voorzien van een referentienok met tenminste een recht tweede referentievlak dat in de gekoppelde toestand van de connectordelen tegen het eerste referentievlak aanligt, welke referentievlakken zijn gelegen op een nauwkeurig bepaalde plaats ten opzichte van de positioneringskanalen, met het kenmerk, dat een of beide positioneringsstukken een dragerplaat en een geleidingsplaat die met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd, omvat/omvatten, waarbij tenminste de uiteinden van de positioneringskanalen in de geleidingsplaat zijn gevormd en de referentiegroef respectievelijk de referentienok deel uitmaakt van de geleidingsplaat.
2. Connectorsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk positioneringskanaal in een V-vormige sleuf in het bovenvlak van de geleidingsplaat uitmondt.
3. Connectorsamenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de referentienok met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd en in een opening in de geleidingsplaat is bevestigd .
4. Connectorsamenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de geleidingsplaat is voorzien van tenminste één polijstnok voor het bepalen van de polijstdiepte.
5. Connectorsamenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elke polijstnok met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd en in een opening in de geleidingsplaat is bevestigd.
6. Connectorsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsplaat is voorzien van tenminste twee positioneringsgaten voor het positioneren van het betreffende positioneringsstuk op positioneringspennen van een bedradingstafel, waarbij de dragerplaat is voorzien van overeenkomstige positioneringsgaten die groter zijn dan de positioneringsgaten van de geleidingsplaat.
7. Positioneringsstuk, voorzien van een of meer po-sitioneringskanalen voor optische en/of elektrische geleiders, en een referentiegroef respectievelijk referentienok met tenminste een recht referentievlak, dat op een nauwkeurig bepaalde plaats ten opzichte van de positioneringskanalen is gelegen, met het kenmerk, dat het positioneringsstuk een dragerplaat en een geleidingsplaat die met hoge nauwkeurigheid is vervaardigd, omvat, waarbij tenminste de uiteinden van de positioneringskanalen in de geleidingsplaat zijn gevormd en de referentiegroef respectievelijk de referentienok deel uitmaakt van de geleidingsplaat.
8. Werkwijze voor het vervaardigen van een connector-deel, waarbij een positioneringsstuk met een of meer positioneringskanalen voor optische en/of elektrische geleiders wordt vervaardigd en de geleiders in de positioneringskanalen worden geplaatst zodanig dat de uiteinden van de geleiders tenminste gedeeltelijk boven het bovenvlak van het positioneringsstuk uitsteken, waarna de geleiders in het positioneringsstuk worden ingegoten en contactvlakken van de geleiders in een vlak met het bovenvlak van het positioneringsstuk worden gevormd door de uitstekende delen van de geleiders door polijsten te verwijderen, met het kenmerk, dat het positioneringsstuk wordt gevormd uit een dragerplaat en een geleidingsplaat, waarbij de geleidingsplaat met zeer hoge nauwkeurigheid wordt vervaardigd, waarbij de positioneringskanalen tenminste in de geleidingsplaat worden gevormd.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de geleidingsplaat wordt voorzien van tenminste één po-lijstnok met een in hoogterichting variërend doorsnede-opper-vlak, waarbij het polijsten wordt uitgevoerd totdat het oppervlak van elke polijstnok een vooraf bepaalde waarde heeft.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat elke polijstnok wordt uitgevoerd met een V-groef waarvan de tophoek in het midden van de polijstnok ligt, waarbij de tophoek van de V-groef zodanig is gekozen dat in de doorsnede met het bovenvlak van de geleidingsplaat het oppervlak van de V-groef en de oppervlakken van de polijstnokdelen aan weerszijden van de V-groef onderling gelijk zijn, waarbij het polijsten wordt uitgevoerd totdat de genoemde doorsnede is bereikt.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat gedurende het polijsten voortdurend het oppervlak van de V-groef en de oppervlakken van de polijstnokdelen aan weerszijden van de V-groef worden gemeten en het polijsten wordt beëindigd, zodra deze oppervlakken bij elke polijstnok onderling gelijk zijn.
12. Werkwijze volgens conclusie 9, 10 of 11, met het kenmerk, dat de polijstnokken met zeer hoge nauwkeurigheid worden vervaardigd en in een opening in de geleidingsplaat worden bevestigd.
13. Werkwijze volgens een der conclusies 8-12, met het kenmerk, dat in de geleidingsplaat een referentiegroef met tenminste een recht referentievlak wordt gevormd op een nauwkeurig bepaalde plaats ten opzichte van de positioneringskana-len, waarbij in het dragerdeel een overeenkomstige groef wordt gevormd die groter is dan de referentiegroef in de geleidingsplaat .
14. Werkwijze volgens een der conclusies 8-12, met het kenmerk, dat de geleidingsplaat wordt uitgevoerd met een referentienok met tenminste een recht referentievlak dat is gelegen op een nauwkeurig bepaalde plaats ten opzichte van de positioneringskanalen.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de referentienok met zeer hoge nauwkeurigheid wordt vervaardigd en in een opening in de bijbehorende geleidingsplaat wordt bevestigd.
16. Werkwijze volgens een der conclusies 8-15, met het kenmerk, dat de geleidingsplaat wordt uitgevoerd met tenminste twee positioneringsgaten, waarmee het positionerings-stuk wordt gepositioneerd op positioneringspennen van een be-dradingstafel, waarbij de dragerplaat wordt uitgevoerd met overeenkomstige gaten die groter zijn dan de positioneringsgaten van de geleidingsplaat.
17. Polijstnok voor toepassing bij de werkwijze volgens een der conclusies 8-16, met het kenmerk, dat de polijstnok een in de hoogterichting van de polijstnok variërend door- snede-oppervlak heeft en een basisdeel heeft voor montage van de polijstnok in de geleidingsplaat.
18. Polijstnok volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de polijstnok aan weerszijden van het basisdeel een eerste recht vlak omvat, dat op het bovenvlak van de geleidingsplaat aansluit en een kleine hoek insluit met dit bovenvlak, alsmede een daarop aansluitend tweede recht vlak dat in tegengestelde richting verloopt en een aanmerkelijk grotere hoek insluit met het bovenvlak van de geleidingsplaat.
19. Polijstnok volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de polijstnok aan weerszijden van het basisdeel een daarvan uitstekende arm omvat, waarbij in het midden van een bovenvlak van de polijstnok een omlaag gerichte V-groef is aangebracht, waarvan de tophoek in het midden van de polijstnok ligt en waarbij de tophoek zodanig is gekozen dat in de doorsnede met het bovenvlak van de geleidingsplaat het oppervlak van de V-groef en de oppervlakken van de polijstnokdelen aan weerszijden van de V-groef onderling gelijk zijn, waarbij in het ondervlak van elke arm een op het basisdeel aansluitende groef is aangebracht.
NL9401023A 1994-06-22 1994-06-22 Connectorsamenstel. NL9401023A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401023A NL9401023A (nl) 1994-06-22 1994-06-22 Connectorsamenstel.
DE69513520T DE69513520T2 (de) 1994-06-22 1995-06-20 Steckervorrichtung
PCT/EP1995/002403 WO1995035519A1 (en) 1994-06-22 1995-06-20 Connector assembly
EP95924892A EP0766839B1 (en) 1994-06-22 1995-06-20 Connector assembly

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401023A NL9401023A (nl) 1994-06-22 1994-06-22 Connectorsamenstel.
NL9401023 1994-06-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9401023A true NL9401023A (nl) 1996-02-01

Family

ID=19864341

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401023A NL9401023A (nl) 1994-06-22 1994-06-22 Connectorsamenstel.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0766839B1 (nl)
DE (1) DE69513520T2 (nl)
NL (1) NL9401023A (nl)
WO (1) WO1995035519A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9401025A (nl) * 1994-06-22 1996-02-01 Framatome Connectors Belgium Connectorsamenstel.
NL9401458A (nl) * 1994-09-08 1996-04-01 Framatome Connectors Belgium Positioneringsstuk voor een connector voor optische geleiders.
JP6363784B1 (ja) * 2017-07-31 2018-07-25 株式会社精工技研 光コネクタプラグおよび二連式の光コネクタプラグ

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4155624A (en) * 1976-12-23 1979-05-22 Thomas & Betts Corporation Duplex optical fiber connector
US4186997A (en) * 1977-02-14 1980-02-05 Amp Incorporated Overlap type waveguide connector assembly and method
US5155787A (en) * 1991-09-06 1992-10-13 Minnesota Mining And Manufacturing Company Multiple optical fiber splice element having ramped porch
EP0571037A1 (en) * 1992-05-20 1993-11-24 Framatome Connectors International Connector assembly

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4155624A (en) * 1976-12-23 1979-05-22 Thomas & Betts Corporation Duplex optical fiber connector
US4186997A (en) * 1977-02-14 1980-02-05 Amp Incorporated Overlap type waveguide connector assembly and method
US5155787A (en) * 1991-09-06 1992-10-13 Minnesota Mining And Manufacturing Company Multiple optical fiber splice element having ramped porch
EP0571037A1 (en) * 1992-05-20 1993-11-24 Framatome Connectors International Connector assembly

Also Published As

Publication number Publication date
WO1995035519A1 (en) 1995-12-28
EP0766839A1 (en) 1997-04-09
EP0766839B1 (en) 1999-11-24
DE69513520T2 (de) 2000-04-27
DE69513520D1 (de) 1999-12-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2096590C (en) Connector assembly
US8021058B1 (en) Fabrication of optical devices and assemblies
US7441965B2 (en) Connector
US5647042A (en) Optical link module connection system
EP0564210A1 (en) Optical fiber connector and method of manufacturing the same
KR100470540B1 (ko) 각형의광-기계적커넥터및그것의제조방법
EP0787358B1 (en) Optocomponent capsule having an optical interface
JP2000512029A (ja) 光電素子レセプタクルおよびその製造方法
JPH07504770A (ja) ハイブリッド光集積回路の製造方法および発光装置
JP7441478B2 (ja) 接続装置
NL9401023A (nl) Connectorsamenstel.
US5500914A (en) Optical interconnect unit and method or making
KR950005708B1 (ko) 광모듀울의 제조방법
US5666446A (en) Method for producing a cover for an integrated optical circuit and cover for an integrated optical circuit
KR100265478B1 (ko) 캡슐화된 광소자용 리드프레임
NL9401024A (nl) Connectorsamenstel.
US5809197A (en) Optical coupling structure, method of realizing such a structure and related positioning means
NL9401025A (nl) Connectorsamenstel.
JPH07281063A (ja) 光集積回路
NL9401458A (nl) Positioneringsstuk voor een connector voor optische geleiders.
EP0985944A1 (en) Package for optoelectronic components
JP2986617B2 (ja) 透過型光結合装置およびその製造方法
NL9401457A (nl) Positioneringsstuk voor een connector voor optische geleiders.
NL9401460A (nl) Positioneringsstuk voor een connector voor optische geleiders.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed