NL9101488A - Buizenpostsysteem. - Google Patents

Description

Buizenpostsvsteem

De uitvinding betreft een buizenpostsysteem omvattende tenminste een invoerstation alsmede tenminste een patroon, welk invoerstation een toegang bezit door middel waarvan een zich in het station bevindende patroon toegankelijk is, alsmede positioneringsmiddelen voor het zodanig positioneren van de patroon ten opzichte van de toegang van het station dat zich in het station bevindende voorwerp via de toegang overbrengbaar zijn uit het station in de patroon.

Een dergelijk systeem is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-343OI3. Dat bekende systeem is in het bijzonder geschikt voor het in een patroon opnemen van voorwerpen zoals bankbiljetten. Door middel van het buizenpostsysteem kunnen de bankbiljetten dan van een kassa snel overgebracht worden naar een beveiligd gebied zoals een kluis. Dit systeem heeft het nadeel dat het inbrengen van de biljetten in de patronen niet beveiligd is. Dit betekent dat deze belangrijke schakel in het transport van de bankbiljetten kwetsbaar is met betrekking tot fraude of diefstal. Bovendien is het bekende systeem nogal arbeidsintensief, omdat het aanbrengen of verwijderen van de bankbiljetten met de hand moet geschieden.

Doel van de uitvinding is daarom een buizenpostsysteem van het hiervoor beschreven soort te verschaffen dat een grotere veiligheid bezit, en dat minder arbeidsintensief is. Dit wordt bereikt doordat aangrenzend aan de toegang opstelmiddelen zijn voorzien ter opname van in de patroon te brengen voorwerpen, alsmede duwmiddelen voor het vanaf de opstelmiddelen in de patroon duwen van de voorwerpen.

Volgens een eerste mogelijkheid bezitten de duwmiddelen een bewegingsrichting dwars op de langsrichting van een in het station opgenomen patroon. De voorwerpen zoals bankbiljetten kunnen daardoor zijdelings in de patroon gestoken worden. Daarbij is sprake van een relatief korte transportbeweging, hetgeen in het bijzonder gunstig is bij relatief slappe voorwerpen zoals bankbiljetten.

In dit verband wordt gewezen op het Europese octrooi EP-B-6369I. waaruit een patroon bekend is waarin eveneens bankbiljetten opneembaar zijn. Deze worden echter in langsrichting van het patroon daarin opgenomen, waarvoor een vrij ingewikkeld transportbandmechanisme in het inwendige van de patroon noodzakelijk is. Bij het systeem volgens de uitvinding is het echter niet nodig om in de patroon zelf transportmiddelen op te nemen, gezien de verhoudingsgewijze korte, zijdelingse transportbe- weging die plaatsvindt in het inwendige van de patroon.

In het bijzonder voor het verzenden van biljetten of formulieren kan het station een sleufvormige kamer voor het gereedhouden van één of meer biljetten of formulieren bezitten, in welke kamer de toegang voor de patroon uitmondt, en kan de patroon een met die toegang corresponderende opneemopening ter opname van één of meer biljetten of formulieren bezitten. De in de sleufvormige kamer gereed gehouden biljetten of formulieren bezitten automatisch de juiste stand, zodanig dat zij op betrouwbare wijze in de patroon overgebracht kunnen worden. Daardoor is het systeem volgens de uitvinding zeer gebruiksvriendelijk.

Bij voorkeur is de kamer in wezen tangentiaal ten opzichte van het buisdeel waarin de patroon opstelbaar is, en is de bewegingsrichting der duwmiddelen zowel radiaal ten opzichte van dat buisdeel als wel loodrecht op die kamer. Bij deze uitvoeringsvorm bezit de kamer aan zijn twee tangentiaal verlopende zijden tegenover elkaar liggende doorgangs-openingen waar doorheen een duwplaat beweegbaar is tot in de opneemopening van de patroon. De in de sleufvormige kamer gereedgehouden biljetten of formulieren worden door de duwplaat min of meer dubbel gevouwen, en in die toestand meegevoerd naar de patroon. Vervolgens treden zij de corresponderende opneemopening van de patroon zelf binnen, waarbij zij nog steeds om de duwplaat heen gevouwen zijn. Wanneer de duwplaat ver genoeg in de patroon gedrongen is, spreiden de dubbelgevouwen biljetten of formulieren zich uiteen. Daarmee zijn zij geblokkeerd tegen naar buiten treden uit de opneemopening van de patroon.

Vervolgens kan de duwplaat weer teruggetrokken worden, zodanig dat de biljetten of formulieren achterblijven in de patroon. De opneemopening van de patroon moet daartoe een zodanige dikte bezitten dat zowel de duwplaat alsmede één of meer dubbelgevouwen biljetten of formulieren daardoorheen beweegbaar zijn.

Het systeem volgens de uitvinding kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Volgens een eerste mogelijkheid is het duworgaan met de hand bedienbaar. Ook is het echter mogelijk om het duworgaan te koppelen met elektrische, pneumatische of hydraulische aandrijfmiddelen.

Zoals hiervoor reeds genoemd is het buizenpostsysteem volgens de uitvinding in het bijzonder geschikt voor het veilig behandelen van formulieren en biljetten. Daartoe is volgens een voorkeursuitvoeringsvorm de ingang van de kamer voorzien van een afsluitklep door middel waarvan de kamer afsluitbaar is nadat de kamer gevuld is en voordat het duworgaan bediend wordt. Zodra een biljet of formulier in de kamer is opgenomen, is dit niet meer bereikbaar en kan het nog slechts worden afgevoerd door middel van de patroon. Daardoor kan het risico van fraude en diefstal aanzienlijk verkleind worden.

Het systeem volgens de uitvinding is echter niet beperkt tot het verzenden van voorwerpen zoals bankbiljetten of formulieren. Het is ook mogelijk om voorwerpen zoals dozen, blikken en bussen daarmee te behandelen, waarbij dan een duwschot is voorzien dat loodrecht op de over-brengrichting van de voorwerpen verloopt. Hierbij verloopt het buisdeel waarin de patroon opstelbaar is bijvoorkeur vertikaal, terwijl onder dat buisdeel grendelmiddelen zijn voorzien voor het vasthouden van de patroon in dat buisdeel. Aldus kunnen dozen, blikken, bussen e.d. rechtopstaand opgenomen worden in de patroon, waarbij zij dan in de patroon schuifbaar zijn over het onderste, als platte wand uitgevoerde eindvlak van de patroon.

Voor een automatisch verloop van de overbrenghandeling uit het station in de patroon is het van belang dat de patroon juist gepositioneerd is. Daartoe zijn sensormiddelen voorzien voor het detecteren van de positie van de opneemopening van de patroon, aandrijfmiddelen voor het roteren van de patroon om zijn eigen as, alsmede besturingsmiddelen welke zijn gekoppeld met de sensormiddelen en de aandrijfmiddelen voor het zodanig aandrijven daarvan dat de opneemopening van de patroon brengbaar is tegenover de toegang van de kamer. Daardoor kan verzekerd worden dat de patroon in het invoerstation zich steeds in de juiste stand bevindt, dat wil zeggen in de stand waarin de voorwerpen overgebracht kunnen worden.

Tenslotte betreft de uitvinding tevens een invoerstation alsmede patroon voor het hiervoor beschreven systeem.

Vervolgens zal de uitvinding aan de hand van enkele uitvoerings-voorbeelden nader toegelicht worden.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede door een invoerstation volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont eveneens het invoerstation volgens figuur 1.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht, gedeeltelijk een doorsnede, van het invoerstation volgens figuur 1.

Figuur 4 toont aandrijf- en sensormiddelen voor een patroon in het station.

Figuur 5 toont een alternatieve uitvoering van het invoerstation.

Figuur 6 toont een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van het invoerstation met patroon volgens de uitvinding.

Figuur 7 toont een bovenaanzicht van het station volgens figuur 6.

Figuur 8 toont een variant in doorsnede.

Figuur 9 toont een vooraanzicht van de variant van figuur 8.

Het in figuur 1 en 2 weergegeven invoerstation omvat een buisge-deelte 1 waarin een patroon 2 is opgenomen. Aangrenzend aan het buisge-deelte 1 verloopt tangentiaal een opneemsleuf 3. waarin een biljet of formulier 4 is gestoken. Door middel van doorgangsopening 5 is de sleuf-vormige kamer 3 verbonden met buisdeel 1.

Radiaal tegenover de doorgangsopening 5 bevindt zich een doorgangsopening 6, door middel waarvan de sleufvormige kamer 3 verbonden is met ruimte 7» waarin zich duwplaat 8 bevindt. Verder bevinden zich in deze ruimte de overigens niet getoonde aandrijfmiddelen voor de duwplaat 8. Daarmee is de duwplaat verplaatsbaar vanuit zijn met ononderbroken lijnen getekende stand, naar zijn streep-stippellijnen getekende stand.

In deze laatste stand steekt de duwplaat tot in de opneemopening 9 van de patroon 2. Bij de duwbeweging heeft de duwplaat het formulier 4 of biljet meegenomen. Daarbij wordt het biljet samengevouwen rond de duwplaat 8 zoals getoond in figuur 2, zodanig dat de twee flappen 10, 11 zich aan weerszijden van de duwplaat bevinden. De breedte van de doorgangsopening 5 en de opneemopening 9 moet natuurlijk zo groot zijn dat het aldus samengevouwen biljet of formulier met de duwplaat daar doorheen kan treden. Ook is het mogelijk om meerdere biljetten of formulieren tegelijk in de patroon te brengen, .wanneer de breedte van die openingen daarop berekend is.

Wanneer de duwplaat 8 zo ver uitgestoken is dat het formulier of biljet geheel binnen de patroon aangekomen is, neemt dit de schematisch bij 12 weergegeven vorm aan. Het biljet of formulier spreidt zich daarbij naar buiten, waardoor verhinderd wordt dat het bij het terugtrekken van de duwplaat 8 weer uit de patroon treedt.

Tevens is in figuur 1 een positioneringsmiddel 13 aangegeven, door middel waarvan de patroon 2 zo in buisdeel 1 kan worden vergrendeld dat de opneemopening 9 zich bevindt tegenover de doorgangsopening 5. Deze blokkeerinrichting kan bijvoorbeeld elektrisch aangedreven zijn, en bezit een pen 14 die in een overeenkomstige uitsparing 15 in de wand van de patroon steekbaar is.

In figuur 3 is nader aangeduid hoe de patroon 2 in de juiste stand gepositioneerd kan worden. Daartoe bezit het invoerstation allereerst een sensor 16, die door middel van bijvoorbeeld lichtstralen 17 de aanwezigheid van de opneemopening 5 kan detecteren. De sensor 16 is verbonden met overigens niet getoonde regelmiddelen, welke regelmiddelen verder in verbinding staan met aandrijfmiddelen 18. Deze aandrijfmiddelen omvatten bijvoorbeeld een elektrische motor 19, alsmede een aandrijfwiel 20. Dit aandrijfwiel 20 is in samenwerking met omtreksrand 21 van de patroon, zodanig dat bij verdraaiing van aandrijfwiel 20 de patroon 2 om zijn eigen as draait. Door middel van een verdere niet getoonde sensor kan na inbrengen van een patroon het deksel 40 worden afgesloten door middel van grendel 39· Zodra sensor 16 de opneemopening 9 detecteert, wordt de aan-drijfbeweging onderbroken. Op dat moment bevindt de opneemopening 9 zich tegenover de doorgangsopeningen 5, 6, waarna de duwplaat bekrachtigd kan worden teneinde een biljet of formulier in de patroon te steken.

Na het detecteren van een biljet of formulieren 4 door een niet getoonde sensor, kan de afsluitklep 38 bekrachtigd worden. Deze sluit vervolgens zodanig dat het biljet of formulier niet meer uit de kamer 3 genomen kan worden.

In figuur 4 is één en ander nogmaals weergegeven in dwarsdoorsnede.

Figuur 5 toont een sterk vereenvoudigde uitvoeringsvorm, waarbij een losse duwplaat 22 moet worden toegepast. Een biljet of formulier 23 kan daarbij gedeponeerd worden in een open kamer 24, die in verbinding staat met doorgangsopening 25. De duwplaat 22 moet met de hand worden gegrepen, en vervolgens op biljet of formulier 23 worden gedrukt zodanig dat dit in doorgangsopening 25 gevouwen wordt. Bij verder doorduwen van de duwplaat 22 door de doorgangsopening 25 komen biljet 23 en duwplaat 22 uiteindelijk terecht in opneemopening 9 van de patroon, waarna de duwplaat 22 weer teruggetrokken kan worden. De bij deze uitvoeringsvorm toegepaste positioneringsmiddelen omvatten een niet-rotatiesymmetrische nok 4l, die kan samenwerken met uitsparing 42 in deksel 43· Zodra nok 41 zich in uitsparing 42 bevindt, bijvoorbeeld door deksel 43 te openen en de patroon te verdraaien, is de juiste positionering verzekerd.

Bij de in figuur 6 en 7 getoonde alternatieve uitvoeringsvorm is een ander soort patroon toegepast. De patroon 26 bezit een opneemruimte 27 met een verhoudingsgewijze grote diameter. Daardoor is deze patroon 26 geschikt voor het opnemen van grotere voorwerpen zoals de bus 28. Bus 28 kan bij deze uitvoering door middel van schot 29 verplaatst worden. Dit schot 29 kan op een overigens niet getoonde wijze worden aangedreven. Vanaf de opstelplaats 30 voor de bus 28 wordt de laatste daarbij in de patroon 26 geschoven. De opneemruimte van de patroon is voorzien van vlakke eindwanden 30, zodanig dat de bus 28 gemakkelijk vanaf de opstelplaats 30 in de patroon 26 kan worden geschoven.

De patroon 26 is bij deze uitvoering vertikaal gepositioneerd. Zodra patroon 26 aangekomen is in buisdeel 32, treedt grendel 33 in werking. Daardoor wordt de patroon 26 zodanig gepositioneerd dat zijn onderste eindvlak % ongeveer op hetzelfde niveau ligt als opstelvlak 30.

Tevens zijn in deze uitvoeringsvorm positioneringsmiddelen 34 aangebracht, die een motor 35 omvatten alsmede een aandrijfwiel 36. Aan-drijfwiel 36 werkt weer samen met rand 37 van de patroon, zodanig dat de patroon 26 met zijn open zijde naar opstelvlak 30 gepositioneerd kan worden.

Bij de in figuur 8 getoonde variant bezit de patroon 44 aan één of beide kopvlakken 45, 46 een opneemopening 47 voor produkt 48. Produkt 48 bevindt zich aanvankelijk op opstelplaats 49 en kan door duwmiddelen 50 verschoven worden naar patroon 44. Produkt 48 schuift daarbij door opneemopening 47, en kan aldus geheel in patroon 44 worden opgenomen.

Om te verhinderen dat produkt 48 bij transport van patroon 44 naar buiten zou treden via opening 47, zijn radiaal naar binnen wijzende vingers 51 voorzien. Deze zijn van flexibel materiaal, bijvoorbeeld rubber. Daardoor kunnen zij bij het naar binnen duwen van produkt 48 uitwijken.

Claims (17)

1. Buizenpostsysteem omvattende tenminste een invoerstation alsmede tenminste een patroon, welk invoerstation een toegang bezit door middel waarvan een zich in het station bevindende patroon toegankelijk is, alsmede positioneringsmiddelen voor het zodanig positioneren van de patroon ten opzichte van de toegang van het station dat zich in het station bevindende voorwerpen via de toegang overbrengbaar zijn uit het station in de patroon met het kenmerk dat aangrenzend aan de toegang opstelmiddelen zijn voorzien ter opname van in de patroon te brengen voorwerpen, alsmede duwmiddelen voor het vanaf de opstelmiddelen in de patroon duwen van de voorwerpen.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de duwmiddelen een beweging dwars op de langsrichting van een in het station opgenomen patroon uitvoeren.

3. Systeem volgens conclusie 2 voor het verzenden van biljetten of formulieren, waarbij het station een sleufvormige kamer voor het gereedhouden van een of meer biljetten of formulieren bezit, in welke kamer de toegang voor de patroon uitmondt, en de patroon een met die toegang corresponderende opneemopening ter opname van een of meer bijetten of formulieren bezit.

4. Systeem volgens conclusie 3. waarbij de kamer in wezen tangentiaal ten opzichte van het buisdeel waarin de patroon opstelbaar is, verloopt, en de bewegingsrichting der duwmiddelen zowel radiaal ten opzichte van dat buisdeel alswel loodrecht op de kamer verloopt.

5. Systeem volgens conclusie 4, waarbij de kamer aan zijn twee tangentiaal verlopende zijden tegenover elkaar liggende doorgangsopeningen bezit waar doorheen een duwplaat beweegbaar is tot in de opneemopening van de patroon.

6. Systeem volgens conclusie 5* waarbij de doorgangsopeningen zich op een zodanige plaats in de kamerzijden bevinden dat een zich in die kamer bevindend biljet of formulier door de in de kamer tredende duwplaat wordt dubbelgevouwen rond de rand van de duwplaat en in die toestand in de opneemopening van de patroon wordt gedrongen.

7. Systeem volgens conclusie 6, waarbij de opneemopening van de patroon een zodanige dikte bezit dat een dubbelgevouwen en in de patroon geduwd biljet of formulier doordat dit zich uit de dubbelgevouwen toestand weer uitspreidt na inbrengen in de patroon niet terug uit de patroon kan bewegen .

8. Systeem volgens een dér conclusies 2-7, waarbij het duworgaan met de hand bedienbaar is.

9· Systeem volgens een der conclusies 2-7, waarbij het duworgaan gekoppeld is met elektrische of pneumatische aandrijfmiddelen.

10. Systeem volgens een der conclusies 3~9, waarbij de ingang van de kamer een afsluitklep bezit door middel waarvan de kamer afsluitbaar is nadat de kamer is gevuld en voordat het duworgaan bediend wordt.

11. Systeem volgens conclusie 1 of 2 voor het verzenden van voorwerpen zoals dozen, blikken, bussen e.d., waarbij een duwschot is voorzien dat loodrecht op de overbrengrichting van de voorwerpen loopt.

12. Systeem volgens conclusie 11, waarbij het buisdeel waarin de patroon opstelbaar is vertikaal verloopt, onder dat buisdeel grendelmiddelen zijn voorzien voor het vasthouden van de patroon in dat buisdeel, en de eind-vlakken van de patroon plat zijn.

13· Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij sensormiddelen zijn voorzien voor het detecteren van de positie van de opneemopening van de patroon, aandrijfmiddelen voor het roteren van de patroon om zijn eigen as, alsmede besturingsmiddelen welke zijn gekoppeld met de sensormiddelen en de aandrijfmiddelen voor het zodanig aan drijven daarvan dat de opneemopening van de patroon brengbaar is tegenover de toegang van de kamer.

14. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de duwmiddelen een beweging in langsrichting van een in het station opgenomen patroon uitvoeren, en het patroon aan de naar de duwmiddelen gekeerde zijde flexibele sluitmiddelen bezit.

15. Invoerstation voor het systeem volgens een der voorgaande conclusies.

16. Patroon voor het systeem volgens een der conclusies 1-13·

17. Patroon voor het systeem volgens conclusie 14, aan tenminste een kopvlak voorzien van radiaal, naar binnen wijzende, flexibele vingers.