NL9002861A - Snijinrichting. - Google Patents

Description

Sni jinrichting

De onderhavige uitvinding betreft een snijinrichting voor hetaanbrengen van een snede rondom de anus van een karkas, voorzien van eenpositioneringsstang die bestemd is om gepositioneerd te worden in deanus, en van een draaibaar concentrisch cilindrisch mes dat aan de naarhet vrije eind van de stang gekeerde zijde een snijrand bezit.

Een dergelijke snijinrichting is bekend uit de Deense octrooiaan¬vrage 5220/8820. Hij is bestemd om de anus los te snijden van de om¬gevende delen van het karkas, zodanig dat bij de verdere verwerking vanhet karkas het darmpakket in zijn geheel verwijderd kan worden.

Het mes wordt op de juiste plaats rondom de anus gepositioneerddoor middel van de positioneringsstang, zodanig dat de snede op dejuiste plaats wordt aangebracht. De positioneringsstang kan daarbij inéén geheel zijn uitgevoerd met het mes, zodanig dat ook deze draait,hetgeen het aanbrengen van de stang vergemakkelijkt.

Zodra de snede tot de gewenste diepte aangebracht is, wordt desnijinrichting weer verwijderd. De pen wordt daartoe uit de anus getrok¬ken. Daarbij kan dan de anus bijvoorbeeld in het karkas vallen. Alsalternatief kan hij echter met de snijinrichting uit het karkas ver¬wijderd worden, waarna de anus losgenomen wordt van de snijinrichting enaan de endeldarm naast het karkas blijft hangen.

In de praktijk blijkt zich nu het nadeel voor te doen dat uit deanus nog faecaliën komen, waardoor de steriliteit van het karkas ver¬loren gaat. Tevens kunnen eventueel nog aan de stang hechtendefaecaliën alsnog op of in het karkas terecht komen. Eén en ander zouvoorkomen kunnen worden door de snijinrichting zeer voorzichtig teverwijderen. Doch bij het tamelijk ruw verlopende bedrijf in een slacht¬inrichting is dit niet goed mogelijk.

Doel van de uitvinding is daarom een snijinrichting van het in deaanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij dit nadeel vermeden wordten waarbij verzekerd kan worden dat het karkas bij het verwijderen vande snijinrichting niet besmet wordt.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de stang spuit-middelen draagt voor het opwekken van een transportwerking in de ruimtetussen stang en endeldarm zodanig dat de faecaliënresten in de endel¬darm gedrukt kunnen worden.

De spuitmiddelen kunnen zowel met een vloeibaar als met een gasvor- mig medium bedreven worden. De transportwerking wordt daarbij verkregendoor de mediumstroming geleverd door de spuitmiddelen.

Bij voorkeur zijn tevens middelen voorzien voor het afzuigen van deruimte tussen stang en mes. Daarmee kunnen eventueel toch nog naarbuiten tredende faecaliënresten verwijderd worden, zodat ieder risikovan vervuiling van het karkas uitgesloten is.

Bovendien wordt bij het aanbrengen van de snede de huid rondom deanus gespannen gehouden. Dit heeft een gunstige invloed op de snijbewer-king.

Het spannen van de huid rondom de anus kan ook op andere manierenworden bereikt. Zo kunnen daartoe bijvoorbeeld mechanische middelenworden toegepast, naar analogie met de bij inrichtingen voor het los¬snijden van de anus van gevogelte toegepaste mechanische middelen.

De door de spuitmiddelen opgewekte transportwerking is tevensgeschikt is voor het in de middelen voor het afzuigen van de ruimtetussen stang en mes drukken van de faecaliënresten. Daardoor wordt ookhet gevaar verminderd dat nog faecalienresten uit de snijinrichtingzouden druppelen.

De stang is bij voorkeur voorzien van een op het uitwendige van destang uitmondende boring die aansluitbaar is op een vacüumbron, alsmedevan een spuitleiding die ten opzichte van de boring uitmondt aan denaar het vrije eind van de positioneringsstang gekeerde zijde daarvan.Bij deze voorkeursuitvoeringsvorm is verzekerd dat beide hiervoor be¬schreven effecten optreden. De faecaliënresten kunnen daarbij zowelverder teruggedrukt worden in de darm, alsmede verder het zuigkanaal vande snijinrichting worden in gespoten

Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm kan verkregen worden indiende stang nabij de uitmonding van de spuitleiding een ringvormige verdik¬king draagt, zodanig dat althans bij het verdraaien van de stang in deanus de uitmonding van de spuitleiding vrij blijft van de wand van deanus. Daardoor kan verzekerd worden dat de in dit gebied verhoudings¬gewijze tere anuswand beschadigd zou worden doordat hij langs de gaatjesin de ronddraaiende stang strijkt. Bij de zuigmond doet zich dit pro¬bleem niet voor, aangezien de anuswand daar een stevigere struktuurheeft gezien de aanwezigheid van de kringspier en de overgang naar hetuitwendige van de karkas.

Volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm kan de spuitleiding door deboring verlopen. Aldus wordt een concentrisch opgebouwde snijinrichtingverkregen, die een goede balans bezit met betrekking tot de draaiendebeweging.

De spuitleiding kan uitmonden op een ingesnoerd deel van de stang,liggend tussen de ringvormige verdikking en een verdikte stangvoetgrenzend aan de bodem van het mes. Ook hierbij kan op betrouwbare wijzeverzekerd worden dat de tere wand van de anus niet in aanraking komt metde persgaatjes.

Tenslotte wordt opgemerkt dat de snijinrichting volgens de uitvin¬ding niet alleen toegepast kan worden in een handpistool zoals be¬schreven in genoemde Deense octrooiaanvrage, doch ook in een geauto¬matiseerde installatie zoals bijvoorbeeld bekend uit WO 89/10060.

Vervolgens zal de uitvinding aan de hand van een in de figuur weer¬gegeven uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht worden.

De figuur toont een aanzicht, gedeeltelijk in langsdoorsnede, vande snijinrichting volgens de uitvinding.

De in zijn geheel met 1 aangeduide snijinrichting omvat eenpositioneringsstang 2, alsmede een concentrisch ten opzichte daarvanaangebracht mes 3· Dit mes 3 is aan de naar het vrije eind van depositioneringsstang 2 gekeerde zijde voorzien van een mesrand 4, en aande andere zijde van een bodem 5· In de bodem 5 is de positioneringsstang2 afdichtend bevestigd. De positioneringsstang draagt aan zijn vrijeeind nog een verdikking 6, zodanig dat hij zonder de anus te beschadigendaarin gepositioneerd kan worden.

Mes 3 en positioneringsstang 2 zijn onverdraaibaar aan elkaarverbonden, zodanig dat de positioneringsstang 2 ook draait wanneer hijaangebracht wordt in de anus.

Zoals verder weergegeven bezit de positioneringsstang een verdiktvoetgedeelte 7. waarin een uitsparing 8 is voorzien. Deze uitsparing 8mondt door middel van gaatjes 9 uit op het uitwendige van depositioneringsstang 2.

De ruimte 8 is aangesloten op een vacüumbron, zodanig dat door degaatjes 9 een onderdruk kan worden opgewekt in de ruimte bepaald tussenhet mes en de anus. Tijdens het steeds verder in de anus snijden wordtdoor middel van de vacüumbron een constante onderdruk gehandhaafd, zo¬danig dat uit de anus afkomstige faecaliën via de gaatjes 9 en de holte8 afgevoerd kunnen worden.

In de holte 8 is een spuitleiding 10 voorzien, die door middel vande gaatjes 11 uitmondt op het uitwendige van de positioneringsstang 2.De gaatjes 11 monden uit in een ingesnoerd gedeelte 12 van depositioneringsstang, dat zich bevindt tussen de verdikte voet 7 enaanvullend verdikt gedeelte 13.

Wanneer de bekende snijinrichting verwijderd wordt, glijdt de anus onder invloed van het darmpakket van de positioneringsstang 2 af. Daar¬bij bestaat het gevaar dat zich nog in de anus, en in de snijinrichtingbevindende faecalieresten naar beneden druppelen en terecht komen op hetkarkas. Aangezien het karkas meestal al opengesneden is, gaat daardoorde steriliteit van de blootliggende delen verloren.

Volgens de uitvinding kan, al voordat de snijinrichting verwijderdis van de anus, een transportwerking worden opgewekt in de snijinrich¬ting en de anus. Daardoor worden eventuele faecaliënresten verder deanus en de darm ingedrukt. Ook kunnen door middel van deze transport¬werking de reeds afgezogen faecaliën verder weggespoten worden in deholte 8, zodat ook van de snijinrichting zelf geen faecaliënresten meerkunnen afdruppelen bij het verwijderen daarvan.

De transportwerking kan bijvoorbeeld geleverd worden door de spuit-middelen te bedrijven met een gas. Goede resultaten worden verkregendoor een cilinder met een diameter van 9 cm en een lengte van 12 cm,gevuld met een gas onder een druk van k bar, gedurende 2 seconden leegte spuiten tot de omgevingsdruk.

Aangezien de persgaatjes 11 zich in het ingesnoerde gedeelte 12 be¬vinden, kunnen deze de tere wand van de anus ook niet beschadigen,wanneer de positioneringsstang 2 ten opzichte van de anuswand draait. Dezuiggaatjes 9 zijn minder gevaarlijk in dit opzicht, aangezien zich indat gebied een steviger gedeelte van de anus, in het bijzonder de kring¬spier, en de overgang naar het uitwendige van het karkas bevindt.

Bij een niet getoonde alternatieve uitvoering kan de bodem 5ontbreken. Stang en mes kunnen daarbij door middel van bijvoorbeeldspaken aan elkaar verbonden zijn.

Claims (8)

1. Snijinrichting voor het aanbrengen van een snede rondom de anusvan een karkas, voorzien van een positioneringsstang die bestemd is omgepositioneerd te worden in de anus, en van een draaibaar, concentrischcilindrisch mes dat aan de naar het vrije eind van de stang gekeerdezijde een snijrand bezit, met het kenmerk dat de stang spuitmiddelendraagt voor het opwekken van een transportwerking in de ruimte tussenstang en endeldarm zodanig dat de faecaliënresten in de endeldarm ge¬drukt kunnen worden.

2. Snijinrichting volgens conclusie 1, waarbij middelen voor hetafzuigen van de ruimte tussen stang en mes zijn voorzien.

3· Snijinrichting volgens conclusie 2, waarbij de transportwerkingtevens geschikt is voor het in de middelen voor het afzuigen van deruimte tussen stang en mes drukken van de faecaliënresten.

4. Snijinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3 waarbij de stangvoorzien is van een op het uitwendige van de stang uitmondende boringdie aansluitbaar is op een vacutimbron, alsmede van een spuitleiding dieten opzichte van de boring uitmondt aan de naar het vrije eind van depositioneringsstang gekeerde zijde daarvan.

5. Snijinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbijstang en mes star aan elkaar zijn verbonden.

6. Snijinrichting volgens conclusie 4 of 4 en 5. waarbij de stangnabij de uitmonding van de spuitleiding een ringvormige verdikkingdraagt, zodanig dat althans bij het verdraaien van de stang in de anusde uitmonding van de persleiding vrij blijft van de wand van de anus.

7· Snijinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij despuitleiding door de boring verloopt.

8. Snijinrichting volgens conclusie 6 of 6 en 7* waarbij de spuit¬leiding uitmondt op een ingesnoerd deel van de stang, liggend tussen deringvormige verdikking en een verdikte stangvoet grenzend aan de bodemvan het mes.