NL8502997A

NL8502997A - Tabaksrookmondstuk en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Info

Publication number: NL8502997A
Application number: NL8502997A
Authority: NL
Original assignee: Brown & Williamson Tobacco
Priority date: 1984-11-09
Filing date: 1985-11-01
Publication date: 1986-06-02
Also published as: CA1240226A; DK515785A; IT8522781A0; FI854389A; DK168028B1; JPH0462713B2; IL76853A0; FR2572900B1; GR852691B; DE3539197A1; NO164453C; NO854421L; SE8505187D0; DK515785D0; LU86138A1; BE903594A; SE459630B; FI77140C; SE8505187L; GB8527460D0

Description

* - > NO 33501

Tabaksrookmondstuk en werkwijze voor het vervaardigen daarvan

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op tabaksrookventilerende samenstellen en meer in het bijzonder op een verbeterd tabaks-5 rookmondstuk, dat teer door ventilatie vermindert alsmede een nieuwe werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Het is algemeen bekend in de stand der techniek van sigaretten om tabaksrookmondstuk- en/of filtersamenstellen bij een einde van rookartikelen te vormen, waarbij de samenstellen voorzien zijn van ventila-10 tiemiddelen om omgevingslucht in de samenstellen in te brengen om tabaksrook te verdunnen wanneer dit door de samenstellen stroomt. De ven-tilatiemïddelen dienen om de hoeveelheid rookdeeltjes en zich in gasfase bevindende bestanddelen afgegeven aan de mond van de roker te verminderen.

15 Het is eveneens algemeen bekend in de stand der techniek van siga retten om dergelijke tabaksrookventilatiesamenstellen te vervaardigen uit zich axiaal uitstrekkend filamentachtig materiaal, dat gevormd is tot zich in langsrichting strekkende stangen, gekrompen en vervolgens gesneden om eenheid vormende binnentabaksrooksamenstellen voort te 20 brengen die vervolgens omwikkeld worden met mondstukmaterialen, waarbij bepaalde van dergelijke eenheidssamenstellen voorzien zijn van van groeven voorziene buitenwanden of kanalen voor rook of ventilatielucht-doorgangen en sommige van de mondstukmaterialen luchtdoorlatend zijn.

Uit de octrooischriften US-A-3.637.447, US-A-3.690.326 en 25 US-A-3.805.682 zijn bijv. dergelijke gevormde en gekrompen binnenta-baksrookeenheden bekend. Verder wordt de aandacht gevestigd op de octrooi schriften US-A-3.533.416; US-A-3.599.646; US-A-3.648.711; US-A-3.994.306; US-A-4.022.221; US-A-4.026.306 en US-A-4.075.936 welke alle verder dergelijke inrichtingen voorstellen. Uit geen van bovenge-30 noemde octrooischriften is echter het nieuwe ontwerp volgens de onderhavige uitvinding bekend of wordt gesuggereerd, dat, het belang van een grondige verdunning van tabaksrook en een passend afwijkend afgeven van dergelijke verdunde tabaksrook aan de mond van de roker onderkennend, in een stabiel, stevig mondstuksamenstel voorziet, dat dit op recht-35 streekse wijze verwezenlijkt met een minimum aan delen en materiaal, met gebruik van een mengkamer om dit te verwezenlijken. Bovendien vóórziet de onderhavige uitvinding in een nieuwe werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke tabaksmondstuksamenstellen met een reeks rechtstreekse, verhoudingsgewijs weinig kostbare stappen, waarvan elk 40 verhoudingsgewijs weinig kostbare en ongecompliceerde vervaardigingsin- ? 0 3 a 7 ' “ '> Ij> * 4 + 3

De uitvinding wordt vervolgens meer gedetailleerd beschreven aan de hand van een voorkeursuitvoering van een produkt volgens de uitvinding en een wijziging daarvan alsmede een werkwijze waar de voorkeur aangegeven wordt voor het vervaardigen van elk van de produkten aan de 5 hand van de tekeningen, waarin: fig. 1 een vergroot schematisch perspectivisch aanzicht is van een extrusiematrijs en krimpwiel inrichting, dat verschillende stappen volgens de uitvinding toont samenhangend met het vervaardigen van mond-stukstangen voor het verbeterde tabaksrookmondstuk volgens de onderha-10 vige uitvinding; fig. 2 een dwarsdoorsnede aanzicht is langs de lijn II-II uit fig. 1 en een dwarsdoorsnede toont van een van de kamers van de stang voortgebracht door de inrichting uit fig. 1; fig. 3 een dwarsdoorsnede is langs de lijn III-III uit fig. 1 en 15 een dwarsdoorsnede van een van de van ribben voorziene capillaire doorgangen van de stang voortgebracht met de inrichting uit fig. 1 tonend; fig. 4 een schematisch zij-aanzicht is van een inrichting voor het doorboren van bepaalde kamers van de mondstukstangdelen gesneden uit de buisvormige stang gevormd door de inrichting en vervaardig!ngsstappen 20 uit fig. 1; fig. 5 een vergroot zij-aanzicht is van een doorboord stangdeel; fig. 6 een vergroot zij-aanzicht is van een uitvoering van het tabaksrookmondstuk volgens de uitvinding samengevoegd met een tabaks-stang, waarbij in het mondstuk de mengkamer de capillaire doorgang om-25 geeft; en fig. 7 een beperkt zij-aanzicht is van een andere uitvoering van het tabaksrookmondstuk volgens de uitvinding, waarbij van het mondstuk de mengkamer in de lijn ligt met de tegenoverliggende rookinlaat- en uitlaatkamers.

30 In de fig. 3 t/m 6 van de tekening is het verbeterde tabaksrook mondstuk volgens de onderhavige uitvinding afgebeeld als een in hoofdzaak cilindrisch, niet-rookdoorlatend stangorgaan 2 gevormd uit een passend materiaal zoals polyetheen, om op afstand tegenover elkaar liggende axiaal in lijn zijnde open eindigende tabaksrookinlaatkamer 3 en 35 mondeinde-uitlaatkamer 4 te omvatten, rechtstreeks met elkaar verbonden door een zich in langsrichting uitstrekkende, axiaal in lijn liggende leiding 6, die een capillaire doorgang begrenst om kamers 3 en 4 te verbinden. Zoals blijkt uit fig. 3, is leiding 6 voorzien van op afstand liggende ribben 7, die zich op een radiale wijze daar vanaf uit-40 strekken tussen en verbonden zijn met tegenoverliggende uiteinden van ' · · ;'· ; 7 2 . ί richtingen vereist voor het uitvoeren van de stappen van de werkwijze.

Verschillende andere kenmerken van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden voor degenen die bekwaam zijn in de stand der techniek bij het lezen van de onderstaande beschrijving.

5 Meer in het bijzonder voorziet de onderhavige uitvinding in een verbeterd tabaksrookmondstuk omvattende: een zich in langsrichting uitstrekkend samenstel van structureel stevig vormend materiaal gevormd en aangebracht om op afstand tegenover elkaar liggende axiaal in lijn zijnde open eindigende tabaksrook inlaat- en uitlaatkamers te vormen 10 alsmede tenminste een mengkamer daartussen aangebracht met de tegenoverliggende open eindigende kamers met elkaar in verbinding staande; een omhullend mondstukmateriaal dat de kamers omgeeft, en openingsmid-delen in het mondstukmateriaal en kamervormend materiaal om gemakkelijke doorgang van rookverdunnende lucht door het mondstukmateriaal in de 15 mengkamer mogelijk te maken en door tenminste een van de tegenoverliggende in verbinding met elkaar staande kamers.

Bovendien voortziet de onderhavige uitvinding in een nieuwe werkwijze om tabaksrookmondstukeenheden te vervaardigen omvattende het vormen van een hol zich in langsrichting uitstrekkende buisvormige stang 20 uit structureel stevig te vormen materiaal, het indrukken van de buisvormige stang met op afstand liggende tussenruimten axiaal langs de stang om in op afstand liggende axiaal in lijn zijnde kamers te voorzien verbonden door doorstroomleidingen daartussen, het doorboren van bepaalde kamers om in doorboorde en niet-doorboorde kamers te voorzien; 25 het snijden van de stang bij bepaalde kamers om in verkleinde stangen met hanteerbare afmeting te voorzien met op afstand tegenover elkaar liggende axiaal in lijn zijnde open eindigende tabaksrook!nlaat- en uitlaatkamers en tenminste een mengkamer daartussen; en het omwikkelen van de verkleinde stangen met van openingen voorzien mondstukmateriaal, 30 waarbij de openingen zo aangebracht zijn langs de verkleinde stang en de mengkamers dat doorgang van rookverdunnende of ventilatielucht door het mondstukmateriaal in de mengkamer en door tenminste een van de tegenoverliggende in verbinding staande kamers mogelijk is.

Begrepen moet worden dat verschillende veranderingen uitgevoerd 35 kunnen worden door degenen die bekwaan in de stand der techniek zijn aan de inrichting, vorm, gedaante en constructie van het produkt volgens de uitvinding zoals beschreven en getoond en in de verscheidene stappen van de werkwijze volgens de uitvinding zoals hier beschreven en getoond zonder buiten het bereik of de gedachte van de onderhavige uit-40 vinding te geraken.

\ ·· ► f 4 de kamers 3 en 4, waarbij de ribben 7 een kruisvormige dwarsdoorsnede begrenzen om in mengkamers 8 te voorzien die leiding 6 omgeven. Een passend mondstukmateriaal 9 met een reeks op afstand liggende openingen 11 aangebracht om in verbinding te staan met kamers 8, omgeeft kamers 5 3, 4 en 8 en het nabij liggende uiteinde van de tabaksstang 12 om een van filtermondstuk voorzien rookartikel of sigaret te vormen. Opgemerkt moet worden dat in de afgebeelde uitvoering de open eindigende tabaks-inlaatkamer 3 voorzien is van een veelheid van openingen 13 om doorgang van rookverdunnende lucht door de openingen 11 in mondstukpapier 9 in 10 mengkamers 8 en openingen 13 en door tegenoverliggende kamers 3 en 4 die in verbinding staan via leiding 6, mogelijk te maken.

Begrepen moet worden dat onderlinge afmetingen, materialen, maten, geometrie, plaats en afstand van de hierboven beschreven kamers, capillaire doorgangen en op afstand liggende openingen gevarieerd kunnen 15 worden in overeenstemming met de gewenste resultaten zonder buiten het bereik of gedachte van de onderhavige uitvinding te geraken. Openingen kunnen bijv. aanwezig zijn in de andere of beide kamers 3 en 4 of zelfs in de leidingen 6 en het aantal ribben 7 en de plaatsing daarvan ten opzichte van de mengkamers 8 kan gewijzigd worden.

20 Uit fig. 5 blijkt dat elk stangorgaan 2 uit fig. 6 uit een stang- deel 14 gesneden kan worden dat gevormd, doorboord, gesneden en samengevoegd wordt op de nieuwe hierna beschreven wijze.

In fig. 7 van de tekening is een gewijzigd tabaksrookmondstuk volgens de onderhavige uitvinding gevormd uit een stang overeenkomstig aan 25 stangdeel 14 afgebeeld. Dit tabaksrookmondstuk uit fig. 17 is eveneens afgebeeld als een in hoofdzaak cilindrisch, niet-rookdoorlatend stangorgaan 22, eveneens gevormd uit een passend materiaal zoals polyetheen om op afstand tegenover elkaar liggende, axiaal in lijn zijnde, open eindigende tabaksrook!nlaat- en uitlaat- of mondkamers resp. 23 en 24 30 te omvatten. Een mengkamer 28 is eveneens aanwezig bij deze gewijzigde inrichting, maar mengkamer 28 uit fig. 7, is in tegenstelling tot mengkamer 8, axiaal in lijn met inlaat- en uitlaatkamers 23 en 24 en een paar zich in langsrichting uitstrekkende axiaal in lijn liggende leidingen 26 is aanwezig aan elke zijde van de mengkamer 28 om capillaire 35 doorstroomdoorgangen te begrenzen om kamers 23 en 24 met mengkamer 28 te verbinden. Op een wijze overeenkomstig aan de hiervoor beschreven werkwijze voor leidingen 6, kunnen leidingen 26 voorzien worden van op afstand liggende ribben (niet gedetailleerd getoond in fig. 7) om een kruisvormige dwarsdoorsnede te begrenzen om daartussen luchtkamers te 40 verwezenlijken. Opgemerkt moet worden dat mengkamer 28 voorzien is van > f\ .λ - V. Cf C ^ J ·» * 5 passende openingen 31 bij de tegenoverliggende uiteinden daarvan. Dienovereenkomstig maken, indien mondstukpapier met twee passend op afstand liggende reeksen openingen aangebracht wordt om de in lijn liggende kamers 23, 28 en 24 en de door ribben begrensde luchtkamers op een wijze 5 overeenkomstig aan de hiervoor beschreven voor de constructie volgens fig. 6 te omgeven, behalve dat de op afstand liggende reeksen openingen in verbinding staan met luchtkamers gevormd tussen de ribben, de openingen in het mondstukpapier en mengkamers 28 doorgang van rookverdun-nende lucht door het mondstukpapier mogelijk in mengkamer 28 en door 10 tegenover elkaar liggende met elkaar in verbinding staande kamers 23 en 24.

Zoals hierna beschreven zal worden kunnen stangorganen 22 uit fig. 7 gesneden worden uit een passend stangachtig deel 14 uit fig. 5, dat gevormd, doorboord, gesneden en samengevoegd wordt op de nieuwe hierna 15 beschreven wijze.

In fig. 1-4 van de tekening is de nieuwe werkwijze voor het vervaardigen van tabaksrookmondstukken zoals getoond in fig. 5-7 schematisch afgebeeld. Een stang 14 overeenkomstig aan die getoond in fig. 5 wordt gevormd uit een passend niet-rookdoorlatend polyetheenkunststof-20 materiaal door het extruderen daarvan door een ringvormige matrijs 32. De matrijs 32 heeft een draadvormend orgaan 33, dat vanaf het midden van de ring 34 van de matrijs naar achteren steekt. Twee stellen op afstand tegenover elkaar liggende met vermogen aangedreven krimprolstellen 36 en 37 liggen op een passende afstand van matrijs 32. Zoals ge-25 toond is het op afstand liggende rollenstel 36 verticaal aangebracht en is het op afstand liggende rollenstel 37 horizontaal aangebracht met rechte hoeken ten opzichte daarvan nabij het achteruiteinde van het draadvormende orgaan 33. De op afstand liggende rollen van elk stel dienen om met tussenruimte buisvormig orgaan 14 te krimpen wanneer dit 30 geëxtrudeerd wordt uit de ringvormige matrijs 32, waarbij de rollen op afstand liggende omtrekstanden resp. 36' en 37' hebben om in een buisvormige stang te voorzien bij op afstand liggende zich axiaal uitstrekkende in lijn liggende niet-rookdoorlatende kamers, die met elkaar verbonden zijn met axiaal aangebrachte capillaire doorstroomleidingen 35 met op afstand liggende kamer begrenzende ribben die zich radiaal met kruisvormige dwarsdoorsnede uitstrekken vanaf de doorstroomlei dingen buiten aangrenzende niet-rookdoorlatende kamers en deze verbindend, zoals hierboven reeds beschreven. Nadat het buisvormige stangorgaan gekrompen is door de op afstand liggende rollenstel!en, wordt het vervol-40 gens in stangde!en gesneden voor behandelbaar hanteren. Het bleek in de «t -y . .. -* / 6 afgebeelde uitvoering van voordeel om de buisvormige stang tussen de uiteinde van elke zesde niet-rookdoorlatende kamer door te snijden om in buisvormige stangde!en te voorzien met vijf in lijn liggende niet-rookdoorlatende kamers met elkaar verbonden door capillaire doorstroom-5 leidingen en begrensd door op afstand tegenoverliggende axiaal open eindigende kamers - zoals het buisvormige stangdeel 14 uit fig. 5. De buisvormige stangde!en worden na tot een bepaalde lengte gesneden te zijn vervolgens met druk gerold om de langshartlijnen daarvan tussen het benedenpart van een passend aangedreven samenknijpende eindloze 10 transporteur 38 en een op afstand liggende doorboortafel 39 (fig. 4). Tafel 39 omvat een reeks op afstand liggende rijen op afstand liggende buisdoorboorpinnen 41. De op afstand liggende pinnen 41 van elke rij en de afstand van de rijen is zo ten opzichte van de buisafmetingen dat de tegenoverliggende uiteinden van de eerste, derde en vijfde niet-rook-15 doorlatende kamers doorboord worden om daardoor in doorboorde kamers te voorzien (fig. 5). Zodra de buisvormige stangde!en 14 zo doorboord zijn, worden deze vervolgens omhuld met passend mondstukpapier 9 met axiaal op afstand liggende openingen 11 om doorgang van ventilatie- of rookverdunnende lucht door het mondstuk papier in de door ribben be-20 grensde kamers mogelijk te maken en vervolgens in de van openingen voorziene uiteinden van de doorboorde kamers. Begrepen moet worden dat de onderhavige uitvinding niet beschouwd moet worden als zijnde beperkt tot de bijzondere beschreven doorboorstappen. Andere doorboorinrichtin-gen omvattende lasers kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden.

25 Om de mondstuksamenstellen te vormen, worden de buisvormige stang- delen 14 opnieuw in mondstukdsamenstellen gesneden tussen de uiteinden van de tweede en vierde niet doorboorde niet-rookdoorlatende kamers om in drie open eindigende tabaksrookmondstuksamenstellen te voorzien uit elk deel, elk met een doorboorde tussenliggende kamer daartussen.

30 Afhankelijk van de gewenste vorm afmeting en resultaten, kan elk mondstuksamenstel vervolgens bevestigd worden, aan een einde van een tabaksstang met of zonder verdere (niet getoonde) filtereenheden om van mondstuk voorziene rookartikelen te vormen, met mondstukeenheden zoals getoond in fig. 7.

35 Om rookartikelen te vormen met mondstukeenheden zoals die uit fig. 6, worden tabaksstangen 12 samengevoegd tot tegenoverliggende open einden van elk tabaksfiltersamenstel en het samenstel wordt vervolgens gesneden tussen de uiteinden van de doorboorde tussenliggende kamer, waarbij twee van mondstuk voorziene rookartikelen daaruit gevormd wor-40 den, elk met een eenheid overeenkomstig aan die getoond in fig. 6.

- · > 7

Zoals hierboven opgemerkt moet begrepen worden dat de vorm, aantal en geometrie van de kamers, doorgangen, plaatsen, aantal en afmeting van de openingen en geometrie en vorm van de ribben gevarieerd kan worden door degenen die bekwaam in de stand der techniek zijn om bepaalde 5 resultaten te verkrijgen zonder buiten het bereik of de gedachte van de onderhavige uitvinding te geraken.

i

Claims

1. Tabkasrookmondstuk met het kenmerk, dat dit omvat: een zich in langsrichting uitstrekkend samenstel van contructief stevig gevormd materiaal gevormd en aangebracht om op afstand tegenover elkaar liggende, axiaal in lijn zijnde open eindigende tabaksrook!nlaat- en uitlaatka- 5 mers te vormen alsmede tenminste een mengkamer daartussen aangebracht waarbij de tegenoverliggende open eindigende kamers met elkaar verbonden zijn; een omhullend mondstukmateriaal dat die kamers omgeeft, en openingsmiddelen in het mondstukmateriaal en het kamervormend materiaal om gemakkelijke doorgang van rookverdunnende lucht door het mondstukma- 10 teriaal in de mengkamer en door tenminste een van de tegenover elkaar liggende met elkaar verbonden kamers mogelijk te maken.

2. Mondstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tegenoverliggende inlaat- en uitlaatkamers met axiaal aangebrachte capillaire doorgangsmiddelen met elkaar verbonden zijn.

3. Mondstuk volgens conclusie 1 of 2, waarbij op afstand liggende riborganen zich op radiale wijze uitstrekken tussen de tegenover elkaar liggende axiaal in lijn zijnde open eindigende tabaksrook!nlaat- en uitlaatkamers.

4. Mondstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat het kamervormend materiaal van niet-rookdoorlatende poly-ethyleenkunststof is.

5. Mondstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kamervormend materiaal een in hoofdzaak cilindrische eenheid vormend stangorgaan omvat.

6. Mondstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de op afstand tegenover elkaar liggende, axiaal in lijn zijnde open eindigende inlaat- en uitlaatkamers rechtstreeks met elkaar verbonden zijn via een axiaal aangebrachte capillaire doorgangsleiding met de mengkamer de capillaire doorgangsleiding omgevend.

7. Mondstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de op afstand tegenover elkaar liggende, axiale in lijn zijnde open eindigende inlaat- en uitlaatkamers rechtstreeks met elkaar verbonden zijn via een axiaal aangebrachte capillaire doorgangsleiding met de mengkamer die de capillaire doorgangsleiding omgeeft, waarbij de 35 mengkamer verdeeld is in een veelheid van compartimenten door riborganen, die zich radiaal naar buiten uitstrekken vanaf de capillaire doorgangsleiding. ^ !) ü ;·

8. Mondstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de mengkamer axiaal in lijn ligt tussen de op afstand liggende inlaat- en uitlaatkamers en daartussen ligt met de tegenoverliggende einden van de mengkamer verbonden met de inlaat- en uitlaatkamers 5 via capillaire doorgangslei dingen en met openingen daarin om gemakkelijke doorgang van rookverdunnende lucht door het mondstukmateriaal in de mengkamer mogelijk te maken.

9. Mondstuk volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de ruimte die de capillaire doorgangsleidingen omgeeft verdeeld .is in een veel- 10 heid van compartimenten door riborganen, die zich radiaal naar buiten uitstrekken van de capillaire doorgangsleidingen.

10. Tabaksrookmondstuk, met het kenmerk, dat dit omvat een in hoofdzaak cilindrisch, niet-rookdoorlatend polyetheenstangorgaan gevormd om tegenover elkaar op afstand liggende, axiaal in lijn zijnde 15 open eindigende tabaksrook!nlaat- en uitlaatkamers te vormen; waarbij de inlaat- en uitlaatkamers direct met elkaar verbonden zijn door een zich in langsrichting uitstrekkende axiaal in lijn liggende leiding die een capillaire stroomdoorgang begrenst om de inlaat- en uitkamers te verbinden; waarbij de leiding op afstand liggende ribben heeft die zich 20 op radiale wijze daarvan uitstrekken daartussen en verbonden zijn met tegenoverliggende uiteinden van de inlaat- en uitlaatkamers, waarbij de ribben een kruisvormige dwarsdoorsnede begrenzen om in mengkamers daartussen te voorzien die de leiding omgeven; een omhullend mondstukpapier dat de kamers omgeeft; en openingen in het mondstukpapier en de open 25 eindigende inlaatkamer om doorgang van rookverdunnende lucht door het mondstukmateriaal in de mengkamers en door de tegenover elkaar liggende met elkaar verbonden kamers mogelijk te maken.

11. Verbeterd tabaksrookmondstuk, met het kenmerk, dat dit cmvat een in hoofdzaak cilindrisch niet-rookdoorlatend polyetheenstangorgaan 30 gevormd om op afstand liggende axiaal in lijn liggende open eindigende tabaksrookinlaat- en uitlaatkamers te omvatten alsmede een mengkamer axiaal daartussen in lijn liggend met zich in langrichting uitstrekkende axiaal in lijn liggende leidingen daartussen die capillaire door-stroomdoorgangen begrenzen die de kamers begrenzen; waarbij de leidin-35 gen op afstand liggende ribben hebben, die zich op radiale wijze daarvan uitstrekken tussen tegenoverliggende einden van de kamers en daarmee verbonden, waarbij de ribben een kruisvorm!ge dwarsdoorsnede begrenzen om in luchtkamers daartussen te voorzien; een omhullend mondstukpapier dat de in lijn liggende niet-rookdoorlatende kamers en de met ribben begrensde luchtkamers daartussen omgeeft; en openingen in het mondstukpapier nabij de luchtkamers en in de mengkamer om doorgang van rookverdunnende lucht door het mondstukpapier in de mengkamer en door de tegenoverliggende verbonden kamers mogelijk te maken.

12. Werkwijze voor het vervaardigen van een tabaksrookmondstuk, met het kenmerk, dat deze omvat: het vormen van een holle zich in langsrichting uitstrekkende buisvormige stang uit constructief stevig te vormen materiaal; het indrukken van de buisvormige stang met op afstand liggende tussenruimten axiaal langs de stang om in een buisvormi-10 ge stang van op afstand liggende axiaal in lijn liggende kamers te voorzien die met elkaar verbonden zijn door axiaal aangebrachte door-stroomlei dingen; het doorboren van de gekozen kamers die zich uitstrekken langs de stang om in doorboorde en niet doorboorde kamers te voorzien; het snijden van de stang bij bepaalde kamers om in beperkte stan-15 gen te voorzien met tegenover elkaar op afstand liggende axiaal in lijn zijnde open eindigende tabaksrook!nlaat- en uitlaatkamers en tenminste een mengkamer daartussen waarbij de beperkte stangen een hanteerbare afmeting voor verder behandelen hebben; en het omhullen van de beperkte stangen met van openingen voorzien mondstukmateriaal, waarbij de ope-20 ningen zo aangebracht zijn langs de beperkte stangen en mengkamer dat doorgang van rookverdunnende lucht door het mondstukmateriaal in de mengkamer en door tenminste van een van de tegenoverliggende in verbinding staande kamers mogelijk is.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de buis 25 ingedrukt wordt door twee stellen tegenover elkaar liggende krimpmidde-len, waarbij de stellen met in hoofdzaak rechte hoeken ten opzichte van elkaar aangebracht zijn om op afstand liggende kamer begrenzende ribben te vormen, die zich radiaal van de doorstroomlei dingen uitstrekken buiten aangrenzende axiaal in lijn zijnde kamers en deze verbinden.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de stap van het doorboren van een opening verwezenlijkt wordt door het met druk rollen van bepaalde buisstanglengten om de langsassen daarvan over een doorboortafel omvattende een reeks op afstand liggende rijen op afstand liggende doorboorpinnen, waarbij de pinnen van elk op afstand 35 liggende rij op afstand liggen om de uiteinden van bepaalde kamers in elke stang te doorboren zodat niet-doorboorde kamers bij elk uiteinde van doorboorde kamers achterblijven.

15. Werkwijze volgens een van de conclusies 12-14, met het kenmerk, dat de doorboorstap voor openingen door een laser verwezenlijkt 40 wordt. -« -? η

16. Werkwijze volgens een van de conclusies 12-15, met het kenmerk, dat de gevormde buisvormige stang van de op afstand liggende zich axiaal uitstrekkendein lijn liggende niet-gasdoorlatende kamers verbonden met elkaar via axiaal aangebrachte doorstroomleidingen, eerst ge-5 sneden wordt tot een bepaalde lengte tussen uiteinden van bepaalde axiaal in lijn liggende kamers; waarbij openingen doorboord worden in de uiteinden van de bepaalde axiaal in lijn liggende kamers om in mengkamers te voorzien; waarbij de eerste gesneden stang omwikkeld wordt met mondstukmateriaal dat axiaal op afstand liggende openingen heeft aange-10 bracht om doorgang van rookverdunnende lucht door het mondstukmateriaal in de van openingen voorziene uiteinden van de mengkamers moge!ijk te maken; en het opnieuw snijden van de eerst gesneden stang tussen de uiteinden van de op afstand liggende niet doorboorde kamers om in ta-baksrookmondstuksamenstellen te voorzien.

17. Werkwijze volgens een van de conclusies 12-16, met het ken merk, dat de buis gevormd v/ordt door het extruderen van passend te vormen kunststofmateriaal door een ringvormige matrijs.

18. Werkwijze volgens een van de conclusies 12-17, met het kenmerk, dat de buis gevormd wordt door het extruderen van passend te vor- 20 men kunststofmateriaal door een ringvormige matrijs waarbij het vormor-gaan vanaf het midden van de ring van de matrijs naar achteren strekt waarbij het samendrukken van de buis met op afstand liggende tussenruimten axiaal langs de buis verwezenlijkt wordt om het vormorgaan.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het vor-25 morgaan een dunne draad is, zodat de axiaal aangebrachte doorstroomleidingen capillaire doorgangen zijn.

20. Werkwijze voor het vervaardigen van een tabaksrookmondstuk, met het kenmerk, dat deze omvat: het extruderen van van niet-rookdoor-latend polyetheenkunststofmateriaal door een ringvormige matrijs met 30 een draadvormorgaan dat van het midden van de ring van de matrijs naar achteren steekt; het samendrukken van de buis op op afstand liggende tussenruimten axiaal daarlangs door twee stellen tegenover elkaar liggende krimprolmiddelen aangebracht met in hoofdzaak rechte hoeken ten opzichte van elkaar nabij het achterliggende uiteinde van het draadvor-35 mende orgaan om in een buisvormige stang met op afstand liggende zich axiaal uitstrekkende in lijn liggende niet-rookdoorlatende kamers te voorzien met elkaar verbonden via axiaal aangebrachte capillaire doorstroomleidingen met op afstand liggende kamer begrenzende ribben die zich radiaal met kruisvormige dwarsdoorsneden uitstrekken vanaf de 40 doorstroomleidingen buiten aangrenzende niet-rookdoorlatende kamers en * deze verbinden het snijden van de gevormde buisvormige stang tussen de uiteinden van elke zesde niet-rookdoorlatende kamer waardoor in buisvormige stangdelen voorzien wordt met vijf in lijn liggende niet-rookdoorlatende kamers met elkaar verbonden door de capillaire doorstroom-5 leidingen en begrensd door tegenover elkaar op afstand liggende, axiaal in lijn zijnde open eindigende kamers; het met druk rollen van de buisvormige stangdelen om de langsas daarvan over een doorboortafel omvattende een reeks op afstand liggende rijen pennen, waarbij de pennen van elke op afstand liggende rij zo op afstand liggen dat de uiteinde van 10 de eerste, derde en vijfde niet-rookdoorlatende kamers doorboord worden om in doorboorde kamers daarvan te voorzien; het omhullen van de doorboorde stangdelen met mondstukmateriaal met axiaal op afstand liggende openingen om doorgang van rookverdunnende lucht door het mondstukmateriaal in de met ribben begrensde kamers mogelijk te maken en vervolgens 15 in de van openingen voorziene uiteinden van de doorboorde kamers; en het opnieuw snijden van de stangdelen tussen de uiteinden van de tweede en vierde niet-doorboorde niet-rookdoorlatende kamers om in drie open eindigende tabaksrookmondstuksamenstellen te voorzien elk met een doorboorde tussenliggende kamer vanaf de stangdelen.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat deze bo vendien omvat de stappen bestaande uit het samenvoegen van tabaksstang aan elk van de drie rookmondstuksamenstellen.

22. Werkwijze volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat deze bovendien omvat verdere stappen bestaande uit het samenvoegen van 25 tabaksstang aan tegenoverliggende open einden van elk tabaksmondstuksa-menstel en het snijden van het mondstuksamenstel tussen de uiteinden van de doorboorde tussenliggende kamer om twee van mondstuk voorziene rookartikelen daaruit te vormen. 30 —oooOooo---