NL8302884A - BUILDING PLATE, APPARATUS AND METHOD FOR ITS FORMATION. - Google Patents
BUILDING PLATE, APPARATUS AND METHOD FOR ITS FORMATION. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8302884A NL8302884A NL8302884A NL8302884A NL8302884A NL 8302884 A NL8302884 A NL 8302884A NL 8302884 A NL8302884 A NL 8302884A NL 8302884 A NL8302884 A NL 8302884A NL 8302884 A NL8302884 A NL 8302884A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- wire mesh
- mixture
- opening
- open wire
- binder
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D04—BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
- D04H—MAKING TEXTILE FABRICS, e.g. FROM FIBRES OR FILAMENTARY MATERIAL; FABRICS MADE BY SUCH PROCESSES OR APPARATUS, e.g. FELTS, NON-WOVEN FABRICS; COTTON-WOOL; WADDING ; NON-WOVEN FABRICS FROM STAPLE FIBRES, FILAMENTS OR YARNS, BONDED WITH AT LEAST ONE WEB-LIKE MATERIAL DURING THEIR CONSOLIDATION
- D04H1/00—Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres
- D04H1/70—Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of fibres
- D04H1/72—Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of fibres the fibres being randomly arranged
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D04—BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
- D04H—MAKING TEXTILE FABRICS, e.g. FROM FIBRES OR FILAMENTARY MATERIAL; FABRICS MADE BY SUCH PROCESSES OR APPARATUS, e.g. FELTS, NON-WOVEN FABRICS; COTTON-WOOL; WADDING ; NON-WOVEN FABRICS FROM STAPLE FIBRES, FILAMENTS OR YARNS, BONDED WITH AT LEAST ONE WEB-LIKE MATERIAL DURING THEIR CONSOLIDATION
- D04H1/00—Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres
- D04H1/40—Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres from fleeces or layers composed of fibres without existing or potential cohesive properties
- D04H1/58—Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres from fleeces or layers composed of fibres without existing or potential cohesive properties by applying, incorporating or activating chemical or thermoplastic bonding agents, e.g. adhesives
- D04H1/60—Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres from fleeces or layers composed of fibres without existing or potential cohesive properties by applying, incorporating or activating chemical or thermoplastic bonding agents, e.g. adhesives the bonding agent being applied in dry state, e.g. thermo-activatable agents in solid or molten state, and heat being applied subsequently
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Nonwoven Fabrics (AREA)
- Laminated Bodies (AREA)
- Preliminary Treatment Of Fibers (AREA)
- Domestic Hot-Water Supply Systems And Details Of Heating Systems (AREA)
- Input Circuits Of Receivers And Coupling Of Receivers And Audio Equipment (AREA)
- Patch Boards (AREA)
Description
<r<r
VV
N/31.578-tM/idN / 31.578-tM / id
Bouwplaat, inrichting en werkwijze voor de vorming daarvan.Building board, device and method for its formation.
De onderhavige uitvinding heêft betrekking op bouwprodukten en meer in het bijzonder op een inrichting en werkwijze voor het maken van bouwprodukten die zijn voorzien van niet-geweven -banen of matten.The present invention relates to construction products and more particularly to an apparatus and method for making construction products which are provided with non-woven webs or mats.
5 Technieken voor het vormen van niet-geweven banen uit althans nagenoeg droge bestanddelen zijn reeds lang bekend; echter, met de komst van hoge energiekosten is de wenselijkheid van toepassing van dergelijke technieken in plaats van natte vormprocessen nog duidelijker geworden.Techniques for forming non-woven webs from at least substantially dry components have been known for a long time; however, with the advent of high energy costs, the desirability of using such techniques instead of wet molding processes has become even more apparent.
10 Niettemin zijn aanzienlijke problemen ontmoet bij het bereiden van droog gevormde baanmaterialen met een betrekkelijk gelijkmatige structuur. Deze uitvinding betreft zekere speciale inrichting en werkwijze die kunnen worden toegepast voor het bereiden van dergelijke gelijkmatige niet-geweven 15 banen alsmede produkten die zijn voorzien van deze banen.Nevertheless, significant problems have been encountered in preparing dry-formed web materials with a relatively uniform structure. This invention relates to some special apparatus and method which can be used to prepare such uniform nonwoven webs as well as products provided with these webs.
Verschillende octrooien zijn bijzonder belang in verband met de onderhavige uitvinding. Het Amerikaanse octrooischrift 3.356.780 beschrijft een inrichting voor het maken van doek. Een mengsel van vezeldeeltjes en bindmiddel 20 wordt toegevoerd in een kamer waar het in contact wordt gebracht met een snel roterende cilinder en een onder druk staande luchtstroom. De snel roterende cilinder en de lucht werpen de vezels naar langzaam roterende geperforeerde cilinders waarvan in het inwendige een vacuum heerst. De vezels 25 en het bindmiddel vormen een mat op de cilinders die samenrollen om een gelaagd vezelmateriaal te vormen.Several patents are of particular interest in connection with the present invention. U.S. Patent 3,356,780 describes a cloth making apparatus. A mixture of fiber particles and binder 20 is fed into a chamber where it is contacted with a rapidly rotating cylinder and a pressurized air stream. The rapidly rotating cylinder and the air throw the fibers into slowly rotating perforated cylinders, the interior of which has a vacuum. The fibers 25 and the binder form a mat on the cylinders that roll together to form a layered fiber material.
De Amerikaanse octrooischriften 4.097.209 en 4.146.564 betreffen een inrichting resp. werkwijze voor het vormen van een vezelplaatprodukt van mineraalwol. Een meng-30 sel van minerale wolvezels en een bindmiddel wordt gereedgemaakt en toegevoerd door een venturi in een luchtstroom van betrekkelijk hoge snelheid zodat het materiaalmengsel wordt meegesleurd en gevoerd naar een matvormzone. In de - matvormzone wordt het materiaal neergelegd op convergerende 35 open draadgazen door de lucht af te zuigen door de open draadgazen. De draadgazen worden dan geconvergeerd om een vezelplaatprodukt van mineraalwol te verkrijgen. Op ongelukkige wijze bezitten de werkwijze en inrichting volgens ö O U £ Ö 3 ** * * - 2 - s Ν deze octrooischriften kenmerken waardoor ze in wezen beperkt zijn tot de produktie van betrekkelijk dikke materialen die zeer variabele basisgewichten hebben.U.S. Pat. Nos. 4,097,209 and 4,146,564 relate to a device, respectively. process for forming a mineral wool fiberboard product. A mixture of mineral wool fibers and a binder is prepared and fed through a venturi in an air stream of relatively high speed so that the material mixture is entrained and fed to a mat forming zone. In the mat forming zone, the material is deposited on converging open wire meshes by drawing air through the open wire meshes. The wire meshes are then converged to obtain a mineral wool fiberboard product. Unfortunately, the process and apparatus according to these patents have characteristics which essentially restrict them to the production of relatively thick materials having very variable basis weights.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het 5 verschaffen van samengestelde sandwichachtige bouwmaterialen waarvan de constructie naar wens* kan worden gevarieerd voor het verkrijgen van goede acoustische eigenschappen of goede sterkte-eigenschappen en die gelijkmatige basisgewichten hebben.The object of the present invention is to provide composite sandwich-like building materials, the construction of which can be varied as desired to obtain good acoustic properties or good strength properties and which have uniform basis weights.
10 Dit doel wordt verkregen met een bouwplaat zoals beschreven in conclusie 1-7/ door de werkwijze van conclusie 8 en met de inrichting die is beschreven in de conclusies 9-16.This object is achieved with a building board as described in claims 1-7 / by the method of claim 8 and with the device described in claims 9-16.
De onderhavige uitvinding omvat een bouwplaat, 15 die is voorzien van een kernmateriaal en niet-geweven buitenvlakken, waarbij de plaat wordt verkregen door twee niet-geweven banen te vormen, die bestaan uit een bindmiddel en in principe anorganisch vezelmateriaal, een kernmengsel dat bestaat uit een bindmiddel en een vulmiddel wordt aangebracht 20 tussen de banen; de banen en het kernmengsel worden verstevigd om een samengestelde constructie te verschaffen en deze constructie wordt samengeperst en gehard.The present invention comprises a building board, which is provided with a core material and non-woven outer surfaces, the plate being obtained by forming two non-woven webs, which consist of a binder and in principle inorganic fiber material, a core mixture consisting of a binder and a filler is placed between the webs; the webs and core mixture are reinforced to provide a composite structure and this structure is compressed and cured.
De onderhavige uitvinding omvat een werkwijze voor het vormen van een bouwplaat bestaande uit een kern-25 materiaal en niet-geweven buitenvlakken, en deze werkwijze omvat de stappen waarbij een eerste mengsel en een tweede mengsel bestaande uit een bindmiddel en in principe anorganisch vezelmateriaal gereed worden gemaakt; het eerste mengsel wordt ingevoerd in de bovenzones van een bovenste 30 matvormzone en het tweede mengsel in de bovenzones van een onderste matvormzone, waarbij elke matvormzone bestaat uit een eerste beweegbare open draadgaas dat is aangebracht in de onderzone ervan en, naar keuze, een tweede beweegbaar open draadgaas dat is.aangebracht zodat het convergeert met 35 het eerste open draadgaas aan een kneepopening die daartussen is aangebracht, waarbij elk mengsel wordt ingevoerd door een eerste opening zodat het valt in en wordt meegesleurd in een horizontaal of opwaarts gerichte luchtstroom die wordt ingevoerd door een tweede opening in elke matvormzone, 40 waarbij de tweede openingen zijn voorzien van daarbij beho- £ ^ fi 0 £ — 3 — * r rende middelen voor het regelen van de richting die daardoor heen passeert, waarbij de meesleurlucht op instelbare wijze wordt afgezogen door de eerste open draadgazen en de eventuele tweede open draadgazen om naar keuze de mengsels daar-5 op af te zetten, waarbij de tweede openingen en de eventuele tweede draadgazen zo ten opzichte van de eerste open draadgazen zijn aangebracht dat de mengsels die worden afgezet op de draadgazen in wezen gelijkmatig worden afgezet, waarbij de afgezette mengsels worden verstevigd om de bovenste 10 en onderste materiaalbanen te verkrijgen en waarbij een kern-mengsel bestaande uit een vulmiddel en een bindmiddel wordt afgezet op de onderste materiaalbaan en waarbij het verkregen gelaagde materiaal met de bovenste baan wordt verstevigd om een samengestelde structuur te verkrijgen en de samenge-15 stelde structuur wordt samengeperst en gehard.The present invention includes a method of forming a building board consisting of a core material and nonwoven outer surfaces, and this method comprises the steps of preparing a first mixture and a second mixture consisting of a binder and inorganic fiber material in principle made; the first mixture is fed into the upper zones of an upper mat forming zone and the second mixture into the upper zones of a lower mat forming zone, each mat forming zone consisting of a first movable open wire mesh disposed in its lower zone and, optionally, a second movable open wire mesh arranged to converge with the first open wire mesh at a pinch opening disposed therebetween, each mixture being introduced through a first opening so that it falls into and is entrained in a horizontal or upwardly directed air stream introduced by a second opening in each mat forming zone, 40 the second openings being provided with associated means for controlling the direction passing therethrough, the entrainment air being adjustable by suction the first open wire meshes and any second open wire meshes for optionally depositing the mixtures thereon and, wherein the second openings and any second wire meshes are disposed relative to the first open wire meshes so that the mixtures deposited on the wire meshes are deposited substantially evenly, thereby strengthening the deposited mixtures to form the top and bottom webs of material. and wherein a core mixture consisting of a filler and a binder is deposited on the bottom web and the resulting layered material is reinforced with the top web to obtain a composite structure and the composite structure is compressed and cured.
De onderhavige uitvinding omvat verder een inrichting voor het vormen van een bouwmateriaal bestaande uit een bindmiddel en in principe anorganisch vezelmateriaal, welke inrichting is voorzien van (A) bereidingsmiddelen voor 20 het bereiden van tenminste een mengsel bestaande uit een bindmiddel en in principe anorganisch vezelmateriaal? (B) een eerste en tweede matvormzone, waarbij elke zone wat de toevoer betreft behoort bij een bereidingsmiddel om daaruit een mengsel te ontvangen en is voorzien van (1) een eerste 25 opening in de bovenzone ervan welke opening is voorzien van middelen voor het invoeren van het mengsel daardoorheen, (2) een tweede opening die zo daarin is aangebracht, dat de door de tweede opening ingevoerde lucht horizontaal of opwaarts wordt gericht zodat deze het mengsel kruist en daarin mee-30 sleurt, waarbij de tweede opening daarmede verbonden middelen heeft voor het regelen van de richting van de lucht die daardoorheen passeert, (3) een eerste beweegbare open draadgaas dat is aangebracht in de onderzone van de matvormzone, waarbij het draadgaas uit de matvormzone treedt door 35 een kneepopening, en, naar keuze, een tweede beweegbaar open draadgaas dat zo is aangebracht dat het convergeert met het eerste open draadgaas aan de kneepopening, waarbij het naar keuze aangebrachte tweede open draadgaas en de tweede opening ten opzichte van het eerste open draadgaas zo zijn aangebracht 40 dat het mengsel in wezen gelijkvormig op de draadgazen wordt 8302384 f ΐ - 4 - s afgezet, (4) middelen om op instelbare wijze de meesleur-lucht af te zuigen door de open draadgazen om naar keuze het mengsel daarop af te zetten, (5) middelen om het eerste open draadgaas en het naar keuze aangebracht tweede open 5 draadgaas te bewegen naar de kneepopening en (6) middelen om het afgezette materiaal te verstevigen om een niet-gewe-ven materiaalbaan te verkrijgen, (C) middelen om de niet-geweven banen die gevormd zijn door de eerste en tweede matvormzones te convergeren en (D) middelen voor het verstevigen van de 10 banen en het verharden van de bindmiddelen.The present invention further comprises an apparatus for forming a building material consisting of a binder and inorganic inorganic fiber material, which apparatus is provided with (A) preparation means for preparing at least a mixture consisting of a binder and inorganic inorganic fiber material. (B) a first and second mat-forming zone, each zone in terms of supply belonging to a preparation agent for receiving a mixture therefrom and comprising (1) a first opening in its upper zone which opening is provided with means for introduction of the mixture therethrough, (2) a second opening arranged therein such that the air introduced through the second opening is directed horizontally or upwardly so that it crosses and entrains the mixture therein, the second opening having means associated therewith for controlling the direction of the air passing therethrough, (3) a first movable open wire mesh disposed in the lower zone of the mat forming zone, the wire mesh exiting the mat forming zone through a pinch opening, and, optionally, a second movable open wire mesh arranged to converge with the first open wire mesh at the pinch opening, the optionally disposed second open wire mesh s and the second opening with respect to the first open wire mesh are arranged 40 such that the mixture is deposited substantially uniformly on the wire meshes 8302384 f ΐ - 4 - s, (4) means for adjusting the entrainment air in an adjustable manner through the open wire meshes to optionally deposit the mixture thereon, (5) means for moving the first open wire mesh and the optionally applied second open wire mesh to the nip opening and (6) means to stiffen the deposited material nonwoven web, (C) means for converging the nonwoven webs formed by the first and second mat forming zones, and (D) means for stiffening the webs and hardening the binders.
De inrichting die is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.097.209 is nuttig gebleken voor het produceren van mineraalwolprodukten met een dikte van ongeveer 2,5 cm of meer. Hoewel klompvorming van deeltjes en 15 de aanwezigheid van golfpatronen enige moeilijkheden hebben veroorzaakt, zijn deze moeilijkheden niet bijzonder belangrijk omdat het verkregen produkt een dikke maat moest hebben. Echter, wanneer produkten met dunnere maat gewenst zijn, treden problemen op door de aanwezigheid van de klompen en 20 golven die vrijwel onoverkoombaar bleken te zijn.The apparatus described in U.S. Pat. No. 4,097,209 has proven useful in producing mineral wool products with a thickness of about one inch or more. Although particle clumping and the presence of wave patterns have caused some difficulties, these difficulties are not particularly important because the product obtained had to be of a thick size. However, when thinner size products are desired, problems arise due to the presence of the clogs and waves which have been found to be virtually insurmountable.
Aanvraagsteas hierin hebben ontdekt dat de primaire oorzaak van deze problemen het achtereenvolgende proces van meesleuren van het deeltjesmateriaal in de luchtstroom en dan vervolgens invoeren van het meegesleurde meng-25 sel in de matvormzone is. Een snelle luchtstroom is nodig om de meesleuring te handhaven. Het toevoermechanisme dat de massa van vaste stoffen scheidt in afzonderlijke deeltjes en deze invoert in de luchtstroom tracht een statische lading op de deeltjes te ontwikkelen. De snelle luchtstroom 30 in combinatie met de statische lading resulteert in turbulentie en klompvorming van de deeltjes. Kleine materiaal-klompen vormen zich aanvankelijk op de wanden van de venturi alsmede in de vormkamer. Als de klompen meer materiaal verzamelen worden twee effecten verkregen. Ten eerste breken 35 de klompen periodiek los en worden ze afgezet op de open draadgazen. Ten tweede trachten de klompen de passerende lucht te kanaliseren en veroorzaken ze aldus een ongelijkmatig binnentreden van het deeltjesmateriaal in de matvormzone. Dit laatste effekt, in combinatie met het snelle bin-40 nentreden van het meegesleurde materiaal in de matvormzoneApplicant teas herein have discovered that the primary cause of these problems is the sequential process of entraining the particulate material in the air stream and then introducing the entrained mixture into the mat forming zone. Rapid airflow is required to maintain entrainment. The feed mechanism that separates the mass of solids into individual particles and introduces them into the air stream attempts to develop a static charge on the particles. The rapid airflow 30 in combination with the static charge results in turbulence and lump formation of the particles. Small clogs of material initially form on the walls of the venturi as well as in the forming chamber. If the clogs collect more material, two effects are obtained. First, the clogs break off periodically and are deposited on the open wire meshes. Second, the clogs attempt to channel the passing air and thus cause an uneven entry of the particulate material into the mat forming zone. The latter effect, in combination with the rapid entry of the entrained material into the mat forming zone
Souk, q 8 4 fc- - 5 - en over de oppervlakken van de open draadgazen tracht ongelijkmatige afzetting en golfpatronen in het materiaal te vormen dat wordt afgezet op de draadgazen. Het meesleurpro-oes is aldus vrijwel uitgesloten wanneer gelijkmatige basis-5 gewichten gewenst zijn.Souk, q 8 4 fc- - 5 - and over the surfaces of the open wire meshes attempts to form uneven deposits and wave patterns in the material that is deposited on the wire meshes. The entrainment process is thus virtually excluded if uniform base weights are desired.
Op verrassende wijze hebben aanvraagsters ontdekt, dat opmerkelijke verbeteringen in de gelijkmatigheid van het basisgewicht kunnen worden bereikt door afzonderlijk het deeltjesmateriaal en de luchtstroom in te voeren 10 in de matvormzone en door andere belangrijke veranderingen aan te brengen in het bekende proces. Door op variabele wijze de luchtstroom horizontaal of bij voorkeur opwaarts te richten in het deeltjesmateriaal dat wordt toegevoerd door een opening die ligt in de bovenzones van de matvorm-15 zone, zodat het deeltjesmateriaal de luchtstroom kruist en daarin wordt meegesleurd en door de open draadgazen en de openingen ten opzichte van 'elkaar zodanig te plaatsen, dat de meegesleurde deeltjes niet trachten te passeren met hoge snelheid op evenwijdige wijze over de oppervlakken van de 20 open draadgazen voorafgaand aan de afzetting, worden de problemen van niet-gelijkmatige afzetting dramatisch gereduceerd. Als resultaat kunnen gelijkmatige banen met gelijkmatige basisgewichten en dikten in de orde van 1 mm op rou-tinebasis worden geproduceerd.Surprisingly, applicants have discovered that significant improvements in base weight uniformity can be achieved by separately introducing the particulate matter and airflow into the mat forming zone and making other important changes in the known process. By variably directing the airflow horizontally or preferably upwardly into the particulate material fed through an opening located in the upper zones of the mat-forming zone so that the particulate material crosses and is entrained in the airflow and through the open wire meshes and Placing the openings relative to each other so that the entrained particles do not attempt to pass at high speed parallel to the surfaces of the open wire meshes prior to deposition, the problems of non-uniform deposition are reduced dramatically. As a result, uniform webs with uniform basis weights and thicknesses of the order of 1 mm can be produced on a routine basis.
25 De onderhavige uitvinding zal duidelijk wor den uit de beschrijving van voorkeursuitvoeringen die volgen.The present invention will become apparent from the description of preferred embodiments that follow.
Fig.1 illustreert een inrichting voor het bereiden van een niet-geweven baan volgens de onderhavige uitvinding, welke inrichting is voorzien van middelen voor het 30 bereiden van een mengsel bestaande uit een bindmiddel en vezelmateriaal, een matvormzone en middelen voor* het verwerken van de mat die is geproduceerd.Fig. 1 illustrates an apparatus for preparing a nonwoven web according to the present invention, which apparatus comprises means for preparing a mixture consisting of a binder and fiber material, a mat forming zone and means for processing the mat that has been produced.
Fig. 2 illustreert een eindaanzicht van een matvormzone volgens de onderhavige uitvinding volgens de 35 lijn D-D van Fig. 1.Fig. 2 illustrates an end view of a mat forming zone according to the present invention taken along line D-D of FIG. 1.
Fig. 3 illustreert een bovenaanzicht van een bij voorkeur toegepaste opening waardoor lucht binnentreedt in de matvormzone.Fig. 3 illustrates a top view of a preferred aperture through which air enters the mat forming zone.
Fig. 4 illustreert een inrichting bestaande 40 uit twee matvormzones volgens de onderhavige uitvinding.Fig. 4 illustrates a device consisting of two mat forming zones according to the present invention.
8 7 ft ·Τ ft / v u wi o ö 4 ·» * r - 6 -8 7 ft · Τ ft / v u wi o ö 4 · »* r - 6 -
VV
De inrichting die bij voorkeur wordt toegepast om de onderhavige uitvinding uit te voeren is geïllustreerd in Pig. 1. Verschillende kenmerken daarvan zijn beschreven in het Amerikaafrse octrooischrift 4.097.209, spe-5 ciaal de middelen voor het bereiden van het deeltjesmengsel en de hardings- en afwerkmiddelen. Minerale wol wordt typisch ontvangen in balen 10 die voor het gebruik in stukken moeten worden verdeeld. Fig. 1 illustreert balen 10 die rusten op een transporteur 11. De balen worden gedeeltelijk in stukken 10 verdeeld bij 12, overgebracht naar de hellende transporteur 13 en dan gevoerd onder een vlegel 14 die een aanvankelijke scheiding van de balen 10 in vezels 15 veroorzaakt. Van de transporteur 13 vallen de vezels 15 op een transporteur 16 en ze worden dan gevoerd op een hellende van pennen voorziene 15 toevoertransporteur 17. Aan de bovenzijde van de transporteur 17 worden de vezels gekamd door een roterende kam 18 waardoor de toevoer wordt genivelleerd. Het toegevoerde materiaal wordt door de rol 19 geworpen in een gravimetrische toevoer-inrichting 20 die is voorzien van een goot 21, samenpersrol-20 len 22 en 23 en een stromingssnelheidsweegschaal 24. De inrichting 20 voert de vezels 15 door toevoerrollen 25 en 26 op een uitkamrol 27. Deuitkamrol 27 laat de vezels 15 vallen op een transporteur 30 die ze onder een bindmiddeltoevoer-station 31 voert. Het bindmiddeltoevoerstation 31 omvat ook 25 een gravimetrische toevoerinrichting (niet afgebeeld) en zet een gewenste hoeveelheid bindmiddel 32 af op de vezels 15 die worden aangevoerd op de transporteur 30. De gelaagde vezels 15 en het bindmiddel 32 worden gemengd door een uitkamrol 33 en dan gevoerd in een vervezelingsinrichting 34 van 30 een eerste opening 35 van een matvormzone 36. De vervezelingsinrichting 34 omvat toevoerrollen 40 en 41, een intrek-kerrol 42 en een afneemborstel 43.The preferred device used to practice the present invention is illustrated in Pig. 1. Several features thereof are described in U.S. Patent No. 4,097,209, especially the means for preparing the particulate mixture and the curing and finishing agents. Mineral wool is typically received in bales 10 which must be cut into pieces before use. Fig. 1 illustrates bales 10 resting on a conveyor 11. The bales are partially sectioned at 12, transferred to the inclined conveyor 13, and then fed under a flail 14 causing an initial separation of the bales 10 into fibers 15. From the conveyor 13, the fibers 15 fall onto a conveyor 16 and are then fed onto an inclined pin-fed feed conveyor 17. At the top of the conveyor 17, the fibers are combed by a rotary comb 18 whereby the feed is leveled. The supplied material is thrown through the roll 19 into a gravimetric feeder 20 which is provided with a trough 21, compression rollers 22 and 23 and a flow rate balance 24. The device 20 feeds the fibers 15 through feed rolls 25 and 26 on a combing roller 27. The combing roller 27 drops the fibers 15 onto a conveyor 30 which carries them under a binder supply station 31. The binder feed station 31 also includes a gravimetric feeder (not shown) and deposits a desired amount of binder 32 on the fibers 15 fed on the conveyor 30. The layered fibers 15 and the binder 32 are mixed by a comb roller 33 and then fed in a shredder 34 of a first opening 35 of a mat forming zone 36. Shredder 34 comprises feed rollers 40 and 41, a retractor roller 42 and a take-off brush 43.
De matvormzone 36 met uitzondering van draad- Λ gazen 45 en 46 is waar mogelijk geconstrueerd uit materiaal 35 dat althans nagenoeg elektrisch niet geleidend is zoals plexiglas. Hoewel sommige metalen onderdelen nodig zijn voor constructieve en andere doeleinden veroorzaken elektrisch geleidende oppervlakken het neerslaan van statisch geladen deeltjes op deze oppervlakken. Ze moeten dus waar mogelijk 40 worden vermeden. Open draadgazen die gewoonlijk zijn gecon-φ ‘Γ Γ ^ a /.The mat forming zone 36, with the exception of wire meshes 45 and 46, is constructed where possible from material 35 which is substantially electrically non-conductive such as plexiglass. Although some metal parts are required for construction and other purposes, electrically conductive surfaces cause the deposition of statically charged particles on these surfaces. So they should be avoided whenever possible. Open wire meshes that are usually con-φ ‘ΓΓΓ a /.
U '-J V £- ' Ö 4 r » - 7 - strueerd uit een geleidend materiaal en de toepassing van dergelijk materiaal voor het onderste draadgaas 45 verdient de voorkeur. Echter is een ruimere keuze mogelijk bij het bovenste draadgaas 46 en dit kan zijn geconstrueerd uit niet 5 geleidend materiaal zoals kunststof. Lucht treedt binnen in de matvormzone 36 door een tweede opening 44 en sleurt het mengsel van minerale wol en bindmiddel mee. Het meegesleurde mengsel wordt dan vervilt op het eerste open draadgaas 45 en het tweede open draadgaas 46 zoals hierna wordt beschre-10 ven. De draadgazen 45 en 46 worden samengebracht aan een kneepopening 47, op welk punt het vervilte mengsel wordt verstevigd in een verstevigingszone 48. Alvorens uit te treden uit de verstevigingszone 48 aan de kneepopening 49 be-vordert een bovenste aanstampinrichting 50 en een onderste 15 anti-statische inrichting 51 de scheiding van het verstevigde materiaal van de open draadgazen. Het verstevigde materiaal passeert over overbrengrollen 52 in een oven 53 waar het kan worden gedroogd, gehard of dergelijke.The construction of a conductive material and the use of such material for the lower wire mesh 45 is preferred. However, a wider choice is possible with the top wire mesh 46 and may be constructed of a non-conductive material such as plastic. Air enters the mat forming zone 36 through a second opening 44 and entrains the mineral wool / binder mixture. The entrained mixture is then felted on the first open wire mesh 45 and the second open wire mesh 46 as described below. The wire meshes 45 and 46 are brought together at a pinch opening 47, at which point the felted mixture is reinforced in a reinforcing zone 48. Before exiting from the reinforcing zone 48 at the pinch opening 49, an upper tamping device 50 and a lower anti-stiffener are promoted. static device 51 separates the reinforced material from the open wire meshes. The reinforced material passes over transfer rollers 52 in an oven 53 where it can be dried, cured or the like.
Hoewel de matvormzone 36 zoals afgeheeld een 20 eerste open draadgaas 45 en een tweede open draadgaas 46 bevat, hetgeen de voorkeur verdient, moet ook worden opgemerkt, dat in sommige gevallen het mogelijk kan zijn het tweede open draadgaas 46 weg te laten. Het draadgaas 46 zou aldus bijvoorbeeld kunnen worden vervangen door een paneel van 25 niet-geleidend materiaal of een dicht draadgaas. Niet-gewe-ven banen die worden geproduceerd met toepassing van de in-richting die slechts een open draadgaas omvat kunnen in sommige gevallen betrekkelijk meer willekeurige deeltjesgrootte—verdelingen hebben dan banen die worden geproduceerd 30 met toepassing van een inrichting die twee dergelijke draadgazen omvatten. Niettemin, in vele gevallen, en in het bijzonder bij de produktie van bouwplaten met een kern maakt de willekeurige verdeling van deeltjes weinig verschil in het uiteindelijke produkt.Although the mat forming zone 36 includes a first open wire mesh 45 and a second open wire mesh 46, as preferred, it is also to be noted that in some cases it may be possible to omit the second open wire mesh 46. Wire mesh 46 could thus be replaced, for example, by a panel of non-conductive material or a dense wire mesh. Nonwoven webs produced using the device comprising only an open wire mesh may in some cases have relatively more random particle size distributions than webs produced using an apparatus comprising two such wire meshes. Nevertheless, in many cases, and especially in the production of core building boards, the random distribution of particles makes little difference in the final product.
35 Wanneer dergelijke wijzigingen worden toege past, zullen andere veranderingen aan de inrichting ook vereist zijn. Bijvoorbeeld, als het tweede draadgaas 46 wordt vervangen door een paneel, zou de versteviging van de vervilte baan op zeer geschikte wijze kunnen geschieden aan de 40 kneepopening 47 met toepassing van een afsluitrol. Verder * t - 8 - zou de afwezigheid van een bovenste draadgaas in de ver-stevigingszone 48 in de meeste gevallen de aanstampinrich-ting 50 overbodig maken, waarvan de primaire funktie is te zorgen voor het scheiden van de baan van dit bovenste draad-5 gaas.When such changes are applied, other changes to the device will also be required. For example, if the second wire mesh 46 is replaced by a panel, the reinforcement of the felted web could be done very suitably at the pinch opening 47 using a sealing roller. Furthermore, the absence of an upper wire mesh in the reinforcing zone 48 would in most cases obviate the ramming device 50, the primary function of which is to separate the path of this upper wire-5. gauze.
Bij de voorkeursuitvoering die is afgebeeld in de Fig. passeert het draadgaas 45 in de richting A door de onderzone van de matvormzone 36, terwijl het draadgaas 46 binnentreedt in de matvormzone 36 door te passeren om de 10 draadgaasrol 58, en beweegt in de richting B naar de kneep-opening 47 en verlaat de matvormzone 36 door te passeren om de draadgaasrol 59. De open draadgazen 45 en 46 zijn voorzien van middelen 60 tot 63 om lucht af te zuigen door deze draadgazen. De matvormzone 36 omvat ook plafondsecties 15 64 en 65, een kap 66 waarin de verviltingsinrichting 34 is aangebracht, een achterpaneel 67 en zijpanelen 68 en 69 (Fig. 2) .In the preferred embodiment shown in Figs. The wire mesh 45 in direction A passes through the lower zone of the mat forming zone 36, while the wire mesh 46 enters into the mat forming zone 36 by passing around the wire mesh roll 58, and moves in the direction B to the nip opening 47 and exits the mat forming zone 36 by passing around the wire mesh roll 59. The open wire meshes 45 and 46 are provided with means 60 to 63 for drawing air through these wire meshes. The mat forming zone 36 also includes ceiling sections 64 and 65, a hood 66 in which the felting device 34 is mounted, a rear panel 67 and side panels 68 and 69 (Fig. 2).
De tweede opening 44 is aangebracht in het achterpaneel 67 en is opwaarts gericht zodat de lucht die 20 wordt toegevoerd in de matvormzone 36 door deze opening in het algemeen passeert in de richting C. Het is ook mogelijk om de lucht te laten binnentreden door de opening 44 op een horizontale wijze; echter wordt een minder bevredigende ver-vilting bereikt met een horizontale uitvoering. Verder, 25 als waarschuwing, moet een neerwaarts richten van de lucht door de opening 44 worden vermeden omdat vaak uiterst slechte resultaten worden verkregen.The second opening 44 is provided in the rear panel 67 and is oriented upwardly so that the air supplied into the mat forming zone 36 through this opening generally passes in the direction C. It is also possible to allow the air to enter through the opening 44 in a horizontal manner; however, a less satisfactory felting is achieved with a horizontal embodiment. Furthermore, as a warning, downward directing of the air through the opening 44 should be avoided because extremely poor results are often obtained.
Hoewel de in de Fig. afgebeelde voorkeursuitvoering openingen 35 en 44 toont als individuele openin-30 gen, omvat de onderhavige uitvinding ook die inrichtingen, die om redenen van afmetingen of anders meervoudige openingen omvatten die het deeltjesmateriaal of lucht inlaten in de matvormzone. De toepassing van enkelvoudige terminologie hierin zal dus worden geacht een meervoud van de aangegeven 35 inrichting te omvatten.Although shown in Figs. The illustrated preferred embodiment depicts openings 35 and 44 as individual openings, the present invention also encompasses those devices which, for reasons of size or otherwise, include multiple openings which allow the particulate material or air into the mat forming zone. Thus, the use of single terminology herein will be understood to include a multiple of the indicated device.
Bij voorkeur zal de tweede opening 44 ook middelen omvatten om op variabele wijze de richting van de inkomende lucht te regelen terwijl deze binnentreedtin de matvormzone 36. Oscillerende bladen zijn speciaal geschikt 40 gebleken en afgebeeld in Fig. 2 en 3, waarbij Fig. 2 is OS C 2 3 84 ♦ t ·· - 9 - genomen langs de lijnen D-D van Fig. 1 en Fig. 3 een bovenaanzicht is van de tweede opening 44.Preferably, the second opening 44 will also include means for variably controlling the direction of the incoming air as it enters mat forming zone 36. Oscillating blades have been found particularly suitable 40 and shown in FIG. 2 and 3, wherein FIG. 2 is OS C 2 3 84 ♦ t ·· - 9 - taken along lines D-D of FIG. 1 and FIG. 3 is a plan view of the second opening 44.
De tweede opening 44 bestaat uit zijpanelen 73 en 74, een bovenpaneel 75 en een onderpaneel 76, waar-5 bij de twee einden van deze opening open zijn. Binnen de opening is een rij bladen 77 aangebracht. De bladen 77 zijn gemonteerd op pennen 78, die roterend aangrijpen op het bovenpaneel 75 en het onderpaneel 76 zodat de bladen 77 zwenken om de assen van de pennen 78. De einden van de bla-10 den 77 die het verst liggen van de matvormzone 36 zijn verbonden met een bladoscillatieas door verbindingsorganen 80. Hoewel de afgeheelde bladuitvoering bijzonder geschikt is gebleken om de richting van de luchtstroom te regelen, kunnen andere stroomregelmiddelen die zijn aangebracht in of 15 achter de tweede opening 44 of in de matvormzone 36 ook met voordeel worden toegepast. Al deze luchtregelmiddelen worden dus beoogt door de onderhavige uitvinding.The second opening 44 consists of side panels 73 and 74, a top panel 75 and a bottom panel 76, with the two ends of this opening open. A row of blades 77 is arranged within the opening. The blades 77 are mounted on pins 78, which rotatably engage the top panel 75 and the bottom panel 76 so that the blades 77 pivot about the axes of the pins 78. The ends of the blades 77 furthest from the mat forming zone 36 are connected to a blade oscillation axis by connectors 80. While the sheared blade configuration has been found to be particularly suitable for controlling the direction of air flow, other flow control means arranged in or behind the second opening 44 or in the mat forming zone 36 may also be advantageously used. . Thus, all of these air control means are contemplated by the present invention.
Tijdens de werking worden het eerste open draadgaas 45 en het tweede open draadgaas 46 bewogen in de 20 richting A resp. B (Fig. 1), zodat deze convergeren aan de kneepopening 47. Afzuigmiddelen 60, 61 en 62 zuigen lucht uit de matvormzone 36 door het eerste open draadgaas en afzuigmiddelen 63 zuigen lucht door het tweede open draadgaas.During operation, the first open wire mesh 45 and the second open wire mesh 46 are moved in the direction A, respectively. B (Fig. 1) so that they converge at the pinch opening 47. Suction means 60, 61 and 62 draw air from the mat forming zone 36 through the first open wire mesh and suction means 63 draw air through the second open wire mesh.
De afgezogen lucht wordt vervangen door lucht die binnen-25 treedt in de matvormzone door de tweede opening 44. Aldus wordt een onderdruk altijd gehandhaafd in de matvormzone 36.The extracted air is replaced by air entering the mat forming zone through the second opening 44. Thus, an underpressure is always maintained in the mat forming zone 36.
Mineraalwol is het bij voorkeur toegepaste anorganische vezelmateriaal voor het uitvoeren van de onderhavige uitvinding, maar andere vezels kunnen ook worden toe-30 gepast. Voorbeelden van dergelijk materiaal zijn anorganische vezels van glas, keramisch materiaal en wollastoniet, natuurlijke vezels zoals katoen, houtvezels of andere cellulose-houdende materialen en organische vezels zoals polyester of polyolefinen. Verder kunnen andere materialen zoals per-35 liet en verschillende kleisoorten ook worden toegepast.Mineral wool is the preferred inorganic fiber material for practicing the present invention, but other fibers can also be used. Examples of such material are inorganic fibers of glass, ceramic material and wollastonite, natural fibers such as cotton, wood fibers or other cellulosic materials and organic fibers such as polyester or polyolefins. Furthermore, other materials such as perlate and different clays can also be used.
Wanneer een mengsel van bindmiddel en voornamelijk anorganisch vezelmateriaal wordt ingevoerd door de eerste opening 35 wordt het gekruisd door de opwaarts gerichte lucht die binnentreedt door de tweede opening 44. De 40 bladeninrichting van de tweede opening 44 kanaliseert op 8302884 - 10 - variabele wijze de lucht en de opening 44 is bij voorkeur zo gericht, dat de lucht het mengsel van materiaal onmiddellijk onder de eerste opening 35 kruist. Het resulterende meegesleurde mengsel van materiaal wordt afgezet op de eerste 5 en tweede open draadgazen 45 en 46 als de meesleurlucht wordt afgezogen door deze draden. De manier waarop de lucht wordt afgezogen door deze draden kan worden gevarieerd naar wens door de vakman om produkten met verschillende eigenschappen te verkrijgen. Hoewel een enkel afzuigmiddel kan worden toe-10 gepast achter elk draadgaas illustreren de Fig. meerdere af-zuigmiddelen 60, 61 en 62, die zijn aangebracht onder het eerste open draadgaas 45. De luchtafzuiging kan aldus op twee manieren worden gevarieerd, namelijk door het variëren van de hoeveelheid die wordt afgezogen door de verschillende 15 zones van een enkel draadgaas, bijvoorbeeld, via de middelen 60, 61 en 62 en door het variëren van de relatieve hoeveelheden die worden afgezogen door de bovenste en onderste draadgazen 46 en 45.When a mixture of binder and mainly inorganic fiber material is introduced through the first opening 35, it is crossed by the upwardly directed air entering through the second opening 44. The 40 blade arrangement of the second opening 44 channels the air 8302884-10 in a variable manner. and the opening 44 is preferably oriented such that the air crosses the mixture of material immediately below the first opening 35. The resulting entrained mixture of material is deposited on the first 5 and second open wire meshes 45 and 46 as the entrained air is extracted through these wires. The manner in which the air is extracted through these wires can be varied as desired by those skilled in the art to obtain products with different properties. Although a single suction means can be used behind each wire mesh, Figs. a plurality of suction means 60, 61 and 62 disposed below the first open wire mesh 45. The air suction can thus be varied in two ways, namely by varying the amount of suction through the different zones of a single wire mesh, for example, via the means 60, 61 and 62 and by varying the relative amounts extracted by the upper and lower wire meshes 46 and 45.
Fijne deeltjes die lichter zijn dan grote 20 deeltjes trachten de luchtstroom te volgen en worden vandaar vervilt op die delen van de draadgazen waardoorheen het grootste deel van de lucht wordt afgezogen. Dus, bijvoorbeeld, als 90% van de lucht wordt afgezogen door één draadgaas, zullen de meeste fijne deeltjes op dat draadgaas 25 worden afgezet. De laagvorming en de basisgewichtregeling zal ook worden beïnvloed door op variabele wijze de lucht af te zuigen door verschillende delen van een enkel draadgaas. Het zal derhalve duidelijk zijn, dat als dunne banen gewenst zijn, een variabele afzuiging van* de lucht via de 30 middelen 60, 61 en 62 zeer voordelig is. Onder deze omstandigheden wordt het grootste deel van de lucht bij voorkeur afgezogen door het draadgaas 45 naar de achterzijde van de matvormzone door toepassing van het afzuigmiddel 62, terwijl kleinere hoeveelheden worden afgezogen door toepassing 35 van de afzuigmiddelen 60 en 61. Variabele afzuiging is een andere manier om turbulente passage van het meegesleurde materiaal te vermijden over het oppervlak van het draadgaas 45 bij de kneepopening 47, waarvan de gevolgen hieronder worden aangeduid.Fine particles lighter than large particles try to follow the airflow and are therefore felted on those parts of the wire mesh through which most of the air is extracted. Thus, for example, if 90% of the air is extracted through one wire mesh, most of the fine particles will be deposited on that wire mesh. Layering and basis weight control will also be affected by variable suction of air through different parts of a single wire mesh. It will therefore be clear that if thin strips are desired, variable extraction of the air via means 60, 61 and 62 is very advantageous. Under these conditions, most of the air is preferably extracted through the wire mesh 45 to the rear of the mat forming zone using the suction means 62, while smaller amounts are extracted using the suction means 60 and 61. Variable suction is another a way of avoiding turbulent passage of the entrained material across the surface of the wire mesh 45 at the pinch opening 47, the consequences of which are indicated below.
40 Variabele luchtafzuiging verschaft ook een 8302884 - 11 - ' * alternatief voor de vervanging van het tweede open draadgaas 46 door een paneel of een gesloten draadgaas. Door het af-zuigxniddel achter het draadgaas 46 af te zetten zal dus vrijwel alle lucht worden afgezogen door het eerste open draad-5 gaas 45. Dit alternatief is echter niet geheel bevredigend omdat zelfs als alle lucht passeert door het draadgaas 45 een deel van het deeltjesmateriaal zal plakken aan het draadgaas 46, hetgeen leidt tot enige diktevariatie in het resulterende produkt.Variable air extraction also provides an alternative to replacing the second open wire mesh 46 with a panel or closed wire mesh. Thus, by depositing the suction means behind the wire mesh 46, almost all air will be extracted through the first open wire mesh 45. However, this alternative is not entirely satisfactory because even if all the air passes through the wire mesh 45, part of the particulate material will stick to the wire mesh 46, leading to some thickness variation in the resulting product.
10 Een belangrijk nadeel van de inrichting die is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.097.209 was het gebrek aan gelijkmatigheid van het verkregen materiaal. Een aantal faktoren die bijdragen tot de ongelijkmatigheid zijn boven uiteengezet; echter, een andere faktor 15 die niet genoemd is, is de smalle invalshoek tussen de convergerende open draadgazen. Ten gevolge van deze smalle hoek, wanneer het meegesleurde materiaal binnentreedt in de mat-vormzone, strijkt het deeltjesmateriaal met grote snelheid over de oppervlakken van de open draadgazen. Deze turbulente 20 passage ging samen met de statische ladingen die aanwezig zijn op het meegesleurde materiaal met als gevolg golfpatronen in het gedeponeerde materiaal.A major drawback of the device described in US Pat. No. 4,097,209 was the lack of uniformity of the material obtained. A number of factors contributing to the unevenness have been explained above; however, another factor not mentioned is the narrow angle between the converging open wire meshes. Due to this narrow angle, as the entrained material enters the mat forming zone, the particulate material streaks across the surfaces of the open wire meshes at great speed. This turbulent passage coincided with the static charges present on the entrained material, resulting in wave patterns in the deposited material.
Om deze redenen moet de hoek tussen de draadgazen 45 en 46 aan de kneepopening 46 zodanig zijn dat een 25 turbulente passage van het meegesleurde materiaal over de oppervlakken van deze draadgazen wordt vermeden. De hoek die geïllustreerd is aan de kneepopening van de inrichting die is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.097.209 is ongeveer 12°; echter is volgens de onderhavige uitvinding 30 gebleken dat hoeken van niet minder dan ongeveer 20° de voorkeur verdienen. Verder moet de hoek niet te groot zijn omdat materiaal dat wordt afgezet op het draadgaas 46 de neiging heeft om te barsten of van het draadgaas af te vallen wanneer het passeert om de draadgaasrol 59 speciaal als 35 dikke matten worden geproduceerd. Een maxixum hoek van niet meer dan ongeveer 55° verdient dus de voorkeur.For these reasons, the angle between the wire meshes 45 and 46 at the pinch opening 46 should be such that turbulent passage of the entrained material across the surfaces of these wire meshes is avoided. The angle illustrated at the pinch opening of the device described in U.S. Patent 4,097,209 is about 12 °; however, according to the present invention, it has been found that angles of not less than about 20 ° are preferred. Furthermore, the angle should not be too great because material deposited on the wire mesh 46 tends to crack or fall off the wire mesh as it passes around the wire mesh roll 59 specially produced as 35 thick mats. Thus, a maximum angle of not more than about 55 ° is preferred.
Naast de horizontale of opwaartse toevoer van lucht door de tweede opening 44, waarnaar eerder werd verwezen, is een andere faktor die de manier beinvloedt 40 waarop het deeltjesmateriaal wordt afgezet op deze open 83 0 2 8 8 4 u.In addition to the horizontal or upward supply of air through the second opening 44 referred to previously, another factor influencing the manner in which the particulate material is deposited on this open is 83 0 2 8 8 4 h.
* * - 12 - * draadgazen de plaats waar de tweede opening 44 is aangebracht in het achterpaneel 67. Als het punt van kruising van de inkomende lucht en het deeltjesmateriaal te ver onder de opening 35 ligt, kan een geschikte meesleuring niet 5 optreden en kan het deeltjesmateriaal met een betrekkelijk vlakke hoek passeren over het eerste open draadgaas 45. De beide effekten bevorderen golfpatronen en ongelijkmatigheid. Het verdient dus de voorkeur dat de tweede opening 44 is aangebracht in de bovenste delen van het achterpaneel 67.* * - 12 - * wire mesh where the second opening 44 is provided in the rear panel 67. If the point of intersection of the incoming air and the particulate material is too far below the opening 35, appropriate entrainment cannot occur and the particulate material passes at a relatively flat angle across the first open wire mesh 45. Both effects promote wave patterns and unevenness. Thus, it is preferable that the second opening 44 is provided in the upper parts of the back panel 67.
10 Soortgelijke problemen kunnen ook optreden als de tweede opening 44 omlaag is gericht in het deeltjesmateriaal of als deze te ver afligt van de eerste opening 35. Voor een inrichting die is geconstrueerd zoals geïllustreerd in de Pig. en bij benadering de afmeting heeft zoals hierna is 15 beschreven, is gebleken dat de beste resultaten worden verkregen als de afstand tussen de eerste opening 35 en het eerste open draadgaas 45 niet kleiner is dan 90 cm en als de afstand tussen het binneneind van de tweede opening 44 en het punt waar de omhoog gerichte luchtstroom het materiaal-20 mengsel kruist ongeveer 60 cm is.Similar problems can also arise if the second opening 44 is facing down into the particulate material or if it is too far away from the first opening 35. For a device constructed as illustrated in the Pig. and having an approximate size as described below, it has been found that the best results are obtained if the distance between the first opening 35 and the first open wire mesh 45 is not less than 90 cm and if the distance between the inner end of the second opening 44 and the point where the upwardly directed airflow crosses the material-mixture is about 60 cm.
Hoewel deze resultaten enigszins kunnen worden gevarieerd door vergroting van de hoek aan de kneepope-ning 47, kunnen deze hoek en de ligging van de tweede opening 44 beide worden gevarieerd om hetzelfde resultaat te 25 bereiken. Men moet dus in gedachten houden dat het gewenst is dat het deeltjesmateriaal de oppervlakken van de open draadgazen 45 en 46 op een niet-turbulente en bij benadering niet-parallelswijze nadert.While these results can be varied somewhat by increasing the angle on the pinch opening 47, this angle and the location of the second opening 44 can both be varied to achieve the same result. Thus, it should be borne in mind that it is desirable that the particulate material approach the surfaces of the open wire meshes 45 and 46 in a non-turbulent and approximately non-parallel fashion.
De bladen die zijn aangebracht in de tweede 30 opening 44 leveren een bijzonder waardevolle bijdrage aan de onderhavige uitvinding. Het opbouwen van golfpatronen met de tijd in de vroegere inrichting was gedeeltelijk te wijten aan kanalisatie die wordt veroorzaakt door de statisch geïnduceerde afzetting van de deeltjesmaterialen in ver-35 schillende delen van de passage waardoor het meegesleurde materiaal passeert, en ten dele aan de wijze waarop het meegesleurde materiaal passeert over het materiaal dat eerder is vervilt op de open draadgazen. De bladen 77 trachten dit probleem op te heffen door heen en weer te oscilleren. Als 40 de as 79 heen en weer oscilleert in het algemeen langs de 8302884 c - 13 - baan EP (Fig. 3) worden de bladen eerst gericht naar een zijde van de matvormzone 36 en dan naar de andere zijde van deze zone. Als resultaat is er weinig kans op kanalisatie en het deeltjesmateriaal dat wordt afgezet op de open draad-5 gazen 45 en 46 is veel gelijkmatiger.The blades disposed in the second opening 44 make a particularly valuable contribution to the present invention. The build-up of wave patterns with time in the prior device was due in part to channeling caused by the statically induced deposition of the particulate materials in different parts of the passage through which the entrained material passes, and in part in the manner in which the entrained material passes over the material previously felted on the open wire mesh. The blades 77 attempt to overcome this problem by oscillating back and forth. When shaft 79 oscillates back and forth generally along the 8302884 c-13 track EP (Fig. 3), the blades are first directed to one side of the mat forming zone 36 and then to the other side of this zone. As a result, there is little chance of channeling and the particulate material deposited on the open wire mesh 45 and 46 is much more uniform.
Het voordeel van de onderhavige uitvinding is duidelijk te zien aan de aard van het materiaal dat wordt geproduceerd met de onderhavige inrichting volgens de onderhavige werkwijze. Zoals eerder is aangegeven konden slechts 10 betrekkelijk dikke produkten worden verkregen met toepassing van de vroegere inrichtingen. Bijvoorbeeld, wanneer een mengsel van bindmiddel en minerale wolvezel wordt meegesleurd in een luchtstroom en geleid in de matvormzone die is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.097.209 werden raa-15 terialen met een dikte van ongeveer 2,5 cm of meer en met vele ongelijkmatige zones verkregen. Dikke produkten kunnen ook worden verkregen volgens de onderhavige uitvinding maar deze kunnen worden geproduceerd met hoge lijnsnelheid en zij hebben geen van de klompen of golfpatronen die eigen 20 zijn aan de produkten volgens de bekende stand van de techniek.The advantage of the present invention is clearly seen in the nature of the material produced with the present device according to the present method. As previously indicated, only 10 relatively thick products could be obtained using the earlier devices. For example, when a mixture of binder and mineral wool fiber is entrained in an air stream and passed into the mat forming zone described in U.S. Pat. No. 4,097,209, materials having a thickness of about 2.5 cm or more and many uneven zones obtained. Thick products can also be obtained according to the present invention but they can be produced at a high line speed and they do not have any of the clumps or wave patterns inherent in the prior art products.
Als ander voorbeeld van het voordeel van de onderhavige uitvinding waren pogingen volgens de bekende stand van de techniek om dunnere materialen te verkrijgen 25 totaal zonder succes ten gevolge van de klompen die werden gevonden in het eindprodukt. Dergelijke moeilijkheden treden niet op bij de onderhavige uitvinding. Niet-geweven banen met gelijkmatige basisgewichten en dunne uitvoering zijn verkregen met toepassing van de onderhavige inrichting waar-30 in de onderhavige werkwijze wordt uitgevoerd. De voordelen van deze dunne materiaallagen zijn opmerkelijk. Bijvoorbeeld door toepassing van twee matvormzones zoals hierin is beschreven, is het mogelijk sandwichachtige bouwprodukten te vormen met dunne buitenlagen en een centrale kern. Een voor-35 beeld van een dergelijke inrichting is geïllustreerd in _As another example of the advantage of the present invention, prior art attempts to obtain thinner materials have been completely unsuccessful due to the clumps found in the final product. Such difficulties do not arise with the present invention. Nonwoven webs of uniform basis weights and thin construction have been obtained using the present apparatus in which the present process is carried out. The advantages of these thin material layers are remarkable. For example, by using two mat forming zones as described herein, it is possible to form sandwich-like building products with thin outer layers and a central core. An example of such a device is illustrated in
Fig. 4, waarin de middelen voor het bereiden van het deeltjesmengsel en 'de hardings- en afwerkmiddelen niet zijn afgeheeld.Fig. 4, wherein the means for preparing the particulate mixture and the curing and finishing agents are not trimmed.
Een onderste matvormzone 83 en een bovenste 40 matvormzone 84 zijn geconstrueerd zoals eerder is beschreven, 8302884 - 14 - ï i- en zoals bij de individuele matvormzones, kunnen ze naar wens één of twee open draadgazen bevatten. Aan elke zone worden mengsels van bindmiddel en een geschikt vezelmate-riaal toegevoerd die worden omgezet in materiaalbanen zoals 5 eerder is beschreven. De banen treden uit de zones 83 en 84 aan de kneepopeningen 85 resp. 86. De onderbaan 87 wordt van de transporteur 88 gevoerd over overbrengrollen 89 op de transporteur 90. Een kernafzetstation 91 z-et dan een kern-mengsel 92 af op de baan 87 en een diktemal 93 nivelleert het 10 kernmateriaal. Het station 91 omvat een gravimetrische toe-voerinrichting (niet afgebeeld) zoals die welke eerder is beschreven.A lower mat forming zone 83 and an upper 40 mat forming zone 84 are constructed as previously described, and as with the individual mat forming zones, they may optionally contain one or two open wire meshes. Mixtures of binder and a suitable fiber material are supplied to each zone and are converted into webs of material as described previously. The webs exit from zones 83 and 84 at the pinch openings 85, respectively. 86. The bottom web 87 is fed from the conveyor 88 over transfer rollers 89 to the conveyor 90. A core deposition station 91 then deposits a core mixture 92 onto the web 87 and a thickness gauge 93 levels the core material. Station 91 includes a gravimetric feeder (not shown) such as that previously described.
Ondertussen treedt de bovenbaan 94 uit de kneepopening 86, passeert over overbrengrollen 95 op de 15 transporteur 96 en omlaag langs de glijbaan 97 die deze afzet op de bovenzijde van het genivelleerde kernmengsel, Het losse samengestelde materiaal kan dan worden samengeperst door een voorsamenpersingssamenstel 98, in welk geval het uittreedt uit de kneepopening 99 als een structuur die een 20 voldoende sterkte heeft om deze te kunnen transporteren door verdere verwerkings- en hardingsstappen zonder belangrijke beschadiging te ondergaan.Meanwhile, the upper web 94 exits the pinch opening 86, passes over transfer rollers 95 on the conveyor 96 and down along the slide 97 depositing it on the top of the leveled core mixture. The loose composite material can then be compressed by a pre-compression assembly 98 in which case it emerges from the pinch opening 99 as a structure having sufficient strength to be able to transport it through further processing and curing steps without undergoing significant damage.
Een brede verscheidenheid van produkten kan worden verkregen door de toepassing van deze inrichting. Bij-25 voorbeeld, als een mengsel van geexpandeerde perliet en bindmiddel wordt gebruikt als het kernmengsel kunnen de geproduceerde produkten worden gevarieerd van die welke goede acous-tische eigenschappen hebben tot die welke hoge breukwaarden hebben. Verder wordt de plaat geproduceerd in een bewerking 30 met een enkele passage, hetgeen bijzonder is. De bekende stand van de techniek leert dat sommige sandwichachtige produkten kunnen worden geproduceerd door afzonderlijk de buitenlagen te maken en ze dan vast te hechten op een kernmateriaal met een laag plakmiddel. De onderhavige uitvinding 35 is opmerkelijk gunstiger, niet alleen vanwege zijn eenvoud bij het vermijden van de plakmiddellagen maar ook omdat de aard Van het proces een differentiële verdichting van het produkt mogelijk maakt zonder dat men zijn toevlucht moet nemen tot afzonderlijke lamineer-en persbewerkingen.A wide variety of products can be obtained by using this device. For example, if a mixture of expanded perlite and binder is used as the core mixture, the products produced can be varied from those having good acoustic properties to those having high fracture values. Furthermore, the plate is produced in a single pass operation 30, which is special. The prior art teaches that some sandwich-like products can be produced by separately making the outer layers and then adhering them to a core material with a layer of adhesive. The present invention is remarkably more favorable not only because of its simplicity in avoiding the adhesive layers but also because the nature of the process allows differential compaction of the product without resorting to separate laminating and pressing operations.
40 Het bovengenoemde, van een perlietkern voor- 83 0 2 834 : - 15 -40 The above, of a perlite core for 83 0 2 834: - 15 -
ziene produkt vormt een bijzonder goed voorbeeld van dit IThis product is a particularly good example of this I.
verschijnsel. De buitenlagen van mineraalwol en bindmiddel hebben een lage druksterkte, terwijl de geexpandeerde per- Iphenomenon. The outer layers of mineral wool and binder have a low compressive strength, while the expanded per- I
lietkern een betrekkelijk hoge druksterkte heeft. Wanneer 5 de samengestelde structuur wordt samengeperst, werkt de kern Ithe core has a relatively high compressive strength. When the composite structure is compressed, the core I works
als een aambeeld waartegen de buitenlagen worden samengeperst.as an anvil against which the outer layers are pressed together.
Dit leidt tot verdichting van de buitenlagen, maar vrijwel IThis leads to compaction of the outer layers, but almost I.
geen verdichting van de kern. Tegelijkertijd neemt de kern Ino compaction of the core. At the same time, the core I
onregelmatigheden in de buitenlagen op, waardoor gladde Iirregularities in the outer layers, resulting in smooth I
10 buitenvlakken met gelijkmatige dichtheid worden verkregen.10 outer surfaces with uniform density are obtained.
Een andere methode van differentiële ver- IAnother method of differential differential I
dichting van de samengestelde structuur omvat het achter- Isealing the composite structure includes the back I
eenvolgens harden van de kern en de buitenlagen. Bijvoor- Isubsequently hardening the core and the outer layers. For example I
beeld, als een samengestelde structuur wordt vervaardigd met Iimage, if a composite structure is manufactured with I.
15 een kern met een bindmiddel dat een lagere hardingstemperatuur heeft dan het bindmiddel voor de buitenlagen en het samengestelde materiaal wordt gevoerd door een convectie- I15 a core with a binder which has a lower curing temperature than the binder for the outer layers and the composite is passed through a convection
oven die is ingesteld op een temperatuur waarbij het kern- Ioven set at a temperature at which the core I
bandmateriaal hard wordt maar niet het buitenlaagbindmate- Itape material hardens but not the outer layer tie
20 riaal, wordt een structuur verkregen met ongeharde buiten- I20, a structure with uncured outer I is obtained
lagen. Als deze buitenlagen dan worden samengeperst tegen Ilayers. If these outer layers are then pressed against I.
de kern en gehard, kunnen zeer dichte buitenlagen worden Ithe core and hardened, can be very dense outer layers I.
verkregen. Evenzo kan hetzelfde effekt worden verkregen door het toepassen van bindmiddelen met soortgelijke har-25 dingseigenschappen maar waarbij een noodzakelijke hardings-component is weggelaten uit het buitenlaagbindmiddel. Wanneer de noodzakelijke component vervolgens wordt toegevoegd en het samengestelde materiaal wordt samengeperst en gehard, worden weer dichte harde buitenlagen verkregen. Een voor-30 beeld van het laatste alternatief is de toepassing van een bindmiddel zoals een novalakfenolformaldehydehars waaruit het dwarsbindmiddel, hexamethyleentetramine is weggelaten.obtained. Likewise, the same effect can be obtained by using binders with similar curing properties but with a necessary curing component omitted from the outer layer binder. When the necessary component is then added and the composite material is compressed and cured, dense hard outer layers are again obtained. An example of the latter alternative is the use of a binder such as a novalak phenol formaldehyde resin from which the cross binder hexamethylene tetramine has been omitted.
Deze en een verscheidenheid van andere structuren met verschillende karakteristieken kunnen worden ge-35 produceerd volgens de onderhavige uitvinding. Andere voor- IThese and a variety of other structures with different characteristics can be produced according to the present invention. Other advantages I
delen van de onderhavige uitvinding zullen nog duidelijker worden met verwijzing naar de volgende voorbeelden.parts of the present invention will become even more apparent with reference to the following examples.
Voorbeeld IExample I
Dit voorbeeld illustreert de bereiding van 40 een produkt met ongeveer 87% mineraalwol en 13% poedervor-& ” A 9 o Λ v v ‘j £ w O 4 - 16 - mig fenolbindmiddel, waarbij het verkregen produkt een dikte heeft van ongeveer 3,8 cm en een dichtheid van ongeveer 96 3 kg/m . Het produkt werd vervaardigd met toepassing van de inrichting met dubbele bakvormzones zoals is afgebeeld in 5 Fig. 4. Verwijzingscijfers verwijzen naar de cijfers die zijn gebruikt in de Fig. De onderste matvormzone 83 die werd toegepast voor dit en de volgende voorbeelden was geconstrueerd uit plexiglas zodat de afstand tussen de kneepopening 47 en het achterpaneel 67 ongeveer 272 cm is, de zonebreedte 10 gemeten tussen de zijpanelen 68 en 69 was ongeveer 65 cm en de hoogte gemeten verticaal tussen het draadgaas 45 en het middenpunt van de intrekkerrol 42 was ongeveer 105 cm. De hoek van de kneepopening 47 was ongeveer 25°. De bovenste matvormzone 84 had een afstand tussen de kneepopening 47 en 15 het achterpaneel 67 van ongeveer 210 cm, de breedte en de hoogte waren ongeveer hetzelfde als voor de matvormzone 83.This example illustrates the preparation of a product with about 87% mineral wool and 13% powdered phenol binder, the resulting product having a thickness of about 3.8 cm and a density of about 96 3 kg / m. The product was manufactured using the dual baking mold zone device as shown in FIG. 4. Reference numbers refer to the numbers used in Figs. The lower mat forming zone 83 used for this and the following examples was constructed from plexiglass so that the distance between the pinch opening 47 and the back panel 67 is about 272 cm, the zone width measured between the side panels 68 and 69 was about 65 cm and the height measured vertically between the wire mesh 45 and the center point of the retractor roller 42 was about 105 cm. The angle of the pinch opening 47 was about 25 °. The top mat forming zone 84 had a distance between the pinch opening 47 and 15 the rear panel 67 of about 210 cm, the width and the height were about the same as for the mat forming zone 83.
De hoek aan de kneepopening 47 was ongeveer 48°.The angle at the pinch opening 47 was about 48 °.
Voor elke matvormzone 83 en 84 werden minerale wolvezels gescheiden en toegevoerd op de transporteur 20 30 met een snelheid van 3,44 kg per minuut met toepassing van een Vectroflo gravimetrische toevoerinrichting. De fenol-hars werd toegevoerd op de vezel door het station 32 met een snelheid van 1,02 kg per minuut. Dit materiaal werd samenge-r mengd door de uitkamrol 33 en toegevoerd aan de verschillen-25 de vervezelingsinrichtingen 34.For each mat forming zone 83 and 84, mineral wool fibers were separated and fed to the conveyor 20 at a rate of 3.44 kg per minute using a Vectroflo gravimetric feeder. The phenolic resin was fed to the fiber through the station 32 at a rate of 1.02 kg per minute. This material was mixed together by the combing roller 33 and fed to the various shredders 34.
De draadgazen in de betreffende kamers werden geconvergeerd met ongeveer 3 m per minuut en lucht werd toegevoerd aan de betreffende kamers met een volume van ongeveer 142 m3 per minuut en afgezogen door de vormdraden 45 en 30 46. De druk binnen elke vormkamer was ongeveer 5,3 cm water onder de atmosferische druk, gemeten met toepassing van een Dwyer meter. In de onderste vormkamer werd ongeveer 90% van de meesleurlucht afgezogen door het onderste vormdraadgaas 45, waarbij het grootste deel van deze lucht werd afgesloten 35 door het afzuigmiddel 62. In de bovenste vormkamer werd ongeveer 60% van de lucht afgezogen door het bovenste vormdraadgaas 46 waarbij geen poging werd gedaan om op variabele wijze de lucht af te zuigen. De bladen 77 werden geoscilleerd binnen elke opening 44 met ongeveer 30 cycli per minuut.The wire meshes in the respective chambers were converged at about 3 m per minute and air was supplied to the respective chambers at a volume of about 142 m3 per minute and extracted through the forming wires 45 and 46. The pressure within each forming chamber was about 5. 3 cm of water under atmospheric pressure, measured using a Dwyer meter. In the lower molding chamber, approximately 90% of the entraining air was extracted through the lower molding wire mesh 45, with most of this air being occluded by the suction means 62. In the upper molding chamber, approximately 60% of the air was aspirated through the upper molding wire mesh 46 with no attempt to variably extract the air. The blades 77 were oscillated within each opening 44 at about 30 cycles per minute.
40 De matvormige materialen werden geconvergeerd 8302884 - 17 - aan de kneepopeningen 47 en verstevigd in de verstevigings-zones 48. Onmiddellijk voorafgaand aan het uittreden uit de verstevigingszones 48 werden de samengestelde materialen tegelijkertijd aangestampt door de aanstampinrichtingen 50 5 en blootgesteld aan de anti-statische inrichtingen 51. De aanstampinrichtingen 50 werden ingesteld om de achterzijde van de draadgazen 46 ongeveer 30 maal per minuut te treffen waardoor de matten afwisselend samengeperst en vrijgelaten werden. Deze inrichtingen bevorderen het verminderen van het 10 mechanisch vasthechten. De anti-statische inrichtingen 51 waren gebruikelijke alfadeeltjes—uitzendorganen die de ladingen van de vezelmatten verwijderen en de statische aanhechting verminderen. Wanneer deze inrichtingen afzonderlijk of helemaal niet werden toegepast, werd een volle scheiding 15 van de matvormige materialen van de draadgazen niet verkregen. Het gelijktijdig toepassen van deze inrichtingen heeft echter een goede scheiding opgeleverd, hetgeen leidt tot produkten van hoge kwaliteit.40 The mat materials were converged at the pinch openings 47 and reinforced in the reinforcement zones 48. Immediately prior to exit from the reinforcement zones 48, the composite materials were simultaneously rammed by the ramming devices 50 and exposed to the anti-static devices 51. The ramming devices 50 were adjusted to strike the back of the wire mesh 46 approximately 30 times per minute, alternately compressing and releasing the mats. These devices promote the reduction of mechanical bonding. The anti-static devices 51 were conventional alpha particle emitters that remove the charges from the fiber mats and reduce static adhesion. When these devices were used individually or not at all, complete separation of the mat materials from the wire meshes was not obtained. However, the simultaneous use of these devices has yielded good separation leading to high quality products.
De afzonderlijke banen die uittreden uit de 20 matvormzones 83 en 84 werden geconvergeerd en vooraf samengeperst met toepassing van het voorsamenpersingssamenstel 98. Deze inrichting werd zo ingesteld dat de kneepopening zeer licht in contact komt met de verstevigde baan. Het verstevigde materiaal werd dan gevoerd in een doorloopcon-25 vectiedrogeroven (TCD) en blootgesteld aan de lucht die was verhit op ongeveer 205° C gedurende ongeveer 3 minuten. Tijdens deze blootstellingstijd werd het harsachtige bindmiddel gesmolten en althans nagenoeg gehard. De afstand tussen de druktransporteurs van de TCD-oven was ongeveer 3,9 cm; der-30 halve, wanneer de plaat uittrad uit de TCD-over in een enigszins plastische toestand werd deze nagekalibreerd en afgekoeld. Het nakalibreren stelde de dikte van de plaat in op ongeveer 3,8 cm en het tegelijk afkoelen met de omgevingslucht verminderde de plaattemperatuur tot iets min-35 der dan 121° C. Het op deze manier geproduceerde produkt zonder de toepassing van een nakalibreerinrichting bleek een diktevariatie van ± 1 mm te hebben, terwijl materiaal dat werd geproduceerd met toepassing van de nakalibreerinrichting een diktevariatie van ± 0,25 mm bleek te hebben.The individual webs exiting from the mat forming zones 83 and 84 were converged and pre-compressed using the pre-compression assembly 98. This device was adjusted so that the pinch opening contacts the reinforced web very lightly. The stiffened material was then fed into a continuous convection dryer oven (TCD) and exposed to the air heated at about 205 ° C for about 3 minutes. During this exposure time, the resinous binder was melted and at least substantially cured. The distance between the pressure conveyors of the TCD oven was about 3.9 cm; therefore, when the plate emerged from the TCD-over in a slightly plastic state, it was recalibrated and cooled. Post-calibration adjusted the thickness of the plate to about 3.8 cm and cooling with the ambient air simultaneously reduced the plate temperature to slightly less than 121 ° C. The product produced in this way without the use of an after-calibration device was found to be a thickness variation of ± 1 mm, while material produced using the post-calibrator was found to have a thickness variation of ± 0.25 mm.
40 De acoustische prestatie van produkten die op deze 8302884 s - 18 - manier zijn gevormd was: geluidsisolatieklasse (NIC) van 20 en geluidsreductiecoëfficient (NRC) van 95. Aldus was het geschikt voor een verscheidenheid van acoustische toepassingen met hoge prestatie.40 The acoustic performance of products formed in this 8302884 s-18 manner was: sound insulation class (NIC) of 20 and sound reduction coefficient (NRC) of 95. Thus, it was suitable for a variety of high performance acoustic applications.
5 Voorbeeld IIExample II
Dit voorbeeld illustreert de vervaardiging van een sandwichachtig produkt met een totale samenstelling alsvolgt:This example illustrates the manufacture of a sandwich-like product with an overall composition as follows:
Gewichtspercent 10 Ingrediënt (vaste-stoffenbasis) mineraalwol 24,21 poedervormig fenolbindmiddel ' 1,82 geexpandeerd perliet 64,35 vloeibaar fenolhars 9,62 15 De buitenlagen bestonden uit 93 % mineraalwol en 7% poedervormig fenolbindmiddel, terwijl het kernmengsel bestond uit 87% geexpandeerde perliet en 13% vloeibare fenolhars.Weight percent 10 Ingredient (solids base) mineral wool 24.21 powdered phenolic binder '1.82 expanded perlite 64.35 liquid phenolic resin 9.62 15 The outer layers consisted of 93% mineral wool and 7% powdered phenolic binder, while the core mixture consisted of 87% expanded perlite and 13% liquid phenolic resin.
Mineraalwolvezels werden toegevoerd op de transporteur 30 van de bovenste en onderste vormsysternen 20 83 en 84 met een snelheid van 1,12 kg per minuut. Poeder- * vormig fenolhars werd dan toegevoerd op de transporteur 30 via station 32 met een snelheid van 0,084 kg per minuut. Dit materiaal werd samengemengd met de uitkamrol 33 en toegevoerd naar vervezelingsinrichtingen 34 van elke matvormzone. Be-25 halve zoals onder vermeld waren de werkparameters hetzelfde als die welke zijn uiteengezet in voorbeeld I.Mineral wool fibers were fed to the conveyor 30 of the upper and lower molding systems 83 and 84 at a rate of 1.12 kg per minute. Powdered phenolic resin was then fed to the conveyor 30 through station 32 at a rate of 0.084 kg per minute. This material was mixed together with the combing roller 33 and fed to shredders 34 of each mat forming zone. Except as noted below, the operating parameters were the same as those set forth in Example I.
De mineraalwolbindmiddelsamenstellingen werden toegevoerd aan de betreffende matv.ormzones en vervilt op de open draadgazen 45 en 46 vrijwel zoals beschreven in voor-30 beeld I. In dit geval werd echter de lucht afgezogen met verschillende snelheden door de open draadgazen in de onderkamer; aldus werd ongeveer 75% van de lucht afgezogen door het onderste vormdraadga§s 45 van de zone 83 en werd ongeveer 25% afgezogen door het "bovenste vormdraadgaas 46. De statische 35 druk in elk van deze kamers was ongeveer 4,5 cm water onder de atmosferische druk, gemeten met toepassing van een Dwyer meter.The mineral wool binder compositions were fed to the respective matforming zones and felt on the open wire meshes 45 and 46 substantially as described in Example I. In this case, however, the air was extracted at different rates through the open wire meshes in the lower chamber; thus about 75% of the air was extracted through the lower mold wire mesh 45 of the zone 83 and about 25% was extracted through the upper mold wire mesh 46. The static pressure in each of these chambers was about 4.5 cm of water under atmospheric pressure, measured using a Dwyer meter.
De matten werden geconvergeerd aan de betreffende kneepopeningen 47, verstevigd in samenperszones 48, 40 behandeld met aanstampinrichtingen 50 en anti-statische in- 83 0 2 8 8 4 - 19 - richting 51 en dan gevoerd naar de voorsamenpersrollen 98. Nadat de onderste mat was overgebracht op de transporteur 90 werd een mengsel van 23% vloeibare fenolhars en 77% geëxpandeerde perliet afgezet via het toevoegstation 91 op de 5 ondermat met een snelheid van 4,3 kg per m2 (natte basis). Het kemmengsel werd genivelleerd met de afstrijkmal 93, gecombineerd met de bovenmat 94 en verstevigd met toepassing van de voorsamenperrollen 98. De hoogte van de voorsamenpersrollen aan het ingangspunt was ongeveer 3,3 cm boven de 10 transporteur 98, terwijl aan de openingkneep 99 de hoogte ongeveer 1,4 cm was. Dit veroorzaakte dat het uittredende materiaal werd geextrudeerd door de smalle kneepopening.The mats were converged at the respective nip openings 47, reinforced in compression zones 48, 40 treated with ramming devices 50 and anti-static devices 83 - 2 - 8 - direction 51 and then fed to the pre-compression rollers 98. After the bottom mat was transferred to the conveyor 90, a mixture of 23% liquid phenolic resin and 77% expanded perlite was deposited through the addition station 91 on the underlay at a rate of 4.3 kg per m2 (wet base). The core mixture was leveled with the scraper mold 93, combined with the top mat 94, and reinforced using the pre-compression rollers 98. The height of the pre-compression rollers at the entry point was about 3.3 cm above the conveyor 98, while the opening nip 99 had the height about 1.4 cm. This caused the exiting material to be extruded through the narrow pinch opening.
De dikte van het verkregen vooraf samengestelde materiaal was ongeveer 1,8 cm.The thickness of the pre-assembled material obtained was about 1.8 cm.
15 De voorsamenpersing diende om aan de ver kregen onverharde plaat een voldoende sterkte en randvorming mede te delen zodat de plaat kon worden getransporteerd door de volgende voorverwarmings- en hardingsbewerkingen zonder verlies van perliet uit de kern of beschadiging van het sa-20 mengestelde materiaal. Na de voorsamenpersing werd de plaat overgebracht naar een TCD-inrichting zoals die welke is geïllustreerd in Fig. 1? echter werden de bovenste samenpersmiddelen niet gebruikt bij het vervaardigen van het van een kern voorziene produkt. Het doel van de TCD-inrichting was 25 het voorverhitten van het van een kern voorziene produkt met een neerwaartse luchtstroom, en aldus een aanzienlijke droging en harding van het kernmengsel te veroorzaken terwijl de buitenlagen vrijwel ongehard werden gelaten.The pre-compression served to impart to the resulting unpaved sheet a sufficient strength and edge formation so that the sheet could be conveyed by the following preheating and curing operations without loss of perlite from the core or damage to the composite material. After pre-compression, the plate was transferred to a TCD device such as that illustrated in Fig. 1? however, the top compressors were not used in the manufacture of the cored product. The purpose of the TCD device was to preheat the cored product with a downward flow of air, thus causing significant drying and curing of the core mixture while leaving the outer layers virtually uncured.
De temperatuur van de lucht in de TCD-oven 30 bleef dus onder 149° C, een temperatuur waarbij het buiten-laagbindmiddel niet hard werd. Een periode van ongeveer 2 minuten werd toegepast voor het voorverwarmen.Thus, the temperature of the air in the TCD oven 30 remained below 149 ° C, a temperature at which the outer layer binder did not set. A period of about 2 minutes was used for preheating.
Volgens de voorverwarmingsstap werd de plaat gesneden in stukken en door een versnellingstranspor-35 teur toegevoerd aan een pers met een plat bed. Ten gevolge van de gewenste dikte van ongeveer 1,6 cm voor het produkt werden geschikte aanslagen gebruikt in de pers om te verzekeren dat geen overmatige samenpersing optrad. De uiteindelijke hardingstemperatuur was 232° C, hoewel variaties tus-40 sen 1-77° C en 288° C konden worden toegepast. Verblijfstij- 83 02334 - 20 - den in de pers varieerden van ongeveer 15 seconden tot ongeveer 15 minuten, hoewel een samenperstijd van 1 minuut en 30 seconden goede resultaten bij 232° C. Naar keuze kon een handpers ook zijn toegepast voor de uiteindelijke hardings-5 en persstappen.In the preheating step, the plate was cut into pieces and fed through an accelerator conveyor to a flat bed press. Due to the desired thickness of about 1.6 cm for the product, suitable stops were used in the press to ensure that no excessive compression occurred. The final cure temperature was 232 ° C, although variations between 40-177 ° C and 288 ° C could be used. Residence times in the press ranged from about 15 seconds to about 15 minutes, although a compression time of 1 minute and 30 seconds gave good results at 232 ° C. Optionally, a hand press could also be used for final curing 5 and pressing steps.
De verkregen plaat had een totale lengte van 1,6 cm en een dichtheid van 317 kg/m3. De dikte van elk van de boven- en onderhuiden was bij benadering 0,1 cm en de kerndikte was 1,4 cm. De dichtheid van de buitenlaag was bij 10 benadering 550 kg/m3, terwijl de kerndichtheid bij benadering 252 kg/m3 was.The obtained sheet had a total length of 1.6 cm and a density of 317 kg / m3. The thickness of each of the top and bottom skins was approximately 0.1 cm and the core thickness was 1.4 cm. The density of the outer layer was approximately 550 kg / m3, while the core density was approximately 252 kg / m3.
Voorbeeld IIIExample III
Dit voorbeeld illustreert de vervaardiging van een ingedrukte sandwichachtige bouwplaat. Het produkt 15 werd vervaardigd op precies dezelfde manier als beschreven is in voorbeeld II tot aan het punt waar de ongeharde plaat uittreedt uit de voorsamenpersrollen 98. In dit geval werd het materiaal getransporteerd in de TCD-inrichting en lucht werd gevoerd door de plaat van de onderzijde naar de boven-20 zijde. Ten gevolge van de omgekeerde stroming is het bovenste samenpersmiddel ingesteld om het bovenvlak van de plaat licht aan te raken om het oplichten of knikken ten gevolge van de opwaartse druk van de luchtstroom te verhinderen.This example illustrates the manufacture of a pressed sandwich-like building board. The product 15 was manufactured in exactly the same manner as described in Example II up to the point where the uncured sheet emerges from the pre-compression rollers 98. In this case, the material was transported into the TCD device and air was passed through the sheet of the bottom to the top-20 side. Due to the reverse flow, the top compression means is set to lightly touch the top surface of the plate to prevent lifting or buckling due to the upward pressure of the airflow.
Als resultaat van deze behandeling trad een harding op vanaf 25 de onderzijde van de plaat opwaarts en de omstandigheden werden zo ingesteld, dat de harding optrad tot binnen 1,6 mm - 6,4 mm van het bovenvlak van het kernmateriaal.As a result of this treatment, curing occurred from the bottom of the plate upward and conditions were set so that the curing occurred within 1.6 mm - 6.4 mm of the top surface of the core material.
Volgend op de voorverwarmingsstap werd de plaat gesneden in stukken en toegevoerd aan een pers met een 30 plat bed, waarbij de bovenplaat van de pers was voorzien van een indrukplaat. De pers werd zo ingesteld dat de indruk-plaat slechts in de bovenste ongeharde zone van de plaat binnendrong. Zoals beschreven voor voorbeeld II werd een temperatuur van 232°C toegepast voor een verblijfstijd van 1 35 minuut en 30 seconden. De waarden van de dichtheid en het basisgewicht waren vrijwel hetzelfde als voor het produkt van voorbeeld II.Following the preheating step, the plate was cut into pieces and fed to a flat bed press, the top plate of the press being provided with an insertion plate. The press was set so that the indentation plate penetrated only into the top uncured zone of the plate. As described for Example II, a temperature of 232 ° C was used for a residence time of 1 minute and 30 seconds. The density and basis weight values were almost the same as for the product of Example II.
Voorbeeld IVExample IV
Dit voorbeeld illustreert de vervaardiging 40 van een sandwichachtig produkt met een dun vochtbestendig δ 3 0 2 3 8 4 - 21 - inwendige van hoge dichtheid. De totale samenstelling was alsvolgtsThis example illustrates the manufacture 40 of a sandwich-like product with a thin moisture resistant δ 3 0 2 3 8 4 - 21 - high density interior. The total composition was as follows
GewichtspercentWeight percent
Ingrediënten (vaste-stoffenbasis) 5 mineraalwol 34#14 poedervormig fenolbindmiddel 6,10 cementkwaliteit perliet 50,76 ureum-formaldehydehars 9,00Ingredients (solid base) 5 mineral wool 34 # 14 powdered phenolic binder 6.10 cement grade perlite 50.76 urea-formaldehyde resin 9.00
De buitenlagen bestonden uit 85% mineraalwol en 15% poeder-10 vormig fenolbindmiddel, terwijl het kernmengsel bestond uit 85% perliet van cementkwaliteit en 15% ureum-formaldehyde-hars.The outer layers consisted of 85% mineral wool and 15% powder-phenolic binder, while the core blend consisted of 85% cement grade perlite and 15% urea-formaldehyde resin.
De plaat werd vervaardigd vrijwel zoals beschreven in voorbeeld II, maar omdat de gewenste uiteinde-15 lijke dikte 4,76 mm was werden de aanslagen in de voorsamenpersinrichting ingesteld op 4,56 mm. De verkregen plaat had een dichtheid van 673 kg/m3 en een basisgewicht van 3,21 kg/m2 .The plate was manufactured almost as described in Example II, but because the desired final thickness was 4.76 mm, the stops in the pre-compression device were set at 4.56 mm. The obtained sheet had a density of 673 kg / m3 and a basis weight of 3.21 kg / m2.
Het gewicht van de buitenlagen was 1,92 kg/m2.The weight of the outer layers was 1.92 kg / m2.
Voorbeeld VExample V
20 Dit voorbeeld illustreert de vervaardiging van een tegen beschadiging bestendige plaat met houtvezel-materiaal. De totale samenstelling van de plaat was alsvolgt:This example illustrates the manufacture of a damage resistant board with wood fiber material. The total composition of the record was as follows:
GewichtspercentWeight percent
Ingrediënten (vaste-stoffenbasis) 25 mineraalwol 22,17 poedervormig fenolbindmiddel 3,87 geexpandeerde perliet 48,10 ontscheept espenhoutvezel 11,08 vloeibaar fenolhars 14,78 30 Deze plaat werd geproduceerd op dezelfde manier als beschreven in voorbeeld II om een produkt te beschrijven met een dikte van 1,59 mm en een dichtheid van 317 kg/m3. Het totale gewicht van de buitenlagen was 1,32 kg/m2. De aanwezigheid van de houtvezel in dit produkt had het effekt van het ver- _ 35 groten van de taaiheid van de plaat en het verminderen van de invloeden van stootbeschadiging.Ingredients (solids base) 25 mineral wool 22.17 powdered phenolic binder 3.87 expanded perlite 48.10 de-sapwood fiber 11.08 liquid phenolic resin 14.78 30 This board was produced in the same manner as described in Example II to describe a product with a thickness of 1.59 mm and a density of 317 kg / m3. The total weight of the outer layers was 1.32 kg / m2. The presence of the wood fiber in this product had the effect of increasing the toughness of the board and reducing the effects of impact damage.
Voorbeeld VIExample VI
Dit voorbeeld, waarin twee alternatieve wijzigingen worden beschreven, illustreert verder de tech- 83 02 33 4 - 22 - niek van het achtereenvolgend harden. De basisprocedure was vergelijkbaar met die welke werd toegepast in voorbeeld II, behalve dat (1) het fenolhars geen hexamethyleentetramine-hardingsmiddel bevatte en (2) het eerder toegepaste kern-5 bindmiddel werd vervangen door een zetmeelpoeder.This example, describing two alternative changes, further illustrates the technology of sequential curing. The basic procedure was similar to that used in Example II except that (1) the phenolic resin did not contain a hexamethylene tetramine curing agent and (2) the previously used core-5 binder was replaced with a starch powder.
De totale samenstelling van de plaat, berekend op droge basis, was alsvolgt:The total composition of the plate, calculated on a dry basis, was as follows:
GewichtspercentWeight percent
Ingrediënt (vaste-stoffenbasis) 10 mineraalwol 24,21 poedervormig novalac fenolbindmiddel plus hexamethyleentetramine 1,82 geexpandeerde perliet 64,35 poedervormig zetmeelbindmiddel 9,62 15 De buitenlagen bestonden uit 93% mineraalwol en 7% bindmiddel, gebaseerd op de boven aangegeven verhoudingen van de ingrediënten, terwijl het droge kernmengsel bestond uit 87% geexpandeerde perliet en 13% poedervormig zetmeel.Ingredient (solids base) 10 mineral wool 24.21 powdered novalac phenol binder plus hexamethylene tetramine 1.82 expanded perlite 64.35 powdered starch binder 9.62 15 The outer layers consisted of 93% mineral wool and 7% binder based on the proportions of the above ingredients, while the dry core mixture consisted of 87% expanded perlite and 13% powdered starch.
20 De boven- en onderlagen werden geproduceerd zoals beschreven in voorbeeld II behalve dat het poedervormige bindmiddel werd toegevoegd met een snelheid van 0,077 kg/minuut ten gevolge van de afwezigheid van het hardingsmiddel. Voorafgaand aan het toevoegen van het kernmengsel 25 werd het bevochtigd met water op een niveau van 19% gebaseerd op het gewicht van het natte mengsel. Het bevochtigde kernmengsel werd dan toegevoegd via het kernafzetstation 91 met een niveau van 4,8 kg/m2, waarbij het verschil ten opzichte van de hoeveelheid die is vermeld in voorbeeld II 30 te wijten is aan het toegevoegde vocht.The top and bottom layers were produced as described in Example II except that the powdery binder was added at a rate of 0.077 kg / minute due to the absence of the curing agent. Before adding the core mixture 25, it was wetted with water at a level of 19% based on the weight of the wet mixture. The wetted core mixture was then added through the core depositor 91 at a level of 4.8 kg / m2, the difference from the amount reported in Example II 30 being due to the added moisture.
Nadat het toegevoegde materiaal was genivelleerd met de afstrijkmal 93, werden de samengestelde materialen verstevigd met de bovenste mat met gebruikmaking van de voor samenper sroj-len 98. Het samengestelde materiaal werd 35 dan overgebracht naar een TCD-inrichting die, anders dan de inrichting in voorbeeld II was voorzien van een stoominrich-ting'. De stoominrichting was geplaatst aan de ingang van de TCD-inrichting en bestond uit een stoomverdeelleiding die boven de plaat lag en een vacuüminrichting die onder de 40 plaat lag, onder TCD-transporteur.After the added material was leveled with the scraper die 93, the composite materials were reinforced with the top mat using the pre-compression molds 98. The composite material was then transferred to a TCD device which, unlike the device in Example II was provided with a steam device. The steam device was placed at the entrance of the TCD device and consisted of a steam distribution pipe above the plate and a vacuum device below the 40 plate under the TCD conveyor.
83C 2 3 8 483C 2 3 8 4
VV
- 23 - '- 23 - '
Als de plaat passeerde in de TCD-oven, werd de stoominrichting gebruikt om stoom te zuigen in de plaat met een snelheid die voldoende was om de temperatuur van het water in het kernmengsel te verhogen boven 82° C, waar-5 door het zetmeel geleerde. De plaat liep verder door de TCD-inrichting, waar de kern werd gedroogd en voorverwarmd op de gebruikelijk wijze. Echter was het in dit geval mogelijk om temperaturen hoger dan 149° C toe te passen, omdat het bindmiddel in de buitenlagen niet het hardingsmiddel be-10 vatte .As the plate passed in the TCD oven, the steaming device was used to draw steam into the plate at a rate sufficient to raise the temperature of the water in the core mixture above 82 ° C, where the starch gelled . The plate passed through the TCD device, where the core was dried and preheated in the usual manner. However, in this case it was possible to use temperatures higher than 149 ° C, because the binder in the outer layers did not contain the curing agent.
Volgens op de geleer- en droogstappen werd de plaat in stukken gesneden en toegevoerd in een sproei-cabine. In deze cabine werd een 10%-oplossing van hexa-methyleentetramide aangebracht op de boven- en ondervlakken 15 van de plaat met een snelheid van 65 g/m2. De» plaat werd dan vervoerd door een versnellingstransporteur naar een pers met een plat bed en gehard zoals beschreven in voorbeeld II.Following the gelling and drying steps, the plate was cut into pieces and fed into a spray booth. In this booth, a 10% solution of hexamethylene tetramide was applied to the top and bottom surfaces of the plate at a rate of 65 g / m2. The plate was then conveyed by an accelerator conveyor to a flat bed press and cured as described in Example II.
Onder de werking van de pers viel de hexamethyleentetramine uit elkaar om het formaldehyde-hardingsmiddel vrij te maken, 20 waardoor de hars werd gehard. De fysische eigenschappen van de plaat waren vrijwel gelijk aan die welke zijn gemeten voor het produkt van voorbeeld II.Under the action of the press, the hexamethylene tetramine disintegrated to release the formaldehyde curing agent, thereby setting the resin. The physical properties of the plate were almost the same as those measured for the product of Example II.
Ingedrukte produkten kunnen ook worden vervaardigd op dezelfde manier en zij verschaffen het aanvul-25 lende voordeel dat de gedeeltelijke voorhardingstap zoals uiteengezet in voorbeeld III wordt vermeden. Wanneer de boven- en onderlagen worden gehard in de aanwezigheid van de hexamethyleentetramine-oplossing, maakt het water dat verdampt dus het zetmeelkernbindmiddel zacht, waardoor het kan 30 worden vervormd tot de gewenste ingedrukte vorm.Pressed products can also be manufactured in the same manner and they provide the additional advantage of avoiding the partial pre-curing step as set forth in Example III. Thus, when the top and bottom layers are cured in the presence of the hexamethylene tetramine solution, the water that evaporates softens the starch core binder, allowing it to be deformed to the desired embossed shape.
De uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader van de uitvinding gewijzigd kunnen worden.The invention is not limited to the described embodiments, which can be modified within the scope of the invention.
Q 7 ~ o 3.Q 7 ~ o 3.
Claims (15)
Applications Claiming Priority (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US40806182A | 1982-08-16 | 1982-08-16 | |
US40806182 | 1982-08-16 | ||
US40805982 | 1982-08-16 | ||
US40806082 | 1982-08-16 | ||
US06/408,059 US4432714A (en) | 1982-08-16 | 1982-08-16 | Apparatus for forming building materials comprising non-woven webs |
US06/408,060 US4435353A (en) | 1982-08-16 | 1982-08-16 | Processes for forming building materials comprising non-woven webs |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8302884A true NL8302884A (en) | 1984-03-16 |
Family
ID=27410742
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8302883A NL8302883A (en) | 1982-08-16 | 1983-08-16 | METHOD AND APPARATUS FOR FORMING NON-WOVEN COURSES |
NL8302884A NL8302884A (en) | 1982-08-16 | 1983-08-16 | BUILDING PLATE, APPARATUS AND METHOD FOR ITS FORMATION. |
Family Applications Before (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8302883A NL8302883A (en) | 1982-08-16 | 1983-08-16 | METHOD AND APPARATUS FOR FORMING NON-WOVEN COURSES |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | ATA264183A (en) |
AU (1) | AU564161B2 (en) |
CH (2) | CH666065A5 (en) |
DE (2) | DE3325669C2 (en) |
FR (2) | FR2531662B1 (en) |
GB (1) | GB2125450B (en) |
IT (2) | IT1163876B (en) |
LU (2) | LU84961A1 (en) |
NL (2) | NL8302883A (en) |
SE (2) | SE8304397L (en) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4585685A (en) * | 1985-01-14 | 1986-04-29 | Armstrong World Industries, Inc. | Acoustically porous building materials |
US4764325A (en) * | 1986-05-28 | 1988-08-16 | The Procter & Gamble Company | Apparatus for and methods of forming airlaid fibrous webs having a multiplicity of components |
IL82511A (en) * | 1986-05-28 | 1992-09-06 | Procter & Gamble | Apparatus for and methods of airlaying fibrous webs having discrete particles therein |
US4795335A (en) * | 1987-07-20 | 1989-01-03 | Johnson & Johnson | Multi-headed ductless webber |
GB8729894D0 (en) * | 1987-12-22 | 1988-02-03 | Compak Syst | Apparatus for laying matt of fibrous material |
FI83888C (en) * | 1988-02-17 | 1991-09-10 | Pargro Oy Ab | Process and apparatus for producing a fiber product |
DE4017057C2 (en) * | 1990-05-26 | 1999-11-04 | Peter Breidenbach | Clay building board and process for its manufacture |
DE4036014C2 (en) * | 1990-11-13 | 2001-07-05 | Truetzschler Gmbh & Co Kg | Device for producing a nonwoven fabric, e.g. made of chemical fibers, cotton, rayon and the like the like |
DE19740338A1 (en) * | 1997-09-13 | 1999-03-18 | Truetzschler Gmbh & Co Kg | Device to form nonwovens |
DK176022B1 (en) | 2003-03-07 | 2005-12-19 | Lindberg As | Apparatus, fixture and method for fixing lenses for unoccupied glasses |
DK200300661A (en) | 2003-05-01 | 2004-11-02 | Dan Web Holding As | Method and apparatus for drying a tissue |
Family Cites Families (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7806114U1 (en) * | 1979-04-12 | Rigips Baustoffwerke Gmbh & Co Kg, 3452 Bodenwerder | Building panel made of plaster of paris with a sheath made of glass fibers | |
DE7425877U (en) * | 1974-11-07 | Rigips Baustoffwerke Gmbh | Sheathing for a plate with a plaster core | |
DE1033123B (en) * | 1954-06-23 | 1958-06-26 | Saint Gobain | Gypsum board and method and device for their production |
DK93228C (en) * | 1958-08-26 | 1962-04-09 | H J Henriksen & G Kaehler | Process for the production of rigid and solid sheets or strips of mineral wool fibers. |
GB892295A (en) * | 1959-07-29 | 1962-03-28 | Tmm Research Ltd | Improvements relating to the opening of textile fibres and the formation of a web ormat thereof |
FR1383596A (en) * | 1964-02-29 | 1964-12-24 | Process for the continuous manufacture of non-woven sandwich felts and finished products obtained by this process | |
US3356780A (en) * | 1964-08-07 | 1967-12-05 | Thomson And Schovee | Fabric making method and apparatus |
FR1449996A (en) * | 1965-09-27 | 1966-08-19 | Continuous production of reinforced non-woven felts with or without fillers | |
FR1478366A (en) * | 1965-10-15 | 1967-04-28 | Bernard Rudloff | Process for pneumatic working and defibering of textiles in flocks and its implementation, more particularly, for the conventional continuous manufacture of felts or non-woven textile webs |
DK111457B (en) * | 1967-06-15 | 1968-08-26 | Kaehler & Co I | Method for producing a mineral wool web and for carrying out the method specific apparatus. |
SE343243B (en) * | 1970-10-14 | 1972-03-06 | Ingenioersfa B Projekt Ab | |
IT991767B (en) * | 1972-07-17 | 1975-08-30 | Sawyer Ind Ltd | PANEL ESPECIALLY FOR DOORS WALLS AND OTHER BUILDING ELEMENTS |
FR2243306A1 (en) * | 1973-09-07 | 1975-04-04 | Crown Lynn Potteries Ltd | Building panel with a core of expanded perlite - bonded with sodium silicate or an organic adhesive |
GB1497808A (en) * | 1975-05-29 | 1978-01-12 | Kroyer St Annes Ltd Karl | Apparatus for dry forming a layer of fibre |
FR2316364A1 (en) * | 1975-06-30 | 1977-01-28 | Rudloff Bernard | NON-TISSUE TAPPING PROCESS AND DEVICE FOR IMPLEMENTING THIS PROCESS |
DE2600024A1 (en) * | 1976-01-02 | 1977-07-14 | Novopan Ag | Reinforced panel of expanded vermiculite particles - with reinforcing layer of fibre chips and binder |
JPS531220A (en) * | 1976-06-25 | 1978-01-09 | Central Glass Co Ltd | Lighttweight plaster board coated with woven fabric or nonwoven fabric and production thereof |
DE2700608A1 (en) * | 1977-01-08 | 1978-07-20 | Basf Ag | NON-FLAMMABLE COMPOSITE INSULATION |
US4097209A (en) * | 1977-03-23 | 1978-06-27 | Armstrong Cork Company | Apparatus for forming a mineral wool fiberboard product |
US4265979A (en) * | 1978-06-05 | 1981-05-05 | United States Gypsum Company | Method for the production of glass fiber-reinforced gypsum sheets and gypsum board formed therefrom |
-
1983
- 1983-07-15 DE DE3325669A patent/DE3325669C2/en not_active Expired
- 1983-07-15 DE DE3325643A patent/DE3325643C2/en not_active Expired
- 1983-07-19 AT AT832641A patent/ATA264183A/en not_active Application Discontinuation
- 1983-07-29 IT IT22348/83A patent/IT1163876B/en active
- 1983-07-29 IT IT22351/83A patent/IT1164350B/en active
- 1983-08-11 LU LU84961A patent/LU84961A1/en unknown
- 1983-08-11 LU LU84960A patent/LU84960A1/en unknown
- 1983-08-11 FR FR8313214A patent/FR2531662B1/en not_active Expired
- 1983-08-11 AU AU17885/83A patent/AU564161B2/en not_active Ceased
- 1983-08-12 FR FR8313272A patent/FR2531727B1/en not_active Expired
- 1983-08-15 CH CH4444/83A patent/CH666065A5/en not_active IP Right Cessation
- 1983-08-15 SE SE8304397A patent/SE8304397L/en not_active Application Discontinuation
- 1983-08-15 CH CH4445/83A patent/CH664787A5/en not_active IP Right Cessation
- 1983-08-15 SE SE8304398A patent/SE457217B/en unknown
- 1983-08-15 GB GB08321914A patent/GB2125450B/en not_active Expired
- 1983-08-16 NL NL8302883A patent/NL8302883A/en not_active Application Discontinuation
- 1983-08-16 NL NL8302884A patent/NL8302884A/en not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
SE8304398D0 (en) | 1983-08-15 |
FR2531662A1 (en) | 1984-02-17 |
IT1163876B (en) | 1987-04-08 |
LU84960A1 (en) | 1983-12-28 |
GB2125450B (en) | 1987-01-21 |
GB2125450A (en) | 1984-03-07 |
IT8322351A1 (en) | 1985-01-29 |
SE8304397L (en) | 1984-02-17 |
NL8302883A (en) | 1984-03-16 |
FR2531727B1 (en) | 1986-08-14 |
IT1164350B (en) | 1987-04-08 |
IT8322348A0 (en) | 1983-07-29 |
IT8322351A0 (en) | 1983-07-29 |
DE3325669C2 (en) | 1986-05-28 |
ATA264183A (en) | 1988-12-15 |
FR2531727A1 (en) | 1984-02-17 |
FR2531662B1 (en) | 1987-05-15 |
AU564161B2 (en) | 1987-08-06 |
DE3325669A1 (en) | 1984-02-23 |
SE8304398L (en) | 1984-02-17 |
SE457217B (en) | 1988-12-05 |
DE3325643A1 (en) | 1984-02-16 |
AU1788583A (en) | 1984-03-29 |
LU84961A1 (en) | 1983-12-28 |
DE3325643C2 (en) | 1986-10-02 |
GB8321914D0 (en) | 1983-09-14 |
CH664787A5 (en) | 1988-03-31 |
SE8304397D0 (en) | 1983-08-15 |
CH666065A5 (en) | 1988-06-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5972265A (en) | Method and apparatus for producing composites | |
US2698271A (en) | Production of thick, laminated, fibrous structures | |
US4097209A (en) | Apparatus for forming a mineral wool fiberboard product | |
US2744045A (en) | Apparatus and process for continuously feeding and spraying wood wool and like materials | |
US2658847A (en) | Method of making composite, consolidated products and apparatus therefor | |
US4432714A (en) | Apparatus for forming building materials comprising non-woven webs | |
NL8302884A (en) | BUILDING PLATE, APPARATUS AND METHOD FOR ITS FORMATION. | |
JPH06505448A (en) | Fiber gypsum board and its manufacturing method | |
CA1200666A (en) | Building materials comprising non-woven webs | |
CA2015170A1 (en) | Fiber reinforced plastic sheet and producing the same | |
US4435353A (en) | Processes for forming building materials comprising non-woven webs | |
JP2003236813A (en) | Method for manufacturing woody composite material | |
SK137496A3 (en) | Process and device for the continuous production of fibre-reinforced moulded bodies from hydraulic materials | |
US2460571A (en) | Apparatus and method for making a plastic composition and product | |
GB2162465A (en) | Building board | |
JP3670373B2 (en) | Light fiberboard manufacturing equipment | |
CA1232734A (en) | Building materials comprising non-woven webs | |
JP3670374B2 (en) | Light fiberboard manufacturing equipment | |
JPH04316652A (en) | Noncompressive fibrous mat | |
JPS58181628A (en) | Molding mat and manufacture thereof | |
JPS6014684B2 (en) | Manufacturing method of glass fiber reinforced cement plate | |
CN108927883A (en) | The laying device and method of fiberboard are prepared instead of pre-hardening thickness using sanding powder | |
NL7905452A (en) | Fibre reinforced cement building board mfr. - by mixing the dry components spreading on a foraminous belt, wetting, setting and drying |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |