NL8004980A - Hopper. - Google Patents

Description

ί ί Ν.0. 29.393 1 '

Hopper.

De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting » voor het plaatsen van beton en meer in het bijzonder op een hopper-construetie vanwaar uit beton wordt afgegeven op de band van de transporteur om de beton te transporteren naar het stortpunt.

5 Beton varieert wat.zijn samenstelling betreft afhankelijk van de relatieve water-cementdelen en korrelige vaste stoffen, die op hun beurt de stromingseigenschappen van het mengsel beinvloeden.

De stroom wordt ook beïnvloed door de afmeting van de korrels die 60 tot 80$ van het volume.van het beton uitmaken. De samenstelling 10 of bewerkbaarheid van het mengsel kan variëren van een vrijstromende massa tot een samenstelling die betrekkelijk stijf is en weerstand biedt tegen stroming. Bij transporteren van beton is het van belang dat de korrels zo gelijkm±ig mogelijk worden verdeeld over de massa en dat de grove korrels zich niet scheiden van de cement-zandmortel.

15 Voor maximale geharde sterkte moet het cementbindmiddel harden in aanraking met alle korrels.

Het" eerste doel van de uitvinding is het verschaffen van een hopper met grote capaciteit, bijvoorbeeld van 6,4 tot 8 m^ inhoud, die beton kan afgeven met zeer variërende samenstelling in de vorm 20 van een gladde continue baan op het oppervlak van de bewegende band, die het beton nauwkeurig plaatst.

Ben verder doel is het verschaffen van een afgeefhopper van dit type die beton kan behandelen bevattende zeer grove korrels'ook omvattende stenen met een diameter van 10 tot 15 om. Een ander doel 25 is het verschaffen van een hopper van dit type die het beton afgeeft in een hoeveelheid van 5>6 tot 8 m^ per minuut zonder de band over te belasten, of te veroorzaken dat de beton de band raakt met een zodanige kracht dat het van de band springt en op de grond valt of wordt gescheiden van de cementmortel.

30 Tot op heden is voorgesteld een kegelvormige hopper te verschaf fen met een horizontale afgeefopening in de bodem, die wordt gesloten door een schuifdeur die over de opening beweegt. Deze constructie maakt het regelen van het volum^beton mogelijk dat wordt afgegeven vanaf de hopper maar is niet in staat nauwkeurig de richting van 35 de betonstroom te regelen. Als de schuifdeur volledig open is wordt het beton direkt naar beneden afgegeven met grote snelheid en kracht zodat het in botsing komt met de bewegende band, van de band afspringt en afscheiding van de korrels plaatsheeft. Als de deur 8004980 2 « is gesloten tot het punt waarop het beton op de band stroomt in een geregelde gelijkmatige hoeveelheid in de vorm van een continue baan zonder ongewenste spatten of scheiden, wordt de capaciteit van de transporteur drastisch gereduceerd. Bovendien, als het beton aggre-5 gaten bevat met grote afmetingen, zoals stenen met een diameter van 15 cm, dan passeren deze niet door de gedeeltelijk gesloten opening maar komen terecht tussen de zijwand van de opening en de rand van de deur. Hierdoor wordt de stroom verder beperkt en kan de opening zelfs worden geblokkeerd.

10 Ook is voorgesteld ^^opervormige afsluiting te verschaffen die scharnierend is aangebracht voor het sluiten en openen van een horizontaal geplaatste opening in de bodem van de hopper. Bij een dergelijke constructie stroomt, als de scharnieren!bevestigde grijperschalen worden geopend het beton direkt naar beneden op de 15 band als hierboven beschreven in verband met de konstruktie met een enkele sluitdeur. De hoogte van het beton in een hopper van het hierin beschreven type kan groter zijn dan 4»6 meter. Het beton weegt 2160 tot 2560 kg per m . De zwaartekracht die inwerkt op deze uiterst zware massa heeft tot gevolg dat het beton en in het bij-20 zonder de korrels daarin, de transportband met grote kracht raakt. Behalve als de stroom nauwkeurig wordt geregeld kan de transportband en de ondersteuningsconsiaactie ervan ernstig door het beton worden beschadigd. Ook scheiden de korrels zich van het cementdeel van het mengsel.

25 Om de kracht waarmede het beton de band raakt te reduceren is voorgesteld de horizontale opening in de bodem van de hopper te sluiten met een enkele grijperschaal die naar beneden scharniert om een horizontale as van de opening af en dient als soort slede voor het beton in de open stand ervan. Deze constructie beschermt 30 de band tegen de belasting van het beton maar was niet bevredigend omdat hij de neiging heeft korrels vast te houden tijdens het sluiten waardoor hij dus gedeeltelijk open blijft.

De nadelen van deze bekende constructies worden vermeden en de doeleinden gesteld met de uitvinding worden verkregen door het ver-35 schaffen van een hopper met hellende zijwanden die de bodem daarvan vormen en het verschaffen van een afgeefopening door een van de zijwanden die vlak is. De zijwand tegenover de opening dient als goot of slede en plaatst het beton gaande door de opening in de bewegingsrichting op de bewegende band in de vorm van een con-40 tinue baan.

8004980 * · * τ * 3 *

Volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding heeft de hopper aan zijn ondereinde een rechthoekige of polygonale dwarsdoorsnede· met zijwanden die vlak zijn en in het algemeen driehoekig van vorm zijn. De afgeefopening in de vlakke zijwand wordt gesloten 5 door een eerste glijschuif, die zelf een daardoorgaande , opening bezit,· die op zijn beurt wordt gesloten door een kleinere tweede glijschuif.

Aan de hand van een tekening, waarin een voorkeursuitvoering · is weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.

10 Fig. 1 toont in perspectief een betonstortinrichting omvattende de hopper/transportcombinatie volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een zijaanzicht van de hopper zelf.

Fig. 3 toont op groter schaal zijaanzicht van de afvoeropening en de daarmee verbonden delen liggende binnen de cirkel 3 aange-15 geven in fig. 2.

Fig. 4 toont een vooraanzicht van de afgeefopeningen en glij-schuiven daarvoor over de lijn IV-IV in fig. 3«

Fig. 5 toont een doorsnede over de lijn V-V in fig. 4«

Fig. 6 toont een perspectief het ondereinde van de hopper en 20 de afgeefopening met de tweede glijschuif gedeeltelijk geopend waarbij de gesloten stand met stippellijnen is aangegeven.

Fig. 7 toont een aanzicht overeenkomstig fig. 6 waarbij de eerste schuif in volledig geopende toestand is.

Als weergegeven in fig, 1 is de transporteur volgens de uit-25 vinding voor het plaatsen van het beton geplaatst op een groot voertuig met een gestel 10 en voor en achterwielen 12 en 14· De voorwielen 12 draaien en worden aangedreven door elektromotoren om de gehele transportinrichting aangebracht op het voertuig te bewegen. Andere gebruikelijke middelen voor ondersteuning zijn ook beschik-30 baar, bijvoorbeeld een spinnekopvormige basis, een "pogo stick’or "QÏÏAD-POD". Een gesteldeel 20 vervaardigd uit stalen balken en vast bevestigd op het gesteldeel 10 ondersteunt de hopper 22 en de transporteur 16. Een vakwerk 23 strekt zich naar buiten uit vanaf het hoofdgestel 20 en draagt rollen (niet weergegeven) aan de onder-35 einden van de eindjukorganen 24>26, waarop het transportgestel 16 glijdend is aangebracht. Een door een motor aangedreven transportband 15 is geplaatst op rollen onder het gestel 16 en op het afgeef einde van de band richt een kap 19 het beton in een slurf 18 voor het nauwkeurig op de gewenste plaats plaatsen van het beton.

40 Een onderplaat 17 kan op het gestel 16·onder de band zijn geplaatst.

8004980 » > 4

Ben schraper (niet weergegeven) is aanwezig onder het gestel om eventueel op het oppervlak van de hand hechtende beton te verwijderen.

Een platform 28 is aangebracht voor de bedienende persoon van de inrichting, welk platform wordt ondersteund door het hoofdgestel 5 20. Een tweede platform 32 is aangebracht nabij de bovenzijde van de hopper 22 welk platform deze bovenzijde omgeeft, en toegankelijk is vanaf het platform 28 via de trap 30. Het bovenste deel van de hopper 22 omvat een afgeknot kegelvormige trechter 34 die in de bijzondere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding als weerge-10 geven een diameter bezit van ongeveer 4,6 meter.

Tijdens de werking wordt het beton dat moet worden geplaatst in de hopper 22 afgegeven vanaf een grote bak gedragen door een kraan. Het beton stroomt vanaf de bodem van de hopper 22 door de konstruktie die hierna wordt beschreven op de bewegende band en 15 naar beneden door de slurf 18 naar het stortpunt. Het gestel van de transportband kan naar buiten of naar binnen worden bewogen om de reikwijdte van de band in te stellen. Het gestel 16 glijdt op rollen bevestigd op de ondereinden van de jukken 24,26. In de volledig uitgezette stand heeft de transporteur een bereik van 20 ongeveer 24 meter. De variabele lengte van de transporteur ge-- koppeld met de zwaaiwielen 12, die een zijdelingse instelling van de slurf mogelijk maken, verschaffen een grote speelruimte bij het plaatsen van beton.

Zoals blijkt uit fig. 3 omvat de gehele bodem van de hopper 25 vlakke convergerende zijwanden met in het algemeen driehoekige vorm. Zijwandpanelen 41 en 42 lopen in langsrichting van de transportband 15 terwijl de zijwandpanelen 18 en 40 lopen dwars op de lengte van de band. Om de schuiven te dragen is de zijwand 40 vervaardigd uit zwaarder metaal dan de andere panelen die de bodem 30 van de hopper omvatten. De beton afgeefopening 44» gesneden in de wand 40, eindigt aan zijn ondereinde in de vorm van een V die de omtrek van de wand 40 volgt. De wand 40 is de enige hopperwand die vlak moet zijn omdat hij de afgeefopening bezit en de sluitschuiver draagt.

35 Een primaire schuif 46, die glijdend is aangebracht in de geleidingen 48, 50, dient om over de opening 44 te glijden om de stroom beton af te sluiten. De schuif 46 wordt bediend door een hydraulische cilinder 51 (4ncLere geschikte lineaire aandrijfinrichting) met een zuigerstang 49» die scharnierend is verbonden met de plaat 40 52, die is bevestigd op het voorvlak van de eerste schuif 46, als 8004980 •ff· « * 5 weergegeven in de fig. 2 en 7· Het ondereinde van de schuif 46 is gevormd als een "W" met een paar pieken 45 en een Y-vormige indruk-king 43 tussen de pieken. De W-vormige schuif loopt door de korrels van het "beton en "beweegt naar "beneden naar de gesloten stand waar-5 bij de stenen worden neergedrukt of worden doorgesneden en rust op de stop of "bumper 47, die op de zijwand 40 op de bodem is gelast.

In de gesloten stand verschaft de omgekeerde "Y" 43 een afgeefope-ning met een betrekkelijk gering oppervlak waardoor vloeibare beton kan worden afgegeven op de bewegende band onder de hopper.

10 Om de opening 43 te sluiten wordt een tweede schuif 54 verschaft die glijdt in geleidingen 56, 58 aangebracht op het buitenoppervlak van de eerste schuif 46. De schuif 54 is boven de bumper 17 geplaatst en kan hier langs glijden. De tweede schuif 54 wordt bediend door een hydraulische cilinder 60, die een verbinding vormt tussen een 15 plaat 52 en een plaat 62, welke laatste is gelast op het vlak van de tweede schuif 54· Het ondereinde van de schuif 54 heeft een uitsparing 53, die een variabele verbinding met een inwendige van de hopper door de opening 44 nabij de bodem/aarvan mogelijk maakt. De opening 44 kan volledig worden gesloten als de schuif 54 omlaag 20 wordt gebracht naar de stand weergegeven met een stippellijn in fig. 6. Het doel van deze opening is het verschaffen van een kleine regelbare opening voor kleine korrels, sterk zakkende beton of zelfs mortel (zand, cement en water). Bij deze wijze van werken blijft de schuif 46 gesloten en wordt de schuif 54 in de gewenste 25 mate omhooggebracht. De uitsparing 53 dient voor het zelfde doel als de W van de schuif 46, en wel het verplaatsen van stenen, of het afsnijden ervan, en het mogelijk maken van een volledige sluiting.

De hoek van de zijwanden 58 en 40 is ongeveer 75° ten opzichte van het horizontale vlak en kan liggen tussen 50 en 80°. Het zal duide-30 lijk zijn dat de helling van de wand 58 ligt in de richting van de voorwaartse beweging van de band 15 die het beton naar voren brengt naar de slurf 18. Het binnenoppervlak van de wand 58 dient als een slede voor het toevoeren van het beton door de opening 44 en op het oppervlak van de band als een continue baan. Als gevolg van de 55 helling stroomt het beton gemakkelijk door de opening zelfs als de consistentie daarvan stijf is.

Tijdens de werking wordt de tweede schuif geopend in de eerste plaats om een beginstroom van beton door de Y-vormige opening 45 in de eerste schuif toe te staan. Om het volume van de afgegeven 40 hoeveelheid beton te vergroten wordt de eerste schuif 46 gegeven 8004980 6 tot de gewenste hoogte door het aandrijven van de cilinder 51·

De V of W-vormige omtrek van de schuif 46 en de overeenkomstige omtrek van de schuif 54 verschaft door de uitsparing 53 is een belangrijk kenmerk van de uitvinding. Als de vorm van de bodem van de 5 schuif recht is bleek dat de korrels, in het bijzonder de grote stenen, vast komen te zitten tussen de schuif als deze wordt gesloten. De pieken 45 dringen door de korrels of snijden de stenen af als deze worden opgesloten en dit heeft tot gevolg dat de stenen naar buiten bewegn zodat de schuif tegen de drempel 47 kan 10 worden gesloten. De nauwkeurige vorm van het einde van de schuif wordt in zekere mate bepaald door de vorm van de opening die hij moet kunnen sluiten. Het is echter van belang dat de omtrek de vorm heeft van een hellend vlak of een puntvormig uitsteeksel dat de steenkorrels uit het vlak van de opening drukt zodat sluiten 15 van de schuif mogelijk is.

De bedienende persoon van de inrichting staat op het platform 26 waarop gebruikelijke regelinrichtingen zijn geplaatst om de schuiven van de hopper te openen en te sluiten, om de transporteur telescoperend naar binnen en naar buiten te bewegen en om de ge-20 hele inrichting te roteren door het aandrijven van de door de motor aangedreven wielen 12.

8004980

Claims (10)

1. Hopper voor het regelen van een beton stroom naar een bewegende band, gekenmerkt door een aantal hellende zijwanden die convergeren naar de bodem van de hopper, waarbij één van de zijwanden vlak is en een daardoorheen gaande afvoerope- 5 ning voor beton bezit, en een eerste schuif glijdend is aangebracht op genoemde zijwand voor beweging over deze opening en middelen aanwezig zijn voor het bedienen van de eerste schuif, welke eerste schuif aan zijn ondereinde eindigt in een in het algemeen V-vormig uitsteeksel dat het passeren van de schuif door het beton bij het 10 sluiten vergemakkelijkt.

2. Hopper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schuifeinde twee Y-vormige uitsteeksels bezit met een omgekeerde Y-vormige opening daartussen, en een tweede schuif is aangebracht op de eerste schuif voor het sluiten van genoemde omgekeerd

15 Y-vormige opening.

3. Hopper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijwand tegenover genoemde ene zijwand helt in de richting van de beweging van de band.

4. Hopper volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, 20' dat de bedieningsmiddelen een lineaire aandrijfinrichting omvatten.

5. Hopper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de primaire schuif in geleidingen glijdt aangebracht op de zijden van de betonafvoeropening.

6. Hopper volgens conclusie 2, met het kenmerk, 25 dat de bodem ervan op afstand ligt boven de band welke afstand ongeveer gelijk is aan maar niet kleiner is dan de maximale hoogte van de omgekeerde Y-vormige opening.

7. Hopper volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de wand tegenover genoemde ene zijwand helt onder een hoek lig- 30 gende tussen 50 en 80° ten opzichte van het horizontale vlak.

8. Hopper voor het regelen van een betonstroom naar een bewegende band, gekenmerkt door een aantal hellende zijwanden die naar de bodem van de hopper convergeren, waarbij één van de zijwanden helt onder een hoek groter dan 50° ten opzichte 35 van het horizontale vlak en een daardoor gaande afvoeropening voor beton bezit, waarbij een eerste schuif glijdend is aangebracht op de buitenzijde van de genoemde ene zijwand en kan bewegen over genoemde afvoeropening, en lineair aandrijforgaan is verbonden met 8004980 Λ de bovenzijde van deze primaire schuif om de afvoeropening progressief te sluiten, welke primaire schuif aan zijn ondereinde eindigt in een paar puntige uitsteeksels die op afstand van elkaar liggen voor het verschaffen van een spleet daartussen, stopmiddelen op de 5 hopper waartegen d^iiitsteeksels kunnen stoten waardoor de benedenwaartse beweging van deze eerste schuif wordt gestopt terwijl de opening in verbinding is met het inwendige van de hopper, en een tweede schuif glijdend is aangebracht op het andere vlak van de primaire schuif voor het sluiten van genoemde opening waarbij tevens 10 middelen aanwezig zijn voor het bedienen van de tweede schuif.

9· Hopper volgens conclusie 1, gekenmerkt doox een beweegbare band onder de hopper waarbij de zijwand tegenover de afvoeropening een schuif verschaft die helt in de richting waarin de band beweegt bij het transporteren van het beton.

10. Hopper volgens conclusie 9> met het kenmerk,' dat de hellingshoek van de schuif ligt tussen 50 en 80°. « 8004980