NL7907289A - Houder met drager voor optisch uitleesbare informatie, bestaande uit een band met aan een zijde een informatie dragende struktuur, en inrichting voor het schrijven, uitlezen of wissen van zulke informatie. - Google Patents

Description

% * -1- Η.Ο. 28.221

Houder met drager voor optisch uitleesbare informatie, bestaande uit een band met aan één zijde een informatie dragende struktuur, en inrichting voor het schrijven, uitlezen of wissen van zulke informatie.

De uitvinding heeft betrekking op een houder met een drager voor optisch uitleesbare informatie, bestaande uit een band met aan één zijde een informatie dragende struktuur.

Toorts heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor 5 het schrijven, lezen of wissen van informatie op zulk een drager in zulk aren houder.

Het is bekend op een plaat- of bandvormige drager aangebrachte, optisch uitleesbare informatie uit te lezen door licht afkomstig van een aan een kant van de drager opgestelde lichtbron op een klein 10 oppervlak van de drager te focusseren en het door de drager gere-flekteerde licht door een aan dezelfde kant van de drager opgestelde detektor op te vangen. Tolgens een bekende methode is de drager aan de zijde waar zich bij het uitlezen de lichtbron en de detektor bevinden, voorzien van een informatie dragende struktuur die bestaat 15 uit afwisselend hoger en lager gelegen, reflekterende velden. Het hoogteverschil tussen deze twee soorten velden bedraagt ongeveer een kwart van de golflengte van het licht waarmede de informatie wordt uitgelezen. Een lichtstraal die is gereflekteerd door een laag gelegen veld heeft een weg afgelegd die een halve golflengte langer 20 is dan een lichtstraal die is gereflekteerd door een hoog gelegen veld en deze beide lichtstralen zijn derhalve in tegenfase en zullen elkaar uitdoven. Treft een gefocusseerde lichtbundel een deel van het oppervlak van de drager dat gedeeltelijk uit een hoog gelegen en gedeeltelijk uit een laag gelegen veld bestaat, dan zal de detektor 25 geen of zeer weinig gereflekteerd licht detekteren. Talt daarentegen een gefocusseerde bundel op een deel van het oppervlak van de drager dat uitsluitend wordt gevormd door een hoog gelegen (of een laag gelegen) veld, dan zal de detektor een aanzienlijke hoeveelheid gereflekteerd licht detekteren.

50 Hormaliter beslaan de hooggelegen velden bij de bekende dragers het grootste deel van het oppervlak van de band en ligt althans één afmeting van de laaggelegen velden in de grootte-orde van 1yum. Het behoeft geen betoog, dat stofdeeltjes, die altijd in de lucht aanwezig zijn, als zij op de informatie dragende struktuur neerslaan 790 72 8 8 -2- I- * een zeer storende invloed kunnen uitoefenen. Daarom wordt op de informatie dragende, reflekterende zijde van de drager gewoonlijk een beschermende transparante laag aangebracht.

De uitvinding heeft nu ten doel een inrichting te verschaffen 5 waarbij het niet noodzakelijk is de informatie dragende zijde van een bandvormige drager van een transparante beschermlaag te voorzien en is gebaseerd op het inzicht, dat zulk een transparante beschermlaag niet nodig is indien de informatiedrager is opgesloten in een stof-dichte houder die zodanig is gekonstrueerd, dat informatie van de 10 bandvormige drager kan worden uitgelezen zonder de houder te openen.

Het doel van de uitvinding wordt derhalve bereikt met een houder met drager voor optisch uitleesbare informatie van de in de aanhef aangegeven soort, welke houder met drager volgens de uitvinding hierdoor is gekenmerkt, dat de houder is uitgevoerd als een stof-15 dicht huis dat twee haspels omgeeft waarop de band is aangebracht, dat een deel van de band dat zich tussen de beide haspels bevindt met één zijde aanligt tegen het oppervlak van een aandrukorgaan, dat tegenover dit aandrukorgaan in de wand van de houder een venster op zodanige wijze is aangebracht dat het door het aandrukorgaan onder-20 steunde deel van de band door dit venster zichtbaar is, en dat voorts de houder is voorzien van middelen voor het zodanig geleiden van de band dat deze in een nauwkeurig gefixeerde positie ten opzichte van het venster blijft.

Als regel zal elk van de haspels een roterend onderdeel zijn 25 waarop de band kan worden op- of afgewonden. Echter is ook een kon-struktie mogelijk waarbij de band tegelijkertijd op de buitenzijde van een haspel wordt opgewonden en van de binnenzijde van dezelfde haspel wordt afgewonden. Tevens is dan een aangedreven rol aanwezig waar de band overbasn loopt, eventueel met een de band aandrukkende 30 tegenrol. In deze beschrijving wordt zulk een rol ook met de term haspel aangeduid, zodat de zojuist beschreven konstruktie mede valt onder de term "inrichtingen met twee haspels".

Het biedt voordelen indien het venster wordt gevormd door een cylindrische lens waarvan de as evenwijdig loopt aan de breédterich-35 ting van de band en als de lengte van deze lens in de asrichting ten minste gelijk is aan de breedte van de band. Hierdoor kan een lichtbundel op de band worden gefocusseerd in de vorm van een smalle licht-band die loopt in de breedterichting van de band of ook, indien buiten het venster nog andere focusseringsmiddelen aanwezig zijn, in de vorm 40 van een kleine lichtvlek op de band. Een venster in de vorm van een 790 7 2 8 9 t 4 -3- cylindrische lens maakt het voorts mogelijk een gefocusseerde bundel met een grote openingshoek op de hand te werpen, waardoor de mogelijkheid tot het detekteren van zeer kleine velden wordt vergroot.

Yerder heeft een cylindrische lens het voordeel dat deze een groter 5 intreevlak voor de lichtbundel verschaft dan een plat venster, waardoor op het intreevlak aanwezige krassen of stofdeeltjes een minder storende invloed uitoefenen.

Het is van groot belang dat het deel van de band dat zich achter het venster bevindt nauwkeurig is gefixeerd ten opzichte van dit 10 venster. Daartoe verdient het aanbeveling dat het deel van het oppervlak van het aandrukorgaan waar de band tegen aanligt, concaaf is in de richting van de breedte van de band. Hierdoor bereikt men, dat de band steeds dezelfde positie ten opzichte van het aandrukorgaan en derhalve ook ten opzichte van het venster zal innemen. Wel is het 15 hiervoor noodzakelijk, dat de band zodanig wordt bewogen, dat deze steeds strak is gespannen en hierdoor in nauw kontakt met het aandrukorgaan is.

Indien het venster een (cylindrische) lens is met een gekromd beeldvlak, biedt toepassing van een aandrukorgaan met een concaaf 20 oppervlak tevens het voordeel dat de band ter plaatse van het aandrukorgaan althans in een richting dezelfde kromming kan worden gegeven als die van het beeldvlak van de lens, waardoor een goede focus sering ten zeerste wordt bevorderd.

Teneinde de wrijving tussen de band en het aandrukorgaan en de 25 hierdoor veroorzaakte slijtage van de band te verminderen, kan het aandrukorgaan de vorm hebben van een in de houder draaibaar gelagerde schijf, waarvan de zijwand althans hoofdzakelijk cylindervormig is.

Hierboven is vermeld, dat het bekend is de informatie dragende 30 struktuur op die zijde van de band aan te brengen waar zich bij het uitlezen van de lichtbron en de detektor bevinden. Bij de houder met drager volgens de uitvinding is het echter ook mogelijk de informatie dragende struktuur aan de van de lichtbron en de detektor afgekeerde zijde, dat is dus in casu de naar het oppervlak van het aandrukorgaan 35 gekeerde zijde van de band aan te brengen. De band dient uiteraard transparant te zijn.

De informatie dragende struktuur kan dan bestaan uit afwisselend hoger en lager gelegen velden en het oppervlak van het aandrukorgaan dient reflekterend te zijn. Het hoogteverschil tussen de hoge 40 en de lage velden wordt zodanig gekozen, dat het optische wegverschil 790 7 2 89 # » -4- tussen een lichtstraal die door de band valt ter plaatse van een hoog veld, door het reflekterende oppervlak van het aandrukorgaan wordt teruggekaatst en via het hoge veld weer in de band terechtkomt, en een lichtstraal die door de band valt ter plaatse van een 5 laag gelegen veld, de luchtspleet tussen het laag gelegen veld en het reflekterende oppervlak van het aandrukorgaan doorloopt, wordt gereflekteerd, deze luchtspleet nogmaals doorloopt en ter plaatse van hetzelfde laag gelegen veld weer in de band treedt, juist een halve golflengte bedraagt. Een goede werking is verzekerd als de optische 10 dichtheid van het materiaal van de hooggelegen velden groter is dan 1,2.

Een andere mogelijkheid is, dat op de naar het aandrukorgaan toe gekeerde zijde van de band een reflekterende laag is aangebracht en dat velden aanwezig zijn waarin deze reflekterende laag ontbreekt. 15 Het oppervlak van het aandrukorgaan is reflekterend en de afstand tussen dit oppervlak en het oppervlak van de transparante band wordt gelijk gemaakt aan een kwart van de golflengte in lucht van het te gebruiken licht. Zulk een afstand kan men verkrijgen door een reflekterende laag toe te passen waarvan de dikte gelijk is aan een kwart 20 van de genoemde golflengte. De reflekterende laag behoeft echter niet overal deze dikte te hebben. Het kan voordelen bieden deze laag een geringere dikte te geven in de gebieden waar zich de velden bevinden waar deze laag geheel moet worden verwijderd ten/einde informatie vast te leggen of te wijzigen. Het verwijderen van de laag in deze 25 velden kan daardoor worden vergemakkelijkt.

Weer een andere mogelijkheid tot het verkrijgen van de genoemde afstand tussen het ene oppervlak van de transparante band en het reflekterende oppervlak van het aandrukorgaan is het toepassen van een reflekterende laag die overal een zeer geringe dikte heeft, en het 30 aanbrengen van een transparante laag op het reflekterende oppervlak van het aandrukorgaan, waarbij er voor wordt gezorgd, dat de som van de dikte van de reflekterende laag op de band en de optische dikte van de transparante laag op het reflekterende oppervlak van het aandrukorgaan gelijk is aan een kwart van de genoemde golflengte. Een 35 lichtstraal die door de transparante band valt op een plaats waar zich de reflekterende laag bevindt zal door deze laag direkt worden teruggekaatst. Een lichtstraal die echter de band treft op een plaats van een veld waar de transparante laag is verwijderd, zal daar de band verlaten, de spleet tussen de transparante band en het .reflek-40 terende oppervlak van het aandrukorgaan doorlopen, door dit opper- 7907289 ΐ ’ -5- vlak worden gereflekteerd, deze spleet nogmaals doorlopen en daarna weer in de tand treden. Het "behoeft verder geen betoog, dat het wegverschil tussen de heide lichtstralen juist een halve golflengte bedraagt.

5 Enige van de hierboven voorgestelde konstrukties kunnen worden gekombineerd. Zo kan een informatie dragende struktuur bijvoorbeeld bestaan uit velden waarop zich een laag van reflekterend materiaal bevindt, afgewisseld met velden waarop een laag van transparant materiaal met dezelfde dikte is aangebracht.

10 In het bovenstaande was steeds sprake van twee gereflekteerde lichtstralen die optische wegen hebben afgelegd waarvan de lengten een halve golflengte verschillen, welke lichtstralen derhalve in tegenfase verkeren en elkaar uitdoven. Het is echter ook mogelijk te werken met een optisch wegverschil van bijvoorbeeld een kwart of 15 driekwart golflengte, waarbij in de hoofdrichting weliswaar geen volledige uitdoving optreedt, maar toch een aanzienlijke verzwakking van de lichtstralen wordt verkregen die bovendien in verschillende richtingen kan variëren.

Doordat de uitvinding het mogelijk maakt een bandvormige infor-20 matiedrager te gebruiken, waarvan de informatie dragende struktuur niet is afgedekt, opent dit de mogelijkheid aan deze blootliggende informatie dragende struktuur materie toe te voegen of te onttrekken. Als meer in het bijzonder een bandvormige drager wordt toegepast waarop zich aan de naar het aandrukorgaan toegekeerde zijde een 25 informatie dragende struktuur bevindt die wordt gevormd door een op de band aangebrachte en in bepaalde velden verwijderde reflekterende laag, kan informatie worden toegevoegd of uitgewist door respektie-velijk delen van de reflekterende laag te verwijderen, dan wel op plaatsen waar deze ontbreekt een reflekterende laag aan te brengen.

30 Meer in het bijzonder is dit mogelijk indien de reflekterende laag geheel of grotendeels bestaat uit materiaal dat door licht met een bepaalde intensiteit kan worden verdampt of verstoven. Zulk materiaal kan bijvoorbeeld bestaan uit indium, tin of rhodium, of uit een alliage van twee of drie van deze metalen.

35 Yoor het uitlezen van een band met zulk een informatie dragende struktuur wordt een lichtbundel toegepast waarvan de energiedicht-heid op de band zo gering is, dat noch de transparante band zelf, noch de reflekterende laag door dit licht wordt beïnvloed. Vil men daarentegen bepaalde delen van de reflekterende laag verwijderen, 40 dan wordt een lichtbundel toegepast, waarvan de eaergiedichtheid op de 7907289 t * -6- band zo groot is, dat het transparante materiaal van de band hierdoor niet verandert, maar het materiaal van de reflekterende laag wordt verdampt of verstoven.

Als op het reflekterende oppervlak van het aandmkorgaan een 5 laag van het reeds eerder genoemde materiaal is aangebracht dat door licht met een bepaalde intensiteit kan worden verdampt of verstoven, is het mogelijk door een veld waarin zich geen reflekterende laag bevindt een lichtstraal op een deel van het oppervlak van het aandrukorgaan te focusseren op een zodanige wijze, dat het zich op dit 10 deel van het oppervlak bevindende materiaal verstuift of verdampt en neerslaat op het genoemde veld, waardoor dit veld met een reflekterende laag wordt bedekt.

De uitvinding zal nu nader worden verklaard aan de hand van de tekening, waarin: 15 figuur 1a-1c doorsneden zijn door banden waarop optisch uitleesbare informatie is aangebracht, en figuur 2 een doorsnede is door een houder met een drager volgens de uitvinding.

In figuur 1a is een doorsnede weergegeven door een bekende band-20 vormige informatiedrager 1 die aan de zijde waar zich bij het uitlezen de lichtbron en de detektor bevinden, is voorzien van een informatie dragende struktuur. Deze struktuur bestaat uit hoog gelegen velden 2 en laag gelegen velden 3» welke beide velden Zijn bedekt door een reflekterende laag 4· Het hoogteverschil tussen een veld 2 en een veld 25 3 bedraagt een kwart van de golflengte in lucht van het toe te passen licht. Het wegverschil tussen de lichtstralen 5 en 6 na reflektie bedraagt derhalve een halve golflengte. Op de velden 2 en 3 kan een (niet in de tekening weergegeven) beschermende transparante laag worden aangebracht.

30 In figuur 1b is een doorsnede weergegeven door een band volgens de uitvinding. De band 1 van transparant materiaal is aan de naar het aandrukorgaan toegekeerde zijde (aan de onderkant), voorzien van een reflekterende laag met een dikte gelijk aan een kwart van de golflengte in lucht van het te gebruiken licht. Deze reflekterende 35 laag bevindt zich echter slechts op de velden 7> terwijl op de velden 8 deze reflekterende laag is verwijderd. De band 1 ligt met de onderzijde tegen het reflekterende oppervlak 9 van een aandrukorgaan. Een lichtstraal 5 <11© op ie band invalt ter plaatse van een veld waar zich de reflekterende laag 7 bevindt, zal aan de bovenzijde van deze 40 laag worden gereflekteerd. Een lichtstraal 6, die invalt ter plaatse 7907289 -7- ' ' van een veld waar de reflekterende laag is verwijderd, zal de lucht-spleet tussen de transparante hand 1 en het reflekterende oppervlak 9 doorlopen, aan het genoemde oppervlak worden gereflekteerd, deze luchtspleet nogmaals doorlopen en vervolgens door de hand heen uit-5 treden. De lichtstraal heeft derhalve na uittreding uit de hand een afstand gelijk aan een halve golflengte meer afgelegd dan de lichtstraal 5·

In figuur 1c is wederom een doorsnede weergegeven door een hand volgens de uitvinding. De transparante hand 1 is aan de naar het aan-10 drukorgaan toegekeerde zijde, dat wil zeggen in de tekening aan de onderzijde, voorzien van een transparante laag die wel aanwezig is pp de velden 10, maar ontbreekt op de velden 11. Deze transparante laag kan één geheel vormen met de rest van de transparante hand. De dikte van deze transparante laag is zodanig gekozen, dat de optische weg-15 lengte door deze laag een kwart golflengte langer is dan de optische weglengte door een luchtlaag met dezelfde dikte. Een lichtstraal 5 die op de hand invalt ter plaatse van een veld waar zich de transparante laag bevindt zal door deze laag heen gaan, worden gereflekteerd aan het reflekterende oppervlak 9 van het aandrukorgaan, en door de ge-20 noemde laag weer teruggaan en door de hand uittreden. Een lichtstraal 6 die op de hand invalt ter plaatse van het veld waar de transparante laag niet aanwezig is treedt aan de onderzijde van de hand uit, doorloopt de luchtspleet tussen de onderzijde van de hand en het reflekterende oppervlak 9 van het aandrukorgaan, wordt door 25 dit oppervlak gereflekteerd, doorloopt nogmaals de genoemde luchtspleet en passeert vervolgens weer de transparante hand. De lichtstraal 5 zal derhalve na reflektie een optische weg hebben doorlopen die een halve golflengte langer is dan de weg die de straal 6 na reflektie heeft afgelegd.

30 In figuur 2 is in doorsnede een houder met een handvormige dra ger volgens de uitvinding weergegeven. 20 is het stofdicht gesloten huis van de houder. Hierin bevinden zich twee haspels 21 en 22 waarop de handvormige drager 23 is aangebracht. Deze handvormige drager loopt over het aandrukorgaan 24 dat is uitgevoerd als een draaibaar 35 gelagerd wiel. Tegenover het deel van het zijoppervlak van het aandrukorgaan 24 waarop zich de drager 23 bevindt is in de wand 20 van de houder een venster 25 aangehracht. Door dit venster kan het deel van de hand dat tegen het oppervlak van het aandrukorgaan aanligt worden waargenomen en ook kan door dit venster licht op dit deel van 40 de hand worden geworpen.

790 7 2 8 9 -8-

De uitvinding heeft mede betrekking op een inrichting voor het schrijven, lezen of wissen van informatie van een zich in een houder bevindende bandvormige drager. Deze inrichting is voorzien van een holte voor het opnemen van de houder met de drager en van midde-5 len voor het in de gewenste stand houden van deze houder in de holte. Het biedt voordelen indien de uitwendige afmetingen van de houder overeenkomen met die van een in de handel verkrijgbare bandcassette.

De inrichting is zodanig gekonstrueerd, dat indien de houder zich in de gewenste stand in de holte bevindt, het venster in de 10 houder ligt tegenover in de inrichting aangebrachte focusseringsmid-delen die zodanig zijn gekonstrueerd, dat zij het licht afkomstig van een eveneens in de inrichting aangebrachte lichtbron door het venster in de houder heen kunnen focusseren op het oppervlak van de band. Het biedt voordelen indien deze focusseringsmiddelen ten 15 minste één cylindrische lens bevatten.

• Voor het uitlezen van zich op de band bevindende informatie wordt een zo pulserende lichtbron gebruikt, dat de energiedichtheid : van de lichtbundel op de band per (samengestelde) impuls zo gering is, dat de aard van het materiaal van de band en van dat van de zich 20 eventueel op de band bevindende laag niet veranderen. Gevonden is, dat dit wel steeds het geval is bij een energiedichtheid per impuls 2 kleiner dan 50 pico Joule per^um .

Indien een band wordt gebruik die aan de naar het aandrukorgaan toegekeerde zijde is voorzien van een reflekterende laag, kan een 25 deel van deze laag worden verwijderd door een lichtbundel op deze laag te focusseren, waarbij de energiedichtheid op de band per (samengestelde) impuls enerzijds zo klein moet zijn, dat de aard van het transparante materiaal van de band hierdoor niet verandert, maar anderzijds zo groot, dat het materiaal van de reflekterende 50 laag wordt verdampt of verstoven. Gevonden is, dat dit het geval is 2 bij een energiedichtheid per impuls van 500-1500 pico Joule perƒurn .

Indien de band aan de naar het aandrukorgaan toegekeerde zijde plaatselijk voorzien is van een reflekterende laag van verdampbaar of verstuifbaar materiaal, en het reflekterende oppervlak van het 55 aandrukorgaan bedekt is met een laag van hetzelfde materiaal, kunnen velden op de band waar de reflekterende laag ontbreekt, worden '•opgevuld" door een lichtbundel door zulk een veld heen op het oppervlak van het aandrukorgaan te focusseren. Het zich op die plaats op het oppervlak van het aandrukorgaan bevindende materiaal zal dan worden 40 verstoven of verdampt en neerslaan op het zich er tegenover bevin- 7907289 * -?» -9- dende deel van het oppervlak van de hand, waardoor dit laatste van een reflekterende laag wordt voorzien.

7907289

Claims (15)

1. Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie, “bestaande uit een hand met aan één zijde een informatie dragende struktuur, met het kenmerk, dat de houder is uitgevoerd als een stofdicht huis dat twee haspels omgeeft waarop de hand 5 is aangehracht, dat een deel van de hand dat zich tussen de heide haspels bevindt met één zijde aanligt tegen het oppervlak van een aandrukorgaan, dat tegenover dit aandrukorgaan in de wand van de houder een venster op zodanige wijze is aangehracht dat het door het aandrukorgaan ondersteunde deel van de hand door dit venster 10 zichtbaar is, en dat voorts de houder is voorzien van middelen voor het zodanig geleiden van de hand, dat het tegen het aandrukorgaan aangelegen deel van de hand in een nauwkeurig gefixeerde positie ten opzichte van het venster blijft.

2. Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie vol-15 gens conclusie 1, met het kenmerk, dat het venster is uitgevoerd als een cilindrische lens waarvan de as loopt in de richting van de breedte van de hand, en dat de lengte van deze lens in de asrichting ten minste gelijk is aan de breedte van de hand.

3. Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie vol-20 gens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het oppervlak van het aandrukorgaan waar de hand tegen aanligt concaaf is in de richting van de breedte van de hand.

4. Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat het aandrukorgaan een in de houder draaibaar gelagerde schijf is met een althans hoofdzakelijk cylindervormige zijwand.

5. Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het 30. e n m e r k, dat de hand transparant is en de informatie dragende struktuur zich aan die zijde van de hand bevindt die tegen het aandrukorgaan aanligt.

6. Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het 35 kenmerk, dat het oppervlak van het aandrukorgaan waar de hand tegen aanligt, reflekterend is en dat de informatie dragende struktuur bestaat uit velden van transparant materiaal met een optische dichtheid groter dan 1,2. 790 7 2 8 9 * — -11-

7· Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie volgens een of meer van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het oppervlak van het aandrukorgaan waar de hand tegen aanligt reflekterend is en dat de informatie dragende struktuur be-5 staat uit velden van reflekterend materiaal.

8. Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de dikte van de laag van reflekterend materiaal op de hand in uitgekozen gebieden geringer is dan op de rest van de hand. 10 9· Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie vol gens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de informatie dragende struktuur geheel of grotendeels bestaat uit materiaal dat door geconcentreerd licht kan worden verdampt of verstoven.

10. Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie vol- 15 gens conclusie 9, met het kenmerk, dat dit materiaal indium, tin of rhodium is of een alliage van twee of drie van deze metalen.

11. Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het re- 20 flekterend oppervlak van het aandrukorgaan is bekleed met een laag die geheel of grotendeels bestaat uit materiaal dat door geconcentreerd licht kan worden verdampt of verstoven.

12. Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat dit mate- 25 riaal bestaat uit indium, tin of rhodium, of uit een alliage van twee of drie van deze metalen.

15. Houder met drager voor optisch uitleeshare informatie, met het kenmerk, dat de uitwendige afmetingen van de houder overeenkomen met die van een in de handel verkrijgbare band-50 cassette.

14· Inrichting voor het lezen, schrijven of wissen van informatie op een zich in een houder bevindende drager voor optisch uitleeshare informatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, welke inrichting is voorzien van een holte voor het opnemen van een 35 houder en van middelen voor het in deze hólte fixeren van een houder in een van tevoren bepaalde positie, en voorts voorzien van ten minste één lichtbron en focusseringsmiddelen voor het van deze lichtbron afkomstige licht, met het kenmerk, dat de fo-cusserende middelen zodanig zijn, dat zij bij aanwezigheid van een 40 houder met een bandvormige drager het van de lichtbron afkomstige 7907289 -12- licht door het venster in de houder op de hand focusseren.

15· Inrichting volgens conclusie 14> met het kenmerk, dat de focusseringsmiddelen ten minste één cylindrische lens bevatten.

16. Inrichting volgens conclusie 14 of 15» te gebruiken tezamen met een houder met een drager voor optisch uitleesbare informatie volgens een of meer van de conclusies 9-12, met het kenmerk, dat de inrichting bij aanwezigheid van een houder met een bandvormige drager naar believen licht op de band kan focusseren met 10 een energiedichtheid die zo gering is dat hierdoor noch het materiaal van de band, noch het materiaal van de reflekterende laag op de band verandert, dan wel met een energiedichtheid die zo groot is dat hierdoor het materiaal van de licht reflekterende laag wordt verdampt of verstoven, maar het overige materiaal van de band niet 15 verandert. 7907289