NL2009523C2

NL2009523C2 - AIR INTAKE CHANNEL IN PARTICULAR FOR APPLICATION IN A STABLE.

Info

Publication number: NL2009523C2
Application number: NL2009523A
Authority: NL
Inventors: Wil Jansen
Original assignee: Wil Jansen
Priority date: 2012-06-29
Filing date: 2012-09-26
Publication date: 2013-12-31
Also published as: EP2900054A1; WO2014051423A1

Description

Luchtinlaatkanaal in het bijzonder voor toepassing in een veestal BESCHRIJVING: 5Air inlet channel in particular for use in a livestock shed DESCRIPTION: 5

Gebied van de uitvindingFIELD OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een luchtinlaatkanaal in het bijzonder voor toepassing in een veestal, zoals een varkensstal, omvattende een koker voorzien 10 van openingen in de kokerwand voor het doorlaten van lucht.The invention relates to an air inlet channel, in particular for use in a cattle shed, such as a pig shed, comprising a tube provided with openings in the tube wall for passage of air.

Stand van de techniekState of the art

Luchtinlaatkanalen zijn algemeen bekend en worden onder andere 15 toegepast in veestallen voor toevoer van verse lucht, vocht en/of zuurstof in de veestal.Air inlet channels are generally known and are used inter alia in livestock sheds for the supply of fresh air, moisture and / or oxygen in the livestock shed.

Samenvatting van de uitvindingSummary of the invention

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een luchtinlaatkanaal 20 waarvan de openingen eenvoudig af te sluiten zijn en dat goedkoop en bedrijfszeker is. Hiertoe is het luchtinlaatkanaal volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de koker van flexibel materiaal is en het luchtinlaatkanaal voorts een wikkel as omvat die parallel is aan de lengteas van de koker en zich in de koker uitstrekt, welke wikkelas langs een contactlijn in contact is met de binnenwand van de koker en op ten minste twee plaatsen 25 op de contactlijn is bevestigd aan de koker, waarbij de wand van de koker oprolbaar is om de wikkelas. Door de wikkelas te verdraaien wordt zowel het aan de ene zijde van de wikkelas aanwezige deel van de koker als het aan de andere zijde van de wikkelas aanwezige deel van de koker gewikkeld op de wikkelas. Hierdoor wordt de omtrek en dus ook de doorsnede van de koker verkleind waardoor ook een aantal openingen in de 30 kokerwand wordt afgesloten.An object of the invention is to provide an air inlet channel 20 whose openings are easy to close and which is inexpensive and reliable. For this purpose, the air inlet channel according to the invention is characterized in that the sleeve is of flexible material and the air inlet channel further comprises a winding shaft which is parallel to the longitudinal axis of the sleeve and extends into the sleeve, which winding axis is in contact with the line along a contact line. inner wall of the sleeve and at least two places on the contact line is attached to the sleeve, the wall of the sleeve being rollable about the winding axis. By rotating the winding shaft, both the part of the sleeve present on one side of the winding shaft and the part of the sleeve present on the other side of the winding shaft are wound on the winding shaft. As a result, the circumference and therefore also the cross-section of the tube is reduced, as a result of which a number of openings in the tube wall are also closed.

Een uitvoeringsvorm van het luchtinlaatkanaal volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de openingen aanwezig zijn in aan de wikkelas grenzende delen van de kokerwand, welke delen zich over ten hoogste een kwart van de omtrek uitstrekken. Hierdoor bevinden de openingen zich altijd in de bovenste helft van de 2 koker. Door de dieren opgewarmde lucht stijgt op en stroomt langs het luchtinlaatkanaal waardoor boven het luchtinlaatkanaal een lichte onderdruk ontstaat waardoor verse lucht via de openingen aangezogen wordt, waarbij deze verse lucht zich goed kan mengen met de opstijgende warme lucht.An embodiment of the air inlet duct according to the invention is characterized in that the openings are present in parts of the tube wall adjacent to the winding shaft, which parts extend over at most a quarter of the circumference. As a result, the openings are always in the upper half of the 2 tube. Air warmed up by the animals rises and flows along the air inlet channel so that a slight underpressure is created above the air inlet channel, whereby fresh air is sucked in through the openings, whereby this fresh air can mix well with the rising warm air.

5 De koker is bij voorkeur van niet lucht doorlatend materiaal, bij voorkeur lichtgewicht tentdoek. Maar de koker kan ook van elk ander lichtgewicht flexibel materiaal vervaardigd zijn, zoals bijvoorbeeld een plastic vel.The sleeve is preferably made of non-permeable material, preferably lightweight tent cloth. But the sleeve can also be made of any other lightweight flexible material, such as, for example, a plastic sheet.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een stal voorzien van een luchtinlaatkanaal volgens de uitvinding. Voor wat betreft de stal is de uitvinding 10 gekenmerkt, doordat het luchtinlaatkanaal op afstand boven de verblijfplaats van vee in de stal aanwezig is met de wikkelas aan de bovenzijde.The invention also relates to a shed provided with an air inlet duct according to the invention. With regard to the stable, the invention is characterized in that the air inlet channel is present at a distance above the whereabouts of cattle in the stable with the winding shaft at the top.

Beknopte omschrijving van de tekeningen 15 Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het luchtinlaatkanaal volgens de uitvinding. Hierbij toont:Brief description of the drawings The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment of the air inlet duct according to the invention shown in the drawings. Hereby shows:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van het luchtinlaatkanaal volgens de uitvinding in perspectief; 20 Figuur 2 het luchtinlaatkanaal in dwarsdoorsnede waarbij de wand van de koker volledig is afgewikkeld;Figure 1 shows an embodiment of the air inlet duct according to the invention in perspective; Figure 2 shows the air inlet channel in cross-section with the wall of the tube completely unwound;

Figuur 3 het luchtinlaatkanaal in dwarsdoorsnede waarbij de wand van de koker deels is opgewikkeld; enFigure 3 shows the air inlet channel in cross-section with the wall of the tube partially wound up; and

Figuur 4 een doorsnede van een afdeling van een stal voorzien van de in 25 figuur 1 weergegeven luchtinlaatkanalen.Figure 4 shows a section of a section of a shed provided with the air inlet channels shown in figure 1.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningenDetailed description of the drawings

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van het luchtinlaatkanaal volgens de 30 uitvinding in doorsnede weergegeven. Bij toepassing in een stal (zie figuur 4) strekt het luchtinlaatkanaal zich boven in de stal in horizontale richting uit. Het luchtinlaatkanaal 1, zie figuren 1, 2 en 3, heeft een koker 3 van flexibel materiaal, bij voorkeur lichtgewicht tentdoek, en is voorzien van openingen 7 in de bovenste helft van de kokerwand 5 voor het doorlaten van verse lucht. In de koker heerst een lichte overdruk 3 (ongeveer 20 Pascal aangebracht door ventilator of pomp) waardoor deze de bolle vorm krijgt. In de koker strekt zich een wikkelas 9 uit, die parallel is aan de lengteas van de koker. Deze wikkelas is langs een contactlijn 11 verbonden met de binnenwand van de koker. De wand 5 van de koker 3 is gevormd door een lichtgewicht tentdoek dat 5 zodanig stug is dat het tegen de zwaartekracht in zijn vorm behoud en tevens oprolbaar is om de wikkelas 9.Figure 1 shows a cross-section of an embodiment of the air inlet duct according to the invention. When used in a stable (see figure 4), the air inlet channel extends horizontally at the top of the stable. The air inlet channel 1, see figures 1, 2 and 3, has a tube 3 of flexible material, preferably lightweight tent cloth, and is provided with openings 7 in the upper half of the tube wall 5 for the passage of fresh air. A slight overpressure 3 (about 20 Pascal applied by fan or pump) prevails in the tube, giving it the convex shape. A winding shaft 9 extends in the sleeve, which axis is parallel to the longitudinal axis of the sleeve. This winding shaft is connected along a contact line 11 to the inner wall of the sleeve. The wall 5 of the tube 3 is formed by a lightweight tent cloth that is 5 stiff in such a way that it retains its shape against gravity and can also be rolled up around the winding shaft 9.

Door de wikkelas 9 te verdraaien, zie figuur 3, wordt zowel het aan de ene zijde van de wikkelas aanwezige deel van de koker als het aan de andere zijde van de wikkelas aanwezige deel van de koker gewikkeld op de wikkelas. Hierdoor wordt de 10 omtrek en dus ook de doorsnede van de koker 3 verkleind waardoor ook een aantal openingen 7 in de kokerwand wordt afgesloten.By rotating the winding shaft 9, see Figure 3, both the part of the sleeve present on one side of the winding shaft and the part of the sleeve present on the other side of the winding shaft is wound on the winding shaft. This reduces the circumference and therefore also the cross-section of the tube 3, as a result of which a number of openings 7 in the tube wall are also closed.

De openingen 7 zijn aanwezig in aan de wikkelas 9 grenzende delen 5A en 5B van de kokerwand 5. Deze delen strekken zich elk over maximaal een kwart van de omtrek uit maar bij voorkeur veel minder dan een kwart. Hierdoor bevinden de 15 openingen zich altijd in de bovenste helft van de koker. Door de dieren opgewarmde lucht stijgt op en stroomt langs het luchtinlaatkanaal waardoor boven het luchtinlaatkanaal een lichte onderdruk ontstaat waardoor verse lucht via de openingen aangezogen wordt, waarbij deze verse lucht zich goed kan mengen met de opstijgende warme lucht.The openings 7 are present in parts 5A and 5B of the tube wall 5 adjacent to the winding shaft 9. These parts each extend a maximum of a quarter of the circumference, but preferably much less than a quarter. As a result, the 15 openings are always located in the upper half of the sleeve. Air warmed up by the animals rises and flows along the air inlet channel so that a slight underpressure is created above the air inlet channel whereby fresh air is sucked in through the openings, this fresh air being able to mix well with the rising warm air.

20 In figuur 4 is een afdeling 13 van een stal 14 voorzien van twee luchtinlaatkanalen 1 weergegeven in doorsnede. Het luchtinlaatkanaal 1 is op afstand boven de vloer 15 van de stal aanwezig met het van openingen voorziene deel naar boven gericht. In de lengterichting van de afdeling 13 loopt een gangpad 17 dat zich in het midden van de stal bevindt. Aan weerszijde van het gangpad is een ruimte 19 voor 25 de dieren aanwezig. Boven elke ruimte 19 is één van de luchtinlaatkanalen 1 aanwezig dat zich in lengterichting van de afdeling uitstrekt.Figure 4 shows a section 13 of a stable 14 provided with two air inlet channels 1 in section. The air inlet channel 1 is present at a distance above the floor 15 of the shed with the part provided with openings directed upwards. An aisle 17 runs in the longitudinal direction of the section 13 and is located in the middle of the shed. There is a space 19 for the animals on either side of the aisle. Above each space 19, one of the air inlet channels 1 is present which extends in the longitudinal direction of the section.

De beide luchtinlaatkanalen 1 staan elk met een uiteinde via een luchtinlaatrooster (niet weergegeven) in verbinding met een luchtvoorbereidingsruimte (niet weergegeven) in de stal 14. Via deze luchtinlaatkanalen wordt verse lucht van 30 buiten de afdeling 13 aangezogen en met overdruk in de ruimte in de stal geblazen. In het dak van de stal bevinden zich ventilatoren 21 (zie figuur 2) die de afgewerkte lucht in de afdeling naar buiten blazen.The two air inlet channels 1 are each with one end connected via an air inlet grid (not shown) to an air preparation room (not shown) in the shed 14. Fresh air from outside the section 13 is sucked in through this air inlet channels and into the room with overpressure. blown the stable. In the roof of the stable there are fans 21 (see figure 2) that blow out the used air in the department.

Ter plaatse van het gangpad 17 is de temperatuur lager dan ter plaatse van de ruimten 19 aan weerszijde van het gangpad waar de dieren zich bevinden. Ter 4 plaatse van deze ruimten 19 stijgt de warme lucht op en stroomt om het luchtinlaatkanaal 1 waarbij koudere verse lucht wordt meegezogen. Deze koudere lucht vermengt zich met de warmere lucht en daalt ter plaatse van het gangpad 17 naar beneden waarna het weer over de vloer 15 in de ruimten 19 van de dieren stroomt.The temperature at the aisle 17 is lower than at the location of the spaces 19 on either side of the aisle where the animals are located. At the location of these spaces 19 the warm air rises and flows around the air inlet channel 1, whereby colder fresh air is sucked in. This colder air mixes with the warmer air and drops down at the aisle 17, after which it again flows over the floor 15 into the spaces 19 of the animals.

5 Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader. Zo kan het luchtinlaatkanaal ook 10 toegepast worden in humane vertrekken.Although in the foregoing the invention has been elucidated with reference to the drawings, it must be stated that the invention is by no means limited to the embodiment shown in the drawings. The invention also extends to all embodiments deviating from the embodiment shown in the drawings within the scope defined by the claims. The air inlet channel can thus also be used in human rooms.

Claims

An air inlet channel, in particular for use in a cattle shed, comprising a tube provided with openings in the tube wall for passage of air, characterized in that the tube is made of flexible material and the air inlet channel 5 further comprises a winding shaft that is parallel extends along the longitudinal axis of the sleeve and extends into the sleeve, which winding axis is in contact with the inner wall of the sleeve along a contact line and is attached to the sleeve in at least two places on the contact line, the wall of the sleeve being rollable is around the winding shaft.

2. Air inlet duct according to claim 1, characterized in that the openings are present in parts of the tube wall adjacent to the winding axis, which parts extend over at most a quarter of the circumference.

Air inlet duct according to claim 1 or 2, characterized in that the sleeve is formed from non-air-permeable material.

Air inlet channel according to claim 1, 2 or 3, characterized in that the sleeve is formed by a lightweight tent cloth.

A stable provided with an air inlet channel according to any one of the preceding claims, which air inlet channel is present at a distance above the residence of cattle in the stable with the winding shaft on the top side.