NL2001462C2

NL2001462C2 - Tilt cab truck, has ends of spring pot connected to cab and chassis in specific positions to prevent cab sagging during tilting

Info

Publication number: NL2001462C2
Application number: NL2001462A
Authority: NL
Inventors: Rob Vreede
Original assignee: Daf Trucks Nv
Priority date: 2008-04-09
Filing date: 2008-04-09
Publication date: 2009-10-14

Abstract

A first end (19A) of a spring pot (19) is connected to the cab (5) in front of the tilt axis (7) with respect to the travelling direction of the truck. The second end (19B) of the spring pot is connected to the chassis (3) beneath the tilt axis. The cab has its front side pivotally connected to the chassis via a tilt axis. The front side of the cab is connected to the chassis via at least one spring pot.

Description

Truck voorzien van een kantelbare cabine BESCHRIJVING: 5Truck equipped with a tilting cabin DESCRIPTION: 5

Gebied van de uitvinding.FIELD OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een truck omvattende een chassis, alsmede een cabine die aan de voorzijde schamierbaar om een kantelas is verbonden met het chassis, 10 waarbij de cabine aan de voorzijde voorts via ten minste één veerpoot is verbonden met het chassis, welke veerpoot met een eerste einde is verbonden met de cabine en met een tweede einde is verbonden met het chassis, waarbij het eerste einde van de veerpoot op afstand van de kantelas met de cabine is verbonden.The invention relates to a truck comprising a chassis, as well as a cab which is hingedly connected to the chassis at the front about a tilting axis, wherein the cab is furthermore connected to the chassis via at least one strut, which strut is connected to a first end is connected to the cab and a second end is connected to the chassis, the first end of the strut being connected to the cab at a distance from the tilting axis.

De kantelas is meestal verend verbonden met het chassis, bijvoorbeeld als 15 onderdeel van een torsiestabilisator waarbij elastische elementen aanwezig zijn in de verbinding tussen de kantelas en het chassis. Tijdens kantelen van de cabine verplaatst het gewicht van de cabine zich naar de kantelas die door de verende verbinding met het chassis zal zakken naar het chassis toe. Om te voorkomen dat carrosseriedelen aan het chassis en aan de cabine elkaar raken dient er in niet gekantelde stand een voldoende grote spleet 20 tussen deze carrosseriedelen aanwezig zijn.The tilting axis is usually resiliently connected to the chassis, for example as part of a torsional stabilizer in which elastic elements are present in the connection between the tilting axis and the chassis. During tilting of the cab, the weight of the cab moves to the tilting axle which will drop towards the chassis due to the resilient connection to the chassis. To prevent body parts on the chassis and on the cab from touching each other, there must be a sufficiently large gap between these body parts in the non-tilted position.

Stand van de techniek.State of the art.

Een dergelijke truck is bekend uit EP-A-0 972 696. Om het zakken van de 25 cabine tijdens het kantelen te beperken, is de bekende truck voorzien van een extra stangenmechanisme dat de mate van zakken van de kantelas beperkt. Het voor dit doel aanbrengen van een extra stangenmechanisme is een relatief dure oplossing voor dit probleem.Such a truck is known from EP-A-0 972 696. To limit the lowering of the cab during tilting, the known truck is provided with an additional rod mechanism that limits the degree of lowering of the tilting axis. The provision of an additional rod mechanism for this purpose is a relatively expensive solution to this problem.

30 Samenvatting van de uitvinding.Summary of the invention.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een truck van de in de 2 aanhef omschreven soort waarbij het zakken van de cabine op goedkope wijze kan worden beperkt. Hiertoe is de truck volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het eerste einde van de veerpoot, gezien in rijrichting, voor de kantelas met de cabine is verbonden en het tweede einde van de veerpoot onder de kantelas met het chasis is verbonden. Hierdoor wordt het 5 beoogde doel (beperken van het zakken van de kantelas) op effectieve wijze bereikt.An object of the invention is to provide a truck of the type described in the opening paragraph wherein the lowering of the cab can be limited in an inexpensive manner. To this end, the truck according to the invention is characterized in that the first end of the strut, viewed in the direction of travel, is connected to the cab for the tilting axis and the second end of the strut is connected to the chasis below the tilting axis. The intended purpose (limiting the tilting axis of lowering) is hereby effectively achieved.

Door een juiste plaatsing van de veerpoot en een juiste keuze van de verbindingsplaatsen van de veerpoot met de cabine en het chassis, zal de cabine niet alleen om de kantelas kantelen maar ook om een as door het eerste uiteinde van de veerpoot en parallel aan de kantelas. Hierdoor zal de kantelas minder zakken en kan de spleet tussen de 10 carrosseriedelen in de uitgangssituatie (dit is de niet gekantelde stand van de cabine) kleiner zijn. Bij de truck volgens de uitvinding wordt op inventieve wijze gebruik gemaakt van reeds aanwezige elementen, waardoor een goedkope constructie is verkregen waarmee het zakken van de kantelas wordt beperkt.By a correct positioning of the strut and a correct choice of the connection locations of the strut with the cab and the chassis, the cab will not only tilt about the tilt axis but also about an axis through the first end of the strut and parallel to the tilt axis . As a result, the tilting axle will lower less and the gap between the body parts in the starting situation (this is the non-tilted position of the cab) may be smaller. In the truck according to the invention use is made in an inventive manner of elements already present, whereby an inexpensive construction is obtained with which the tilting of the tilting axle is limited.

Tussen het uiteinde van de veerpoot en het chassis is bij voorkeur een 15 elastisch element aanwezig waardoor de stand van de veerpoot zich kan aanpassen bij het naar beneden zakken van de kantelas tijdens het kantelen van de cabine. De kantelas en de veerpoot zijn hierbij bij voorkeur niet rechtstreeks verbonden met de cabine maar zijn met een hulpstuk verbonden dat aan de cabine is bevestigd.An elastic element is preferably present between the end of the strut and the chassis, as a result of which the position of the strut can adjust when the tilt axis is lowered during tilting of the cab. The tilting axis and the spring strut are preferably not directly connected to the cab here, but are connected to an attachment that is attached to the cab.

Een optimaal effect wordt verkregen bij een uitvoeringsvorm waarbij, gezien 20 in langsdoorsnede, een denkbeeldige verbindingslijn tussen het eerste uiteinde van de veerpoot en de kantelas onder een hoek van althans nagenoeg 30 graden staat met een horizontale as. Het andere uiteinde van de veerpoot bevindt zich hierbij bij voorkeur althans nagenoeg recht onder de kantelas.An optimum effect is obtained with an embodiment in which, viewed in longitudinal section, an imaginary connecting line between the first end of the spring strut and the tilting axis is at an angle of at least substantially 30 degrees with a horizontal axis. The other end of the spring strut is herein preferably located at least substantially straight below the tilt axis.

Een verdere uitvoeringsvorm van de truck volgens de uitvinding is 25 gekenmerkt, doordat de kantelas het middendeel vormt van een U-vormige torsiestabilisator waarvan de uiteinden zijn verbonden met het chassis, welke U-vormige stabilisator zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak uitstrekt. De kantelas is hierbij bij voorkeur via elastische elementen verbonden met uiteinden van de poten van de U-vormige stabilisator, waarbij de andere uiteinden van de poten via verdere elastische elementen rechtstreeks of via één of 30 meer tussenelementen is verbonden met het chassis.A further embodiment of the truck according to the invention is characterized in that the tilting axis forms the middle part of a U-shaped torsional stabilizer, the ends of which are connected to the chassis, which U-shaped stabilizer extends substantially in a horizontal plane. The tilt axis is herein preferably connected via elastic elements to the ends of the legs of the U-shaped stabilizer, the other ends of the legs being connected to the chassis directly or via one or more intermediate elements via further elastic elements.

Beknopte omschrijving van de tekeningen.Brief description of the drawings.

33

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de truck volgens de uitvinding. Hierbij toont:The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment of the truck according to the invention shown in the drawings. Hereby shows:

Figuur 1 het voorste deel van een uitvoeringsvorm van de truck volgens de 5 uitvinding met de cabine in niet gekantelde stand;Figure 1 shows the front part of an embodiment of the truck according to the invention with the cab in its non-tilted position;

Figuur 2 de in figuur 1 weergegeven truck met de cabine in gekantelde stand;Figure 2 shows the truck shown in Figure 1 with the cab tilted;

Figuur 3 een detail van het in figuur 1 weergegeven voorste deel van de truck ter plaatse van de kantelas; enFigure 3 shows a detail of the front part of the truck shown in Figure 1 at the location of the tilting axle; and

Figuur 4 een detail van de truck in de in figuur 2 weergegeven stand ter 10 plaatse van de kantelas.Figure 4 shows a detail of the truck in the position shown in Figure 2 at the location of the tilting axle.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.Detailed description of the drawings.

In de figuren 1 en 2 is een uitvoeringsvorm van de tmck volgens de 15 uitvinding weergegeven met de cabine in niet gekantelde respectievelijk gekantelde stand.In figures 1 and 2 an embodiment of the tmck according to the invention is shown with the cabin in non-tilted or tilted position.

De truck 1 heeft een chassis 3 en een cabine 5, die aan de voorzijde schamierbaar is om een kantelas 7.The truck 1 has a chassis 3 and a cabin 5, which is pivotable at the front about a tilting axle 7.

In de figuren 3 en 4 is een detail van de truck 1 weergegeven ter plaatse van de kantelas ook weer met de cabine in niet gekantelde respectievelijk gekantelde stand. De 20 kantelas maakt deel uit van een U-vormige torsiestabilisator, waarbij de kantelas 7 het middendeel vormt en de beide poten van de U-vorm gevormd zijn door armen 9. De kantelas is hierbij met de uiteinden via elastische elementen 11 verbonden met een uiteinde van de armen 9. De andere uiteinden van de armen zijn via verdere elastische elementen 13 verbonden met stangen 15 die draaibaar aan het chassis 3 zijn bevestigd.Figures 3 and 4 show a detail of the truck 1 at the location of the tilting axle, again with the cab in the non-tilted or tilted position. The tilting axis forms part of a U-shaped torsional stabilizer, wherein the tilting axis 7 forms the middle part and the two legs of the U-shape are formed by arms 9. The tilting axis is here connected to an end via elastic elements 11 of the arms 9. The other ends of the arms are connected via further elastic elements 13 to rods 15 which are rotatably attached to the chassis 3.

25 Aan de cabine 5 is een hulpstuk 17 bevestigd via welke de cabine draaibaar is om de kantelas 7. Het hulpstuk 17 is via veerpoten 19 verbonden met het chassis 3. De veerpoten zijn met een eerste einde 19A draaibaar verbonden met het hulpstuk 17 en met het andere, tweede einde 19B verbonden met het chassis 3. Tussen het tweede uiteinde 19B van de veerpoten en het chassis 3 zijn elastisch elementen 21 aanwezig waardoor de stand 30 de veerpoten kan veranderen bij het naar beneden zakken van de kantelas 7 tijdens het kantelen van de cabine.Attached to the cabin 5 is an attachment 17 via which the cabin is rotatable about the tilting axis 7. The attachment 17 is connected via spring legs 19 to the chassis 3. The spring legs are rotatably connected to the attachment 17 with a first end 19A and to the other, second end 19B connected to the chassis 3. Between the second end 19B of the struts and the chassis 3 elastic elements 21 are present, as a result of which the position 30 can change the struts when the tilt axis 7 is lowered during tilting the cabin.

Tijdens kantelen van de cabine 5 verplaatst het gewicht van de cabine zich 4 naar de kantelas 7 die door de verende verbinding met het chassis 3 zal zakken naar het chassis toe. Om te voorkomen dat carrosseriedelen 23 aan het chassis en aan de cabine elkaar raken dient er in niet gekantelde stand een voldoende grote spleet 25 tussen deze carrosseriedelen aanwezig zijn.During tilting of the cab 5, the weight of the cab 4 moves to the tilting axle 7, which will drop towards the chassis through the resilient connection to the chassis 3. To prevent body parts 23 on the chassis and on the cab from touching each other, there must be a sufficiently large gap between these body parts in the non-tilted position.

5 Om het zakken van de cabine 5 tijdens het kantelen en daarmee ook de vereiste grootte van de spleet 25 te beperken, is het eerste einde 19A van de veerpoot 19 op afstand van de kantelas 7 met het hulpstuk 17 verbonden. Hierdoor kantelt de cabine niet alleen om de kantelas 7 maar ook om een as 27 door het eerste uiteinde 19A van de veerpoot en parallel aan de kantelas. Hierdoor zal de kantelas 7 minder zakken en kan de 10 spleet 25 tussen de carrosseriedelen in dc uitgangssituatie (dit is de in figuur 1 weergegeven niet gekantelde stand van de cabine) kleiner zijn. De as 27 is, gezien in rijrichting van dc truck, voor de kantelas 7 aanwezig en het tweede einde 19B van de veerpoot is op een plaats nagenoeg recht onder de kantelas 7 met het chasis 3 verbonden. De positie van de as 27 is zodanig dat een denkbeeldige verbindingslijn tussen deze as 27 en de kantelas 7 onder 15 een hoek 29 van 30 graden staat met de horizontale as.In order to limit the lowering of the cab 5 during tilting and thus also the required size of the gap 25, the first end 19A of the spring strut 19 is connected to the attachment 17 at a distance from the tilting axis 7. As a result, the cabin does not only tilt about the tilting axis 7 but also about an axis 27 through the first end 19A of the strut and parallel to the tilting axis. As a result, the tilting axle 7 will lower less and the gap 25 between the body parts in the starting situation (this is the non-tilted position of the cab shown in Figure 1) may be smaller. The shaft 27, viewed in the direction of travel of the truck, is present in front of the tilting axle 7 and the second end 19B of the strut is connected to the chasis 3 at a position substantially straight below the tilting axle 7. The position of the axis 27 is such that an imaginary connecting line between this axis 27 and the tilting axis 7 is at an angle 29 of 30 degrees with the horizontal axis.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van dc tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de 20 conclusies gedefinieerde kader.Although in the foregoing the invention has been elucidated with reference to the drawings, it should be noted that the invention is by no means limited to the embodiment shown in the drawings. The invention also extends to all embodiments deviating from the embodiment shown in the drawings within the scope defined by the claims.

Claims

A truck comprising a chassis, as well as a cabin which is hingedly connected to the chassis at the front about a tilting axis, wherein the cabin is furthermore connected to the chassis via at least one spring strut, which strut 5 is with a first end connected to the cab and to a second end connected to the chassis, the first end of the strut being connected to the cab at a distance from the tilting axis, characterized in that the first end of the strut, viewed in the direction of travel, the pivot axis is connected to the cab and the second end of the strut under the pivot axis is connected to the chassis.

Truck according to claim 1, characterized in that, viewed in longitudinal section, an imaginary connecting line between the first end of the strut and the tilting axis is at an angle of at least substantially 30 degrees with a horizontal axis.

3. Truck as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the tilting axis forms the middle part of a U-shaped torsional stabilizer, the ends of which are connected to the chassis, which U-shaped stabilizer extends substantially in a horizontal plane.