NL193309C - Inhaler. - Google Patents
Inhaler. Download PDFInfo
- Publication number
- NL193309C NL193309C NL8801239A NL8801239A NL193309C NL 193309 C NL193309 C NL 193309C NL 8801239 A NL8801239 A NL 8801239A NL 8801239 A NL8801239 A NL 8801239A NL 193309 C NL193309 C NL 193309C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- lever
- trigger
- housing
- cradle
- latch
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M15/00—Inhalators
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M15/00—Inhalators
- A61M15/0091—Inhalators mechanically breath-triggered
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M15/00—Inhalators
- A61M15/0001—Details of inhalators; Constructional features thereof
- A61M15/0021—Mouthpieces therefor
- A61M15/0025—Mouthpieces therefor with caps
- A61M15/0026—Hinged caps
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M15/00—Inhalators
- A61M15/0091—Inhalators mechanically breath-triggered
- A61M15/0096—Hindering inhalation before activation of the dispenser
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M15/00—Inhalators
- A61M15/009—Inhalators using medicine packages with incorporated spraying means, e.g. aerosol cans
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- Anesthesiology (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- Hematology (AREA)
- Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
- Pulmonology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
- Basic Packing Technique (AREA)
- Medicinal Preparation (AREA)
- Nozzles (AREA)
- Percussion Or Vibration Massage (AREA)
Description
1 1933091 193309
InhaleerinrichtingInhaler
De uitvinding heeft betrekking op een inhaleerinrichting voor toepassing met een aerosol-patroon, welke aerosolpatroon in hoofdzaak bestaat uit 5 (1) een huisgedeelte en (2) een afgifte-steel, die ten opzichte van het huisgedeelte beweegbaar is tussen een eerste positie, waarin afgifte vanuit het huisgedeelte is verhinderd en een tweede positie, waarin afgifte vanuit het huisgedeelte mogelijk is welke inhaleerinrichting omvat: 10 a. een huis b. een in het huis aangebrachte wieg voor het opnemen en vasthouden van de aerosolpatroon c. een afgifte-mondstuk, aangebracht in het huis voor het opnemen van de afgifte-steel van de patroon en voor het tot stand brengen van een beweging toelatende verbinding ten opzichte van de wieg d. een hefboom, met een eerste en een tweede uiteinde, aangebracht in het huis en werkzaam verbonden 15 met de wieg, welke hefboom beweegbaar is tussen een afgiftepositie, waarin afgifte vanuit de patroon mogelijk is, en een blokkeerpositie, waarin afgifte vanuit de patroon is verhinderd e. veermiddelen verbonden met de hefboom voor het normaliter voorspannen van de hefboom in de afgifte-positie en f. middelen voor het verhinderen van de beweging van de hefboom vanuit de blokkeerpositie in de 20 afgifte-positie.The invention relates to an inhaler for use with an aerosol cartridge, which aerosol cartridge mainly consists of (1) a housing part and (2) a dispensing stem which is movable relative to the housing part between a first position, in which delivery from the housing section is prevented and a second position, in which delivery from the housing section is possible, which inhaler comprises: a. a housing b. a cradle provided in the housing for receiving and holding the aerosol cartridge c. a dispensing nozzle mounted in the housing for receiving the dispensing stem of the cartridge and for establishing a movement permitting connection with respect to the cradle d. a lever, having a first and a second end, mounted in the housing and operatively connected to the cradle, which lever is movable between a dispensing position, in which dispensing from the cartridge is possible, and a blocking position, in which dispensing from the cartridge is prevented e. spring means connected to the lever for normally biasing the lever into the delivery position and f. means for preventing the movement of the lever from the blocking position to the delivery position.
Een dergelijke inhaleerinrichting is bekend uit US-A-3.598.294.Such an inhaler is known from US-A-3,598,294.
Inrichtingen voor het afleveren van aerosolen ter inhalering via neus- en/of mond zijn bekend en worden gebruikt voor het toedienen van medicamenten aan patiënten, die lijden aan brochiale aandoeningen zoals bijvoorbeeld bronchiale astma. Het meest belangrijke probleem, dat zich bij dergelijke aerosolen voordoet, is 25 de moeilijkheid voor veel patiënten om het vrijgeven van het medicament te coördineren met het begin van de poging tot inademen. Veel mensen, zoals bijvoorbeeld oudere patiënten en kinderen vinden deze synchronisatie lastig. Deze problemen worden althans ten dele opgelost door adem-gestuurde inrichtingen van het type als beschreven in het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift. Een dergelijke inrichting elimineert de noodzaak van manuele coördinatie doordat deze automatisch werkzaam wordt wanneer de 30 patiënt met zijn lippen tegen het mondstuk inhaleert. Er is slechts een geringe negatieve druk nodig om een eenvoudig mechanisme in werking te zetten, dat het doseerventiel bedient. De inrichting moet dan worden teruggesteld voordat het doseerventiel opnieuw een dosering uitvoert.Devices for delivering aerosols for inhalation through the nose and / or mouth are known and are used for administering medicaments to patients suffering from brochial conditions such as, for example, bronchial asthma. The most important problem that arises with such aerosols is the difficulty for many patients to coordinate the release of the drug with the beginning of the inhalation attempt. Many people, such as older patients and children, find this synchronization difficult. These problems are at least partly solved by breath-controlled devices of the type described in the above-mentioned U.S. Patent. Such a device eliminates the need for manual coordination in that it becomes automatic when the patient inhales with his lips against the mouthpiece. Only a small negative pressure is required to activate a simple mechanism that operates the dosing valve. The device must then be reset before the dosing valve redistributes.
Een reeds lang bestaand probleem bij de ontwikkeling van adem-gestuurde afgifte-inrichtingen is de onverenigbaarheid geweest tussen de sterke veer, nodig om de kracht van de inwendige aerosolklepveer 35 voor het tot stand brengen van de afgifte te overwinnen, en de geringe druk, welke aan verzwakte individuen ter beschikking staat om de inrichting te doen werken. De verbinding tussen de twee genoemde elementen is tot nu toe zo gevoelig geweest, dat zelfs met de oppervlaktewrijvingscoëfficiënt van materialen rekening moest worden gehouden.A longstanding problem in the development of breath-controlled delivery devices has been the incompatibility between the strong spring needed to overcome the force of the internal aerosol valve spring 35 to effect the delivery, and the low pressure which is available to weakened individuals to operate the facility. The connection between the two elements mentioned has so far been so sensitive that even the surface friction coefficient of materials had to be taken into account.
Bij de inrichting volgens US-A-3.598.294 is verder boven de aerosolpatroon een drukveer aanwezig, die 40 door middel van een gecompliceerd stangenmechanisme de aerosolpatroon in een afgiftepositie kan bewegen, waarbij deze patroon zich verplaatst ten opzichte van de vaste wieg.In the device according to US-A-3,598,294 a compression spring is further provided above the aerosol cartridge, which can move the aerosol cartridge in a dispensing position by means of a complicated rod mechanism, this cartridge moving relative to the fixed cradle.
De uitvinding beoogt een inhaleerinrichting van het boven omschreven type te verschaffen waarbij door middel van een eenvoudiger stangenmechanisme met hoger mechanisch rendement een zowel positieve als gevoelige vergrendeling wordt verkregen, alsmede een hoge mate van betrouwbaarheid.The object of the invention is to provide an inhaler of the above-described type, wherein both a positive and a sensitive lock are obtained by means of a simpler rod mechanism with higher mechanical efficiency, as well as a high degree of reliability.
45 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een inhaleerinrichting, waarbij de wieg beweegbaar is ten opzichte van het huis en het afgifte-mondstuk vast in het huis is aangebracht, waarbij de wieg door de hefboom beweegbaar is naar en weg van het afgifte-mondstuk, welke wieg zich in de afgifte-positie bevindt wanneer deze naar het afgifte-mondstuk is bewogen en zich in de blokkeerpositie bevindt, wanneer de wieg weg van het afgifte-mondstuk is bewogen 50 - terwijl de middelen voor het verhinderen van de beweging van de hefboom omvatten: - een trekker die verbindbaar is met de hefboom - een grendel die verbindbaar is met de trekker om deze en daardoor de hefboom vast te houden in de blokkeerpositie en - middelen voor het loskoppelen van de grendel uit de trekker teneinde de veermiddelen de mogelijkheid te 55 verschaffen de hefboom naar de afgifte-positie te bewegen.This object is achieved according to the invention by an inhaler, in which the cradle is movable relative to the housing and the dispensing nozzle is fixedly arranged in the housing, the cradle being movable through the lever towards and away from the dispensing nozzle which cradle is in the dispensing position when it is moved towards the dispensing nozzle and is in the blocking position when the cradle is moved away from the dispensing nozzle 50 - while the means for preventing the movement of the levers include: - a trigger connectable to the lever - a latch connectable to the trigger to retain it and thereby the lever in the locking position and - means for releasing the bolt from the trigger to allow the spring means 55 to move the lever to the delivery position.
Door de aerosolpatroon op te nemen in een beweegbare wieg kunnen alle krachten voor het in de verschillende standen plaatsen van de aerosolpatroon op deze wieg worden uitgeoefend. Het stangen- 193309 2 mechanisme voor het verplaatsen van die wieg kan daardoor aanzienlijk eenvoudiger worden uitgevoerd.By incorporating the aerosol cartridge in a movable cradle, all forces for placing the aerosol cartridge in the different positions can be exerted on this cradle. This makes the rod 193309 2 mechanism for moving that cradle considerably simpler.
Verder ontwikkelde uitvoeringsvormen van de inhaleerinrichting volgens de uitvinding zijn nader omschrëven in de volgconclusies.Further developed embodiments of the inhaler according to the invention are further described in the subclaims.
5 Uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding worden nader toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Hierin toont: figuur 1 een verticale doorsnede van een eerste uitvoeringsvorm, waarbij de componenten daarvan in de onwerkzame positie zijn aangegeven; figuur 2 een verticale doorsnede van de inrichting volgens figuur 1, waarbij de componenten daarvan zijn 10 weergegeven, in een positie welke aan het gebruik voorafgaat; figuur 3 een verticale doorsnede van de inrichting volgens figuur 1, waarbij de componenten in de werkzame positie daarvan zijn weergegeven; figuur 4 een dwarsdoorsnede volgens de lijn IV—IV van figuur 1; figuren 5-7 afbeeldingen, welke respectievelijk overeenkomen met de figuren 1-3, van een tweede 15 uitvoeringsvorm; figuren 8a en 8b respectievelijk een verticaal aanzicht en een bovenaanzicht van het juk, dat bij de tweede uitvoeringsvorm wordt gebruikt, waarbij figuur 8a tevens een gedeelte van een daaraan bevestigde strook toont; en figuren 9a en 9b respectievelijk een perspectivisch aanzicht en een dwarsdoorsnede volgens de lijn 20 IXb-IXb van figuur 9a van de bij de tweede uitvoeringsvorm gebruikte trekker.Embodiments of the device according to the invention are further elucidated with reference to the drawing. Herein: figure 1 shows a vertical section of a first embodiment, the components of which are indicated in the inoperative position; Figure 2 shows a vertical section of the device according to Figure 1, the components of which are shown in a position prior to use; figure 3 shows a vertical section of the device according to figure 1, the components being shown in their active position; figure 4 shows a cross-section along the line IV-IV of figure 1; figures 5-7 represent figures corresponding respectively to figures 1-3 of a second embodiment; Figures 8a and 8b show respectively a vertical view and a top view of the yoke used in the second embodiment, Figure 8a also showing a portion of an attached strip; and Figures 9a and 9b show respectively a perspective view and a cross-section along the line IXb-IXb of Figure 9a of the tractor used in the second embodiment.
Onder verwijzing naar de figuren 1-4 van de tekening omvat de daarin weergegeven inrichting een huis 10, met de kamers 12 en 14. Een sluitorgaan 16 is aan één uiteinde door middel van een pen 18 schamierbaar verbonden met één zijde van de kamer 12, waarbij het sluitorgaan aan het tegenovergelegen uiteinde is 25 voorzien van een grendelelement 20, dat met een grendelelement 22 op het huis kan samenwerken.With reference to Figures 1-4 of the drawing, the device shown therein comprises a housing 10, with the chambers 12 and 14. A closure member 16 is pivotally connected at one end by a pin 18 to one side of the chamber 12, the closing member at the opposite end being provided with a locking element 20, which can cooperate with a locking element 22 on the housing.
In de kamer 12 is een wieg 24 gemonteerd, die verticaal in de kamer kan bewegen. De wieg 24 heeft een half-cirkelvormige zijwand 26 met afmetingen en een vorm, welke in hoofdzaak overeenkomen met de lengte en bovendwarsdoorsnede van de aerosolpatroon A, die in de kamer kan worden geplaatst, en een bodemwand 28, welke een cirkelvormige opening 30 bevat om de patroon in omgekeerde positie in de 30 kamer te ondersteunen, waarbij de steel 32 daarvan zich door de bodemwand 28 in de kamer onder de wieg uitstrekt. Bij voorkeur heeft de wieg 24 aan het bovenste uiteinde daarvan een kap 34 voor samenwerking met de onderzijde van de patroon teneinde deze stevig tegen de bodem 28 aangedrukt te houden. Deze wieg 24 is verticaal in het huis 10 beweegbaar en er zijn organen in de vorm van een jukvormige hefboom 36 aanwezig, die in één stand de wieg 24 in een hoge positie en in een andere stand in een lage 35 positie houdt.A cradle 24 is mounted in chamber 12, which can move vertically in the chamber. The cradle 24 has a semicircular side wall 26 of dimensions and a shape substantially corresponding to the length and top cross-section of the aerosol cartridge A that can be placed in the chamber, and a bottom wall 28 containing a circular opening 30 to support the cartridge in the inverted position in the chamber, the stem 32 thereof extending through the bottom wall 28 in the chamber below the cradle. Preferably, the cradle 24 at its upper end has a cap 34 for cooperating with the underside of the cartridge to hold it firmly against the bottom 28. This cradle 24 is movable vertically in the housing 10 and there are members in the form of a yoke-shaped lever 36, which in one position keeps the cradle 24 in a high position and in another position in a low position.
In het gedeelte van het huis 10 onder de wieg 24 is op een vaste plaats een mondstuk 38, met een opening 40 gemonteerd. Het mondstuk 38 is in lijn met de steel 32 opgesteld om de steel 32 op te nemen. De opening 40 is via een kanaal 42 verbonden met een afgifte-opening 44 waarvan de hartlijn concentrisch is met een opening 46, welke is gevormd in het onderste deel van de kamer 12, waarin een ringvormig 40 mondstuk 48 is aangebracht. Op deze wijze wordt de afgifte uit de aerosolpatroon, zoals later zal blijken, door het mondstuk 38 in het mondstuk 48 geleid. Aangezien de steel 32 tijdens de werking in het mondstuk 38 stationair blijft, wordt het gewenste afleverpatroon steeds onderhouden.In the portion of the housing 10 under the cradle 24, a mouthpiece 38 with an opening 40 is mounted in a fixed position. The nozzle 38 is arranged in line with the stem 32 to receive the stem 32. The opening 40 is connected via a channel 42 to a dispensing opening 44 whose centerline is concentric with an opening 46 formed in the lower part of the chamber 12 in which an annular 40 nozzle 48 is provided. In this manner, as will be seen later, the delivery from the aerosol cartridge is passed through the nozzle 38 into the nozzle 48. Since the stem 32 remains stationary in the nozzle 38 during operation, the desired delivery pattern is always maintained.
Afgifte van aerosol uit de patroon geschiedt door de wieg 24 ten opzichte van het mondstuk 38 naar beneden te bewegen teneinde de steel 32 in de patroon te verplaatsen. In de aerosolpatroon bevindt zich 45 een doseerventiel, zodat door een verplaatsing van de steel 32 een dosis van het materiaal, dat zich in de patroon bevindt, via het mondstuk wordt afgeleverd en door het mondstuk 48 wordt geleid. Nadat de dosis is afgeleverd treedt geen verder materiaal uit de steel uit totdat de steel eerst naar de blokkeer-positie is teruggevoerd en daarna opnieuw in de inschakelpositie is gebracht.Aerosol is dispensed from the cartridge by moving the cradle 24 downwardly from the nozzle 38 to move the stem 32 into the cartridge. In the aerosol cartridge 45 there is a dosing valve, so that by displacing the stem 32, a dose of the material contained in the cartridge is delivered through the nozzle and passed through the nozzle 48. After the dose is delivered, no further material emerges from the stem until the stem is first returned to the blocking position and then returned to the turn-on position.
Zoals in figuur 4 weergegeven, is de jukvormige hefboom 36 voorzien van in dwarsrichting op afstand 50 van elkaar gelegen armen 50, die elk zijn voorzien van een tap 52, die in de tegenover elkaar gelegen zijwanden 54 van het huis zijn ondersteund en die een scharnierbeweging toelaten om een horizontale hartlijn, welke tussen de tegenover elkaar gelegen uiteinden van de hefboom 36 is gelegen. Aan één uiteinde zijn de armen 50 van het juk door de tappen 56 schamierbaar met het onderste uiteinde van de wieg verbonden. Aan het tegenovergelegen uiteinde is de hefboom 36 door een arm 57 en een koppel-55 element 58 verbonden met het onderste uiteinde 61.1 van een trekveer 60, welke in de kamer 14 is aangebracht. De arm 57 heeft een opening 71 met in tegengestelde richting divergerende wanden 73, door welke opening het koppelelement 58 steekt. Het boveneinde 61.2 van de veer 60 is verbonden met een pen 3 193309 62, die tussen de wanden van de kamer 14 is bevestigd.As shown in Figure 4, the yoke-shaped lever 36 is provided with transversely spaced arms 50, each of which is provided with a pin 52, which is supported in the opposite side walls 54 of the housing and which pivots allow for a horizontal centerline located between the opposite ends of the lever 36. At one end, the arms 50 of the yoke are pivotally connected to the lower end of the cradle by the trunnions 56. At the opposite end, the lever 36 is connected by an arm 57 and a coupling-55 element 58 to the lower end 61.1 of a tension spring 60, which is arranged in the chamber 14. The arm 57 has an opening 71 with walls diverging in the opposite direction 73, through which opening the coupling element 58 protrudes. The top end 61.2 of the spring 60 is connected to a pin 3 193309 62, which is mounted between the walls of the chamber 14.
In het onderste uiteinde van de kamer 14 is een trekker 64 gemonteerd, welke roteerbaar is om een horizontale hartlijn, die evenwijdig loopt aan de rotatie-as van de hefboom 36. De trekker 64 loopt door de kamer 14 vanuit één zijwand 54 naar de andere zijwand en kan om de genoemde horizontale hartlijn een 5 scharnierbeweging uitvoeren door middel tappen 64.1, welke scharnierbaar in de zijwanden 54 zijn ondersteund. De trekker 64 is in een centraal gebied daarvan voorzien van een inkeping 66 met een nagenoeg rechthoekige doorsnede voor samenwerking met het distale eindgedeelte 68 van de hefboom 36. Het distale eindgedeelte 68 en de inkeping 66 hebben zodanige afmetingen en zijn zodanig gepositioneerd dat het eindgedeelte 68 dicht bij de scharnieras grijpt in de inkeping 66 teneinde de krachten op de 10 hefboom 36, bij in elkaar grijpende elementen tot een minimum te beperken. De trekker 64 is om zijn hartlijn roteerbaar tussen één positie, waarin de trekker het distale eindgedeelte 68 van de hefboom 36 naar beneden houdt (figuur 1), in welke positie het tegenovergelegen uiteinde van de hefboom de wieg 24 omhoog houdt en derhalve de steel 32 in volledig naar buiten gedrukte stand, en een andere positie waarbij het distale eindgedeelte 68 van de hefboom 36 wordt vrijgegeven en de hefboom 36 door de veer naar 15 boven kan worden bewogen naar een horizontale positie (figuur 3), zodat de wieg naar beneden wordt bewogen in een positie waarbij de steel 32 in de patroon wordt gedrukt voor het veroorzaken van een aerosolafgifte.Mounted in the lower end of chamber 14 is a trigger 64 rotatable about a horizontal axis parallel to the axis of rotation of lever 36. Trigger 64 passes through chamber 14 from one side wall 54 to the other side wall and can perform a hinge movement around the said horizontal axis by means of taps 64.1, which are hingedly supported in the side walls 54. Trigger 64 is provided in a central region thereof with a notch 66 of substantially rectangular cross section for co-operation with the distal end portion 68 of the lever 36. The distal end portion 68 and the notch 66 are sized and positioned such that the end portion 68 engages notch 66 close to the pivot axis to minimize forces on lever 36 on interlocking elements. The trigger 64 is rotatable about its axis between one position, in which the trigger holds the distal end portion 68 of the lever 36 down (Figure 1), in which position the opposite end of the lever holds the cradle 24 and thus the stem 32 in fully extended position, and another position where the distal end portion 68 of the lever 36 is released and the lever 36 can be moved upwards by the spring to a horizontal position (figure 3), so that the cradle is lowered moved into a position where the stem 32 is pressed into the cartridge to cause aerosol delivery.
Een grendel 70 met een paar armen 70a is bij 72 scharnierbaar op de zijwanden 54 gemonteerd teneinde een beweging te kunnen uitvoeren om een horizontale hartlijn, welke evenwijdig is aan de hartlijn 20 van de trekker. De grendel 70 is bij de axiaal tegenover elkaar gelegen uiteinden daarvan voorzien van een paar aanslagen 74, die elk kunnen ingrijpen in een arm 76, welke één geheel vormt met de trekker.A latch 70 with a pair of arms 70a is pivotally mounted to side walls 54 at 72 to allow movement about a horizontal axis parallel to the center axis of the tractor. The latch 70 at its axially opposite ends thereof is provided with a pair of stops 74, each of which can engage an arm 76 integral with the trigger.
In de onwerkzame stand van de inrichting (figuur 1) wordt de hefboom 36 in de neergedrukte positie gehouden door een spanstrook 78, waarvan één uiteinde is verbonden met het koppelelement 58, waaraan de veer 60 is bevestigd en waarvan het andere uiteinde is verbonden met een kap 80, die over het eind van 25 het mondstuk 48 past. Wanneer de kap 80 op het mondstuk zit, houdt de strook via het koppelelement 58 de veer 60 uitgerekt en de hefboom 36 in de neergedrukte positie, waarbij het distale eind daarvan grijpt in de trekker 64. In deze positie werkt de grendel 70 samen met de arm 76. De grendel 70 is aan zijn distale uiteinde verbonden met een luchtvaan 79, welke, in de stand van de grendel als weergegeven in figuur 1, evenwijdig loopt aan de wand 82 van de kamer 14 en in deze parallelle positie een opening 84 in de wand 30 afdekt. In de niet-werkzame positie van de inrichting zit de kap 80 op het mondstuk 48, werkt de luchtvaan samen met de wand 82 teneinde de opening 84 af te sluiten en wordt het stangenstelsel door de veer 60 in de in figuur 1 weergegeven positie gehouden, zodat de steel 32 volledig buiten de patroon uitsteekt, dat wil zeggen zich in de afsluitpositie bevindt.In the inoperative position of the device (Figure 1), the lever 36 is held in the depressed position by a clamping strip 78, one end of which is connected to the coupling element 58, to which the spring 60 is attached and the other end of which is connected to a cap 80, which fits over the end of the mouthpiece 48. When the cap 80 is seated on the nozzle, the strip maintains the spring 60 via the coupling member 58 and the lever 36 in the depressed position, the distal end of which engages the trigger 64. In this position, the latch 70 interacts with the arm 76. The latch 70 is connected at its distal end to an air vane 79, which, in the position of the latch as shown in Figure 1, is parallel to the wall 82 of the chamber 14 and in this parallel position an opening 84 covers the wall 30. In the inoperative position of the device, the cap 80 sits on the nozzle 48, the air vane cooperates with the wall 82 to close the opening 84, and the linkage is held by the spring 60 in the position shown in Figure 1, so that the stem 32 protrudes completely outside the cartridge, i.e. is in the closing position.
Om de inrichting voor gebruik gereed te maken, wordt de kap 80 losgenomen van het mondstuk 48 35 (figuur 2). Door het verwijderen van de kap kan de strook 78 het distale einde van de arm 57 vrijgeven, zodat het distale einde van de hefboom 36 slechts neergedrukt wordt gehouden ten gevolge van het feit, dat de hefboom 36 niet kan bewegen zonder dat het distale eindgedeelte 68 daarvan de trekker doet roteren en de trekker niet kan roteren in verband met het ingrijpen van de armen 76 in de aanslagen 74 van de grendel 70. Wanneer de kap 80 is verwijderd, is de inrichting gereed om te worden gebruikt. Wanneer de 40 gebruiker via het mondstuk 48 inhaleert, waardoor de druk in de kamer 14 wordt verlaagd, zwaait de luchtvaan 79 uit de positie tegen de wand 82 naar links, als aangegeven in figuur 3. De beweging van de luchtvaan 79 naar links geeft de aanslagen 74 van de grendel 70 vrij tot de arm 76, waardoor de trekker 64 vrij kan roteren. De veer 60 kan derhalve het rechter einde van de hefboom 36 naar boven trekken. Aangezien de hefboom 36 ten opzichte van het huis kan scharnieren om de tappen 52 is het gevolg, dat het 45 linkereinde van de hefboom 36 zich naar beneden beweegt en de wieg 24 daarbij meeneemt. De neerwaartse beweging van de wieg 24 doet de steel 32 in de patroon bewegen, waardoor de afgifte van aerosol uit de patroon via het mondstukelement en het mondstuk 48 plaatsvindt. Wanneer het inademen wordt gestopt, neemt de luchtvaan onder invloed van de zwaartekracht zijn sluitpositie weer in.To prepare the device for use, the cap 80 is detached from the nozzle 48 (Figure 2). By removing the cap, the strip 78 can release the distal end of the arm 57, so that the distal end of the lever 36 is held down only due to the fact that the lever 36 cannot move without the distal end portion 68 thereof, the trigger rotates and the trigger cannot rotate due to the engagement of the arms 76 in the stops 74 of the latch 70. When the cap 80 is removed, the device is ready to be used. When the user inhales through the mouthpiece 48, thereby reducing the pressure in the chamber 14, the air vane 79 swings from the position against the wall 82 to the left, as shown in Figure 3. The movement of the air vane 79 to the left gives the stops 74 of the latch 70 freely to the arm 76, allowing the trigger 64 to rotate freely. The spring 60 can therefore pull the right end of the lever 36 upwards. Since the lever 36 can pivot relative to the housing about the studs 52, the result is that the left-hand end of the lever 36 moves downwards, taking the cradle 24 with it. The downward movement of the cradle 24 causes the stem 32 to move into the cartridge, releasing aerosol from the cartridge through the mouthpiece element and mouthpiece 48. When inhalation is stopped, the air vane returns to its closed position under the influence of gravity.
Na inhalatie neemt de gebruiker de kap 80 vast en trekt deze naar beneden tegen de kracht in, welke 50 door de veer 60 via de strook 78 wordt uitgeoefend. De gebruiker is dan in staat om de kap 80 weer op het mondstuk 48 aan te brengen. De inrichting wordt derhalve naar de in figuur 1 weergegeven positie teruggebracht. Het zal duidelijk zijn, dat dit onder meer het terugvoeren van de hefboom 36, de trekker 64 en de grendel 70 naar de posities volgens figuur 1 met zich brengt en de wijze waarop dit plaatsvindt, zal nu kort worden beschreven.After inhalation, the user takes the cap 80 and pulls it down against the force exerted by the spring 60 via the strip 78. The user is then able to replace the cap 80 on the mouthpiece 48. The device is therefore returned to the position shown in Figure 1. It will be understood that this involves, among other things, returning the lever 36, the trigger 64 and the latch 70 to the positions of Figure 1, and the manner in which this takes place will now be briefly described.
55 Wanneer de kap en de strook naar beneden worden getrokken scharniert de hefboom 36 om de tappen 52 rechtsom, als beschouwd in de figuren 1-3, en wordt een punt bereikt, waarbij het distale eindgedeelte 68 in aanraking komt met de inkeping 66 in het centrale gebied van de trekker 64. Wanneer de neerwaartse 193309 4 beweging van de kap en de strook wordt voortgezet veroorzaakt de samenwerking tussen het distale eindgedeelte 68 en de inkeping 66, dat de trekker 64 linksom scharniert. Tijdens deze linksom uitgevoerde scharnierbeweging treffen de armen 76 de onderzijden van de respectievelijke grendelarmen 70a en wordt derhalve de grendel 70 over een kleine hoek linksom verdraaid teneinde het mogelijk te maken, dat de 5 armen 76 passeren. Wanneer de armen 76 eenmaal de respectieve aanslagen 74 zijn gepasseerd, kan de grendel 70 onder invloed van de zwaartekracht vrij naar de in figuur 1 weergegeven positie vallen, waarbij de armen 76 elk achter een respectievelijke aanslag 74 grijpen. Op dit punt is de in figuur 1 weergegeven toestand bereikt.55 When the cap and strip are pulled down, the lever 36 pivots about the trunnions 52 clockwise, as viewed in Figures 1-3, and reaches a point where the distal end portion 68 contacts the notch 66 in the central area of the trigger 64. As the downward movement of the cap and strip continues, the cooperation between the distal end portion 68 and the notch 66 causes the trigger 64 to pivot counterclockwise. During this anti-clockwise pivoting movement, the arms 76 strike the undersides of the respective locking arms 70a and therefore the locking 70 is turned counterclockwise by a small angle to allow the 5 arms 76 to pass. Once the arms 76 have passed the respective stops 74, the latch 70 can drop freely under the influence of gravity to the position shown in Figure 1, the arms 76 each engaging behind a respective stop 74. At this point, the state shown in Figure 1 has been reached.
De in de figuren 5-9 weergegeven uitvoeringsvorm komt in vele opzichten overeen met die volgens de 10 figuren 1-4 en zal derhalve niet gedetailleerd worden beschreven. Elementen bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 5-9, welke in ruime zin overeenkomen met elementen bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1-4, zijn van dezelfde verwijzingscijfers doch met toevoeging van 100 voorzien. Thans zal de aandacht worden gericht op de meer significante aspecten waarin de uitvoeringsvorm volgens de figuren 5-9 zich onderscheidt van de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1-4.The embodiment shown in Figures 5-9 corresponds in many respects to that according to Figures 1-4 and will therefore not be described in detail. Elements in the embodiment according to Figures 5-9, which broadly correspond to elements in the embodiment according to Figures 1-4, are provided with the same reference numbers but with the addition of 100. Attention will now be focused on the more significant aspects in which the embodiment according to Figures 5-9 differs from the embodiment according to Figures 1-4.
15 In de eerste plaats wordt de aandacht gericht op de constructie van de trekker 164. Voor het gemak is deze in figuur 9 in perspectief op vergrote schaal weergegeven. Men ziet, dat eik van de armen 176 is voorzien van een uitsteeksel 176a, dat zich bij benadering radiaal uitstrekt in een richting die ongeveer loodrecht staat op de richting, van de arm 176.First, attention is focused on the construction of the tractor 164. For convenience, it is shown in an enlarged perspective view in Figure 9. It can be seen that each of the arms 176 includes a projection 176a which extends approximately radially in a direction approximately perpendicular to the direction of the arm 176.
Zoals uit figuur 5 blijkt, rust, wanneer de inrichting zich in de onwerkzame positie bevindt, één van deze 20 uitsteeksels 176a tegen een vlakke veer 200, die in het algemeen U-vormig is en welke tussen de uiteinden daarvan aan de bodem van het huis is bevestigd. De veer 200 loopt om een pen 201, die lateraal uit één van de zijwanden 154 van het huis steekt. De veer omvat naar boven gebogen gedeelten 200 en 200b, welke zich aan tegenover elkaar gelegen zijden van de pen 201 bevinden en die dienen om de veer ten opzichte van de pen 201 te positioneren. Het uitsteeksel 200a van de veer helt naar boven en wordt door 25 het uitsteeksel 176a naar beneden gedrukt wanneer de elementen zich in de in figuur 5 weergegeven positie bevinden. Derhalve spant de vlakke veer de trekker in rechtsom gaande richting voor. Er behoeft aan de andere zijde van de inrichting geen tweede bladveer aanwezig te zijn en het andere uitsteeksel 176a is derhalve, strikt gesproken, onnodig. De uitsteeksels 176a dienen in de eerste plaats om te beletten, dat de trekker te ver in linksom gaande richting roteert, als beschouwd in de figuren 5-7. In afwezigheid van de 30 uitsteeksels zou de trekker zover kunnen roteren, dat de inkeping 166 zich niet in een positie zou bevinden waarin deze kan samenwerken met het distale eindgedeelte 168 van de hefboom 136 tijdens het terugbrengen van de inrichting naar de initiële onwerkzame toestand na inhalatie (d.w.z. het terugbrengen daarvan naar de in figuur 5 weergegeven toestand). De aanwezigheid van de uitsteeksels 176a en de voorspanning van de veer 200, in klokwijzerrichting welke het uitsteeksel 176a beïnvloedt, zorgt ervoor, dat de inkeping 35 166 zich na inhalatie op de juiste plaats bevindt om met het distale eindgedeelte 168 samen te werken.As shown in Figure 5, when the device is in the inoperative position, one of these protrusions 176a rests against a flat spring 200, which is generally U-shaped and which is between the ends thereof at the bottom of the housing is attached. The spring 200 wraps around a pin 201 extending laterally from one of the side walls 154 of the housing. The spring includes upwardly curved portions 200 and 200b, which are located on opposite sides of the pin 201 and serve to position the spring relative to the pin 201. The protrusion 200a of the spring is inclined upwards and is pressed down by the protrusion 176a when the elements are in the position shown in figure 5. Therefore, the flat spring biases the trigger in a clockwise direction. There does not need to be a second leaf spring on the other side of the device, and the other projection 176a is therefore, strictly speaking, unnecessary. The protrusions 176a primarily serve to prevent the trigger from rotating too far in the counterclockwise direction, as seen in Figures 5-7. In the absence of the protrusions, the trigger could rotate to such an extent that the notch 166 would not be in a position to cooperate with the distal end portion 168 of the lever 136 during the return of the device to the initial inoperative state after inhalation (ie, returning it to the state shown in Figure 5). The presence of the protrusions 176a and the bias of the spring 200, clockwise affecting the protrusion 176a, ensures that the notch 35 166 is in the correct position after inhalation to cooperate with the distal end portion 168.
Op het uitsteeksel 176a, dat met de veer 200 samenwerkt, wordt door de veer een geringe kracht uitgeoefend, en dit geeft aan de trekker een verdere stoot om de rechtsom gaande rotatie daarvan bij een inhalatie te verzekeren, boven op de kracht, welke door het distale eindgedeelte 168 van de hefboom 136 op de inkeping 166 wordt uitgeoefend.The projection 176a, which cooperates with the spring 200, exerts a small force by the spring, and this gives the trigger a further impact to ensure its clockwise rotation upon an inhalation, in addition to the force generated by the distal end portion 168 of the lever 136 is applied to the notch 166.
40 Voorst blijkt uit figuur 9, dat zich aan de zijde van de arm 176 tegenover het uitsteeksel 176a een verder uitsteeksel 176b bevindt. Zoals blijkt uit bijvoorbeeld figuur 7, beletten de uitsteeksels 176b een excessieve rotatie van de trekker in rechtsomgaande richting door tegen de bodemwand van het huis te stuiten.40 It also appears from Figure 9 that on the side of the arm 176 opposite the protrusion 176a there is a further protrusion 176b. As shown, for example, in Figure 7, the protrusions 176b prevent excessive rotation of the trigger in the clockwise direction by bumping into the bottom wall of the housing.
Een verder aspect van de trekker, waarop dient te worden gewezen, is, dat de gebieden van de trekker onmiddellijk ter weerszijden van de inkeping 166 zijn voorzien van uitsparingen 169. Tijdens het beginsta-45 dium van het na inhalatie terugbrengen van de inrichting naar de toestand volgens figuur 5 vindt een rotatie van de trekker in linksomgaande richting plaats door de samenwerking van het distale eindgedeelte 168 van de hefboom 136 met de inkeping 166. Het eindgedeelte van deze linksom gerichte rotatie geschiedt evenwel door de samenwerking van de nokvlakken 204 op de hefboom 136 met de uitsparingen 169. Er wordt op gewezen dat de hefboom 136 iets verschilt van het bij de eerste uitvoeringsvorm gebruikte 50 hefboom 36. Meer in het bijzonder ontbreekt de arm 57, zodat zich vanuit het hoofdgedeelte van de hefboom 136 naar achteren een paar armen 202 uitstrekt, welke aan de achterste uiteinden daarvan niet onderling zijn verbonden. Het bovenste gedeelte van de strook heeft een deel met gereduceerde breedte en vergrote dikte 178a tussen de armen 202 en delen met de volle breedte en vergrote doorsnede onmiddellijk boven en onder de armen. Het deel boven de armen is concaaf en wordt opgenomen in een paar convexe 55 holten 203, waarvan er steeds één in elk van de armen 202 is gevormd.A further aspect of the trigger, which should be pointed out, is that the areas of the trigger immediately on either side of the notch 166 are provided with recesses 169. During the initial stage of returning the device after inhalation to the according to figure 5, a rotation of the trigger in a counterclockwise direction takes place through the cooperation of the distal end portion 168 of the lever 136 with the notch 166. However, the end portion of this counterclockwise rotation is effected by the cooperation of the cam surfaces 204 on the lever 136 with the recesses 169. It should be noted that the lever 136 is slightly different from the 50 lever 36 used in the first embodiment. More specifically, the arm 57 is missing so that a pair of arms extend backward from the main portion of the lever 136 202 which are not interconnected at the rear ends thereof. The top portion of the strip has a reduced width and increased thickness portion 178a between the arms 202 and full width and enlarged section portions immediately above and below the arms. The portion above the arms is concave and is received in a pair of convex 55 cavities 203, one of which is each formed in each of the arms 202.
De U-vormige veer 200 dient ook nog een ander doel dan op het uitoefenen van een kracht op één van de uitsteeksels 176a. Zoals uit de figuren 5-7 blijkt, rust het bovenste gedeelte van de veer op één van deThe U-shaped spring 200 also serves another purpose than to apply a force to one of the protrusions 176a. As shown in Figures 5-7, the upper part of the spring rests on one of the
Claims (9)
Applications Claiming Priority (22)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US4880887A | 1987-05-12 | 1987-05-12 | |
US4880887 | 1987-05-12 | ||
DK544888 | 1988-09-29 | ||
DK544888A DK544888A (en) | 1987-05-12 | 1988-09-29 | Inhalation device |
AT242488 | 1988-09-30 | ||
NO884342 | 1988-09-30 | ||
AT0242488A AT398374B (en) | 1987-05-12 | 1988-09-30 | INHALER |
FI884493 | 1988-09-30 | ||
FI884493A FI94593C (en) | 1987-05-12 | 1988-09-30 | The inhaler |
NO88884342A NO884342L (en) | 1987-05-12 | 1988-09-30 | The inhalation device. |
ZA887467A ZA887467B (en) | 1987-05-12 | 1988-10-05 | Inhalation device |
ZA8807467 | 1988-10-05 | ||
PT88725A PT88725B (en) | 1987-05-12 | 1988-10-11 | INHALING DEVICE |
PT8872588 | 1988-10-11 | ||
CH3856/88A CH677348A5 (en) | 1987-05-12 | 1988-10-14 | |
KR880013452 | 1988-10-14 | ||
CH385688 | 1988-10-14 | ||
KR1019880013452A KR0131082B1 (en) | 1987-05-12 | 1988-10-14 | Inhalator |
BE8801213A BE1003512A5 (en) | 1987-05-12 | 1988-10-21 | INHALER DEVICE. |
BE8801213 | 1988-10-21 | ||
PH37731A PH27169A (en) | 1987-05-12 | 1988-10-27 | Inhalation device |
PH3773188 | 1988-10-27 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8801239A NL8801239A (en) | 1988-12-01 |
NL193309B NL193309B (en) | 1999-02-01 |
NL193309C true NL193309C (en) | 1999-06-02 |
Family
ID=27581336
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8801239A NL193309C (en) | 1987-05-12 | 1988-05-11 | Inhaler. |
Country Status (24)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JP2845887B2 (en) |
KR (1) | KR0131082B1 (en) |
AT (1) | AT398374B (en) |
AU (1) | AU605295B2 (en) |
BE (1) | BE1003512A5 (en) |
BR (1) | BR8802287A (en) |
CA (1) | CA1311170C (en) |
CH (1) | CH677348A5 (en) |
DE (2) | DE8806288U1 (en) |
DK (1) | DK544888A (en) |
ES (1) | ES2008482A6 (en) |
FI (1) | FI94593C (en) |
FR (1) | FR2615106B1 (en) |
GB (1) | GB2204799B (en) |
IN (1) | IN171518B (en) |
IT (1) | IT1219937B (en) |
MX (1) | MX167894B (en) |
NL (1) | NL193309C (en) |
NO (1) | NO884342L (en) |
NZ (1) | NZ224579A (en) |
PH (1) | PH27169A (en) |
PT (1) | PT88725B (en) |
SE (1) | SE466385B (en) |
ZA (1) | ZA887467B (en) |
Families Citing this family (26)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
IT1219937B (en) * | 1987-05-12 | 1990-05-24 | Glaxo Inc | INHALATION APPARATUS |
GR1000113B (en) * | 1988-10-04 | 1991-06-28 | Glaxo Inc | Breathing apparatus |
GB8909891D0 (en) * | 1989-04-28 | 1989-06-14 | Riker Laboratories Inc | Device |
ATE224748T1 (en) | 1989-04-28 | 2002-10-15 | Riker Laboratories Inc | INHALATION DEVICE FOR DRY POWDER |
US5297542A (en) * | 1989-06-22 | 1994-03-29 | Raymond J. Bacon | Aerosol dispensing device |
GB8919131D0 (en) * | 1989-08-23 | 1989-10-04 | Riker Laboratories Inc | Inhaler |
FR2658081B1 (en) * | 1990-02-09 | 1995-06-30 | Pesenti Yvan | AUTOMATION AND SYNCHRONIZATION DEVICE FOR AEROSOL APPARATUS WITH DOSING PUMP. |
US5192548A (en) * | 1990-04-30 | 1993-03-09 | Riker Laboratoires, Inc. | Device |
US6119688A (en) * | 1991-08-26 | 2000-09-19 | 3M Innovative Properties Company | Powder dispenser |
DE69319107T2 (en) * | 1992-03-25 | 1999-02-25 | Tebro S.A., Luxembourg | POWDER DISPENSER FOR MEDICAL INHALATION THERAPIES |
GB2264238A (en) * | 1992-05-29 | 1993-08-25 | Norton Healthcare Ltd | Medicament inhalor device |
GB2273660B (en) * | 1992-09-11 | 1996-07-17 | Aid Medic Ltd | Drug delivery arrangement |
GB2272162B (en) * | 1992-11-06 | 1996-10-09 | Paul Richard Yerbury | Dust proof inhaler |
JPH10139536A (en) * | 1996-11-12 | 1998-05-26 | Murata Mfg Co Ltd | Dielectric porcelain composition |
ES2142717B1 (en) * | 1997-02-15 | 2001-02-01 | Garcia Francisco Jose Magan | SYNCHRONIZED AUTOMATIC INHALER. |
US6553988B1 (en) | 2000-06-09 | 2003-04-29 | Norton Healthcare, Inc. | Medicament dispensing device with a multimaterial diaphragm bounding a pneumatic force chamber |
KR20040048380A (en) | 2001-06-26 | 2004-06-09 | 노턴 헬스케어 리미티드 | An improved aerosol actuator |
EP1474195B1 (en) | 2002-02-14 | 2005-12-07 | atmed Aktiengesellschaft | Inhalation aid |
BR0303652A (en) | 2002-03-22 | 2004-07-13 | Clinical Designs Ltd | Tin accessory |
US7296567B2 (en) | 2002-09-25 | 2007-11-20 | 3M Innovative Properties Company | Breath actuated aerosol dispensers |
GB2398252B (en) * | 2003-02-11 | 2005-09-21 | Bespak Plc | Dispensing apparatus |
WO2008023019A2 (en) * | 2006-08-22 | 2008-02-28 | Glaxo Group Limited | Drug dispenser |
FR3050115B1 (en) * | 2016-04-15 | 2023-05-12 | Aptar France Sas | FLUID PRODUCT DELIVERY DEVICE SYNCHRONIZED WITH INHALATION. |
GB2567240B (en) * | 2017-10-09 | 2022-04-06 | Senzer Ltd | An inhaler particularly a cannabinoid inhaler and a method of assembling such an inhaler |
KR20240003481A (en) * | 2022-07-01 | 2024-01-09 | 주식회사 케이티앤지 | Inhaler |
KR20240003476A (en) * | 2022-07-01 | 2024-01-09 | 주식회사 케이티앤지 | Inhaler |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1269554A (en) * | 1914-01-06 | 1918-06-11 | Frost & Chadwick Co | Oil-can. |
US3456644A (en) * | 1967-01-19 | 1969-07-22 | Dart Ind Inc | Inhalation-actuated aerosol dispensing device |
BE758834A (en) * | 1969-11-13 | 1971-05-12 | Riker Laboratoires Inc | AEROSOL DISPENSER ACTIVATED BY INHALATION |
GB1383761A (en) * | 1971-02-25 | 1974-02-12 | Woodcraft Dc | Inhalation device for use with an aerosol container |
NO134730L (en) * | 1971-07-19 | 1900-01-01 | ||
DE3037917A1 (en) * | 1980-10-08 | 1982-05-13 | Byk Gulden Lomberg Chemische Fabrik Gmbh, 7750 Konstanz | INHALER |
GB8328808D0 (en) * | 1983-10-28 | 1983-11-30 | Riker Laboratories Inc | Inhalation responsive dispensers |
IT1219937B (en) * | 1987-05-12 | 1990-05-24 | Glaxo Inc | INHALATION APPARATUS |
-
1988
- 1988-05-11 IT IT47942/88A patent/IT1219937B/en active
- 1988-05-11 NL NL8801239A patent/NL193309C/en not_active IP Right Cessation
- 1988-05-11 GB GB8811168A patent/GB2204799B/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-05-11 CA CA000566481A patent/CA1311170C/en not_active Expired - Fee Related
- 1988-05-11 BR BR8802287A patent/BR8802287A/en not_active IP Right Cessation
- 1988-05-11 AU AU16060/88A patent/AU605295B2/en not_active Ceased
- 1988-05-11 FR FR8806389A patent/FR2615106B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-05-11 NZ NZ224579A patent/NZ224579A/en unknown
- 1988-05-11 ES ES8801462A patent/ES2008482A6/en not_active Expired
- 1988-05-11 JP JP63114489A patent/JP2845887B2/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-05-12 MX MX011447A patent/MX167894B/en unknown
- 1988-05-12 DE DE8806288U patent/DE8806288U1/en not_active Expired
- 1988-05-12 DE DE3816276A patent/DE3816276A1/en not_active Withdrawn
- 1988-09-29 DK DK544888A patent/DK544888A/en not_active Application Discontinuation
- 1988-09-29 SE SE8803461A patent/SE466385B/en not_active IP Right Cessation
- 1988-09-30 NO NO88884342A patent/NO884342L/en unknown
- 1988-09-30 FI FI884493A patent/FI94593C/en not_active IP Right Cessation
- 1988-09-30 AT AT0242488A patent/AT398374B/en active
- 1988-10-04 IN IN689/MAS/88A patent/IN171518B/en unknown
- 1988-10-05 ZA ZA887467A patent/ZA887467B/en unknown
- 1988-10-11 PT PT88725A patent/PT88725B/en not_active IP Right Cessation
- 1988-10-14 CH CH3856/88A patent/CH677348A5/de not_active IP Right Cessation
- 1988-10-14 KR KR1019880013452A patent/KR0131082B1/en not_active IP Right Cessation
- 1988-10-21 BE BE8801213A patent/BE1003512A5/en not_active IP Right Cessation
- 1988-10-27 PH PH37731A patent/PH27169A/en unknown
Also Published As
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL193309C (en) | Inhaler. | |
US5031610A (en) | Inhalation device | |
US5119806A (en) | Inhalation device | |
CA1306157C (en) | Aerosol device | |
AU655610B2 (en) | Inhalation device | |
US6866037B1 (en) | Inhaler | |
CA1236359A (en) | Inhalation responsive dispensers | |
EP0837710B1 (en) | Pharmaceutical powder cartridge with integrated metering device and inhaler for powdered medicaments | |
AU2002229143B2 (en) | Dispenser | |
JP4570612B2 (en) | Dosing device | |
PT1267971E (en) | Inhaler | |
HUE025128T2 (en) | Inhaler with breath actuated dose counter | |
US7121435B2 (en) | Spray can holding an actuating device | |
WO2006062449A1 (en) | Breath actuated dose inhaler | |
AU2003234745B2 (en) | Inhaler | |
AU2003234746B2 (en) | Inhaler | |
IE61720B1 (en) | Inhalation device |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: NEW ENGLAND PHARMACEUTICALS, INC. |
|
DNT | Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection |
Free format text: GLAXO WELLCOME INC. |
|
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: SEPRACOR, INC. |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20011201 |