NL193126B - Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. Download PDFInfo
- Publication number
- NL193126B NL193126B NL8701002A NL8701002A NL193126B NL 193126 B NL193126 B NL 193126B NL 8701002 A NL8701002 A NL 8701002A NL 8701002 A NL8701002 A NL 8701002A NL 193126 B NL193126 B NL 193126B
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cable
- wheels
- channel
- compressed gas
- duct
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02G—INSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
- H02G1/00—Methods or apparatus specially adapted for installing, maintaining, repairing or dismantling electric cables or lines
- H02G1/06—Methods or apparatus specially adapted for installing, maintaining, repairing or dismantling electric cables or lines for laying cables, e.g. laying apparatus on vehicle
- H02G1/08—Methods or apparatus specially adapted for installing, maintaining, repairing or dismantling electric cables or lines for laying cables, e.g. laying apparatus on vehicle through tubing or conduit, e.g. rod or draw wire for pushing or pulling
- H02G1/086—Methods or apparatus specially adapted for installing, maintaining, repairing or dismantling electric cables or lines for laying cables, e.g. laying apparatus on vehicle through tubing or conduit, e.g. rod or draw wire for pushing or pulling using fluid as pulling means, e.g. liquid, pressurised gas or suction means
-
- G—PHYSICS
- G02—OPTICS
- G02B—OPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
- G02B6/00—Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
- G02B6/46—Processes or apparatus adapted for installing or repairing optical fibres or optical cables
- G02B6/50—Underground or underwater installation; Installation through tubing, conduits or ducts
- G02B6/52—Underground or underwater installation; Installation through tubing, conduits or ducts using fluid, e.g. air
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- Electric Cable Installation (AREA)
- Light Guides In General And Applications Therefor (AREA)
- Cable Accessories (AREA)
- Laying Of Electric Cables Or Lines Outside (AREA)
- Detergent Compositions (AREA)
- Ropes Or Cables (AREA)
- Treatments For Attaching Organic Compounds To Fibrous Goods (AREA)
- Installation Of Indoor Wiring (AREA)
- Communication Cables (AREA)
- Processing Of Terminals (AREA)
Description
1 193126
Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis van de als duet aangeduide soort, waarbij vanaf het invoereinde van een desbetreffende duet een naar 5 het uitvoereinde daarvan gerichte gasstroom wordt teweeggebracht en een desbetreffende kabel in het invoereinde wordt geleid.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0.108.590. Deze publicatie beschrijft dat volgens een gebruikelijke techniek kabels, zoals bijvoorbeeld optische glasvezelkabels, worden geïnstalleerd door toepassing van trekkracht. Het verloop van de benodigde trekkracht, die in verband met 10 mechanische eigenschappen van de kabel kleiner dan een toelaatbare waarde moet blijven, hangt af van de geometrie van het kanaiisatiesysteem van geleidingsbuizen C’ducts”), waarin als regel bochten en/of slingeringen voorkomen, de wrijvingskrachten tussen kabel en duet, en de eigenschappen van de kabel. Zonder rekening te houden met de kabelstijfheid zijn voor de benodigde trekkracht van belang: de wrijvingskrachten ontstaan als gevolg van de massa van de kabel, en de wrijvingskrachten ontstaan als 15 gevolg van de in de kabel aanwezige trekspanning (in verband met bochten en/of slingeringen van een desbetreffend ducttraject). De eerstbedoelde wrijvingskrachten geven aanleiding tot een lineair met de installatielengte toenemende trekkracht. De laatstbedoelde wrijvingskrachten geven aanleiding tot een exponentieel met het aantal bochten of slingeringen toenemende trekkracht. Zulks legt een overwegende beperking op aan de kabellengte die in één keer maximaal kan worden geïnstalleerd. Wegens de exponen-20 tiële toename van de benodigde trekkracht kan ernaar worden gestreefd om de kabelspanning zo laag mogelijk te doen zijn. Zulks brengt mee dat de door de massa van de kabel veroorzaakte wrijvingskrachten plaatselijk moeten worden gecompenseerd. Dit komt erop neer dat de installatiekracht over de gehele lengte van een te installeren kabelsectie verdeeld moet aangrijpen. Bij een daartoe dienende werkwijze worden volgens de uit de Europese octrooiaanvrage 0.108.590 bekende werkwijzen vanaf het invoereinde van een 25 desbetreffende duet een naar het uitvoereinde daarvan gerichte stroming van persgas (perslucht) teweeggebracht, waarbij een desbetreffende kabel in het invoereinde wordt geleid. Uit de genoemde publicatie is tevens bekend een voor het toepassen van zulk een werkwijze dienende inrichting met een kabelinjecteer-eenheid met een zich daardoorheen uitstrekkend hol, in hoofdzaak rechtlijnig verlopend kabeldoorvoer-kanaal, met een ingangseinde en een uitgangseinde voor het ontvangen en wegzenden van een in de 30 desbetreffende duet aan te brengen kabel, welke kabelinjecteereenheid verder is voorzien van een in het kabeldoorvoerkanaal uitmondend gaskanaal via hetwelk persgas aan het kabeldoorvoerkanaal kan worden toegevoerd, alsook van een stel tegenover elkaar gemonteerde en gedeeltelijk in het doorvoerkanaal reikende wielen dienende om een zich daartussen bevindende en daarmee in aanraking verkerende kabel in de richting van het uitgangseinde voort te bewegen. Deze bekende techniek is bedoeld voor het 35 installeren van lichtgewicht, flexibele optische vezelkabels. De door een duet geleide persiuchtstroming oefent op een in de duet ingevoerde kabel een meesleepkrachtwerking uit waardoor de kabel door de duet heen naar het uitvoereinde daarvan wordt voortgetrokken. Blijkens deze bekende techniek is de persluchtstroomsnelheid vrijwel lineair afhankelijk (toenemend) van het drukverschil dat tussen het invoereinde en het uitvoereinde van een desbetreffend ducttraject bestaat. De ducttrajectlengte waarover een kabelsectie met 40 één processlag kan worden geïnstalleerd is hierbij beperkt tot ca. 200 m. Daarbij is in bovenvermeld octrooischrift als verwachting aangegeven dat deze installatielengte kan worden vergroot tot ca. 300 m voor een kabel met een gewicht van 3 gms/m en bij een drukverschil van ca. 55 psi. De van een kabelinjecteereenheid volgens bovenvermeld octrooischrift deel uitmakende twee wielen doen uitsluitend dienst om de op de kabel uitgeoefende tegenwerkende krachten, ontstaan als gevolg van het drukverschil dat tussen het 45 inwendige en de buitenomgeving van de injecteereenheid bestaat, te compenseren.
Volgens de lering van de in bovenvermeld octrooischrift beschreven uitvinding is het een vereiste dat de door persluchtstroom veroorzaakte meesleepkrachten vanaf het invoereinde tot aan het uitvoereinde van een desbetreffend ducttraject werkzaam zijn. Met de uitvinding is beoogd om de efficiency van bovenvermelde bekende techniek te verbeteren en de toepassingsmogelijkheid te verruimen, een en ander onder 50 inachtneming van het vereiste dat de kabel in een kanaiisatiesysteem waarin bochten en/of slingeringen voorkomen, moet kunnen worden geïnstalleerd.
Voor de praktijk betekent dit, dat kabels kunnen worden geïnstalleerd die dikker en/of zwaarder en/of stijver zijn dan de kabels die met de bekende werkwijze kunnen worden geïnstalleerd. Tevens betekent het dat dergelijke kabels in een processlag over een aanzienlijk grotere afstand kunnen worden geïnstalleerd 55 dan met de bekende werkwijze mogelijk is.
In het kader van de onderhavige uitvinding is gesteund op de overweging dat de in een duet veroorzaakte drukgradiënt en daarmee de meesleepwerking, niet-constant, en in afhankelijkheid van de lengte van 193126 2 een desbetreffend ducttraject te gering kan zijn om de wrijvingskrachten die op de kabel aangrijpen, ter plaatse van het begin van het ducttraject te compenseren. Uitgaande van een dergelijke overweging is een werkwijze volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat bij het genoemde invoereinde over een bepaalde lengte van de desbetreffende duet werkzame duwkrachten op de kabel worden uitgeoefend.
5 Een werkwijze volgens de uitvinding maakt het mogelijk om onder gebruikmaking van de kabelstijfheid van in de praktijk toegepaste kabels, meer in het bijzonder optische vezelkabels, over een ducttrajectlengte (met bochten en slingeringen) van ca. 700 m een kabel in een processiag te installeren.
Een voor het toepassen van bovenomschreven wijze dienende inrichting is volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat een van de wielen is gekoppeld met een zuiger die in een persgascilinder 10 beweegbaar is gemonteerd, een en ander zodanig dat bij toevoer van persgas aan de persgascilinder, op een zich tussen de wielen bevindende kabel dwarskrachten worden uitgeoefend; en een van de wielen is gekoppeld met een persgasmotor welke in staat is om ter plaatse waar een desbetreffende kabel tussen de wielen wordt aangedrukt, een aandrijfkoppel te leveren dat enige malen groter is dan het aandrijfkoppe! dat op de kabel moet inwerken om het drukverschil tussen de drukken binnen en buiten het kabeldoorvoer-15 kanaal te compenseren.
Het biedt voordeel om twee of meer kabelinjecteereenheden in tandemverband te laten werken. Daartoe is een inrichting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de kabelinjecteereenheid is samengesteld uit twee losneembaar aan elkaar bevestigde delen, een en ander zodanig dat zulks een kabelinjecteereenheid van een zich daardoorheen uitstrekkende kabel kan worden weggenomen.
20 Ter verdere verbetering van de efficiency is een inrichting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de wielen een hol loopvlak bezitten, waarbij zulk een loopvlak is gekarteld, welke kartels zich in hoofdzaak evenwijdig aan de rotatieas van het desbetreffende wiel uitstrekken. De aangrijping op de kabel wordt hierdoor aanmerkelijk verbeterd, ook indien deze van een smeermiddel is voorzien. Dit laatste is van bijzonder voordeel bij tandembedrijf. Daarbij komt nl. een met smeermiddel bedekte kabel terecht bij de 25 invoerzijde van de kabelinjecteereenheid die bij het uitvoereinde van een desbetreffend ducttraject is opgesteld. Met andere woorden, een met smeermiddel bedekte kabel wordt dan tussen wielen doorgeleid. Resumerend resulteert de uitvinding in de volgende voordelen: snelle en eenvoudige installatie, zonder dat een trekkoord behoeft te worden geïnstalleerd; geringe kabelrek gedurende installatie; 30 relatie grote installatieiengte per injecteereenheid; en doeltreffend en eenvoudig tandembedrijf, waarbij de desbetreffende injecteereenheden met tussenafstanden die vrijwel onafhankelijk zijn van de route van het kanalisatiesysteem, in serie kunnen werken.
De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht met verwijzing naar de tekening, waarin: 35 figuur 1 een stel grafieken weergeeft met behulp waarvan de essenties van de werkwijze volgens de uitvinding zullen worden uitgezet; figuur 2 een in schemavorm getekend ducttraject voorstelt, met een zich daarin bevindend kabelgedeelte waarop een door een persgasstroming veroorzaakte meesleepwerking wordt uitgeoefend; figuur 3 een grafiek weergeeft ter illustratie van de duwkrachtwerking die volgens de uitvinding op de 40 kabel wordt uitgeoefend; figuur 4 een schematische dwarsdoorsnede voorstelt van een uitvoeringsvorm die illustratief is voor een inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding; en figuur 5 een in perspectief getekende en uit elkaar genomen mogelijke uitvoeringsvorm weergeeft van een kabelinjecteereenheid volgens de uitvinding.
45
De essentie van een werkwijze volgens de uitvinding zal in eerste aanleg nader worden toegelicht met verwijzing naar figuur 1.
Een belangrijke overweging die aan de onderhavige uitvinding ten grondslag ligt houdt in dat het verloop van de druk in een ducttraject met een lengte 1, en een druk aan het begin respectievelijk eind van dit 50 traject van p(o) resp., p(1), een niet-iineaire functie van de plaats (x) is en kan voor een isotherme stroming worden voorgesteld door (1), zodat de drukgradiënt die een maat is voor de meesleepwerking die door de persgasstroom op een kabel 55 wordt uitgeoefend, kan worden beschreven als d(P) = p(o)2—p(1)2 d(x) 21 p(x) (2).
3 193126
Opgemerkt wordt dat deze uitdrukking 2 in wezen geldt voor een ’’leeg” ducttraject. Wanneer zich daarin een kabel bevindt, wordt een en ander aanzienlijk gecompliceerder. Echter blijkt de uitdrukking 2 een voor de praktijk bruikbare schatting.
Met behulp van de in de Europese octrooiaanvrage 0.108.590 beschreven techniek is het mogelijk om de 5 door de massa van de kabel veroorzaakte wrijvingskrachten lokaal te compenseren. Volgens deze bekende techniek is uitgegaan van de veronderstelling, dat het drukverioop tussen het begin en einde van een d(p) ducttraject lineair is. Met andere woorden, volgens deze bekende technieken is de drukgradient -ryr over de gehele lengte 1 van het ducttraject beschouwd, constant. Daarbij is afgeleid dat de hydrostatische kracht ^ per eenheid van lengte j (meesleepwerking veroorzaakt door de in het ducttraject geblazen perslucht) is voor te stellen door F d(p) . .
l-dfl)"*' d‘ (3).
Zie in dit verband figuur 2, waarin een ducttraject met lengte 1, en een zich daarin bevindende kabel 15 schematisch zijn weergegeven. Door de pijl is de langs de kabel geblazen persluchtstroom voorgesteld.
De per eenheid van lengte te compenseren wrijvingskracht ^ is voor te stellen door Ü* = f · W (4).
waarin f de wrijvingscoëfficiënt tussen kabel en duet, en W het kabelgewicht per eenheid van lengte 20 voorstellen.
d(p)
De in figuur 1 weergegeven grafieken tonen het verloop van de drukgradient als functie van de plaats x langs een ducttraject. Daarbij is aangenomen voor p(o) = 8,5 bar en p(1) = 1 bar (absoluut). De grafieken zijn getekend voor illustratieve ducttrajectlengtes van 437 m respectievelijk 782 m waarbij voor al en a2 is uitgegaan van de veronderstelling dat de drukgradient een constatne is p(o) — p(1) d(p) --^-, terwijl voor b1 en b2 is uitgegaan van de gedachte dat de drukgradient ^-r niet-constant is volgens de formule (2). Tevens is op basis van de formules (3) en (4) door de pijl reents aangegeven de kracht -Jw die nodig is om wrijvingskracht die op de kabel wordt uitgeoefend te compenseren (f=0,25; 30 W=0,76 N/m; rd= 13mm; rk= 4,85 mm). Daarbij is in de gevallen a1 en a2 aangenomen dat bij de ductlengte 1 = 782 m de drukgradient juist voldoende is om de wrijvingskrachten te compenseren, terwijl deze bij de ductlengte 1 = 437 m groter is dan nodig voor een dergelijke compensatie.
Uit het verloop van de krommen b1 en b2 die illustratief zijn voor de formule (2), blijkt het volgende: voor de ductlengte 1 = 437 m is de drukgradient over het gehele traject beschouwd steeds en bij de 35 invoereenheid juist voldoende om de op de kabel werkzame wrijvingskrachten te compenseren; voor de ductlengte 1 = 782 m is de drukgradient over een relatief groot gedeelte van het traject beschouwd niet voldoende om plaatselijk de op de kabel werkzame wrijvingskracht te compenseren.
Een en ander leidt tot de gevolgtrekking dat de bovenvermelde techniek ontoereikend is om per „ injecteereenheid een kabellengte groter dan een zekere grenswaarde, in het geschetste geval 437 m, in een 40 duet te installeren. Met andere woorden, uitgaande van de in verband met het geval a2 gemaakte veronderstelling en daaruit berekende mogelijke installatielengte, is het niet mogelijk om met gebruikmaking van uitsluitend persgasstroming een kabel in een ducttraject met een dergelijke lengte te installeren.
Volgens de uitvinding is nu voorgesteld om vanaf het invoereinde van een desbetreffend ducttraject en onder gebruikmaking van de stijfheid van een te installeren kabel, daarop een duwkrachtwerking uit te 45 oefenen. Een dergelijke duwkrachtwerking vervult daar waar de meesleepwerking van de in het duet ingeblazen persgasstroming nog ontoereikend is om de wrijvingskrachten te compenseren, deze compensatiefunctie. Aldus kan zoals ook proefondervindelijk is vastgesteld de ducttrajectlengte waarover een kabel met een enkele injecteereenheid kan worden geïnstalleerd, aanmerkelijk worden vergroot. Een factor twee ten opzichte van een bekende inblaastechniek is mogelijk gebleken. Illustratief voor een in de ^ praktijk toegepaste kabel is een kabel met een stijfheid van ca. 0,9 Nm2. Een dergelijke stijfheid is voldoende groot om "kronkelen” van de kabel bij het induwen in een duet zodanig tegen te gaan dat de kabel zich niet noemenswaardig tegen de wand vastdrukt, terwijl anderzijds de wrijvingskrachten, die in het bijzonder ontstaan als gevolg van de kabelstijfheid in bochten en/of slingeringen in het desbetreffende ducttraject, nog compenseerbaar blijken. Door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding is het 55 mogelijk gebleken om een kabel te installeren in een ducttraject met een lengte van ruim 700 m. In het kort samengevat resulteert de werkwijze volgens de uitvinding in de volgende voordelen: 193126 4 snelle en eenvoudige installatie; geringe kabelrek tijdens installatie; aanmerkelijke vergroting van de installatielengte, die met een enkele injecteereenheid mogelijk is; en verscheidene injecteereenheden kunnen op doeltreffende en eenvoudige wijze in serie (tandemverband) 5 worden gebruikt.
Illustratief voor de uitvinding is het volgende voorbeeld:
Beschouwd wordt een ducttraject met een lengte van 667 m en een inwendige diameter van 26 mm. In dit traject komen haakse bochten voor met een kromtestraal van 1 m en op afstanden van 150, 250, 400 en 600 m vanaf het kabelinvoereinde; tevens verloopt het traject slingerend met een periode van 4 m en een 10 amplitude van 5 cm. De te installeren kabel heeft een diameter van 9,7 cm, een gewicht van 0,65 N/m en een stijfheid van 0,0 Nm2. De wrijvingscoëfficiënt tussen kabel en ductbinnenwand is 0,25. Voor het installeren wordt gebruik gemaakt van perslucht geleverd door een compressor met een capaciteit van 75 1/sec. (atmosferisch) en een maximum werkdruk van 7,5 bar (overdruk). Met behulp van de formule (2) kan als schatting voor de drukgradiënt worden berekend een waarde van 5,34.10®/p pd/m. Deze drukgradiënt is 15 eerst na 386 m voldoende groot om de effectieve wrijvingskracht fW van 0,19 Nm (als gevolg van de aanwezige bochten en slingeringen is het effectieve kabelgewicht per eenheid van lengte door de kabel* stijfheid vergroot) die op de kabel wordt uitgeoefend, piaatselijk op te heffen. Numeriek is het verloop van de benodigde duwkracht F als functie van de afstand x (vanaf het invoereinde van het ducttraject) berekend, zoals is geïllustreerd in figuur 3. Gebleken is dat door de combinatie van een dergelijke duwkrachtwerking 20 en persluchtstroming, de kabel in het beschouwde traject is te installeren.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat verschillende negatieve (bochten werken duwkrachtontwikkeling tegen) en positieve (verplaatsen van positie waar duwkracht nul is doordat in het stuk daarna de perslucht een effectieve meesleepwerking uitoefent) effecten een rol kunnen spelen. Bovendien kan een verandering van de geometrie aanmerkelijke gevolgen hebben. Bijvoorbeeld zal indien de slingeringen en/of bochten 25 worden verminderd, de lengte van het ducttraject waarin de kabel met behulp van de combinatie van persluchtstroming en duwkrachtwerking nog kan worden geïnstalleerd, groter zijn.
Figuur 4 is illustratief voor een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding. Meer in het bijzonder toont figuur 4 een schematische dwarsdoorsnede van een dergelijke inrichting. Zulks een inrichting, ofwel kabelinjecteereenheid is in zijn algemeenheid door 1 30 aangeduid. Deze eenheid omvat een buis 2, waarin een in hoofdzaak rechtlijnig kabeldoorvoerkanaal 3 is gevormd. Het doorvoerkanaal bezit een invoereinde 4 waardoorheen een kabel in de injecteenheid kan worden geleid, en een uitvoereinde 5. Het uitvoereinde is ingericht om een gasdichte afsluiting vormend, te worden gekoppeld met een desbetreffende duet 6 waarin de kabel moet worden geïnstalleerd. Door 7 is aangeduid een in het doorvoerkanaal uitmondende inlaatbuis die is bedoeld om op een persgasbron 35 (compressor - niet weergegeven) te worden aangesloten. Bij een gebruikelijke stromingsweerstand van het desbetreffende ducttraject en een conventionele compressor met een capaciteit van 75 Itr/sec. en een maximale werkdruk van 7,5 bar (overdruk), vloeit via deze inlaatbuis een persgasstroom (luchtstroom) met een grootte-orde van 75 Itr/sec. Een stel wielen 8, 9, 10 en 11 is draaibaar in huis en gedeeltelijk in het doorvoerkanaal reikend gemonteerd. Het stel wielen 8 en 9 wordt gedragen door een freem 12, dat 40 scharnierbaar is gekoppeld met een zuigerstang van een zuiger 13, die in een persgascilinder 14 beweegbaar is gemonteerd. Zoals schematisch in figuur 2 is getekend, kunnen de beide wielen 8 en 9 door middel van een op het huis gemonteerde persgasmotor 15 via een overbrengingsmechanisme in draaiing worden gebracht. Tegenover de mondingsopening van de gasinlaatbuis is het kabeldoorvoerkanaal begrensd door een gestroomlijnd pijpje 16. Daardoor wordt gewaarborgd dat een zich in het doorvoerkanaal bevindende 45 kabel, niettegenstaande de sterke persgasstroming, in hoofdzaak rechtlijnig blijft verlopen. Met andere woorden, er wordt verhinderd dat de kabel aldaar in een "kronkel” wordt geblazen, hetgeen het invoeren van de kabel in de duet ernstig zou belemmeren. Een via de invoeropening 4 in het doorvoerkanaal geleide kabel vormt via een schematisch getekende sluitring 17 een gasdichte afsluiting. Als gevolg van toegevoerde perslucht ontstaat tussen het inwendige en het uitwendige van het huis een drukverschil. Hierdoor 50 wordt op de zich in het doorvoerkanaal bevindende kabel een krachtwerking uitgeoefend, die tegengesteld is gericht ten opzichte van de gewenste voortbewegingsrichting van deze kabel. Bij toevoer van perslucht aan de cilinder 14 en aan de motor 15, wordt deze "tegengesteld gerichte” krachtwerking gecompenseerd. Een persgasmotor heeft het voordeel dat het daardoor geleverde aandrijfkoppel evenredig is met de in het huis veroorzaakte druk; bovendien kan een persluchtmotor wanneer perslucht wordt toegevoerd, zonder 55 schadelijke gevolgen tot stilstand worden afgeremd, alsook (desgewenst langdurig) in stilstand worden gehouden. Dit laatste is in het bijzonder wanneer verscheidene kabelinjecteereenheden in serie (of tandemverband) worden gebruikt, van voordeel.
5 193126
In het kader van de onderhavige uitvinding is de persgasmotor echter aanzienlijk krachtiger dan voor het compenseren van bovenvermelde ’’tegengesteld gerichte” krachtwerking nodig is. Illustratief is b.v. een motor die in staat is een krachtwerking te leveren die driemaal zo groot is als de krachtwerking die nodig is voor het bovenbedoelde compenseren. Met een aldus gedimensioneerde motor wordt bereikt dat over een 5 lengtegebied dat zich vanaf het begin van het desbetreffende ducttraject over een zekere afstand uitstrekt, een duwkrachtwerking op de zich in de duet bevindende kabel wordt uitgeoefend. Zoals in verband met figuur 1 is uiteengezet, wordt door een dergelijke duwkrachtwerking de plaatselijke wrijvingskrachtwerking, ontstaan als gevolg van wrijving tussen de kabel en de binnenwand van de duet, en het eigen gewicht van de kabel, opgeheven daar waar de door de persluchtstroom veroorzaakte drukgradiënt respectievelijk 10 meesleepwerking nog te gering is om bedoelde wrijvingskrachtwerking te compenseren. Teneinde de duwkrachtwerking effectief te doen zijn is het noodzakelijk dat de desbetreffende kabel een zekere stijfheid bezit. In de praktijk gebruikte kabels voldoen aan dit vereiste, in praktijksituaties is gebleken dat met gebruikmaking van een dergelijke duwkrachtwerking de ducttrajectlengte waarover een kabel met behulp van een enkele injecteereenheid kan worden geïnstalleerd, met een factor van ca. twee kan worden 15 vergroot. De snelheid waarmee de kabel in een duet wordt ingevoerd, kan worden geregeld met behulp van een (in figuur 4 niet weergegeven) drukregelaar. Ter bevordering van de aangrijping tussen de wielen en de daardoor voort te bewegen kabel bezit elk van de wielen een hol loopvlak dat van een transversale karteling is voorzien. Een dergelijke constructie heeft het voordeel dat deze wielen niet kunnen vollopen met materiaal van de kabelmantel en eventueel door de kabel meegenomen verontreinigingen, terwijl slippen, 20 ook wanneer de kabelmantel met smeermiddel is bedekt, doeltreffend wordt tegengegaan.
Bij het in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is gebruik gemaakt van twee aangedreven en twee ’’tegendruk” wielen. Naar behoefte kan echter ook gebruik worden gemaakt van een uitvoering met één respectievelijk meer dan twee aangedreven wielen en één respectievelijk meer dan twee tegendrukwielen.
In het laatstbedoelde geval verdient het aanbeveling om ten minste twee persgascilinders te gebruiken.
25 Daarbij bedient elke persgascilinder ten hoogste twee wielen, die dan zijn gemonteerd in een freem dat scharnierbaar met de desbetreffende zuigerstand is gekoppeld. De voor het veroorzaken van de aandruk-werking dienende persgascilinder/zuigercombinatie heeft het voordeel dat bij een bepaalde persluchttoevoer de op de kabel uitgeoefende drukkrachtwerking in hoofdzaak constant is. Dat wil zeggen niettegenstaande variaties in de dikte van de kabel, blijft deze aandrukkracht constant. Tevens is aan de uitgeoefende 30 drukkrachtwerking een bovengrens gesteld die overeenkomt met de maximale werkdruk van de voedings-compressor van 7,5 bar. Zulks betekent dat de toelaatbare schedeldruk van een in de praktijk gebruikte kabel met de daarbij gebruikte persluchtcilinder/zuigercombinatie niet wordt overschreden.
Met de bovenbeschreven constructie kan de motor tot stilstand worden gebracht door de daardoor voortbewogen kabel af te remmen en tot stilstand te brengen.
35 In figuur 4 is tevens weergegeven een koppel- of afsluiteenheid 18. Een dergelijke eenheid omvat een huis 19 waarin een kamer 20 is uitgespaard, die via een invoeropening 21, een uitvoeropening 22 en een persgasuitlaatleiding 23 met de buitenomgeving in verbinding staat. Het invoereinde is ingericht om een gasdichte koppeling te vormen met het eindgedeelte van een ducttraject 24, aan het begin waarvan gebruik is gemaakt van een kabelinjecteereenheid soortgelijk aan die welke in figuur 4 is getekend. De snelheid 40 waarmee de perslucht de kamer 20 via het invoereinde 21 binnenstroomt is in hoofdzaak bepaald door de grootte van de persluchtstroming. Bij waarden van ca. 7,5 bar en 75 Itr/sec. zal deze snelheid een grootte-orde van 150 m/sec. hebben. In verband met veiligheidsoverwegingen en ter bescherming van een bij de uitvoeropening 22 geplaatste injecteereenheid, is de persluchtuitlaatleiding zodanig uitgevoerd dat de aangevoerde perslucht, via een zich verwijdend begingedeelte 25, wordt afgeremd zonder dat wervels 45 ontstaan, en via deze leiding 23 wordt afgevoerd naar een voor bedieningspersoneel veilige plaats. Als alternatief kan deze leiding zodanig zijn gedimensioneerd dat de uitstroomsnelheid van het persgas tot een veilige waarde is gereduceerd. De in het ducttraject 24 geïnstalleerde kabel 26 kan via de uitvoeropening 22, die is voorzien van een snelle deeltjes afremmende binnenbekleding 27', worden geleid naar de volgende kabelinjecteereenheid, in dit geval de injecteereenheid 1. Normaliter is de opening 22 afgesloten 50 door middel van een scharnierend aan het huis 19 bevestigd klepje 27, dat zich bij afwezigheid van een kabel aldaar als gevolg van versnelling van aldaar aanwezige luchtstroming, tegen de buitenzijde van het huis vastzuigt, een en ander zodanig dat het klepje een bescherming biedt tegen zich met hoge snelheid voortbewegende deeltjes. Door middel van de aangevoerde kabel kan dit klepje worden geopend, waarbij de binnenbekleding 27' dan de functie van het klepje 27 vervult. Daarna kan deze kabel via de injecteer-55 eenheid 1 worden geïnstalleerd in het ducttraject 6, dat op het ducttraject 24 volgt. Daartoe dienen de beide injecteereenheden in serie of in tandem te werken. In verband met een dergeiijke tandemwerking is elke kabelinjecteereenheid en koppel- of afsluiteenheid die daarbij moet worden gebruikt, uitgevoerd als twee
Claims (11)
1. Werkwijze voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeieidingsbuis van de als duet aangeduide soort, waarbij vanaf het invoereinde van een desbetreffende duet een naar het uitvoereinde daarvan gerichte gasstroom wordt teweeggebracht; en een desbetreffende kabel in het invoereinde wordt geleid, met het kenmerk, dat bij het genoemde 45 invoereinde over een bepaalde lengte van de desbetreffende duet werkzame duwkrachten op de kabel worden uitgeoefend.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de kabel op een plaats die zich in de kabelvoortbewegingsrichting beschouwd, voor het genoemde invoereinde bevindt, wordt ingevoerd in een hulpgeleidingskanaal; in dit hulpgeleidingsknaal een druk wordt veroorzaakt die hoger is dan de druk die in de omgeving van 50 het hulpgeleidingskanaal bestaat; en op het zich in dit hulpgeleidingskanaal bevindende gedeelte van de kabel, hulpkrachten, waarvan de richting samenvalt met de gewenste voortbewegingsrichting van de kabel, wordt uitgeoefend, welke hulpkrachten werkzaam zijn om tegengesteld gerichte krachten ontstaan als gevolg van het verschil tussen de drukken binnen en buiten het hulpgeleidingskanaal, te compenseren, met het kenmerk, dat de 55 werking van genoemde hulpkrachten enige malen groter is dan die welke voor het genoemde compenseren nodig is.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij voor het veroorzaken van de hulpkrachten gebruik wordt gemaakt „ -, 7 193126 van dwars op de kabel uitgeoefende krachten, met het kenmerk dat voor deze dwarskrachten is gekozen een waarde die vrijwel gelijk is aan, echter kleiner is dan een dwarskrachtwaarde die overeenkomt met de maximale schedeldruk die voor de desbetreffende kabel toelaatbaar is.
4. Werkwijze volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij op de buitenzijde van de kabel een 5 smeermiddel wordt aangebracht, met het kenmerk, dat het smeermiddel in de voortbewegingsrichting van de kabel beschouwd, voorafgaande aan de plaats waar genoemde dwarskrachten op de kabel aangrijpen, op de kabelbuitenzijde wordt gehandhaafd.
5. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens een van de voorafgaande conclusies, omvattende: 10 een kabelinjecteereenheid met een zich daardoorheen strekkend hol in hoofdzaak rechtlijnig verlopend kabeldoorvoerkanaal, met een ingangseinde en een uitgangseinde voor het ontvangen en uitvoeren van een in de desbetreffende duet aan te brengen kabel, welke kabelinjecteereenheid verder is voorzien van een in het kabeldoorvoerkanaal uitmondend gaskanaal via hetwelk persgas aan het kabeldoorvoerkanaal kan worden toegevoerd, alsook van een stel tegenover elkaar gelegen gemonteerde en gedeeltelijk in 15 het doorvoerkanaal reikende wielen dienende om een zich daartussen bevindende en daarmee in aanraking verkerende kabel in de richting van het uitgangseinde voort te bewegen, met het kenmerk, dat een van de wielen is gekoppeld met een zuiger die in een persgascilinder beweegbaar is gemonteerd, een en ander zodanig dat bij toevoer van persgas aan de persgascilinder, op een zich tussen de wielen bevindende kabel dwarskrachten worden uitgeoefend; en een van de wielen is gekoppeld met een 20 persgasmotor welke in staat is om ter plaatse waar een desbetreffende kabel tussen de wielen wordt aangebracht, een aandrijfkoppel te leveren dat enige inches groter is dan het aandrijfkoppel dat op de kabel moet inwerken om het drukverschil tussen de drukken binnen en buiten het kabeldoorvoerkanaal te compenseren.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de persgasmotor en de persgascilinder zijn ingericht 25 om te worden gekoppeld met een daarvoor gemeenschappelijke persgasbron.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het genoemde gaskanaal is ingericht om samen met de persgasmotor en de persgascilinder te worden gekoppeld met een daarvoor gemeenschappelijke persgasbron; en tussen de aansluiting voor deze persgasbron en de persgasmotor een reduceerventiel is aangebracht voor het regelen van de werking van deze motor.
8. Inrichting volgens een van de conclusies 5-7, met het kenmerk, dat twee wielen draaibaar zijn gemonteerd in een freem dat scharnierbaar met genoemde zuiger is gekoppeld, welke wielen zijn ingericht om samen te werken met twee zich daartegenover bevindende en gedeeltelijk in het kabeldoorvoerkanaal reikende wielen; en de persgasmotor in aandrijvend verband is gekoppeld met een van de tweetallen van wielen.
9. Inrichting volgens een van de conclusies 5-8, gekenmerkt door middelen die tussen de wielen en het uitgangseinde, alsook ter plaatse waar het gaskanaal in het kabeldoorvoerkanaal uitmondt, zijn aangebracht, welke middelen zijn ingericht om te voorkomen dat de via het gaskanaal toegevoerde gasstroming afbreuk doet aan de duwkrachtwerking welke door de persgasmotor en de persgascilinder in combinatie, op de kabel wordt uitgeoefend.
10. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies 5-9, met het kenmerk, dat de wielen een hol loopvlak bezitten, waarbij zulk een loopvlak is gekarteld, welke kartels zich in hoofdzaak evenwijdig aan de rotatieas van het desbetreffende wiel uitstrekken.
11. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies 5-10, met het kenmerk, dat de kabelinjecteereenheid is samengesteld uit twee losneembaar aan elkaar bevestigde delen, een en ander zodanig dat zulk 45 een kabelinjecteereenheid van een zich daardoorheen uitstrekkende kabel kan worden weggenomen. Hierbij 3 bladen tekening
Priority Applications (23)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8701002A NL193126B (nl) | 1987-04-28 | 1987-04-28 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. |
US07/184,020 US4850569A (en) | 1987-04-28 | 1988-04-20 | Method for introducing a cable into a cable guide tube |
ES198888200793T ES2004853T3 (es) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Metodo y dispositivo para la introduccion de un cable en el interior de un tubo de guia de cable. |
EP90203138A EP0427354B2 (en) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Apparatus for introducing a cable into a cable guide tube |
EP88200793A EP0292037B1 (en) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Method and device for introducing a cable into a cable guide tube |
AT88200793T ATE67040T1 (de) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Verfahren und vorrichtung zum einfuehren eines kabels in ein kabelfuehrungsrohr. |
NO881829A NO171698C (no) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Fremgangsmaate og system for innfoering av en kabel i et kabelfoeringsroer |
DE198888200793T DE292037T1 (de) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Verfahren und vorrichtung zum einfuehren eines kabels in ein kabelfuehrungsrohr. |
ES90203138T ES2068995T5 (es) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Dispositivo para introducir un cable en un tubo de proteccion. |
AT90203138T ATE117097T1 (de) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Vorrichtung zum einführen eines kabels in ein kabelumhüllungsschutzrohr. |
DE3852766T DE3852766T3 (de) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Vorrichtung zum Einführen eines Kabels in ein Kabelumhüllungsschutzrohr. |
DE8888200793T DE3864578D1 (de) | 1987-04-28 | 1988-04-26 | Verfahren und vorrichtung zum einfuehren eines kabels in ein kabelfuehrungsrohr. |
CA000565178A CA1282052C (en) | 1987-04-28 | 1988-04-27 | Method and device for introducing a cable into a cable guide tube |
DK230788A DK166338C (da) | 1987-04-28 | 1988-04-27 | Fremgangsmaade og apparat til indfoering af et kabel i et kabelfoeringsroer |
AU15191/88A AU613616B2 (en) | 1987-04-28 | 1988-04-27 | Method and device for introducing a cable into a cable guide tube |
FI882003A FI87121C (fi) | 1987-04-28 | 1988-04-28 | Foerfarande och system foer infoerande av en kabel i ett kabelroer |
JP10442788A JP2840840B2 (ja) | 1987-04-28 | 1988-04-28 | ケーブルをケーブルガイドチューブに導くための方法およびその装置 |
CN88102550A CN1020996C (zh) | 1987-04-28 | 1988-04-28 | 引导多心导线进入导线导向管的方法与设备 |
GR89300012T GR890300012T1 (en) | 1987-04-28 | 1989-03-08 | Method and device for introducing a cable into a cable guide tube |
US07/338,308 US4934662A (en) | 1987-04-28 | 1989-04-14 | Device for introducing a cable into a cable guide tube |
GR91401891T GR3003263T3 (en) | 1987-04-28 | 1991-12-04 | Method and device for introducing a cable into a cable guide tube |
NO920525A NO301916B1 (no) | 1987-04-28 | 1992-02-10 | Apparat for å före en kabel inn i et kabelföringsrör |
GR950400891T GR3015746T3 (en) | 1987-04-28 | 1995-04-10 | Apparatus for introducing a cable into a cable guide tube. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8701002 | 1987-04-28 | ||
NL8701002A NL193126B (nl) | 1987-04-28 | 1987-04-28 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8701002A NL8701002A (nl) | 1988-11-16 |
NL193126B true NL193126B (nl) | 1998-07-01 |
NL193126C NL193126C (nl) | 2003-11-03 |
Family
ID=19849924
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8701002A NL193126B (nl) | 1987-04-28 | 1987-04-28 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. |
Country Status (14)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US4850569A (nl) |
EP (2) | EP0292037B1 (nl) |
JP (1) | JP2840840B2 (nl) |
CN (1) | CN1020996C (nl) |
AT (2) | ATE67040T1 (nl) |
AU (1) | AU613616B2 (nl) |
CA (1) | CA1282052C (nl) |
DE (3) | DE3864578D1 (nl) |
DK (1) | DK166338C (nl) |
ES (2) | ES2068995T5 (nl) |
FI (1) | FI87121C (nl) |
GR (3) | GR890300012T1 (nl) |
NL (1) | NL193126B (nl) |
NO (2) | NO171698C (nl) |
Families Citing this family (98)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5169126C1 (en) | 1982-11-08 | 2001-05-08 | British Telecomm | Method and apparatus for installing transmission lines |
NL193126B (nl) | 1987-04-28 | 1998-07-01 | Nederland Ptt | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. |
US5065928A (en) * | 1987-11-25 | 1991-11-19 | Bicc Plc. | Method and apparatus for blowing an optical fibre member |
EP0354295A3 (en) * | 1988-08-11 | 1991-08-21 | Nippon Steel Welding Products & Engineering Co., Ltd. | Method and apparatus for inserting thread into tube |
GB8823426D0 (en) * | 1988-10-05 | 1988-11-09 | British Telecomm | Fibre blowing brake |
JPH0318206A (ja) * | 1989-06-13 | 1991-01-25 | Sumitomo Electric Ind Ltd | 線材の布設方法および布設装置 |
US5474277A (en) * | 1990-02-27 | 1995-12-12 | Koninklijke Ptt Nederland N.V. | Pulling plug aided by drag forces of a fluid medium for a portion of which the plug has a leaking aperture |
US5197715A (en) * | 1990-02-27 | 1993-03-30 | Koninklijke Ptt Nederland N.V. | Method for pulling plug for installing a cable in a cable conduit |
JPH03249704A (ja) * | 1990-02-28 | 1991-11-07 | Sumitomo Electric Ind Ltd | 光ファイバユニットの布設方法および装置 |
FR2666459B1 (fr) * | 1990-09-05 | 1995-08-18 | Pecot Alain | Procede pour la pose en conduite de grande longueur d'un cable de telecommunication, et dispositif pour la mise en óoeuvre de ce procede. |
AU629114B1 (en) * | 1991-03-22 | 1992-09-24 | Sumitomo Electric Industries, Ltd. | Method of constructing an optical wiring network |
US5358218A (en) * | 1991-03-25 | 1994-10-25 | Sumitomo Electric Industries, Ltd. | Method of constructing an optical wiring network |
DE9114452U1 (de) * | 1991-11-21 | 1992-03-19 | Otto-Products for Industry Inh. Inge Otto - Handel mit Kabelverlegemaschinen und anderen Industrieprodukten, 2061 Seth | Einschießvorrichtung zum Einziehen von Glasfaser-LWL-Kabeln |
NL193204C (nl) * | 1992-05-08 | 1999-02-02 | Theodorus Andreas Van Hameren | Kabelinvoerapparaat. |
DE4405357A1 (de) * | 1994-02-19 | 1995-08-24 | Willi Meffert | Vorrichtung und Verfahren zum motorischen Ab- und Aufspulen von rundem strangförmigem Glasfaserprofil von und auf Kabeltrommeln, Kabelspulen und Kabelkassetten |
WO1995023988A1 (en) * | 1994-03-02 | 1995-09-08 | British Telecommunications Plc | Optical fibre installation tool |
US5503369A (en) * | 1994-03-02 | 1996-04-02 | British Telecommunications Public Limited Company | Optical fibre customer lead in |
US5911381A (en) * | 1994-05-11 | 1999-06-15 | Plumettaz As | Stocking device for coilable elements and method of use |
US5599004A (en) * | 1994-07-08 | 1997-02-04 | Coiled Tubing Engineering Services, Inc. | Apparatus for the injection of cable into coiled tubing |
US5503370A (en) * | 1994-07-08 | 1996-04-02 | Ctes, Inc. | Method and apparatus for the injection of cable into coiled tubing |
GB9419079D0 (en) * | 1994-09-22 | 1994-11-09 | Bicc Plc | Method and apparatus for installing an optical fibre element in a tube |
NL9401838A (nl) * | 1994-11-04 | 1996-06-03 | Nederland Ptt | Installatie van kabelducts. |
US5813658A (en) * | 1994-11-23 | 1998-09-29 | Arnco Corporation | Cable feeding apparatus |
DE29505241U1 (de) * | 1995-03-28 | 1996-07-25 | Spindler, René, 72535 Heroldstatt | Kabeleinblasmaschine |
US5730424A (en) * | 1995-04-14 | 1998-03-24 | Fli Line Tool Corporation | Apparatus for sending a line through a conduit |
US5897103A (en) * | 1995-07-24 | 1999-04-27 | Koninklijke Ptt Nederland N.V. | Method for installing cables |
EP0756186A1 (en) | 1995-07-24 | 1997-01-29 | Koninklijke KPN N.V. | Method and device for installing cables |
NL1001960C2 (nl) | 1995-12-21 | 1997-06-24 | Nederland Ptt | Werkwijze voor het installeren van een buis of een bundel buizen in een bestaand buisvormig kanaal. |
GB9606673D0 (en) * | 1996-03-29 | 1996-06-05 | Sensor Dynamics Ltd | Apparatus for the remote measurement of physical parameters |
US6532839B1 (en) | 1996-03-29 | 2003-03-18 | Sensor Dynamics Ltd. | Apparatus for the remote measurement of physical parameters |
NL1003249C2 (nl) * | 1996-05-31 | 1997-12-03 | Nederland Ptt | Buisconnector voor het verbinden van voor het daarin installeren van kabels bestemde buizen. |
NL1003681C2 (nl) * | 1996-07-25 | 1998-01-28 | Nederland Ptt | Inrichting en werkwijze voor het verwijderen van kabels uit buizen. |
CN1132037C (zh) | 1996-09-19 | 2003-12-24 | 英国电讯公司 | 喷吹头 |
AU5561598A (en) * | 1996-12-11 | 1998-07-03 | Koninklijke Kpn N.V. | Method for inserting a cable-like element into a tube coiled in or on a holder |
NL1004747C2 (nl) * | 1996-12-11 | 1998-06-15 | Nederland Ptt | Methode en inrichting voor het inbrengen van een kabelvormig element in een op of in een houder opgewonden langgerekte buisvormige omhulling. |
DE69734642T2 (de) * | 1996-12-24 | 2006-07-13 | Koninklijke Kpn N.V. | Verfahren, Vorrichtung und System zur Installation von Kabeln in einem Kabelschacht |
US6012621A (en) * | 1997-09-04 | 2000-01-11 | Condux International, Inc. | Cable conveying apparatus |
NL1007210C2 (nl) * | 1997-10-06 | 1999-04-08 | Koninkl Kpn Nv | Werkwijze voor het installeren van kabels in buizen en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze. |
US6019351A (en) * | 1998-01-15 | 2000-02-01 | Vikimatic Sales, Inc. | Method and apparatus for introducing a cable into a conduit |
FR2774521B1 (fr) * | 1998-02-04 | 2000-03-31 | France Telecom | Procede d'installation et/ou de retrait d'un cable dans des conduites de passage de cables et dispositif de mise en oeuvre |
DE19815596A1 (de) * | 1998-04-07 | 1999-10-14 | Maricevic Milenko | Verfahren und Vorrichtung zum Kabeleinblasen in Schutzrohre |
NL1010387C2 (nl) * | 1998-10-23 | 2000-04-26 | Koninkl Kpn Nv | Werkwijze voor het installeren van ten minste een kabel in of het verwijderen van ten minste een kabel uit een buis waarin reeds ten minste een andere kabel aanwezig is. |
US6321596B1 (en) | 1999-04-21 | 2001-11-27 | Ctes L.C. | System and method for measuring and controlling rotation of coiled tubing |
US6247534B1 (en) | 1999-07-01 | 2001-06-19 | Ctes, L.C. | Wellbore cable system |
US6354331B1 (en) | 1999-11-08 | 2002-03-12 | Parker-Hannifin Corp. | Flexible plastic tubing construction having a sight glass window |
NL1013901C2 (nl) * | 1999-12-21 | 2001-06-25 | Koninkl Kpn Nv | Werkwijze voor het met behulp van een flu´dum onder druk installeren van optische vezels of kabels in een buis. |
FR2807226B1 (fr) | 2000-03-31 | 2002-08-09 | Marais Sa | Procede et dispositif pour la propulsion d'un cable ou analogue a l'interieur d'une gaine |
NL1015729C2 (nl) | 2000-07-17 | 2002-01-18 | Koninkl Kpn Nv | Werkwijze voor het in de grond installeren van een duct en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze. |
US6370753B1 (en) | 2000-07-24 | 2002-04-16 | Arnco Corporation | Method and apparatus for wrapping and installing cable |
NL1016894C2 (nl) * | 2000-12-18 | 2002-06-19 | Koninkl Kpn Nv | Werkwijze voor het installeren van een duct; inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze, en een bandvormig element ten gebruike bij deze werkwijze. |
US6572081B2 (en) | 2000-12-27 | 2003-06-03 | Nkf Kabel B.V. | Installation of guide tubes in a protective duct |
US6711328B2 (en) | 2001-07-12 | 2004-03-23 | Nkf Kabel B.V. | Installation bundle with spacer |
AU2002356882A1 (en) * | 2001-11-02 | 2003-05-19 | Neptco Inc. | Apparatus and methods for applying media to a conduit |
US7100274B2 (en) * | 2001-11-02 | 2006-09-05 | Neptco Incorporated | Apparatus for applying media to a conduit |
SE520958C2 (sv) * | 2002-03-11 | 2003-09-16 | Ericsson Telefon Ab L M | Förfarande och anordning för att driva fram en optofiberkabel i en rörledning |
US6811307B2 (en) * | 2002-07-10 | 2004-11-02 | Kenneth J. Crowe | DTS measurement of HV cable temperature profile |
US6848541B2 (en) | 2002-07-11 | 2005-02-01 | Nkf Kabel B.V. | Optical cable installation with cable lubricator |
US7992685B2 (en) * | 2002-07-11 | 2011-08-09 | Draka Comteq B.V. | Optical cable lubricator with reservoir |
KR20050118279A (ko) * | 2003-03-07 | 2005-12-16 | 브리티쉬 텔리커뮤니케이션즈 파블릭 리미티드 캄퍼니 | 광섬유 케이블 및 공기압 포설 기술 |
ITRM20030133A1 (it) * | 2003-03-26 | 2004-09-27 | Fibot Holding Ltd | Apparecchiatura per la posa di fibre nude. |
GB0506568D0 (en) * | 2005-03-31 | 2005-05-04 | British Telecomm | Optical fibre air chamber apparatus |
US7350291B2 (en) * | 2005-06-30 | 2008-04-01 | Cardiac Pacemakers, Inc. | Method for manufacturing a cable by stringing an element through a sheath |
CH701061B1 (fr) * | 2006-10-06 | 2010-11-30 | Plumettaz Sa | Dispositif de pose d'un câble. |
EP1914577A1 (en) * | 2006-10-17 | 2008-04-23 | British Telecommunications Public Limited Company | Optical fibre installation apparatus |
NL1032917C2 (nl) | 2006-11-22 | 2008-05-26 | Draka Comteq Bv | Werkwijze voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis, alsmede een daarvoor geschikte inrichting. |
US8387954B2 (en) * | 2007-08-30 | 2013-03-05 | Wesco Distribution, Inc. | System for the simultaneous introduction of two items into a conduit |
US8459611B2 (en) * | 2007-08-30 | 2013-06-11 | Wesco Distribution, Inc. | System for the simultaneous introduction of two items into a conduit |
EP2075608A1 (en) | 2007-12-28 | 2009-07-01 | British Telecmmunications public limited campany | Cable installation using optical detection |
EP2075606A1 (en) | 2007-12-28 | 2009-07-01 | British Telecmmunications public limited campany | Cable installation using induction |
US7861501B2 (en) * | 2008-05-10 | 2011-01-04 | Btx Technologies, Inc. | Method and apparatus for applying flexible sleeving |
GB0817639D0 (en) | 2008-09-26 | 2008-11-05 | British Telecomm | Cable installation apparatus |
US8840116B2 (en) | 2008-12-10 | 2014-09-23 | Ulvac, Inc. | Seal mechanism and treatment apparatus |
EP2230545A1 (en) | 2009-03-19 | 2010-09-22 | BRITISH TELECOMMUNICATIONS public limited company | Passive remote air flow and cable detection |
GB0905590D0 (en) | 2009-03-31 | 2009-05-13 | British Telecomm | Blown cable apparatus |
CN102171380B (zh) | 2009-08-12 | 2014-12-31 | 株式会社爱发科 | 溅射靶的制造方法 |
EP2369388A1 (en) | 2010-03-26 | 2011-09-28 | British Telecommunications public limited company | Optical fibre splice tray assembly |
US20120304979A1 (en) * | 2010-11-19 | 2012-12-06 | Herbert Munzenberger | Line Element Lead-Through with Support Structure |
DE102011004575A1 (de) * | 2011-02-23 | 2012-08-23 | Hilti Aktiengesellschaft | Leitungselementdurchführung |
WO2013057283A1 (en) | 2011-10-21 | 2013-04-25 | Plumettaz Holding Sa | Force monitoring for jetting equipment |
ITBO20120589A1 (it) * | 2012-10-26 | 2014-04-27 | Comecer Spa | Metodo e dispositivo per inserire un capillare in un tubo di collegamento tra ambienti di lavorazione di farmaci fluidi di un impianto per la produzione e/o manipolazione di farmaci fluidi |
DE102012112470A1 (de) * | 2012-12-18 | 2014-06-18 | Endress & Hauser Wetzer Gmbh + Co. Kg | Vorrichtung zum Einbringen eines Sensorelements in einen länglichen Hohlkörper |
CN104977688B (zh) * | 2014-04-14 | 2020-04-24 | 泰科电子(上海)有限公司 | 光缆安装设备 |
CN104977685B (zh) * | 2014-04-14 | 2018-10-30 | 泰科电子(上海)有限公司 | 光缆安装设备 |
CN104977687B (zh) * | 2014-04-14 | 2019-01-04 | 泰科电子(上海)有限公司 | 光缆安装设备 |
CN104977683A (zh) * | 2014-04-14 | 2015-10-14 | 泰科电子(上海)有限公司 | 在管道内安装光缆的方法 |
CN104977684B (zh) * | 2014-04-14 | 2018-06-19 | 泰科电子(上海)有限公司 | 补气设备和光缆安装设备 |
CN104242157B (zh) * | 2014-09-09 | 2016-12-07 | 中国能源建设集团山西省电力建设四公司 | 电缆拖拽器 |
US9865373B2 (en) * | 2015-02-25 | 2018-01-09 | Te Connectivity Corporation | Electrical wire with conductive particles |
CN105003740B (zh) * | 2015-06-25 | 2017-05-10 | 国网山东省电力公司日照供电公司 | 防脱电缆卡子 |
CN107863726B (zh) * | 2016-11-07 | 2019-09-27 | 南通永羽电器设备有限公司 | 一种电力柜线缆防护套自动穿线器 |
CN106532576A (zh) * | 2016-11-08 | 2017-03-22 | 江阴和宏精工科技有限公司 | 一种盘管穿线装置 |
IT201800009367A1 (it) | 2018-10-11 | 2020-04-11 | Prysmian Spa | Metodo ed apparato per l'installazione di cavi per soffiaggio |
WO2021099306A1 (en) * | 2019-11-19 | 2021-05-27 | Biotronik Se & Co. Kg | In situ welding for feedthrough pad attachment |
CN111175923B (zh) * | 2020-01-18 | 2022-07-19 | 山西交通建设监理咨询集团有限公司 | 智能远距离负压牵引正压推进穿缆系统及方法 |
DE102020110826B4 (de) * | 2020-04-21 | 2024-06-20 | Schott Ag | Durchführung für Anwendungen bei hohem Druck |
CN111570111B (zh) * | 2020-05-30 | 2021-09-24 | 大庆井泰机械制造有限公司 | 一种石油抽油机清洗枪 |
DE102021003043B3 (de) | 2021-06-04 | 2022-10-13 | Brigitte Bär | Einblasvorrichtung |
CN115459162B (zh) * | 2022-09-24 | 2023-06-06 | 广东唯康教育科技股份有限公司 | 一种网线布线辅助装置 |
Family Cites Families (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3478984A (en) * | 1967-09-19 | 1969-11-18 | Perry E Landsem | Line reeling control means |
US3870290A (en) * | 1971-06-20 | 1975-03-11 | Cutting Room Appliances Corp | Phase shifting device for cloth laying carriage |
US4655432A (en) * | 1980-02-25 | 1987-04-07 | Woodruff Harold F | Cable dispensing method |
GB2122367B (en) * | 1982-05-06 | 1987-05-13 | Standard Telephones Cables Ltd | Laying cables |
GB2171218B (en) * | 1982-05-06 | 1987-05-13 | Stc Plc | Laying cables |
DE3220286C2 (de) * | 1982-05-28 | 1987-04-09 | Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München | Verfahren zum Einziehen von Übertragungselementen mittels Druckluft und Einrichtung zur Durchführung des Verfahrens |
US4691896C1 (en) * | 1982-11-08 | 2001-05-08 | British Telecomm | Optical fibre transmission line |
ATE134046T1 (de) * | 1982-11-08 | 1996-02-15 | British Telecomm | Optisches kabel |
GB8309671D0 (en) * | 1982-11-08 | 1983-05-11 | British Telecomm | Optical fibre transmission lines |
GB2151414B (en) † | 1983-12-12 | 1987-04-23 | Kao Chiang Teng | Apparatus for feeding cable through a conduit |
EP0152720A1 (fr) * | 1984-02-22 | 1985-08-28 | Plumettaz Sa | Dispositif de commande d'un transporteur intermédiaire |
GB8408156D0 (en) * | 1984-03-29 | 1984-05-10 | Bicc Plc | Manufacture of optical cable |
JPS60181123U (ja) * | 1984-05-10 | 1985-12-02 | 島 顕侑 | 線条材導入用潤滑器具 |
JPS60244904A (ja) * | 1984-05-21 | 1985-12-04 | Fujikura Ltd | 光フアイバ−ケ−ブルの引抜きまたは引入れ方法 |
GB8520692D0 (en) * | 1985-08-19 | 1985-09-25 | Bicc Plc | Optical cable element |
NL193126B (nl) † | 1987-04-28 | 1998-07-01 | Nederland Ptt | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. |
-
1987
- 1987-04-28 NL NL8701002A patent/NL193126B/nl not_active IP Right Cessation
-
1988
- 1988-04-20 US US07/184,020 patent/US4850569A/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 AT AT88200793T patent/ATE67040T1/de not_active IP Right Cessation
- 1988-04-26 NO NO881829A patent/NO171698C/no not_active IP Right Cessation
- 1988-04-26 ES ES90203138T patent/ES2068995T5/es not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 AT AT90203138T patent/ATE117097T1/de not_active IP Right Cessation
- 1988-04-26 DE DE8888200793T patent/DE3864578D1/de not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 DE DE198888200793T patent/DE292037T1/de active Pending
- 1988-04-26 EP EP88200793A patent/EP0292037B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 EP EP90203138A patent/EP0427354B2/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 DE DE3852766T patent/DE3852766T3/de not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-26 ES ES198888200793T patent/ES2004853T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-27 DK DK230788A patent/DK166338C/da not_active IP Right Cessation
- 1988-04-27 CA CA000565178A patent/CA1282052C/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-27 AU AU15191/88A patent/AU613616B2/en not_active Expired
- 1988-04-28 FI FI882003A patent/FI87121C/fi not_active IP Right Cessation
- 1988-04-28 JP JP10442788A patent/JP2840840B2/ja not_active Expired - Lifetime
- 1988-04-28 CN CN88102550A patent/CN1020996C/zh not_active Expired - Lifetime
-
1989
- 1989-03-08 GR GR89300012T patent/GR890300012T1/el unknown
- 1989-04-14 US US07/338,308 patent/US4934662A/en not_active Expired - Lifetime
-
1991
- 1991-12-04 GR GR91401891T patent/GR3003263T3/el unknown
-
1992
- 1992-02-10 NO NO920525A patent/NO301916B1/no not_active IP Right Cessation
-
1995
- 1995-04-10 GR GR950400891T patent/GR3015746T3/el unknown
Also Published As
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL193126B (nl) | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een kabel in een kabelgeleidingsbuis. | |
NL1001960C2 (nl) | Werkwijze voor het installeren van een buis of een bundel buizen in een bestaand buisvormig kanaal. | |
EP0467463B1 (en) | Method and device for installing a cable in a cable duct | |
JP2552590B2 (ja) | 光ファイバの挿通方法 | |
JPH03504770A (ja) | 伝送線の布設 | |
US6409155B1 (en) | Method of inserting a light transmitting member into a tube | |
EP1267463B1 (en) | Improved apparatus for laying cables within guide tubes by means of a pressurised hydraulic fluid | |
JP2951394B2 (ja) | 長距離細径管路への光ファイバ送り込み方法 | |
IT1250932B (it) | Metodo ed apparecchiatura per la posa di cavi entro tubi utilizzando un fluido motore costituito da una miscela gassosa contenente un lubrificante nebulizzato. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: PTT NEDERLAND N.V. KONINKLIJKE - |
|
BC | A request for examination has been filed | ||
R1B | Notice of opposition during period of laying open |
Free format text: BRITISH TELECOMMUNICATION PUBLIC LIMITED COMPANY TE LONDON EC1A 7AJ, GROOT-BRITTANNIE (GB). |
|
NP1G | Patent granted (not automatically) [patent specification modified] | ||
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20070428 |