[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

NL1034691C2 - Maai-inrichting met impact-beveiliging. - Google Patents

Maai-inrichting met impact-beveiliging. Download PDF

Info

Publication number
NL1034691C2
NL1034691C2 NL1034691A NL1034691A NL1034691C2 NL 1034691 C2 NL1034691 C2 NL 1034691C2 NL 1034691 A NL1034691 A NL 1034691A NL 1034691 A NL1034691 A NL 1034691A NL 1034691 C2 NL1034691 C2 NL 1034691C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
knife holder
hub
knife
break
break connection
Prior art date
Application number
NL1034691A
Other languages
English (en)
Inventor
Jelle Fredo Oudemans
Maarten Koorn
Original Assignee
Lely Patent Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Patent Nv filed Critical Lely Patent Nv
Priority to NL1034691A priority Critical patent/NL1034691C2/nl
Priority to NL1035847A priority patent/NL1035847C2/nl
Priority to EP08849980A priority patent/EP2209361B1/en
Priority to DE202008018379U priority patent/DE202008018379U1/de
Priority to ATGM95/2013U priority patent/AT13660U1/de
Priority to PCT/NL2008/000249 priority patent/WO2009064173A2/en
Priority to DE202008018380U priority patent/DE202008018380U1/de
Priority to ATGM96/2013U priority patent/AT13639U1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1034691C2 publication Critical patent/NL1034691C2/nl
Priority to US12/778,265 priority patent/US8327612B2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/412Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
    • A01D34/63Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
    • A01D34/64Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
    • A01D34/66Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
    • A01D34/664Disc cutter bars
    • A01D34/665Disc cutter bars modular
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D75/00Accessories for harvesters or mowers
    • A01D75/18Safety devices for parts of the machines
    • A01D75/182Avoiding overload

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Description

Maai-inrichting met impact-beveiliging ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
5 De uitvinding heeft betrekking op een maai-inrichting voor gewassen, zoals gras, omvattend een reeks naast elkaar opgestelde meshouders met maaimessen, welke meshouders door middel van een met een aftakas of een andere externe aandrijfinrichting gekoppelde aandrijving geroteerd worden om opstaande hartlijnen. De meshouders zijn daarbij rotatievast bevestigd op 10 bijbehorende naven, die aangedreven wordt door de aandrijving.
Een voorbeeld van een dergelijke maai-inrichting is getoond in EP-A- 0.126.518. De aandrijving omvat daarbij een zich in meshouderreeks-richting uitstrekkende aandrijfas. Voor de overbrenging van aandrijfas op meshouder wordt telkens gebruik gemaakt van een huls die aan één eind is voorzien van een konisch 15 tandwiel en bevestigd is op de aandrijfas. Een tweede konisch tandwiel is in aangrijping met eerstgenoemd tandwiel en bezit een opstaande rotatiehartlijn. Het tweede tandwiel vormt samen met een naaf een roteerbare eenheid, die gelagerd is in een huis en de meshouder steunt en roteert. In de bekende inrichting zijn de meshouder en de naaf met elkaar verbonden met behulp van een kap en een 20 enkele, centrale moerverbinding.
In latere maai-inrichtingen wordt de meshouder met meerdere bouten bevestigd op een flens van de naaf, doorgaans met vier, in omtreksrichting op regelmatige afstand van elkaar geplaatste bouten die door boutgaten in de meshouder en de flens van de naaf reiken. De koppen van de bouten kunnen zijn 25 afgeschermd door een kap, die met een kleine bout is vastgelegd op de flens van de naaf.
Bij het machinaal maaien van gras kunnen al dan niet vreemde lichamen worden tegengekomen, zoals stenen, staaldraden, kabels, buizen, maar ook grote voorwerpen die ter plaatse als afval zijn achtergelaten. Dit kan vooral 30 voorkomen in bermen.
Bij het door maaimessen treffen van zo’n hard, vreemd lichaam treedt overbelasting op van de aandrijving. Vervanging van centrale aandrijvingsonderdelen geeft ontoelaatbare stilstand, evenals vervanging van minder toegankelijke onderdelen van de aandrijfdelen.
034 691 2
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de uitvinding is voor een maai-inrichting van de in de aanhef genoemde soort een beveiliging tegen dergelijke impaden te verschaffen, 5 waarbij een eenvoudige vervanging van de beschadigde of bezweken onderdelen mogelijk is.
Een doel van de uitvinding is voor een maai-inrichting van de in de aanhef genoemde soort een beveiliging tegen dergelijke impaden te verschaffen, waarbij een snelle vervanging van de beschadigde of bezweken onderdelen 10 mogelijk is.
Een doel van de uitvinding is voor een maai-inrichting van de in de aanhef genoemde soort een beveiliging tegen dergelijke impacten te verschaffen, waarbij door de impact beschadigde of bezweken onderdelen makkelijk bereikbaar zijn.
15 Vanuit een asped vóórziet de uitvinding in een inrichting voor het maaien van gewassen, omvattend een reeks op tussenafstanden naast elkaar opgestelde maai-eenheden, welke maai-eenheden elk een meshouder met tenminste één maaimes omvatten, en een aandrijving voor de meshouder, welke aandrijving voor elke meshouder een aandrijfdeel omvat, voor het om een 20 opstaande hartlijn roterend aandrijven daarvan, waarbij het aandrijfdeel een de meshouder dragende naaf omvat, voorts voorzien van middelen voor rotatievaste bevestiging van de meshouder op de naaf, waarbij de bevestigingsmiddelen een breekverbinding omvatten.
Bij een impact zal de breekverbinding bezwijken en zal de meshouder 25 kunnen roteren ten opzichte van de naaf en de daarmee in aangrijping zijnde aandrijving. De belasting blijft beperkt tot de betreffende mesopstelling. De bezweken verbinding is makkelijk bereikbaar en vervangbaar. Stilstandtijd wordt daardoor beperkt.
In een eerste verdere ontwikkeling hiervan is de breekverbinding 30 gevormd door een verbindingsdeel dat tussen de meshouder en de naaf grijpt. In dat geval kunnen de naaf en de meshouder eventueel zelfs onbeschadigd blijven, zodat de vervanging goedkoop kan blijven.
In een tweede verdere ontwikkeling hiervan is de breekverbinding gevormd is aan de naaf en/of de meshouder, waardoor op onderdelen bespaard 3 wordt.
Axiaal uiteenraken van de naaf en de meshouder na het bezwijken van de breekverbinding kan voorkomen worden wanneer de bevestigingsmiddelen tevens een toegevoegd middel voor het axiaal verbinden van de meshouder en de 5 naaf omvatten, zodat de veiligheid voor de gebruiker gewaarborgd blijft. Het axiale verbindingsmiddel kan daarbij over de meshouder grijpen. In een voorbeeld daarvan omvat het axiale verbindingsmiddel een axiaal reikende bout die in de naaf geschroefd is en een daardoor tegen en op de meshouder geklemde kap.
In een uitvoering omvat de breekverbinding een of meer breekbouten. 10 Deze kunnen als de bekende bouten gebruikt worden in het rotatievast en vóór bezwijken tegen onderlinge axiale verplaatsing op elkaar vastleggen van de meshouder en de naaf.
In een alternatieve, functioneel gesplitste ontwikkeling van de maalinrichting volgens de uitvinding omvat de breekverbinding een of meer 15 breekpennen en omvatten de bevestigingsmiddelen een middel voor het axiaal verbinden van de meshouder en de naaf. Wanneer de breekpen breekt stopt de overdracht van de rotatiebeweging. De axiale integriteit blijft verzekerd door de axiale verbinding, die gelijk kan zijn aan de hiervoor besproken kap of iets dergelijks.
In een uitvoering verbindt de breekverbinding de meshouder en de naaf in 20 axiale richting met elkaar. Het breken of afschuiven kan daarbij plaatsvinden in een vlak loodrecht op de rotatiehartlijn. In een uitvoering daarvan omvat de breekverbinding een tegen de bovenzijde van de meshouder geplaatste kap, die met breekdelen axiaal passend door de meshouder en in de naaf reikt. De breekdelen kunnen daarbij armen of vingers vormen.
25 In een andere uitvoering verbindt de breekverbinding de meshouder en de naaf in radiale richting met elkaar. Het breken of afschuiven kan daarbij plaatsvinden in een tangentiaal vlak. In een uitvoering is een breekplaat geplaatst tussen de meshouder en de naaf. De breekplaat kan voorzien zijn van een of meer radiale breekuitsteeksels die passend reiken in radiale uitsparingen in 30 de meshouder en/of de naaf.
In een verdere alternatieve ontwikkeling van de maai-inrichting volgens de uitvinding omvat de breekverbinding een verzwakking in het materiaal van de naaf. In een uitvoering daarvan begrenst de verzwakking een af te breken gebied waarin een bevestigingsmiddel, zoals een boutgat, voorzien is. Dat gebied 4 kan deel uitmaken van een flens van de naaf.
In een verdere alternatieve ontwikkeling van de maai-inrichting volgens de uitvinding omvat de breekverbinding een verzwakking in het materiaal van de meshouder.
5 De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar wonden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke 10 op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de 15 bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:
Figuur 1, een schematisch bovenaanzicht op een voorbeeldurtvoering van een maai-inrichting volgens de uitvinding, gekoppeld aan een trekker;
Figuur 2, een isometrisch en gedeeltelijk uiteengenomen aanzicht op een deel van een maaibalk van de maai-inrichting van Figuur 1, in een eerste 20 uitvoering;
Figuren 2A en 2B, respectievelijk een zijaanzicht op een breekbout en een dwarsdoorsnede door een maai-eenheid van de uitvoering volgens figuur 2;
Figuur 3, een isometrisch en gedeeltelijk uiteengenomen aanzicht op een deel van een maaieenheid van de maai-inrichting van Figuur 1, in een tweede 25 uitvoering;
Figuren 3A en 3B, respectievelijk een schuin aanzicht op een breekplaat en een dwarsdoorsnede door een maai-eenheid van de uitvoering volgens figuur 3;
Figuur 4, een isometrisch en gedeeltelijk uiteengenomen aanzicht op 30 een deel van een maai-eenheid van de maai-inrichting van Figuur 1, in een derde uitvoering;
Figuur 4A, een dwarsdoorsnede door een maai-eenheid van de uitvoering volgens figuur 4;
Figuur 5, een isometrisch en gedeeltelijk uiteenqenomen aanzicht op 5 een deel van een maai-eenheid van de maai-inrichting van Figuur 1, in een vierde uitvoering;
Figuur 5A, een dwarsdoorsnede door een maai-eenheid van de uitvoering volgens figuur 5; 5 Figuren 6A en 6B, respectievelijk een bovenaanzicht en een schuin aanzicht op een deel van een maai-eenheid van de maai-inrichting van Figuur 1, in een vijfde uitvoering; en
Figuur 6C, een dwarsdoorsnede door een maai-eenheid van de uitvoering volgens figuren 6A en 6B; 10
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
In Figuur 1 is weergegeven de trekker 1, met een driepuntsophanging 2 en een aftakas 3. Aan de driepuntsophanging 2 is een maaibalksteun 4 bevestigd, 15 waarbij de aftakas 3 via aandrijfdeel 50 verbonden is met aandrijving 51. Op de aandrijving 51 en de maaibalksteun 4 is de maaibalk 5 bevestigd. De maaibalk 5 draagt een reeks ovale meshouders 6a, 6b, die in opeenvolging over 90° verdraaid opgesteld zijn en een kap 13 (figuur 2) omvatten die aan de rand twee, tegenover elkaar gelegen, messen 7 draagt. Tijdens bedrijf zal de trekker 1 richting A 20 bewegen. De meshouders 6a, 6b kunnen bijvoorbeeld in de richtingen B respectievelijk C geroteerd worden.
In Figuur 2 is te zien dat de maaibalk 5 opgebouwd is uit modules, in dit voorbeeld uit aandrijfhuizen 8 met daartussen geplaatste tussenhuizen 9. De huizen 8 en 9 worden tegen elkaar gespannen met behulp van een zich in 25 langrichting uitstrekkende, niet weergegeven trekstang. Door de huizen 8, 9 strekt zich tevens een aandrijfas 10 uit, die ter plaatse van elk aandrijfhuis 8 in aandrijvende aangrijping is met een conisch tandwiel 30 (zie bijvoorbeeld figuur 2B), dat via een haakse overbrenging in ineengrijping is met een tweede conisch tandwiel 20 met ring 21 met vertanding 22.
30 Het tweede conisch tandwiel 20 is axiaal-vast en rotatievast bevestigd aan een onderdeel 40, hier naaf genoemd, zie figuur 2B. De meshouder 6a, 6b is met kap 13 door middel van door boutgaten 17 reikende breekbouten 16 bevestigd op de naaf 40, in het bijzonder de flens 42 daarvan. De houtkoppen zijn afgedekt door een met een bout 14 vastgezette kap 15, welke bout 14 geschroefd is in een 6 van een schroefdraad voorziene boring 48 van de naaf 40. De meshouderkap 13 is met de naaf 40 roteerbaar om een opstaande hartlijn.
Het samenstel naaf 40/tandwiel 20 is draaibaar gelagerd binnen holle as of opbouw 70, die met flens 71 vast bevestigd is aan het aandrijfhuis 8. Tussen 5 de huls 72 van opbouw 70 en een pen 41 van de naaf 40 worden verder niet weergegeven lagers geplaatst en voorgespannen.
Zoals in figuur 2A weergegeven zijn de breekbouten 16 in hun schacht 18 voorzien van een verzwakking 19. Wanneer een mes 7 een obstakel treft wordt overbelasting van centrale en verder weg gelegen delen van de aandrijving 10 voorkomen door breuk van de breekbouten 16 op de streefbreukplaatsen 19. Axiaal uiteengaan van de meshouder 6 en de naaf 40 wordt voorkomen door de kap 15. Na de breuk kan men de breekbouten vervangen.
De in figuren 3, 3A en 3B weergegeven uitvoering komt voor een groot deel overeen met de voorgaande uitvoering, maar nu zijn de breekbouten 15 weggelaten. De breekverbinding wordt hierin gevormd door een breekplaatje of breekring 60 met gat 64, die voorzien is van radiale buitenwaartse uitsteeksels 62 en van radiale binnenwaartse uitsteeksels 63. De uitsteeksels 62 en/of 63 zijn via streefbreukplaatsen verbonden met de rest van de ring 60. De ring 60 past nauw in doorgang 18a in de kap 13 van meshouder 6, waarbij de uitsteeksels 62 passen in 20 daarmee congruente uitsparingen 19a. De naaf is voorzien van een verhoging 45, in de rand waarvan radiale uitsparingen 46 zijn voorzien, die congruent zijn met de daarin passende uitsteeksels 63, wanneer de verhoging 45 past in gat 64.
Wanneer een mes 7 een obstakel treft wordt overbelasting van centrale en verder weg gelegen delen van de aandrijving voorkomen door afbreken 25 van de uitsteeksels 62 en/of 63 breekbouten 16. Axiaal uiteengaan van de meshouder 6 en de naaf 40 wordt voorkomen door de kap 15 die op de maai-eenheid bevestigd is met een in gat 48 van naaf 40 geschroefde bout 14a. Na de breuk kan men de ring 60 vervangen.
Alternatief kan men de uitsteeksels voorzien op de kap 13 en/of de 30 verhoging 45 van de naaf 40. Die uitsteeksels zijn dan afbreekbaar met die onderdelen verbonden. In dat geval moet dan echter de kap 13 en/of de naaf 40 vervangen worden. In een verder alternatief is de ring afwezig en zijn de kap 13 en de naaf 40 voorzien van in elkaar passende radiale uitsteeksels en uitsparingen.
7 vormt wel een extra onderdeel, maar vergroot de kans dat de kap 13 en de naaf 40 niet hoeven te worden vervangen.
De in figuren 4 en 4A weergegeven uitvoering komt ook voor een groot deel overeen met de uitvoering van figuur 2, waarbij de breekbouten zijn 5 vervangen door een kap 15b, die met een in gat 48 van naaf 40 geschroefde bout 14a bevestigd is op de maai-eenheid. E kap 15b is aan zijn rand voorzien van axiaal reikende vingers 18b, die door een streefbreukverbinding verbonden zijn met de rest van de kap 15b. De vingers 18b passen nauw in gaten 19b in de kap 13 en tevens in radiale uitsparingen 47 in de flens 42 van de naaf 40.
10 Wanneer een mes 7 een obstakel treft wordt overbelasting van centrale en verder weg gelegen delen van de aandrijving voorkomen door afbreken van vingers 18b van de kap 15b. De vingers blijven achter in de uitsparingen 47. Axiaal uiteengaan van de meshouder 6 en de naaf 40 wordt voorkomen door de kap 15b die op de maai-eenheid bevestigd is. Na de breuk kan men de kap 15b 15 vervangen.
De in figuren 5 en 5A weergegeven uitvoering komt ook voor een groot deel overeen met de uitvoering van figuur 2, waarbij de breekbouten zijn vervangen door breekpennen 18c, die passend reiken door gaten 19c in de meshouderkap 13 en in gaten 43c in de flens 42 van de naaf 40. Over de 20 breekpennen reikt een kap 15c, die met een in gat 48 van naaf 40 geschroefde bout 14c bevestigd is op de maai-eenheid.
Wanneer een mes 7 een obstakel treft wordt overbelasting centrale en verder weg gelegen delen van de aandrijving voorkomen door bezwijken van de breekpennen 18c. Axiaal uiteengaan van de meshouder 6 en de naaf 40 wordt 25 voorkomen door de kap 15b die op de maai-eenheid bevestigd is. Na de breuk kan men de breekpennen 18c vervangen.
De in figuren 6A-C weergegeven uitvoering komt ook voor een groot deel overeen met de uitvoering van figuur 2. Voor de bevestiging van de meshouderkap 13 op de naaf 40 wordt gebruik gemaakt van gewone bouten 16, die 30 door gaten 17 in de meshouderkap 13 reiken en geschroefd zijn in gaten 43 in de flens 42 van de naaf 40. De gaten 43 zijn nu gelegen op gedeelten 45a-d van de flens 42, waarbij de gedeelten 45a-d elk door middel van een streefbreuklijn 46a-d verbonden zijn met het middengebied van de flens 42. De lijnen 46a-d volgen een baan die hier recht getekend is maar die ook cirkelvormig kan zijn, concentrisch met 8 de rotatie-hartlijn van de naaf 40. Over de bouten reikt een kap 15, die met een in gat 48 van naaf 40 geschroefde bout 14 bevestigd is op de maai-eenheid.
Wanneer een mes 7 een obstakel treft wordt overbelasting van centrale en verder weg gelegen delen van de aandrijving voorkomen door afbreken 5 van de flensgedeelten 45a-d. Axiaal uiteengaan van de meshouder 6 en de naaf 40 wordt voorkomen door de kap 15 die op de maai-eenheid bevestigd is. Na de breuk kan men de naaf 40 vervangen.
Alternatief kan men de bouten 16 laten reiken door gaten 17 die gelegen zijn in van de rest van de meshouderkap 13 afbreekbare gedeelten, zoals 10 bijvoorbeeld een binnenring. Na breuk dient men dan de meshouderkap 13 te vervangen.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor 15 een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
1 034691

Claims (21)

1. Inrichting voor het maaien van gewassen, omvattend een reeks op tussenafstanden naast elkaar opgestelde maai-eenheden, welke maai-eenheden 5 elk een meshouder met tenminste één maaimes omvatten, en een aandrijving voor de meshouder, welke aandrijving voor elke meshouder een aandrijfdeel omvat, voor het om een opstaande hartlijn roterend aandrijven daarvan, waarbij het aandrijfdeel een de meshouder dragende naaf omvat, voorts voorzien van middelen voor rotatievaste bevestiging van de meshouder op de naaf, waarbij de 10 bevestigingsmiddelen een breekverbinding omvatten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de breekverbinding gevormd is door een verbindingsdeel dat tussen de meshouder en de naaf grijpt.
3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de breekverbinding gevormd is aan de naaf en/of de meshouder.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de bevestigingsmiddelen voorts een toegevoegd middel voor het axiaal verbinden van de meshouder en de naaf omvatten.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het axiale verbindingsmiddel over de meshouder grijpt.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij het axiale verbindingsmiddel een axiaal reikende bout, die in de naaf geschroefd is, omvat en een daardoor tegen en op de meshouder geklemde kap.
7. Inrichting volgens conclusie 2 of een daarvan afhankelijke conclusie, waarbij de breekverbinding een of meer breekbouten omvat.
8. Inrichting volgens conclusie 2 of een daarvan afhankelijke conclusie, waarbij de breekverbinding een of meer breekpennen omvat.
9. Inrichting volgens conclusie 2 of een daarvan afhankelijke conclusie, waarbij de breekverbinding de meshouder en de naaf in axiale richting met elkaar verbindt.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de breekverbinding een tegen de bovenzijde van de meshouder geplaatste kap omvat, die met breekdelen axiaal passend door de meshouder en in de naaf reikt.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de breekdelen armen of vingers vormen. 1 034 6 91
12. Inrichting volgens conclusie 2 of een daarvan afhankelijke conclusie, waarbij de breekverbinding de meshouder en de naaf in radiale richting met elkaar verbindt.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij een breekplaat geplaatst is 5 tussen de meshouder en de naaf.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de breekplaat voorzien is van een of meer radiale breekuitsteeksels die passend reiken in radiale uitsparingen in de meshouder en/of de naaf.
15. Inrichting volgens conclusie 3 of een daarvan afhankelijke conclusie, 10 waarbij de breekverbinding een verzwakking in het materiaal van de naaf omvat, in het bijzonder een flens daarvan.
16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de verzwakking een af te breken gebied begrenst waarin een bevestigingsmiddel, zoals een boutgat, voorzien is.
17. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de verzwakking een af te breken radiaal uitsteeksel omvat, dat passend opgenomen is in een uitsparing in de meshouder.
18. Inrichting volgens conclusie 3 of een daarvan afhankelijke conclusie, waarbij de breekverbinding een verzwakking in het materiaal van de meshouder 20 omvat.
19. Inrichting volgens conclusie 18, waarbij de verzwakking een af te breken gebied begrenst waarin een bevestigingsmiddel, zoals een boutgat, voorzien is.
20. Inrichting volgens conclusie 18, waarbij de verzwakking een af te 25 breken radiaal uitsteeksel omvat, dat passend opgenomen is in een uitsparing in de naaf.
21. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 1034 691
NL1034691A 2007-10-14 2007-11-14 Maai-inrichting met impact-beveiliging. NL1034691C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034691A NL1034691C2 (nl) 2007-11-14 2007-11-14 Maai-inrichting met impact-beveiliging.
NL1035847A NL1035847C2 (nl) 2007-11-14 2008-08-19 Maai-inrichting met impact-beveiliging.
EP08849980A EP2209361B1 (en) 2007-11-13 2008-11-12 Mowing-device
DE202008018379U DE202008018379U1 (de) 2007-11-13 2008-11-12 Mähvorrichtung für Erntegut
ATGM95/2013U AT13660U1 (de) 2007-11-13 2008-11-12 Mähvorrichtung für Erntegut
PCT/NL2008/000249 WO2009064173A2 (en) 2007-11-13 2008-11-12 Mowing-device
DE202008018380U DE202008018380U1 (de) 2007-11-13 2008-11-12 Mähvorrichtung für Erntegut
ATGM96/2013U AT13639U1 (de) 2007-11-13 2008-11-12 Mähvorrichtung für Erntegut
US12/778,265 US8327612B2 (en) 2007-10-14 2010-05-12 Mowing device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034691A NL1034691C2 (nl) 2007-11-14 2007-11-14 Maai-inrichting met impact-beveiliging.
NL1034691 2007-11-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034691C2 true NL1034691C2 (nl) 2009-05-15

Family

ID=39512536

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034691A NL1034691C2 (nl) 2007-10-14 2007-11-14 Maai-inrichting met impact-beveiliging.
NL1035847A NL1035847C2 (nl) 2007-10-14 2008-08-19 Maai-inrichting met impact-beveiliging.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1035847A NL1035847C2 (nl) 2007-10-14 2008-08-19 Maai-inrichting met impact-beveiliging.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL1034691C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3213624A1 (en) * 2016-03-04 2017-09-06 Deere & Company Rotary cutterbar disk hub assembly for diverting debris, a modular rotary cutterbar assembly with such, and a work machine with a modular rotary cutterbar assembly

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0126518A2 (en) 1981-05-27 1984-11-28 C. van der Lely N.V. A mowing machine
US4497161A (en) * 1981-07-17 1985-02-05 Multinorm, B.V. Mower
EP0366580A1 (fr) * 1988-10-26 1990-05-02 Kuhn S.A. Faucheuse avec montage perfectionné des organes de coupe
EP0774202A1 (de) * 1995-11-17 1997-05-21 Deere & Company Werkzeugträger
US6675563B1 (en) * 2002-08-19 2004-01-13 New Holland North America, Inc Disc cutterbar shear protection

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20060021316A1 (en) * 2004-07-28 2006-02-02 Harkcom Melanie W Disc cutterbar shear device

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0126518A2 (en) 1981-05-27 1984-11-28 C. van der Lely N.V. A mowing machine
US4497161A (en) * 1981-07-17 1985-02-05 Multinorm, B.V. Mower
EP0366580A1 (fr) * 1988-10-26 1990-05-02 Kuhn S.A. Faucheuse avec montage perfectionné des organes de coupe
EP0774202A1 (de) * 1995-11-17 1997-05-21 Deere & Company Werkzeugträger
US6675563B1 (en) * 2002-08-19 2004-01-13 New Holland North America, Inc Disc cutterbar shear protection

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3213624A1 (en) * 2016-03-04 2017-09-06 Deere & Company Rotary cutterbar disk hub assembly for diverting debris, a modular rotary cutterbar assembly with such, and a work machine with a modular rotary cutterbar assembly
US10412886B2 (en) 2016-03-04 2019-09-17 Deere & Company Debris diverter for rotary cutterbar

Also Published As

Publication number Publication date
NL1035847C2 (nl) 2009-05-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3395522A (en) Mowing machines
CA2189786C (en) Drive shear device for rotary cutter unit
US8510959B2 (en) Quick-change disc mower knives
AU681221B2 (en) A cutting tool
NL1035035C2 (nl) Maai-inrichting.
US6829878B1 (en) Quick change disc knife mounting mechanism
US8327612B2 (en) Mowing device
NL1034691C2 (nl) Maai-inrichting met impact-beveiliging.
AU2010251810A1 (en) Brush cutter
US6543210B2 (en) Cutting machine with improved cutting mechanism
WO2012034872A1 (en) Disc cutter assembly, particularly for farming machines such as mowers, mower conditioners or the like, with high safety of operation
US10624267B2 (en) Rotary cutter unit for an agricultural mower
US4844353A (en) Straw-shredding knife and rotary knife assembly
EP0394176A1 (en) A rotor cutter
NL9600023A (nl) Maaimachine voor landbouwdoeleinden.
US5144748A (en) Cleaning device
NL1034692C2 (nl) Maai-inrichting met meshouder-naaf bevestiging.
KR101864945B1 (ko) 가이드블레이드를 구비한 예초기 칼날
NL1034690C2 (nl) Maai-inrichting met roterende meshouder.
DE102016213919A1 (de) Aufhängung eines Messers eines Stängelhäckslers für ein Maiserntegerät
NL1034693C2 (nl) Maai-inrichting met tandwiel-aangedreven meshouders.
KR100696177B1 (ko) 매직 플라잉 커터
CN212629263U (zh) 废秆切碎装置
KR200354210Y1 (ko) 예취기용 칼날
DK3120682T3 (en) ROTOR CUTTER UNIT

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120601