NL1033412C2 - Verpakking en systeem voor het bereiden van een voedingsproduct, zoals een drank. - Google Patents
Verpakking en systeem voor het bereiden van een voedingsproduct, zoals een drank. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1033412C2 NL1033412C2 NL1033412A NL1033412A NL1033412C2 NL 1033412 C2 NL1033412 C2 NL 1033412C2 NL 1033412 A NL1033412 A NL 1033412A NL 1033412 A NL1033412 A NL 1033412A NL 1033412 C2 NL1033412 C2 NL 1033412C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- package
- column
- ingredient
- lance
- packaging
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47J—KITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
- A47J31/00—Apparatus for making beverages
- A47J31/40—Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea
- A47J31/405—Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea with one or more infusion chambers moving successively between loading, infusing and dumping stations
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47J—KITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
- A47J31/00—Apparatus for making beverages
- A47J31/40—Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea
- A47J31/407—Beverage-making apparatus with dispensing means for adding a measured quantity of ingredients, e.g. coffee, water, sugar, cocoa, milk, tea with ingredient-containing cartridges; Cartridge-perforating means
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D85/00—Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials
- B65D85/70—Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for materials not otherwise provided for
- B65D85/804—Disposable containers or packages with contents which are mixed, infused or dissolved in situ, i.e. without having been previously removed from the package
- B65D85/8043—Packages adapted to allow liquid to pass through the contents
- B65D85/8055—Means for influencing the liquid flow inside the package
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B67—OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
- B67D—DISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B67D1/00—Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
- B67D1/0015—Apparatus or devices for dispensing beverages on draught the beverage being prepared by mixing at least two liquid components
- B67D1/0021—Apparatus or devices for dispensing beverages on draught the beverage being prepared by mixing at least two liquid components the components being mixed at the time of dispensing, i.e. post-mix dispensers
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B67—OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
- B67D—DISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B67D1/00—Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
- B67D1/0042—Details of specific parts of the dispensers
- B67D1/0043—Mixing devices for liquids
- B67D1/0044—Mixing devices for liquids for mixing inside the dispensing nozzle
- B67D1/0045—Venturi arrangements; Aspirators; Eductors
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B67—OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
- B67D—DISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B67D1/00—Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
- B67D1/0042—Details of specific parts of the dispensers
- B67D1/0078—Ingredient cartridges
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Devices For Dispensing Beverages (AREA)
Description
VERPAKKING EN SYSTEEM VOOR HET BEREIDEN VAN EEN VOEDINGSPRODUCT, ZOALS EEN DRANK.
De uitvinding heeft betrekking op het bereiden van een voor de menselijke consumptie geschikt voedingsproduct. In een voorkeursuitvoering betreft de uitvinding de bereiding van een drank of component van een drank, in het bijzonder de bereiding van 5 melkschuim. In het bijzonder is de uitvinding geschikt voor de bereiding van melkschuim voor een cappuccino.
Bij de uitvinding wordt gebruikt gemaakt van een, bij voorkeur wegwerpbare, verpakking gevuld met een portie verdunbaar vloeibaar 10 voedingsmiddel of een met een basisvloeistof te mengen vloeibare ingrediënt.
Een wegwerpverpakking met een reservoir gevuld met een portie verdunbaar vloeibaar voedingsmiddel of vloeibare ingrediënt is 15 bekend. Bij een bekende uitvoering wordt aan het van kunststof vervaardigde reservoir een apart als menglichaam uitgevoerde kolom bevestigd, dat voorzien is van een mengkamer. In de mengkamer wordt door het opwekken van een venturi-effeet een onderdruk gecreëerd, waardoor het verdunbaar vloeibaar voedingsmiddel of de vloeibare 20 ingrediënt uit het reservoir wordt gezogen. Deze bekende verpakking is complex en daardoor duur om te vervaardigen. Daarnaast vereist de bekende verpakking tijdens de vervaardiging ervan vele assemblagestappen, hetgeen de kostprijs nog verder verhoogt.
25 Een doel van de uitvinding is een verbeterde verpakking te verschaffen.
Een ander doel is een verpakking te verschaffen die als massaproduct tegen relatief lage kosten kan worden vervaardigd.
30
Een ander doel is een verpakking te verschaffen die op aantrekkelijke wijze kan worden gehanteerd op een afvulinstallatie voor het vullen van de verpakking, bijvoorbeeld met een melkingrediënt.
1033412
Een ander doel is een verpakking te verschaffen die betrouwbaar is als het gaat om voedselveiligheid.
-2- 5 Een ander doel is een verpakking te verschaffen die gemakkelijk hanteerbaar is door de gebruiker, vooral in een huishouding door een consument.
Om een of meer van de bovengenoemde doelen te bereiken verschaft de 10 uitvinding een verpakking zoals omschreven in de conclusie 1.
Bij de verpakking volgens de uitvinding wordt het kunststof lichaam door middel van spuitgieten uit één stuk vervaardigd. Hierdoor is een aparte assemblagestap in de vervaardiging niet meer nodig. Door het 15 uit één stuk vervaardigen van het lichaam kan ook de vormgeving van de kolom relatief eenvoudig worden gehouden want er dient geen montage plaats te vinden. Ook afdichtingproblemen doen zich bij een dergelijke monolithische uitvoering niet voor.
20 In een voordelige uitvoeringsvorm heeft het lichaam een bodem en is de kolom direct met de bodem verbonden. De kolom staat dan in feite in het reservoir.
Bij voorkeur heeft de bodem een flexibel gedeelte. De kolom kan 25 daardoor, bij voorkeur vooral in verticale richting, bewogen worden ten opzichte van een niet flexibel gedeelte van de bodem en/of ten opzichte van de omtrekswand. Deze bewegingsmogelijkheid kan worden benut voor het openen of anderszins activeren van de verpakking, zoals verder zal worden toegelicht.
30
In een mogelijke uitvoering is het flexibele bodemgedeelte uitgevoerd in de vorm van een uitstulping.
Er kan verder in zijn voorzien dat het flexibele bodemgedeelte een 35 bistabiele uitvoering heeft. Het de kolom heeft in dat geval een eerste stabiele stand en een tweede stabiele stand, bij voorkeur lager dan de eerste stabiele stand.
-3-
Bijvoorbeeld steekt de uitstulping in de eerste stabiele stand naar boven in het reservoir en in de tweede stabiele stand naar beneden ten opzichte van het reservoir. Door de uitstulping van het betreffende gedeelte van de bodem is het mogelijk de met deze 5 uitstulping verbonden kolom in een andere, lagere positie te brengen ten opzichte van de rest van het reservoir. Deze bewegingsmogelijkheid kan worden benut voor het openen of anderszins activeren van de verpakking en draagt bij aan het legen van het reservoir.
10
De beweegbare opstelling van de kolom wordt in een voordelige uitvoeringsvorm gebruikt voor het openen van de verpakking, met name voor het op die wijze openen van een afsluiting aan de onderzijde van de verpakking.
15
In een voordelige uitvoeringsvorm is bij de uitstroomopening, die zich aan de onderzijde van de verpakking bevindt, voorzien in een doorbreekbare of verwijderbare afdichting, bijvoorbeeld met een kunststoffolie of geplastificeerd aluminiumfolie. Deze afdichting is 20 bijvoorbeeld verbonden met een star gedeelte van de bodem, dat wil zeggen een gedeelte van de bodem dat om het flexibele gedeelte heen ligt. In de uitgangspositie, die overeen kan komen met de eerste stabiele stand als er sprake is van een bistabiele uitstulping, steekt de uitstulping naar binnen in het reservoir. Door de kolom nu 25 omlaag te drukken wordt de uitstulping omlaag bewogen. In het geval van een bistabiele uitstulping wordt deze daardoor bij voorkeur in zijn tweede stabiele stand gebracht, waarbij de uitstulping naar buiten wijst. De onderkant van de kolom komt daarbij ook omlaag, en prikt daarbij de onderste afdichting door, wat met name toepasbaar is 30 als een afdichtingfolie is voorzien. In een andere uitvoering van deze afdichting is het bijvoorbeeld zo dat de omlaagbeweging veroorzaakt dat de afdichting waar de zijkant weggedrukt wordt. Bijvoorbeeld is een afdichtingorgaan met een scharnierarm bevestigd aan de onderkant van de verpakking, zodanig dat bij omlaagbeweging, 35 dat afdichtingorgaan uit het pad van de afgegeven straal weg scharniert.
-4-
In een voordelige uitvoeringsvorm is de kolom in hoofdzaak in het midden van het reservoir geplaatst. In de praktijk blijkt dat op deze manier een goede uitstroom uit de verpakking gerealiseerd kan worden.
5 In een uitvoeringsvorm vormt de omtrekswand een vulopening aan de bovenzijde en is daar een reservoir- of bovenste afdichting voorzien die de inhoud van de verpakking af schermt van de atmosfeer. Op deze manier kan het reservoir door een relatief grote vulopening gevuld worden, waarna een bovenste afdichting eenvoudig kan worden 10 aangebracht, bijvoorbeeld met bekende apparatuur om een folieafdichting over een opening aan de bovenzijde van een kunststof verpakking aan te brengen.
Het is voordelig als de reservoir- of bovenste afdichting ter plaatse 15 van het kanaal doorbreekbaar, met name door een lans doorprikbaar, of verwijderbaar is.
Het is niet nodig dat er ook een afdichting aanwezig is tussen het reservoir en het kanaal. De afwezigheid van een dergelijke afdichting 20 leidt tot een eenvoudigere vervaardiging van de verpakking.
De verpakking volgens de uitvinding is door zijn eenvoudige vervaardiging en mogelijk lage kostprijs geschikt voor massaproductie en als wegwerpverpakking voor eenmalig gebruik.
25
Een systeem voor het bereiden van een voedingsproduct omvat een verpakking volgens de uitvinding alsmede een inrichting voorzien van een houder voor het opnemen van de verpakking.
30 De inrichting kan ook voorzien zijn van meerdere houders voor het gelijktijdig opnemen van meerdere verpakkingen volgens de uitvinding of van meerdere typen houders, bijvoorbeeld een voor het opnemen van een verpakking volgens de uitvinding en een voor een ander type verpakking, bijvoorbeeld een koffiepad.
35
De inrichting heeft bij voorkeur een watertoevoer die aansluit op een toevoerlans voor de basisvloeistof. De lans en de houder voor de verpakking zijn bij voorkeur beweegbaar ten opzichte van elkaar door -5- middel van geschikt uitgevoerde bedienbare verplaatsingsmiddelen van de inrichting.
De verpakking kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het bereiden van 5 koffie, cappuccino, chocolademelk, drinkbouillon, vruchtensap of frisdrank.
Het is voordelig als de verpakking steriliseerbaar is, omdat de inhoud van de verpakking dan niet langdurig aan een hoge temperatuur 10 onderworpen hoeft te worden. Als de verpakking gevuld is met bijvoorbeeld geconcentreerde melk of geconcentreerd sinaasappelsap komt dit de kwaliteit en de smaak van de inhoud ten goede.
Verpakkingen volgens de uitvinding, alsmede inrichtingen en systemen 15 zijn verder beschreven in de conclusies en zullen hierna op een niet-beperkende wijze in detail worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekening.
De tekening toont in: 20 fig. 1: een eerste uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding, in doorsnede, fig. 2: de uitvoeringsvorm van de verpakking volgens fig. 1 in een inrichting volgens de uitvinding, in een eerste fase van gebruik, fig. 3: de uitvoeringsvorm van de verpakking volgens fig. 1 in een 25 inrichting volgens de uitvinding, in een tweede fase van gebruik, fig. 4: de uitvoeringsvorm van de verpakking volgens fig. 1 in een inrichting volgens de uitvinding, in een derde fase van gebruik.
Fig. 5: het lichaam van een tweede uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding in een aanzicht van boven in perspectief, 30 Fig. 6: het lichaam van figuur 5 in aanzicht van onderen in perspectief,
Fig. 6a: de weergave van figuur 6 met onderste afdichtingsfolie,
Fig. 7: het lichaam van figuur 5 in verticale doorsnede met de kolom in uitgangspositie, 35 Fig. 8: het lichaam van figuur 5 in een andere verticale doorsnede, Fig. 9: een detail van het lichaam van figuur 5 op grotere schaal in uitgangspositie van de kolom, -6-
Fig. 10: een deel van het lichaam van figuur 5 met de kolom in afgiftepositie.
Fig. 11 schematisch een voorbeeld van een inrichting geschikt voor combinatie met een verpakking volgens de uitvinding, 5 Fig. 12 schematisch een voorbeeld van een houder voor het systeem volgens de uitvinding,
Fig. 13 schematisch in doorsnede de houder van figuur 12 en bij behorende delen van de inrichting van het systeem volgens de uitvinding, 10 Fig. 14 schematisch een voorbeeld van een alternatieve inrichting geschikt voor combinatie met een verpakking volgens de uitvinding,
Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een verpakking 1 volgens 15 de uitvinding.
De verpakking 1 omvat een reservoir 10 en een als menglichaam uitgevoerde kolom 30. Het reservoir 10 is bestemd voor het opnemen van een verdunbaar vloeibaar voedingsmiddel, hierna vloeibare 20 ingrediënt genoemd, voor een voor de menselijke consumptie geschikt voedingsproduct. De verpakking kan bijvoorbeeld zijn gevuld met een portie geconcentreerde melk, geconcentreerd vruchtensap of geconcentreerde bouillon.
25 Bij voorkeur wordt het reservoir 10 voor ongeveer 2/3 gevuld, bij voorkeur door de opening die de omtrekswand vormt aan de bovenzijde van de verpakking 1. Het reservoir 10 wordt daarna afgesloten door een reservoirafdichting 13.
30 Bij voorkeur is de reservoirafdichting 13 een geschikte folie, bijvoorbeeld een kunststof en/of metaal-folie (eventueel meerlaags).
Bij voorkeur is de reservoirafdichting enigszins elastisch, bijvoorbeeld door toepassing van een PE-folie. De afdichtingsfolie 13 35 wordt bij voorkeur met een smeltlas vastgezet aan de bovenrand van de omtrekswand van de verpakking 1. De reservoirafdichting 13 is bij een gesloten verpakking aan het reservoir bevestigd via de sealrand 14.
-7-
Het reservoir 10 heeft een bodem 11 en een omtrekswand 12. De omtrekswand 11 is bij voorkeur enigszins conisch uitgevoerd, waarbij de overige vormgeving van de verpakking dan bij voorkeur zodanig is dat de lege verpakkingen 1 die nog niet zijn gevuld en zijn voorzien 5 van een afdichtingsfolie nestbaar zijn.
Het is niet nodig om ook een afdichting aan te brengen tussen het reservoir 10 en toevoerkanaal 31, bijvoorbeeld door de reservoirafdichting 13 ook met bovenrand 39 te verbinden. Als een 10 dergelijke afdichting niet aanwezig is kan er bijvoorbeeld tijdens transport van de verpakking vloeibare ingrediënt in het toevoerkanaal 31 komen, maar dat wordt er bij gebruik door de basisvloeistof weer uitgespoeld. De afwezigheid van een afdichting tussen het reservoir 10 en het toevoerkanaal 31 maakt de vervaardiging van de verpakking 15 volgens de uitvinding aanzienlijk eenvoudiger.
De bodem 11 van het reservoir 10 is in dit voorbeeld verstijfd door middel van verstijvingsribben 16. Aan de binnenzijde van de omtrekswand 11 zijn bij voorkeur enkele, bijvoorbeeld drie, 20 stapelnokken 17 aangebracht. De stapelnokken 17 zorgen ervoor dat bij het nesten van lege verpakkingen 1 geen schade optreedt aan de als menglichaam uitgevoerde kolom 30.
In het getoonde voorbeeld is de verpakking 1 in hoofdzaak 25 schijfvorming. Een cirkelsymmetrische vorm zoals een schijf heeft het voordeel dat de verpakking met een willekeurige oriëntatie in een houder gelegd kan worden. Is juist wel een bepaalde oriëntatie vereist, dan kan afgeweken worden van de cirkelsymmetrische vorm zodat de verpakking maar op één manier in de houder gelegd kan 30 worden.
In figuur 1 is duidelijk te zien dat in de bodem 11 van de verpakking 1 een uitstulping 15 is aangebracht. Op deze uitstulping 15 is de als menglichaam uitgevoerde kolom 30 aanwezig.
35
In de als menglichaam uitgevoerde kolom 30 is bij het spuitgieten het toevoerkanaal 31 gevormd, met inlaat aan de bovenzijde van het als menglichaam uitgevoerde kolom, en eveneens is bij het spuitgieten een -8- mengkamer 34 meegevormd. In deze mengkamer 34 kan vloeibare ingrediënt uit het reservoir 10 worden gemengd met een basisvloeistof. De ingrediënt uit het reservoir wordt aan de mengkamer 34 toegevoerd via een of meer bij het spuitgieten in het 5 als menglichaam uitgevoerde kolom gevormde doorvoeren of doorgangen 35, hier een enkele doorvoer 35. De basisvloeistof wordt aan de mengkamer 34 toegevoerd via het toevoerkanaal 31.
Toevoerkanaal 31 heeft een eerste gedeelte 32 en een tweede gedeelte 10 33. Zoals duidelijk te zien is in fig. 1 heeft het tweede gedeelte 33 van het toevoerkanaal 31 een dwarsdoorsnede die beduidend kleiner is dan de dwarsdoorsnede van het eerste gedeelte 32 van het toevoerkanaal 31 en van de mengkamer 34. De verhouding van de dwarsdoorsnedes van de beide gedeelten 32,33 en de mengkamer 34 is zo 15 gekozen dat bij het toevoeren van verdunningmiddel, bijvoorbeeld water, via het toevoerkanaal 31 aan de mengkamer 34 een venturi-effect optreedt in de mengkamer 34. Dit venturi-effect zorgt voor een onderdruk in de mengkamer 34, waardoor vloeibare ingrediënt uit het reservoir 10 via doorvoer 35 in de mengkamer 34 stroomt. Tevens zorgt 20 de turbulentie ten gevolge van het venturi-effect voor een goede menging van de vloeibare ingrediënt uit het reservoir 10 met de basisvloeistof.
De keuze van de dwarsdoorsnede van de doorvoer 35 in verhouding tot 25 de dwarsdoorsnede van het tweede gedeelte 33 van het toevoerkanaal 31 bepaalt mede de mengverhouding tussen de vloeibare ingrediënt enerzijds en de basisvloeistof anderzijds. Door de delen van de spuitgietmatrijs die de respectieve dwarsdoorsneden bepalen losneembaar uit de matrijs te maken, kunnen deze dwarsdoorsneden 30 relatief eenvoudig gewijzigd worden.
Het mengsel verlaat de mengkamer 34 via de uitstroomopening 36 aan de onderzijde van de verpakking 1. Bij een gesloten verpakking is deze uitstroomopening 36 afgedicht door een geschikte afdichting 37. Deze 35 afdichting 37 kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Te denken valt aan een dopje of een afdichtingsfolie, die voor gebruik door de gebruiker handmatig verwijderd wordt. Ook kan de afdichting automatisch verwijderd of doorbroken worden als de verpakking in een -9- geschikte inrichting volgens de uitvinding wordt gelegd en de inrichting vervolgens geactiveerd wordt.
In figuur 1 is te zien dat het tweede gedeelte 33 van het 5 toevoerkanaal 31 in deze getoonde uitvoering niet op het laagste punt van het eerste gedeelte 32 van het toevoerkanaal 31 aansluit.
Hierdoor ontstaat een dode ruimte 38. In deze dode ruimte 38 kan eventueel sediment neerslaan zonder dat het tweede gedeelte 33 van toevoerkanaal 31 verstopt raakt.
10
Figuur 2 toont de uitvoeringsvorm van de verpakking 1 volgens figuur 1 in een inrichting 50 volgens de uitvinding, in een eerste fase van gebruik.
15 De inrichting 50 volgens de uitvinding omvat een houder 55, waarin een verpakking 1 volgens de uitvinding geplaatst kan worden. Figuur 2 toont een in de houder 55 geplaatste verpakking 1. De houder 55 bevindt zich in een lage positie, zodat er nog enige afstand bestaat tussen een lans 52 van de inrichting die is aangesloten op een 20 geschikte watertoevoer 51 enerzijds en het toevoerkanaal 31 van de verpakking 1 anderzijds.
De uitstulping 15 in de bodem 11 van het reservoir is omhoog en dus naar binnen gericht in deze fase. De bistabiele uitstulping 15 25 bevindt zich nu in zijn eerste stabiele stand.
Figuur 3 toont de uitvoeringsvorm van de verpakking 1 volgens figuur 1 in een inrichting 50 volgens de uitvinding, in een tweede fase van gebruik.
30
De houder 55 is nu omhoog bewogen, in de richting van lans 52. Het vrije uiteinde van de lans 52 steekt nu in het eerste gedeelte 32 van het toevoerkanaal 31. De schuine zijde 57 van de lans 52 heeft het deel van de reservoirafdichting 13 dat het toevoerkanaal 31 afdichtte 35 doorbroken. De watertoevoer 51 kan nu water toevoeren aan de mengkamer 34 via het toevoerkanaal 31.
-10-
Het grootste deel van de reservoirafdichting 13 is nog intact. Hierdoor wordt spatten en daarmee vervuiling van de inrichting 50 voorkomen. Het is overigens denkbaar dat bij het omhoog bewegen van de houder 55 ook een of meer kleine gaatjes in de reservoirafdichting 5 13 geprikt worden. Dit voorkomt ongewenste drukken, bijvoorbeeld dat de verpakking vacuüm trekt bij het legen van reservoir 10. Daartoe kan eventueel aan de lans 52 een geschikt uitsteeksel aangebracht zi jn.
10 In plaats van dat de houder 55 omhoog beweegt naar de lans 52, is het ook mogelijk dat de lans 52 omlaag beweegt.
Figuur 4 toont de uitvoeringsvorm van de verpakking 1 volgens figuur 1 in een inrichting 50 volgens de uitvinding, in een derde fase van 15 gebruik.
De houder 55 is nu nog iets verder omhoog bewogen in de richting van de lans 52. De lans 52 heeft in deze uitvoering een kraag 53, die bij voorkeur voorzien is van een rubber ring 54. De kraag 53 oefent via 20 ring 54 een omlaag gerichte kracht uit op de als menglichaam uitgevoerde kolom 30. Hierdoor wordt de uitstulping 15 vervormd, en springt deze naar zijn tweede stabiele stand, waarin de uitstulping 15 naar buiten is gericht. De als menglichaam uitgevoerde kolom 30 wordt hierdoor omlaag verplaatst. Daarbij doorbreekt de onderkant van 25 de als menglichaam uitgevoerde kolom 30 de afdichtingfolie 37 die zich onderlangs de uitstroomopening 36 van de mengkamer 34 uitstrekt.
De houder 55 heeft een afgifteopening 56 waardoor het mengsel van vloeibare ingrediënt uit het reservoir 10 en basisvloeistof de 30 inrichting 50 kan verlaten. Bij voorkeur is de afgifteopening 56 zo ruim dat het mengsel niet in aanraking komt met de inrichting 50. Op die manier wordt vervuiling van de inrichting 50 voorkomen.
Door de elasticiteit van het materiaal van de reservoirafdichting 13 35 blijft de bovenzijde van het reservoir 10 in de getoonde uitvoering in hoofdzaak gesloten, behalve het gat voor de lans 52. Hierdoor wordt vervuiling van de inrichting 50 tegengegaan.
-11-
In een alternatieve uitvoering kan de uitstulping 15 ook niet-bistabiel zijn uitgevoerd. Hierdoor blijft tijdens het ledigen van het reservoir een kracht staan op het als menglichaam uitgevoerde kolom 30 en op de lans 52.
5
De uitvinding voorziet verder ook in een uitvoeringsvorm waarbij de houder 55 naast ten minste een uitsparing voor het opnemen van een verpakking volgens de uitvinding ook ten minste een uitsparing heeft voor het opnemen van een koffiepad. Als in die situatie een 10 verpakking gevuld met geconcentreerde melk en een koffiepad in de houder worden geplaatst, kan een kop cappuccino bereid worden.
Aan de hand van de figuren 5-10 zal nu een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de verpakking volgens de uitvinding worden 15 toegelicht.
In deze figuren 5-10 is een kunststof lichaam van een wegwerpbare verpakking 100 getoond die kan worden gevuld met een portie van een vloeibare ingrediënt bestemd om te worden gemengd met een 20 basisvloeistof voor een voor de menselijke consumptie geschikt voedingsmiddel, met name een drank die desgewenst koud of warm kan zijn. Voor het vullen is de verpakking bij voorkeur gesteriliseerd, en het vullen geschiedt bij voorkeur onder aseptische omstandigheden. Tevens vindt dan het afdichten van de verpakking plaats, zodat de 25 ingrediënt is afgeschermd van de atmosfeer.
Een bijzondere interessante toepassing is wanneer de verpakking wordt gevuld met een melkingrediënt, die met heet water, bij voorkeur ten minste 70 graden Celsius maar niet kokend, als basisvloeistof wordt 30 gemengd, zodat daarmee melkschuim voor op een kop koffie, bijvoorbeeld als cappuccino, of bijvoorbeeld op warme chocolademelk, kan worden verkregen.
Bijvoorbeeld is een melkconcentraat in de verpakking afgevuld dat 35 stabiel blijft bij opslag op kamertemperatuur, bijvoorbeeld melk die gesteriliseerd is gedurende 1 tot 5 seconden bij 116 - 122 graden.
-12-
Het zal duidelijk zijn dat de verpakking ook een andere vloeibare drankbereidingsingrediënt kan bevatten of een ingrediënt voor het bereiden van een ander voedingsmiddel, zoals een soep. Zoals genoemd kan het te bereiden voedingsproduct ook koud zijn, bijvoorbeeld als 5 de ingrediënt wordt gemengd met koud of zelfs gekoeld water, eventueel zelfs met water met koolzuurgas.
Het met de verpakking te bereiden voedingsproduct hoeft geen schuimvorm te hebben, zoals bijvoorbeeld blijkt uit eerder genoemde 10 voorbeelden als de bereiding van vruchtensap.
In het bijzonder kan erin zijn voorzien met behulp van de verpakking volgens de uitvinding en een geschikte inrichting, eerst een relatief dikke, bijvoorbeeld meer dan 1 centimeter dikke, melkschuimlaag in 15 een door de consument te hanteren kop of dergelijke te bereiden en dan, bij voorkeur op basis van een koffiepad of andere één portie koffie-ingredientverpakking, koffie te bereiden (bij voorkeur met dezelfde inrichting of eventueel met een andere inrichting) die in een straal of stroom van boven op de melkschuimlaag komt en daar 20 doorheen zakt. Uiteindelijk wordt dan een dikke, stevige laag van melkschuim bovenop de koffie verkregen, zodat een cappuccino is bereid. Eventueel is de inrichting ingericht voor het bereiden van een crema-koffie met een dunne, fijnbellige cremalaag, waar dan de dikke, stevige schuimlaag verkregen met de verpakking volgens de 25 uitvinding boven op ligt.
Het is een mogelijkheid dat de verpakking bijvoorbeeld een hoeveelheid ingrediënt bevat die mengt met een bepaalde hoeveelheid basisvloeistof, maar dat - als de ingrediënt in de verpakking 30 volledig is afgevoerd - door de inrichting nog steeds basisvloeistof wordt toegevoerd aan het kanaal van de verpakking. Het effect is dan dat een relatief harde straal basisvloeistof terecht komt op het reeds in een kop of dergelijk afgegeven mengsel, zodat dat mengsel goed tot schuimen kan worden gebracht. Dit is bijvoorbeeld gebleken 35 bij de eerder beschreven bereiding van melkschuim, waarbij bijvoorbeeld 15 - 30 ml melkingrediënt in de verpakking aanwezig is. Bij toevoer van warm water kan de melkingredient in enkele seconden aan de verpakking worden onttrokken en vervolgens kan dat mengsel -13- heftig in beweging worden gebracht met de straal warm water die nog uit het kanaal van de verpakking spuit. De nauwe passage van het venturi-gedeelte veroorzaakt dan de harde straal van het water. Het lijkt dat de dikte van de laag onderin de houder waarin het mengsel 5 is afgegeven een rol speelt bij deze schuimvorming.
De verpakking 100 heeft hier een door spuitgieten vervaardigd monolithisch kunststof lichaam 101 met een bodem 102 en een omtrekswand 103, waarbij de bovenrand 104 van de omtrekswand 103 een 10 opening begrenst. Zoals genoemd wordt het reservoir van de verpakking 100 bij voorkeur via deze opening gevuld met de ingrediënt, zodat gebruik kan worden gemaakt van in beginsel bekende vultechnieken.
Na het vullen wordt deze opening hermetisch afgesloten door een 15 bovenste afdichtingsfolie (niet getoond) die aan zijn omtrek aan de bovenrand 104 is vastgezet, hier aan een naar buiten gerichte omtreksflens 104a, bij voorkeur met een smeltlas. Dergelijke smeltlas technologie alsmede afdichtingsfolie daarvoor is algemeen bekend op het gebied van door folie af te sluiten kunststof houders voor 20 voedingsproducten, zoals bijvoorbeeld voor verpakkingen van koffiemelkcupjes, toetjes, etc.
Bij voorkeur geschiedt het vullen en afdichten van de verpakking 100 onder aseptische omstandigheden op een geschikte afvulinstallatie.
25
Het monolithische kunststof lichaam 101 heeft een centrale kolom 110, die integraal is met een centraal deel van de bodem 102, welke kolom 110 een gedeelte 110a heeft dat vanaf de bodem omhoogsteekt tot aan een bovenkant van de kolom en in het hier getoonde voorbeeld ook een 30 gedeelte 110b dat onder de bodem 102 uitsteekt.
Door de kolom 110 strekt zich een kanaal 115 uit vanaf een inlaat 116 aan de bovenkant van de kolom 110 naar een uitstroomopening 120 aan de onderkant van de kolom 110, en daarmee aan de onderzijde van de 35 verpakking.
De bovenste afdichtingsfolie is verbreekbaar, bij voorkeur doorprikbaar, zodat een basisvloeistof-toevoerlans door deze -14- afdichtingsfolie heen kan worden gebracht en dan in verbinding te brengen is met de inlaat 116 van het kanaal 115 in de kolom 110, waardoor de basisvloeistof door het kanaal 115 kan worden gevoerd naar de uitstroomopening 120.
5
In het kanaal 110 is een venturi-gedeelte 130 aanwezig (in detail zichtbaar in figuur 9), waarop een of meer in de kolom 110 gevormde doorgangen 131 voor de ingrediënt aansluiten, zodanig dat bij doorvoer van basisvloeistof door het kanaal 115 een venturi-effect 10 optreedt en de ingrediënt via de een of meer doorgangen 131 in het venturi-gedeelte 130 komt en daar mengt met de basisvloeistof, welk mengsel bij de uitstroomopening 120 van de kolom 110 afgegeven wordt.
Het kanaal 115, het venturi-gedeelte 130, en de doorgangen 131 zijn -15 zoals de voorkeur heeft - allen volledig gevormd bij het spuitgieten van het lichaam, zodat geen verdere bewerkingen nodig waren om die gedeelten te maken, respectievelijk na te bewerken.
De bodem 102 heeft hier rondom de kolom 110 een ringvormig flexibel 20 gedeelte 140, zodat de kolom 110 ten opzichte van de bovenrand van het lichaam 101 naar beneden en hier elastisch vormherstellend weer omhoog verplaatsbaar is.
De kolom 110 is hier dus verplaatsbaar tussen een hoger gelegen 25 uitgangspositie (figuren 5-9) en een lager gelegen afgiftepositie (figuur 10) ten opzichte van de bovenrand van het lichaam, bij voorkeur met een hoogteverschil van ten minste 3 millimeter.
Te zien is dat het flexibele gedeelte 140 in doorsnede gezien de vorm 30 van een of meer golven heeft, hier gevormd door coaxiale ringgedeelten, die in dit voorbeeld van buiten naar binnen telkens hoger liggen (in de uitgangspositie van de kolom 110).
Te zien is dat hier in de uitgangspositie de bovenkant van de kolom 35 110 in het vlak van de bovenrand 104 ligt, zodat bij aanwezigheid van de bovenste afdichtingsfolie de bovenkant van de kolom tegen de onderzijde van die afdichtingsfolie komt. Dit vergemakkelijkt het -15- doorprikken van de afdichtingsfolie, aangezien de kolom daarbij een soort tegensteun vormt aan de onderkant van de folie.
Zoals eerder toegelicht is de aanwezigheid van een "afdichting" 5 tussen de bovenkant van de kolom en de bovenste afdichtfolie niet kritisch, maar op deze eenvoudige wijze wordt de inlaat 116 toch min of meer afgedicht ten opzichte van het reservoir met de ingrediënt.
Het heeft de voorkeur dat de vloeibare ingrediënt in de verpakking 10 tot een niveau op een afstand onder de bovenkant van de centrale kolom is afgevuld. Ook voor de afvultechniek is het voordelig als het niveau van de ingrediënt op een afstand onder de bovenrand van de verpakking ligt.
15 Het is denkbaar dat zich vloeibare ingrediënt in de kolom bevindt na het afvullen en/of dat de kolom relatief kort is en zijn bovenkant op een afstand onder de afdichtfolie ligt, eventueel zelfs zich onder het niveau van de ingrediënt bevindt.
20 In dit voorbeeld is verder te zien dat in de uitgangspositie de onderkant van de kolom 110 in het vlak van de onderzijde van de bodem 102 ligt.
Zoals de voorkeur heeft, is voorzien in een onderste 25 afdichtingsfolie, die onderlangs de uitstroomopening 120 aan de onderzijde van de bodem van de verpakking is aangebracht. Deze afdichtingsfolie 141 is zichtbaar in de figuur 6a.
Bij voorkeur ligt de onderkant van de kolom 110 in de uitgangspositie 30 aan tegen de onderste afdichtingsfolie 141.
Die onderste afdichtingsfolie 141 is aan de onderzijde van de bodem vastgezet in een gebied 142 rondom het flexibele gedeelte 140 van de bodem. Die folie 141 is bij voorkeur al voorafgaand aan het vullen 35 (en eventueel steriliseren) van de verpakking aangebracht.
De vakman zal begrijpen dat bij het naar beneden drukken van de kolom 110 naar de afgiftepositie, het onderste gedeelte 110b van de kolom -16- HO, met kracht tegen deze onderste folie 141 komt en deze folie 141 verbreekt, hier doorprikt, zodat de uitstroomopening 120 is vrijgegeven. Daarbij blijft de onderste folie 141 vastgehecht aan de bodem 102 in het ringvormige gebied 142.
5
In dit voorbeeld is verder te zien dat de omtrekswand 103 onder de bodem 102 uitsteekt en een onderrand 105 heeft die een denkbeeldig plat steunvlak van de verpakking 100 definieert, zodat de verpakking met de onderrand van de omtrekswand stabiel plaatsbaar is op een 10 ondergrond. Daarbij ligt dan de onderste afdichtingsfolie 141 hoger dan die onderrand 105, zodat ongewenste beschadiging van die folie 141 wordt vermeden, bijvoorbeeld bij hantering/transport van de verpakking tijdens het vullen op een afvulinstallatie.
15 Voor de stabiliteit van het lichaam 110 zijn hier meegevormde ribben 107 voorzien tussen de bodem 102 en het naar beneden stekende deel van de omtrekswand 103.
Het getoonde venturi-gedeelte 130 heeft een nauwe passage 132, in dit 20 op melkschuim afgestemde voorbeeld met een diameter van 0,8 millimeter, gevolgd door een kamer 133 met een grotere diameter, hier van 1,2 millimeter. Het zal de vakman duidelijk zijn dat voor andere ingrediënten en/of basisvloeistof de afmetingen en vormgeving van het venturi-gedeelte anders gekozen kunnen worden.
25
Wat het venturi-gedeelte 130 betreft, is in dit voorbeeld verder te zien dat het kanaal vanaf de kamer 133 van het venturi-gedeelte 130 tot aan de uitstroomopening 120 in hoofdzaak een uniforme doorsnede heeft, die in ieder geval groter is dan de diameter van de nauwe 30 passage 132. Dat heeft onder andere het voordeel dat indien de verpakking geleegd is, en vervolgens nog vloeistof aan het kanaal wordt toegevoerd, door die passage 132 een harde straal wordt afgegeven die tot aan de uitstroomopening 120 vrij blijft van de omliggende wand en dus niet verstoord wordt. Die harde straal kan dan 35 worden benut om het eerder afgegeven mengsel (nog meer) tot schuimen te brengen.
-17-
Het venturi-gedeelte 130 ligt hier in hoofdzaak ter hoogte van het omliggende deel van de bodem 102, zodat geen "transport naar boven" van de ingrediënt nodig is en het reservoir goed en snel geleegd kan worden. Ten behoeve van het goed leegmaken van de verpakking is er 5 hier in voorzien dat de doorgangen 131 in de kolom 110 elk een instroomopening hebben dichtbij het omliggende gebied van de bodem.
Verder zijn een of meerdere, in dit voorbeeld twee diametraal opgestelde, doorgangen 131 voorzien in de kolom 110 met een 10 bijbehorende instroomopening aan de buitenomtrek van de kolom voor de aanvoer van de ingrediënt naar het venturi-gedeelte. De doorgangen 131 zijn hier vanaf de instroomopening naar het venturi-gedeelte gezien trechtervormig. Verder zijn hier de doorgangen 131 onder een schuine naar beneden gerichte hoek geplaatst gezien vanaf een 15 instroomopening naar het venturi-gedeelte.
Opgemerkt wordt dat in de weergegeven verpakking uitsluitend de een of meer doorgangen 131 voor de vloeibare ingrediënt aansluiten op het venturi-gedeelte 130 en geen additionele doorgangen in de kolom voor 20 de aanzuiging van lucht naar het venturi-gedeelte. Dat levert een eenvoudige constructie op en het blijkt voor de kwaliteit van de schuimvorming niet nodig.
In figuur 10 is schematisch aangeduid dat een lans 170 aangrijpt op 25 de kolom 110 en daardoor de kolom 110 naar beneden naar zijn afgiftepositie drukt.
Te zien is dat het flexibele gedeelte van de bodem 140 nu een naar beneden gerichte trechter vormt, zodat alle vloeibare ingrediënt via 30 de nu laag gelegen instroomopeningen in de doorgangen 131 komt.
Wanneer de lans 170 weer wordt verwijderd (of de verpakking van de lans wordt verwijderd) zal het vormherstellend flexibele gedeelte 140 van de bodem zorgen dat de kolom 110 en het omliggende flexibele 35 gedeelte van de bodem weer terugbewegen naar, of ten minste in de richting naar, de uitgangspositie. Daarbij komen de instroomopeningen nu hoger te liggen dan de omliggende bodem, zodat een eventuele rest -18- van ingrediënt niet uit de verpakking lekt via de uitstroomopening 120.
Voor het gemak van de plaatsing van de verpakking in een inrichting 5 is erin voorzien dat de omtrekswand 102 cilindrisch is en de kolom 110 op de hartlijn van de cilindrische omtrekswand is opgesteld, waarbij de inlaat 116 van het kanaal 115 tevens op die hartlijn is opgesteld, en bij voorkeur ook de uitstroomopening 120 op die hartlijn is opgesteld. Deze concentrische uitvoering van de 10 componenten vergemakkelijkt ook de hantering op een afvulinstallatie.
Aan de hand van figuur 11 zal nu een systeem voor het bereiden van een voor de menselijke consumptie geschikt voedingsproduct, met name een drank of component van een drank, in het bijzonder voor het 15 bereiden van melkschuim voor een cappuccino, worden toegelicht.
In figuur 11 is een inrichting 200 getoond, in dit voorbeeld bestemd voor huishoudelijk gebruik. Deze inrichting 200 heeft een huis 201 met een voet 202, een opgericht huisdeel 203 en een overhangend 20 huisdeel 204. Uiteraard zijn andere uitvoeringen ook denkbaar.
In de inrichting is een houder 210 aanwezig voor het opnemen en vasthouden van een verpakking volgens de uitvinding (hier als voorbeeld verpakking 100) op een afgiftepositie in de inrichting. De 25 houder 210 neemt de verpakking 100 op in de normale positie, met de bodem onder en de bovenste afdichtingsfolie boven. Met name steunt de verpakking 100 hier op zijn onderrand 105 op de houder. In de houder 210 zit een opening 211 in het verlengde van de uitstroomopening 120, zodat de straal van mengsel of basisvloeistof naar onderen gericht 30 uit de verpakking en dan door de opening 211 in de beker 300 of andere drankhouder kan spuiten. Daarbij is die opening 211 zo groot dat het mengsel geen contact maakt met de houder 210, zodat vervuiling wordt voorkomen.
35 Zoals eerder genoemd zal hier als voorbeeld de bereiding van melkschuim worden toegelicht, waarbij de verpakking 100 is afgevuld met een melkingrediënt.
-19-
In de inrichting 200 zijn in zijn algemeenheid met basisvloeistoftoevoermiddelen aangeduide voorzieningen aanwezig, hier voor de bereiding en toevoer van warm water aan de verpakking 100.
5 Te zien is een voorraadtank 220 voor een voorraad van water, hier een door de gebruiker losneembare en onder druk aan te vullen tank 220 die een zelfsluitend ventiel 221 heeft, dat afsluit bij ontkoppeling van de voorraadtank van de inrichting.
10 In het huis van de inrichting is een watercircuit aanwezig met een stelsel van een of meer leidingen en verder met een elektrische pomp 225, een verwarmingsamenstel voor het verwarmen van de basisvloeistof, hier een elektrische doorstroom waterverwarmer 230, voor aanvoer van warme, bij voorkeur niet kokende basisvloeistof, bij 15 voorkeur warmer dan 70 graden, naar de lans. Eventueel kan zijn voorzien in een of meer, bij voorkeur elektrisch bedienbare, kleppen in het watercircuit. De waterverwarmer zou in plaats van een doorstroomverwarmer ook een boiler kunnen zijn.
20 Het watercircuit sluit aan op een hier stationair aan de onderzijde van het overhangende deel 204 van het huis 201 gemonteerde lans 240, die zich bij de afgiftepositie bevindt.
Zoals eerder toegelicht is de lans 240 ingericht om de bovenste 25 afdichtingsfolie van de verpakking 100 door te prikken en te koppelen met het kanaal 115 in de kolom 110, zodat via de lans 240 water aan het kanaal 115 toevoerbaar is en daarmee de ingrediënt op basis van venturi-effeet door de een of meer doorgangen 131 naar het venturi-gedeelte stroomt en daar wordt gemengd met het water en het mengsel 30 via de uitstroomopening 120 wordt afgegeven, hier aan de op de voet 202 opgestelde beker 300.
Zoals beschreven is erin voorzien dat de lans 240 aangrijpt op de kolom 110 om deze naar beneden te drukken en daarmee ook de onderste 35 folie 141 te doorbreken. Dat vereist een relatieve beweging tussen houder 210 en de lans 240, die op velerlei manieren kan worden gerealiseerd.
-20-
Bij voorkeur is de inrichting 200 voorzien van (met de hand of elektrisch o.i.d) bedienbare verplaatsingsmiddelen die zijn ingericht voor het bewerkstelligen van een relatieve verplaatsing van de houder 210 voor de verpakking 100 ten opzichte van de lans 240, zodat de 5 lans 240 bij bediening van de verplaatsingsmiddelen door de bovenste afdichtingsfolie van de verpakking prikt en hierbij tevens de onderste afdichtingsfolie 141 wordt verbroken.
In een eenvoudige uitvoering zijn de verplaatsingsmiddelen een met de 10 hand bedienbaar (hefboom-)mechanisme 270, bij voorbeeld met een handgreep 271 aan de voorzijde van het overhangende deel 204 van het huis.
In dit voorbeeld is erin voorzien dat de houder 210 door de gebruiker 15 is los te nemen, en dan kan worden gevuld met de verpakking, waarna de houder weer in een tot de inrichting behorende drager 250 kan worden teruggeplaatst.
De drager 250 is gekoppeld is met het (hefboom-)mechanisme 270 en 20 door bediening van dat mechanisme op en neer beweegbaar.
Bij voorkeur zijn in de inrichting een of meer verticale geleidingen aangebracht, die de drager 250 ten opzichte van het huis 210 in hoofdzaak in vertikale richting geleiden.
25
Bij voorkeur kan de houder 210 vanaf de voorzijde in de drager 210 worden geschoven, zodat de consument eerst de houder 210 kan uitnemen, daar de verpakking 100 in kan plaatsen, en dan houder 210 weer terug in de drager 250 schuift. Door dan de handgreep 271 te 30 bedienen beweegt de drager 250 met houder 210 en verpakking 100 omhoog. De lans 240 komt dan tegen de bovenste folie, prikt daar doorheen en dan wordt de kolom 110 naar beneden gedrukt ten opzichte van de omhoog bewegende verpakking 100. Aldus bereikt de verpakking 100 de toestand van figuur 10.
Door nu de toevoer van warm water aan de lans 240 in werking te stellen, wordt eerst een mengsel van de ingrediënt, in dit voorbeeld melk, en het warme water afgegeven in de beker 300. Als de verpakking 35 -21- leeg is, spuit via de verpakking 100, met name vanwege de nauwe passage van het venturi-gedeelte, een straal warm water met hoge snelheid in de beker, op het eerder afgegeven melk-watermengsel, dat daardoor wordt gevormd tot stabiel melkschuim van hoge kwaliteit.
5
Na afgifte kan de drager 250 door bediening van het mechanisme 270 weer omlaag worden bewogen en de houder 210 worden uitgenomen en de lege verpakking 100 worden weggegooid.
10 Bij de afgifte is hier geen contact geweest tussen de straal van het mengsel en de inrichting, zodat geen vervuiling optreedt. Het kanaal 115 van de verpakking is schoongespoeld door de stroom van water, zodat ook daar geen melk uit kan druppelen. Bovendien is bij het naar beneden bewegen van de drager 250 de kolom 110 door het 15 vormherstellende gedeelte 140 weer omhoog bewogen, zodat een eventuele rest in de verpakking niet bij de doorgangen 131 komt als de verpakking min of meer rechtgehouden wordt.
Zoals eerder genoemd is het denkbaar in het huis van de inrichting 20 verder een additioneel bereidings- en afgiftesamenstel aan te brengen voor het op basis van een tweede ingrediënt, die afwijkt van de ingrediënt in de eerder genoemde verpakking volgens de uitvinding, bereiden van een voor de menselijke consumptie geschikt tweede, afwijkend voedingsproduct, bijvoorbeeld een drank of component van 25 een drank, bijvoorbeeld voor koffie.
Het additionele bereidings- en afgiftesamenstel heeft bij voorkeur een bijbehorende afgiftemond voor het afgegeven van het op basis van de tweede ingrediënt bereide voedingsproduct, welke afgiftemond zich 30 bij voorkeur nabij de uitstroomopening van eerste verpakking (in de afgiftepositie daarvan) bevindt (of in die positie kan worden gebracht als de afgiftemond beweegbaar is), zodanig een beker of andere houder waarin de stromen uit de eerste verpakking en de afgiftemond worden afgegeven, niet hoeft te worden verplaatst en dan 35 beide stromen kan ontvangen (opeenvolgende, gelijktijdig of met een bepaalde overlap in de tijd gezien). Bij voorkeur is deze onderlinge afstand ten hoogste 5 centimeter.
-22-
Een relevante uitvoering van de inrichting is het bereiden van koffie met dat additionele bereidings- en afgiftesamenstel. Met de eerste verpakking, die bij voorkeur volgens de uitvinding is uitgevoerd, kan dan melkschuim worden gemaakt, en vervolgens kan de koffie worden 5 bereid met het additionele station, welke koffie dan door het schuim kan stromen, zodat een laag melkschuim op de koffie wordt verschaft, zoals bij een cappuccino.
Het additionele bereidings- en afgiftesamenstel kan bijvoorbeeld zijn 10 ingericht voor het op basis van koffiebonen bereiden van koffie, waarbij is voorzien in een maalinrichting voor de bonen.
Bij voorkeur is het additionele bereidings- en afgiftesamenstel ingericht voor het opnemen en vasthouden van een tweede verpakking 15 die is gevuld met de tweede ingrediënt, bijvoorbeeld een koffiebereidingsingrediënt.
Bij voorkeur is de tweede ingrediënt bestemd om te worden gecombineerd met dezelfde vloeistof als de ingrediënt in de eerste 20 verpakking, bijvoorbeeld met (warm) water, waarbij het additionele bereidings- en afgiftesamenstel is aangesloten op de vloeistoftoevoermiddelen en is ingericht voor de afgifte van de met de vloeistof gecombineerde tweede ingrediënt.
25 Bij voorkeur is de tweede verpakking een wegwerpbare verpakking, die is gevuld met een enkele portie van de tweede ingrediënt, bijvoorbeeld een koffiepad of een metallische cup gevuld met een koffie-ingrediënt of een cartridge of dergelijke. De tweede ingrediënt hoeft uiteraard niet vloeibaar te zijn afhankelijk van de 30 ingrediënt en de tweede verpakking en kan eventueel in poedervorm zijn of in andere vorm.
Bijvoorbeeld is de tweede verpakking een reeds op de markt verkrijgbare verpakking, waarvan voorbeelden zijn de koffiepad, een 35 kunststof cartridge, een metallische capsule, een flexibel sachet, etc. Dergelijke verpakkingen wijken duidelijk af van de verpakking volgens de uitvinding. Het is ook denkbaar dat de tweede ingrediënt eveneens in een verpakking volgens de uitvinding is afgevuld, waarbij -23- het dan de voorkeur heeft van die verpakking ten minste de afmetingen te laten afwijken zodat de gebruiker zich niet vergist.
Zoals hierna in detail aan de hand van een voorbeeld zal worden 5 toegelicht kan de tweede verpakking een koffiepad zijn, waarbij het systeem verder een koffiepadhouderonderdeel omvat, waarbij de inrichting een bijbehorend deel heeft dat met het koffiepadhouderonderdeel, wanneer aanligging is bewerkstelligd, een kamer vormt met een inlaat voor toevoer van warm water daaraan en een 10 uitlaat voor koffie, eventueel een uitlaat ingericht voor het verschaffen van koffie met een relatief dunne fijnbellige cremalaag.
Het heeft de voorkeur dat is voorzien in een gemeenschappelijke drager, die de houder vormt voor een eerste verpakking met een eerste 15 ingrediënt, bij voorkeur de verpakking volgens de uitvinding, en voor een tweede verpakking met daarin een tweede ingrediënt. Bij voorkeur zijn dan beide verpakkingen wegwerpverpakkingen. Bijvoorbeeld is de tweede verpakking een éénportie koffiebereidingsverpakking, bijvoorbeeld een koffiepad. In dat geval heeft het de voorkeur dat de 20 gemeenschappelijke drager is ingericht voor het opnemen van een koffiepadhouderonderdeel met daarin een koffiepad.
In een mogelijke uitvoeringsvorm is het additionele afgiftesamenstel van de inrichting ingericht voor de bereiding en afgifte van een 25 drank, zoals koffie, of ander voedingsproduct, op basis van een tweede ingrediënt die is afgevuld in een tweede verpakking die als voorraadverpakking is uitgevoerd, dus voor meerdere bereidingen tweede ingrediënt bevat. Dit kan bijvoorbeeld zijn bij koffieautomaten voor gebruik in bedrijven, etc. Bijvoorbeeld wordt de 30 drank, zoals koffie vervaardigd op basis van een tweede verpakking met een voorraad van een met water te mengen extract, opgeslagen in een geschikte verpakking (bag-in-box of dergelijke).
In een mogelijke uitvoering is erin voorzien dat de inrichting, al 35 dan niet met additioneel bereidings- en afgiftesamenstel, een magazijn bevat voor het opnemen van meerdere verpakkingen volgens de uitvinding daarin, alsmede automatisch aanvoermechanisme om telkens een verpakking uit het magazijn te nemen een aan te voeren naar de -24- afgiftepositie in de inrichting indien bereiding van een voedingsproduct op basis van die verpakking gewenst wordt. Dergelijke magazijnen en aanvoermechanismen zijn op het gebied van drankbereidingsautomaten bekend en kunnen door de vakman worden 5 afgestemd op de verpakking volgens de uitvinding.
In figuur 12 is schematisch een variant van de houder 210 weergegeven, die hier een opname-uitsparing 213 voor een verpakking volgens de uitvinding, bijvoorbeeld verpakking 100, en een opname-10 uitsparing 214 voor een koffiepad heeft, in dit voorbeeld voor een losneembaar koffiepadhouderonderdeel waar de koffiepad (of meerdere koffiepads gestapeld) in of op geplaatst kan worden.
Het zetten van koffie op basis van een koffiepad en daarbij toe te 15 passen technische componenten van de inrichting zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld uit EP 904 717 en WO 03/026470 waarin wordt getracht een op cappuccino lijkende drank te bereiden.
De inrichting 200 heeft naast de lans 240 ook een deel 320 dat samen 20 met de houder 210 een kamer (als de drager 250 omhoog verplaatst is) vormt om de koffiepad(s), welke kamer is aangesloten op het watercircuit. Aldus kan heet water onder (beperkte) druk aan die kamer worden toegevoerd en koffie worden bereid. Die koffie stroomt dan via een goot 215 naar een of meer afgiftemonden 216, 217 van de 25 houder 210.
Te zien is dat de een of meer afgiftemonden 216, 217 zodanig dichtbij de opening 211 liggen dat alle stromen daaruit of daarlangs in de beker 300 of dergelijke uitmonden.
30
Figuur 13 toont zeer schematisch de houder 210 van figuur 12 met verpakking 100 en met een koffiepad 310 geplaatst op een onderdeel 311 dat door de gebruiker in de houder 210 is geplaatst (in opname-uitsparing 214). Verder is de lans 240 getoond en het deel 320, dat 35 samen met onderdeel 311 een kamer om de pad 310 vormt als de drager 250 waar de houder in is geplaatst naar boven is bewogen. Zoals opgemerkt is op het gebied van koffiebereiding met een pad en bijbehorende onderdelen veel bekend, onder andere uit de -25- octrooiliteratuur. Opneming van een of meer details in de inrichting volgens de uitvinding zal voor de vakman realiseerbaar zijn.
Het watercircuit omvat nu een of meer elektrisch bedienbare kleppen 5 235, hier tussen de verwarmer 230 enerzijds en de lans 240 en onderdeel 320 anderzijds. Die een of meer kleppen 235 maken het mogelijk eerst heet water naar de lans 240 te voeren en na de vorming van een melkschuimlaag in de beker 300, het zetten van koffie te bewerkstelligen door toevoer aan de kamer met daarin de pad 310. Die 10 koffie komt dan op het schuim en zakt daar doorheen.
De houder 210 is bij voorkeur van kunststof en bestendig tegen reiniging in de vaatwasser.
15 De houder 210 is hier voorzien van een of meer positioneringsorganen, hier gaten 218, die kunnen samenwerken met complementaire positioneringsorganen van het huis van de inrichting om zo de juiste positie van de houder ten opzichte van de lans 240 en een eventueel kamer vormend onderdeel 320 te waarborgen (dit bijvoorbeeld met oog 20 op de afdichting bij de kamer voor de koffiepad).
Het zal duidelijk zijn dat de verplaatsingsmiddelen voor de drager 250 ook elektrisch kunnen zijn uitgevoerd.
25 Het zal duidelijk zijn dat de drager 250 ook zou kunnen ontbreken en de houder 210 direct wordt gekoppeld met een geschikt verplaatsingsmechanisme van de inrichting.
In een schematisch in figuur 14 getoonde variant van de inrichting is 30 erin voorzien dat de lans 240 verplaatsbaar, hier op en neer beweegbaar, is opgesteld, bij voorkeur aangesloten met een flexibele slang 241 en verplaatsbaar is middels bijbehorende eerste verplaatsingsmiddelen 242 van de inrichting. Hierbij is de houder 210 voor de verpakking 100 (en eventuele andere verpakking in de houder) 35 eveneens verplaatsbaar, hier op en neer beweegbaar, middels bijbehorende tweede verplaatsingsmiddelen van de inrichting, in dit voorbeeld al toegelicht aan de hand van figuur 11. Bij gebruik van het systeem bedient de gebruiker eerst de tweede -26- verplaatsingsmiddelen zodat de houder en de daarin opgenomen en vastgehouden verpakking verplaatsen naar de afgiftepositie in de inrichting. Bij de versie met tevens een koffiepadhouder onderdeel bewerkstelligt die beweging het sluiten van de kamer om de koffiepad.
5 Vervolgens bedient de gebruiker de eerste verplaatsingsmiddelen 241 die de lans 240 verplaatsen zodanig dat de lans koppelt met het kanaal. Daarbij kunnen de eerste verplaatsingsmiddelen elektrisch aangedreven zijn, zodat bediening van een knop die middelen in werking stelt, op geschikte wijze gevolgd door inschakeling van de 10 pomp en de waterverwarmer. Ook is het denkbaar dat de hydraulisch druk van het water bij inschakeling van de pomp 225 een geschikte actuator, bijvoorbeeld een balg, in werking stelt die de lans verplaatst.
15 Het zal de vakman duidelijk zijn dat in plaats van een koffiepad, het systeem en de inrichting ook kan zijn ingericht voor het opnemen van een andere portieverpakking met een geschikte ingrediënt, zoals een drankbereidingsingrediënt, bijvoorbeeld een flexibele sachet of een kunststof cartridge, bijvoorbeeld zoals onder de merknaam Tassimo op 20 de markt wordt gebracht, of bijvoorbeeld een metallische capsule, bijvoorbeeld zoals onder de merknaam Nespresso op de markt wordt gebracht. Zoals bekend zijn bijvoorbeeld Tassimo cartridges niet alleen verkrijgbaar gevuld met een koffie-ingrediënt maar ook met een chocolade-ingrediënt voor het bereiden van warme chocolademelk. De 25 uitvinding kan dan worden benut om melkschuim te maken.
Het is ook denkbaar dat een inrichting wordt vervaardigd die alleen de verpakking volgens de uitvinding opneemt, bijvoorbeeld om in een huishouden eerst een hoeveelheid melkschuim in een beker te maken.
30 Met een andere separate inrichting, bijvoorbeeld met een koffiepadinrichting of andere inrichting zoals hier genoemd, kan dan koffie of een andere drank worden gemaakt die dan in die beker wordt afgegeven. Een dergelijke inrichting volgens de uitvinding zou dan een kleine voorraadtank voor water kunnen hebben, bijvoorbeeld met 35 een volume van ten hoogste 250 ml, zodat de inrichting klein kan worden uitgevoerd en weinig ruimte inneemt.
1033412
Claims (50)
1. Wegwerpbare verpakking gevuld met een portie van een vloeibare ingrediënt bestemd om te worden gemengd met een basisvloeistof voor 5 het bereiden van een voor de menselijke consumptie geschikt voedingsproduct, welke verpakking een door spuitgieten vervaardigd monolithisch kunststof lichaam heeft met een bodem en een omtrekswand, waarbij de bovenrand van de omtrekswand een opening begrenst, welke opening van de gevulde verpakking hermetisch is 10 afgesloten door een bovenste afdichtingsfolie die aan zijn omtrek aan de bovenrand is vastgezet, waarbij het monolithische kunststof lichaam verder een centrale kolom heeft, die integraal is met een centraal gedeelte van de bodem, welke kolom een gedeelte heeft dat vanaf de bodem omhoogsteekt tot aan een 15 bovenkant van de kolom, door welke kolom zich een kanaal uitstrekt vanaf een inlaat aan de bovenkant van de kolom naar een uitstroomopening aan de onderkant van de kolom, waarbij de bovenste afdichtingsfolie verbreekbaar, bij voorkeur doorprikbaar, is, zodat een basisvloeistof-toevoerlans door de 20 afdichtingsfolie heen kan worden gebracht en dan in verbinding te brengen is met de inlaat van het kanaal in de kolom, waardoor de basisvloeistof door het kanaal kan worden gevoerd, welk kanaal een venturi-gedeelte heeft waarop een of meer in de kolom gevormde doorgangen voor de ingrediënt aansluiten, zodanig dat 25 bij doorvoer van basisvloeistof door het kanaal een venturi-effect optreedt en de ingrediënt via de een of meer doorgangen in het venturi-gedeelte komt en daar mengt met de basisvloeistof, welk mengsel bij de uitstroomopening van de kolom afgegeven wordt.
2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij de bodem een flexibel gedeelte heeft, zodanig dat de kolom ten opzichte van de bovenrand van het lichaam naar beneden en eventueel weer omhoog verplaatsbaar, bij voorkeur elastisch verplaatsbaar, is.
3. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij de bodem rondom de kolom een ringvormig flexibel gedeelte heeft. 1033412 -28-
4. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, waarbij de kolom verplaatsbaar is tussen een hoger gelegen uitgangspositie en een lager gelegen afgiftepositie ten opzichte van de bovenrand van het lichaam, bij voorkeur met een hoogteverschil van ten minste 3 5 millimeter.
5. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-4, waarbij de bodem een flexibel gedeelte heeft met een bistabiele uitvoering, zodat de kolom een stabiele positie heeft in zowel een 10 uitgangspositie als in een afgiftepositie.
6. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-5, waarbij de bodem rondom de kolom een flexibel gedeelte heeft met in elk vertikale doorsnede gezien de vorm van een of meer golven. 15
7. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-16, waarbij de bovenkant van de kolom in gesloten toestand van de verpakking aanligt tegen de onderzijde van de bovenste afdichtingsfolie.
8. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-7, waarbij het kanaal vanaf het venturi-gedeelte tot aan de uitstroomopening in hoofdzaak een uniforme doorsnede heeft.
9. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-8, waarbij 25 de verpakking is voorzien van een bij gebruik te openen of te verwijderen onderste afdichting, die de uitstroomopening afdicht.
10. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-9, waarbij de verpakking een onderste afdichtingsfolie heeft, die onderlangs de 30 uitstroomopening aan de onderzijde van de bodem van de verpakking is aangebracht.
11. Verpakking volgens conclusie 10, waarbij een gedeelte van de bodem flexibel is zodat de kolom ten opzichte van de bovenrand van 35 het lichaam naar beneden verplaatsbaar is, en de onderste afdichtingsfolie onderlangs de uitstroomopening verbreekbaar is door naar beneden verplaatsing van de kolom vanuit een hoger gelegen uitgangspositie naar een lager gelegen afgiftestand. -29-
12. Verpakking volgens conclusie 10 of 11, waarbij het lichaam van de verpakking zo is uitgevoerd dat het een steunvlak van de verpakking vormt dat op een afstand beneden de onderste 5 afdichtingsfolie ligt, zodat de onderste afdichtingsfolie hoger ligt dan een eventueel draagoppervlak als de verpakking daarop is geplaatst.
13. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-11, waarbij 10 de omtrekswand onder de bodem uitsteekt en een onderrand heeft die een steunvlak van de verpakking vormt, zodat de verpakking met de onderrand van de omtrekswand stabiel plaatsbaar is op een draagoppervlak en daarbij de onderste afdichtingsfolie hoger ligt van dat draagoppervlak. 15
14. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-13, waarbij de kolom verder een gedeelte heeft dat onder de bodem uitsteekt, bij een uitvoering volgens conclusie 28 of 29 bij voorkeur eindigt op een afstand boven het steunvlak van de verpakking. 20
15. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-13, waarbij de een of meerdere, bij voorkeur twee diametraal opgestelde, doorgangen in de kolom elk een instroomopening hebben aan de buitenomtrek van de kolom voor de aanvoer van de ingrediënt naar het 25 venturi-gedeelte.
16. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-15, waarbij de een of meerdere doorgangen in de kolom vanaf een bijbehorende instroomopening aan de buitenomtrek van de kolom naar het venturi- 30 gedeelte gezien trechtervormig zijn.
17. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-16, waarbij de een of meerdere doorgangen in de kolom onder een schuine naar beneden gerichte hoek staan gezien vanaf een instroomopening aan de 35 buitenomtrek van de kolom naar het venturi-gedeelte. -30-
18. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-17, waarbij de een of meerdere doorgangen in de kolom een instroomopening hebben dicht boven het omliggende gebied van de bodem.
19. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-18, waarbij het lichaam aan de bovenrand van de omtrekswand een naar buiten gerichte omtreksflens heeft, waar de bovenste afdichtingsfolie op is vastgezet.
20. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-19, waarbij de bodem om de kolom een elastisch vormherstellend flexibel gedeelte heeft, zodat de kolom ten opzichte van de bovenrand van de omtrekswand vanuit een uitgangspositie naar beneden verplaatsbaar is naar een afgiftepositie en na afgifte van het mengsel weer 15 vormherstellend naar boven beweegbaar is.
21. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 2-6, 9, 20, waarbij in de uitgangspositie de instroomopeningen van de een of meer doorgangen op een hoger niveau liggen dan het buiten het flexibele 20 gedeelte liggende gebied van de bodem.
22. Verpakking volgens conclusies 2-6, 9, 20, 21, waarbij de aansluiting van het flexibele gedeelte van de bodem op de kolom in een uitgangspositie van de kolom hoger ligt dan het om het flexibele 25 deel heen liggende gedeelte van de bodem.
23. Verpakking volgens conclusie 22, waarbij de aansluiting van het flexibele gedeelte van de bodem op de kolom in een afgiftepositie van de kolom lager ligt dan het om het flexibele gedeelte heen liggende 30 gedeelte van de bodem.
24. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-23, waarbij de omtrekswand, de kolom en de inlaatopening van het kanaal concentrisch zijn ten opzichte van een hartlijn van de verpakking, 35 waarbij bij voorkeur ook de uitstroomopening concentrisch is ten opzichte van die hartlijn. -31-
25. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-24, waarbij de verpakking een vloeibare drankbereidingsingrediënt bevat.
26. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-25, waarbij 5 de verpakking voor het vullen gesteriliseerd is, en bijvoorbeeld een vloeibare melkingrediënt bevat, bijvoorbeeld een melkconcentraat, bijvoorbeeld melk die gedurende 1 tot 5 seconden tot 116 - 122 °C verhit is.
27. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-26, waarbij het venturi-gedeelte een nauwe passage heeft met een diameter van 0,8 millimeter, en tussen dat nauwe gedeelte en de uitstroomopening een kamer met een diameter van 1,2 millimeter.
28. Verpakking volgens conclusie 10, 11 of 12, waarbij de onderste afdichtingsfolie aan de onderzijde van de bodem is vastgezet in een ringvormig gebied rondom het flexibele gedeelte van de bodem.
29. Verpakking volgens conclusie 10, 11, 12 of 28, waarbij de 20 onderkant van de centrale kolom in de uitgangspositie aanligt tegen de onderste afdichtingsfolie.
30. Verpakking volgens een of meer van de conclusies 1-29, waarbij de vloeibare ingrediënt in de verpakking tot een niveau op een 25 afstand onder de bovenkant van de centrale kolom is afgevuld.
31. Systeem voor het bereiden van een voor de menselijke consumptie geschikt voedingsproduct, bijvoorbeeld een drank of een component van een drank, bijvoorbeeld melkschuim, bijvoorbeeld voor cappuccino, 30 welk systeem een eerste verpakking volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvat, alsmede een inrichting, waarbij de inrichting ten minste is voorzien van: - een houder voor het opnemen en vasthouden van de eerste verpakking op een afgiftepositie in de inrichting, 35. vloeistoftoevoermiddelen met een bij de afgiftepositie opgestelde lans, die is ingericht om de eventuele bovenste reservoirafdichting of afdichtingsfolie van de eerste verpakking te passeren, bijvoorbeeld door de afdichtingsfolie door te prikken, en te koppelen -32- met het kanaal van de eerste verpakking, zodat via de lans vloeistof aan het kanaal toevoerbaar is en daarmee het voedingsmiddel of de ingrediënt in de eerste verpakking op basis van het venturi-effect naar het venturi-gedeelte wordt gezogen en wordt gemengd met de 5 vloeistof en het mengsel via de uitstroomopening van de eerste verpakking wordt afgegeven.
32. Systeem volgens conclusie 30, waarbij de inrichting bedienbare verplaatsingsmiddelen heeft die zijn ingericht voor het 10 bewerkstelligen van een verplaatsing van de houder voor de eerste verpakking en de lans ten opzichte van elkaar, zodat de lans bij bediening van de verplaatsingsmiddelen koppelt met het kanaal, bijvoorbeeld door daarbij door de reservoirafdichting of bovenste afdichtingsfolie van de eerste verpakking heen te prikken. 15
33. Systeem volgens conclusie 32, waarbij de eerste verpakking onderlangs de uitstroomopening een onderste afdichtingsfolie heeft en een gedeelte van de bodem van de eerste verpakking flexibel is zodanig dat de lans het menglichaam of de kolom naar beneden drukt 20 bij bediening van de verplaatsingsmiddelen, waardoor de onderste afdichtingsfolie wordt doorbroken.
34. Systeem volgens een of meer van de conclusies 31 - 33, waarbij de vloeistoftoevoermiddelen zijn ingericht voor aanvoer van water als 25 vloeistof.
35. Systeem volgens een of meer van de conclusies 31-34, waarbij de vloeistoftoevoermiddelen een verwarmingsamenstel omvatten voor het verwarmen van de vloeistof, bij voorkeur een elektrisch 30 verwarmingsamenstel, voor aanvoer van warme, bij voorkeur niet kokende vloeistof, bij voorkeur water, bij voorkeur warmer dan 70 °C.
36. Systeem volgens een of meer van de conclusies 31-35, waarbij de vloeistoftoevoermiddelen een pomp voor de vloeistof omvatten. 35
37. Systeem volgens een of meer van de conclusies 31-36, waarbij de vloeistoftoevoermiddelen een voorraadtank voor een voorraad van de vloeistof omvatten. -33-
38. Systeem volgens conclusie 37, waarbij de voorraadtank door een gebruiker losneembaar is van de inrichting voor het vullen van de voorraadtank, waarbij de voorraadtank bij voorkeur een zelfsluitend 5 ventiel heeft, dat afsluit bij ontkoppeling van de voorraadtank van de inrichting.
39. Systeem conclusies 32, waarbij de lans en de inlaat van het kanaal van de verpakking zodanig zijn dat de lans in de inlaat van 10 het kanaal van de verpakking komt te steken.
40. Systeem volgens conclusie 32, waarbij de lans stationair is en waarbij de verplaatsingsmiddelen zijn ingericht om de houder naar de lans verplaatsen en daarvandaan, zodanig dat de lans daarbij koppelt 15 met het kanaal van de verpakking.
41. Systeem volgens conclusie 32, waarbij de lans verplaatsbaar is opgesteld en verplaatsbaar is middels bijbehorende eerste verplaatsingsmiddelen van de inrichting en waarbij de houder voor de 20 eerste verpakking eveneens verplaatsbaar is middels bijbehorende tweede verplaatsingsmiddelen van de inrichting, waarbij bij gebruik van het systeem bediening van de tweede verplaatsingsmiddelen de houder en de daarin opgenomen en vastgehouden eerste verpakking verplaatsen naar de afgiftepositie in de inrichting, en waarbij bij 25 daaropvolgende bediening, bij voorkeur op basis van een specifieke bedieningsopdracht van de gebruiker, de eerste verplaatsingsmiddelen de lans verplaatsen zodanig dat de lans koppelt met het kanaal.
42. Systeem volgens een of meer van de conclusies 31-41, waarbij de 30 houder voor de eerste verpakking is ingericht voor het opnemen en houden van de eerste verpakking in een in hoofdzaak horizontale stand met de bodem beneden, waarbij de houder een opening heeft onder de uitstroomopening van de eerste verpakking zodanig dat bij afgifte van het mengsel dat mengsel vrij blijft van de houder. 35
43. Systeem volgens een of meer van de conclusies 31-42, waarbij de inrichting op een afstand onder de afgiftepositie van de houder een opstelplaats heeft voor een drankhouder, bijvoorbeeld een beker. -34-
44. Systeem volgens een of meer van de conclusies 31-43, waarbij de inrichting verder is voorzien van een additioneel bereidings- en afgiftesamenstel voor het op basis van een tweede ingrediënt, die 5 afwijkt van de ingrediënt in de eerste verpakking, bereiden van een voor de menselijke consumptie geschikt tweede, afwijkend voedingsproduct, bijvoorbeeld een drank of component van een drank, bijvoorbeeld voor koffie.
45. Systeem volgens conclusie 44, waarbij het additionele bereidings- en afgiftesamenstel is ingericht voor het opnemen en vasthouden van een tweede verpakking die is gevuld met de tweede ingrediënt, bijvoorbeeld een koffiebereidingsingrediënt.
46. Systeem volgens conclusie 45, waarbij de tweede verpakking - ten minste wat zijn afmetingen betreft - afwijkt van de eerste verpakking.
47. Systeem volgens conclusie een of meer van de conclusies 44-46, 20 waarbij de tweede ingrediënt is bestemd om te worden gecombineerd met dezelfde vloeistof als de ingrediënt in de eerste verpakking, bijvoorbeeld met (warm) water, waarbij het additionele bereidings- en afgiftesamenstel is aangesloten op de vloeistoftoevoermiddelen en is ingericht voor de afgifte van de met de vloeistof gecombineerde 25 tweede ingrediënt.
48. Systeem volgens een of meer van de conclusies 45, 46, waarbij de tweede verpakking een wegwerpbare verpakking is, die is gevuld met een enkele portie van de tweede ingrediënt, bijvoorbeeld een 30 koffiepad of een metallische cup gevuld met een koffie-ingrediënt.
49. Systeem volgens conclusie 48, waarbij de tweede verpakking een koffiepad is en waarbij het systeem verder een koffiepadhouderonderdeel omvat, waarbij de inrichting een bijbehorend 35 deel heeft dat met het koffiepadhouderonderdeel, wanneer aanligging is bewerkstelligd, een kamer vormt met een inlaat voor toevoer van warm water daaraan en een uitlaat voor koffie, eventueel een uitlaat -35- die is ingericht voor het verschaffen van koffie met een relatief dunne fijnbellige schuimlaag.
50. Systeem volgens een of meer van de conclusies 45-49, waarbij is 5 voorzien in een gemeenschappelijke drager die de houder vormt voor de eerste verpakking en voor de tweede verpakking, bijvoorbeeld voor de eerste verpakking en voor een koffiepadhouderonderdeel met daarin een koffiepad. 10 1033412
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1033412A NL1033412C2 (nl) | 2006-02-17 | 2007-02-16 | Verpakking en systeem voor het bereiden van een voedingsproduct, zoals een drank. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1031177 | 2006-02-17 | ||
NL1031177A NL1031177C2 (nl) | 2006-02-17 | 2006-02-17 | Verpakking en inrichting voor het bereiden van een drank. |
NL1033412A NL1033412C2 (nl) | 2006-02-17 | 2007-02-16 | Verpakking en systeem voor het bereiden van een voedingsproduct, zoals een drank. |
NL1033412 | 2007-02-16 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1033412A1 NL1033412A1 (nl) | 2007-08-20 |
NL1033412C2 true NL1033412C2 (nl) | 2007-11-13 |
Family
ID=38884521
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1033412A NL1033412C2 (nl) | 2006-02-17 | 2007-02-16 | Verpakking en systeem voor het bereiden van een voedingsproduct, zoals een drank. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1033412C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3514106A3 (de) * | 2016-01-12 | 2019-08-21 | Freezio AG | System aufweisend einen dispenser, eine kartuschenhalterung und eine kartusche |
-
2007
- 2007-02-16 NL NL1033412A patent/NL1033412C2/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3514106A3 (de) * | 2016-01-12 | 2019-08-21 | Freezio AG | System aufweisend einen dispenser, eine kartuschenhalterung und eine kartusche |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL1033412A1 (nl) | 2007-08-20 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US8635945B2 (en) | Package and device for the preparation of food product such as beverage | |
JP6687614B2 (ja) | 飲料を作製し分配供給するための、カプセルベースのシステム | |
CN104968244B (zh) | 具有改进的容器注入装置的饮料生产设备 | |
US6786134B2 (en) | Coffee and tea dispenser | |
US12245717B2 (en) | System for multi-ingredient beverage preparation from various container types | |
NL2000399C2 (nl) | Cup met ruimte voor opnemen van pad. | |
CN108366684A (zh) | 饮料制备系统及胶囊 | |
TW201808183A (zh) | 用於食品或飲料容器之配件總成 | |
US20170240349A1 (en) | Pack for preparing foods or beverages | |
CN111417584B (zh) | 用于食物或饮料容器的柔性装配组件 | |
NL1033412C2 (nl) | Verpakking en systeem voor het bereiden van een voedingsproduct, zoals een drank. | |
WO2007105944A2 (en) | Foaming device for dispensing device |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 20070912 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Effective date: 20110223 |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20130901 |