NL1025130C2 - Lift cage with grab. - Google Patents
Lift cage with grab. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1025130C2 NL1025130C2 NL1025130A NL1025130A NL1025130C2 NL 1025130 C2 NL1025130 C2 NL 1025130C2 NL 1025130 A NL1025130 A NL 1025130A NL 1025130 A NL1025130 A NL 1025130A NL 1025130 C2 NL1025130 C2 NL 1025130C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- elevator car
- elevator
- arm
- pallet
- carriage
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04H—BUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
- E04H6/00—Buildings for parking cars, rolling-stock, aircraft, vessels or like vehicles, e.g. garages
- E04H6/08—Garages for many vehicles
- E04H6/12—Garages for many vehicles with mechanical means for shifting or lifting vehicles
- E04H6/18—Garages for many vehicles with mechanical means for shifting or lifting vehicles with means for transport in vertical direction only or independently in vertical and horizontal directions
- E04H6/22—Garages for many vehicles with mechanical means for shifting or lifting vehicles with means for transport in vertical direction only or independently in vertical and horizontal directions characterised by use of movable platforms for horizontal transport, i.e. cars being permanently parked on palettes
- E04H6/225—Garages for many vehicles with mechanical means for shifting or lifting vehicles with means for transport in vertical direction only or independently in vertical and horizontal directions characterised by use of movable platforms for horizontal transport, i.e. cars being permanently parked on palettes without transverse movement of the parking palette after leaving the transfer means
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Types And Forms Of Lifts (AREA)
Description
LIFTKOOI NET GRIJPERELEVATOR CAGE NET GRIJPER
De uitvinding betreft een liftkooi voor het in verticale richting verplaatsen van pallets. In het bijzonder gaat het om een liftkooi voor een volautomatische parkeertoren waarbij een voertuig op een pallet gereden wordt en vervolgens 5 automatisch met de lift naar een parkeerplaats gebracht wordt in deze toren.The invention relates to an elevator car for moving pallets in the vertical direction. In particular, it is a car for a fully automatic parking tower in which a vehicle is driven on a pallet and is subsequently automatically taken with the elevator to a parking space in this tower.
Het is bij de parkeertorens van belang dat het liftsysteem en in het bijzonder de liftkooi betrouwbaar werkt. Een kritisch punt bij een dergelijke lifttoren is het in- en uit 10 de liftkooi brengen van de pallets waarop de voertuigen geplaatst kunnen zijn. De pallet moet daarbij vanuit een parkeervak, dat vast in het gebouw is aangebracht, verplaatst worden naar de liftkooi die verticaal verplaatsbaar is in het gebouw. Daarbij moet de pallet aldus een grensvlak overschrijden 15 tussen een vast deel van het gebouw en een zwevend deel van het gebouw.With the parking towers it is important that the elevator system and in particular the elevator car works reliably. A critical point with such an elevator tower is bringing the pallets on which the vehicles can be placed in and out of the elevator car. The pallet must thereby be moved from a parking space that is fixed in the building to the elevator car that is vertically movable in the building. The pallet must thereby exceed a boundary surface between a fixed part of the building and a floating part of the building.
Het is een doel van de uitvinding een liftkooi te verschaffen, die tegen relatief lage kosten vervaardigd kan worden en bovendien een betrouwbare werking van het in- en uit 20 de liftkooi plaatsen van pallets waarborgt.It is an object of the invention to provide a lift cage, which can be manufactured at relatively low costs and moreover guarantees a reliable operation of placing pallets in and out of the lift cage.
Dit doel wordt bereikt met een liftkooi volgens de uitvinding, welke liftkooi omvat: - een in hoofdzaak kooi-vormig frame; - een aan het frame aangebrachte geleiding voor het 25 geleiden van een in- en uit de liftkooi te brengen pallet; - een verplaatsingsinrichting voor het in- en uit de 1025130 2 liftkooi verplaatsen van een pallet, waarbij de verplaatsingsinrichting een eerste evenwijdig aan de bodem van de liftkooi verplaatsbare arm, een tweede arm, die op de eerste arm verplaatsbaar en evenwijdig daaraan is aangebracht, en een 5 over de tweede arm verplaatsbaar aangebrachte wagen, welke wagen koppelmiddelen omvat voor het koppelen van een pallet.This object is achieved with an elevator car according to the invention, which elevator car comprises: - a substantially cage-shaped frame; - a guide arranged on the frame for guiding a pallet to be brought in and out of the elevator car; - a displacement device for moving a pallet in and out of the elevator car, the displacement device comprising a first arm which is movable parallel to the bottom of the elevator car, a second arm which is movably arranged on the first arm and parallel to it, and a carriage arranged movably over the second arm, which carriage comprises coupling means for coupling a pallet.
De eerste en tweede arm samen met de verplaatsbare wagen vormen een telescopische constructie, die geheel binnen de liftkooi ingetrokken kan worden. Met deze 10 verplaatsingsinrichting kan dus vanuit de vaste parkeerplek een pallet aangegrepen worden en binnen de liftkooi getrokken worden, zonder dat op de vaste parkeerplaats extra aandrijfmiddelen zijn om de pallet bijvoorbeeld gedeeltelijk in de liftkooi te drukken. Er is door deze constructie aldus 15 slechts één verplaatsingsinrichting nodig per liftkooi, waardoor een relatief goedkope constructie verkregen wordt.The first and second arms together with the movable carriage form a telescopic construction that can be fully retracted within the elevator car. With this displacement device, a pallet can therefore be grasped from the fixed parking place and pulled within the elevator car, without additional drive means being provided on the fixed parking space for for instance partially pressing the pallet into the elevator car. Because of this construction, therefore, only one displacement device is required per elevator car, whereby a relatively inexpensive construction is obtained.
Bovendien is de verplaatsingsinrichting geheel aangebracht in de liftkooi waardoor het niet noodzakelijk is om de verplaatsingsinrichting in de liftkooi te koppelen met delen, 20 die bijvoorbeeld aanwezig zijn op de vaste parkeerplaats. Hierdoor wordt de betrouwbaarheid verhoogd, aangezien de verplaatsingsinrichting als één geheel aangebracht is in de liftkooi en aldus een pallet volledig zelfstandig uit de parkeerplaats in de liftkooi kan brengen en vice versa.Moreover, the displacement device is entirely arranged in the elevator car, as a result of which it is not necessary to couple the displacement device in the elevator car to parts, which are for instance present on the fixed parking space. The reliability is hereby increased, since the displacement device is arranged as a whole in the elevator car and thus can bring a pallet completely independently from the parking space into the elevator car and vice versa.
25 In een uitvoeringsvorm van een liftkooi volgens de uitvinding is de slag van de eerste arm begrensd door de buitenafmetingen van de liftkooi. Door deze slag van de eerste arm is het mogelijk om de tweede arm onder een pallet te brengen, die op een vaste parkeerplaats staat.In an embodiment of a lift cage according to the invention, the stroke of the first arm is limited by the outer dimensions of the lift cage. This stroke of the first arm makes it possible to place the second arm under a pallet, which stands on a fixed parking space.
30 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de liftkooi volgens de uitvinding maken de wagen en de tweede arm onderdeel „ oetszoi 3 uit van een lineaire motor. Met een lineaire motor is het mogelijk om genoeg vermogen te produceren om de pallets met daarop bijvoorbeeld een auto, vlot vanaf een parkeerplaats naar de liftkooi te brengen en andersom. Bovendien heeft een lineaire 5 motor het voordeel dat dit een platte constructie vormt in verhouding tot het geleverde vermogen. Bovendien kan de wagen zich hierdoor gemakkelijk vanaf het ene eind van de tweede arm naar het andere eind verplaatsen.In a preferred embodiment of the elevator car according to the invention, the carriage and the second arm are part of a linear motor 3. With a linear motor it is possible to produce enough power to move the pallets with, for example, a car on them, quickly from a parking space to the elevator car and vice versa. Moreover, a linear motor has the advantage that it forms a flat construction in relation to the power supplied. Moreover, the carriage can hereby easily move from one end of the second arm to the other end.
Daarbij kan de tweede arm zijn voorzien van een strook 10 permanente magneten en de wagen van een aantal bekrachtigbare spoelen. Een dergelijke constructie is kostprijstechnisch gunstig, maar het is ook mogelijk om de wagen te voorzien van de permanente magneten en de tweede arm te voorzien van bekracht igbare spoelen.The second arm can herein be provided with a strip of permanent magnets and the carriage with a number of energizable coils. Such a construction is advantageous in terms of cost price, but it is also possible to provide the carriage with the permanent magnets and to provide the second arm with energizable coils.
15 In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de liftkooi volgens dë uitvinding is een ketting aangebracht tussen de twee einden van de eerste arm en grijpt een aandrijfbaar kettingwiel aan op de ketting voor het verplaatsen van de eerste arm. Dit is een eenvoudige doch betrouwbare constructie om de eerste arm 20 binnen de buitenafmetingen van de liftkooi heen- en weer te kunnen verplaatsen. Het is natuurlijk ook mogelijk om de arm tot buiten de liftkooi te laten komen.In another preferred embodiment of the elevator car according to the invention, a chain is arranged between the two ends of the first arm and a drivable sprocket engages the chain for moving the first arm. This is a simple yet reliable construction for moving the first arm 20 back and forth within the outer dimensions of the elevator car. It is of course also possible to have the arm come out of the lift car.
In weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de liftkooi volgens de uitvinding omvatten de koppelmiddelen ten 25 minste één tussen een horizontale en verticale stand zwenkbare nok voor het koppelen van de pallet. Deze zwenkbare nok is op de wagen aangebracht en kan aldus met de pallet koppelen. De wagen wordt onder de pallet geschoven, waarna de nok vanuit de horizontale naar de verticale stand gezwenkt wordt en zo met de 30 pallet koppelt. Vervolgens kan door het verplaatsen van de wagen de pallet meegenomen worden.In yet another preferred embodiment of the elevator car according to the invention, the coupling means comprise at least one cam pivotable between a horizontal and vertical position for coupling the pallet. This pivotable cam is arranged on the carriage and can thus connect to the pallet. The carriage is pushed under the pallet, after which the cam is pivoted from the horizontal to the vertical position and thus couples with the pallet. The pallet can then be taken along by moving the trolley.
1025130 41025130 4
Bij voorkeur omvat de ten minste ene nok veermiddelen voor het in de verticale stand dringen van de nok. De nok wordt aldus altijd in de vergrendelende stand gedwongen, waardoor onverhoeds loskomen van de pallets tegengegaan wordt.The at least one cam preferably comprises spring means for urging the cam into the vertical position. The cam is thus always forced into the locking position, so that unintentional release of the pallets is prevented.
5 In weer een andere uitvoeringsvorm is de nok uitsluitend bedienbaar in de beide eindstanden van de wagen over de arm. Alleen in deze twee eindstanden wordt de pallet losgekoppeld of aangekoppeld en tijdens het verplaatsen van de pallet en dus verplaatsen van de wagen over de arm is het niet 10 noodzakelijk dat de pallet losgekoppeld wordt. Derhalve is de constructie veiliger, indien de nok uitsluitend bedienbaar is in de beide eindstanden.In yet another embodiment, the cam can only be operated in the two end positions of the carriage over the arm. Only in these two end positions is the pallet disconnected or coupled and during the movement of the pallet and thus moving the carriage over the arm it is not necessary that the pallet is disconnected. The construction is therefore safer if the cam can only be operated in the two end positions.
In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de liftkooi volgens de uitvinding omvat deze blokkeermiddelen voor 15 het in althans verticale richting blokkeren van de liftkooi. Wanneer de liftkooi in onbelaste toestand op een parkeerniveau gebracht wordt en vervolgens wordt een pallet in de liftkooi geschoven, waarop een voertuig staat, dan zal door rek in de liftkabels de liftkooi de neiging hebben om enigszins te zakken. 20 Dit zou mogelijk de werking van de verplaatsingsmiddelen kunnen beïnvloeden. Door nu blokkeermiddelen aan te brengen wordt voorkomen dat de liftkooi zich tijdens het in- en uit de liftkooi plaatsen van de pallet in verticale richting kan verplaatsen.In yet another preferred embodiment of the elevator car according to the invention, it comprises blocking means for blocking the elevator car in at least vertical direction. When the elevator car is brought to a parking level in a no-load condition and subsequently a pallet is slid into the elevator car on which a vehicle stands, then the elevator car will tend to drop slightly due to the rack in the elevator cables. This could possibly influence the operation of the displacement means. By providing blocking means, it is prevented that the lift car can move in the vertical direction during the loading and unloading of the lift car.
25 Daarbij hebben de blokkeermiddelen bij voorkeur ten minste één zwenkbare vanghaak voor het aangrijpen op een in de liftschacht aangebrachte nok. Door het gebruik van een zwenkbare vanghaak is het mogelijk om de liftkooi ongeacht de belasting ten alle tijden te kunnen loskoppelen van de liftschacht en 30 aldus weer te kunnen verplaatsen in verticale richting.The blocking means herein preferably have at least one pivotable catch hook for engaging a cam arranged in the elevator shaft. By using a pivotable catch hook, it is possible to be able to disengage the elevator car from the elevator shaft at all times, irrespective of the load, and thus to be able to move again in the vertical direction.
De vanghaak wordt hierbij bij voorkeur door middel van 10251 30 5 bedieningsmiddelen tussen een eerste stand en een tweede blokkerende stand gezwenkt.The catch hook is herein pivoted by means of operating means between 10 a first position and a second blocking position.
De uitvinding betreft verder een lift omvattende een schacht en een daarin op en neer verplaatsbare liftkooi volgens 5 de uitvinding.The invention further relates to a lift comprising a shaft and a lift cage according to the invention that can be moved up and down therein.
De lift heeft daarbij bij voorkeur in de schacht op een verdieping, in het bijzonder op straatniveau, opklapbare vloerplaten, welke in opgeklapte stand het passeren van althans de onderzijde van de liftkooi mogelijk maken en welke in 10 ingeklapte stand aansluiten op een in de liftkooi geplaatste pallet. Deze vloerplaten maken het mogelijk om een goede toegang te krijgen tot de pallet door personen, in het bijzonder wanneer op de pallet een voertuig geparkeerd is. Zo kan de bestuurder over de vloerplaten naar de auto lopen en vervolgens de auto van 15 de pallet afrijden.The lift herein preferably has foldable floor plates in the shaft on a floor, in particular at street level, which in folded position enable the passage of at least the underside of the lift cage and which in folded position connect to a placed in the lift cage pallet. These floor plates make it possible for people to gain good access to the pallet, in particular when a vehicle is parked on the pallet. This allows the driver to walk across the floor plates to the car and then drive the car off the pallet.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de lift volgens de uitvinding omvat de liftkooi ten minste één vanghaak voor het tussen de opgeklapte en neergeklapte stand bedienen van de vloerplaten. Wanneer de liftkooi neergelaten wordt, zoal de 20 vanghaak vanzelf de vloerplaten bedienen naar de neergeklapte stand. Wanneer de liftkooi weer opgetild wordt, zal de vanghaak de vloerplaten vanzelf weer naar de opgeklapte stand brengen.In a preferred embodiment of the elevator according to the invention, the elevator car comprises at least one catch hook for operating the floor plates between the folded-up and folded-down position. When the elevator car is lowered, the catch hook will automatically operate the floor plates to the folded position. When the lift car is lifted again, the catch hook will automatically bring the floor plates back to the folded position.
Bij voorkeur omvatten de vloerplaten veermiddelen voor het in de opgeklapte stand dringen van de vloerplaten. Dit verzekert dat 25 de vloerplaten in opgeklapte stand blijven staan en niet onverhoopt in neergeklapte stand komen, terwijl de liftkooi nog langs de vloerplaten moet gaan.The floor plates preferably comprise spring means for urging the floor plates into the folded-up position. This ensures that the floor plates remain in the folded-up position and do not unexpectedly get into the folded-down position, while the elevator car still has to go along the floor plates.
Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.These and other features of the invention are further elucidated with reference to the accompanying drawings.
30 Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht schematisch een parkeertoren met een liftkooi volgens de uitvinding.Figure 1 schematically shows a parking tower with a lift cage according to the invention in perspective view.
1025130 61025130 6
In figuur 2 wordt de toren volgens fig. 1 in een tweede stand getoond.Figure 2 shows the tower according to Figure 1 in a second position.
In figuur 3 wordt de parkeertoren volgens fig. 1 in een derde stand getoond.Figure 3 shows the parking tower according to Figure 1 in a third position.
5 In figuren 4 en 5 wordt in zij-aanzicht de zijdelingse verplaatsing van een pallet binnen de liftkooi getoond alsmede de blokkeermiddelen voor het in de liftschacht blokkeren van de liftkooi.Figures 4 and 5 show in side view the lateral displacement of a pallet within the elevator car as well as the blocking means for blocking the elevator car in the elevator shaft.
Figuren 6A tot en met 6C tonen in zij-aanzicht en in 10 meer detail drie verschillende standen van de blokkeermiddelen volgens de uitvinding.Figures 6A to 6C show three different positions of the blocking means according to the invention in side view and in more detail.
In figuren 7A tot en met 7D wordt in zij-aanzicht de verschillende standen van de verplaatsingsinrichting getoond, waarbij een pallet met daarop een voertuig vanaf een vaste 15 parkeerplaats in de liftkooi geschoven wordt.In figures 7A to 7D, the different positions of the displacement device are shown in side view, wherein a pallet with a vehicle thereon is pushed from a fixed parking space into the elevator car.
Figuren 8A en 8B tonen in zij-aanzicht twee standen van de verschillende vergrendelmiddelen, die aanwezig zijn in de liftkooi volgens de uitvinding.Figures 8A and 8B show in side view two positions of the different locking means which are present in the elevator car according to the invention.
Figuur 9 toont in bovenaanzicht met gedeeltelijk 20 weggenomen delen de liftkooi volgens de uitvinding.Figure 9 shows the elevator car according to the invention in top view with parts partly removed.
Figuur 10 toont in perspectivisch aanzicht een tweede uitvoeringsvorm van de parkeertoren volgens de uitvinding.Figure 10 shows a perspective view of a second embodiment of the parking tower according to the invention.
Figuur 11 toont in zij-aanzicht een detail van de parkeertoren volgens figuur 10.Figure 11 shows a detail of the parking tower according to Figure 10 in side view.
25 In figuur 1 wordt in schematisch aanzicht een parkeertoren 1 getoond. Deze parkeertoren 1 heeft een aantal vaste parkeervakken 2, waarop in twee posities pallets 3 geplaatst kunnen worden.Figure 1 shows a parking tower 1 in a schematic view. This parking tower 1 has a number of fixed parking spaces 2, on which pallets 3 can be placed in two positions.
In het midden is een liftkooi 4 volgens de uitvinding 30 aangebracht, die door middel van kabels 5 en een liftmotor 6 in verticale richting verplaatst kan worden.A lift cage 4 according to the invention 30 is arranged in the middle, which can be moved in the vertical direction by means of cables 5 and a lift motor 6.
1025130 71025130 7
In de getoonde stand wordt een voertuig V op een pallet 3 in de liftkooi 4 gereden.In the position shown, a vehicle V is driven on a pallet 3 in the elevator car 4.
Vervolgens wordt, zoals getoond in figuur 2, de liftkooi 4 door middel van de motor 6 omhoog getild tot een 5 tweede parkeemiveau. Daarbij zakken de contra-gewichten, die aan het andere eind van de kabels 5 zijn aangebracht. Tevens wordt het voertuig V in een liftkooi 4 in dwarsrichting verplaatst, zodat het uitgelijnd staat met een vrije plaats van de parkeerplaats 2.Subsequently, as shown in figure 2, the elevator car 4 is lifted by means of the motor 6 to a second parking level. The counterweights that are arranged at the other end of the cables 5 then drop. The vehicle V is also moved in a transverse direction in an elevator car 4, so that it is aligned with a free space of the parking space 2.
10 Vervolgens wordt, zoals getoond in figuur 3 de pallet 3 met daarop het voertuig V door middel van de verplaatsingsinrichting 7 van de liftkooi 4 geschoven en op de vaste parkeerplaats 2 gezet. De verplaatsingsmiddelen zullen hierna in nader detail toegelicht worden.Subsequently, as shown in figure 3, the pallet 3 with the vehicle V thereon is moved by means of the displacement device 7 from the elevator car 4 and placed on the fixed parking space 2. The displacement means will be explained in further detail below.
15 In figuren 4 en 5 wordt de liftkooi 4 in zij-aanzicht getoond. De liftkooi is voorzien van blokkeermiddelen 8, die een vanghaak 9 omvatten, die bedienbaar is door een cilinder 10. De vanghaak 9 valt in een nok 11, die aangebracht is op de lichtschacht 12.In figures 4 and 5 the elevator car 4 is shown in side view. The elevator car is provided with blocking means 8, which comprise a catch hook 9, which can be operated by a cylinder 10. The catch hook 9 falls into a cam 11, which is arranged on the light shaft 12.
20 In figuur 4 wordt de zwenkhaak 9 in een eerste stand gebracht door middel van de bedieningsmiddelen 10, zodat de liftkooi 4 zonder enig probleem in verticale richting verplaatsbaar is. In figuur 5 wordt de stand getoond, waarin de liftkooi 4 vergrendeld is ten opzichte van de liftschacht 12.In figure 4 the swivel hook 9 is brought into a first position by means of the operating means 10, so that the elevator car 4 can be moved in the vertical direction without any problem. Figure 5 shows the position in which the elevator car 4 is locked with respect to the elevator shaft 12.
25 In figuren 6A tot en met 6C staan de verschillende standen getekend wanneer de liftkooi 4 en in het bijzonder de blokkeermiddelen ten opzichte van de liftschacht 12 vergrendeld worden. In fig. 6A komt de liftkooi 4 vanaf boven en loopt de vanghaak 9 aan tegen de nok 11, die op de liftschacht 12 is 30 aangebracht. De bedieningsmiddelen 10 staan daarbij in de stand, waarop de vanghaak 9 in de vergrendelde stand komt.Figures 6A to 6C show the different positions when the elevator car 4 and in particular the blocking means are locked with respect to the elevator shaft 12. In Fig. 6A, the elevator car 4 comes from above and the catch hook 9 runs against the cam 11, which is mounted on the elevator shaft 12. The operating means 10 are then in the position at which the catch hook 9 comes into the locked position.
1025130 81025130 8
Zoals in fig. 6B getoond, wordt bij verdere verplaatsing van de liftkooi 4 de vanghaak 9 door het oploopvlak 13 op de nok 11 weggedrukt, zodat deze loskomt van de bedieningsmiddelen 10.As shown in Fig. 6B, when the elevator car 4 is moved further, the catch hook 9 is pushed away by the ramp 13 on the cam 11, so that it comes away from the operating means 10.
5 In fig. 6C is de vanghaak 9 gekoppeld met de nok 13.In Fig. 6C the catch hook 9 is coupled to the cam 13.
Pas bij bediening van de bedieningsmiddelen 10 kan de liftkooi 4 weer losgekoppeld worden van de schacht 12 en deze verticaal verplaatst worden.Only when the operating means 10 are operated can the elevator car 4 be disconnected from the shaft 12 again and be moved vertically.
In fig. 7A wordt een zij-aanzicht getoond van de 10 liftkooi 4. Op de bodem van de liftkooi 4 is een eerste verplaatsbare arm 14 aangebracht met daarop een tweede verplaatsbare arm 15. De tweede verplaatsbare arm 15 is voorzien van magneten en vormt samen met de wagen 7 een lineaire motor.In Fig. 7A a side view is shown of the elevator car 4. On the bottom of the elevator car 4 a first movable arm 14 is arranged with a second movable arm 15. The second movable arm 15 is provided with magnets and forms together with the carriage 7 a linear engine.
In fig. 7A zijn zowel de eerste arm 14 als de tweede arm 15 15 volledig naar links verplaatst alsook de wagen 7. Hierdoor kan de wagen 7 koppelen met de pallet 3. Vervolgens wordt in fig. 7B allereerst de wagen 7 over de tweede arm 15 verplaatst, zodat de wagen 7 zich volledig aan de rechterzijde van de tweede arm 15 bevindt.In Fig. 7A, both the first arm 14 and the second arm 15 have been moved completely to the left, as well as the carriage 7. This allows the carriage 7 to couple with the pallet 3. In Fig. 7B, first, the carriage 7 is moved over the second arm. 15, so that the carriage 7 is completely on the right-hand side of the second arm 15.
20 Vervolgens, zoals getoond in fig. 7C, wordt ook de eerste arm 14 naar rechts bewogen door aandrijving van het tandwiel 16, dat een ketting 17 aandrijft, die met beide einden aan de eerste arm 14 is aangebracht. Zo wordt de pallet 3 volledig binnen de liftkooi 4 gebracht.Subsequently, as shown in Fig. 7C, the first arm 14 is also moved to the right by driving the gear wheel 16, which drives a chain 17, which is attached to the first arm 14 with both ends. Thus, the pallet 3 is completely brought inside the elevator car 4.
25 Daarna worden de koppelmiddelen 18 vanuit de verticale stand, zoals getoond in fig. 7C naar een horizontale positie gebracht, waardoor het mogelijk is dat de wagen 7 zich naar het midden van de liftkooi 4 verplaatst, zoals getoond in fig. 7D, zonder dat de pallet 3 weer buiten de liftkooi gebracht wordt.Subsequently, the coupling means 18 are brought from the vertical position, as shown in Fig. 7C, to a horizontal position, whereby it is possible for the carriage 7 to move to the center of the elevator car 4, as shown in Fig. 7D, without the pallet 3 is brought outside the elevator car again.
30 In fig. 7D zijn verder twee extra lineaire motoren 19 getoond, die zich dwars op de eerste en tweede arm 14, 15 1025130 9 uitstrekken en waardoor de pallet 3 binnen de liftkooi 4 heen-en weer geschoven kan worden.Fig. 7D furthermore shows two additional linear motors 19, which extend transversely to the first and second arm 14, 1025130 9 and through which the pallet 3 can be slid back and forth within the elevator car 4.
In fig. 8A wordt een dwarsdoorsnede-aanzicht getoond van de liftkooi 4. De pallet 3 met daarop het voertuig V, rust 5 via wielen 20 op het frame 21 van de liftkooi 4. Onder de pallet 3 is de eerste arm 14 met daarop de tweede arm 15 aangebracht.Fig. 8A shows a cross-sectional view of the elevator car 4. The pallet 3 with the vehicle V thereon rests via wheels 20 on the frame 21 of the elevator car 4. Below the pallet 3 is the first arm 14 with the second arm 15.
In fig. 8A is duidelijk te zien dat op de tweede arm een laag magneten 22 aangebracht is. De wagen 7 is op zijn beurt voorzien van de elektrische spoelen om zo samen een lineaire motor te 10 vormen. De koppelmiddelen 18 staan hier in verticale richting en worden bediend door een stangenstelsel 23.It can be clearly seen in Fig. 8A that a layer of magnets 22 is arranged on the second arm. The carriage 7 is in turn provided with the electric coils so as to together form a linear motor. The coupling means 18 are in vertical direction here and are operated by a rod system 23.
Verder omvat de liftkooi 4 een tweede stel vergrendelnokken 24, die door cilinders 25 bedienbaar zijn. Met deze vergrendelnokken 24 wordt de pallet 3 aan de liftkooi 4 15 vergrendeld.The elevator car 4 further comprises a second set of locking cams 24, which can be operated by cylinders 25. The pallet 3 is locked to the elevator car 4 with these locking cams 24.
In fig. 8B zijn de vergrendelnokken 24 en koppelmiddelen 18 naar een in hoofdzaak horizontale stand gericht, waardoor de pallet 3 losgekoppeld is van de liftkooi 4 en aldus verplaatst kan worden en zo in een parkeervak gezet kan 20 worden.In Fig. 8B, the locking cams 24 and coupling means 18 are directed to a substantially horizontal position, as a result of which the pallet 3 is disconnected from the elevator car 4 and can thus be moved and thus placed in a parking space.
In fig. 9 is de liftkooi 4 in bovenaanzicht getoond. Hierin is duidelijk te zien dat het stangenstelsel 23 de koppelmiddelen 18 bediend, die op de wagen 7 zijn aangebracht. Verder zijn de vergrendelmiddelen 24 getoond, die de pallets 3 25 aan de liftkooi 4 vergrendelen.Fig. 9 shows the elevator car 4 in top view. It can clearly be seen here that the rod system 23 operates the coupling means 18 which are arranged on the carriage 7. Furthermore, the locking means 24 are shown, which lock the pallets 3 to the elevator car 4.
De lineaire motoren 19 zijn duidelijk getoond, waarmee de pallet 3 in dwarsrichting verplaatst kan worden binnen de liftkooi 4.The linear motors 19 are clearly shown, with which the pallet 3 can be moved transversely within the elevator car 4.
Figuur 10 toont in perspectivisch aanzicht een tweede 30 uitvoeringsvorm van een parkeertoren 30. Deze parkeertoren komt grotendeels overeen met de parkeertoren volgens figuur 1.Figure 10 shows a perspective view of a second embodiment of a parking tower 30. This parking tower largely corresponds to the parking tower according to figure 1.
1026Ί30 101026Ί30 10
Derhalve zullen alleen de afwijkende kenmerken nader toegelicht worden. Op de bodem van de liftschacht 31 zijn vloerplaten 32 en 33 aangebracht. De vloerplaten 32 zijn stationair, terwijl de vloerplaten 33 opklapbaar zijn. De liftkooi 4 is daarbij 5 voorzien van een uitsparing, zodanig dat in opgeklapte toestand van de vloerplaten 33 de liftkooi 4 naar beneden gebracht kan worden.Therefore only the deviating characteristics will be explained in more detail. Floor plates 32 and 33 are arranged on the bottom of the elevator shaft 31. The floor plates 32 are stationary, while the floor plates 33 are foldable. The elevator car 4 is thereby provided with a recess, such that in the folded-up condition of the floor plates 33 the elevator car 4 can be lowered.
Zoals in figuur 11 in meer detail getoond is, heeft de liftkooi 4 een vanghaak 34, die een rol 35 bedient, waarmee de 10 opklapbare vloerplaten 33 in neergeklapte toestand gebracht kunnen worden. De vloerplaten 33 scharnieren rond het scharnierpunt 36. Verder is er een gasveer 37 aangebracht, die de vloerplaten 33 naar de opstaande stand dringen. Wanneer de liftkooi 4 zich in de onderste stand bevindt, dan zorgt de 15 vanghaak 34 ervoor dat de gasveer 37 de vloerplaat 33 niet omhoog kan drukken. Echter zodra de liftkooi 4 weer omhoog gebracht wordt, zal de vanghaak 34 loskomen van de rol 35, waardoor de gasveer 37 de vloerplaat 33 omhoog kan drukken. Dit vindt tijdig plaats, zodat de liftkooi 4 langs de opstaande 20 vloerplaten 33 kan gaan.As is shown in more detail in Figure 11, the elevator car 4 has a catch hook 34, which operates a roller 35, with which the foldable floor plates 33 can be brought into folded-down condition. The floor plates 33 pivot around the pivot point 36. Furthermore, a gas spring 37 is arranged, which urges the floor plates 33 to the upright position. When the car 4 is in the lower position, the catch hook 34 ensures that the gas spring 37 cannot push the floor plate 33 upwards. However, as soon as the lift car 4 is raised again, the catch hook 34 will separate from the roller 35, whereby the gas spring 37 can push the floor plate 33 upwards. This takes place in time, so that the elevator car 4 can go along the upright floor plates 33.
In de liftschacht 31 zijn verder sproeiers 38 voorzien. Met deze sproeiers is het mogelijk om een autobrand te blussen of althans zodanig beperkt te houden, dat de brandweer tijdig kan arriveren en de brand volledig kan blussen. In de 25 gehele parkeertoren 30 zijn sensoren aangebracht om temperatuurverhogingen te detecteren. Indien bij een geparkeerde auto een onacceptabele temperatuurverhoging gedetecteerd wordt, dan zal het besturingssysteem van de parkeertoren 30 de liftkooi 4 naar het betreffende niveau brengen, zodat de pallet met 30 daarop de auto, die de temperatuurverhoging veroorzaakt in de liftkooi gebracht kan worden. De liftkooi is daarbij voorzien 1025130 11 van brandwerende materialen. De liftkooi 4 wordt vervolgens naar beneden gebracht alwaar de sproeiers 38 het voertuig kunnen afkoelen en zo mogelijk de brand kunnen blussen. In een bijzondere omstandigheid zou het eventueel ook mogelijk zijn om 5 op de begane grond de pallet 3 naar buiten te schuiven, zodat de brandweer betere toegang heeft tot een brandend voertuig.Sprayers 38 are furthermore provided in the elevator shaft 31. With these nozzles it is possible to extinguish a car fire or at least keep it limited in such a way that the fire brigade can arrive on time and extinguish the fire completely. Sensors are provided in the entire parking tower 30 to detect temperature increases. If an unacceptable temperature increase is detected in a parked car, the control system of the parking tower 30 will bring the car 4 to the relevant level, so that the pallet with the car causing the temperature increase on it can be brought into the car. The elevator car is thereby provided with 1025130 11 of fire-resistant materials. The car 4 is then lowered where the nozzles 38 can cool the vehicle and, if possible, extinguish the fire. In a special circumstance it would possibly also be possible to slide the pallet 3 outwards on the ground floor, so that the fire brigade has better access to a burning vehicle.
Verder zijn bij de oprit 39 en afrit 40 sensoren 41 geplaatst, die het in of uitrijden van een voertuig detecteren. Deze detectie zorgt ervoor dat de parkeertoren 30 op een veilige 10 wijze bediend kan worden.Furthermore, sensors 41 are placed at the entrance 39 and exit 40, which detect the entry or exit of a vehicle. This detection ensures that the parking tower 30 can be operated in a safe manner.
Ten slotte zijn op de verschillende parkeemiveaus 2 palletvergrendelingen 42 aangebracht, die een op het parkeerniveau 2 geplaatste pallet 3 kunnen vergrendelen. Dit zorgt voor extra veiligheid en voorkomt het eventuele geval, 15 waarbij een pallet 3 terugschuift en in de liftschacht 31 zou vallen.Finally, at the different parking levels 2 pallet locks 42 are provided, which can lock a pallet 3 placed at the parking level 2. This provides extra safety and prevents the eventual situation where a pallet 3 slides back and would fall into the elevator shaft 31.
Bij voorkeur wordt de palletvergrendeling bediend door het inschuiven van de wagen van de verplaatsingsinrichting, die in de liftkooi 4 is aangebracht. Wanneer namelijk de wagen 7 20 ingeschoven wordt onder de pallet 3, dan betekent dit dat de liftkooi 4 op de juiste hoogte is en dat er geen gevaar bestaat voor ongewenst verplaatsen van de pallet 3.The pallet lock is preferably operated by sliding in the carriage of the displacement device which is arranged in the elevator car 4. Namely, when the trolley 7 is pushed under the pallet 3, this means that the elevator car 4 is at the correct height and that there is no risk of undesired movement of the pallet 3.
10251301025130
Claims (15)
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025130A NL1025130C2 (en) | 2003-12-24 | 2003-12-24 | Lift cage with grab. |
PCT/NL2004/000914 WO2005061824A1 (en) | 2003-12-24 | 2004-12-24 | Lift cage with gripper |
EP04808830A EP1706562A1 (en) | 2003-12-24 | 2004-12-24 | Lift cage with gripper |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025130 | 2003-12-24 | ||
NL1025130A NL1025130C2 (en) | 2003-12-24 | 2003-12-24 | Lift cage with grab. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1025130C2 true NL1025130C2 (en) | 2005-06-27 |
Family
ID=34709386
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1025130A NL1025130C2 (en) | 2003-12-24 | 2003-12-24 | Lift cage with grab. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1706562A1 (en) |
NL (1) | NL1025130C2 (en) |
WO (1) | WO2005061824A1 (en) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP5984567B2 (en) * | 2012-08-07 | 2016-09-06 | Ihi運搬機械株式会社 | Lifting mechanism and parking device |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2845189A (en) * | 1957-01-18 | 1958-07-29 | Systematic Parking Company | Automobile parking apparatus |
FR1331341A (en) * | 1961-10-11 | 1963-07-05 | Trains De Roues Du Ct Sa | Vehicle parking facility |
US5118239A (en) * | 1990-05-23 | 1992-06-02 | Nissei Build Kogyo Kabushiki Kaisha | Cubic parking apparatus |
-
2003
- 2003-12-24 NL NL1025130A patent/NL1025130C2/en not_active IP Right Cessation
-
2004
- 2004-12-24 WO PCT/NL2004/000914 patent/WO2005061824A1/en not_active Application Discontinuation
- 2004-12-24 EP EP04808830A patent/EP1706562A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2845189A (en) * | 1957-01-18 | 1958-07-29 | Systematic Parking Company | Automobile parking apparatus |
FR1331341A (en) * | 1961-10-11 | 1963-07-05 | Trains De Roues Du Ct Sa | Vehicle parking facility |
US5118239A (en) * | 1990-05-23 | 1992-06-02 | Nissei Build Kogyo Kabushiki Kaisha | Cubic parking apparatus |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1706562A1 (en) | 2006-10-04 |
WO2005061824A1 (en) | 2005-07-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5253973A (en) | Vehicles and vehicle lifts | |
AU716015B2 (en) | A compact moveable ramp assembly | |
US5845356A (en) | Loading ramp and handling apparatus | |
US9464450B2 (en) | Automatic parking structure | |
US9937933B2 (en) | High level platform trapdoor with built in moving slide for railway platform gap bridging | |
CA2159707A1 (en) | Vehicle lifts | |
CA2936878A1 (en) | Gangway having position locking assembly | |
US6733226B1 (en) | Vehicle moving apparatus | |
NL1025130C2 (en) | Lift cage with grab. | |
FR2917077A1 (en) | Goods handling and loading dock leveler for e.g. flat-bed truck, has fixed leads leaving free space between leads at certain height forming crash-resistant refuge for operator during accidental fall of vehicle | |
EP1764322A2 (en) | Dock leveler and its use | |
GB2561857B (en) | A vehicle parking device | |
NL1033716C2 (en) | Lift device for a vehicle. | |
NL1021501C2 (en) | Device for storage of means of transport. | |
JP2001240212A (en) | Automated storage and retrieval warehouse for carrier | |
NL2008410C2 (en) | LOADING BRIDGE FOR A LOADING PERRON AND METHOD FOR LOADING AND UNLOADING DOUBLE-DECK TRAILERS. | |
JP3545539B2 (en) | Pallet fall prevention device for mechanical multi-story parking facilities | |
NL1039038C2 (en) | Lift device to be used in conjunction with a vehicle. | |
US20240141671A1 (en) | Vehicle parking lift | |
NL1008169C1 (en) | Loading ramp for vehicles, especially small delivery vans | |
NL1020032C2 (en) | Lifting device for loading a vehicle. | |
CA2982916A1 (en) | Motorised side by side parking plat-form | |
NL1022392C1 (en) | Lorry wheel locking device for loading bay, comprises wedge with shaft connected to movable body in bay floor and to cylinder mounted on this body | |
CA2180213A1 (en) | Truck leveler | |
EP3078618B1 (en) | Goods movement apparatus |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140701 |