NL1022406C2

NL1022406C2 - Ladder with cover for e.g. use by fire brigade, provided with cover having non round cross section with corners

Info

Publication number: NL1022406C2
Application number: NL1022406A
Authority: NL
Inventors: Pieter Van Dijk
Original assignee: Pieter Van Dijk
Priority date: 2003-01-16
Filing date: 2003-01-16
Publication date: 2004-07-19

Abstract

The cover (14, 19) has a non-round cross-section with corners when it is open, when viewed in a plan perpendicular to the ladder beam length direction. The ladder (1) has at least one cover which can be tilted about an axis parallel to one of the ladder beams (2, 3). The cover rests on at least some of the rungs (4) to form a support surface when it is in the closed position. In the open position, the cover leaves the rungs exposed.

Description

Korte aanduiding: Ladder.Short indication: Ladder.

BESCHRIJVINGDESCRIPTION

De uitvinding heeft betrekking op een ladder omvattende 5 twee parallelle langsliggers met een aantal zich daartussen uitstrekkende sporten alsmede tenminste één afdekorgaan dat kantelbaar is om een kantelas evenwijdig aan een langsligger tussen een gesloten stand waarbij het afdekorgaan op tenminste een deel van de sporten rust voor het creëren van een draagvlak boven de sporten en een open stand waarbij de 10 sporten tenminste in hoofdzaak vrij zijn.The invention relates to a ladder comprising two parallel longitudinal beams with a number of rungs extending therebetween as well as at least one cover member which is tiltable about a tilting axis parallel to a longitudinal beam between a closed position wherein the cover member rests on at least a part of the rungs for mounting. creating a support surface above the rungs and an open position wherein the rungs are at least substantially free.

Een dergelijke ladder is bekend uit de Internationale octrooiaanvrage W0-A1-00/71850. Het tenminste ene afdekorgaan is bij de hierin beschreven ladder gevormd door een tweetal paneelhelften die ieder om 90° kantelbaar zijn om kantelassen die zich uitstrekken parallel aan 15 de langsliggers nabij de gebieden waar de sporten met de langsliggers zijn verbonden. In neergekantelde toestand vormen de twee paneelhelften een gesloten draagvlak waardoor de ladder in horizontale toestand ook als draagvlak voor personen of dergelijke dienst kan doen. In de open stand van de paneelhelften strekken deze zich op afstand van en evenwijdig aan 20 elkaar uit nabij de uiteinden van de sporten, waardoor deze sporten toegankelijk zijn om de ladder op de conventionele wijze te benutten. Voor het kantelen van de paneelhelften zijn scharnieren voorzien die enerzijds zijn verbonden met de uiteinden van een deel van de sporten en anderzijds met de beide paneelhelften.Such a ladder is known from the international patent application WO-A1-00 / 71850. In the ladder described herein, the at least one cover member is formed by two panel halves, each of which can be tilted through 90 ° about tilt axes extending parallel to the longitudinal beams near the areas where the rungs are connected to the longitudinal beams. In the tilted state, the two panel halves form a closed bearing surface through which the ladder can also serve as a bearing surface for persons or the like in the horizontal state. In the open position of the panel halves, they extend at a distance from and parallel to each other near the ends of the rungs, making these rungs accessible for utilizing the ladder in the conventional manner. For tilting the panel halves, hinges are provided which are connected on the one hand to the ends of a part of the rungs and on the other hand to the two panel halves.

25 Het feit dat de paneelhelften in de open stand zich noodzakelijkerwijs uitstrekken tot ver buiten de langsliggers, waardoor boven de sporten een relatief enge ruimte voor personen beschikbaar is, vormt in de praktijk een bezwaar, aangezien de bewegingsruimte voor « personen op de ladder daardoor aanzienlijk wordt beperkt en waardoor een 30 onveilige situatie ontstaat doordat de langsliggers moei lijker door een gebruiker kunnen worden aangegrepen. De scharnierende bevestiging van de 1022406 H paneelhelften aan de sporten lijkt niet dusdanig te zijn dat het snel I verwijderen van de paneelhelften van de ladder, teneinde genoemd probleem I op te lossen, snel en gemakkelijk mogelijk is. Voor zover dit wel het geval zou zijn, bestaat dan weer het risico dat de paneelhelften en de I 5 ladder niet bij elkaar blijven, zodat op het moment dat bevestiging van de paneelhelften aan de ladder gewenst zou zijn, deze paneelhelften niet beschikbaar zouden zijn. Bovendien is met het eventueel bevestigen van de paneelhelften aan de ladder extra tijd gemoeid hetgeen met name in H levensreddende situaties of in zijn algemeenheid bij situaties waarbij 10 tijd een belangrijke rol speelt een belangrijk nadeel vormt. Daarnaast wordt als verder nadeel vermeld dat indien de paneelhelften aan de ladder I zijn bevestigd het niet mogelijk is om de ladder volgens de stand van de I techniek als een meervoudige ladder uit te voeren waarbij telescoop I ladderdelen ten opzichte van elkaar in hun lengterichting kunnen I 15 verschuiven aangezien de paneelhelften hiertoe in de weg zouden staan.The fact that the panel halves in the open position necessarily extend far beyond the longitudinal girders, whereby a relatively narrow space is available for people above the rungs, is a drawback in practice, since the movement space for people on the ladder is thereby considerably is limited and as a result of which an unsafe situation arises because the longitudinal sleepers are more difficult to engage with a user. The hinged attachment of the 1022406 H panel halves to the rungs does not appear to be such that quick removal of the panel halves from the ladder in order to solve said problem I is possible quickly and easily. Insofar as this would be the case, there is again the risk that the panel halves and the ladder do not stay together, so that at the moment that attachment of the panel halves to the ladder would be desired, these panel halves would not be available. Moreover, the optional fixing of the panel halves to the ladder requires extra time, which is a major disadvantage, particularly in life-saving situations or in general in situations where time plays an important role. In addition, it is stated that a further disadvantage is that if the panel halves are attached to the ladder I, it is not possible to design the ladder according to the prior art as a multiple ladder, whereby telescope I can ladder parts relative to each other in their longitudinal direction. 15 move since the panel halves would stand in the way for this.

I De uitvinding beoogt, al dan niet in I voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, voor bovenbeschreven bezwaren van de stand van de techniek een oplossing of althans verbetering te verschaffen alsmede om de toepassingsmogelijkheden van ladders in zijn algemeenheid 20 aanzienlijk te doen toenemen. In eerste instantie kenmerkt de ladder volgens de uitvinding zich hiertoe, doordat het afdekorgaan tenminste in I de open stand een gehoekte dwarsdoorsnede gezien in een vlak loodrecht op I de langsrichting van de langsligger heeft. Dankzij de gehoekte I dwarsdoorsnede van het afdekorgaan in de open stand, is het niet meer I 25 onvermijdelijk dat het afdekorgaan de bewegingsruimte van een persoon die I zich langs de sporten van de ladder verplaatst tijdens conventioneel gebruik van de ladder, aanzienlijk beperkt. Hierdoor vervalt een I belangrijk argument om het afdekorgaan los te nemen van de ladder, waardoor de ladder en het afdekorgaan als één geheel kunnen blijven.It is an object of the invention, whether or not in preferred embodiments thereof, to provide a solution or at least an improvement for the above-described drawbacks of the prior art, as well as to substantially increase the application possibilities of ladders in general. In the first instance, the ladder according to the invention is characterized for this purpose by the fact that the cover member has an angled cross-section at least in the open position as seen in a plane perpendicular to the longitudinal direction of the longitudinal beam. Thanks to the angled cross-section of the cover member in the open position, it is no longer inevitable that the cover member considerably limits the room for movement of a person moving along the rungs of the ladder during conventional use of the ladder. This eliminates an important argument for detaching the cover member from the ladder, whereby the ladder and the cover member can remain as a whole.

I 30 Daarnaast is het zo dat de gehoekte dwarsdoorsnede van het afdekorgaan in de open stand het dankzij, de uitvinding verder, in beginsel mogelijk is I inood ne -“-:--L. - -Π|!«ί·Τ·»·ί»ΓΜ...<ρΜΜι.πτκΐΒΤ'«!'-- - ·Α·»· . J."K - - - '·ι·.·Τΐ ~J--.tif . SST? 3 om de desbetreffende ladder als meervoudige ladder uit te voeren aangezien het afdekorgaan in de open stand de contouren van de langsliggers kan volgen en dezelfde principes voor onderlinge langsgeleiding van telescopische ladderdelen beschikbaar zijn waarbij 5 eventueel de afmetingen van de geleidingsvoorzieningen moeten worden aangepast.In addition, the angled cross-section of the cover member in the open position makes it possible, in principle, thanks to the invention, as a matter of fact. - -Π |! «Ί · Τ ·» · ί »ΓΜ ... <ρΜΜι.πτκΐΒΤ '«!' - - · Α · »·. J. "K - - - '· ι ·. · Τΐ ~ J -. Tif. SST? 3 to design the ladder in question as a multiple ladder since the cover member can follow the contours of the side members in the open position and the same principles for mutual longitudinal guidance of telescopic ladder parts are available, whereby the dimensions of the guiding provisions may have to be adjusted if necessary.

Teneinde het ruimtebeslag van het afdekorgaan in open toestand ervan zo min mogelijk storend te maken, geniet het de voorkeur dat het afdekorgaan tenminste twee afdekdelen omvat die onderling 10 scharnierbaar zijn om een scharnieras evenwijdig aan de kantelas. Hierbij zal men bijvoorbeeld kunnen denken aan een harmonicastructuur welke als het ware uitschuifbaar is langs de sport voor het bereiken van een gesloten stand van het afdekorgaan.In order to make the space occupied by the cover member as open as possible as little as possible, it is preferred that the cover member comprises at least two cover parts that are hinged to one another about a pivot axis parallel to the tilt axis. In this context, one may think, for example, of a harmonica structure which is, as it were, extendable along the rung for achieving a closed position of the cover member.

Wellicht nog gunstiger is het echter, indien het 15 afdekorgaan in de open stand de omtrek van een langsligger gezien in een vlak loodrecht op de langsrichting van de langsligger volgt, aangezien op die wijze de volle lengte van de sporten zoveel mogelijk beschikbaar kan blijven voor een gebruiker.It is perhaps even more favorable, however, if the cover member, in the open position, follows the circumference of a longitudinal beam viewed in a plane perpendicular to the longitudinal direction of the longitudinal beam, since in this way the full length of the rungs can remain available as much as possible for a user.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm strekken ten 20 minste twee naburige afdekdelen in de open stand zich evenwijdig aan elkaar uit. Dit zou kunnen geschieden in de harmonica-uitvoeringsvorm zoals bovenstaand reeds gesuggereerd, maar eveneens aan de buitenzijde van de ladder, alwaar een gebruiker er nog minder, zo niet, geen last van zal ondervinden tijdens conventioneel gebruik van de ladder.According to a further preferred embodiment, at least two adjacent cover parts in the open position extend parallel to each other. This could be done in the harmonica embodiment as already suggested above, but also on the outside of the ladder, where a user will experience even less, if not no, problems with it during conventional use of the ladder.

25 Voor het handhaven van de open stand van het afdekorgaan is het zeer voordelig dat de ladder, bijvoorbeeld aan een langsligger, is voorzien van een magneet voor het magnetisch fixeren van het afdekorgaan in de open stand. Een dergelijke fixatie kan eenvoudig worden aangebracht alsmede teniet worden gedaan. Andere wijzen van fixatie zijn uiteraard 30 ook binnen het kader van de uitvinding mogelijk.For maintaining the open position of the cover member, it is very advantageous that the ladder, for example on a longitudinal beam, is provided with a magnet for magnetically fixing the cover member in the open position. Such a fixation can be easily applied and canceled. Other means of fixation are of course also possible within the scope of the invention.

Een gunstige positie voor een dergelijke magneet wordt 4 verkregen, indien de magneet is voorzien aan de zijde van een langsligger die is afgekeerd van de andere langsligger. Het moge duidelijk zijn dat bij een dergelijke uitvoeringsvorm het het meest aannemelijk is dat het afdekorgaan zich in open stand eveneens uitstrekt aan de buitenzijde van 5 een langsligger.A favorable position for such a magnet is obtained if the magnet is provided on the side of a longitudinal beam that is remote from the other longitudinal beam. It will be clear that with such an embodiment it is most likely that the cover member also extends in the open position on the outside of a longitudinal beam.

Volgens een zeer bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm van een ladder volgens de uitvinding is de kantel as gelegen nabij een hoekrand van een langsligger, welke hoekrand is gelegen aan een naar de andere langsligger gekeerde zijde van de langsligger. De gehoekte 10 dwarsdoorsnede van het afdekorgaan in de open stand ervan maakt het namelijk mogelijk dat een vanaf de kantel as gezien eerste deel van het afdekorgaan in de open stand naar buiten toe uitstrekt evenwijdig aan de sporten, terwijl dit eerste deel zich na kanteling over 270° uitstrekt tegen de binnenzijde van een langsligger loodrecht op de sport, terwijl 15 een op het eerste deel aansluitend tweede deel van het afdekorgaan zich in de open stand van het afdekorgaan kan uitstrekken evenwijdig aan het eerste deel of loodrecht daarop aan de buitenzijde van de langsligger en in de gesloten stand kan rusten tegen de sporten.According to a very special preferred embodiment of a ladder according to the invention, the tilting axis is located near a corner edge of a longitudinal beam, which corner edge is located on a side of the longitudinal beam facing the other longitudinal beam. Namely, the angled cross-section of the cover member in its open position makes it possible for a first part of the cover member, viewed from the tilting axis, to extend outwardly in the open position parallel to the rungs, while this first part extends over 270 ° extends against the inside of a longitudinal beam perpendicular to the rung, while a second part of the cover member connecting to the first part can extend in the open position of the cover member parallel to the first part or perpendicular thereto on the outside of the longitudinal member and can rest against the rungs in the closed position.

Bij voorkeur is voor iedere langsligger een afdekorgaan 20 voorzien, zodat de ruimte voor de afdekorganen in de open stand gelijkelijk verdeeld kan zijn over de beide langsliggers.A cover member 20 is preferably provided for each longitudinal member, so that the space for the cover members in the open position can be equally distributed over the two longitudinal members.

Teneinde een optimaal werk- of loopoppervlak te creëren, is het voordelig dat het afdekorgaan in gesloten toestand een gesloten oppervlak vormt. Dit gesloten oppervlak kan tevens nog dienst doen als 25 glij- of transportvlak zoals navolgend nog verder zal worden verduidelijkt.In order to create an optimum working or walking surface, it is advantageous for the cover member to form a closed surface in the closed position. This closed surface can also serve as a sliding or transport surface, as will be further clarified below.

Een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm van een ladder volgens de uitvinding, die overigens ook kan worden toegepast bij ladders volgens de stand van de techniek, wordt verkregen indien de langsliggers 30 uitsparingen omvatten voor het vastmaken van hulpmiddelen aan de langsliggers. Met name dergelijke uitsparingen kunnen de ' —— ' ~ ' · - -^.-•ΤΤν'ϋΙΗΒΓ f' -. -Mm-y-m·· - ‘»tiLh> ·>·· 5 gebruiksmogelijkheden van een ladder aanzienlijk doen uitbreiden.A very advantageous preferred embodiment of a ladder according to the invention, which, incidentally, can also be used with ladders according to the state of the art, is obtained if the longitudinal beams 30 have recesses for attaching aids to the longitudinal beams. In particular, such recesses may have the '——' ~ '· - - ^ .- • ΤΤν'ϋΙΗΒΓ f' -. -Mm-y-m ·· - "» tiLh> ·> ·· Extend 5 uses of a ladder considerably.

Het is hierbij zeer gunstig, indien de uitsparingen zich in hoofdzaak loodrecht op de langsrichting van de langsliggers en de sporten uitstrekken waardoor ook buiten het eigen vlak van de ladder gemakkelijk 5 hulpmiddelen kunnen worden voorzien.It is very favorable here if the recesses extend substantially perpendicular to the longitudinal direction of the side members and the rungs, so that aids can also be easily provided outside the plane of the ladder itself.

Bij voorkeur omvatten de hulpmiddelen langwerpige instel organen die zich kunnen uitstrekken tot buiten de langsliggers voor het instellen van de hoogte en de oriëntatie van de ladder in liggende toestand. Als toepassingsmogelijkheid voor een dergelijke 10 voorkeursuitvoeringsvorm kan men bijvoorbeeld denken aan het creëren van een loopvlak over een greppel of dergelijke waarbij er sprake is van een ongelijke ondergrond. De instel organen kunnen het dan toch mogelijk maken om de ladder horizontaal te oriënteren zodat men zich veilig over het afdekorgaan in gesloten stand kan verplaatsen. Dit is bijvoorbeeld met 15 name van belang bij reddingswerkzaamheden waarbij een gewond persoon liggend op een brancard over het afdekorgaan in de gesloten stand over een greppel moet worden getransporteerd.The auxiliary means preferably comprise elongated adjusting members which can extend beyond the longitudinal beams for adjusting the height and the orientation of the ladder in the horizontal position. Possible applications for such a preferred embodiment are, for example, the creation of a tread over a ditch or the like in which there is an uneven surface. The adjusting members can then nevertheless make it possible to orient the ladder horizontally so that one can move safely over the cover member in the closed position. This is of particular importance, for example, in rescue operations in which an injured person lying on a stretcher must be transported over the cover member over a ditch in the closed position.

Eveneens voor het verhogen van de veiligheid omvatten de hulpmiddelen bij voorkeur langwerpige leuningorganen die zich kunnen 20 uitstrekken tot buiten de langsliggers voor het verschaffen van een leuning. Aldus kan een persoon die zich over het afdekorgaan in de gesloten stand verplaatst ook zijdelingse steun vinden.Also for increasing safety, the aids preferably comprise elongated handrails that can extend beyond the longitudinal girders to provide a handrail. A person who moves over the cover member in the closed position can thus also find lateral support.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is tussen de leuningorganen buiten het vlak van de langsliggers een langwerpig 25 leuningelement aangebracht dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan de langsrichting van de ladder uitstrekt. Een zeer geschikt langwerpig leuningelement wordt gevormd door een flexibel orgaan zoals een touw of kabel. Anderzijds is het bijvoorbeeld ook mogelijk om gebruik te maken van stijve relingen die ondersteund worden door de leuningorganen.According to a preferred embodiment, an elongated handrail element is arranged between the handrails outside the plane of the longitudinal beams, which elongate extends substantially parallel to the longitudinal direction of the ladder. A very suitable elongated handrail element is formed by a flexible member such as a rope or cable. On the other hand, it is also possible, for example, to use rigid railings supported by the handrails.

30 Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de hulpmiddelen beugels ieder met twee uiteinden die zich uitstrekken in de I uitsparingen. Dergelijke beugels kunnen bijvoorbeeld een persoon die zich I langs de ladder verplaatst terwijl deze schuin omhoog is georiënteerd I rondom afschermen om hem te beschermen tegen achterwaarts vallen. Hierbij zou het afdekorgaan zich in de open stand bevinden. Terzijde wordt H 5 hierover opgemerkt dat in het afdekorgaan gaten kunnen zijn aangebracht ter plaatse van de uitsparingen teneinde het mogelijk te maken dat de I hulpmiddelen zich ook indien het afdekorgaan zich in de open stand H bevindt, vastgemaakt kunnen worden aan de langsliggers.In a further preferred embodiment, the auxiliary means comprise brackets each with two ends that extend into the recesses. Such brackets can, for example, shield a person moving along the ladder while it is inclined upwards to protect it against falling backwards. The cover member would be in the open position. On the other hand, it is noted that holes may be provided in the cover member at the location of the recesses in order to make it possible for the auxiliary means to be secured to the longitudinal members even when the cover member is in the open position H.

Toepassing van de ladder volgens de uitvinding als deel van 10 een stortkoker wordt op voordelige wijze mogelijk, indien om de beugels een verder afdekorgaan is aangebracht dat samen met tenminste het afdekorgaan in gesloten stand een doorgang vormt in de langsrichting van I de langsliggers. Het verdere afdekorgaan kan bijvoorbeeld zijn gevormd door een flexibel zeil of een hard kunststoffen in langsrichting 15 gehalveerde koker.Use of the ladder according to the invention as part of a chute is advantageously possible if a further cover member is arranged around the brackets which together with at least the cover member forms a passage in the longitudinal direction of the longitudinal members in the closed position. The further covering member can for instance be formed by a flexible tarpaulin or a hard plastic tube halved in the longitudinal direction.

Binnen het kader van de uitvinding zijn verdere I hulpmiddelen nog mogelijk die worden vastgemaakt met behulp van de H uitsparingen in de langsliggers. Het spreekt voor zich dat de diverse hulpmiddelen voor zover dit gewenst zou zijn ook in combinatie met elkaar 20 kunnen worden toegepast en dat voor de verschillende hulpmiddelen I verschillende typen uitsparingen kunnen zijn voorzien, alhoewel het de I voorkeur heeft om het aantal typen uitsparingen te beperken tot één.Within the scope of the invention, further aids are still possible which are fixed with the aid of the H recesses in the longitudinal girders. It goes without saying that the various auxiliaries, if desired, could also be used in combination with each other, and that different types of recesses may be provided for the different auxiliaries, although it is preferable to limit the number of types of recesses. to one.

Een verdere toepassingsmogelijkheid wordt verkregen indien I het afdekorgaan transportorganen omvat die roteerbaar zijn om rotatie- I 25 assen die zich evenwijdig aan de langsrichting van de sporten I uitstrekken. Dergelijke transportorganen kunnen het bijvoorbeeld mogelijk maken om relatief zware objecten relatief eenvoudig langs de ladder te verplaatsen zonder de noodzaak het betreffende voorwerp op te moeten I tillen. Eveneens is het denkbaar om de onderhavige I 30 voorkeursuitvoeringsvorm toe te passen in combinatie met het verdere I afdekorgaan zoals bovenstaand beschreven.A further possibility of application is obtained if the cover member comprises transport members which are rotatable about rotation axes extending parallel to the longitudinal direction of the rungs. Such transport members can, for example, make it possible to move relatively heavy objects along the ladder relatively easily without the need to have to lift the relevant object. It is also conceivable to use the present preferred embodiment in combination with the further cover member as described above.

Η /Γ:. Γ .Η / Γ :. Γ.

77

De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van een aantal voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding met verwijzing naar de navolgende schematische figuren.The invention will be explained in more detail below with reference to a description of a number of preferred embodiments of the invention with reference to the following schematic figures.

Figuur 1 toont in dwarsdoorsnede een eerste uitvoeringsvorm 5 van een ladder volgens de uitvinding in een open stand.Figure 1 shows in cross section a first embodiment 5 of a ladder according to the invention in an open position.

De figuren 2 en 3 tonen de ladder volgens figuur 1 in navolgende standen tussen de open stand en een dichte stand.Figures 2 and 3 show the ladder according to Figure 1 in the following positions between the open position and a closed position.

Figuur 4 toont in dwarsdoorsnede een tweede uitvoeringsvorm van een ladder volgens de uitvinding in een open stand.Figure 4 shows in cross-section a second embodiment of a ladder according to the invention in an open position.

10 Figuur 5 toont de ladder volgens figuur 4 in bovenaanzicht.Figure 5 shows the ladder according to Figure 4 in top view.

Figuur 6 toont de ladder volgens figuur 4 in bovenaanzicht in gesloten stand.Figure 6 shows the ladder according to Figure 4 in top view in the closed position.

Figuur 7 toont in dwarsdoorsnede de ladder volgens figuur 4 I in gesloten stand met instel pennen.Figure 7 shows in cross-section the ladder according to Figure 4 I in closed position with adjusting pins.

I 15 Figuur 8 toont in isometrisch aanzicht een instelpen I inclusief een deel van de langsligger van de ladder waardoorheen deze I zich uitstrekt.Figure 8 shows, in an isometric view, an adjustment pin I including a part of the longitudinal beam of the ladder through which this I extends.

I Figuur 9 toont in dwarsdoorsnede een derde uitvoeringsvorm van een ladder volgens de uitvinding in gesloten stand.Figure 9 shows in cross section a third embodiment of a ladder according to the invention in the closed position.

20 Figuur 10 toont de ladder volgens figuur 9 inclusief omhulling.Figure 10 shows the ladder according to Figure 9 including enclosure.

I Figuur 11 toont in dwarsdoorsnede evenwijdig aan de I langsrichting een ladder volgens figuur 1 inclusief leuningsysteem.Figure 11 shows in cross section parallel to the longitudinal direction a ladder according to figure 1 including a handrail system.

I Figuur 12 toont in bovenaanzicht de ladder volgens figuur I 25 11.Figure 12 shows a top view of the ladder according to figure I 11.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een ladder 1 volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede volgens een vlak loodrecht op het I hoofdvlak van de ladder 1. Ladder 1 omvat twee parallelle langsligg.ers 2, 3 die onderling zijn verbonden met zich daartussen op regelmatige afstand I 30 uitstrekkende sporten 4. Een dergelijke opbouw van een ladder is een I ieder bekend. De langsliggers 2, 3 hebben in hoofdzaak een rechthoekigeFigure 1 shows a first embodiment of a ladder 1 according to the invention in cross-section according to a plane perpendicular to the main surface of the ladder 1. Ladder 1 comprises two parallel longitudinal beams 2, 3 which are mutually connected at regular intervals therebetween Extending sports 4. Such a construction of a ladder is known to everyone. The longitudinal beams 2, 3 are substantially rectangular

IIII

dwarsdoorsnede met twee lange zijden 5, 6 en 7, 8 en twee korte zijden 9, 10 en 11, 12. De sporten 4 zijn ongeveer in het midden van de lange zijden 5, 7 met de langsliggers 2, 3 verbonden.cross section with two long sides 5, 6 and 7, 8 and two short sides 9, 10 and 11, 12. The rungs 4 are connected to the side members 2, 3 approximately in the middle of the long sides 5, 7.

Ter plaatse van het hoekpunt tussen de lange zijde 5 en de 5 korte zijde 10 is langsligger 2 voorzien van een scharnier 13 dat op niet nader getoonde de vakman verder bekende wijze is bevestigd met de langsligger 2. Om scharnier 13 is een afschermorgaan 14 scharnierbaar dat zich uitstrekt over vrijwel de volledige lengte van ladder 1. Het afschermorgaan 14 is vervaardigd uit twee stukken plaatmateriaal 15, 16 10 die ter plaatse van hoekrand 17 star met elkaar zijn verbonden. De afmetingen van het afschermorgaan 14 of meer specifiek van stukken plaatmateriaal 15, 16 ervan zijn in het getoonde vlak dusdanig dat het afschermorgaan 14 korte zijde 10 geheel en lange zijde 6 ten dele omsluit waardoor het afschermorgaan 14 ondanks zijn aanwezigheid nauwelijks meer 15 ruimte inneemt dan bij de situatie waarbij er geen sprake zou zijn van afschermorgaan 14.At the location of the corner point between the long side 5 and the short side 10, the longitudinal girder 2 is provided with a hinge 13 which is fastened to the longitudinal girder 2. In a manner not further shown to those skilled in the art, a shielding member 14 is hinged that extends over virtually the full length of ladder 1. The shielding member 14 is made of two pieces of plate material 15, 16 10 rigidly connected to each other at the corner edge 17. The dimensions of the shielding member 14 or more specifically of pieces of sheet material 15, 16 thereof are such that in the shown surface the shielding member 14 partially encloses the short side 10 completely and the long side 6, so that the shielding member 14 occupies hardly more space than its presence. in the situation where there would be no screening member 14.

De langsligger 2 is aan zijn lange zijde 6 voorzien van een magneet 18 die magnetisch aangrijpt op de binnenzijde van plaatmateriaal 16 teneinde het afschermorgaan 14 in de getoonde positie magnetisch te 20 fixeren. De fixatiekracht uitgeoefend door magneet 18 is dusdanig dat de fixatie van het afschermorgaan 14 handmatig kan worden opgeheven teneinde het afschermorgaan 14 te kunnen scharnieren om scharnier 13 zoals navolgend nog duidelijk zal worden.The longitudinal beam 2 is provided on its long side 6 with a magnet 18 which magnetically engages the inside of plate material 16 in order to fix the screening member 14 magnetically in the position shown. The fixation force exerted by magnet 18 is such that the fixation of the shielding member 14 can be manually canceled in order to be able to pivot the shielding member 14 around hinge 13, as will become clear below.

Ook langsligger 3 is voorzien van een afschermorgaan, 25 namelijk afschermorgaan 19. Het afschermorgaan 19 is scharnierbaar om scharnier 20 dat zich ter plaatse van het hoekpunt tussen de lange zijde 7 en de korte zijde 12 aan de buitenzijde daarvan bevindt. Het afschermorgaan 19 is in hoofdzaak opgebouwd uit drie stukken plaatmateriaal 21, 22, 23 die zich net als de stukken plaatmateriaal 15, 30 16 uitstrekken over vrijwel de gehele lengte van ladder 1. Stukken plaatmateriaal 21, 22 zijn ter plaatse van hoekrand 24 star met elkaar I 9 I verbonden. De stukken plaatmateriaal 22 en 23 zijn onderling middels I dubbel scharnier 25 met twee scharnierassen 25, 27 met elkaar verbonden.The longitudinal beam 3 is also provided with a shielding member, namely shielding member 19. The shielding member 19 is pivotable about hinge 20 which is located on the outside thereof at the corner point between the long side 7 and the short side 12. The shielding member 19 is essentially composed of three pieces of plate material 21, 22, 23 which, like the pieces of plate material 15, 30, extend over virtually the entire length of ladder 1. Pieces of plate material 21, 22 are rigid at the edge of the corner edge 24 with connected to each other. The pieces of plate material 22 and 23 are mutually connected by means of a double hinge 25 with two hinge shafts 25, 27.

I Langsligger 3 is aan de lange zijde 8 voorzien van een magneet 28 die I magnetisch aangrijpt op stuk plaatmateriaal 23 nabij dubbel scharnier 25.Longer girder 3 is provided on the long side 8 with a magnet 28 which magnetically engages piece of plate material 23 near double hinge 25.

I 5 In de in figuur 1 getoonde stand is ladder 1 zonder meer I geschikt om op de conventionele wijze te worden toegepast. Voor het I betreden van de sporten 4 is de volledige lengte van sporten 4 I beschikbaar.In the position shown in figure 1, ladder 1 is certainly suitable for use in the conventional manner. For entering the sports 4, the full length of sports 4 is available.

I De figuren 2 en 3 tonen twee achtereenvolgende standen I 10 tijdens het scharnieren van afschermorganen 14 en 19 om respectievelijk I scharnieren 13 en 20 van een open stand naar een gesloten stand. In I figuur 3 zijn de beide afschermorganen 14, 19 naar elkaar toe over een I hoek van 270° gescharnierd om scharnierassen 13, 20. Plaatmateriaal 15 I strekt zich langs lange zijde 5 van langsligger 2 uit terwijl 15 plaatmateriaal 21 zich langs lange zijde 7 van langsligger 3 uitstrekt.Figures 2 and 3 show two successive positions during pivoting of screening members 14 and 19 around hinges 13 and 20 respectively from an open position to a closed position. In Figure 3, the two shielding members 14, 19 are pivoted towards each other through an angle of 270 ° about pivot axes 13, 20. Plate material 15 extends along long side 5 of longitudinal beam 2 while plate material 21 extends along long side 7 extends from longitudinal beam 3.

I Plaatmaterialen 16 en 22 rusten als het ware op de sporten 4 en strekken I zich hier derhalve parallel aan uit. Door vanuit de situatie in figuur 3 I stuk plaatmateriaal 23 inclusief dubbel scharnier 25 verder te roteren I zullen het dubbele scharnier 25 en het stuk plaatmateriaal 23 de open I 20 ruimte tussen de stukken plaatmateriaal 16 en 22 overbruggen. Hierdoor I ontstaat een gesloten oppervlak dat wordt gevormd door stukken plaatmateriaal 16, 23 en 22 en voor een beperkt deel door dubbel I scharnier 25. Dit gesloten oppervlak strekt zich uit direct boven sporten I 4. Hierdoor is het mogelijk om ladder 1 niet alleen op de conventionele I 25 wijze te gebruiken maar tevens om deze als loop- of werkvlak te gebruiken I waarbij in de meeste gevallen langsliggers 2 en 3 zich horizontaal zullen I uitstrekken.Plate materials 16 and 22, as it were, rest on the rungs 4 and therefore extend parallel thereto. By further rotating the piece of plate material 23 including double hinge 25 from the situation in Figure 3, the double hinge 25 and the piece of plate material 23 will bridge the open space between the pieces of plate material 16 and 22. As a result, a closed surface is formed which is formed by pieces of plate material 16, 23 and 22 and for a limited part by double I hinge 25. This closed surface extends directly above rungs I 4. This makes it possible not only to climb ladder 1 on to use the conventional method, but also to use it as a running or working surface, whereby in most cases longitudinal beams 2 and 3 will extend horizontally.

I Terzijde wordt opgemerkt dat ladder 1 ook bruikbaar zou I kunnen zijn in de toestand volgens figuur 3 of althans in die toestand 30 waarbij stuk plaatmateriaal 23 zich parallel uitstrekt aan stuk plaatmateriaal 22 waardoor de middelste delen van sporten 4 nog H toegankelijk zijn om te worden belopen. Een mogelijke toepassing is bijvoorbeeld gelegen in het langs de bovenzijde van stukken plaatmateriaal 16 en 23 doen geleiden van een brancard terwijl ladder 1 schuin tegen een gevel omhoog staat waarbij de brancard kan worden 5 ondersteund door een persoon die zich langs ladder 1 verplaatst via de middelste delen van sporten 4. Aldus zou bijvoorbeeld via een raamopening H een brancard kunnen worden verplaatst uit een gebouw.It is to be noted that ladder 1 could also be usable in the situation according to figure 3 or at least in that state wherein piece of sheet material 23 extends parallel to piece of sheet material 22 whereby the middle parts of rungs 4 are still H accessible to become walk on. A possible application is, for example, to guide a stretcher along the top of pieces of sheet material 16 and 23 while ladder 1 is tilted upwards against a facade, whereby the stretcher can be supported by a person who moves along ladder 1 via the middle sharing sports 4. Thus, for example, a stretcher could be moved out of a building via a window opening H.

De figuren 4 en 5 tonen respectievelijk in een dwarsdoorsnede overeenkomstig de figuren 1 tot en met 3 en in 10 bovenaanzicht een tweede uitvoeringsvorm van een ladder 30 volgens de uitvinding. In de getoonde figuren bevindt ladder 30 zich in de open stand hetgeen inhoudt dat ladder 30 op conventionele wijze kan worden toegepast. Ladder 30 is in hoofdzaak opgebouwd uit twee langsliggers 31, 32 die onderling zijn verbonden door sporten 33. Iedere langsligger 31, I 15 32 is voorzien van een afschermorgaan 34, 35 die qua uitvoeringsvorm ten I opzichte van elkaar zijn gespiegeld. De afschermorganen 34, 35 zijn I geleed en opgebouwd uit een drietal stukken plaatmateriaal 36, 37, 38 I respectievelijk 39, 40, 41. Deze stukken plaatmateriaal zijn middels I scharnieren 42, 43 respectievelijk 44, 45 met elkaar verbonden hetgeen I 20 het gelede karakter aan de afschermorganen 34 en 35 geeft. De I afschermorganen 34, 35 zijn middels scharnieren 46, 47 verbonden met I ladder 30 hetzij via sporten 33 hetzij via de desbetreffende langsligger I 31 of 32. Voor het fixeren van de afschermorgangen 34, 35 in de in de I figuren 4 en 5 getoonde stand zijn net als bij ladder 1 volgens de I 25 figuren 1 tot en met 3 magneten 48, 49 voorzien.Figures 4 and 5 show, respectively, in a cross-section according to figures 1 to 3 and in top view a second embodiment of a ladder 30 according to the invention. In the figures shown, ladder 30 is in the open position, which means that ladder 30 can be used in a conventional manner. Ladder 30 is essentially composed of two longitudinal girders 31, 32 which are mutually connected by rungs 33. Each longitudinal girder 31, 32 is provided with a screening member 34, 35 which in terms of embodiment are mirrored relative to each other. The shielding members 34, 35 are articulated and made up of three pieces of plate material 36, 37, 38 I and 39, 40, 41 respectively. These pieces of plate material are connected to each other by means of hinges 42, 43 and 44, 45 respectively, which is the articulated gives character to the screening members 34 and 35. The I shielding members 34, 35 are connected to I ladder 30 by means of hinges 46, 47 either via rungs 33 or via the respective longitudinal girder I 31 or 32. For fixing the shielding members 34, 35 in the shown in Figures 4 and 5 As with ladder 1 according to Figures 1 to 3, magnets 48, 49 are provided.

I Door de beide afschermorganen 34, 35 naar binnen toe te klappen kunnen deze gezamenlijk een gesloten draagvlak 50 vormen zoals I weergegeven in de figuren 6 en 7. In figuur 6 zijn daarbij overigens de I diverse scharnieren niet weergegeven. Aangezien de plaatmaterialen van I 30 ieder afschermorgaan 34, 35 een gezamenlijke breedte hebben die groter is dan de helft van de lengte van de sporten 33 is er in het midden sprake I i A Λ ΓΝ t 11 van een overlapgebied 51. In dit overlapgebied 51 kunnen hetzij de uiterste stukken plaatmateriaal 38 en 41 elkaar daadwerkelijk overlappen waarbij de een op de ander is gelegen. Alternatief is het ook mogelijk om deze stukken plaatmateriaal 38 en 41 te voorzien van complementaire 5 vormen die in elkaar vallen, zoals bijvoorbeeld vertandingen waardoor in de gesloten stand volgens figuur 7 ook de stukken plaatmateriaal 38 en 41 op hetzelfde niveau zijn gelegen.By folding the two shielding members 34, 35 inwards, they can together form a closed bearing surface 50 as shown in Figures 6 and 7. In Figure 6, the various hinges are not shown. Since the plate materials of each shielding member 34, 35 have a common width that is greater than half the length of the rungs 33, in the middle there is talk of an overlap area 51. In this overlap area 51 or the extreme pieces of sheet material 38 and 41 can actually overlap with one being on the other. Alternatively, it is also possible to provide these pieces of sheet material 38 and 41 with complementary shapes that fall into each other, such as, for example, toothings, whereby in the closed position according to Figure 7 the pieces of sheet material 38 and 41 are also situated at the same level.

Zoals zichtbaar in figuur 6 zijn de langsliggers 31, 32 voorzien van doorgangen 52 die zich uitstrekken over de volle hoogte van 10 langsliggers 31, 32. In figuur 6 hebben deze doorgangen de vorm van een plusteken maar ook anders gevormde doorgangen, bijvoorbeeld een cilindrische doorgang zoals in figuur 8, zijn binnen het kader van de uitvinding mogelijk. De figuren 7 en 8 tonen een eerste mogelijke toepassing van dergelijke doorgangen 52 waarbij overigens de toegepaste 15 doorgangen voor nog nader toe te lichten instel pennen 54, cilindrisch zijn. Vaak is het gewenst om een netjes horizontaal georiënteerd werk- /loopvlak 51 te creëren ondanks het feit dat de ondergrond 53 een enigszins grillige en scheve vorm heeft. Door doorgangen 52 aan het uiteinde van de ladder strekken zich instelpennen 54 uit die zijn 20 voorzien van spitse uiteinden 55 waardoor de pennen 54 gemakkelijk in een zachte ondergrond 53 kunnen worden gestoken. Dwars op de lengterichting zijn de instelpennen 54 voorzien van boringen 56 waardoorheen borgpennen kunnen worden gestoken. Per instelpen 54 zijn ten minste twee schijven 58 voorzien met een centraal gat waardoorheen de instelpen 54 zich 25 uitstrekt.As can be seen in Figure 6, the longitudinal beams 31, 32 are provided with passages 52 which extend over the full height of the longitudinal beams 31, 32. In Figure 6 these passages have the shape of a plus sign but also differently shaped passages, for example a cylindrical passage as in Figure 8, are possible within the scope of the invention. Figures 7 and 8 show a first possible application of such passages 52, whereby the passages used for setting pins 54 to be explained in more detail are cylindrical. Often it is desirable to create a neat horizontally oriented working / running surface 51 despite the fact that the substrate 53 has a somewhat erratic and crooked shape. Through pins 52 at the end of the ladder extend adjustment pins 54 which are provided with pointed ends 55 so that the pins 54 can easily be inserted into a soft base 53. The adjustment pins 54 are provided transversely of the longitudinal direction with bores 56 through which locking pins can be inserted. At least two discs 58 are provided per adjusting pin 54 with a central hole through which the adjusting pin 54 extends.

In gebruik worden de instelpennen 54 met bijbehorende attributen als volgt toegepast. In eerste instantie worden de instelpennen 54 in de grond gestoken op een onderlinge afstand van elkaar die overeen komt met de onderlinge afstand tussen twee tegenover elkaar 30 gelegen doorgangen 52 van respectievelijk langsliggers 31 en 32. Over deze instelpennen 54 worden schijven 58 geschoven. In eerste instantie J. rPV. r\ f~·.In use, the adjustment pins 54 with associated attributes are used as follows. Initially, the adjusting pins 54 are inserted into the ground at a mutual distance which corresponds to the mutual distance between two opposite passages 52 of longitudinal beams 31 and 32. Discs 58 are slid over these adjusting pins 54. Initially J. rPV. r \ f ~ ·.

H betreft dit een schijf 58 om de in figuur 7 linker instelpen 54 aangezien aan de linkerzijde de ondergrond 53 op een lager niveau is gelegen dan aan de rechterzijde. Direct boven deze schijf 58 wordt een borgpen in en boring 56 gestoken zodat de linker instelpen 54 niet neerwaarts door het 5 gat van de betreffende schijf 58 kan schuiven. Het onderoppervlak van schijf 58 draagt er bovendien zorg voor dat de linker instelpen 54 niet verder in de ondergrond 53 kan zakken. Vervolgens worden twee schijven 58 over respectievelijk de beiden instelpennen geschoven die op een gelijke verticale positie worden gebracht door middel van borgpennen 57 die in 10 een daartoe geschikte boring 56 onder deze schijven wordt gestoken. Aan een tegenover gelegen uiteinde van de ladder 30 gebeurt hetzelfde.This is a disc 58 around the adjusting pin 54 shown on the left in Fig. 7 since the substrate 53 is situated at a lower level on the left than on the right. Immediately above this disc 58 a locking pin is inserted into a bore 56 so that the left-hand adjusting pin 54 cannot slide downwards through the hole of the disc 58 concerned. The lower surface of the disc 58 furthermore ensures that the left-hand pin 54 cannot sink further into the substrate 53. Subsequently, two discs 58 are slid over the two adjusting pins, respectively, which are brought to an equal vertical position by means of locking pins 57 which are inserted into a suitable bore 56 underneath these discs. The same thing happens at an opposite end of the ladder 30.

Vervolgens wordt ladder 30 over de vier instelpennen 54 geschoven waarna over deze instelpennen 54 weer een schijf 58 wordt geplaatst die aan de bovenzijde wordt geborgd met borgpennen 57 die zich uitstrekken door 15 boringen 56 direct boven de bovenste schijven 58. Aldus kan aan de ladder in liggende toestand de gewenste (horizontale) oriëntatie worden I verschaft.Ladder 30 is then slid over the four adjustment pins 54, whereafter a disc 58 is placed over these adjustment pins 54 which is secured at the top with locking pins 57 extending through bores 56 directly above the upper discs 58. Thus, the ladder can the desired (horizontal) orientation.

I Figuur 9 toont een ladder 60 volgens een derde I voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. Ladder 60 vertoont vele 20 overeenkomsten met ladder 30 volgens de figuren 4 tot en met 6. In figuur 9 bevindt ladder 60 zich in de gesloten toestand. Ladder 60 omvat twee langsliggers 61, 62 die onderling zijn verbonden middels sporten 63. Deze I sporten 63 zijn nabij een uiteinde van de hoogte van langsliggers 61, 62 I met deze langsliggers 61, 62 verbonden waardoor in hoofdzaak langsligger I 25 61, sporten 63 en langligger 62 gezamenlijk een U-vorm vertonen. Ladder 60 is verder voorzien van twee afschermorganen 64, 65 die scharnierend I bij scharnier 66, 67 met de ladder 60 is verbonden. De afschermorganen 64, 65 zijn respectievelijk voorzien van twee langsdelen 68, 69 en 70, 71 I die onderling zijn verbonden met respectievelijk scharnier 72, 73. Het I 30 bijzondere van ladder 60 is dat de langsdelen 68, 69, 70, 71 zijn I voorzien van rol lichamen 74, 75, 76, 77, 78, 79 die roteerbaar zijn om 13 I hun eigen hartlijn die zich parallel aan de langsrichting van de sporten I 63 uitstrekken. Alhoewel dit in figuur 9 niet zichtbaar is bevinden de I rollichamen zich tussen de sporten terwijl de langsdelen 68, 69, 70, 71 I rusten op deze sporten. Desgewenst kunnen de langsdelen 68, 69, 70, 71 I 5 hiertoe voorzien zijn van pootjes die op de sporten rusten. Aldus is het I mogelijk om van ladder 60 een transporteur te maken waarover relatief I zware goederen bijvoorbeeld kunnen worden gerold hetgeen transport van I dergelijke goederen aanzienlijk kan vergemakkelijken. Het zijdelings I wegschuiven van dergelijke producten kan in belangrijke mate worden I 10 voorkomen door de aanwezigheid van de langsliggers 61, 62 die een hoge I rand vormen voor het transportsysteem.Figure 9 shows a ladder 60 according to a third preferred embodiment of the invention. Ladder 60 shows many similarities with ladder 30 according to figures 4 to 6. In figure 9 ladder 60 is in the closed state. Ladder 60 comprises two longitudinal girders 61, 62 which are mutually connected by means of rungs 63. These I rungs 63 are connected to these longitudinal girders 61, 62 near an end of the height of longitudinal girders 61, 62, whereby substantially longitudinal girder 61, rungs 63 and longitudinal beam 62 together have a U-shape. Ladder 60 is further provided with two shielding members 64, 65 which are hingedly connected to ladder 60 at hinge 66, 67. The screening members 64, 65 are respectively provided with two longitudinal parts 68, 69 and 70, 71, which are mutually connected with hinge 72, 73, respectively. The special feature of ladder 60 is that the longitudinal parts 68, 69, 70, 71 are provided with rolling bodies 74, 75, 76, 77, 78, 79 which are rotatable about their own axis extending parallel to the longitudinal direction of the rungs 63. Although this is not visible in Figure 9, the roller bodies are located between the rungs, while the longitudinal parts 68, 69, 70, 71 are resting on these rungs. If desired, the longitudinal parts 68, 69, 70, 71 can be provided for this purpose with legs resting on the rungs. It is thus possible to turn ladder 60 into a conveyor over which relatively heavy goods can for instance be rolled, which can considerably facilitate transport of such goods. The lateral sliding of such products can be prevented to a significant extent by the presence of the side members 61, 62 which form a high edge for the transport system.

I Zoals het de lezer reeds duidelijk zal zijn is het ook I mogelijk om ladder 60 op de conventionele wijze toe te passen door de I afschermorganen 64, 65 omhoog te klappen waarbij scharnieren 72 en 73 15 nabij respectievelijk hoekranden 80, 81 komen te liggen terwijl de langsdelen 69 en 71 zich respectievelijk zullen uitstrekken langs de I korte zijden 82, 83 van de respectievelijke langsliggers 61, 62.As it will be clear to the reader, it is also possible to use ladder 60 in the conventional manner by folding up the shielding members 64, 65 with hinges 72 and 73 coming to lie near corner edges 80, 81, respectively, while the longitudinal parts 69 and 71 will respectively extend along the short sides 82, 83 of the respective longitudinal members 61, 62.

I Figuur 10 toont een mogelijke uitbreiding van ladder 60 met een aantal zich op gelijke afstand van elkaar bevindende U-vormige I 20 beugels 84 waarvan de vrije uiteinden zich uitstrekken in doorgangen I zoals doorgang 52 in figuur 6. Over deze beugels 84 kan een zeil of dergelijke worden gespannen waardoor tussen het zeil, de langsliggers 82, I 83 en het transportvlak dat wordt gevormd door de neergeklapte I afschermorganen 64, 65 een doorgang 85 wordt gecreëerd waardoor ladder 60 25 kan fungeren als stortkoker. Zonder zeil of dergelijke is het ook I mogelijk dat beugels 84 dienst doen als veiligheidsbeugels teneinde te I voorkomen dat personen achterwaarts van de ladder vallen terwijl de I ladder wordt beklommen. De hoogte van beugels 84 kan desgewenst ook I instelbaar worden uitgevoerd op een wijze die overeenkomt met de I 30 instelbaarheid van instelpennen 54 volgens figuur 7.Figure 10 shows a possible extension of ladder 60 with a number of equally spaced U-shaped brackets 84, the free ends of which extend into passages I such as passage 52 in Fig. 6. A tarpaulin can extend over these clips 84 or the like are tensioned, whereby a passage 85 is created between the sail, the longitudinal girders 82, 83 and the conveying surface formed by the folded-down shielding members 64, 65 through which ladder 60 can function as a chute. Without tarpaulin or the like, it is also possible that brackets 84 serve as safety brackets to prevent people from falling backwards from the ladder while the ladder is being climbed. If desired, the height of brackets 84 can also be made adjustable in a manner corresponding to the adjustability of adjusting pins 54 according to Figure 7.

I De figuren 11 en 12 tonen een verdere toepassingsmogelijkheid van doorgangen 52 volgens bijvoorbeeld figuur 6. H In deze doorgangen 52 zijn onderste delen van leuningsstaander 85 aangebracht die naar boven toe iets naar buiten uitwijken zoals zichtbaar H in figuur 12. De bovenste uiteinden van de leuningstaanders 85 zijn aan H 5 weerszijden van de ladder verbonden met een kabel 86 ter verdere H verhoging van de veiligheid. Indien de beschikbare ruimte dit H noodzakelijk zou maken, kunnen de leuningsstaanders 85 over een hoek van 90° worden gedraaid zodat zij niet in bovenaanzicht zullen uitsteken buiten de langs!iggers zoals in figuur 12 nog wel het geval is.Figures 11 and 12 show a further possibility of use of passages 52 according to, for example, figure 6. H In these passages 52 are arranged lower parts of handrail post 85 which diverge slightly upwards as visible H in figure 12. The upper ends of the Handrail uprights 85 are connected to H 5 on both sides of the ladder with a cable 86 to further increase safety. If the available space would make this H necessary, the handrails 85 can be rotated through an angle of 90 ° so that they will not protrude in plan view beyond the longitudinal bars as is still the case in Figure 12.

10 Bovenstaand zijn diverse uitvoeringsvormen van een ladder volgens de uitvinding beschreven. Gemeenschappelijk kenmerk ervan is dat zij buiten de conventionele wijze waarop een ladder wordt toegepast ook op één of een aantal alternatieve wijzen kunnen worden toegepast waarbij de voorzieningen die noodzakelijk zijn voor deze alternatieve 15 toepassingsmogelijkheden niet of nauwelijks de conventionele toepassing in de weg staan. Toepassingsgebieden voor ladders volgens de uitvinding kan men vinden bijvoorbeeld bij hulpverlenende diensten zoals de brandweer, in de bouwsector als loopplank/steiger/transportladder/stort- koker, in de scheepvaart, in de agrarische sector, in de doe-het- 20 zelfsector, etc. Daarnaast zal het de vakman duidelijk zijn dat ladders volgens de voorgaand beschreven voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zich lenen om toegepast te worden als meervoudige ladders waarbij telescopische ladderdelen in hun lengterichting onderling ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn. Dit voordeel is van toepassing I 25 omdat in de open stand de afschermorganen de contouren van de langsliggers volgen en aldus de afschermorganen onderlinge langsgeleiding I van de telescopische ladderdelen niet in de weg hoeven te staan.Various embodiments of a ladder according to the invention have been described above. Their common feature is that, apart from the conventional manner in which a ladder is used, they can also be applied in one or more alternative ways, whereby the provisions necessary for these alternative application possibilities do not, or hardly at all, stand in the way of the conventional application. Fields of application for ladders according to the invention can be found, for example, in emergency services such as the fire brigade, in the construction sector as a gangway / scaffolding / transport ladder / chute, in shipping, in the agricultural sector, in the do-it-yourself sector, etc In addition, it will be apparent to those skilled in the art that ladders according to the previously described preferred embodiments of the invention lend themselves to being used as multiple ladders, wherein telescopic ladder parts are mutually slidable relative to each other in their longitudinal direction. This advantage is applicable because in the open position the screening members follow the contours of the longitudinal beams and thus the screening members do not have to stand in the way of longitudinal guide I of the telescopic ladder parts.

Claims

4

1. Ladder comprising two parallel longitudinal girders with a number of rungs extending therebetween as well as at least one cover member which is tiltable about a tilting axis parallel to a longitudinal girder between a closed position wherein the cover member rests on at least a part of the rungs for creating a bearing surface above the rungs and an open position in which the rungs are at least substantially free, characterized in that the cover member has an angled cross-section, viewed at least in the open position, viewed in a plane perpendicular to the longitudinal direction of the longitudinal beam.

Ladder according to claim 1, characterized in that the cover member comprises at least two cover parts that are pivotable relative to each other about a pivot axis parallel to the tilt axis.

3. Ladder as claimed in claim 1 or 2, characterized in that in the open position the cover member follows the circumference of a longitudinal beam viewed in a plane perpendicular to the longitudinal direction of the longitudinal beam.

4. Ladder as claimed in claim 2 or 3, characterized in that at least two adjacent cover parts extend parallel to each other in the open position.

Ladder according to one of the preceding claims, characterized in that the ladder is provided with a magnet for magnetically fixing the cover member in the open position.

A ladder according to claim 5, characterized in that the magnet 25 is provided on the side of a longitudinal beam that is remote from the other longitudinal beam.

7. Ladder as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the tilting axis is located near a corner edge of a longitudinal beam, which corner edge is located on a side of the longitudinal beam facing the other longitudinal beam.

Ladder according to one of the preceding claims, characterized in that a cover member is provided for each longitudinal beam.

Ladder according to one of the preceding claims, characterized in that the cover member forms a closed surface in closed condition.

A ladder according to any one of the preceding claims, characterized in that the longitudinal beams comprise recesses for attaching aids to the longitudinal beams.

11. Ladder as claimed in claim 10, characterized in that the recesses extend substantially perpendicular to the longitudinal directions of the longitudinal beams and the rungs.

A ladder according to claim 10 or 11, characterized in that the auxiliary means comprise elongated adjusting members which can extend beyond the longitudinal members for adjusting the height and orientation of the ladder in the horizontal position. 13. Ladder as claimed in claim 10, 11 or 12, characterized in that the aids comprise elongated handrail members which can extend beyond the longitudinal girders to provide an H handrail.

14. Ladder as claimed in claim 13, characterized in that an elongated handrail element is arranged between the handrail members outside the plane of the longitudinal beams and extends substantially parallel to the longitudinal direction of the ladder.

15. Ladder as claimed in claim 10, 11, 12, 13 or 14, characterized in that the auxiliary means comprise brackets each with two ends extending in the recesses.

Ladder according to claim 15, characterized in that a further cover member is arranged around the brackets which together with at least the cover member forms a passage in the longitudinal direction of the longitudinal members in the closed position.

A ladder according to any one of the preceding claims, characterized in that the cover member comprises transport members which are rotatable 4 -, - ..... --- ^ .κ · γ ^ »βμ, ^^ 8888μΒ» ^ - ^ = ΊΡ * ^^ · τ «τ * ι, τ« κ * <? ^^ »ΐ: ·: · ^ r — g; _> j * about rotation axes extending parallel to the longitudinal direction of the rungs . 5