vroegmis
Uiterlijk
- vroeg·mis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vroegmis | vroegmissen |
verkleinwoord |
- (religie) een H. Mis die - ook op werkdagen - vroeg in de ochtend wordt opgedragen om aldus de gelovigen, met name de boeren, in de gelegenheid te stellen deze plechtigheid bij te wonen alvorens aan het werk te gaan
- De gevolgen waren zeker in Nederland enorm. „Alles wat bekend, vertrouwd en vanzelfsprekend was, zou verdwijnen.” De biecht bijvoorbeeld, en de dagelijkse vroegmis, en de klassieke schoolcatechismus, en het Latijn in menige kerkdienst. Het aantal priesters en paters „dat het niet meer wist” en uittrad, nam exponentieel toe. [3]
- Zaterdagavond werkte ik altijd op de markt, in een café. Eer dat dan sloot én je alles schoongemaakt had, was het minstens vier uur in de morgen. Daarna ging ik naar huis, pakte nog een paar uur slaap en zorgde dan dat ik op tijd was voor de vroegmis, die om 9.00 uur begon. [4]
- Het woord vroegmis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vroegmis" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ vroegmis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad A. de Heer 18-01-2012 Historicus Jos Palm beschrijft ondergang rooms-katholicisme in Nederland
- ↑ Reformatorisch Dagblad Addy de Jong 04-05-2018 CDA-Kamerlid Van Helvert: Doe ik eigenlijk wel het goede?
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be