toertocht
Uiterlijk
- toer·tocht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toertocht | toertochten |
verkleinwoord | toertochtje | toertochtjes |
de toertocht m
- een georganiseerde groepsreis die je maakt voor het plezier in het reizen zelf en voor de gezelligheid
- Expeditie Noordkaap 2018 gaat zondag van start vanuit Lichtenvoorde. De expeditie is een toertocht van acht dagen naar het noordelijkste punt van het Europese continent. [2]
- Evert Groothuis uit Ootmarsum en zijn broer Conrad Groothuis uit Vasse hebben met de Ice Road Challenge 20.000 euro opgehaald voor de Twentse Wensambulance. De twee deden mee aan The Arctic Challenge, een toertocht voor personenauto’s door Scandinavië. [3]
- Er is geen duursport zoals schaatsen waarbij uithoudingsvermogen en kracht op dezelfde manier worden gecombineerd. Bij hardlopen en fietsen zijn de krachten lager, schaatsers verzuren veel sneller door de statische belasting. Het moment van ontspanning is heel kort. Met minder vermogen in mijn benen is het moeilijker om een kleine kniehoek te houden en de bochten door te komen. En ik wil wel semi-diep zitten, niet rijden alsof ik een toertocht doe. [4]
- Het woord toertocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toertocht" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 27-01-18 Feestelijke start Expeditie Noordkaap zondag in Lichtenvoorde
- ↑ Tubantia Rutger Borgerink 04-02-18 'Ice Road Tukkers' zamelen 20.000 euro in voor goede doel
- ↑ Tubantia Lisette van der Geest 14-02-18 Zó voelt het om de 10 kilometer te rijden: 'Ik proef een beetje bloed'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be