pluimage
Uiterlijk
- plui·ma·ge
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gevederte’ voor het eerst aangetroffen in 1516 [1]
- uit het Frans [2]
- afgeleid van pluim met het achtervoegsel -age
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pluimage | pluimages |
verkleinwoord |
- het gevederte van een vogel
- vogels van diverse pluimage
allerlei soorten mensen met verschillende achtergronden, andere meningen enzovoorts
- Allen trokken ze de legitimiteit van de burgerlijke samenleving in twijfel, want die zou vooral de belangen van blanke, rijke mannen veiligstellen, boven die van armen, maar ook boven die van vrouwen, etnische minderheden en homo’s. De verworpenen der aarde bleken plots van allerlei pluimage. [4]
- Dat we inzetten op dat wat ons bindt en niet op dat wat ons scheidt. En dat opinieleiders, parlementair journalisten, de Jinekken van deze wereld, alsmede columnisten van diverse pluimage niet vol op het orgel gaan als het regeerakkoord wordt gepubliceerd. Meer dan ooit hebben we behoefte aan coöperatie en het zou alle spelers op het mediatoneel sieren als ze dit beseffen. De huidige wedloop in vergroving en belediging is namelijk een bedreiging voor het weefsel van de samenleving. [5]
- Het woord pluimage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pluimage" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "pluimage" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pluimage op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard ZATERDAG 9 SEPTEMBER 2017
- ↑ Tubantia Andre Vis 14-augustus-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be