koksbuis
Uiterlijk
- koks·buis
- samenstelling van kok en buis met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koksbuis | koksbuizen |
verkleinwoord | koksbuisje | koksbuisjes |
het koksbuis o
- (kleding) de kledij die koks dragen tijdens hun werk
- Hij deed zijn koksbuis aan en ging aan de slag.
- Het woord koksbuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.