kokerellen
Uiterlijk
- Geluid: kokerellen (hulp, bestand)
- ko·ke·rel·len
- Afgeleid van het werkwoord koken, waarschijnlijk onder invloed van het Middelnederlandse cokerellen ""feesten".
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kokerellen |
kokerelde |
gekokereld |
zwak -d | volledig |
kokerellen
- op speelse wijze koken
- Een avondje kokerellen.
- Het woord 'kokerellen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.