hyperbool
Uiterlijk
- hy·per·bool
- via Frans hyperbole of direct via Latijn hyperbole van Oudgrieks ὑπερβολή (huperbolè), in de betekenis van ‘kegelsnede’ voor het eerst aangetroffen in 1605 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hyperbool | hyperbolen |
verkleinwoord | - | - |
- (wiskunde) kegelsnede die wordt gevormd door de snijlijnen van een kegel en een vlak dat beide helften van de kegel snijdt
- (letterkunde) overdrijvende, vergrotende stijlfiguur
-
1. Grafiek van een functie die een hyperbool oplevert.
-
1. De hyperbool als kegelsnede bij een strikt verticaal snijvlak
- [1] kegelsnede
- [2] stijlfiguur
1.
- Het woord hyperbool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hyperbool" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ hyperbool op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "hyperbool" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Letterkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 91 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %