divan
Uiterlijk
- di·van
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rustbank’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1871 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | divan | divans |
verkleinwoord | divannetje | divannetjes |
de divan m
- Een rustbank zonder leuning.
- De patiënt van de psychiater ligt op een divan.
- Het woord divan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "divan" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "divan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be