bouwmarkt
Uiterlijk
- bouw·markt
- samenstelling van bouw ww en markt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwmarkt | bouwmarkten |
verkleinwoord | bouwmarktje | bouwmarktjes |
- (handel) handelsonderneming die bouwmaterialen, gereedschap en doe-het-zelfartikelen verkoopt
- Het woord bouwmarkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bouwmarkt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 of 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Handel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %