boka
Uiterlijk
- boka
Naar frequentie | 1587 |
---|
boka
- nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van bok
- boka
boka
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast boke, zie aldaar
boka
- nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van bok
- bo·ka
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
supinum |
boka |
bokade |
bokat |
volledig |
boka
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 4
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Werkwoord in het Nynorsk
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 4
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Werkwoord in het Zweeds