aanhechten
Uiterlijk
- Geluid: aanhechten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanhɛxtə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·hech·ten
- samenstelling van aan vz en hechten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanhechten |
hechtte aan |
aangehecht |
zwak -t | volledig |
aanhechten
- overgankelijk vastmaken
- overgankelijk een nieuwe of gebroken draad vasthechten
1. vastmaken
- Het woord aanhechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal