ouderdomsuitkering
Uiterlijk
- ou·der·doms·uit·ke·ring
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ouderdomsuitkering | ouderdomsuitkeringen |
verkleinwoord |
de ouderdomsuitkering v
- geld dat iemand die ouder is dan een bepaalde leeftijd krijgt van de overheid
- ▸ De leeftijd waarop mensen een ouderdomsuitkering (AOW) ontvangen is gekoppeld aan de levensverwachting die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vaststelt. Als de levensverwachting stijgt, ontvangen mensen dus ook later een AOW-uitkering.[1]
- ▸ Maar het beeld dat werkgevers en werknemers in oktober 2017 schetsten aan de nieuwe regeringspartijen, over hoe dicht zij al bij een pensioenakkoord waren, bleek veel te rooskleurig. Eigenlijk moesten de onderhandelingen nog beginnen, en dus kwam het hele pensioendossier weer op tafel. Dat dossier bestaat uit het pensioenstelsel, waar werkgevers en werknemers samen voor sparen, en de AOW. Dat is de ouderdomsuitkering van de overheid die wordt betaald uit belastinggeld.[2]
- Het woord ouderdomsuitkering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“AOW-leeftijd ook in 2027 niet omhoog, blijft staan op 67 jaar” (Vrijdag 5 november 2021, 19:15), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Waarom liepen de pensioenonderhandelingen stuk? Vooral vanwege geld” (Woensdag 21 november 2018, 18:52), NOS