nawerken
Uiterlijk
- na·wer·ken
- samenstelling van na en werken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nawerken |
werkte na |
nagewerkt |
zwak -t | volledig |
nawerken [1]
- onovergankelijk doorwerken na de eigenlijke werking
- onovergankelijk Na de normale bedrijfsuren werken, overwerken
- Het woord nawerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nawerken" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 87 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %