tiggare
Uiterlijk
- tig·ga·re
- Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Zweedse werkwoord tigga met het achtervoegsel -re
Naar frequentie | 13227 |
---|
tiggares | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tiggare | tiggen tiggn |
tiggare | tiggna |
genitief | tiggares | tiggens tiggns |
tiggares | tiggnas |
tiggare, g
- bedelaar (mannelijke vorm)
- «En tiggare som satt utanför Coop på Kvarnholmen överfölls, misshandlades och rånades under torsdagskvällen.»
- Een bedelaar, die buiten de Coop op Kvarnholmen zat, is geworden aangevallen, geslagen en beroofd tijdens donderdagavond.
- «En tiggare som satt utanför Coop på Kvarnholmen överfölls, misshandlades och rånades under torsdagskvällen.»
- tiggerska (vrouwelijke vorm)
tiggare
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van [[tiggare#{{|no=1}}|tiggare]][[Categorie:Zelfstandignaamwoordsvorm in het {{|no=1}}]]