| dbo:abstract
|
- Leucospermum és un gènere d'arbusts de fulla perenne. Tiges verticals, de vegades repents que s'assigna a la família Proteaceae, amb actualment quaranta-vuit espècies conegudes. Gairebé totes les espècies de Leucospermum es reconeixen fàcilment a causa dels llargs estils que sobresurten amb un presentador de pol·len espessit, que justifiquen el nom comú de la flor (pincushion; en català buirac de sastre) Es poden trobar poblacions d'aquest gènere a Sud-àfrica, Swazilàndia, Zimbàbue i Moçambic. Els arbustos tenen en la seva base una sola tija, però algunes espècies broten d'una arrel subterrània, des de la qual la planta pot tornar a aparèixer després que un incendi hagi matat la biomassa aèria. En un grup més gran d'espècies, els exemplars moren pel foc i la seva supervivència depèn de les llavors. En totes les espècies, les llavors són recollides per formigues, que les porten als seus nius subterranis per alimentar-se dels seus eleosomes, una estratègia de dispersió de llavors coneguda com a mirmecocòria. D'aquesta manera es garanteix que les llavors no es cremin, de manera que poden créixer plantes noves. Les espècies Leucospermum són majoritàriament de fulles sèssils, simples, majoritàriament cuiroses, sovint suaus i pil·loses, col·locades en espiral, amb marges sencers. Les fulles tenen de 3 a 17 puntes coriàcies a vegades punxoses sense estípules al peu. Les flors amb bràctees a la part inferior o exterior s'organitzen en inflorescències. Les flors hermafrodites es troben sobre una base comuna que pot ser cilíndrica, cònica o plana i tenir petites bràctees a la seva base. Les flors presenten un periant que és pelut a la part exterior, particularment a la punta, i consta de quatre tèpals que es fusionen en un tub. Normalment les quatre anteres es fusionen individualment amb la punta els lòbuls la periant. Mentre encara es troba al brot, el pol·len es transfereix de les anteres al presentador del pol·len, amb un espessiment a la punta de l'estil. Els quatre lòbuls de periant es mantenen units entre si, o amb tres, o els quatre lòbuls lliures tots ells retrocedeixen sobre ells mateixos, fent de la part superior del tub. L'ovari súper consta d'un carpel i conté un únic ovari i està subdividit per quatre petites esquames. El fruit és una nou ovalada o gairebé amb forma de globus. La majoria d'espècies tenen rangs ecològics i àrees de distribució geogràfica molt limitada, i moltes són rares o en perill d'extinció. Els capçals de flors, sovint atractius, grans i de fulles perennes, combinats amb un llarg període de floració fan que les espècies de Leucospermum i els seus híbrids siguin criats com a flor ornamental i tallada. (ca)
- Leucospermum ist eine Pflanzengattung innerhalb der Familie der Silberbaumgewächse (Proteaceae). Die etwa 50 Arten kommen bis auf eine Art nur in Südafrika vor. Einige Arten und ihre Sorten werden als Zierpflanzen in Parks sowie Gärten oder als Schnittblumen verwendet und für sie gibt es die Trivialnamen Silbersamen, Nadelkissen-Silberbäume oder einfach Nadelkissen (letzteren auch bei Hakea-Arten). (de)
- Leucospermum est un genre de plantes à fleurs, de la famille des Proteaceae. (fr)
- Leucospermum es un género con unas 50 especies de plantas perteneciente a la familia Proteaceae, originario de Zimbabue y Sudáfrica, donde ocupa diferentes hábitats, incluyendo matorrales, bosques y laderas de montañas. (es)
- Leucospermum is a genus of evergreen upright, sometimes creeping shrubs that is assigned to the Proteaceae, with currently forty-eight known species. Almost all species are easily recognised as Leucospermum because of the long protruding styles with a thickened pollen-presenter, which jointly give the flower head the appearance of a pincushion, its common name. Pincushions can be found in South Africa, Swaziland, Zimbabwe and Mozambique. The shrubs mostly have a single stem at their base, but some species sprout from an underground rootstock, from which the plant can regrow after fire has killed the above ground biomass. In a larger group of species, specimens are killed by fire, and their survival depends on the seeds. In all species, seeds are collected by ants, which take them to their underground nests to feed on their ant breads, a seed dispersal strategy known as myrmecochory. This ensures that the seeds do not burn, so new plants can grow from them. Leucospermum species mostly have seated, simple, mostly leathery, often softly hairy leaves, set in a spiral, with entire margins or more often, with 3–17 blunt teeth with thickened, bony tips, and without stipules at their foot. The flowers are organised with many together in heads with bracts on the under- or outside. The hermaphrodite flowers themselves are set on a common base that may be cylindrical, conical or flat, and have small bracts at their base. The flowers have a perianth that is hairy on the outside, particularly at the tip, and consists of four tepals that are merged into a tube. Usually the four anthers are merged individually with the tip the perianth lobes, and only in a few species, a very short filament is present that further down cannot be distinguished from the tepals anymore. While still in the bud, the pollen is transferred from the anthers to the pollen-presenter, a thickening at the tip of the style. At that stage, the style grows considerably and rips through the sutures between the two perianth lobes facing away from the centre of the flower head. The perianth lobes all four remain attached to each other, or with three, or the four free lobes all curl back on themselves (like the lid of a sardine can), rimming the top of the tube. The superior ovary consists of one carpel and contains a single ovary, and is subtended by four small scales. The fruit is an oval or almost globe-shaped nut. Most species have very limited ecological ranges and distribution areas, and many are rare or endangered. The often attractive, large flower heads and evergreen foliage, the straight stems, combined with long flowering period makes that Leucospermum species and their hybrids are bred as garden ornamental and cut flower. (en)
- Leucospermum is een geslacht van groenblijvende, rechtopstaande, soms kruipende struiken dat behoort tot de familie Proteaceae, met achtenveertig beschreven soorten. De soorten zijn goed herkenbaar als Leucospermum aan de lange uitstekende stijlen met een verdikte punt, die samen de bloemenkop het uiterlijk geven van een speldenkussen. De gebruikelijke namen voor de soorten in dit geslacht zijn 'speldekussing' en 'luisiesbos' in het Afrikaans en 'pincushion' of 'lousebush' in het Engels. Leucospermum-soorten zijn te vinden in Zuid-Afrika, Swaziland, Zimbabwe en Mozambique. De struiken hebben meestal een enkele stam aan hun basis, maar sommige soorten groeien uit een ondergrondse wortelstok, vanwaaruit de plant weer kan uitgroeien als de bovengrondse biomassa is afgebrand. Een grotere groep soorten is voor het overleven van branden afhankelijk van de zaden. Bij alle soorten worden zaden verzameld door mieren, die deze meenemen naar hun ondergrondse nesten om zich te voeden met hun mierenbroodje (een zaadverspreidingsstrategie die bekend staat als myrmecochorie). Dit zorgt ervoor dat de zaden niet verbranden. Leucospermum-soorten hebben meestal zittende, enkelvoudig, meestal leerachtige, vaak zacht harige, verspreide bladeren, met een gave bladrand of vaker, met 3-17 stompe tanden met verdikte, benige punten en zonder steunblaadjes aan hun voet. De bloemen staan met vele samen in hoofdjes met aan de onder- of buitenkant een omwindsel van schutbladen. De tweeslachtige bloemen zelf staan op een gemeenschappelijke bloembodem die cilindrisch, kegelvormig of vlak kan zijn en hebben een schutblaadje aan hun basis. De bloemen hebben een bloemdek dat behaard is aan de buitenkant, vooral aan de top, en bestaat uit vier bloemdekbladen die onderaan zijn samengegroeid tot een buis. Meestal zijn de vier helmknoppen elk direct vergroeid met de toppen van de vrije delen van de lobben van het bloemdek, en slechts bij een paar soorten is er een zeer korte helmdraad aanwezig, die verder naar beneden niet meer van de bloemblaadjes te onderscheiden is. Nog in de knop, wordt het stuifmeel overgedragen van de helmknoppen naar de "pollenpresentator", een verdikking aan het uiteinde van de stijl. Als de knop zich gaat openen groeit de stijl aanzienlijk en scheurt door naden tussen de twee bloemdeklobben die van het midden van de bloemhoofd afgekeerd zijn. De bloemdeklobben blijven alle vier aan elkaar vastgemaakt, of met drie of de vier vrije lobben krullen allemaal afzonderlijk terug naar de bloembuis (zoals deksel van een sardineblikje). Het bovenstandig vruchtbeginsel bestaat uit één vruchtblad en bevat één enkele zaadknop, en wordt omringd door vier kleine schubben. De vrucht is een eivormige of bijna bolvormige noot. (nl)
- Leucospermum R. Br. – rodzaj roślin z rodziny srebrnikowatych (Proteaceae). Obejmuje co najmniej 47 gatunków występujących naturalnie w Afryce Południowej. (pl)
- Nåldynesläktet (Leucospermum) är ett släkte i familjen proteaväxter. Blommorna har ett stort antal stift, vilket har givit upphov till namnet "nåldynor". Släktet är hemmahörande i Sydafrika och Zimbabwe där det finns drygt 40 arter i många olika slags växtmiljöer. I Sverige används bland annat arten bredbladig nåldyna (L. cordifolium) som snittblomma. Nåldynesläktets arter är nära besläktade med de australiska proteaväxterna i banksiasläktet (Banksia). (sv)
- O género botânico Leucospermum, constituído por espécies vulgarmente designadas como alfineteiras inclui cerca de 50 espécies de plantas com flor da família das Proteaceae. É nativo do Zimbabwe e da África do Sul, onde ocupam uma grande variedade de habitats, incluindo charnecas, florestas, e encostas montanhosas. São arbustos perenes, podendo por vezes, mas raramente, atingir o tamanho de árvores de 0,5 a 5 metros de altura. As folhas, coriáceas, dispõem-se em espiral, e são simples, de forma linear a lanceolada, de 2 a 12 cm de comprimento e de 0,5 a 3 cm de largura. A sua margem é serrada, completamente ou apenas na extremidade. As flores reúnem-se em densas inflorescências, com estames proeminentes, que justificam o nome de "alfineteira" - parecendo, de facto, alfinetes espetados sobre uma pequena almofada de tépalas. O género está relacionado, em termos evolutivos com o género, nativo da Austrália, Banksia. (pt)
- Білоплідник (Leucospermum) — це рід вічнозелених прямостоячих, іноді повзучих чагарників, які відносять до родини Proteaceae, на даний момент відомі сорок вісім видів. Майже всі види легко впізнати як Leucospermum через довгі виступаючі стовпчики, які разом надають квітковій головці вигляду голківниці. Їх можна знайти в Південній Африці, Свазіленді, Зімбабве та Мозамбіку. (uk)
- Леукоспермум (лат. Leucospermum, буквально — Белое семя, Белосемянник) — род растений семейства протейных. В литературе также упоминается как «Белосемянник». Род произрастает исключительно на юге Африки (Зимбабве, ЮАР, юг Ботсваны), многие виды — эндемики Финбоша. Насчитывается около 50 видов леукоспермума. Наиболее близкий род — банксия, произрастающая в Австралии. Представители рода — кустарники, реже — деревья, высотой 0,5—5 м, с продолговатыми листьями длиной 2—12 см, шириной до 3 см. Цветки собраны в соцветия на длинных цветоносах. Растения произрастают на открытом солнце, но переносят похолодание до +5 °C. (ru)
- 針墊花属（Leucospermum），又名風輪花属，是山龍眼科下的屬，包含了五十餘種開花植物，含針墊花（又名風輪花、針墊山龍眼）。原發現於津巴布韦與南非，棲地包含灌木、森林與坡地等。 針墊花屬植物属於常綠灌木（少數為矮樹），一般高度在半米到五米之間。 葉為輪生，多為針狀或矛尖狀，2 - 12 公分長、0.5 - 3 公分寬，邊緣或僅於葉尖成鋸齒狀，質地堅韌如皮革。 密集的花序十分顯眼，其名即由此而來。 在演化上，本屬與原生於澳洲的班克斯花關係十分密切。 適合大型插花和綠化用苗。 (zh)
|
| rdfs:comment
|
- Leucospermum ist eine Pflanzengattung innerhalb der Familie der Silberbaumgewächse (Proteaceae). Die etwa 50 Arten kommen bis auf eine Art nur in Südafrika vor. Einige Arten und ihre Sorten werden als Zierpflanzen in Parks sowie Gärten oder als Schnittblumen verwendet und für sie gibt es die Trivialnamen Silbersamen, Nadelkissen-Silberbäume oder einfach Nadelkissen (letzteren auch bei Hakea-Arten). (de)
- Leucospermum est un genre de plantes à fleurs, de la famille des Proteaceae. (fr)
- Leucospermum es un género con unas 50 especies de plantas perteneciente a la familia Proteaceae, originario de Zimbabue y Sudáfrica, donde ocupa diferentes hábitats, incluyendo matorrales, bosques y laderas de montañas. (es)
- Leucospermum R. Br. – rodzaj roślin z rodziny srebrnikowatych (Proteaceae). Obejmuje co najmniej 47 gatunków występujących naturalnie w Afryce Południowej. (pl)
- Nåldynesläktet (Leucospermum) är ett släkte i familjen proteaväxter. Blommorna har ett stort antal stift, vilket har givit upphov till namnet "nåldynor". Släktet är hemmahörande i Sydafrika och Zimbabwe där det finns drygt 40 arter i många olika slags växtmiljöer. I Sverige används bland annat arten bredbladig nåldyna (L. cordifolium) som snittblomma. Nåldynesläktets arter är nära besläktade med de australiska proteaväxterna i banksiasläktet (Banksia). (sv)
- Білоплідник (Leucospermum) — це рід вічнозелених прямостоячих, іноді повзучих чагарників, які відносять до родини Proteaceae, на даний момент відомі сорок вісім видів. Майже всі види легко впізнати як Leucospermum через довгі виступаючі стовпчики, які разом надають квітковій головці вигляду голківниці. Їх можна знайти в Південній Африці, Свазіленді, Зімбабве та Мозамбіку. (uk)
- 針墊花属（Leucospermum），又名風輪花属，是山龍眼科下的屬，包含了五十餘種開花植物，含針墊花（又名風輪花、針墊山龍眼）。原發現於津巴布韦與南非，棲地包含灌木、森林與坡地等。 針墊花屬植物属於常綠灌木（少數為矮樹），一般高度在半米到五米之間。 葉為輪生，多為針狀或矛尖狀，2 - 12 公分長、0.5 - 3 公分寬，邊緣或僅於葉尖成鋸齒狀，質地堅韌如皮革。 密集的花序十分顯眼，其名即由此而來。 在演化上，本屬與原生於澳洲的班克斯花關係十分密切。 適合大型插花和綠化用苗。 (zh)
- Leucospermum és un gènere d'arbusts de fulla perenne. Tiges verticals, de vegades repents que s'assigna a la família Proteaceae, amb actualment quaranta-vuit espècies conegudes. Gairebé totes les espècies de Leucospermum es reconeixen fàcilment a causa dels llargs estils que sobresurten amb un presentador de pol·len espessit, que justifiquen el nom comú de la flor (pincushion; en català buirac de sastre) Es poden trobar poblacions d'aquest gènere a Sud-àfrica, Swazilàndia, Zimbàbue i Moçambic. (ca)
- Leucospermum is a genus of evergreen upright, sometimes creeping shrubs that is assigned to the Proteaceae, with currently forty-eight known species. Almost all species are easily recognised as Leucospermum because of the long protruding styles with a thickened pollen-presenter, which jointly give the flower head the appearance of a pincushion, its common name. Pincushions can be found in South Africa, Swaziland, Zimbabwe and Mozambique. (en)
- Leucospermum is een geslacht van groenblijvende, rechtopstaande, soms kruipende struiken dat behoort tot de familie Proteaceae, met achtenveertig beschreven soorten. De soorten zijn goed herkenbaar als Leucospermum aan de lange uitstekende stijlen met een verdikte punt, die samen de bloemenkop het uiterlijk geven van een speldenkussen. De gebruikelijke namen voor de soorten in dit geslacht zijn 'speldekussing' en 'luisiesbos' in het Afrikaans en 'pincushion' of 'lousebush' in het Engels. Leucospermum-soorten zijn te vinden in Zuid-Afrika, Swaziland, Zimbabwe en Mozambique. (nl)
- O género botânico Leucospermum, constituído por espécies vulgarmente designadas como alfineteiras inclui cerca de 50 espécies de plantas com flor da família das Proteaceae. É nativo do Zimbabwe e da África do Sul, onde ocupam uma grande variedade de habitats, incluindo charnecas, florestas, e encostas montanhosas. O género está relacionado, em termos evolutivos com o género, nativo da Austrália, Banksia. (pt)
- Леукоспермум (лат. Leucospermum, буквально — Белое семя, Белосемянник) — род растений семейства протейных. В литературе также упоминается как «Белосемянник». Род произрастает исключительно на юге Африки (Зимбабве, ЮАР, юг Ботсваны), многие виды — эндемики Финбоша. Насчитывается около 50 видов леукоспермума. Наиболее близкий род — банксия, произрастающая в Австралии. (ru)
|
