BE1030595A1 - Wall duct - Google Patents
Wall duct Download PDFInfo
- Publication number
- BE1030595A1 BE1030595A1 BE20225441A BE202205441A BE1030595A1 BE 1030595 A1 BE1030595 A1 BE 1030595A1 BE 20225441 A BE20225441 A BE 20225441A BE 202205441 A BE202205441 A BE 202205441A BE 1030595 A1 BE1030595 A1 BE 1030595A1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- wall
- air
- sound
- channel
- passage according
- Prior art date
Links
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims abstract description 30
- 238000009423 ventilation Methods 0.000 claims description 83
- 230000001902 propagating effect Effects 0.000 claims description 4
- 238000011144 upstream manufacturing Methods 0.000 claims description 3
- 230000004888 barrier function Effects 0.000 description 15
- 230000002238 attenuated effect Effects 0.000 description 8
- 238000005192 partition Methods 0.000 description 8
- 239000000463 material Substances 0.000 description 7
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 6
- 238000009792 diffusion process Methods 0.000 description 5
- 239000004020 conductor Substances 0.000 description 4
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 4
- 239000011888 foil Substances 0.000 description 4
- 239000011810 insulating material Substances 0.000 description 4
- 238000010521 absorption reaction Methods 0.000 description 3
- 238000001914 filtration Methods 0.000 description 3
- 238000009413 insulation Methods 0.000 description 3
- 238000012423 maintenance Methods 0.000 description 3
- 238000000034 method Methods 0.000 description 3
- 239000002023 wood Substances 0.000 description 3
- OKTJSMMVPCPJKN-UHFFFAOYSA-N Carbon Chemical compound [C] OKTJSMMVPCPJKN-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 229910052799 carbon Inorganic materials 0.000 description 2
- 238000013461 design Methods 0.000 description 2
- 230000001066 destructive effect Effects 0.000 description 2
- 239000006260 foam Substances 0.000 description 2
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 2
- 230000035515 penetration Effects 0.000 description 2
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 2
- 239000004575 stone Substances 0.000 description 2
- 239000004753 textile Substances 0.000 description 2
- 230000002411 adverse Effects 0.000 description 1
- 230000008859 change Effects 0.000 description 1
- 238000009833 condensation Methods 0.000 description 1
- 230000005494 condensation Effects 0.000 description 1
- -1 crepie Substances 0.000 description 1
- 230000003247 decreasing effect Effects 0.000 description 1
- 239000000428 dust Substances 0.000 description 1
- 239000012774 insulation material Substances 0.000 description 1
- 230000003993 interaction Effects 0.000 description 1
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 1
- 238000005259 measurement Methods 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
- 239000011148 porous material Substances 0.000 description 1
- 230000002441 reversible effect Effects 0.000 description 1
- 239000007779 soft material Substances 0.000 description 1
- 238000012360 testing method Methods 0.000 description 1
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 230000037303 wrinkles Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F12/00—Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening
- F24F12/001—Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening with heat-exchange between supplied and exhausted air
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F13/00—Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
- F24F13/24—Means for preventing or suppressing noise
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F7/00—Ventilation
- F24F2007/0025—Ventilation using vent ports in a wall
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F13/00—Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
- F24F13/24—Means for preventing or suppressing noise
- F24F2013/245—Means for preventing or suppressing noise using resonance
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Duct Arrangements (AREA)
- Ventilation (AREA)
Abstract
Een wanddoorvoer voorzien om ingebouwd te worden in een wand van een gebouw en ingericht om verbonden te worden met een luchtverplaatsingseenheid, de wanddoorvoer omvattende een luchtinlaat en een luchtuitlaat, daardoor gekenmerkt dat tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat een geluidsval met een kamer is voorzien die een kanaal vormt dat is ingericht om een luchtstroom tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat af te bakenen, waarbij het kanaal een schot omvat om een rechtlijnige luchtstroom tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat te verhinderen zodanig dat een propagatie van geluid van de luchtverplaatsingseenheid doorheen de kamer wordt gedempt.A wall duct provided to be built into a wall of a building and designed to be connected to an air displacement unit, the wall duct comprising an air inlet and an air outlet, characterized in that a sound trap with a chamber is provided between the air inlet and the air outlet. forms a channel that is designed to delineate an air flow between the air inlet and the air outlet, wherein the channel comprises a baffle to prevent a rectilinear air flow between the air inlet and the air outlet in such a way that a propagation of sound from the air displacement unit through the room is dampened .
Description
WanddoorvoerWall duct
De uitvinding heeft betrekking op een wanddoorvoer in bijzonder een wanddoorvoer voor een luchtverplaatsingseenheid.The invention relates to a wall passage, in particular a wall passage for an air displacement unit.
Luchtverplaatsingseenheden worden onder andere gebruikt in ventilatiesystemen die ingericht zijn om gebouwen actief te ventileren.Air movement units are used, among other things, in ventilation systems that are designed to actively ventilate buildings.
BE1024294 beschrijft bijvoorbeeld een decentrale ventilatie-unit die ingebouwd kan worden in een spouw. Deze decentrale ventilatie-unit is voorzien van luchtverplaatsingseenheden om lucht op gecontroleerde wijze in en uit een ruimte te laten stromen. De in BE1024294 beschreven decentrale ventilatie-unit is volledig weggewerkt in de spouw en veroorzaakt slechts een minimale esthetische verstoring in de ruimte. Om lucht in en uit de ruimte te laten stromen is een wandoorvoer in de wand voorzien die is ingericht om verbonden te worden met de luchtverplaatsingseenheid. De wandoorvoer omvat een luchtinlaat en een luchtuitlaat. Een nadeel van de luchtverplaatsingseenheden is echter dat deze geluid produceren dat via de wandoorvoer in de ruimte terecht komt. Doordat de genoemde decentrale ventilatie- unit in de spouw is weggewerkt, is de afstand tussen de in de decentrale ventilatie-unit omvatte luchtverplaatsingseenheden en de ruimte welke de decentrale ventilatie- unit voorziet van lucht, beperkt. Onder andere doordat deze afstand beperkt is, ondervindt een in de ruimte aanwezige persoon geluidshinder van het door de luchtverplaatsingseenheden geproduceerde geluid.BE1024294, for example, describes a decentralized ventilation unit that can be built into a cavity. This decentralized ventilation unit is equipped with air movement units to allow air to flow in and out of a room in a controlled manner. The decentralized ventilation unit described in BE1024294 is completely concealed in the cavity and causes only minimal aesthetic disruption in the room. To allow air to flow in and out of the room, a wall duct is provided in the wall, which is designed to be connected to the air movement unit. The wall duct comprises an air inlet and an air outlet. However, a disadvantage of the air movement units is that they produce sound that ends up in the room through the wall duct. Because the aforementioned decentralized ventilation unit is concealed in the cavity, the distance between the air movement units included in the decentralized ventilation unit and the space that supplies the decentralized ventilation unit with air is limited. Partly because this distance is limited, a person present in the room experiences noise pollution from the sound produced by the air displacement units.
Het is een doel van de uitvinding geluidshinder in de ruimte komende van een luchtverplaatsingseenheid te beperken.It is an aim of the invention to limit noise pollution in the room emanating from an air displacement unit.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een wanddoorvoer voorzien om ingebouwd te worden in een wand van een gebouw en ingericht om verbonden te worden met een luchtverplaatsingseenheid. De wandoorvoer wordt gekenmerkt doordat tussen de luchtinlaat en een luchtuitlaat daarvan een geluidsval met een kamer is voorzien. De kamer vormt een kanaal dat is — ingericht om een luchtstroom tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat af te bakenen en omvat een schot om een rechtlijnige luchtstroom tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat te verhinderen zodanig dat ook een propagatie van geluid van de luchtverplaatsingseenheid doorheen de kamer wordt gedempt.To this end, the invention provides a wall passage designed to be built into a wall of a building and designed to be connected to an air displacement unit. The wall passage is characterized in that a sound trap with a chamber is provided between the air inlet and an air outlet thereof. The chamber forms a channel that is designed to demarcate an air flow between the air inlet and the air outlet and includes a baffle to prevent a rectilinear air flow between the air inlet and the air outlet in such a way that also propagation of sound from the air displacement unit through the room is muted.
De geluidsval is voorzien om ingebouwd te worden in een wand van een gebouw. Dit laat toe om de geluidsval minstens gedeeltelijk weg te werken in de wand van het gebouw en een esthetisch mooi ogend resultaat te realiseren. De wand is bijvoorbeeld de binnenste schil of binnenmuur van het gebouw, maar de wand kan ook een plafond zijn. Het door de kamer gevormde kanaal bakent een luchtstroom tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat af. Het kanaal is dus ingericht om de lucht van de luchtinlaat naar de luchtuitlaat te geleiden. De kamer omvat verder een schot zodat propagatie van geluid, d.w.z. de voortplanting van geluidsgolven, wordt gedempt. Het schot is in het bijzonder ingericht om te verhinderen dat de luchtstroom tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat rechtlijnig is. Met rechtlijnig wordt bedoeld dat de luchtstroom niet in één rechte lijn van de luchtinlaat naar de luchtuitlaat kan stromen. Anders gezegd wordt een zichtlijnverbinding tussen de luchtinlaat en de luchtinlaat verbroken. Dit heeft het voordeel dat de geluidsval een fysieke barrière rechtsreeks tussen de geluidsoverlast producerende luchtverplaatsingseenheden en de ruimte waarin de persoon aanwezig is, vormt. Het schot verhindert dus ook dat geluid hoofdzakelijk rechtlijnig kan propageren tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat. Het schot laat toe om enerzijds de door de luchtverplaatsingsinrichting geproduceerde geluidsgolven noemenswaardig te absorberen ter plaatste van een kamerwand van de kamer die het kanaal begrenst of ter plaatse van het schot zelf. Bij absorptie worden geluidsgolven geabsorbeerd door het materiaal waaruit het schot is vervaardigd en omgezet in warmte-energie. Het schot laat verder toe om geluid te diffuseren door de geluidsgolven te reflecteren ter plaatste van de kamerwand van de kamer die het kanaal begrenst of ter plaatse van het schot zelf. Bij diffusie wordt de geluidsgolf afgezwakt doordat de geluidsgolf in verscheidene richtingen wordt verspreid door de reflectie. Doordat het schot enerzijds geluidsgolven absorbeert en anderzijds diffuseert worden de geluidsgolven geattenueerd, of, anders gezegd, verzwakt en ondervindt de persoon die in de ruimte aanwezig is geen of minder geluidsoverlast. De term “attenueren”’ (attenuate inThe sound trap is intended to be built into a wall of a building. This allows the sound trap to be at least partially concealed in the wall of the building and to achieve an aesthetically pleasing result. For example, the wall is the inner shell or inner wall of the building, but the wall can also be a ceiling. The channel formed by the chamber defines an air flow between the air inlet and the air outlet. The duct is therefore designed to guide the air from the air inlet to the air outlet. The chamber further comprises a baffle so that sound propagation, i.e. the propagation of sound waves, is dampened. The baffle is particularly designed to prevent the air flow between the air inlet and the air outlet from being linear. By linear it is meant that the airflow cannot flow in one straight line from the air inlet to the air outlet. In other words, a line of sight connection between the air inlet and the air inlet is broken. This has the advantage that the sound trap forms a physical barrier directly between the air movement units producing noise pollution and the room in which the person is present. The baffle therefore also prevents sound from propagating mainly in a straight line between the air inlet and the air outlet. On the one hand, the baffle allows the sound waves produced by the air displacement device to be significantly absorbed at the location of a room wall of the room that bounds the duct or at the location of the baffle itself. With absorption, sound waves are absorbed by the material from which the baffle is made and converted into heat energy. The baffle further allows sound to be diffused by reflecting the sound waves at the location of the room wall of the room that bounds the duct or at the location of the baffle itself. During diffusion, the sound wave is weakened because the sound wave is spread in several directions by the reflection. Because the baffle absorbs sound waves on the one hand and diffuses them on the other, the sound waves are attenuated, or, in other words, weakened and the person present in the room experiences no or less noise pollution. The term “attenuate”' (attenuate in
English) wordt in de context van de aanvrage als synoniem gebruikt voor de termen “verzwakken” of “dempen”.English) is used in the context of the application as a synonym for the terms “attenuate” or “dampen”.
Bij voorkeur heeft een stromingshartlijn van de luchtstroom een lengte die groter is dan een rechtlijnige afstand tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat, bij voorkeur minstens 1.5 keer groter, meer bij voorkeur minstens 2 keer groter. Op deze wijze attenueert de geluidsval op verbeterde wijze geluidsgolven met een lagere frequentie, bijvoorbeeld 250 Hertz (Hz) of lager.Preferably, a flow center line of the air flow has a length that is greater than a rectilinear distance between the air inlet and the air outlet, preferably at least 1.5 times greater, more preferably at least 2 times greater. In this way, the sound trap attenuates sound waves with a lower frequency, for example 250 Hertz (Hz) or lower, in an improved manner.
Dergelijke lage frequentie geluidsgolven zijn moeilijker te attenueren dan hoge frequentie golven minstens omdat de energie van de lage frequentiegeluidsgolf minder snel dissipeert.Such low frequency sound waves are more difficult to attenuate than high frequency waves at least because the energy of the low frequency sound wave dissipates less quickly.
Bij voorkeur is het schot aangebracht om de luchtstroom langs een enkel primair stromingspad te dwingen. Het voordeel hiervan is gebaseerd op het inzicht dat het schot de luchtweerstand doorheen het kanaal verhoogt in vergelijking met een rechtlijnig kanaal bijvoorbeeld, waardoor het meer energie van de luchtverplaatsingseenheid kost om lucht doorheen het kanaal te leiden. Dit veroorzaakt dan weer meer geluidsoverlast doordat ongewenste geluidsbronnen ontstaan in het kanaal. Echter door de luchtstroom langs een enkele primaire stromingspad te dwingen wordt vermeden dat er geluidsbronnen in het kanaal ontstaan waardoor dit negatieve effect hoofdzakelijk wordt geannuleerd of vermeden.Preferably the baffle is arranged to force the airflow along a single primary flow path. The advantage of this is based on the insight that the baffle increases the air resistance through the duct compared to a straight-line duct, for example, so that it takes more energy from the air displacement unit to guide air through the duct. This in turn causes more noise pollution because unwanted noise sources are created in the duct. However, forcing the airflow along a single primary flow path avoids introducing noise sources into the duct, essentially canceling or avoiding this negative effect.
Bij voorkeur omvat de geluidsval verder minstens één geluidsobstructie in het kanaal, welke obstructie ingericht is om geluid minstens gedeeltelijk te dempen of te weerkaatsen. De geluidsobstructie verbetert de absorptie en diffusie van geluidsgolven in het kanaal verder. Bij verdere voorkeur strekt de geluidsobstructie zich minstens gedeeltelijk uit in een zone van het kanaal, in een richting dwars op een primaire stroomrichting van de luchtstroom ter plaatste van de zone. Op deze manier wordt hoofdzakelijk de diffusie van geluidsgolven verder verbeterd, in bijzonder omdat er meer reflectie van het geluid in het kanaal wordt gerealiseerd. Opgemerkt wordt dat de geluidsobstructie ook minstens gedeeltelijk geluid zal absorberen. De geluidsobstructie strekt zich in de dwarse richting uit over minstens 5mm, meer bij voorkeur over minstens 10mm.Preferably, the sound trap further comprises at least one sound obstruction in the channel, which obstruction is designed to at least partially dampen or reflect sound. The sound obstruction further improves the absorption and diffusion of sound waves in the canal. Further preferably, the sound obstruction extends at least partially in a zone of the duct, in a direction transverse to a primary flow direction of the air flow at the zone. In this way, the diffusion of sound waves is further improved, especially because more reflection of the sound in the channel is achieved. It is noted that the sound barrier will also at least partially absorb sound. The sound obstruction extends in the transverse direction for at least 5mm, more preferably for at least 10mm.
Bij voorkeur is een geleider voorzien om het kanaal op te delen in minstens twee subkanalen die een verschillende lengte tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat definiëren. Het voordeel hiervan is gebaseerd op het inzicht de verschillende lengte van de subkanalen toe laat om geluidsgolven in een breder frequentiebereik te attenueren. Zo zal het subkanaal met de langere lengte op verbeterde wijze geluidsgolven met lagere frequentie attenueren en zal het subkanaal met een in vergelijking kleinere lengte geluidsgolven met hogere frequentie attenueren.Preferably, a guide is provided to divide the duct into at least two sub-ducts defining a different length between the air inlet and the air outlet. The advantage of this is based on the insight that the different lengths of the subchannels allow sound waves to be attenuated in a wider frequency range. For example, the subchannel with the longer length will attenuate lower frequency sound waves in an improved manner and the subchannel with a comparatively smaller length will attenuate higher frequency sound waves.
Bij voorkeur is de geluidsval ingericht om stroomopwaarts van de luchtverplaatsingseenheid voorzien te zijn. Bij verdere voorkeur is het kanaal ingericht om te verhinderen dat geluid propageert van de luchtuitlaat naar de luchtinlaat. De voordelen hiervan zijn gebaseerd op het inzicht dat de prominente geluidsbron van een luchtverplaatsingsinrichting zich hoofdzakelijk ter plaatste van een luchtaanzuigzijde daarvan bevindt. Doordat de geluidsval stroomopwaarts van de luchtverplaatsingseenheid is voorzien wordt het daardoor geproduceerde geluid dus optimaal gedempt.The sound trap is preferably designed to be provided upstream of the air displacement unit. Further preferably, the channel is designed to prevent sound from propagating from the air outlet to the air inlet. The advantages of this are based on the insight that the prominent sound source of an air displacement device is mainly located at the air suction side thereof. Because the sound trap is provided upstream of the air displacement unit, the sound produced is optimally damped.
Bij voorkeur is de geluidsval ingericht is om met een binnenmuur van het gebouw in verbinding te staan. Dit laat toe om zowel de ventilatie-unit alsook de geluidval in de buitenschil of spouw en de binnenschil of binnenmuur van het gebouw te verwerken.The sound trap is preferably designed to be connected to an inner wall of the building. This allows both the ventilation unit and the sound trap to be processed in the outer shell or cavity and the inner shell or inner wall of the building.
Bij voorkeur omvat de kamer een eerste wanddeel die voorzien is om tegenover de luchtuitlaat te liggen. Bij verdere voorkeur omvat de kamer een tweede wanddeel omvat die nagenoeg haaks staat op het eerste wanddeel en de luchtinlaat omvat. Bij verdere voorkeur is het eerste wanddeel voorzien om zich in de muur opwaarts uit te strekken. Bij nog verdere voorkeur is het eerste wanddeel voorzien om nagenoeg evenwijdig met de muur, bij voorkeur een binnenmuur, te liggen. Enerzijds botsen de door de luchtverplaatsingseenheid geproduceerde geluidsgolven rechtstreek op het eerste wanddeel waardoor de geluidsgolven reeds vroegtijdig worden geattenueerd. Anderzijds is de geluidval op deze wijze esthetisch mooi verwerkbaar in de muur van de ruimte.Preferably, the room comprises a first wall part that is provided to lie opposite the air outlet. The chamber preferably comprises a second wall part that is substantially perpendicular to the first wall part and comprises the air inlet. Further preferably, the first wall part is provided to extend upwards in the wall. Even further preferably, the first wall part is provided to lie substantially parallel to the wall, preferably an inner wall. On the one hand, the sound waves produced by the air displacement unit collide directly with the first wall part, causing the sound waves to be attenuated early. On the other hand, the sound trap can be incorporated in this way in an aesthetically pleasing way into the wall of the room.
Bij voorkeur omvat de geluidsval een frame dat is ingericht om de geluidsval te bevestigen in de muur. Bij verdere voorkeur omvat de geluidsval een scharnier dat is voorzien tussen het eerste wanddeel en het frame zodat het eerste wanddeel scharnierbaar is tussen een open positie en een gesloten positie, waarbij in de open positie de geluidsval minstens gedeeltelijk open is en waarbij in de gesloten positie het eerste wanddeel de kamer begrenst. Dit laat toe om onderhoud uit te voeren. Voorts laat dit ook toe om te reiken tot de genoemde ventilatie-eenheid zodat bijvoorbeeld functionele elementen zoals filters van de ventilatie-eenheid kunnen vervangen worden.Preferably, the sound trap comprises a frame designed to attach the sound trap to the wall. Further preferably, the sound trap comprises a hinge provided between the first wall part and the frame so that the first wall part is hinged between an open position and a closed position, wherein in the open position the sound trap is at least partially open and wherein in the closed position the first wall part bounds the room. This allows maintenance to be carried out. Furthermore, this also makes it possible to reach the ventilation unit mentioned, so that, for example, functional elements such as filters of the ventilation unit can be replaced.
Bij voorkeur is de geluidsval voorzien om in een uitsparing in de muur te worden aangebracht en is de geluidsval ter plaatste van de luchtinlaat ingericht om een ruimte te voorzien tussen de geluidsval en de muur. Bij verder voorkeur wordt de ruimte begrensd door een afgeschuinde wand. Op deze wijze is een schaduwvoeg in de muur realiseerbaar.The sound trap is preferably provided to be fitted in a recess in the wall and the sound trap at the location of the air inlet is designed to provide a space between the sound trap and the wall. Furthermore, the space is preferably bounded by a sloping wall. In this way a shadow gap can be created in the wall.
Bij voorkeur omvat de geluidsval verder ten minste één eerste luchtfilter in het kanaal. Bij verdere voorkeur is de ten minste ene eerste luchtfilter voorzien ter plaatste van de luchtinlaat. Via de filter kan lucht gezuiverd worden. Ook kan verhinderd worden dat vuil en/of ongedierte via de lucht mee de ruimte wordt binnengezogen.Preferably, the sound trap further comprises at least one first air filter in the channel. Further preferably, the at least one first air filter is provided at the location of the air inlet. Air can be purified through the filter. Dirt and/or vermin can also be prevented from being sucked into the room through the air.
Bij voorkeur is een binnenwand van het kanaal minstens gedeeltelijk voorzien van een geluidsabsorberende laag. Bij verdere voorkeur is de geluidsabsorberende laag, minstens ter plaatste van de luchtuitlaat, voorzien van een naar binnengerichte zijde van het eerste wanddeel. Zo wordt de attenuatie van het geluid verder verbeterd.Preferably, an inner wall of the channel is at least partially provided with a sound-absorbing layer. It is further preferred that the sound-absorbing layer is provided with an inward-facing side of the first wall part, at least at the location of the air outlet. This further improves the attenuation of the sound.
Bij voorkeur is het kanaal hoofdzakelijk U-vormig. De U-vorm ligt bij voorkeur hoofdzakelijk in en vlak dat nagenoeg evenwijdig loopt met de binnenmuur.Preferably the channel is mainly U-shaped. The U-shape preferably lies mainly in a plane that runs almost parallel to the inner wall.
Bij voorkeur bevat de geluidsval verder een tweede kamer in lijn met en gescheiden van de eerste kamer, welke tweede kamer voorzien is om een tweede luchtstroom doorheen de wand tussen een tweede luchtinlaat en een tweede luchtuitlaat te faciliteren.Preferably, the sound trap further comprises a second chamber in line with and separated from the first chamber, which second chamber is provided to facilitate a second air flow through the wall between a second air inlet and a second air outlet.
Volgens een verder aspect voorziet de uitvinding verder in een decentrale ventilatie-unit verbonden met een wanddoorvoer zoals hierboven beschreven. Welke ventilatie-unit een warmtewisselaar en een behuizing bevat. De behuizing is ingericht om een eerste kanaal voor het laten stromen van lucht van buiten het gebouw naar binnen, een tweede kanaal voor het laten stromen van lucht van binnen het gebouw naar buiten, en een warmtewisselaarsvoorziening ingericht om een warmte uitwisseling tussen een luchtstroom in het eerste kanaal en een luchtstroom in het tweede kanaal, te vormen. De decentrale ventilatie-unit is zodanig verbonden met de wanddoorvoer dat de kamer van de wanddoorvoer een verlengstuk vormt van minstens één van het eerste en het tweede kanaal van de ventilatie-unit.According to a further aspect, the invention further provides a decentralized ventilation unit connected to a wall passage as described above. Which ventilation unit contains a heat exchanger and a housing. The housing is designed to have a first channel for allowing air to flow from outside the building to the inside, a second channel for allowing air to flow from inside the building to the outside, and a heat exchanger facility designed to facilitate heat exchange between an air flow in the building. first channel and an air flow in the second channel. The decentralized ventilation unit is connected to the wall duct in such a way that the chamber of the wall duct forms an extension of at least one of the first and second channels of the ventilation unit.
De behuizing is bij voorkeur gevormd door een behuizingsamenstel dat een eerste behuizingsdeel en een tweede behuizingsdeel bevat die onderling verbindbaar en vormcompatibel zijn. Het eerste behuizingsdeel en het tweede behuizingsdeel zijn ingericht om elk minstens een gedeelte van een eerste kanaal voor het laten stromen van lucht van buiten het gebouw naar binnen, een tweede kanaal voor het laten stromen van lucht van binnen het gebouw naar buiten, en een warmtewisselaarsvoorziening ingericht om de warmtewisselaar te ontvangen, te vormen. De decentrale ventilatie-unit is zodanig verbonden met de wanddoorvoer dat de kamer van de geluidsval bij voorkeur ter plaatse van de luchtuitlaat van het tweede kanaal van de ventilatie-unit is gepositioneerd.The housing is preferably formed by a housing assembly that contains a first housing part and a second housing part that are mutually connectable and shape-compatible. The first housing part and the second housing part are adapted to each contain at least a portion of a first channel for allowing air to flow from outside the building to the inside, a second channel for allowing air to flow from inside the building to the outside, and a heat exchanger facility. arranged to receive, form the heat exchanger. The decentralized ventilation unit is connected to the wall penetration in such a way that the sound trap chamber is preferably positioned at the air outlet of the second duct of the ventilation unit.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. 5 In de tekening laat: figuur 1 een doorsnede zien van een eerste voorbeelduitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2A, figuur 2B en figuur 2C elk een vooraanzicht zien van voorkeursuitvoeringsvorm van de wanddoorvoer met geluidsval; figuur 3 een perspectief aanzicht zien van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de geluidsval; figuur 4 een schematische opstaande doorsnede zien van een ventilatie-unit verbonden met een wanddoorvoer bevattende een geluidsval; figuur 5 een ploftekening zien van een ventilatie-unit waarmee de uitvinding bij voorkeur gecombineerd is; en figuur 6 een liggende dwarsdoorsnede zien van een muur ter plaatse van de ventilatie-unit en de wanddoorvoer.The invention will now be described in more detail with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing. In the drawing: figure 1 shows a cross-section of a first exemplary embodiment of the invention; Figure 2A, Figure 2B and Figure 2C each show a front view of a preferred embodiment of the wall passage with sound trap; figure 3 shows a perspective view of a further preferred embodiment of the sound trap; Figure 4 shows a schematic upright section of a ventilation unit connected to a wall passage containing a sound trap; Figure 5 shows an exploded view of a ventilation unit with which the invention is preferably combined; and figure 6 shows a horizontal cross-section of a wall at the location of the ventilation unit and the wall penetration.
De volgende gedetailleerde beschrijving is gericht op bepaalde specifieke uitvoeringsvormen, de leer hierin kan echter op verschillende manieren worden toegepast. In de tekeningen is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.The following detailed description is directed to certain specific embodiments, however the teachings herein may be applied in various ways. In the drawings the same reference numeral has been assigned to the same or analogous element.
De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen de uitvinding is echter niet daartoe beperkt, maar alleen door de conclusies.The present invention will be described with respect to specific embodiments, but the invention is not limited thereto, but only by the claims.
Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudsvorm "een", “het” en "de" zowel de enkelvouds- als meervoudsreferenties tenzij de context duidelijk anders dicteert.As used herein, the singular forms “an,” “the,” and “the” include both singular and plural references unless the context clearly dictates otherwise.
De termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit" zoals hierin gebruikt, zijn synoniem met "inclusief", "omvat" of "bevattend", "bevat". De termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit" bij het verwijzen naar genoemde componenten, elementen of werkwijzestappen omvatten ook uitvoeringsvormen die "bestaan uit” de componenten, elementen of werkwijzestappen.The terms "comprising", "includes" and "made up of" as used herein are synonymous with "including", "includes" or "containing", "contains". The terms "comprising", "included" and "made up of" when referring to said components, elements or method steps also include embodiments "consisting of" the components, elements or method steps.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en verdere in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen vergelijkbare elementen en niet noodzakelijkerwijs voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde, tenzij dit gespecificeerd is. Het is duidelijk dat de aldus gebruikte termen onderling uitwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen werken in andere volgorde dan hierin beschreven of geïllustreerd.Furthermore, the terms first, second, third and further are used in the description and in the claims to distinguish between similar elements and not necessarily to describe a sequential or chronological order unless so specified. It is to be understood that the terms so used are interchangeable under appropriate circumstances and that the embodiments of the invention described herein may operate in order other than that described or illustrated herein.
Verwijzing in deze specificatie naar “één uitvoering", “een uitvoering", “sommige aspecten", "een aspect" of "één aspect" betekent dat een bepaald kenmerk, structuur of kenmerk dat beschreven is in verband met de uitvoering of aspect is opgenomen in ten minste een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De verschijningsvormen van de zinnen "in één uitvoering", "in een uitvoering”, “sommige aspecten", "een aspect” of “één aspect" op verschillende plaatsen in deze specificatie verwijzen dus niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoering of aspecten. Verder kunnen de specifieke kenmerken, structuren of kenmerken op elke geschikte wijze worden gecombineerd, zoals voor een vakman op dit gebied duidelijk zal zijn, in een of meer uitvoeringsvormen of aspecten. Verder zijn, hoewel sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen of aspecten enkele maar geen andere kenmerken omvatten die in andere uitvoeringsvormen of aspecten zijn opgenomen, combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen of aspecten bedoeld om binnen de context van de uitvinding te vallen en om verschillende uitvoeringsvormen of aspecten te vormen, zoals zou worden begrepen door de vakman. In de bijgevoegde conclusies kunnen bijvoorbeeld alle kenmerken van de geclaimde uitvoeringsvormen of aspecten in elke combinatie worden gebruikt.Reference in this specification to “one embodiment”, “an embodiment”, “some aspects”, “an aspect” or “one aspect” means that a particular feature, structure or feature described in connection with the embodiment or aspect is included in at least one embodiment of the present invention. Thus, the appearances of the phrases "in one embodiment", "in an embodiment", "some aspects", "an aspect" or "one aspect" at various places in this specification do not refer necessarily all to the same embodiment or aspects. Furthermore, the specific features, structures or features may be combined in any suitable manner as would be apparent to one skilled in the art, in one or more embodiments or aspects. Further, although some are described herein embodiments or aspects include some but not other features included in other embodiments or aspects, combinations of features of different embodiments or aspects intended to be within the context of the invention and to constitute different embodiments or aspects, as would be understood by the professional. For example, in the appended claims, all features of the claimed embodiments or aspects may be used in any combination.
Figuur 1 toont een muur 1 van een gebouw. Figuur 1 toont de muur in een opstaande dwarsdoorsnede. De muur is schematisch voorgesteld en wordt in de praktijk typisch gevormd door een buitenmuur 3 en een binnenmuur 2. Om warmteverlies te beperken wordt tussen de binnenmuur 2 en de buitenmuur 3 typisch een spouw 4 voorzien. De spouw 4 is gedefinieerd door een afstand tussen de binnenmuur en de buitenmuur, welke afstand door lucht of door een isolatiemateriaal gevuld kan zijn. Hierdoor wordt een thermische barrière gecreëerd tussen de binnenmuur 2 en de buitenmuur 3 zodat energie in het gebouw kan vastgehouden worden. De buitenmuur 3 is gedefinieerd als de buitenschil van een gebouw. De binnenmuur 2 is gedefinieerd als de elementen die een binnenschil van een gebouw vormen, waarbij de binnenschil thermisch geïsoleerd is van de buitenschil. De vakman zal begrijpen dat de muren vervaardigd kunnen zijn uit verschillende soorten materialen zoals steen, hout, crepie, kunststofbekleding etc.Figure 1 shows a wall 1 of a building. Figure 1 shows the wall in an upright cross-section. The wall is depicted schematically and in practice is typically formed by an outer wall 3 and an inner wall 2. To limit heat loss, a cavity 4 is typically provided between the inner wall 2 and the outer wall 3. The cavity 4 is defined by a distance between the inner wall and the outer wall, which distance can be filled by air or by an insulating material. This creates a thermal barrier between the inner wall 2 and the outer wall 3 so that energy can be retained in the building. The outer wall 3 is defined as the outer shell of a building. The inner wall 2 is defined as the elements that form an inner shell of a building, where the inner shell is thermally insulated from the outer shell. The professional will understand that the walls can be made of different types of materials such as stone, wood, crepie, plastic covering, etc.
Figuur 1 toont verder een ventilatie-unit 7 die in de spouw 4 is aangebracht. De ventilatie- unit 7 maakt bij voorkeur deel uit van een ventilatiesysteem en laat toe om een gecontroleerde luchtstroom van binnen naar buiten en van buiten naar binnen, doorheen de muur B, M te forceren.Figure 1 further shows a ventilation unit 7 arranged in the cavity 4. The ventilation unit 7 is preferably part of a ventilation system and allows a controlled air flow to be forced from inside to outside and from outside to inside, through the wall B, M.
Het ventilatiesysteem kan beschouwd worden als een decentraal ventilatiesysteem. Namelijk in een gebouw kunnen meerdere van dergelijke ventilatie-units 7 voorzien worden, bijvoorbeeld in meerdere kamers van het gebouw zoals de keuken, huiskamer, slaapkamer en/of badkamer. De werking van de decentrale ventilatie-units is afzonderlijk van elkaar stuurbaar. In figuur 1 is de ventilatie-unit 7 in de spouw 4 gemonteerd.The ventilation system can be regarded as a decentralized ventilation system. Namely, several such ventilation units 7 can be provided in a building, for example in several rooms of the building such as the kitchen, living room, bedroom and/or bathroom. The operation of the decentralized ventilation units can be controlled separately. In figure 1, ventilation unit 7 is mounted in cavity 4.
De ventilatie-unit 7 heeft een luchtverplaatsingseenheid met een luchtaanvoerzijde en een luchtafvoerzijde. De luchtaanvoerzijde staat in verbinding met een ruimte O via de binnenmuur 2.The ventilation unit 7 has an air movement unit with an air supply side and an air exhaust side. The air supply side is connected to a room O via the inner wall 2.
De luchtafvoerzijde staat in verbinding met de buitenomgeving via de buitenmuur 3. Voor de vakman zal duidelijk zijn dat de luchtafvoerzijde eender waar in de buitenmuur kan worden aangebracht, zoals de dagkant van een raam bijvoorbeeld. Een voorbeeld van een luchtverplaatsingseenheid is een ventilator. Door lucht aan te voeren vanuit de ruimte O naar de luchtaanvoerzijde van de luchtverplaatsingseenheid, wordt aldus lucht onttrokken uit de ruimte O.The air exhaust side is connected to the outside environment via the exterior wall 3. It will be clear to the professional that the air exhaust side can be installed anywhere in the exterior wall, such as the reveal of a window, for example. An example of an air movement unit is a fan. By supplying air from space O to the air supply side of the air displacement unit, air is extracted from space O.
Dit aangeduid in figuur 1 met pijl L.This is indicated in figure 1 with arrow L.
Figuur 1 toont in zijaanzicht een wanddoorvoer met een geluidsval 100 volgens een voorbeelduitvoeringsvorm. De geluidsval 100 is schematisch en in doorsnede geïllustreerd om het werkingsprincipe weer te geven. Zo stellen de blanco pijlen L een doorheen wanddoorvoer en de geluidsval 100 stromende luchtstroom voor.Figure 1 shows a side view of a wall passage with a sound trap 100 according to an example embodiment. The sound trap 100 is illustrated schematically and in section to show the principle of operation. For example, the blank arrows L represent an air flow flowing through the wall passage and the sound trap 100.
De wandoorvoer voorzien om ingebouwd te worden in de binnenmuur 2 van het gebouw en omvat een luchtinlaat en een luchtuitlaat. In de figuur maakt de binnenmuur 2 deel uit van de wand 1 van het gebouw. Dit laat toe om de wandoorvoer weg te werken in de wand van het gebouw en een esthetisch mooi ogend resultaat te realiseren, in bijzonder wanneer deze in lijn ligt met de binnenmuur 2 zoals verder zal worden toegelicht.The wall duct is intended to be built into the inner wall 2 of the building and comprises an air inlet and an air outlet. In the figure, the inner wall 2 is part of the wall 1 of the building. This allows the wall duct to be concealed in the wall of the building and to achieve an aesthetically pleasing result, especially when it is in line with the inner wall 2 as will be explained further.
De wanddoorvoer is voorzien van een geluidsval 100 tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat. De geluidsval 100 omvat een kamer 110 met een luchtinlaat 120 en een luchtuitlaat 130. De luchtinlaat van de wandoorvoer kan samenvallen met de luchtinlaat van de geluidsval 120.The wall duct is equipped with a sound trap 100 between the air inlet and the air outlet. The sound trap 100 comprises a chamber 110 with an air inlet 120 and an air outlet 130. The air inlet of the wall passage can coincide with the air inlet of the sound trap 120.
De luchtinlaat 120 van de geluidsval 100 kan ook de luchtinlaat van de wandoorvoer vormen. De luchtuitlaat van de wandoorvoer kan ook samenvallen met de luchtuitlaat 130 van de geluidsval 100. De luchtuitlaat 130 van de geluidsval 100 kan dus ook de luchtuitlaat 130 van de wandoorvoer vormen. De luchtuitlaat en luchtinlaat van de wanddoorvoer en de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130 van de geluidsval 100 worden onderling uitwisselbaar gebruikt in deze aanvrage. De luchtinlaat 120 staat in verbinding met de ruimte O en de luchtuitlaat 130 staat in verbinding met de luchtaanvoerzijde van de luchtverplaatsingsinrichting van de ventilatie-unit 7.The air inlet 120 of the sound trap 100 can also form the air inlet of the wall passage. The air outlet of the wall duct can also coincide with the air outlet 130 of the sound trap 100. The air outlet 130 of the sound trap 100 can therefore also form the air outlet 130 of the wall duct. The air outlet and air inlet of the wall passage and the air inlet 120 and the air outlet 130 of the sound trap 100 are used interchangeably in this application. The air inlet 120 is connected to the space O and the air outlet 130 is connected to the air supply side of the air displacement device of the ventilation unit 7.
De kamer 110 vormt een kanaal 140 dat is ingericht om een luchtstroom tussen de luchtinlaat en de — luchtuitlaat af te bakenen. Het kanaal 140 is dus ingericht om de lucht van de luchtinlaat 120 naar de luchtuitlaat 130 te leiden. De luchtstroom wordt gerealiseerd door de luchtverplaatsingsinrichting die een onderdruk, door aanzuiging van lucht ter plaatste van de luchtuitlaat 130, creëert zodat een drukverschil heerst tussen de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130. Dit drukverschil realiseert een luchtstroom van de luchtinlaat 120 naar de luchtuitlaat 130.The chamber 110 forms a channel 140 that is designed to delineate an air flow between the air inlet and the air outlet. The channel 140 is therefore designed to lead the air from the air inlet 120 to the air outlet 130. The air flow is realized by the air displacement device, which creates a negative pressure by suction of air at the location of the air outlet 130, so that a pressure difference exists between the air inlet 120 and the air outlet 130. This pressure difference realizes an air flow from the air inlet 120 to the air outlet 130.
De kamer 110 omvat verder een schot 150 dat door de aanwezigheid in de kamer mede het kanaal 140 vormt. Het schot is voorzien in de kamer 110 zodat een rechtlijnige luchtstroom P tussen de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130 wordt verhinderd. Een dergelijke rechtlijnige luchtstroom P wordt ter verduidelijking in figuur 1 getoond maar is in de praktijk niet mogelijk.The chamber 110 further comprises a partition 150 which, due to its presence in the chamber, also forms the channel 140. The baffle is provided in the chamber 110 so that a rectilinear air flow P between the air inlet 120 and the air outlet 130 is prevented. Such a rectilinear air flow P is shown in figure 1 for clarity, but is not possible in practice.
Met rechtlijnig wordt bedoeld dat de luchtstroom in één rechte lijn van de luchtinlaat 120 naar de luchtuitlaat 130 kan stromen, zoals het geval zou zijn wanneer het schot 150 niet zou voorzien zijn.By linear it is meant that the air flow can flow in one straight line from the air inlet 120 to the air outlet 130, as would be the case if the baffle 150 were not provided.
In figuur 1 liggen de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130 rechtstreeks tegenover elkaar en bevindt het schot 150 zich tussen de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130. Het schot 150 dwingt de luchtstroom te stromen om het schot 150 heen en vormt een hindernis voor geluid dat wordt geproduceerd door de luchtverplaatsingseenheid. Anders gezegd wordt een zichtlijnverbinding tussen de luchtinlaat 120 en de luchtinlaat 130 verbroken. Zonder het schot 150 zou geluid dat door de luchtverplaatsingseenheid wordt geproduceerd rechtlijnig van de luchtuitlaat 130 naar de luchtinlaat 120 kunnen propageren zonder noemenswaardig geattenueerd te worden. Doordat het schot 150 een hindernis vormt voor het geluid, dempt de geluidsval de rechtstreekse voortplanting van de geluidsgolven. Op deze manier ligt het aan de luchtverplaatsingsinrichting gerelateerde en in de ruimte waarneembare geluidsniveau noemenswaardig lager dan het daadwerkelijke door de luchtverplaatsingseenheid geproduceerde geluidsniveau. Het schot 150 laat toe om enerzijds de door de luchtverplaatsingsinrichting geproduceerde geluidsgolven noemenswaardig te absorberen in de kamer 110, bijvoorbeeld ter plaatste van de kamerwand die het kanaal 140 begrenst. Voorts zal het schot 150 zelf ook geluid absorberen. Het schot 150 laat toe om geluid te diffuseren doordat de geluidsgolven ter plaatste van de kamerwand van de kamer die het kanaal begrenst gereflecteerd worden. Het schot 150 zal zelf ook de geluidsgolven reflecteren. Doordat het schot 150 enerzijds geluidsgolven absorbeert en anderzijds diffuseert worden de geluidsgolven verzwakt en ondervindt de persoon die in de ruimte aanwezig is geen of minder geluidsoverlast. Opgemerkt wordt dat de stromingsrichting van de luchtstroom L en een propagatierichting van het door de luchtverplaatsingseenheid geproduceerde geluid in de geïllustreerde situatie tegengesteld zijn. Dit zal hieronder verder worden toegelicht. Daarbij wordt verder opgemerkt dat het werkingsprincipe van de geluidskamer eenzelfde uitwerking zal hebben wanneer de luchtstroom omgekeerd loopt, zijnde van de ventilator in de ventilatie-unit 7 naar de ruimte O.In Figure 1, the air inlet 120 and the air outlet 130 are directly opposite each other and the baffle 150 is located between the air inlet 120 and the air outlet 130. The baffle 150 forces the airflow to flow around the baffle 150 and forms an obstacle to sound being emitted. produced by the air displacement unit. In other words, a line-of-sight connection between the air inlet 120 and the air inlet 130 is broken. Without the baffle 150, sound produced by the air displacement unit could propagate linearly from the air outlet 130 to the air inlet 120 without being significantly attenuated. Because the baffle 150 forms an obstacle to the sound, the sound trap dampens the direct propagation of the sound waves. In this way, the noise level related to the air displacement device and observable in the room is noticeably lower than the actual noise level produced by the air displacement unit. On the one hand, the baffle 150 allows the sound waves produced by the air displacement device to be significantly absorbed in the room 110, for example at the location of the room wall that bounds the channel 140. Furthermore, the baffle 150 itself will also absorb sound. The baffle 150 allows sound to be diffused because the sound waves are reflected at the location of the room wall of the room that bounds the channel. The baffle 150 itself will also reflect the sound waves. Because the baffle 150 absorbs sound waves on the one hand and diffuses them on the other, the sound waves are weakened and the person present in the room experiences no or less noise pollution. It is noted that the flow direction of the air flow L and a propagation direction of the sound produced by the air displacement unit are opposite in the illustrated situation. This will be explained further below. It is further noted that the operating principle of the sound chamber will have the same effect when the air flow runs in reverse, i.e. from the fan in ventilation unit 7 to room O.
De kamer 110 en het schot 150 kunnen uit eenzelfde materiaal vervaardigd zijn, bijvoorbeeld hout of kunststof. Een naar binnen gerichte wand van de kamer 110, bijvoorbeeld een _kamerwand die het kanaal 140 begrenst, alsook het schot 150 kunnen minstens gedeeltelijk voorzien zijn van een geluidsabsorberende laag. Zo wordt de attenuatie van het geluid verder verbeterd. De termen “attenueren” of “attenuatie”, in het engels “ to attenuate” of “attenuation” zijn in de context van de aanvrage synoniem gebruikt met termen zoals “verminderen” “afzwakken”, “verzachten” of “dempen”. De termen duiden op akoestische demping die een maat is voor het energieverlies van geluidsvoortplanting in een media, bv. lucht in de huidige context.The chamber 110 and the partition 150 can be made of the same material, for example wood or plastic. An inward-facing wall of the room 110, for example a room wall that bounds the channel 140, as well as the partition 150 can be at least partially provided with a sound-absorbing layer. This further improves the attenuation of the sound. The terms “attenuation” or “attenuation” are used in the context of the application synonymously with terms such as “reduce”, “weaken”, “soften” or “dampen”. The terms indicate acoustic attenuation which is a measure of the energy loss of sound propagation in a media, e.g. air in the current context.
Bij voorkeur is de geluidsabsorberende laag, minstens ter plaatste van de luchtuitlaat 130, voorzien aan een naar binnengerichte zijde van het eerste wanddeel. Een dergelijke geluidsabsorberende laag kan gemaakt worden van een poreus of zacht materiaal zoals textiel of schuim. Ook de textuur en structuur van het oppervlak van de kamerwand en het oppervlak van het schot 150 hebben een invloed op de geluidsattenuatie. Zo kan een plooi in het oppervlak of geweven of andere niet-vlakke textuur de geluidsgolf verder afzwakken doordat de geluidsgolf in verscheidene reflectierichtingen worden gereflecteerd. Textuur en materiaalsoorten kunnen ook gecombineerd worden om de attenuatie verder te verbeteren. Verder wordt opgemerkt dat de geluidsabsorberende laag selectief kan aangebracht worden. Zo kan de geluidsabsorberende laag enkel ter plaatste van de luchtuitlaat 130 zijn aangebracht of over het hele oppervlak van een naar binnengerichte zijde van het kanaal. Verder kan de geluidsabsorberende laag in verscheidene gedeeltes worden aangebracht die elk afzonderlijk vervaardigd zijn van een bepaald materiaal.The sound-absorbing layer is preferably provided on an inward-facing side of the first wall part, at least at the location of the air outlet 130. Such a sound-absorbing layer can be made of a porous or soft material such as textile or foam. The texture and structure of the surface of the room wall and the surface of the baffle 150 also influence the sound attenuation. For example, a wrinkle in the surface or woven or other non-planar texture can further attenuate the sound wave by reflecting the sound wave in various reflection directions. Texture and material types can also be combined to further improve attenuation. It is further noted that the sound-absorbing layer can be applied selectively. For example, the sound-absorbing layer can be applied only at the location of the air outlet 130 or over the entire surface of an inward-facing side of the duct. Furthermore, the sound-absorbing layer can be applied in several parts, each separately made of a specific material.
De in figuur 1 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van de geluidsval 100 omvat een schot 150 dat zich vanaf een bovenwand neerwaarts uitstrekt. Bovenaan is het schot 150 bevestigd met de bovenwand, of ligt het schot 150 nagenoeg tegen de bovenwand aan om een luchtstroom tussen het schot 150 en de bovenwand nagenoeg volledig te verhinderen. Het schot 150 strekt zich uit tot op een voorafbepaalde afstand van een onderwand van de kamer 110. Er bevindt zich dus een opening tussen een onderste uiteinde van het schot 150 en de onderwand 112 van de kamer 110.The preferred embodiment of the sound trap 100 shown in Figure 1 comprises a baffle 150 extending downwards from an upper wall. At the top, the partition 150 is attached to the top wall, or the partition 150 lies virtually against the top wall to virtually completely prevent an air flow between the partition 150 and the top wall. The baffle 150 extends to a predetermined distance from a bottom wall of the chamber 110. There is therefore an opening between a lower end of the baffle 150 and the bottom wall 112 of the chamber 110.
De geluidsval 100 heeft op deze manier een eerste kanaalgedeelte dat neerwaarts is georiënteerd en zich uitstrekt van de luchtinlaat 120 tot het onderste uiteinde van het schot 150, een tweede kanaalgedeelte dat opwaarts georiënteerd is en zich uitstrekt vanaf het onderste uiteinde van het schot 150 tot de luchtuitlaat 130, en een derde kanaalgedeelte dat zich tussen het onderste uiteinde van het schot 150 en de onderwand 112 van de kamer uitstrekt. In dit voorbeeld van het kanaal 140 is het kanaal hoofdzakelijk U-vormig. Opgemerkt wordt dat het schot 150 in overeenstemming met de positie van luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130 is aangebracht. Wanneer de positie van de luchtinlaat en de luchtuitlaat wijzigen zal het duidelijk zijn dat het schot 150 overeenkomstig aangepast dient te worden. In de figuur hebben de kanaalgedeeltes een hoofdzakelijk gelijk doorsnedeoppervlak maar dat is niet essentieel. Zo kan het eerste kanaalgedeelte breder zijn dan het tweede kanaalgedeelte, en vice versa. Er kunnen ook obstructies zoals geluidsobstructies en/of geleiders in de kamer voorzien zijn, zoals verder zal worden toegelicht. In figuur 1 is het U- vormige kanaal getekend met een onderste been van de U dwars op de binnenmuur 2 terwijl het U- vormige kanaal in de praktijk bij voorkeur ligt met de U evenwijdig met de binnenmuur 2. De inlaat 120 en uitlaat 130 zijn dan bij voorkeur offset ten opzichte van elkaar voorzien zodat het ene opwaarste been van de U-vorm de inlaat 120 met het kanaal verbindt en het andere opwaarste been van de U-vorm de uitlaat 130 met het kanaal verbindt. Een dergelijke voorkeurs uitvoeringsvorm is in detail getoond in figuur 3. In een dergelijke voorkeurs uitvoeringsvorm zorgt het kanaal dat de lucht in meerdere richtingen evenwijdig met de binnenmuur 2 stroomt tussen de inlaat 120 en de uitlaat 130.In this manner, the sound trap 100 has a first channel portion oriented downward and extending from the air inlet 120 to the lower end of the baffle 150, a second channel portion oriented upward and extending from the lower end of the baffle 150 to the air outlet 130, and a third channel section extending between the lower end of the baffle 150 and the bottom wall 112 of the chamber. In this example of channel 140, the channel is generally U-shaped. It is noted that the baffle 150 is arranged in accordance with the position of the air inlet 120 and the air outlet 130. When the position of the air inlet and the air outlet change, it will be clear that the baffle 150 must be adjusted accordingly. In the figure the channel sections have an essentially equal cross-sectional area, but this is not essential. For example, the first channel section can be wider than the second channel section, and vice versa. Obstructions such as sound barriers and/or conductors may also be provided in the room, as will be explained further. In figure 1 the U-shaped channel is drawn with a lower leg of the U transverse to the inner wall 2, while in practice the U-shaped channel is preferably located with the U parallel to the inner wall 2. The inlet 120 and outlet 130 are then preferably offset with respect to each other so that one upward leg of the U-shape connects the inlet 120 with the channel and the other upward leg of the U-shape connects the outlet 130 with the channel. Such a preferred embodiment is shown in detail in figure 3. In such a preferred embodiment, the channel ensures that the air flows in multiple directions parallel to the inner wall 2 between the inlet 120 and the outlet 130.
In figuur 1 is duidelijk zichtbaar dat de wandoorvoer, en bij uitbreiding, de geluidsval zodanig ingericht zijn om een luchtstroom minstens gedeeltelijk doorheen de wand M te faciliteren. De luchtstroom stroomt primair in een richting dwars op de wand. Hierbij is een oriëntatie van de wand niet essentieel, zo kan de wand een opstaande wand zijn, zoals in figuur 1 is geïllustreerd. De wand kan ook liggend georiënteerd zijn, bijvoorbeeld een plafondwand. Hoewel de luchtstroom primair in een richting dwars op de wand stroomt, verhindert de geluidsval 100 dat de luchtstroom rechtlijnig van de luchtinlaat 120 naar de luchtuitlaat 130 stroomt. De geluidsval 100 doet de luchtstroom dus secundair een afstand afleggen. Figuur 1 toont hoe de geluidsval 100 de luchtstroom secundair een afstand doet afleggen in een eerste richting. De eerste richting is hoofdzakelijk opstaand georiënteerd en ligt in een vlak dat nagenoeg evenwijdig ligt met de binnenwand. Echter, de geluidsval kan ingericht zijn om de luchtstroom secundair een afstand in meerdere richting te doen afleggen, zoals verder zal worden toegelicht. Een geluidsval 100 met een geheel analoge werking kan anders georiënteerd zijn, waarbij het schot zich van een eerste wand tot op een afstand van een tweede wand uitstrekt.Figure 1 clearly shows that the wall duct, and by extension, the sound trap, are designed in such a way to facilitate an air flow at least partially through the wall M. The air flow flows primarily in a direction transverse to the wall. An orientation of the wall is not essential, so the wall can be an upright wall, as illustrated in figure 1. The wall can also be oriented horizontally, for example a ceiling wall. Although the air flow primarily flows in a direction transverse to the wall, the sound trap 100 prevents the air flow from flowing straight from the air inlet 120 to the air outlet 130. The sound trap 100 causes the airflow to travel a distance secondarily. Figure 1 shows how the sound trap 100 causes the airflow to secondarily travel a distance in a first direction. The first direction is mainly oriented upright and lies in a plane that is almost parallel to the inner wall. However, the sound trap can be designed to cause the air flow to secondarily travel a distance in multiple directions, as will be explained further. A sound trap 100 with a completely analogue operation can be oriented differently, with the baffle extending from a first wall to a distance from a second wall.
Figuur 1 toont dat het schot bij voorkeur is aangebracht om de luchtstroom langs een enkele primaire stromingspad te dwingen. Een primair stromingspad is een pad of weg waarlangs de luchtstroom voornamelijk stroomt, in de figuur is een eerste segment van het primaire stromingspad neerwaarts gericht. Een tweede segment van het primaire stromingspad stroomt horizontaal terwijl een derde segment van het primaire stromingspad opwaarts gericht is. De drie segmenten samen vormen een U-vormig pad of een U-vormige weg. Anders gezegd vormt het primaire stromingspad een U-bocht tussen de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130. Door de grootte van het kanaal ruim genoeg te maken, wordt de luchtweerstand doorheen het kanaal nagenoeg niet verhoogd in vergelijking met een rechtlijnig kanaal. Hierdoor vergt het nauwelijks meer energie van de luchtverplaatsingseenheid om lucht doorheen het kanaal te leiden, zodat ook de geluidsproductie van de luchtverplaatsingseenheid niet verhoogt.Figure 1 shows that the baffle is preferably arranged to force the airflow along a single primary flow path. A primary flow path is a path or road along which the air flow mainly flows, in the figure a first segment of the primary flow path is directed downwards. A second segment of the primary flow path flows horizontally while a third segment of the primary flow path is directed upward. The three segments together form a U-shaped path or a U-shaped road. In other words, the primary flow path forms a U-bend between the air inlet 120 and the air outlet 130. By making the size of the channel large enough, the air resistance through the channel is virtually not increased compared to a straight-line channel. As a result, it requires hardly any more energy from the air displacement unit to guide air through the duct, so that the noise production of the air displacement unit does not increase.
Figuur 1 toont verder dat een stromingshartlijn van de luchtstroom doorheen het kanaal een lengte kan hebben die groter is dan een rechtlijnige afstand tussen de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130, bij voorkeur minstens 1.5 keer groter, meer bij voorkeur minstens 2 keer groter. In figuur 1 wordt de stromingshartlijn geïllustreerd aan de hand van de blanco pijlen aangeduid met het referentiecijfer L. De stromingshartlijn van de luchtstroom is een fictieve hartlijn die door nagenoeg het midden van het kanaal 140 loopt. Doordat de stromingshartlijn een lengte heeft die groter is dan de rechtlijnig afstand tussen de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130 attenueert de geluidsval op verbeterde wijze geluidsgolven. In het bijzonder geluidsgolven met een lagere frequentie, bijvoorbeeld 250 Hertz (Hz) of lager worden op verbeterde wijze geattenueerd.Figure 1 further shows that a flow center line of the air flow through the channel can have a length that is greater than a rectilinear distance between the air inlet 120 and the air outlet 130, preferably at least 1.5 times greater, more preferably at least 2 times greater. In figure 1 the flow center line is illustrated on the basis of the blank arrows indicated with the reference number L. The flow center line of the air stream is a fictitious center line that runs through substantially the center of the channel 140. Because the flow center line has a length that is greater than the rectilinear distance between the air inlet 120 and the air outlet 130, the sound trap attenuates sound waves in an improved manner. In particular, sound waves with a lower frequency, for example 250 Hertz (Hz) or lower, are attenuated in an improved manner.
Dergelijke lage frequentie geluidsgolven zijn moeilijker te attenueren dan hoge frequentie golven minstens omdat de energie van de lage frequentiegeluidsgolf minder snel dissipeert. Een rechtlijnige afstand zou bijvoorbeeld 10 cm kunnen zijn. Een lengte van het kanaal daarentegen kan bijvoorbeeld 20 cm zijn of meer, bijvoorbeeld 50 cm. Des te langer het kanaal is, des te efficiënter de geluidsval 100 lagere frequenties zal attenueren, althans binnen redelijke grenzen die door de vakman gekend zijn en/of eenvoudig getest kunnen worden.Such low frequency sound waves are more difficult to attenuate than high frequency waves at least because the energy of the low frequency sound wave dissipates less quickly. For example, a straight-line distance could be 10 cm. A length of the channel, on the other hand, can be, for example, 20 cm or more, for example 50 cm. The longer the channel, the more efficiently the sound trap will attenuate lower frequencies, at least within reasonable limits known to the skilled person and/or that can be easily tested.
Figuren 2A, 2B en 2C tonen verdere voorbeelden van een geluidsval 100. De figuren tonen een binnenmuur 2 in een vooraanzicht recht op de wand. De buitenmuur is in de figuren niet zichtbaar. Zoals in figuur 1 getoond, omvat de geluidsval 100 een bovenwand 111 en een onderwand 112. Tussen de boven- en onderwand 111, 112 strekken zich twee zijwanden 113 uit.Figures 2A, 2B and 2C show further examples of a sound trap 100. The figures show an inner wall 2 in a front view straight onto the wall. The outer wall is not visible in the figures. As shown in Figure 1, the sound trap 100 comprises a top wall 111 and a bottom wall 112. Two side walls 113 extend between the top and bottom walls 111, 112.
Deze zijwanden 113 strekken zich opwaarts uit in de binnenmuur 2. Het kanaal 140 wordt verder begrensd door een eerste wanddeel 114, en een tweede wanddeel. Het tweede wanddeel is niet getoond in figuren 2A, 2B en 2C doch wel zichtbaar in figuren 1 en 3, waar het tweede wanddeel aangeduid is met referentiecijfer 115. De zijwanden 113 zijn, anders gezegd tweede wanddelen van de kamer 110, die nagenoeg haaks staan op het eerste wanddeel 113. In vergelijking met het in figuur 1 geïllustreerde dwarsliggende kanaal, tonen figuren 2A, 2B en 2C een kanaal 140 dat in een vlak ligt dat nagenoeg evenwijdig is met de binnenwand. Op deze manier kan de geluidsval de luchtstroom secundair een afstand doen afleggen in een richtingen gelegen in een vlak dat nagenoeg evenwijdig is met de binnenwand 2. Uit de voorbeelduitvoeringsvormen van figuren 2A, 2B, en 2C zal duidelijk blijken dat de geluidsval tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat de luchtstroom secundair een afstand doet afleggen in meerdere richtingen gelegen in een vlak dat nagenoeg evenwijdig ligt met de binnenwand. Deze afstand is noemenswaardig groter dan de rechte afstand tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat.These side walls 113 extend upward into the inner wall 2. The channel 140 is further bounded by a first wall part 114 and a second wall part. The second wall part is not shown in Figures 2A, 2B and 2C, but is visible in Figures 1 and 3, where the second wall part is indicated with reference number 115. The side walls 113, in other words, are second wall parts of the room 110, which are approximately perpendicular. on the first wall portion 113. In comparison to the transverse channel illustrated in Figure 1, Figures 2A, 2B and 2C show a channel 140 that lies in a plane that is substantially parallel to the inner wall. In this way, the sound trap can cause the air flow to secondarily travel a distance in directions located in a plane that is virtually parallel to the inner wall 2. It will be clear from the exemplary embodiments of Figures 2A, 2B, and 2C that the sound trap between the air inlet and the air outlet causes the air flow to secondarily travel a distance in several directions located in a plane that is virtually parallel to the inner wall. This distance is noticeably greater than the straight distance between the air inlet and the air outlet.
Figuren ZA, 2B en 2C tonen dat de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130 op verschillende locaties kunnen zijn voorzien of dat meer dan één luchtinlaat en/of luchtuitlaat kan worden voorzien. Dit laat bijvoorbeeld toe om de totale luchtinlaatopening te vergroten. Zo toont figuur 2A bijvoorbeeld dat twee of meer luchtinlaten 120 voorzien kunnen worden. Eén van de twee luchtinlaten 120 is voorzien in de bovenwand 111 van de kamer 110. Een andere van de twee luchtinlaten is voorzien in een zijwand 113 van de kamer 110. Voorts tonen figuren 2A, 2B en 2C ook dat de oriëntatie van de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130 ten opzichte van het kanaal op verschillende manieren kunnen voorzien zijn. Zo wordt in figuren 2A, 2B en 2C getoond dat de luchtinlaat 120 dwars georiënteerd is op de wand 2. In vergelijking, in figuur 1 is de luchtinlaat 120 evenwijdig met de binnenwand georiënteerd. Figuur 2A toont dan weer dat de inlaatopening zowel liggend als opstaand georiënteerd kan zijn. Verder tonen 2A, 2B en 2C dat de luchtuitlaat 130 in een vlak ligt evenwijdig met de binnenmuur 2. de luchtuitlaat en de luchtinlaat kunnen dus haaks ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd.Figures ZA, 2B and 2C show that the air inlet 120 and the air outlet 130 can be provided in different locations or that more than one air inlet and/or air outlet can be provided. This allows, for example, to increase the total air inlet opening. For example, Figure 2A shows that two or more air inlets 120 can be provided. One of the two air inlets 120 is provided in the top wall 111 of the chamber 110. Another of the two air inlets is provided in a side wall 113 of the chamber 110. Furthermore, Figures 2A, 2B and 2C also show that the orientation of the air inlet 120 and the air outlet 130 can be provided in different ways with respect to the duct. For example, in Figures 2A, 2B and 2C it is shown that the air inlet 120 is oriented transversely to the wall 2. In comparison, in Figure 1 the air inlet 120 is oriented parallel to the inner wall. Figure 2A shows that the inlet opening can be oriented either horizontally or vertically. Furthermore, 2A, 2B and 2C show that the air outlet 130 lies in a plane parallel to the inner wall 2. The air outlet and the air inlet can therefore be positioned perpendicular to each other.
Figuur 2A toont dat de luchtuitlaat 130 in een eerste wanddeel 114 voorzien is. Dit eerste wanddeel 114 bevindt zich ter zijde van de spouw en ligt bij voorkeur in een vlak evenwijdig met de binnenwand. De luchtuitlaat kan gepositioneerd zijn ter hoogte van de luchtinlaat doch aan een andere zijde van het schot 150 om te verhinderen dat de luchtstroom rechtlijnig van de luchtinlaat naar de luchtuitlaat kan stromen. Uit de figuur blijkt dat de luchtuitlaat 130 dwars gericht kan zijn ten opzichte van elk van de luchtinlaten 120. Het eerste wanddeel (niet getoond op figuren 2A, 2B en 2C) is bij voorkeur voorzien om tegenover de luchtuitlaat 130 te liggen. Geluid dat doorheen de luchtuitlaat propageert zal op deze manier dus nagenoeg onmiddellijk botsen op het eerste wanddeel (niet getoond). Op ingenieuze wijze wordt dus een extra geluidsobstructie voorzien zonder daarbij een doorvoeropening van het kanaal 140 te reduceren zodat de luchtweerstand laag blijft. Enerzijds botsen de door de luchtverplaatsingseenheid geproduceerde geluidsgolven rechtstreek op het eerste wanddeel waardoor de geluidsgolven reeds vroegtijdig worden geattenueerd. Anderzijds blijft de luchtdrukval in het kanaal beperkt waardoor de luchtverplaatsingseenheid efficiënt blijft functioneren.Figure 2A shows that the air outlet 130 is provided in a first wall part 114. This first wall part 114 is located on the side of the cavity and preferably lies in a plane parallel to the inner wall. The air outlet can be positioned at the level of the air inlet, but on a different side of the bulkhead 150 to prevent the air flow from flowing straight from the air inlet to the air outlet. The figure shows that the air outlet 130 can be oriented transversely with respect to each of the air inlets 120. The first wall part (not shown in Figures 2A, 2B and 2C) is preferably provided to lie opposite the air outlet 130. In this way, sound that propagates through the air outlet will almost immediately collide with the first wall part (not shown). An additional sound barrier is therefore provided in an ingenious manner without reducing a passage opening of the channel 140, so that the air resistance remains low. On the one hand, the sound waves produced by the air displacement unit collide directly with the first wall part, causing the sound waves to be attenuated early. On the other hand, the air pressure drop in the duct remains limited, so that the air displacement unit continues to function efficiently.
Figuur 2B toont een voorbeeld van de geluidsval 100 met minstens één geluidsobstructie 161, 162 in het kanaal, welke obstructie 161, 162 ingericht is om geluid minstens gedeeltelijk te dempen of te weerkaatsen. Dit verbetert de absorptie en diffusie van geluidsgolven in het kanaal verder. Figuur 2B toont dat de geluidsval 100 realiseerbaar is met twee of meer geluidsobstructies 161, 162. Zo is een voorbeeld getoond met twee geluidsobstructie 161, 162. Een eerste geluidsobstructies 161 is ter plaatste van een uiteinde van het schot 150 voorzien. Voor de vakman zal duidelijk zijn dat de geluidsobstructie 161 zich ook op een andere plaats in het kanaal kan bevinden en zelfs op meerdere plaatsen kan bevinden. Op deze manier wordt hoofdzakelijk de diffusie van geluidsgolven verder verbeterd, in bijzonder omdat er meer reflectie van het geluid in het kanaal 140 plaatsvindt.Figure 2B shows an example of the sound trap 100 with at least one sound obstruction 161, 162 in the channel, which obstruction 161, 162 is designed to at least partially dampen or reflect sound. This further improves the absorption and diffusion of sound waves in the canal. Figure 2B shows that the sound trap 100 can be realized with two or more sound barriers 161, 162. An example is shown with two sound barriers 161, 162. A first sound barrier 161 is provided at an end of the bulkhead 150. It will be clear to those skilled in the art that the sound obstruction 161 can also be located at a different location in the channel and can even be located in several locations. In this way, the diffusion of sound waves is mainly further improved, especially because there is more reflection of the sound in the channel 140.
Figuur 2B toont verder dat een tweede geluidsobstructie is voorzien tegen de onderwand.Figure 2B further shows that a second sound barrier is provided against the bottom wall.
De tweede geluidsobstructie strekt zich uit in het kanaal ter plaatste van het tweede kanaalgedeelte.The second sound obstruction extends into the channel at the location of the second channel section.
De tweede geluidsobstructie creëert twee nissen. Vermoed wordt dat deze nissen hoofdzakelijk verhinderen dat het geluid rond het schot zal propageren doordat deze nissen de geluidsgolven ten minste gedeeltelijk terug reflecteren in een richting van de luchtuitlaat of luchtinlaat. Testen hebben aangetoond dat de in figuur 2B getoonde uitvoeringsvorm bijzonder effectief is in het _ attenueren van geluidspropagatie van de luchtuitlaat 130 naar de luchtinlaat 120. Daarbij wordt opgemerkt dat een dergelijke geluidsobstructie 162 eenvoudig te produceren is. Wanneer te veel soortgelijke geluidsobstructies geplaatst worden, wordt een te hoge drukval gegenereerd waardoor de luchtverplaatsingseenheid minder efficiënt werkt en meer geluid zal produceren. Het geniet dan ook de voorkeur dat het aantal geluidsobstructies beperkt blijft en het aantal geluidsobstructies zoals in figuur 2B getoond zijn, worden voorzien. Opgemerkt wordt dat de geluidsobstructies ook op andere manieren kunnen worden voorzien.The second sound obstruction creates two niches. It is suspected that these niches mainly prevent the sound from propagating around the bulkhead because these niches reflect the sound waves at least partially back in a direction of the air outlet or air inlet. Tests have shown that the embodiment shown in Figure 2B is particularly effective in attenuating sound propagation from the air outlet 130 to the air inlet 120. It is noted that such a sound obstruction 162 is easy to produce. If too many similar noise barriers are placed, too high a pressure drop will be generated, causing the air displacement unit to work less efficiently and produce more noise. It is therefore preferable that the number of sound obstacles is limited and that the number of sound obstacles as shown in Figure 2B are provided. It is noted that the noise barriers can also be provided in other ways.
Figuur 2C toont nog een verder voorbeeld van een geluidsval 100. In figuur 2C is een geleider 170 voorzien om het kanaal 140 op te delen in minstens twee subkanalen 141, 142 die een verschillende lengte tussen de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130 definiëren. Opgemerkt wordt dat de geleider geen noemenswaardige stromingsobstructie zal vormen omdat de geleider hoofdzakelijk de luchtstroom zal leiden doorheen het kanaal. De geleider 170 kan maar hoeft niet noodzakelijk geluidsattenuerend ingericht te zijn. Zo kan de geleider 170 voorzien zijn van een geluidsabsorberend textiel maar kan de geleider 170 ook vervaardigd zijn van een hard materiaal.Figure 2C shows a further example of a sound trap 100. In Figure 2C, a guide 170 is provided to divide the channel 140 into at least two sub-channels 141, 142 that define a different length between the air inlet 120 and the air outlet 130. It is noted that the conductor will not form a significant flow obstruction because the conductor will mainly direct the air flow through the duct. The conductor 170 can, but does not necessarily have to, be designed to attenuate noise. For example, the guide 170 can be provided with a sound-absorbing textile, but the guide 170 can also be made of a hard material.
Het voordeel hiervan is gebaseerd op het inzicht de verschillende lengte van de subkanalen 141, 142 toe laat om geluidsgolven in een breder frequentiebereik te attenueren. Zo zal het subkanaal 142 met de langere lengte op verbeterde wijze geluidsgolven met lagere frequentie attenueren en zal het subkanaal 141, met een in vergelijking kleinere lengte, geluidsgolven met hogere frequentie attenueren.The advantage of this is based on the insight that the different lengths of the subchannels 141, 142 allow sound waves to be attenuated in a wider frequency range. For example, the subchannel 142 with the longer length will attenuate lower frequency sound waves in an improved manner and the subchannel 141, with a comparatively smaller length, will attenuate higher frequency sound waves.
Verder wordt opgemerkt dat een stromingsrichting van de luchtstroom doorheen de doorvoeropening in meerdere verschillende richtingen kan stromen. Zoals hierboven beschreven kunnen de luchtinlaat 120 en de luchtuitlaat 130 op verschillende posities en op verschillende wijzen worden georiënteerd. Een stromingsrichting van de luchtstroom in een geluidsvaldeel, bijvoorbeeld het kanaal 140, is hoofdzakelijk evenwijdig met de binnenmuur 2 gericht. Ter plaatste van de luchtuitlaat 130 die zelf in een vlak ligt dat ook evenwijdig ligt met de muur moet de stromingsrichting van de luchtstroom draaien van een met de muur evenwijdige richting naar een richting die dwars gericht is op de muur. Zo kan de luchtstroom, langs de luchtuitlaat 130, via een muurdoorvoerdeel naar buiten worden geleid.It is further noted that a flow direction of the air flow can flow through the passage opening in several different directions. As described above, the air inlet 120 and the air outlet 130 can be oriented in different positions and in different ways. A flow direction of the air flow in a sound trap part, for example the channel 140, is essentially parallel to the inner wall 2. At the location of the air outlet 130, which itself lies in a plane that is also parallel to the wall, the flow direction of the air stream must turn from a direction parallel to the wall to a direction that is perpendicular to the wall. The air flow can thus be guided outside via the air outlet 130 via a wall lead-through part.
In elk van de uitvoeringen uit figuren 1 en 2A — 2C is de luchtinlaat 120 offset ten opzichte van de luchtuitlaat 130 gepositioneerd. Met offset wordt bedoeld dat de luchtinlaat 120 en luchtuitlaat 130, geprojecteerd op het vlak van de binnenmuur 2 niet samenvallen. Daarbij zal duidelijk zijn dat een projectie in een richting dwars op de binnenmuur 2 wordt gemaakt.In each of the embodiments from Figures 1 and 2A - 2C, the air inlet 120 is positioned offset with respect to the air outlet 130. Offset means that the air inlet 120 and air outlet 130, projected on the plane of the inner wall 2, do not coincide. It will be clear that a projection is made in a direction transverse to the inner wall 2.
Figuur 3 toont een perspectief aanzicht van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de geluidsval 100. De figuur toont de geluidsval in een voorkeurs uitvoeringsvorm waarbij de geluidval functioneel verbonden is met een decentrale ventilatie-unit 7 zoals die verder in figuur 5 zal worden beschreven. Figuur 3 toont verder een dagkantafwerking 13.Figure 3 shows a perspective view of a further preferred embodiment of the sound trap 100. The figure shows the sound trap in a preferred embodiment in which the sound trap is functionally connected to a decentralized ventilation unit 7 as will be described further in Figure 5. Figure 3 further shows a reveal finish 13.
Figuur 3 toont de geluidsval 100 in een open toestand. De geluidsval 100 is opgebouwd met een vast gedeelte of frame 180 dat ingebouwd kan worden in een binnenmuur. Via scharnieren 190 is het frame 180 verbonden met een deurdeel (nummer). Wanneer dit deurdeel gesloten wordt door het roteren van het deurdeel naar het frame 180, vormt zich de kamer met het kanaal 140 dat de buitengrenzen van de luchtstroom definieert.Figure 3 shows the sound trap 100 in an open condition. The sound trap 100 is constructed with a fixed part or frame 180 that can be built into an interior wall. The frame 180 is connected to a door part (number) via hinges 190. When this door part is closed by rotating the door part towards the frame 180, the chamber is formed with the channel 140 that defines the outer boundaries of the air flow.
De geluidsval 100 is voorzien van een eerste kamer 110 en een tweede kamer 210. De eerste kamer 110 is een kamer zoals hierboven reeds uitvoerig besproken. Zo omvat de eerste kamer 110 twee geluidsobstructies 161, 162 zoals in figuur 2B getoond. Figuur 3 toont verder het tweede wanddeel 115 van de kamer 110.The sound trap 100 is provided with a first chamber 110 and a second chamber 210. The first chamber 110 is a chamber as already discussed in detail above. The first chamber 110 thus comprises two sound barriers 161, 162 as shown in Figure 2B. Figure 3 further shows the second wall part 115 of the room 110.
Figuur 3 toont voorts dat het schot 150 zich niet noodzakelijk recht hoeft uit te strekken.Figure 3 further shows that the partition 150 does not necessarily have to extend straight.
Zo kan ook een gelijkaardig, hoofdzakelijk U-vormig kanaal gevormd worden op de wijze getoond in figuur 3, bijvoorbeeld door zich vanaf een zijwand 113 nagenoeg horizontaal en inwaarts uit te strekken en vervolgens een bocht te vormen in de richting van de onderwand waar de tweede geluidsobstructie 162 is gevormd.Similarly, a similar, mainly U-shaped channel can also be formed in the manner shown in Figure 3, for example by extending almost horizontally and inwards from a side wall 113 and then forming a bend in the direction of the bottom wall where the second sound barrier 162 is formed.
In figuur 3 is de muur van het gebouw niet getoond om te illustreren dat de wanddoorvoer een frame 180 kan omvatten. Het frame 180 is ingericht om de geluidsval te bevestigen in de muur.In figure 3 the wall of the building is not shown to illustrate that the wall passage can comprise a frame 180. The frame 180 is designed to attach the sound trap to the wall.
Het frame 180 kan ook voorzien zijn om functioneel verbonden te worden met een ventilatie-unit 7 in de spouw. Het frame 180 laat toe om de geluidsval 100 robuust in de muur te bevestigen. Zo laat het frame bijvoorbeeld toe om de geluidsval 100 minstens gedeeltelijk scharnierbaar ten opzichte van de muur te monteren, bij voorkeur ten opzichte van het frame 180. Hiertoe kan een scharnier 190 tussen het frame 180 en enkele wanden van de geluidsval 100 voorzien zijn. Op deze wijze is een deurdeel van de geluidsval scharnierbaar tussen een open positie en een gesloten positie.The frame 180 can also be provided to be functionally connected to a ventilation unit 7 in the cavity. The frame 180 allows the sound trap 100 to be robustly mounted in the wall. For example, the frame allows the sound trap 100 to be mounted at least partially hinged relative to the wall, preferably relative to the frame 180. To this end, a hinge 190 can be provided between the frame 180 and some walls of the sound trap 100. In this way, a door part of the sound trap is hinged between an open position and a closed position.
Figuur 3 toont de geluidsval 100 in een open positie. Wanneer de geluidsval 100 zich in de gesloten positie bevindt, fungeert het tweede wanddeel 115 als deksel en de randen van de wanden 113, 111, 112, 113, als afdichting tussen het eerste wanddeel 114 en het tweede wanddeel 115.Figure 3 shows the sound trap 100 in an open position. When the sound trap 100 is in the closed position, the second wall part 115 functions as a cover and the edges of the walls 113, 111, 112, 113 act as a seal between the first wall part 114 and the second wall part 115.
Door het scharnier 190 is de kamer dus steeds vrij toegankelijk om bijvoorbeeld onderhoud uit te voeren. Voorts laat dit ook toe om te reiken tot de genoemde ventilatie-eenheid zodat bijvoorbeeld functionele elementen, zoals de luchtverplaatsingseenheid, van de ventilatie-eenheid kunnen vervangen worden, hardware en/of software updates kunnen uitgevoerd worden enzoverder. Het zal duidelijk zijn dat, wanneer de geluidsval 100 zich in de gesloten positie bevindt, het tweede wanddeel zich tegenover en op een afstand van de luchtuitlaat 130 bevindt. De afstand tussen het eerste wanddeel 114 en het tweede wanddeel 115 komt overeen met een hoogte van het kanaal, alsook met de hoogte van de wanddelen 113, 112, 111 als met de hoogte van het schot 150. Deze hoogte is minstens 2 cm, bij voorkeur minstens 4 cm, meer bij voorkeur minstens 6 cm, meest bij voorkeur minstens 8cm, en is maximum 18cm, bij voorkeur maximum 16cm, meer bij voorkeur maximum 14cm en meest bij voorkeur maximum 12cm, en is bijvoorbeeld ongeveer 10 cm.The hinge 190 means that the room is always freely accessible, for example to carry out maintenance. Furthermore, this also allows access to the ventilation unit mentioned, so that, for example, functional elements, such as the air movement unit, of the ventilation unit can be replaced, hardware and/or software updates can be carried out, etc. It will be clear that when the sound trap 100 is in the closed position, the second wall part is opposite and at a distance from the air outlet 130. The distance between the first wall part 114 and the second wall part 115 corresponds to a height of the channel, as well as to the height of the wall parts 113, 112, 111 and to the height of the partition 150. This height is at least 2 cm, with preferably at least 4 cm, more preferably at least 6 cm, most preferably at least 8 cm, and is a maximum of 18 cm, preferably a maximum of 16 cm, more preferably a maximum of 14 cm and most preferably a maximum of 12 cm, and is for example about 10 cm.
De in figuur 3 getoonde geluidsval 100 omvat twee luchtinlaten 120. Deze luchtinlaten zijn bij voorkeur voorzien van een luchtfilter. De luchtinlaten hebben bij voorkeur een hoofdzakelijk gelijke afmeting. Dit laat toe om de filters te standaardiseren op basis van afmeting zodat variaties in wisselstukken beperkt blijven. De filters vormen, wanneer ze geplaatst zijn, minstens een gedeelte van de wanden 112, 111 om zo de openingen te vormen. De filters verhinderen dat stof, vuil en ongedierte het kanaal 140 kunnen binnenkomen. Dezelfde filters met dezelfde afmetingen kunnen bij voorkeur ook gebruikt worden als uitlaat uit de hieronder besproken verdere tweede kamer 210.The sound trap 100 shown in Figure 3 comprises two air inlets 120. These air inlets are preferably provided with an air filter. The air inlets preferably have a substantially equal size. This allows the filters to be standardized based on size so that variations in spare parts are limited. The filters, when placed, form at least part of the walls 112, 111 to form the openings. The filters prevent dust, dirt and vermin from entering channel 140. The same filters with the same dimensions can preferably also be used as an outlet from the further second chamber 210 discussed below.
De geluidsval 100 is verder bij voorkeur voorzien om in een uitsparing in de muur te worden aangebracht, bijvoorbeeld met behulp van het frame 180. Bovendien is ter plaatste van de luchtinlaat de geluidsval 100 ingericht om een ruimte te voorzien tussen de geluidsval 100 en het frame 180. Anders gezegd bevindt een gedeelte van een buitenste zijde van de wanden 111 en 113 van de geluidsval 100 zich op een afstand van een daar tegenoverliggend gedeelte van het frame 180. Hierbij wordt opgemerkt dat het frame 180 niet noodzakelijk rechtstreeks tussen de wanden 111 en 113 geplaatst moet zijn. De buitenste zijden van de geluidsval kunnen afgeschuind zijn waarbij de dikte afneemt richting de ventilatie-unit 7. Op deze manier is de geluidsval ingericht om ineen uitsparing van de muur aangebracht te worden en een ruimte te voorzien tussen de geluidsval 100 en het frame 180. De wanden vormen een zogenaamde schaduwvoeg op deze manier en laten toe dat lucht via deze schaduwvoeg kan aangezogen worden. Op deze manier wordt nagenoeg de gehele geluidsval onttrokken aan het zicht zodat de geluidsval in nagenoeg elke wand kan verwerkt worden zonder een esthetische verstoring te veroorzaken. Bovendien houdt dit de drukval laag.The sound trap 100 is furthermore preferably provided to be fitted in a recess in the wall, for example using the frame 180. Moreover, at the location of the air inlet, the sound trap 100 is designed to provide a space between the sound trap 100 and the frame. 180. In other words, a portion of an outer side of the walls 111 and 113 of the sound trap 100 is located at a distance from an opposite portion of the frame 180. It is noted that the frame 180 is not necessarily directly between the walls 111 and 113 must be placed. The outer sides of the sound trap can be bevelled, with the thickness decreasing towards the ventilation unit 7. In this way, the sound trap is designed to be installed in a recess in the wall and to provide a space between the sound trap 100 and the frame 180. The walls form a so-called shadow gap in this way and allow air to be sucked in through this shadow gap. In this way, almost the entire sound trap is hidden from view so that the sound trap can be incorporated into almost any wall without causing an aesthetic disturbance. In addition, this keeps the pressure drop low.
In figuur 3 is de geluidsval 100 hoofdzakelijk balkvormig. Hierbij hebben de bovenwand 111, onderwand 112, en de twee zijwanden 113 nagenoeg dezelfde breedte, bijvoorbeeld 10 cm.In Figure 3, the sound trap 100 is mainly beam-shaped. The top wall 111, bottom wall 112, and the two side walls 113 have virtually the same width, for example 10 cm.
Het zal duidelijk zijn dat de breedte van de wanden 111, 112 en 113 de maat dwars op de muur is.It will be clear that the width of the walls 111, 112 and 113 is the measurement transverse to the wall.
De twee zijwanden 113 hebben in vergelijking met de bovenwand 113 en de onderwand 112 een grotere lengte, bijvoorbeeld 75 cm ten opzichte van 40 cm.Compared to the top wall 113 and the bottom wall 112, the two side walls 113 have a greater length, for example 75 cm compared to 40 cm.
Zoals in figuur 3 getoond kan de muurdoorvoer een tweede kamer 210 omvatten. Deze kamer is voorzien zodat zowel de uitstroom van lucht uit de ruimte alsook de instroom van lucht op één locatie in de muur kan worden gefaciliteerd. Het is niet essentieel dat de tweede kamer 210 voorzien is van een schot omdat het geluid dat geproduceerd wordt reeds gedeeltelijk doch noemenswaardig wordt geattenueerd in de ventilatie-unit zelf. Alternatief wordt ook de tweede kamer 210 voorzien van een geluidsval zoals hierboven beschreven. Verdere alternatieve uitvoeringen waarbij enkel de onderste kamer voorzien is van een geluidsval zijn ook mogelijk.As shown in figure 3, the wall passage can comprise a second chamber 210. This chamber is provided so that both the outflow of air from the room and the inflow of air can be facilitated at one location in the wall. It is not essential that the second chamber 210 is provided with a baffle because the sound produced is already partially but noticeably attenuated in the ventilation unit itself. Alternatively, the second chamber 210 is also provided with a sound trap as described above. Further alternative designs in which only the lower chamber is equipped with a sound trap are also possible.
Figuur 4 toont een schematische doorsnede, in zijaanzicht, van een wanddoorvoer met een geluidsval 100 die verbonden is aan een decentrale ventilatie-unit 7. De geluidsval 100 en decentrale ventilatie-unit 7 zijn schematisch en in doorsnede geïllustreerd om het werkingsprincipe weer te geven. De geluidsval 100 omvat een eerste kamer 110 en een tweede kamer 210. De eerste en tweede kamer 110, 210 werden hierboven reeds uitvoerig besproken, in figuur 4 is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend zoals in figuren 1, 2A, 2B, 2C en 3 werd weergeven. Voorts stellen de blanco pijlen L een doorheen de wanddoorvoer en de geluidsval 100 stromende luchtstroom voor.Figure 4 shows a schematic cross-section, in side view, of a wall duct with a sound trap 100 connected to a decentralized ventilation unit 7. The sound trap 100 and decentralized ventilation unit 7 are illustrated schematically and in cross-section to show the operating principle. The sound trap 100 comprises a first chamber 110 and a second chamber 210. The first and second chamber 110, 210 have already been discussed in detail above, in Figure 4 the same reference number is assigned to the same or analogous element as in Figures 1, 2A, 2B, 2C. and 3 was displayed. Furthermore, the blank arrows L represent an air flow flowing through the wall passage and the sound trap 100.
Figuur 4 toont dat een decentrale ventilatie-unit 7 verbonden is met een wanddoorvoer bevattende de geluidsval 100 zoals hierboven beschreven. De decentrale ventilatie-unit 7 bevat een warmtewisselaar (niet getoond) en een behuizing. De behuizing is ingericht om een eerste kanaal 20 voor het laten stromen van lucht van buiten het gebouw naar binnen, een tweede kanaal 30 voor het laten stromen van lucht van binnen het gebouw naar buiten, en een warmtewisselaarsvoorziening ingericht om een warmte uitwisseling tussen een luchtstroom in het eerste kanaal 20 en een luchtstroom in het tweede kanaal 30, te vormen. Het eerste kanaal van de decentrale ventilatie-unit wordt ook wel een eerste ventilatiekanaal genoemd. Het tweede kanaal van de decentrale ventilatie-unit wordt ook wel een tweede ventilatiekanaal genoemd. In de figuur is getoond hoe het eerste kanaal 20 zich uitstrekt tussen een aanzuigopening 21 naar een uitblaasopening 22 van het eerste kanaal 20. Verder strekt het tweede kanaal 30 zich uit tussen een aanzuigopening 31 en een uitblaasopening 32. Figuur 4 toont verder dat de decentrale ventilatie- unit 7 zodanig is verbonden met de wanddoorvoer dat de kamer 110 van de wanddoorvoer een verlengstuk vormt van minstens één van het eerste en het tweede kanaal van de ventilatie-unit. Zo staat de aanzuigopening 31 van het tweede kanaal 30 bij voorkeur in verbinding met de luchtuitlaat 130 van de eerste kamer en staat de uitblaasopening 22 van het eerste kanaal 20 bij voorkeur in verbinding met de luchtinlaat 220 van de tweede kamer. In bijzonder vormt de eerste kamer 110 een verlengstuk van het tweede kanaal 30 en vormt de tweede kamer een verlengstuk van het eerste kanaal 20. Om lucht aan te voeren in de ruimte O is een luchtuitlaat 230 in de tweede kamer 210 voorzien. Het geniet de voorkeur dat de decentrale ventilatie-unit zodanig is verbonden met de wanddoorvoer dat de kamer 110 van de geluidsval 100 ter plaatse van de luchtinlaat 31 van het tweede kanaal 30 van de ventilatie-unit 7 is gepositioneerd.Figure 4 shows that a decentralized ventilation unit 7 is connected to a wall passage containing the sound trap 100 as described above. The decentralized ventilation unit 7 contains a heat exchanger (not shown) and a housing. The housing is designed to have a first channel 20 for allowing air to flow from outside the building to the inside, a second channel 30 for allowing air to flow from inside the building to the outside, and a heat exchanger facility designed to allow heat exchange between an air flow. in the first channel 20 and an air flow in the second channel 30. The first channel of the decentralized ventilation unit is also called a first ventilation channel. The second channel of the decentralized ventilation unit is also called a second ventilation channel. The figure shows how the first channel 20 extends between an intake opening 21 to an exhaust opening 22 of the first channel 20. Furthermore, the second channel 30 extends between an intake opening 31 and an exhaust opening 32. Figure 4 further shows that the decentralized ventilation unit 7 is connected to the wall duct in such a way that the chamber 110 of the wall duct forms an extension of at least one of the first and second channels of the ventilation unit. For example, the suction opening 31 of the second channel 30 is preferably connected to the air outlet 130 of the first chamber and the discharge opening 22 of the first channel 20 is preferably connected to the air inlet 220 of the second chamber. In particular, the first chamber 110 forms an extension of the second channel 30 and the second chamber forms an extension of the first channel 20. To supply air to the space O, an air outlet 230 is provided in the second chamber 210. It is preferable that the decentralized ventilation unit is connected to the wall passage in such a way that the chamber 110 of the sound trap 100 is positioned at the location of the air inlet 31 of the second channel 30 of the ventilation unit 7.
Figuur 4 toont verder dat de ventilatie-unit 7 bij voorkeur voorzien is om geplaatst te worden in een spouw van een gebouw. Daarbij heeft de ventilatie-unit bij voorkeur een omkasting die vast voorzien is in de spouw en één of meerdere functionele modules die in en uit de omkasting kunnen gemonteerd worden. Met vast voorzien wordt bedoeld dat de omkasting niet kan verwijderd worden zonder ingrijpende werken uit te voeren. Dergelijke ingrijpende werken zijn vaak minstens gedeeltelijk destructief en vereisen bijvoorbeeld het afbreken van een gedeelte van een muur. De uitblaasopening 32 van het tweede ventilatiekanaal 30 en de aanzuigopening 21 van het eerste ventilatiekanaal 20 bevinden zich ter plaatste van een eerste zijde de ventilatie-unit 7 die bij voorkeur opstaand gericht is. De eerste zijde wordt in gemonteerde toestand bij voorkeur evenwijdig met een dagkant georiënteerd. In de context van deze aanvrage wordt een dagkant als volgt beschreven. Wanneer een opening voorzien wordt in een muur, wordt ook de dagkant gevormd. De dagkant is gedefinieerd als een rechte, afgeschuinde of geprofileerde binnenkant van een raamopening, poortopening of boogopening, welke binnenkant bij voorkeur dwars of nagenoeg dwars op de muur staat. Bij voorkeur staat de dagkant steeds loodrecht op de muur. In de praktijk ligt de eerste zijde bij voorkeur nagenoeg in lijn met de dagkant. Voor de vakman zal echter ook duidelijk zijn dat de eerste zijde evenwijdig met en op een afstand van de dagkant kan liggen, bijvoorbeeld 20 cm van de dagkant.Figure 4 further shows that the ventilation unit 7 is preferably provided to be placed in a cavity of a building. The ventilation unit preferably has a casing that is permanently fitted in the cavity and one or more functional modules that can be mounted in and out of the casing. Fixed provision means that the casing cannot be removed without carrying out major works. Such major works are often at least partially destructive and require, for example, the demolition of part of a wall. The discharge opening 32 of the second ventilation duct 30 and the suction opening 21 of the first ventilation duct 20 are located on a first side of the ventilation unit 7, which is preferably oriented upright. When installed, the first side is preferably oriented parallel to a reveal. In the context of this application, a reveal is described as follows. When an opening is provided in a wall, the reveal is also formed. The reveal is defined as a straight, beveled or profiled inside of a window opening, gate opening or arch opening, which inside is preferably transverse or almost transverse to the wall. The reveal is preferably always perpendicular to the wall. In practice, the first side is preferably almost in line with the reveal. However, it will also be clear to the skilled person that the first side can be parallel to and at a distance from the reveal, for example 20 cm from the reveal.
Figuur 5 toont een muur 1 van een gebouw waarin een opening voorzien is voor montage van een raam. Ramen worden typisch voorzien om licht in een gebouw te laten schijnen.Figure 5 shows a wall 1 of a building in which an opening is provided for mounting a window. Windows are typically provided to allow light to shine into a building.
Een raam is een voorbeeld van een functionele opening in een gebouw. Andere functionele openingen omvatten deuren, poorten, schuiframen en andere soortgelijke openingen. Functionele openingen worden dan ook typisch in een muur 1 voorzien die een binnenmuur 2 hebben, grenzend aan een binnenzijde van het gebouw, en een buitenmuur 3 hebben, voorzien aan een buitenzijde van het gebouw. Om warmteverlies te beperken wordt tussen de binnenmuur 2 en de buitenmuur 3 typisch een spouw 4 voorzien. De spouw is gedefinieerd door een afstand tussen de binnenmuur 2 en de buitenmuur 3, welke afstand door lucht of door een isolatiemateriaal gevuld is. Hierdoor wordt een thermische barrière gecreëerd tussen de binnenmuur 2 en de buitenmuur 3 zodat energie in het gebouw kan vastgehouden worden. In deze beschrijving wordt van binnenmuur 2, buitenmuur 3 en spouw 4 gesproken, echter daarbij zal duidelijk zijn dat dit geen traditionele manier van bouwen impliceert. Een buitenmuur 3 is gedefinieerd als de buitenschil van een gebouw. De binnenmuur 2 is gedefinieerd als de elementen die een binnenschil van een gebouw vormen, waarbij de binnenschil thermisch geïsoleerd is van de buitenschil. De spouw 4 is gedefinieerd als de ruimte en/of de elementen die de binnenschil en de buitenschil minstens gedeeltelijk thermisch van elkaar scheiden. De buitenmuur kan gevormd zijn uit steen, metaal, hout, crepie of ander geschikt materiaal om een buitenschil van een gebouw mee te vormen.A window is an example of a functional opening in a building. Other functional openings include doors, gates, sliding windows and other similar openings. Functional openings are therefore typically provided in a wall 1 that have an inner wall 2, adjacent to an inner side of the building, and an outer wall 3, provided on an outer side of the building. To limit heat loss, a cavity 4 is typically provided between the inner wall 2 and the outer wall 3. The cavity is defined by a distance between the inner wall 2 and the outer wall 3, which distance is filled by air or by an insulating material. This creates a thermal barrier between the inner wall 2 and the outer wall 3 so that energy can be retained in the building. This description refers to inner wall 2, outer wall 3 and cavity 4, but it will be clear that this does not imply a traditional way of building. An exterior wall 3 is defined as the outer shell of a building. The inner wall 2 is defined as the elements that form an inner shell of a building, where the inner shell is thermally insulated from the outer shell. Cavity 4 is defined as the space and/or elements that at least partially thermally separate the inner shell and the outer shell. The outer wall can be formed of stone, metal, wood, crepie or other suitable material to form an outer shell of a building.
Spouw kan gevormd zijn door isolatieplaten of schuim die vast verbonden zijn met binnen- en/of buitenmuur. Alternatief kan de spouw gevormd worden door een luchtlaag. De buitenmuur 3 is niet noodzakelijk zelfdragend, en kan via de spouw 4 structureel met de binnenmuur verbonden zijn.Cavities can be formed by insulation plates or foam that are firmly connected to the inner and/or outer wall. Alternatively, the cavity can be formed by a layer of air. The outer wall 3 is not necessarily self-supporting, and can be structurally connected to the inner wall via the cavity 4.
Recente regelgeving en moderne technieken gaan nog een stap verder dan het creëren van thermische onderbreking tussen de buitenmuur 3 en binnenmuur 2 en voorzien ook een luchtdichte folie in de muur 1 met als theoretisch doel om de binnenruimte luchtdicht in te pakken.Recent regulations and modern techniques go one step further than creating a thermal break between outer wall 3 and inner wall 2 and also provide an airtight foil in wall 1 with the theoretical aim of making the interior space airtight.
Door deze luchtdichte folie kan lucht binnen in het gebouw niet noemenswaardig, of ten minste niet ongecontroleerd en noemenswaardig, uitwisselen met lucht buiten het gebouw. Hierdoor kan energieverlies verder beperkt worden. Deze luchtdichte folie dient aangesloten te worden aan het raam wanneer het raam in de opening geplaatst wordt.This airtight foil prevents any significant, or at least uncontrolled and significant, exchange of air inside the building with air outside the building. This can further limit energy loss. This airtight foil must be connected to the window when the window is placed in the opening.
Reeds jaren is bekend om ook raamprofielen, waarmee ramen opgebouwd worden, van een thermische onderbreking te voorzien zodanig dat de profielen een buitendeel en een binnendeel bevatten, waarbij het buitendeel voorzien is om aan de buitenzijde van het gebouw te liggen en het binnendeel voorzien is om aan de binnenzijde van het gebouw te liggen. Dergelijke raamprofielen worden dan gemonteerd ofwel met hun buitendeel tegen de buitenmuur 3, ofwel met hun binnendeel tegen de binnenmuur 2. Hierdoor kan de thermische onderbreking die tussen de buitenmuur 3 en binnenmuur 2 voorzien is doorgetrokken worden naar het raam. Op die manier kan de thermische onderbreking doorlopend gevormd zijn zodat geen koudebruggen ontstaan die energie-uitwisseling van buiten naar binnen in het gebouw en omgekeerd faciliteren. Daarbij zal voor de vakman duidelijk zijn dat als zowel binnendeel als buitendeel van een raam op één van een buitenmuur 3 of binnenmuur 2 geplaatst wordt, een ongewenste warmte-uitwisseling gefaciliteerd zou worden tussen ofwel buitenmuur en binnendeel van het raamprofiel ofwel binnenmuur en buitendeel van het raamprofiel zodat een koudebrug ontstaat. De luchtdichte folie die in de muur 1 voorzien is, wordt tegen een rand van het raamprofiel gekleefd om luchtdicht aan te sluiten tegen het raamprofiel. Door het voorzien van een raam in een opening van een gebouw rekening houdend met de aspecten die hierboven zijn beschreven, kan een gebouw met een raam energetisch geoptimaliseerd worden.It has been known for years to provide window profiles, with which windows are constructed, with a thermal break in such a way that the profiles contain an outer part and an inner part, whereby the outer part is provided to lie on the outside of the building and the inner part is provided to located on the inside of the building. Such window profiles are then mounted either with their outer part against the outer wall 3, or with their inner part against the inner wall 2. This allows the thermal break provided between the outer wall 3 and inner wall 2 to be extended to the window. In this way, the thermal break can be formed continuously so that no thermal bridges are created that facilitate energy exchange from outside to inside the building and vice versa. It will be clear to the skilled person that if both the inner part and the outer part of a window are placed on one of an outer wall 3 or inner wall 2, an unwanted heat exchange would be facilitated between either the outer wall and the inner part of the window profile or the inner wall and outer part of the window profile. window profile so that a cold bridge is created. The airtight foil provided in wall 1 is glued to an edge of the window profile to ensure an airtight fit to the window profile. By providing a window in an opening of a building taking into account the aspects described above, a building with a window can be energetically optimized.
Wanneer een opening voorzien wordt in een muur 1, wordt ook een zogenaamde dagkant gevormd. De dagkant is gedefinieerd als een rechte, afgeschuinde of geprofileerde binnenkant van een raamopening, poortopening of boogopening, welke binnenkant bij voorkeur dwars of nagenoeg dwars op de muur staat. Bij voorkeur staat de dagkant steeds loodrecht op de muur. De dagkant toont de dikte van de binnenmuur 2, de dikte van de spouw 4 en de dikte van de buitenmuur 3. Figuur 5 toont een gedeelte van de opstaande dagkant en een gedeelte van de bovenste dagkant van een raamopening.When an opening is provided in a wall 1, a so-called reveal is also formed. The reveal is defined as a straight, beveled or profiled inside of a window opening, gate opening or arch opening, which inside is preferably transverse or almost transverse to the wall. The reveal is preferably always perpendicular to the wall. The reveal shows the thickness of the inner wall 2, the thickness of the cavity 4 and the thickness of the outer wall 3. Figure 5 shows part of the upright reveal and part of the upper reveal of a window opening.
Figuur 5 toont verder een ventilatie-unit 7. De ventilatie-unit maakt bij voorkeur deel uit van een ventilatiesysteem en laat toe om een gecontroleerde luchtstroom van binnen naar buiten en van buiten naar binnen, doorheen de muur 1, te forceren. Meerdere dergelijke ventilatie- units kunnen in meerdere respectievelijke kamers van een gebouw geplaatst worden om samen het ventilatiesysteem van het gebouw te vormen. Omdat elke ventilatie-unit uit het ventilatiesysteem individueel opereert, kan het ventilatiesysteem uitgelegd worden in deze beschrijving door de werking van één ventilatie-unit te beschrijven. Het zal daarbij duidelijk zijn dat meerdere ventilatie-units wel onafhankelijk kunnen werken, maar dat de vakman deze operationeel kan koppelen om een vooraf bepaalde werkingsinteractie te krijgen tussen de verschillende ventilatie- units in het ventilatiesysteem.Figure 5 further shows a ventilation unit 7. The ventilation unit is preferably part of a ventilation system and allows a controlled air flow to be forced from inside to outside and from outside to inside, through the wall 1. Multiple such ventilation units can be placed in several respective rooms of a building to together form the ventilation system of the building. Because each ventilation unit in the ventilation system operates individually, the ventilation system can be explained in this description by describing the operation of one ventilation unit. It will be clear that several ventilation units can work independently, but that the professional can operationally link them to achieve a predetermined operating interaction between the different ventilation units in the ventilation system.
De ventilatie-unit uit het ventilatiesysteem is opgebouwd met een omkasting 5 en één of meerdere modules die voorzien zijn van een warmtewisselaar voor een energie-uitwisseling tussen de instromende en uitstromende lucht. Het ventilatiesysteem kan beschouwd worden als een decentraal ventilatiesysteem. Namelijk in een gebouw kunnen meerdere van dergelijke ventilatie- units 7 voorzien worden, bijvoorbeeld bij meerdere raamopeningen in meerdere kamers van het gebouw, waarvan de werking afzonderlijk van elkaar stuurbaar is.The ventilation unit of the ventilation system is constructed with a casing 5 and one or more modules that are equipped with a heat exchanger for energy exchange between the inflowing and outflowing air. The ventilation system can be regarded as a decentralized ventilation system. Namely, several such ventilation units 7 can be provided in a building, for example at multiple window openings in several rooms of the building, the operation of which can be controlled separately.
Figuur 5 toont de omkasting 5 van de ventilatie-unit 7. De omkasting 5 is zo gevormd dat ze vast voorzien kan worden in de spouw van een gebouw. Met vast voorzien wordt bedoeld dat de omkasting 5 niet kan verwijderd worden zonder ingrijpende werken uit te voeren.Figure 5 shows the casing 5 of the ventilation unit 7. The casing 5 is shaped in such a way that it can be permanently installed in the cavity of a building. Fixed provision means that the casing 5 cannot be removed without carrying out major works.
Dergelijke ingrijpende werken zijn vaak minstens gedeeltelijk destructief en vereisen bijvoorbeeld het afbreken van een gedeelte van een muur. Hiertoe is de omkasting 5 aan een buitenzijde voorzien van bevestigingsmiddelen. Bij voorkeur zijn deze bevestigingsmiddelen voorzien ter plaatse van, dit wil zeggen in een nabijheid van, de eerste zijde 8. De omkasting 5 heeft een eerste zijde 8 die bij voorkeur opstaand gericht is. De eerste zijde 8 wordt in gemonteerde toestand evenwijdig met de dagkant georiënteerd. Ook is de eerste zijde 8 gericht naar de dagkant, dit wil zeggen dat de eerste zijde 8 van alle zijdes het dichtst bij de dagkant ligt. In de praktijk ligt de eerste zijde 8 volgens een eerste uitvoeringsvorm zoals getoond in figuren 1 en 2 nagenoeg in lijn met de dagkant of ligt de eerste zijde 8 volgens een tweede uitvoeringsvorm zoals getoond in figuren 3-5 evenwijdig met, en op een afstand van de dagkant, waarbij de afstand bij voorkeur kleiner is dan 15cm, meer bij voorkeur kleiner is dan 10cm. De eerste zijde 8 van de omkasting 5 is voorzien van een opening 9. In de getoonde uitvoering strekt de opening 9 zich uit over nagenoeg de gehele eerste zijde 8.Such major works are often at least partially destructive and require, for example, the demolition of part of a wall. To this end, the casing 5 is provided with fastening means on an outside. These fastening means are preferably provided at the location of, that is to say in the vicinity of, the first side 8. The casing 5 has a first side 8 that preferably faces upright. When mounted, the first side 8 is oriented parallel to the reveal. The first side 8 is also directed towards the reveal, which means that the first side 8 of all sides is closest to the reveal. In practice, the first side 8 according to a first embodiment as shown in Figures 1 and 2 lies virtually in line with the reveal or the first side 8 according to a second embodiment as shown in Figures 3-5 lies parallel to and at a distance from the reveal, where the distance is preferably less than 15 cm, more preferably less than 10 cm. The first side 8 of the casing 5 is provided with an opening 9. In the embodiment shown, the opening 9 extends over almost the entire first side 8.
De omkasting 5 heeft een tweede zijde 5 die voorzien is om evenwijdig te liggen met de muur. De tweede zijde 5 heeft meerdere openingen 35’en 37’, hieronder verder toegelicht.The casing 5 has a second side 5 that is provided to lie parallel with the wall. The second side 5 has several openings 35' and 37', further explained below.
De tweede zijde 5 ligt bij voorkeur aan tegen de binnenmuur 2 wanneer het raam op of bij de binnenmuur gemonteerd is, en ligt bij voorkeur aan tegen de buitenmuur wanneer het raam op of bij de buitenmuur gemonteerd is. Hierdoor zal steeds één van de eerste zijde en tweede zijde naar buiten aanliggen en zal een andere van de eerste zijde en tweede zijde naar binnen aanliggen.The second side 5 preferably abuts the inner wall 2 when the window is mounted on or near the inner wall, and preferably abuts the outer wall when the window is mounted on or near the outer wall. As a result, one of the first side and second side will always abut on the outside and another of the first side and second side will abut inward.
Hierboven is uitgebreid besproken hoe de binnenmuur 2 kan voorzien worden van een doorvoer wanneer de tweede zijde 5 aanligt tegen de binnenmuur 2. De omkasting heeft een maximale buitenafmeting, gemeten dwars op de tweede zijde, van 30cm, bij voorkeur 25cm, meer bij voorkeur 21cm, om mogelijk te maken dat de gehele omkasting in de muur ingebouwd wordt. Dit wil zeggen dat de gehele omkasting zich na het bevestigen daarvan in de muur tussen een binnenschil en buitenschil van de muur bevindt.It has been discussed in detail above how the inner wall 2 can be provided with a passage when the second side 5 abuts the inner wall 2. The casing has a maximum external dimension, measured transverse to the second side, of 30cm, preferably 25cm, more preferably 21cm , to enable the entire casing to be built into the wall. This means that after it has been attached to the wall, the entire casing is located between an inner shell and an outer shell of the wall.
De omkasting 5 heeft verder een derde zijde 11 die bij voorkeur de bodemzijde van de omkasting 5 vormt. De derde zijde 11 heeft een afwateropening 12 om condens en ander water dat de omkasting 5 is binnengekomen af te voeren.The casing 5 further has a third side 11, which preferably forms the bottom side of the casing 5. The third side 11 has a drainage opening 12 to drain condensation and other water that has entered the casing 5.
De omkasting 5 is bij voorkeur balkvormig. Dit wil zeggen dat tegenover de eerste zijde een verdere eerste zijde ligt met een oppervlakte die nagenoeg gelijk is aan die van de eerste zijde. Ook tegenover de tweede en de derde zijde liggen verdere tweede en verdere derde zijdes, respectievelijk, die nagenoeg gelijke oppervlaktes hebben aan die van de tweede en derde zijde, respectievelijk. Het aldus verkregen balkvormige omkasting is eenvoudig in te bouwen in een spouw 4. De eerste zijde 8 is bij voorkeur kleiner dan de tweede zijde 10. De eerste en de tweede zijde 8 en 10 staan bij voorkeur opwaarts. De derde zijde 11 is bij voorkeur kleiner dan de eerste zijde 8. Hierdoor is de inbouwdiepte voor functionele modules 6 kleiner dan de inbouwhoogte via de eerste zijde 8. De derde zijde 11 strekt zich bij voorkeur liggend uit als bodemvlak.The casing 5 is preferably beam-shaped. This means that opposite the first side there is a further first side with an area that is virtually equal to that of the first side. Also opposite the second and third sides lie further second and further third sides, respectively, which have substantially equal areas to those of the second and third sides, respectively. The beam-shaped casing thus obtained can be easily built into a cavity 4. The first side 8 is preferably smaller than the second side 10. The first and second sides 8 and 10 preferably face upwards. The third side 11 is preferably smaller than the first side 8. As a result, the installation depth for functional modules 6 is smaller than the installation height via the first side 8. The third side 11 preferably extends horizontally as a bottom surface.
Figuur 5 toont schematisch één of meerdere functionele modules 6 van een ventilatie-unit 7. De functionele modules 6 kunnen ingebouwd worden in de omkasting 5 via de opening 9 in de eerste zijde 8. Ook kunnen de functionele modules 6 gedemonteerd worden uit de omkasting 5 via de opening 9 in de eerste zijde 8. In figuur 5 is voor de eenvoud één functionele module getoond die alle functies omvat. De functionele modules 6 bevatten bij voorkeur een eerste behuizingsdeel en het tweede behuizingsdeel met daarin één of meerdere van de sensoren, ventilatoren en warmtewisselaar. De omkasting 5 is hiertoe gevormd met afmeting die overeenstemmen met een gemonteerd samenstel van eerste behuizingsdeel en tweede behuizingsdeel zodanig dat de behuizingsdelen in gemonteerde toestand in en uit de omkasting kunnen gemonteerd worden via de eerste zijde 8. Daarbij zal in gemonteerde toestand de eerste zijde 8 van de omkasting 5 nagenoeg samenvallen met de hierboven beschreven eerste zijde A van het behuizingsamenstel.Figure 5 schematically shows one or more functional modules 6 of a ventilation unit 7. The functional modules 6 can be built into the casing 5 via the opening 9 in the first side 8. The functional modules 6 can also be dismantled from the casing 5 via the opening 9 in the first side 8. For the sake of simplicity, figure 5 shows one functional module that includes all functions. The functional modules 6 preferably contain a first housing part and the second housing part containing one or more of the sensors, fans and heat exchanger. To this end, the casing 5 is designed with dimensions that correspond to a mounted assembly of first housing part and second housing part in such a way that the housing parts can be mounted in and out of the casing in the mounted condition via the first side 8. In the mounted condition, the first side 8 will of the housing 5 virtually coincide with the above-described first side A of the housing assembly.
De warmtewisselaar 24 is van het type lucht-lucht, zodat een warmte-uitwisseling tussen een eerste en een tweede luchtstroom mogelijk is. Hiertoe is de warmtewisselaar 24 voorzien voor het kruislings laten vloeien van de luchtstromen ten opzichte van elkaar op zodanige wijze dat warmte-uitwisseling tussen de stromen geoptimaliseerd is. Lucht-lucht warmtewisselaars zijn bekend, en de details van deze warmtewisselaar en zijn daarom niet verder in detail beschreven in deze beschrijving. De warmtewisselaar kan voorzien zijn om enkel warmte uit te wisselen, maar kan ook een zogenaamde recuperator zijn. Met een recuperator wordt niet enkel warmte uitgewisseld, maar wordt ook vocht gerecupereerd. Dit wordt ook een enthalpiewarmtewisselaar genoemd.The heat exchanger 24 is of the air-air type, so that heat exchange between a first and a second air flow is possible. To this end, the heat exchanger 24 is provided for allowing the air flows to flow crosswise relative to each other in such a way that heat exchange between the flows is optimized. Air-air heat exchangers are known, and the details of this heat exchanger are therefore not described in further detail in this description. The heat exchanger can be provided to only exchange heat, but can also be a so-called recuperator. With a recuperator, heat is not only exchanged, but moisture is also recovered. This is also called an enthalpy heat exchanger.
Het tweede kanaal 30 start ter plaatse van een tweede aanzuigopening 31 die voorzien is in een tweede zijde van de ventilatie-unit die, wanneer de ventilatie-unit 7 in de muur ingebouwd is, grenst aan een binnenzijde van het gebouw. De eerste uitblaasopening 22 is voorzien voor het laten uitstromen via het eerste kanaal 20 van lucht naar de ruimte van buiten naar binnen.The second channel 30 starts at the location of a second suction opening 31 which is provided in a second side of the ventilation unit which, when the ventilation unit 7 is built into the wall, is adjacent to an inside of the building. The first blow-out opening 22 is provided for allowing air to flow out via the first channel 20 into the space from outside to inside.
Wanneer het behuizingsamenstel gemonteerd is in de omkasting 5, is de tweede aanzuigopening 31 gealigneerd met de opening 35’ en is de eerste uitblaasopening 22 gealigneerd met de opening 37’.When the housing assembly is mounted in the casing 5, the second suction opening 31 is aligned with the opening 35' and the first discharge opening 22 is aligned with the opening 37'.
De ventilatie-unit 7 bevat optioneel verder een vijfde opening 36 die bij voorkeur gevormd is in dezelfde zijde dan de tweede opening 35 en derde opening 37. Deze vijfde opening 36 is optioneel (niet getoond) gepositioneerd ter plaatse van een filter voor het filteren van de instromende buitenlucht. Een voordeel daarvan is dat deze filter toegankelijk is via de vijfde opening 36. De vijfde opening 36 is bij voorkeur gepositioneerd tussen de tweede opening 35 en de derde opening 37. Als gevolg van deze positionering van de openingen, in het bijzonder de positionering van de vijfde opening 36, kunnen alle filters die in de ventilatie-unit 7 aanwezig zijn, meer bepaald de filter voor het filteren van de lucht die van binnen naar buiten stroomt en de filter die voorzien is voor het filteren van de lucht die van buiten naar binnen stroomt via de binnenmuur 2 vervangen worden. Bij voorkeur bevat de filter een koolstoffilter, meer bij voorkeur een actieve koolstoffilter, die inkomende lucht reinigt. Dit maakt onderhoud van de ventilatie-unit 7 uiterst eenvoudig.The ventilation unit 7 optionally further contains a fifth opening 36, which is preferably formed in the same side as the second opening 35 and third opening 37. This fifth opening 36 is optionally (not shown) positioned at the location of a filter for filtering the incoming outside air. An advantage of this is that this filter is accessible via the fifth opening 36. The fifth opening 36 is preferably positioned between the second opening 35 and the third opening 37. As a result of this positioning of the openings, in particular the positioning of the fifth opening 36, all filters present in the ventilation unit 7, more specifically the filter for filtering the air flowing from the inside to the outside and the filter provided for filtering the air flowing in from the outside flowing through the inner wall 2 must be replaced. Preferably the filter contains a carbon filter, more preferably an active carbon filter, which cleans incoming air. This makes maintenance of ventilation unit 7 extremely easy.
Figuur 5 toont hoe de aanzuigopening 21 en de uitblaasopening 32 zich ter plaatse van een eerste zijde A van de omkasting 5 bevinden wanneer het behuizingsamenstel in de omkasting 5 ingebouwd is.Figure 5 shows how the suction opening 21 and the discharge opening 32 are located at a first side A of the housing 5 when the housing assembly is built into the housing 5.
Figuur 5 toont verder een dagkantafwerking 13 voor de opstaande dagkant en een afwerking 14 voor de bovenste dagkant. Een segment van de dagkantafwerking 13 komt, wanneer de dagkantafwerking gemonteerd wordt, voor de opening 9 in de eerste zijde 8 van de omkasting 5 en voor de eerste zijde A van het behuizingsamenstel te liggen. Dit segment fungeert daarom als deksel 15 voor de opening 9 in de eerste zijde 8. In het bijzonder wanneer luchtstroomopeningen van de functionele modules 6 openen ter plaatse van de eerste zijde 8, is het deksel 15 voorzien van perforaties 16 om de luchtstroom doorheen het deksel 15 toe te laten.Figure 5 further shows a reveal finish 13 for the upright reveal and a finish 14 for the top reveal. When the reveal finish 13 is mounted, a segment of the reveal finish 13 will lie in front of the opening 9 in the first side 8 of the casing 5 and in front of the first side A of the housing assembly. This segment therefore functions as a cover 15 for the opening 9 in the first side 8. In particular when airflow openings of the functional modules 6 open at the location of the first side 8, the cover 15 is provided with perforations 16 to allow the airflow through the cover. 15 allowed.
Figuur 6 toont een doorsnede van een muur ter plaatse van de ventilatie-unit.Figure 6 shows a cross-section of a wall at the location of the ventilation unit.
Daarmee toont figuur 6 de hierboven beschreven onderdelen waaronder de buitenmuur 3, de spouw 4 met isolatie 17, de binnenmuur 2, de omkasting 5 en de laterale geleider 19 van een scherminrichting. De figuur 6 toont verder met name dat ter plaatse van de omkasting 5 een zone 17’ voorzien is tussen de binnenmuur 2’ en de omkasting 5. De zone 17’ vormt een barrière tussen de omkasting 5 en de binnenmuur 2. Verder toont figuur 6 hoe een raam 53 voorzien is ter plaatse van een binnenmuur 2. Dit raam 53 is via een thermische plaat 54 verbonden met de binnenmuur om koudebruggen te vermijden. De zone 17’ en de thermische plaat 54 worden beschouwd als deel van de binnenschil van het gebouw omdat De zone 17’ en de thermische plaat 54 de vorm en positie van de binnenmuur 2 minstens gedeeltelijk definiëren. In de uitvoering zoals getoond in figuur 6 zal daarom ook de gehele omkasting 5 tussen de buitenschil 3 en de binnenschil 2, 2°, 17” en 54 vallen. Omdat het behuizingsamenstel ook bij voorkeur uit warmte-isolerend materiaal gevormd is, zal ook het behuizingsamenstel van de ventilatie-unit een isolerend effect hebben.Figure 6 therefore shows the parts described above, including the outer wall 3, the cavity 4 with insulation 17, the inner wall 2, the casing 5 and the lateral guide 19 of a screen device. Figure 6 further shows in particular that at the location of the casing 5 a zone 17' is provided between the inner wall 2' and the casing 5. The zone 17' forms a barrier between the casing 5 and the inner wall 2. Figure 6 further shows how a window 53 is provided at the location of an inner wall 2. This window 53 is connected to the inner wall via a thermal plate 54 to avoid cold bridges. The zone 17' and the thermal plate 54 are considered part of the inner shell of the building because The zone 17' and the thermal plate 54 at least partially define the shape and position of the inner wall 2. In the embodiment shown in figure 6, the entire casing 5 will therefore also fall between the outer shell 3 and the inner shell 2, 2°, 17" and 54. Because the housing assembly is also preferably formed from heat-insulating material, the housing assembly of the ventilation unit will also have an insulating effect.
Tussen de omkasting 5 en de binnenmuur 2 kan een zone 17’ voorzien worden op twee manieren. In de figuur is een uitvoering getoond waarbij de binnenmuur 2 smaller gemaakt is ter plaatse van de omkasting zodat de zone 17’ tussen de smallere binnenmuur en de omkasting 5 past (smaller beschouwd in een richting dwars op de muur). In deze uitvoering kan de omkasting 5 even breed uitgevoerd zijn dan de spouw 4, beschouwd in een richting dwars op de muur. In een alternatieve uitvoering is de omkasting 5 smaller dan de spouw 4 en wordt het verschil in breedte opgevuld met de zone 17’. In elk geval is er bij voorkeur een overlapping van de zone 17’ en isolatiemateriaal 17 om koudebruggen te vermijden en om een goede isolatie te bekomen. Een combinatie van de hierboven genoemde uitvoeringen is uiteraard ook mogelijk.A zone 17' can be provided between the casing 5 and the inner wall 2 in two ways. The figure shows an embodiment in which the inner wall 2 is made narrower at the location of the casing so that the zone 17' fits between the narrower inner wall and the casing 5 (considered narrower in a direction transverse to the wall). In this embodiment, the casing 5 can be of the same width as the cavity 4, viewed in a direction transverse to the wall. In an alternative design, the casing 5 is narrower than the cavity 4 and the difference in width is filled with the zone 17'. In any case, there is preferably an overlap of zone 17' and insulation material 17 to avoid cold bridges and to obtain good insulation. A combination of the above-mentioned versions is of course also possible.
Omdat het behuizingsamenstel ook bij voorkeur uit warmte-isolerend materiaal gevormd is, zal de ruimte in de binnenmuur die in figuur 6 opgevuld is door zone 17’ ook gebruikt kunnen worden, zonder noemenswaardig nadelig warmte-isolerend effect, om de hierboven beschreven geluidsval 100 te voorzien. Zo kan de zone 17’ en eventueel ook het stuk binnenmuurBecause the housing assembly is also preferably formed from heat-insulating material, the space in the inner wall that is filled by zone 17' in Figure 6 can also be used, without a significant adverse heat-insulating effect, to reduce the noise trap 100 described above. provided. For example, the 17' zone and possibly also the inner wall section
2’ integraal vervangen worden door het frame 180 met de geluidsval 100 zoals getoond in figuur 3, of door een variant daarvan, om de doorvoer voor lucht doorheen de binnenmuur 2 verder te optimaliseren.2' can be integrally replaced by the frame 180 with the sound trap 100 as shown in figure 3, or by a variant thereof, to further optimize the passage of air through the inner wall 2.
Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.Based on the description above, those skilled in the art will understand that the invention can be implemented in different ways and based on different principles. The invention is not limited to the embodiments described above. The embodiments described above, as well as the figures, are purely illustrative and serve only to increase the understanding of the invention. The invention will therefore not be limited to the embodiments described herein, but is defined in the claims.
Claims (24)
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20225441A BE1030595B1 (en) | 2022-06-07 | 2022-06-07 | Wall duct |
EP23163849.5A EP4290151A1 (en) | 2022-06-07 | 2023-03-23 | Wall passage |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20225441A BE1030595B1 (en) | 2022-06-07 | 2022-06-07 | Wall duct |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1030595A1 true BE1030595A1 (en) | 2024-01-09 |
BE1030595B1 BE1030595B1 (en) | 2024-01-15 |
Family
ID=82020938
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20225441A BE1030595B1 (en) | 2022-06-07 | 2022-06-07 | Wall duct |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP4290151A1 (en) |
BE (1) | BE1030595B1 (en) |
Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1024294A1 (en) | 2016-06-14 | 2018-01-16 | Erik Wilms | Ventilation unit |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS57142432A (en) * | 1981-08-10 | 1982-09-03 | Naka Tech Lab | Sound-shielding cylinder for use in vent-port |
DE19623708C1 (en) * | 1996-06-14 | 1997-12-11 | Maico Elektroapparate | Ventilation apparatus for living rooms and offices |
SK31897A3 (en) * | 1997-03-11 | 1998-10-07 | Milan Nemcek | Opening filler with system securing ventilation and sound-deadening |
DE20305801U1 (en) * | 2003-04-08 | 2003-07-17 | LTG Aktiengesellschaft, 70435 Stuttgart | Ventilation and conditioning unit has feed air duct and outlet air duct which at least along one section to form heat exchanger adjoin each other by means of heat transferring gastight partitioning wall |
WO2009071963A1 (en) * | 2007-12-04 | 2009-06-11 | Eur.Ex S.R.L. | Silenced air intake for ventilation ducts, silencer for the air intake and method of operation of the air intake and silencer |
-
2022
- 2022-06-07 BE BE20225441A patent/BE1030595B1/en active IP Right Grant
-
2023
- 2023-03-23 EP EP23163849.5A patent/EP4290151A1/en active Pending
Patent Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1024294A1 (en) | 2016-06-14 | 2018-01-16 | Erik Wilms | Ventilation unit |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP4290151A1 (en) | 2023-12-13 |
BE1030595B1 (en) | 2024-01-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US10900229B2 (en) | Hanger profile and ceiling assembly | |
US9534385B2 (en) | Room delimitation element | |
US20090133957A1 (en) | Sound attenuating air vent | |
US20150101883A1 (en) | Sound attenuation module and oversized grill | |
JP4410698B2 (en) | Electronic equipment storage box | |
JP5236036B2 (en) | Ventilated soundproof door | |
BE1030595A1 (en) | Wall duct | |
RU2523224C2 (en) | Blowing ventilation valve | |
KR200412515Y1 (en) | Establishment construction of soundproof door | |
JP4624871B2 (en) | Silencer for ventilation opening | |
JP2009209516A (en) | Ventilation sound insulation door | |
JP6386757B2 (en) | building | |
JP2006138078A (en) | Partition wall and music room | |
JP2008122023A (en) | Silencer | |
GB1603586A (en) | Sound-absorbing ventilation installation for openings in buildings | |
EP3614067A1 (en) | Openable panel unit | |
JP2001174012A (en) | Noise reduction ventilating unit and sound-absorbing material unit used in the unit | |
JP2000110455A (en) | Ventilating and sound insulating structure for door part | |
JPS6329832Y2 (en) | ||
RU2781080C2 (en) | Ventilation device | |
JPS6326658Y2 (en) | ||
NL8301801A (en) | Sound-damping ventilation box - is mounted in front wall of building across full width having diagonal air-duct | |
KR102369472B1 (en) | Sound absorption and soundproof structure of window frame | |
GB2446224A (en) | Acoustic ventilator | |
JP2011102467A (en) | Soundproof door |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20240115 |