BE1029212B1 - Een kader waarvan de kaderprofielen een H-profiel bevatten - Google Patents
Een kader waarvan de kaderprofielen een H-profiel bevatten Download PDFInfo
- Publication number
- BE1029212B1 BE1029212B1 BE20215201A BE202105201A BE1029212B1 BE 1029212 B1 BE1029212 B1 BE 1029212B1 BE 20215201 A BE20215201 A BE 20215201A BE 202105201 A BE202105201 A BE 202105201A BE 1029212 B1 BE1029212 B1 BE 1029212B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- frame
- profile
- profiles
- elements
- infill
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/54—Fixing of glass panes or like plates
- E06B3/5454—Fixing of glass panes or like plates inside U-shaped section members
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/96—Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings
- E06B3/964—Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings using separate connection pieces, e.g. T-connection pieces
- E06B3/968—Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings using separate connection pieces, e.g. T-connection pieces characterised by the way the connecting pieces are fixed in or on the frame members
- E06B3/972—Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings using separate connection pieces, e.g. T-connection pieces characterised by the way the connecting pieces are fixed in or on the frame members by increasing the cross-section of the connecting pieces, e.g. by expanding the connecting pieces with wedges
- E06B3/9725—Mitre joints
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B7/00—Special arrangements or measures in connection with doors or windows
- E06B7/02—Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses
- E06B7/08—Louvre doors, windows or grilles
- E06B7/082—Louvre doors, windows or grilles with rigid or slidable lamellae
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/54—Fixing of glass panes or like plates
- E06B3/58—Fixing of glass panes or like plates by means of borders, cleats, or the like
- E06B3/5807—Fixing of glass panes or like plates by means of borders, cleats, or the like not adjustable
- E06B3/5821—Fixing of glass panes or like plates by means of borders, cleats, or the like not adjustable hooked on or in the frame member, fixed by clips or otherwise elastically fixed
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/70—Door leaves
- E06B3/7003—Door leaves consisting of several adjacent similar elements, e.g. planks, without outer covering panels
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B3/00—Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
- E06B3/96—Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings
- E06B3/964—Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings using separate connection pieces, e.g. T-connection pieces
- E06B3/9647—Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings using separate connection pieces, e.g. T-connection pieces the connecting piece being part of or otherwise linked to the window or door fittings
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
Abstract
Er wordt een kader (10) beschreven dat vier langwerpige kaderprofielen (100) bevat die de omtrek (12) van het kader (10) vormen omheen een binnenvlak (14) van het kader (10), waarbij de kaderprofielen (100) een H-profiel (110) bevatten. Verder bevat het kader (10) eveneens één of meer verwijderbare afdekplaten (300), respectievelijk verwijderbaar bevestigd aan minstens één van deze twee tegenoverliggende kaderprofielen (102, 104), waarbij minstens één van deze verwijderbare afdekplaten (300) geconfigureerd zijn als bevestigingsplaten (302) die één of meer openingen (400) bevatten geconfigureerd voor het bevestigen van één of meer invulelementen (200) van het kader (10).
Description
TECHNISCH VELD De uitvinding heeft betrekking op technisch veld van een kader en een werkwijze voor het, een scherm voor het verzekeren van privacy, een scherm voor het verfraaien van het uitzicht van een structuur, etc. . Meer in het bijzonder een kader met vervaardigen van een kader en het gebruik van een kader. In het bijzonder een kader met invulelementen dat bijvoorbeeld kan aangewend worden als een scherm, een afscherming voor openingen, een zonneweringlangwerpige invulelementen, zoals bijvoorbeeld lamellen, latten, blindeerelementen, etc. . Het kader kan daarbij bijvoorbeeld worden aangewend als onderdeel van een terrasoverkapping, of eender welke andere geschikte bouwstructuur of gebouw, zoals bijvoorbeeld een dak, wand, muur, deur of afsluiting, of als een kaderelement in of aan een wand, muur, deur, afsluiting of een dak.
TECHNOLOGISCHE ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Bestaande kaders, in het bijzonder kaders met een groot aantal invulelementen zoals bijvoorbeeld een groot aantal evenwijdige lamellen, vergen vaak een arbeidsintensieve vervaardigingsmethode. Het bevestigen van een groot aantal invulelementen aan tegenoverliggende kaderprofielen van een dergelijk kader door middel van geschikte bevestigingselement is vaak een operatie die niet eenvoudig kan worden uitgevoerd en die de structurele stevigheid van het kader aantast. Vaak worden dergelijke kaders met een groot aantal varianten van verschillende invulelementen geproduceerd, en in verschillende afmetingen en toepassingen gebruikt, waardoor er typisch een groot aantal varianten van kaderprofielen noodzakelijk is. Er bestaat dus een nood aan een kader dat op eenvoudige wijze kan worden geproduceerd die zelfs bij het aanwenden van een groot aantal invulelementen een kader met een grotere structurele stevigheid oplevert en die maximale flexibiliteit mogelijk maakt wat betreft verschillende variaties in afwerkingsmogelijkheden terwijl de nood aan verschillende varianten van kaderprofielen wordt gereduceerd.
SAMENVATTING Om te voldoen aan de hierboven beschreven noden wordt er volgens een eerste aspect van de uitvinding voorzien in een kader bevattende: - vier langwerpige kaderprofielen die de omtrek van het kader vormen omheen een binnenvlak van het kader, waarbij de kaderprofielen een H-profiel bevatten waarvan de flenzen zich evenwijdig uitstrekken met het centrale langsvlak van het kader zich uitstrekt en waarvan het lijf zich tussen deze twee flenzen uitstrekt; - één of meer invulelementen die zich uitstrekken tussen twee tegenoverliggende kaderprofielen van het kader en geconfigureerd zijn om het binnenvlak van het kader minstens gedeeltelijk in te vullen; en - één of meer verwijderbare afdekplaten, respectievelijk verwijderbaar bevestigd aan minstens één van deze twee tegenoverliggende kaderprofielen, waarbij minstens één van deze verwijderbare afdekplaten geconfigureerd zijn als bevestigingsplaten die één of meer openingen bevatten geconfigureerd voor het bevestigen van de één of meer invulelementen. Het gebruik van het H-profiel met verwijderbare afdekplaten met openingen voor het bevestigen van de invulelementen zorgt voor een grotere structurele stevigheid aangezien er geen aanpassingen, zoals bijvoorbeeld openingen, voor het bevestigen van de invulelementen nodig zijn aan het H-profiel zelf, waardoor dit H-profiel een optimale structurele stevigheid aan het geheel kan bieden. Het gebruik van verwijderbare afdekplaten voor het bevestigen van de invulelementen zorgt voor een grotere flexibiliteit, aangezien dit bijvoorbeeld toelaat om voor kaders met verschillende types van invulelementen hetzelfde H-profiel te gebruiken, waarbij enkel de invulelementen ende bijhorende verwijderbare bevestigingsplaten aangepast moeten worden. Het is duidelijk dat hierdoor de nood aan verschillende varianten van het kaderprofiel wordt gereduceerd. Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij één of meer van de openingen, respectievelijk geconfigureerd is voor het bevestigen van het invulelement aan de bevestigingsplaat door het minstens gedeeltelijk inbrengen van het invulelement doorheen deze opening. Op deze wijze kunnen de invulelementen efficiënt bevestigd worden zonder het kaderprofiel te verzwakken. Het bevestigen van de invulelementen aan de bevestigingsplaat, bijvoorbeeld voordat deze bevestigingsplaat aan het kaderprofiel wordt bevestigd kan ook op meer ergonomische wijze worden uitgevoerd en/of makkelijker worden geautomatiseerd omdat bij een plaatvormig element zoals de bevestigingsplaat de bereikbaarheid groter is dan bij een H-profiel.
Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij het kader verder bevestigingselementen bevat voor het bevestigen van de één of meer invulelementen aan één of meer van de bevestigingsplaten, en waarbij één of meer van de openingen, respectievelijk geconfigureerd is voor het bevestigen van het — invulelement aan de bevestigingsplaat door het minstens gedeeltelijk inbrengen van het bevestigingselement doorheen deze opening. Op deze wijze kunnen de bevestigingselementen, alsook de invulelementen efficiënter bevestigd worden zonder het kaderprofiel te verzwakken.
Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij de bevestigingsplaat zo geconfigureerd is dat de bevestigingsplaat 80% of meer van de afstand tussen de uiteinden van twee tegenoverliggende flenzen van het H-profiel overbrugt, bij voorkeur 90% of meer.
Op deze wijze kan de bevestigingsplaat eenvoudig tussen en/of aan de tegenoverliggende flenzen van het H-profiel worden bevestigd.
Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij de bevestigingsplaat een eendelig, langwerpig, plaatvormige basislichaam bevat.
Op deze wijze kan de bevestigingsplaat eenvoudig worden vervaardigd en is de bereikbaarheid voor het bevestigen van de invulelementen ook optimaal.
Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij de één of meer bevestigingsplaat en/of het H-profiel bevestigingselementen bevatten die geconfigureerd zijn om de bevestigingsplaat verwijderbaar te bevestigen aan het H- profiel.
Dit laat een efficiënte assemblage van het kader mogelijk, met een minimum aan afzonderlijke elementen en gereedschap.
Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij de bevestigingselementen geconfigureerd zijn om een klikverbinding te vormen bij het aanbrengen van de bevestigingsplaat aan het H-profiel.
Op deze wijze kan de verwijderbare bevestiging eenvoudig en efficiënt worden gerealiseerd.
Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij het kader twee of meer langwerpige invulelementen bevat die zich uitstrekken tussen twee tegenoverliggende bevestigingsplaten van twee tegenoverliggende kaderprofielen.
5 In het bijzonder voor dergelijke kaders waarbij meerdere langwerpige invulelementen bij de assemblage van het kader moeten worden bevestigd, is het voordelig dat de stevigheid van de structuur van het kaderprofiel niet wordt aangetast door bijvoorbeeld openingen voor het bevestigen van deze langwerpige invulelementen. Het bevestigen van deze invulelementen kan bovendien op meer ergonomische wijze of met meer ruimte voor middelen voor een automatische montage gebeuren aan de bevestigingsplaten, die vervolgens aan de tegenoverliggende kaderprofielen kunnen bevestigd worden.
Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij het lijf van het H-profiel van de kaderprofielen geen openingen bevat voor het bevestigen van de één of meer invulelementen.
Op deze wijze wordt een maximale stevigheid van de kaderprofielen gegarandeerd en wordt het risico op ontoelaatbare vervormingen gereduceerd. Dit is bijzonder voordelig wanneer de kaderelementen worden blootgesteld aan hoge belastingen, bijvoorbeeld tijdens stormweer of dergelijke.
Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij, het kader ter hoogte van één of meer van de hoeken van het kader, een hoekklemelement bevat, waarbij het hoekklemelement geconfigureerd is om in een bevestigde toestand zich vast te klemmen aan twee aanliggende uiteinden van de kaderprofielen.
Dit laat toe om een stevige hoekverbinding te realiseren, die naderhand ook terug kan worden losgemaakt, bijvoorbeeld om invulelementen van het kader aan te passen, of te herstellen.
Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij het kader ter hoogte van één of meer hoeken van het kader, aanliggende kaderprofielen bevat waarvan de aanliggende afgeschuinde uiteinden onder complementaire hoeken zijn afgeschuind om zo samen de hoek van het kader te vormen.
Op deze wijze wordt een hoekverbinding gerealiseerd die een grote vormvastheid aan het kader biedt.
Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij het kader minstens één kaderbevestigingselement bevat dat bevestigbaar is op verschillende posities op het lijf van minstens één van de kaderprofielen door middel van langwerpige bevestigingselementen die zich uitstrekken langsheen het lijf volgens de langsrichting van het kaderprofiel.
Op deze wijze kan het kader op flexibele wijze bevestigd worden.
Volgens een optionele uitvoeringsvorm wordt er voorzien in een kader, waarbij het kaderbevestigingselement bevestigbaar is in een positie minstens gedeeltelijk voorbij het uiteinde van het lijf van het H-profiel van het kaderprofiel waaraan het kaderbevestigingselement bevestigd is, een steunelement aan het aanliggend uiteinde van het aanliggend kaderprofiel is aangebracht dat geconfigureerd is om de bevestigingselementen voor het kaderbevestigingselement te verlengen.
Dit zorgt voor een stevige bevestiging van het kader, in het bijzonder wanneer het kader ter hoogte van een hoek dient bevestigd te worden, bijvoorbeeld door het kader op te hangen door middel van een dergelijk kaderbevestigingselement aan een bovenliggende schuifinrichting, … .
Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een methode voor het vervaardigen van een kader volgens het eerste aspect, daardoor gekenmerkt dat de methode de volgende stappen bevat: - het voorzien van één of meer verwijderbare afdekplaten, waarbij minstens één van deze verwijderbare afdekplaten geconfigureerd zijn als bevestigingsplaten die één of meer openingen bevatten geconfigureerd voor het bevestigen van de één of meer invulelementen; - het aanbrengen in deze openingen van de één of meer invulelementen die zich uitstrekken tussen twee tegenoverliggende kaderprofielen van het kader en geconfigureerd zijn om het binnenvlak van het kader minstens gedeeltelijk in te vullen; - het voorzien van de vier langwerpige kaderprofielen die de omtrek van het kader vormen omheen een binnenvlak van het kader, waarbij de kaderprofielen een H- profiel bevatten waarvan de flenzen zich evenwijdig uitstrekken met het centrale langsvlak van het kader zich uitstrekt en waarvan het lijf zich tussen deze twee flenzen uitstrekt; en - het respectievelijk verwijderbaar bevestigen van één of meer van de als bevestigingsplaten geconfigureerde verwijderbare afdekplaten aan minstens één van twee tegenoverliggende kaderprofielen, zodat de invulelementen het binnenvlak van het kader minstens gedeeltelijk in te vullen.
Op deze wijze kan het kader op efficiënte en eenvoudige wijze worden geproduceerd aangezien de invulelementen door middel van de openingen aan de verwijderbare bevestigingsplaten kunnen worden gemonteerd.
De bevestigingsplaten laten door hun plaatvormige structuur toe om de invulelementen ergonomisch en/of met voldoende ruimte voor gereedschappen te monteren.
Volgens een derde aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een gebruik van een kader volgens het eerste aspect ais wand, muur, deur, afsluiting of dak, of als een kaderelement voor een wand, muur, deur, afsluiting of dak.
Op deze wijze kan een dergelijk kader een structuur bieden die bestand is tegen hoge belastingen en die op een flexibele, efficiënte en eenvoudige wijze kan worden vervaardigd.
Het is duidelijk dat verdere varianten en/of combinaties van uitvoeringsvormen mogelijk zijn, in het bijzonder wat betreft overeenkomstige uitvoeringsvormen voor de verschillende aspecten van de uitvinding.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN In de bijgaande figuren zijn zonder enig beperkend karakter enkele uitvoeringsvormen beschreven. Doorheen de figuren, conclusies, en voorbeelden wordt de volgende nummering aangehouden: kader 10; omtrek 12; binnenvlak 14; centrale langsvlak 16; voorzijde 22; achterzijde 24; kaderprofiel 100; kaderprofiel 102; kaderprofiel 104; uiteinde 108; H- profiel 110; uitwaartse zijde 112; inwaartse zijde 114; flens 120; flens 122; flens 124; bevestigingselement 126; bevestigingselement 128; lijf 130; bevestigingselement 132; bevestigingselement 134; langsas 140; invulelement 200; uiteinde 202; uiteinde 204; afdekplaat 300; bevestigingsplaat 302; plaatvormig basislichaam 304; scharnierdeel; uitsteeksel 316; uitsteeksels 318; bevestigingselementen 320; bevestigingselementen 322; bevestigingselementen 324; openingen 400; bevestigingsmiddelen 500; montageplaatje 502; hoekklemelement 600; plaatvormige element 610; plaatvormige element 620; opspanelement 630; uitlijnelementen 640; openingen 650; opening 660; kaderbevestigingselement 700; bevestigingselement 702; bevestigingselement 704, steunelement 710; bevestigingselement 712; bevestigingselement 714. Figuur 1 toont een detail van een uitvoeringsvorm van een kader met meerdere langwerpige invulelementen zoals weergegeven in Figuur 2; Figuur 2 toont de uitvoeringsvorm van het kader waarvan een detail is weergegeven in Figuur1; Figuur 3 toont een doorsnede volgens de lijn II-IL in Fig. 1;
Figuur 4 toont een gelijkaardige doorsnede als Fig. 2 van een alternatieve uitvoeringsvorm; Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een kaderprofiel, gelijkaardig als in Figuren 1 tot 3 in meer detail; Figuur 6 toont gelijkaardige dwarsdoorsnede als Figuur 5 van een alternatieve uitvoeringsvorm van een kaderprofiel; Figuur 7 toont een uitvoeringsvorm van een hoekklemelement gelijkaardig als in Figuur 1 in meer detail; Figuur 8 toont een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een kaderprofiel nabij een hoek van een uitvoeringsvorm van een kader gelijkaardig als Figuur 1; Figuren 9 tot 12 tonen verschillende aanzichten van een uitvoeringsvorm van kaderbevestigingselementen; Figuur 13 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een afdekplaat voor een uitvoeringsvorm van een kaderprofiel gelijkaardig als Figuur 5.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Voordat uitvoeringsvormen worden beschreven, is het duidelijk dat deze uitvinding niet beperkt is tot specifieke uitvoeringsvormen of combinaties beschreven, aangezien dergelijke uitvoeringsvormen en combinaties daarvan natuurlijk kunnen variëren. Laat het ook duidelijk zijn dat de hierin gebruikte terminologie niet bedoeld is als beperkend. De beschermingsomvang wordt bepaald door de bijgevoegde conclusies.
Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de”, “het” zowel het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is.
De termen “bevatten”, “bevat” zoals verder gebruikt, zijn synoniem met “inclusief”, “includeren” of “omvatten, “omvat” en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of werkwijze stappen niet uit. De termen “omvatten”, “omvat” zijn inclusief de term “bevatten”, “bevat” en/of vice versa.
De opsomming van numerieke waarden aan hand van een cijferbereik omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowel als de geciteerde eindpunten.
De term “ongeveer”, “in hoofdzaak”, “hoofdzakelijk”, “nagenoeg” of “bij benadering”, zoals gebruikt wanneer gerefereerd wordt naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, een hoek, een richting, en zo meer, is bedoeld variaties te omsluiten van +/- 10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, meer bij voorkeur +/-1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/-0.1% of minder, van en vanaf de gespecificeerde waarde, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te functioneren in de hierin beschreven uitvinding. Het is duidelijk dat de waarde waarnaar de term “ongeveer”, “in hoofdzaak”, “hoofdzakelijk” of “bij benadering” refereert op zich, ook werd bekend gemaakt.
In de volgende passages worden verschillende aspecten en/of nader gedefinieerd. Elk aspect en/of uitvoeringsvorm zo gedefinieerd kan worden gecombineerd met een ander aspect of aspecten, en/of uitvoeringsvorm of uitvoeringsvormen, tenzij het tegendeel duidelijk wordt aangegeven. In het bijzonder, een kenmerk aangeduid als de “voorkeur” of “voordelig” kan worden gecombineerd met andere kenmerken of eigenschappen die vermeld worden als “voorkeur” en/of “voordelig”. Verwijzing in deze beschrijving naar "één uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" betekent dat een bepaalde functie, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm van toepassing is in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Wanneer de zinnen "in één uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" op verschillende plekken in deze specificatie worden vermeld verwijzen zij niet noodzakelijk naar dezelfde uitvoeringsvorm, hoewel dit niet wordt uitgesloten. Voorts kunnen de beschreven aspecten, uitvoeringsvormen, kenmerken, structuren of karakteristieken worden gecombineerd op elke geschikte wijze, zoals duidelijk voor een deskundige in de materie op basis van deze beschrijving. De beschreven en in de conclusies geclaimde uitvoeringsvormen kunnen worden gebruikt in elke combinatie. In de onderhavige beschrijving wordt verwezen naar de bijgaande tekeningen die er deel van uitmaken, en die bij wijze van voorbeeld specifieke uitvoeringsvormen illustreren. Referenties, zoals bijvoorbeeld referentie-cijfers, etc. die refereren aan bepaalde elementen verwijzen naar de betreffende elementen als voorbeeld, zonder noodzakelijk de elementen hierdoor te beperken tot de in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen. Het moet worden begrepen dat verdere en/or alternatieve uitvoeringsvormen kunnen worden gebruikt en structureel of logische wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder de beschermingsomvang zoals bepaald door de conclusies te verlaten. De volgende gedetailleerde beschrijving dient niet beschouwd te worden als beperkend, en de beschermingsomvang wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.
Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen zoals aangewend, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad, worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die hier worden gebruikt.
Figuur 1 toont schematisch meer in detail een uitvoeringsvorm van een kader 10 weergegeven in Figuur 2. Het kader 10 bevat volgens de weergegeven uitvoeringsvorm vier langwerpige kaderprofielen 100 die de omtrek 12 van het kader 10 vormen omheen een binnenvlak 14 van het kader 10. Het is daarbij duidelijk dat volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld deze omtrek 12 van het kader 10 een rechthoekige vorm vertoont, waarbij de vier kaderprofielen 100 elk een zijde van de rechthoekige omtrek vormen. Het binnenvlak 14 van het kader situeert zich dus binnen deze rechthoekige omtrek 12 gevormd door de kaderprofielen 100 van het kader 10.
Het is duidelijk dat alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn, waarbij het kader 10 eender welk ander geschikt aantal kaderprofielen 100 bevat die geconfigureerd zijn om de omtrek 12 van het kader 10 te vormen. Volgens nog verdere uitvoeringsvormen is het eveneens mogelijk dat het kader 10 één of meer kaderprofielen 100 bevat die zijn aangebracht binnen de omtrek 12 van het kader 10, bijvoorbeeld om het kader 10 op te delen in twee of meer deelkaders, en daarbij het binnenvlak 14 op te delen in twee of meer deelvlakken. Volgens een dergelijk uitvoeringsvoorbeeld wordt er bijvoorbeeld minstens één bijkomend kaderprofiel 100 aangebracht die de afstand overbrugt tussen twee tegenoverliggende kaderprofielen 100 die deel uitmaken van de omtrek 12 van het kader 10.
Zoals meer in detail zichtbaar aan de hand van bijvoorbeeld de doorsnede van Figuur 3 langs de lijn II-l! in Figuur 1, bevatten de kaderprofielen 100 een H-profiel 110 waarvan de flenzen 120 zich evenwijdig uitstrekken met het centrale langsvlak 16 van het kader
10. Het is daarbij duidelijk dat volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld de flenzen 120 van de kaderprofielen 100 een buitenoppervlak van het kader 10 vormen dat zich uitstrekt evenwijdig met het centrale langsvlak 16. Met andere woorden de flenzen 120 van de kaderprofielen 100 die de omtrek van het kader 10 bepalen respectievelijk een zogenaamde voorzijde 22 en achterzijde 24 van het kader 10, wat typisch de meest zichtbare zijde van het kader 10 is die de omlijsting van het binnenvlak 14 bepaalt. Deze voorzijde 22 en achterzijde 24 van het kader 10, en bijhorende flenzen 122, 124 van de kaderprofielen 100 van het kader 10 strekken zich dus evenwijdig uit met het centrale langsvlak 16, of met andere woorden, evenwijdig met het vlak dat wordt bepaald door de lengterichting L en de breedterichting W van het kader 10, zoals schematisch weergegeven in Figuur 1. Deze richtingen H, W kunnen gezien worden als richtingen volgens het langsvlak 16 van het kader 10, en kunnen dus gezien worden als langsrichtingen H, W van het kader 10. Volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, is het duidelijk dat de kaderprofielen 100, langwerpige profielen zijn, die een centrale langsas 140 bevatten die evenwijdig is aan het langsvlak 16 van het kader 10, en vaak evenwijdig verlopen met lengterichting L of de breedterichting W, zoals bijvoorbeeld aangegeven in Figuur2. Zoals verder zichtbaar is de diepterichting D van het kader 10, dit wil zeggen de richting dwars op het langsvlak 16 en dus dwars op de lengterichting L en de breedterichting W, de richting waarlangs het lijf 130 van H-profiel 110 van het kaderprofiel 100 zich uitstrekt, zoals weergegeven in de dwarsdoorsnede van bijvoorbeeld Figuur 3. Met andere woorden het lijf 130 van het H-profiel 110 strekt zich uit volgens een vlak volgens de langsrichting 140 van het kaderprofiel 100 en dwars op het langsvlak 16 van het kader 10, of met andere woorden dwars op het vlak van de respectievelijke flenzen 120 van het H-profiel 110 van het kaderprofiel 100. Zoals verder zichtbaar in Figuur 1, bevat de uitvoeringsvorm van het kader 10 meerdere invulelementen 200 die zich uitstrekken tussen twee tegenoverliggende kaderprofielen
102,104 van het kader 100. Het is duidelijk dat deze invulelement om het binnenvlak 14 van het kader 10 minstens gedeeltelijk invullen.
Het binnenvlak 14 van het kader 10 wordt daarbij in hoofdzaak gevormd door de ruimte die wordt omgeven door kaderprofielen 100 van het kader 10, of met andere woorden de inwendige ruimte, of het inwendig vlak van het kader 10, waarvan de omtrek bepaald wordt door de kaderprofielen 100 die dit binnenvlak 14 omboorden.
Zoals verder zichtbaar in de uitvoeringsvorm van Figuur 1, Figuur 2 en Figuur 3, bevat het kader 10 verwijderbare afdekplaten 300 die verwijderbaar bevestigd zijn aan de kaderprofielen 100. Het is duidelijk dat deze afdekplaten 300 langwerpige plaatvormige elementen zijn waarvan de langsas zich evenwijdig uitstrekt met de langsas 140 van het H-Profiel 110, en waarvan het vlak van het plaatvormig element van de afdekplaten 300, zich dwars uitstrekt ten opzichte van het centrale langsvlak 16 van het kader 10 of het vlak van de flenzen 120 van het H-profiel, of met andere woorden evenwijdig met het lijf van het H-profiel 110. Zoals zichtbaar in de uitvoeringsvorm van Figuur 3, is het duidelijk dat aan de twee tegenoverliggende kaderprofielen 102, 104 waartussen de invulelementen 200 zich uitstrekken, respectievelijk verwijderbare afdekplaten 302 aangebracht zijn aan de zijde van het binnenvlak 14, of met ander woorden aan de respectievelijke inwaartse zijde 114 van het respectievelijke kaderprofiel 100 van het kader 10. Deze verwijderbare afdekplaten 300 zijn volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in Figuur 1, Figuur 2 en Figuur 3 geconfigureerd als bevestigingsplaten 302 die openingen 400 bevatten geconfigureerd voor het bevestigen van de invulelementen 200. Het is duidelijk dat aan de tegenoverliggende uitwaartse zijde 112 eveneens, volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld verwijderbare afdekplaten 300 kunnen worden aangebracht.
Het is duidelijk dat het kader 10, ook wel een raamwerk, een rigide structuur bevat, die de omtrek vormt omheen een binnenvlak, waarin één of meer invulelementen kunnen worden aangebracht.
Het is verder duidelijk dat het kader kan gevormd worden middel van aan elkaar gekoppelde kaderprofielen 100 die de omtrek 12 van het kader 10 bepalen. Een typisch kader 10 bevat vier kaderprofielen 100 die een rechthoekige omtrek van het kader bepalen, maar de vakman begrijpt dat dat niet als een beperking geïnterpreteerd dient te worden, en dat uitvoeringsvormen mogelijk zijn waarbij het binnenvlak van het kader 10 verder opgedeeld wordt door middel van bijkomende kaderprofielen 100 die binnen de buitenomtrek van het kader 10 worden aangebracht. Het is duidelijk dat naast de twee tegenoverliggende kaderprofielen 102, 104 waartussen de invulelementen 200 zijn aangebracht, de omtrek 12 van het kader 10 vervolledigd wordt door twee verdere kaderprofielen 100 die de afstand overbruggen tussen deze kaderprofielen 102, 104, zodat de aanliggende uiteinden 108 van de kaderprofielen 100 de hoeken van het kader 10 vormen volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. De kaderprofielen 100 zijn bij voorkeur zo ingericht zodat de omtrek 12 van het kader 10 nagenoeg een vierhoek of rechthoek vormt. De term nagenoeg dient hierbij geïnterpreteerd te worden als zijnde dat het kader de verwezen geometrische vorm aanzienlijk benadert; d.w.z. afgezien van enige afrondingen, uitsteeksels, koppelelementen, groeven, sleuven, ribbels, openingen, verbindingstukken, verstevigingsmiddelen, etc.
Een kaderprofiel 100 is typisch een langwerpig profielelement vervaardigd uit een rigide materiaal. Dit kan bijvoorbeeld aluminium zijn. Aluminium heeft veel voordelen als profielmateriaal, het is namelijk robuust, duurzaam, licht, en kan op een efficiënte manier vervaardigd worden door middel van bijvoorbeeld extrusie. Andere profielmaterialen zijn echter ook geschikt en de eigenschappen ervan zijn verondersteld gekend te zijn door de vakman, zoals bijvoorbeeld eender welk ander geschikt metaal, zoals bijvoorbeeld staal, koper, … of eender welke geschikte kunststof, zoals bijvoorbeeld PVC, ABS, … . Een kaderprofiel kan afhankelijk van de gewenste uitvoeringsvorm van een bepaalde afwerking voorzien zijn, bijvoorbeeld een glad of ruw oppervlak.
Bij voorkeur zijn de kaderprofielen, welke deel uitmaken van het kader, zo ingericht dat hun omtrek 12 de boord omheen het binnenvlak 14 van het kader 10 afgrenst of omboord.
Er kunnen talloze variaties bestaan op de afmetingen van het kader en van die de kaderprofielen; gaande van, bij wijze van voorbeeld, 0.1 m tot en met 4 m per zijde; bijvoorbeeld 0.5 m tot en met 3m, bijvoorbeeld 0.5m, 1m of 2m, enzovoort.
In sommige uitvoeringsvormen heeft het kader een eerste dimensie, bijvoorbeeld volgens de breedte-richting W, van minstens 0.1 m tot en met 1.5 m, bijvoorbeeld van 0.2 m tot en met 0.8 m, bijvoorbeeld van 0.4 m tot en met 0.6 m, bijvoorbeeld van ongeveer 0.5 m.
In sommige uitvoeringsvormen heeft het kader een tweede dimensie, bijvoorbeeld volgens de lengterichting L van minstens 0.1 m tot en met 4.0 m, bijvoorbeeld van 0.2 m tot 2.5 m, bijvoorbeeld van 0.4 m tot en met 1.2 m, bijvoorbeeld van 0.6 m tot 1.0 m,
bijvoorbeeld van ongeveer 0.8 m, 1.6 m, 2.4 m.
Volgens het uitvoeringsvoorbeeld weergegeven in Figuur 1, Figuur 2 en Figuur 3, is het duidelijk dat het kader langwerpige invulelementen 200 bevat die zich volgens de breedte-richting W uitstrekken volgens hun langsas tussen de tegenoverliggende bevestigingsplaten 302 van de tegenoverliggende kaderprofielen 100 die naar het binnenvlak 14 zijn gericht.
Daarbij is zichtbaar dat volgens een dergelijke uitvoeringsvorm de respectievelijke invulelementen 200 aan hun beide uiteinden 202, 204 bevestigd worden aan de bevestigingsplaten 302. Dit wil zeggen een eerste uiteinde 202 aan de bevestigingsplaat 302 van een eerste kaderprofiel 102, en een tweede uiteinde 104, dat zich aan het andere einde volgens de langsas van het langwerpig invulelement 200 bevindt, aan een bevestigingsplaat 302 van een tweede kaderprofiel 104 aan de overzijde van het binnenvlak 14 tegenover de bevestigingsplaat 302 van het eerste kaderprofiel 104 ligt.
Zoals zichtbaar in de uitvoeringsvorm van Figuur 1 en Figuur 3 zijn de openingen 400 respectievelijk geconfigureerd voor het bevestigen van het invulelement 200 aan de bevestigingsplaat 302 door het minstens gedeeltelijk inbrengen van het invulelement 200 doorheen deze openingen 400. Volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, betekent dit dat de openingen 400 een omtrek hebben die aansluit op de omtrek van het invulelement 200, dat volgens dit uitvoeringsvoorbeeld een langwerpige lat of een langwerpig profiel bevat dat bijvoorbeeld functioneert als een zonnewering en/of een windscherm.
Het is duidelijk dat volgens deze uitvoeringsvorm de lengte van het langwerpige invulelement 200 groter is dan de afstand 302W tussen de bevestigingsplaten 302 die naar het binnenvlak 14 van het kader 10 zijn gericht van de tegenoverliggende kaderprofielen 102, 104, of met andere woorden de bevestigingsplaten 302 aan de inwaartse zijde 114 van deze tegenoverliggende kaderprofielen 102, 104 van het kader 10. Hierdoor is het duidelijk dat het invulelement 200 aan zijn einden volgens de richtging van de langsas van het invulelement 200 minstens gedeeltelijk in en/of doorheen de opening 400 in de bevestigingsplaat 302 dringt.
Figuur 4 toont een gelijkaardig aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm, gelijkaardig aan Figuur 3. Gelijkaardige elementen worden aangeduid met gelijkaardige referenties en vervullen een gelijkaardige functie.
Echter, volgens deze uitvoeringsvorm, bevat het kader 10 bevestigingselementen 500 voor het bevestigen van invulelementen 200 aan de bevestigingsplaten 302. Zoals zichtbaar in Figuur 4, zijn hier de openingen 400 respectievelijk geconfigureerd voor het bevestigen van het invulelement 200 aan de bevestigingsplaat 302 door het minstens gedeeltelijk inbrengen van respectievelijke bevestigingselementen 500 doorheen deze openingen 400. Volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld worden per einde twee bevestigingsmiddelen 500 zoals bijvoorbeeld geschikte schroeven, bouten, etc. doorheen overeenkomstige openingen 500 in de bevestigingsplaten 302 aan een einde 202, 204 van een invulelement 200 aangebracht.
Zoals zichtbaar kunnen de bevestigingsmiddelen 500 volgens een dergelijk uitvoeringsvoorbeeld bijvoorbeeld samenwerken met een montageplaatje 502 dat aan elk einde 202, 204 van de invulelementen 300 is aangebracht, dat bijvoorbeeld geconfigureerd is om de bevestigingsmiddelen 500 te ontvangen zodat het einde van het invulelement 200 aan de bevestigingsplaten 300 wordt verbonden via het daaraan bevestigde montageplaatje.
Het is duidelijk dat alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn, waarbij eender welk geschikt aantal bevestigingsmiddelen 500, rechtstreeks of via één of meer geschikte tussenelementen één of meer invulelementen 200 verbindt met een bevestigingsplaat 302 door het minstens gedeeltelijk inbrengen van de één of meer bevestigingselementen 500 in deze één of meer openingen 400 in de bevestigingsplaat
300.
Zoals zichtbaar in de uitvoeringsvorm van Figuur 1 en 2, alsook het fragment van het kaderprofiel 100 op vergrote schaal weergegeven in Figuur 5 is de bevestigingsplaat 302 zo geconfigureerd dat de bevestigingsplaat 400 de afstand 302D tussen de uiteinden 122A, 124A van twee tegenoverliggende flenzen 122, 124 van het H-profiel 110 overbrugt. Het is duidelijk dat alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn waarbij de bevestigingsplaat 302 deze afstand slechts gedeeltelijk overbrugt, zoals bijvoorbeeld 80% of meer, of bij voorkeur 90% of meer van deze afstand, echter het is duidelijk dat volgens de weergegeven uitvoeringsvorm de bevestigingsplaat 302 zich uitstrekt tussen deze beide tegenoverliggende flenzen 122, 124, bij voorkeur als een eendelige bevestigingsplaat 302 met een langwerpig, plaatvormig basislichaam 304 dat zich _ uitstrekt tussen deze beide tegenoverliggende flenzen 122, 124 en waarin de openingen 400 zijn aangebracht. Het is verder duidelijk dat deze afstand 302D zoals weergegeven dwars op het centrale langsvlak 16 van het kader 10, verloopt, en dat de uiteinden 122A, 124A van de flenzen 122, 124, de respectievelijke uiteinden betreffen aan de inwaartse zijde 114 van het profiel 100.
Zoals verder zichtbaar bevat volgens de weergegeven uitvoeringsvorm de bevestigingsplaat 302 een bevestigingselementen 322, 324 in de vorm van beentjes die vanaf het oppervlak van het plaatvormig basislichaam 304 naar binnen reiken in het H- profiel 110 in de bevestigde toestand en die op hun einde een haakvormige uitstulping vertonen. Met andere woorden, de beentjes tussen deze haakvormige uitstulping en het plaatvormig basislichaam, vormen, zoals weergegeven een inkeping. Zoals weergegeven in Figuur 5, werken deze bevestigingselementen 322, 324, elk respectievelijk samen met één van de tegenoverliggende flenzen 122, 124 van het H- profiel 110 aan de inwaartse zijde 114 van het H-profiel ten opzichte van het lijf 130 van het H-profiel 110 in de bevestigde toestand. Zoals verder zichtbaar zijn in de bevestigde toestand, op een tegenoverliggende locatie van de bevestigingselementen 322, 324 van de bevestigingsplaat 302, respectievelijk overeenkomstige bevestigingselementen 126, 128 aangebracht in de flenzen 122, 124, in de vorm van geschikte inkepingen en uitstulpingen waarin respectievelijk de uitstulpingen en inkepingen van de bevestigingselementen 322, 324 van de bevestigingsplaat kunnen vastklikken wanneer de bevestigingsplaat 302 aan het H-profiel 110 wordt bevestigd door een beweging volgens de richting van het centrale langsvlak 16 naar het H-profiel 110 toe en dus dwars op de langsrichting van de bevestigingsplaat 302. Het is duidelijk dat de bevestigingselementen 126, 128, 322, 324, geconfigureerd zijn en op zo’n manier samenwerken dat de bevestigingsplaat 302 verwijderbaar bevestigd is aan het H-profiel 110, waarbij de bevestigingsplaat 302 dus naderhand terug van het H-profiel 110 kan worden verwijderd. Het is duidelijk dat een dergelijke uitvoeringsvorm waarbij de bevestigingselementen een klikverbinding vormen voordelig is omdat de bevestiging en het eventuele verwijderen zonder gebruik van bijkomende gereedschappen kan gebeuren waardoor een efficiënte methode voor het vervaardigen van het kader 10 mogelijk wordt. Echter het is eveneens duidelijk dat alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn waarbij de bevestigingsplaat 302 en/of het H-profiel 110 bevestigingselementen bevatten die geconfigureerd zijn om de bevestigingsplaat 302 verwijderbaar te bevestigen aan het H-profiel 110.
Figuur 6 toont bijvoorbeeld een alternatieve uitvoeringsvorm waarbij bevestigingselementen geconfigureerd zijn om een klikverbinding te vormen bij het aanbrengen van de bevestigingsplaat 302 aan het H-profiel 110. Gelijkaardige referenties verwijzen naar gelijkaardige elementen en vervullen een gelijkaardige functie als hierboven beschreven. Echter het is duidelijk dat hier de bevestigingselementen 322, 324 van de bevestigingsplaat 302 via een tussenliggend bevestigingselement 320 zijn aangebracht aan bevestigingselementen 132, 134 die zich op het lijf 130 van het H-profiel 110 bevinden. Het tussenliggend bevestigingselement 320 functioneert dus als een clips die enerzijds op het H-profiel 110 kan worden geklikt en waaraan anderzijds de bevestigingsplaat 302 kan worden vastgeklikt wanneer die volgens een richting volgens het centrale langsvlak 16 en dwars op zijn langsrichting naar het H-profiel 110 wordt toe bewogen tot de bevestigde toestand wordt bereikt zoals bijvoorbeeld weergegeven in Figuur 6. Het is echter duidelijk verdere alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn waarbij bevestigingselementen geconfigureerd zijn om een klikverbinding te vormen bij het aanbrengen van de bevestigingsplaat 302 aan het H-profiel 110. Bij voorkeur, zoals bij de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, zijn de bevestigingselementen zich eveneens langwerpige en strekken ze zich uit volgens de langsas 140 van het H-profiel 110 en/of de bevestigingsplaat 302. Bij voorkeur strekken ze zich eveneens uit over nagenoeg de volledige lengte van de bevestigingsplaat 302, echter het is duidelijk dat alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn waarbij de bevestigingsmiddelen zich slechts over een gedeelte van de lengte van het H-profiel 110 en/of de bevestigingsplaat 302 uitstrekken.
Bij voorkeur bevat, zoals in de weergegeven uitvoeringsvorm van Figuur 1, het kader 10 een veelvoud aan langwerpige invulelementen 200, zoals bijvoorbeeld langwerpige latjes, profielen, etc. die bijvoorbeeld functioneren als een zonnewering, windwering, bedekkingsprofiel, etc. van het kader 10. In het bijzonder, bij uitvoeringsvormen, waarbij een het aantal langwerpige elementen toeneemt, zoals bijvoorbeeld vijf or meer, tien of meer, twintig of meer, etc. is biedt dit het voordeel dat de openingen 400 voor het bevestigen van de invulelementen 200 aan het kaderprofiel 100 in de bevestigingsplaat 302 kunnen worden aangebracht, zonder dat openingen in een dragende structuur van het kaderprofiel, zoals bijvoorbeeld de flenzen 120 en/of het lijf 130 moeten worden voorzien, wat voordelig is voor de sterkte, buigstijfheid en in het algemeen de weerstand tegen ontoelaatbare vervormingen van kader 10, waardoor een dergelijk kader beter bestand is tegen belastingen door bijvoorbeeld natuurelementen, zoals bijvoorbeeld windbelasting, sneeuwbelasting, etc.
Het is duidelijk dat nog verdere alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn waarbij het kader twee of meer langwerpige invulelementen 200 bevat die zich uitstrekken tussen twee tegenoverliggende bevestigingsplaten 302 van twee tegenoverliggende kaderprofielen 100. Het echter verder duidelijk dat hoe groter het aantal invulelementen 200, is en/of hoe groter de cumulatieve oppervlakte van de openingen 400 voor het bevestigen van de invulelementen 200, hoe voordeliger de hier beschreven uitvoeringsvormen zijn.
Bij voordelige uitvoeringsvormen bevat het kader 10 bijvoorbeeld vijf of meer, tien of meer, etc. invulelementen 200, zoals bijvoorbeeld lamellen, koorden, strekmetaal, panelen, … 5 . Bij dergelijke uitvoeringsvormen is het voordelig om de openingen 400 voor het bevestigen van de invulelementen 200 aan het kaderprofiel in de bevestigingsplaat 302 aan te brengen, aangezien zo kan vermeden worden dat de dragende structuur van het kader 10, in de vorm van het H-profiel 110 moet voorzien worden van dergelijke openingen 400 voor de invulelementen 200, en in het bijzonder het lijf 130 van het H- profiel 110 van de kaderprofielen 100 geen openingen bevat voor het bevestigen van de één of meer invulelementen 200. Dit laat toe om een structuur te vormen met een optimale vormvastheid, die bestand is tegen hoge structurele belastingen, zoals bijvoorbeeld wanneer het kader 10 gebruikt wordt als bouwelement dat bestand moet zijn tegen hoge belastingen in de vorm van windbelasting, sneeuwbelasting, … . Zoals zichtbaar in de uitvoeringsvorm van Figuur 1, bevat het kader 10 vier hoeken, waar de kaderprofielen 100 aan aanliggende uiteinden 108 met elkaar verbonden worden door een hoekklemelement 600. Een dergelijk hoekklemelement 600, zoals weergegeven in de uitvoeringsvorm, is bij voorkeur geconfigureerd om in een bevestigde toestand zich vast te klemmen aan twee aanliggende uiteinden 108 van de kaderprofielen 100, of met andere woorden aan twee aanliggende uiteinden 108 van de kaderprofielen 100 die een hoek van het kader 10 vormen.
Volgens de weergegeven uitvoeringsvorm, zoals in meer detail weergegeven in Figuur 7, bevat het hoekklemelement 600 twee plaatvormige elementen 610, 620 met een L-vormige dwarsdoorsnede die samenwerken met een opspanelement 630, in de vorm van een opspanschroef of bout 630, die geconfigureerd is om de onderlinge afstand tussen de plaatvormige elementen te wijzigen.
Het is echter duidelijk dat alternatieve uitvoeringsvormen van het hoekklemelement 600 mogelijk zijn.
Verder bevat het hoekklemelement 600 volgens de weergegeven uitvoeringsvorm uitlijnelementen 640, volgens deze uitvoeringsvorm in de vorm van twee cilindervormig uitsteeksels, die geconfigureerd zijn, om in de bevestigde toestand samen te werken met overeenkomstige openingen 650, volgens het weergegeven uitvoeringsvorm in de vorm van overeenkomstige cilindervormige openingen 650 doorheen het lijf 130 van het H- profiel 110 geconfigureerd om in de bevestigde en opgespannen toestand de uitlijnelementen 640 van het hoekklemelement 600 te ontvangen, zoals bijvoorbeeld weergegeven in Figuur 8. Het is echter duidelijk dat alternatieve uitvoeringsvormen van de uitlijnelementen 640, 650 mogelijk zijn die geconfigureerd zijn om het hoekklemelement 600, na het aanbrengen correct te positioneren ten opzichte van de aanliggende uiteinden 108 van aanliggende kaderprofielen 100 ter hoogte van een hoek van een kader, zodat in de bevestigde toestand de aanliggende uiteinden 108 mooi aansluiten en een stevige hoekverbinding voor het kader 10 vormen.
Zoals schematisch aangegeven in Figuur 5 kunnen de benen van het L-vorming opspanelement 600 ingebracht worden in een ruimte tussen het lijf 130 en dwars ten opzichte van beide flenzen 120 naar binnen in het H-profiel 110 reikende respectievelijk uitsteeksels 316, 318. Het is duidelijk dat wanneer de afstand tussen de twee plaatvormige elementen 610, 620 zo kan worden gereduceerd dat het hoekklemelement 600 met een been in deze ruimte kan worden ingebracht aan de respectievelijke aanliggende uiteinden 108 van het kaderprofiel 100 ter hoogte van een hoek van het kader 10. Daarna kan de afstand tussen beide plaatvormige elementen 610, 620 door middel van het opspanelement 630 worden verhoogd totdat het hoekklemelement zich opspant tussen het lijf 130 en de uitsteeksels 316, 318. Volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het voordelig als de uitsteeksels 316, 318 zich niet over de gehele afstand tussen de flenzen 120 van het H-profiel uitstrekken, en bij voorkeur zich over minder dan 30%, bij voorbeeld minder dan 20%, bijvoorbeeld minder dan 10% van deze afstand uitstrekken, waardoor een maximale ruimte binnen in het H- profiel beschikbaar blijft, bijvoorbeeld voor het bevestigen van andere functionele elementen, en waardoor het gewicht van het kaderprofiel 100 kan worden gereduceerd.
Zoals zichtbaar in Figuur 7 is het opspanelement 630 volgens deze uitvoeringsvorm ter hoogte van het hoekpunt van de L-vormige dwarsdoorsnede aangebracht. Om het opspanelement 630 in de vorm van een opspanschroef of bout 630 bereikbaar te maken vanaf de buitenzijde van het kaderprofiel 100 voor het opspannen en/of ontspannen van het opspanelement 600, werd, zoals zichtbaar in Figuur 8, een opening 660 aangebracht in het lijf 130 van het H-profiel 110 ter hoogte van het uiterste einde 108 van het H-profiel volgens de langsas 140. Volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld werd deze opening 660 aangebracht in beide aanliggende einden 108 van de respectievelijke aanliggende kaderprofielen 100 ter hoogte van een hoek van het kader 10. Het is duidelijk dat, deze opening 660 geconfigureerd is om het opspanelement 630 bereikbaar te maken doorheen het lijf 130 van het H-profiel 110 van de respectievelijke aanliggende kaderprofielen 100 ter hoogte van een hoek van het kader 10.
Zoals zichtbaar in Figuur 1 bevat het kader 10 bij voorkeur ter hoogte van de hoeken van het kader 10 aanliggende kaderprofielen 100 met aanliggende afgeschuinde uiteinden
108. Volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de afgeschuinde uiteinden 108 ongeveer onder een hoek van 45° afgeschuind om zo samen de rechte hoek van het kader 10 te vormen. Het is echter duidelijk dat alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn waarbij de aanliggende afgeschuinde uiteinden 108 onder andere geschikte complementaire hoeken zijn afgeschuind om zo samen de hoek van het kader 10 te vormen. Dit laat toe om een stevige en stijve hoekverbinding te maken die weerstand kan bieden tegen belastingen en het risico op stressconcentraties vermindert.
Volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in Figuur 1 bevat het kader 10 kaderbevestigingselementen 700 die bevestigbaar zijn aan minstens één kaderprofiel 100 van het kader 10. Volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld werden er twee kaderbevestigingselementen 700 aangebracht aan het bovenste kaderprofiel 100 van het kader 10 in de weergegeven positie in Figuur 1, bijvoorbeeld geconfigureerd om het kader 10 op te hangen aan een bevestigingsprofiel dat aan een wand of plafond werd aangebracht.
Echter het is duidelijk dat alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn, waarbij eender welk geschikt aantal kaderbevestigingselementen 700 werd aangebracht aan eender welk geschikt aantal kaderprofielen 100 van het kader 10. Zoals verder verduidelijkt aan de hand van Figuur 9 en Figuur 10, zijn de kaderbevestigingselementen 700 bij voorkeur bevestigbaar op verschillende posities op het lijf 130 van de kaderprofielen 100. In de toestand weergegeven in Figuur 9 is het kaderbevestigingselement 700 op een grotere afstand van de hoek van het kader 10 bevestigd dan in de toestand weergegeven in Figuur 10. De flexibiliteit voor het bevestigen van het kaderbevestigingselement 700 op het lijf 130 van het kaderprofiel 100 wordt mogelijk gemaakt door middel van langwerpige bevestigingselementen 132,
134 die zich uitstrekken langsheen het lijf 130 volgens de langsrichting 140 van het kaderprofiel 100. Deze bevestigingselementen 132, 134, zijn volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bijvoorbeeld haakvormig uitgevoerd zoals bijvoorbeeld meer in detail weergegeven in de uitvoeringsvorm van Figuur 5 en zijn geconfigureerd om samen te werken met overeenstemmende haakvormige bevestigingselementen 702, 704 van het kaderbevestigingselement 700 zoals bijvoorbeeld meer in detail weergegeven in Figuur 11, zodat een verbinding tussen beide kan worden bewerkstelligd.
Volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, zoals bijvoorbeeld meer in detail weergegeven in het aanzicht volgens de langsas 140 in Figuur 12, is de verbinding een verwijderbare verbinding die tot stand gebracht wordt door het kaderbevestigingselement 700 volgens de richting van de langsas 140 langsheen het lijf 130 te schuiven, waarbij de bevestigingselementen 132, 134 zo geconfigureerd zijn en zo tegen de overeenkomstige bevestigingselementen 702, 704 aanliggen, dat het kaderbevestigingselement 700 niet van het lijf 100 kan worden verwijderd volgens een richting dwars op de langsas 140 van het kaderprofiel 100. Met andere woorden de haakvormige bevestigingselementen 702,
704 van het kaderbevestigingselement 700 en de overeenkomstige haakvormige bevestigingselementen 132, 134 van het lijf 130 van het kaderprofiel 100 vallen en/of haken bij wijze van spreken in elkaar, en vormen zo een sterke verbinding die grote lasten kan dragen zonder het risico dat de verbinding los zou komen.
Het is duidelijk dat bij de uitvoeringsvorm weergegeven in Figuur 10, het kaderbevestigingselement 700 zich uitstrekt volgens de langsrichting van het kaderprofiel 100 voorbij uiterste einde 108 van het lijf 130 waarop het kaderbevestigingselement 700 is bevestigd.
Volgens een dergelijke uitvoeringsvorm, is het voordelig om een bijkomend steunelement 710 aan te brengen aan het lijf 130 van het aanliggende kaderprofiel 100 van deze hoek, waarbij dit bijkomend steunelement 710 bevestigingselementen 712, 714 bevat dit geconfigureerd zijn om de bevestigingselementen 132, 134 van het aanliggende kaderprofiel 100, waarop het kaderbevestigingselement 700 is bevestigd, te verlengen.
Op deze wijze kan het kaderbevestigingselement 700 ook nabij het uiterste einde van een hoek van het kader 10 gepositioneerd worden en toch een stijve en stevige verbinding met de kaderprofielen 100 worden gerealiseerd.
Het is verder duidelijk dat de opspanelementen 600, de kaderbevestigingselementen 700, of althans het basislichaam daarvan zich bij voorkeur binnen in het H-profiel 110 van de kaderprofielen 100 van het kader uitstrekken, en zo minstens gedeeltelijk afgeschermd en/of aan het zicht onttrokken kunnen worden door verwijderbare afdekplaten 300 die bij voorkeur, zoals weergegeven in Figuur 1 aan beide zijden van het lijf 130 van het H-profiel 110 verwijderbaar zijn aangebracht ter hoogte van het uiterste einde van de flenzen 120, en dus geconfigureerd zijn om zo respectievelijk een verwijderbaar binnenbeslag en verwijderbaar buitenbeslag van het kader te vormen.
Figuur 13 toont bijvoorbeeld een alternatieve uitvoeringsvorm van een afdekplaat 300 die bijvoorbeeld aangewend wordt als buitenbeslag en waarbij de afdekplaat 300 en die verder een scharnierdeel 306 bevat dat geconfigureerd is om het kader 10 scharnierbaar te bevestigen.
Het is verder duidelijk dat verdere alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn wat betreft dergelijke afdekplaten 300. De beschreven uitvoeringsvormen van het kader 10 laten verder een eenvoudig en efficiënte methode voor het vervaardigen van een dergelijk kader 10 toe.
De invulelementen 200 kunnen bijvoorbeeld in de openingen 400 van de twee tegenoverliggende bevestigingsplaten 302 worden aangebracht, waarna de bevestigingsplaten 302 verwijderbaar aan twee tegenoverliggende kaderprofielen 100 kunnen worden aangebracht zodat de invulelementen het binnenvlak 14 van het kader 10 minstens gedeeltelijk invullen.
Vervolgens kunnen bijvoorbeeld de twee andere kaderprofielen 100 door middel van de hoekklemelementen 600 zo aangebracht worden aan de twee tegenoverliggende kaderprofielen 100 met de bevestigingsplaten 302 dat ze de omtrek 12 van het kader vervolledigen.
Tot slot kunnen bijvoorbeeld de kaderbevestigingselementen 700, en verdere afdekplaten aan de kaderprofielen 100 worden aangebracht.
Bij voorkeur bevatten alle kaderprofielen 100 van het kader 10 een identiek H-profiel 110 als dwarsdoorsnede aangezien dit het vervaardigen van het kader 10 op basis van één enkel type kaderprofiel 100 toelaat.
Bij voorkeur worden de kaderprofielen 100 vervaardigd als eendelige, langwerpige metalen profielen, zoals bijvoorbeeld een aluminium of stalen profiel, dat bijvoorbeeld werd vervaardigd door middel van extrusie of eender welke ander geschikte vervaardigingsmethode.
Het is bijvoorbeeld voordelig om de openingen 650, 660 aan te brengen in het lijf 130 van het H-profiel 110 van het kaderprofiel 100 voor het bevestigen van elementen nabij het uiteinde 108 van het kaderprofiel door middel van bijvoorbeeld een ponsbewerking, bij voorkeur een gelijktijdige ponsoperatie, aangezien op deze wijze snel en efficiënt en met de nodige nauwkeurigheid wat betreft de positie ten opzichte van het uiteinde 108 van het kaderprofiel 100 de openingen 650, 660 kunnen worden aangebracht.
Het is verder duidelijk dat een dergelijk kader kan gebruikt worden als een wand, muur, deur, afsluiting of dak, of als een kaderelement voor een wand, muur, deur, afsluiting of dak.
Het is duidelijk dat tal van verdere combinaties en/of variante uitvoeringsvormen mogelijk zijn zonder van de beschermingsomvang zoals gedefinieerd in de conclusies af te wijken.
Claims (13)
1. Een kader (10) bevattende: - vier langwerpige kaderprofielen (100) die de omtrek (12) van het kader (10) vormen omheen een binnenvlak (14) van het kader (10), waarbij de kaderprofielen (100) een H-profiel (110) bevatten waarvan de flenzen (120) zich evenwijdig uitstrekken met het centrale langsvlak (16) van het kader (10) zich uitstrekt en waarvan het lijf (130) zich tussen deze twee flenzen (120) uitstrekt; - één of meer invulelementen (200) die zich uitstrekken tussen twee tegenoverliggende kaderprofielen (102,104) van het kader (100) en geconfigureerd zijn om het binnenvlak (14) van het kader (10) minstens gedeeltelijk in te vullen; en - één of meer verwijderbare afdekplaten (300), respectievelijk verwijderbaar bevestigd aan minstens één van deze twee tegenoverliggende kaderprofielen (102, 104), waarbij minstens één van deze verwijderbare afdekplaten (300) geconfigureerd zijn als bevestigingsplaten (302) die één of meer openingen (400) bevatten geconfigureerd voor het bevestigen van de één of meer invulelementen (200), waarbij de bevestigingsplaat (302) zo geconfigureerd is dat de bevestigingsplaat (302) 80% of meer van de afstand (302D) tussen de uiteinden (122A, 124A) van twee tegenoverliggende flenzen (122, 124) van het H-profiel (110) overbrugt, bij voorkeur 90% of meer, en waarbij de bevestigingsplaat (302) een eendelig, langwerpig, plaatvormige basislichaam (304) bevat.
2. Een kader volgens conclusie 1, waarbij één of meer van de openingen (400), respectievelijk geconfigureerd is voor het bevestigen van het invulelement (200) aan de bevestigingsplaat (302) door het minstens gedeeltelijk inbrengen van het invulelement (200) doorheen deze opening (400).
3. Een kader volgens conclusie 1 of 2, waarbij het kader (10) verder bevestigingselementen (500) bevat voor het bevestigen van de één of meer invulelementen (200) aan één of meer van de bevestigingsplaten (302), en waarbij één of meer van de openingen (400), respectievelijk geconfigureerd is voor het bevestigen van het invulelement (200) aan de bevestigingsplaat (302) door het minstens gedeeltelijk inbrengen van het bevestigingselement (500) doorheen deze opening (400).
4. Een kader volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de één of meer bevestigingsplaat (302) en/of het H-profiel (110) bevestigingselementen (320, 322, 324, 126, 128) bevatten die geconfigureerd zijn om de bevestigingsplaat (302) verwijderbaar te bevestigen aan het H-profiel (110).
5. Een kader volgens conclusie 4, waarbij de bevestigingselementen (320, 322, 324, 126, 128) geconfigureerd zijn om een klikverbinding te vormen bij het aanbrengen van de bevestigingsplaat (302) aan het H-profiel (110).
6. Een kader volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het kader twee of meer langwerpige invulelementen (200) bevat die zich uitstrekken tussen twee tegenoverliggende bevestigingsplaten (302) van twee tegenoverliggende kaderprofielen (100).
7. Een kader volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het lijf (130) van het H-profiel (110) van de kaderprofielen (100) geen openingen bevat voor het bevestigen van de één of meer invulelementen (200).
8. Een kader volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij, het kader (10) ter hoogte van één of meer van de hoeken van het kader (10), een hoekklemelement (600) bevat, waarbij het hoekklemelement (600) geconfigureerd is om in een bevestigde toestand zich vast te klemmen aan twee aanliggende uiteinden (108) van de kaderprofielen (100).
9. Een kader volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het kader (10) ter hoogte van één of meer hoeken van het kader (10), aanliggende kaderprofielen (100) bevat waarvan de aanliggende afgeschuinde uiteinden (108) onder complementaire hoeken zijn afgeschuind om zo samen de hoek van het kader (10) te vormen.
10. Een kader volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het kader (10) minstens één kaderbevestigingselement (700) bevat dat bevestigbaar is op verschillende posities op het lijf (130) van minstens één van de kaderprofielen (100) door middel van langwerpige bevestigingselementen (132, 134) die zich uitstrekken langsheen het lijf (130) volgens de langsrichting van het kaderprofiel (100).
11. Een kader volgens conclusie 10, waarbij het kaderbevestigingselement (700) bevestigbaar is in een positie minstens gedeeltelijk voorbij het uiteinde (108) van het lijf (130) van het H-profiel (110) van het kaderprofiel (100) waaraan het kaderbevestigingselement (700) bevestigd is, een steunelement (710) aan het aanliggend uiteinde (108) van het aanliggend kaderprofiel (100) is aangebracht dat geconfigureerd is om de bevestigingselementen (132, 134) voor het kaderbevestigingselement (700) te verlengen.
12. Een methode voor het vervaardigen van een kader volgens één of meer van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de methode de volgende stappen bevat: - het voorzien van één of meer verwijderbare afdekplaten (300), waarbij minstens één van deze verwijderbare afdekplaten (300) geconfigureerd zijn als bevestigingsplaten (302) die één of meer openingen (400) bevatten geconfigureerd voor het bevestigen van de één of meer invulelementen (200); - het aanbrengen in deze openingen (400) van de één of meer invulelementen (200) die zich uitstrekken tussen twee tegenoverliggende kaderprofielen (102,104) van het kader (100) en geconfigureerd zijn om het binnenvlak (14) van het kader (10) minstens gedeeltelijk in te vullen;
- het voorzien van de vier langwerpige kaderprofielen (100) die de omtrek (12) van het kader (10) vormen omheen een binnenvlak (14) van het kader (10), waarbij de kaderprofielen (100) een H-profiel (110) bevatten waarvan de flenzen (120) zich evenwijdig uitstrekken met het centrale langsvlak (16) van het kader (10) zich uitstrekt en waarvan het lijf (130) zich tussen deze twee flenzen (120) uitstrekt; en - het respectievelijk verwijderbaar bevestigen van één of meer van de als bevestigingsplaten (302) geconfigureerde verwijderbare afdekplaten (300) aan minstens één van twee tegenoverliggende kaderprofielen (102, 104), zodat de invulelementen (200) het binnenvlak (14) van het kader (10) minstens gedeeltelijk in te vullen.
13. Een gebruik van een kader volgens één of meer van de conclusies 1 tot 11 als wand, muur, deur, afsluiting of dak, of als een kaderelement voor een wand, muur, deur, afsluiting of dak.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20215201A BE1029212B1 (nl) | 2021-03-17 | 2021-03-17 | Een kader waarvan de kaderprofielen een H-profiel bevatten |
PCT/IB2022/052413 WO2022195523A1 (en) | 2021-03-17 | 2022-03-17 | A frame of which the frame profiles comprise an h-profile |
EP22715711.2A EP4308784A1 (en) | 2021-03-17 | 2022-03-17 | A frame of which the frame profiles comprise an h-profile |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20215201A BE1029212B1 (nl) | 2021-03-17 | 2021-03-17 | Een kader waarvan de kaderprofielen een H-profiel bevatten |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1029212A1 BE1029212A1 (nl) | 2022-10-11 |
BE1029212B1 true BE1029212B1 (nl) | 2022-10-19 |
Family
ID=75143393
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20215201A BE1029212B1 (nl) | 2021-03-17 | 2021-03-17 | Een kader waarvan de kaderprofielen een H-profiel bevatten |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP4308784A1 (nl) |
BE (1) | BE1029212B1 (nl) |
WO (1) | WO2022195523A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
PL444074A1 (pl) * | 2023-03-14 | 2024-09-16 | Tabal Spółka Z Ograniczoną Odpowiedzialnością | Konsolka przesuwna do mocowania elementów przęsła ogrodzeniowego |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2520476A1 (de) * | 1973-05-12 | 1975-11-20 | Geb Stoll Josefine Pfaehler | Randkanten-profilleiste fuer in rasterbauweise zusammensetzbare moebel- und wandverkleidungen |
US5444958A (en) * | 1993-11-02 | 1995-08-29 | Lu; Ching-Nan | Door frame |
US6263632B1 (en) * | 1999-04-20 | 2001-07-24 | Royal Window Coverings (Canada) Inc. | Adjustable decorative shutter |
US20130272777A1 (en) * | 2010-12-10 | 2013-10-17 | Darren Hayter | Frame connection |
-
2021
- 2021-03-17 BE BE20215201A patent/BE1029212B1/nl active IP Right Grant
-
2022
- 2022-03-17 WO PCT/IB2022/052413 patent/WO2022195523A1/en active Application Filing
- 2022-03-17 EP EP22715711.2A patent/EP4308784A1/en active Pending
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2520476A1 (de) * | 1973-05-12 | 1975-11-20 | Geb Stoll Josefine Pfaehler | Randkanten-profilleiste fuer in rasterbauweise zusammensetzbare moebel- und wandverkleidungen |
US5444958A (en) * | 1993-11-02 | 1995-08-29 | Lu; Ching-Nan | Door frame |
US6263632B1 (en) * | 1999-04-20 | 2001-07-24 | Royal Window Coverings (Canada) Inc. | Adjustable decorative shutter |
US20130272777A1 (en) * | 2010-12-10 | 2013-10-17 | Darren Hayter | Frame connection |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2022195523A1 (en) | 2022-09-22 |
BE1029212A1 (nl) | 2022-10-11 |
EP4308784A1 (en) | 2024-01-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6389773B1 (en) | Stackable panel system for modular office furniture | |
US3053353A (en) | Frame for curtain wall construction | |
US5941032A (en) | Framing assembly for a door light | |
US3324599A (en) | Telescoping aluminum frame | |
CN110267881B (zh) | 存储平台 | |
EP1345482A2 (en) | Frame member for electrical distribution cabinets | |
BE1029212B1 (nl) | Een kader waarvan de kaderprofielen een H-profiel bevatten | |
US5713649A (en) | Method of manufacturing a box container or cabinet | |
US3075235A (en) | Hinge | |
EP3744306B1 (en) | Spa cabinet attachment | |
EP3636850B1 (en) | Pergola | |
US3075621A (en) | Wall panel and process of assembling same | |
US20180345161A1 (en) | Method for assembling wall segments for miniature model buildings | |
JP7011421B2 (ja) | カーテンレール構造 | |
BE1030864B1 (nl) | Vliesgevelsysteem voorzien voor het installeren van een bevestigingselement | |
GB2135375A (en) | Window frames | |
EP4155474A1 (en) | Framework construction strut | |
KR102697149B1 (ko) | 건축물의 무용접 프레임구조체 | |
EP3870794B1 (en) | Corner connection for entrance system | |
CN211846792U (zh) | 具有矩阵照明的吊顶 | |
JP2018178567A (ja) | 間仕切り壁およびその構築方法 | |
JP3657182B2 (ja) | 出窓 | |
BE1008231A3 (nl) | Deuromlijsting. | |
GB2539884A (en) | Improvements relating to a louver assembly | |
JP6080203B2 (ja) | 間仕切り用パネル |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20221019 |