BE1026426B1 - Manipuleren van signaalstromen via een controller - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het live manipuleren van signaalstromen via een controller, waarbij de werkwijze het invoeren van een eerste signaalstroom en een verdere signaalstroom die elk X signaalstroomlagen hebben, waarbij X groter is dan 2, bevat. De werkwijze bevat verder het uitsplitsen volgens een vooraf bepaalde verhouding van de signaalstroomlagen uit elke signaalstroom naar een respectievelijke, aan de signaalstroom gerelateerde, serie subsignaalstromen, waarbij elke subsignaalstroom Y subsignaalstroomlagen heeft, waarbij Y kleiner is dan X. De werkwijze bevat het via een controller uitlezen van een gewenste verhouding tussen de eerste signaalstroom en de verdere signaalstroom. De werkwijze bevat het samenvoegen van overeenstemmende subsignaalstromen volgens de gewenste verhouding om een gemodificeerde serie subsignaalstromen te bekomen. De werkwijze bevat het uitvoeren van de gemodificeerde serie.

Description

Manipuleren van signaalstromen via een controller

Vakgebied

De uitvinding heeft betrekking op het manipuleren van signaalstromen via een controller, meer bepaald voor het verkrijgen van een betere audio ervaring voor een publiek.

Achtergrond

Voor zover bekend hebben alle culturen in alle tijden muziek gekend. Muziek heeft de eigenschap dat het gevoelens en emotie kan oproepen. Muziek wordt op verschillende plaatsen en in verschillende contexten gebruikt, en dient daarbij typisch voor het verbeteren van een beleving.

Het meest gebruikte audio formaat is stereo. Bekend in stereo muziek is dat deze bestaat uit een tweesporig audiosignaal: een linker en een rechter signaal. Deze worden apart uitgestuurd vanuit het afspeelapparaat naar de respectievelijke linker en rechter luidspreker. In de context van concerten, dansfeesten, festivals, etc. manipuleren muzikanten en/of artiesten en/of DJ's stereo audiosignalen om zo in te spelen op de belevenis van het publiek.

In de context van de filmindustrie is het gebruik van 5.1 (of andere) “surround-sound” ingeburgerd, waarbij gebruik gemaakt wordt van zes (of en ander aantal) kanalen, meer bepaald links, rechts, links achter, rechts achter, center, Low-Frequency Effect LFE. Hierbij wordt een grotere ruimtelijkheid verkregen om de luisteraar van andere richtingen te benaderen. De grotere ruimtelijkheid verbetert de beleving.

Een doel van de uitvinding is het voorzien van een werkwijze en een apparaat voor het manipuleren van signaalstromen voor het verkrijgen van een verhoogde entertainment waarde bij het afspelen van audio.

Samenvatting van de uitvinding

Hiertoe voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het live manipuleren van signaalstromen via een controller, waarbij de werkwijze bevat: het invoeren van een eerste signaalstroom en een verdere signaalstroom die elk X signaalstroomlagen hebben, waarbij X groter is dan 2; het uitsplitsen volgens een vooraf bepaalde verhouding van de signaalstroomlagen uit elke signaalstroom naar een respectievelijke, aan de signaalstroom gerelateerde, serie subsignaalstromen, waarbij elke subsignaalstroom Y subsignaalstroomlagen heeft, waarbij Y kleiner is dan X; via een controller uitlezen van een gewenste verhouding tussen de eerste signaalstroom en de verdere signaalstroom; samenvoegen van overeenstemmende subsignaalstromen volgens de gewenste verhouding om een gemodificeerde serie subsignaalstromen te bekomen; uitvoeren van de gemodificeerde serie.

BE2018/5454

In het kader van de uitvinding is manipuleren gedefinieerd als het mixen van stromen, optioneel bevat manipuleren verder minstens één van het aanpassen van tempo en/of toonhoogte van de stromen, het invoegen van additionele geluidsfragmenten en het invoegen van effecten op de stromen. Het zal duidelijk zijn, voor de vakman, dat effecten bewerkingen zijn op de stroom zoals: flanger, gain, delay, reverb, phaser, etc.

Live audiobestanden manipuleren blijkt de ervaring van het publiek te verhogen. In de praktijk worden DJ's beperkt tot het manipuleren van stereo bestanden omwille van huidige audioapparatuur beperkingen. Deze audioapparatuur ondersteunt typisch een maximumverwerking van twee simultane audiosporen. Omwille van de beperking van de huidige software-hardware is het onmogelijk voor een DJ met de huidige technieken om live surround-audio af te spelen en te manipuleren. Een surround audiobestand bestaat namelijk uit meer dan twee audiosporen. De werkwijze volgens de uitvinding laat toe om met bestaande software en hardware surround-audio af te spelen en te manipuleren. Doordat een DJ surround-sound in een live omgeving kan af spelen en bewerken, wordt er een betere audio ervaring voor een publiek verkregen.

Het invoeren van een eerste signaalstroom en een verdere signaalstroom die elk X signaalstroomlagen hebben, vormt het startpunt van de werkwijze. De huidige software - hardware beperkingen laten slechts toe om Y-aantal subsignaalstroomlagen te processen. De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat door het opsplitsen van de X signaalstromenlagen, er stromen met Y subsignaalstroomlagen bekomen worden die verder verwerkt kunnen worden. Dit laat toe om met bestaande hardware en software X signaalstroomlagen te processen, in het bijzonder wanneer het aantal X signaalstroomlagen groter is dan Y subsignaalstroomlagen. Het zal duidelijk zijn dat de werkwijze toelaat dat, wanneer in de toekomst de software-hardware capaciteit uitbreidt waardoor Y verhoogt, het principe toepasbaar blijft.

Muziek heeft dimensies, van oudsher is een typisch gebruikelijke techniek het afspelen van mono. De term wordt gebruikt om aan te duiden dat alle geluiden via één enkel kanaal worden geleid en gereproduceerd. Monogeluid is muziek’s eerste dimensie. In tegenstelling tot mono hoort de mens van nature in stereo. De mens heeft twee oren waardoor de mens in staat is twee verschillende signalen op te vangen, zijnde links en rechts. Stereo is de tweede dimensie 2D van muziek. Het voorzien van een signaalstroom met meer dan 2 signaalstroomlagen, maakt het mogelijk om het publiek van meerdere richtingen te benaderen. Echter met stereo apparatuur is een signaalstroom met meer dan 2 signaalstroomlagen niet manipuleerbaar. Door de signaalstroom te voorzien van meer dan 2 signaalstroomlagen, biedt de werkwijze de mogelijkheid tot het afspelen van “surround-sound” bestanden. Hierdoor wordt de 2D belevenis naar een multidimensionele hoogte getrokken. Het zal duidelijk zijn dat dit niet beperkt is tot 5.1 of 7.1 formats maar in principe verder kan worden uitgebreid. In het hypothetische geval dat de software en

BE2018/5454 hardware in de toekomst bijvoorbeeld het 5.1 format gaat ondersteunen, dan kan de uitvinding nog steeds toegepast worden om alsnog muziek met hogere dimensie te spelen en manipuleren.

Het uitsplitsen volgens een vooraf bepaalde verhouding van de X signaalstroomlagen uit elke signaalstroom naar een respectievelijke, aan de signaalstroom gerelateerde, serie subsignaalstromen met Y subsignaalstroomlagen maakt het mogelijk om de audio met X signaalstroomlagen in soft -en hardware te verwerken. De subsignaalstromen hebben elk een Y aantal aan subsignaalstroomlagen. Daarbij zal duidelijk zijn dat Y gekozen is in functie van de hardware en/of software beperkingen. Deze subsignaalstroomlagen kunnen dan worden gemanipuleerd op basis van input via een controller.

Via de controller kan een gewenste verhouding tussen de eerste signaalstroom en de verdere signaalstroom uitgelezen worden. Dit laat toe aan een DJ om invloed uit te oefenen op het manipuleren van twee of meerdere signaalstromen.

De overeenstemmende subsignaalstromen worden volgens de gewenste verhouding samengevoegd om een gemodificeerde serie subsignaalstromen te bekomen. Dit is mogelijk omdat de verwerkingseenheid met Y subsignaalstroomlagen aan het werken is die door de hard -en software verwerkbaar zijn. Op deze manier kan invloed worden uitgeoefend op de serie subsignaalstromen. Door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding kan een live manipulatie uitgeoefend worden in combinatie met een multi-dimensioneel aspect om zo een extra entertainment waarde te kunnen bieden aan het publiek tijdens de live uitvoering.

Bij voorkeur zijn de signaalstromen audiostromen en zijn de signaalstroomlagen audiokanalen die voorzien zijn om naar verschillende luidsprekers te sturen in een ruimte om surround audio te bekomen. De uitvinding is er in het bijzonder op gericht om zogenaamde truesurround af te spelen. Dit is voordelig omdat het de perceptie verbetert van geluidsruimtelijkmaking door gebruik te maken van geluidslokalisatie: het vermogen van een luisteraar om de locatie of oorsprong van een gedetecteerd geluid in richting en/of afstand te identificeren. De werkwijze laat dus toe om vanuit verschillende luidsprekers verschillende audiobestanden af te spelen.

Bij voorkeur zijn de signaalstromen gemasterde audiostromen. Algemeen is aanvaard dat muziek geproduceerd wordt door eerst klanken van instrumenten of menselijke stem te capteren tijdens een opname. Hierna zal de opname worden ge-edit en/of gemixed waardoor de opname verwerkt, bewerkt en/of samengesteld wordt tot een audiomix. In een laatste fase, mastering genoemd, zal de verhouding tussen alle frequenties beluisterd en/of zichtbaar gemaakt worden, en kunnen met behulp van diverse hulpmiddelen klankcorrecties worden gedaan. Mastering is gedefinieerd als het afwerken van een audio mix naar een uniforme totaalklank. Door gebruik te maken van gemasterde audiostromen verschaft de werkwijze een verbeterde sound van de

BE2018/5454 audiostroom. Door het masteren is elke audiostroom reeds geünificeerd op het gebied van toon, balans en dynamiek. De audio is gemasterd voor een betere belevenis over te brengen naar het publiek.

Bij voorkeur worden, voor de stap van het samenvoegen, de subsignaalstromen in een verwerkingseenheid gesynchroniseerd. Als alternatief voor manueel synchroniseren heeft het in een verwerkingseenheid synchroniseren van de subsignaalstromen als voordeel dat de meerdere subsignaalstromen automatisch en zonder actieve tussenkomst op een vooraf bepaald tempo worden gebracht. Dit komt de overgang en frasering van de uitvoering ten goede zonder dat er bruuske of afgebroken momenten zijn.

Bij voorkeur loopt een synchronisatiestroom in de verwerkingseenheid en wordt de stap van het synchroniseren uitgevoerd door elke subsignaalstroom met de synchronisatiestroom te synchroniseren. Het gebruik van een synchronisatiestroom zorgt voor een technische eenvoudig uitvoerbare bewerking in de verwerkingseenheid door verschillende subsignaalstromen eenvoudig te quantiseren en verplaatsen of met elkaar te verbinden.

Bij voorkeur heeft de controller volumeregelaren die operationeel gekoppeld zijn met respectievelijke subsignaalstromen uit de serie, en waarbij de stap van het uitvoeren verder bevat uitvoeren aan een volume dat gerelateerd is aan een stand van de overeenstemmende volumeregelaar. Dit maakt een onafhankelijke volumeregeling op de respectievelijke subsignaalstromen mogelijk.

Bij voorkeur wordt een volumepatroon gedefinieerd dat zich uitstrekt over een vooraf bepaalde tijdsperiode en dat repetitief herhaald wordt, waarbij het volumepatroon voor elke signaalstroomlaag uit de gemodificeerde serie met een verschillend startpunt wordt voorzien, waarbij de controller verder een patroonregelaar heeft die operationeel gekoppeld is met de subsignaalstromen, en waarbij de stap van het uitvoeren verder bevat uitvoeren aan een volume dat verder gerelateerd is aan een product van een stand van de patroonregelaar en het overeenstemmende volumepatroon. Doordat een volumepatroon voor elke subsignaalstroomlaag wordt voorzien, zal, bij het uitvoeren van de gemodificeerde serie, het volume van de respectievelijke luidspreker het overeenstemmende volumepatroon volgen. Wanneer elke subsignaalstroom voorzien wordt van een volumepatroon dat op een verschillend punt start, zal elke respectievelijke luidspreker op zijn beurt dat volumepatroon volgen en zullen de luidsprekers opeenvolgend luider en zachter geluid gaan uitsturen. De combinatie met verschillende luidsprekers maakt dat in de perceptie van een luisteraar het geluid zich verplaatst door de ruimte van luidspreker naar luidspreker.

De uitvinding voorziet verder een apparaat bevattende een verwerkingseenheid ingericht voor het live manipuleren van signaalstromen en bevattende een controller ingericht voor het

BE2018/5454 uitlezen van een gewenste verhouding tussen een eerste signaalstroom en ten minste één verdere signaalstroom, de controller is operationeel verbonden met de verwerkingseenheid.

De verwerkingseenheid heeft een eerste invoer, ingericht voor het invoeren van de eerste signaalstroom en ten minste één verdere invoer heeft voor het invoeren van de ten minste één verdere signaalstroom, waarbij elke signaalstroom X signaalstroomlagen heeft, waarbij X groter is dan 2. De verwerkingseenheid heeft verder een uitsplitser, ingericht voor het uitsplitsen volgens een vooraf bepaalde verhouding van de signaalstroomlagen uit elke signaalstroom naar een respectievelijke, aan de signaalstroom gerelateerde, serie subsignaalstromen, waarbij elke subsignaalstroom Y subsignaalstroomlagen heeft, waarbij Y kleiner is dan X. De verwerkingseenheid heeft verder een mixer, ingericht voor het samenvoegen van overeenstemmende subsignaalstromen volgens de gewenste verhouding om een gemodificeerde serie subsignaalstromen te bekomen. De verwerkingseenheid heeft verder een uitvoer, ingericht voor het uitvoeren van de gemodificeerde serie.

De voordelen en kenmerken met betrekking tot de werkwijze voor het live manipuleren van signaalstromen via een controller zijn ook van toepassing op het apparaat volgens de uitvinding.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening laat:

figuur 1 een algemene flow van de werkwijze zien; en figuur 2 en 3 alternatieve uitvoeringsvormen van een flow van de werkwijze zien. In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.

In het kader van de beschrijving is masteren gedefinieerd als het afwerken van een audio mix naar een uniforme totaalklank.

Verder is in het kader van de beschrijving dimensie gedefinieerd in overeenstemming met het aantal lagen van een signaalstroom. Elke signaalstroom heeft een bepaald aan lagen. Voor audio is bekend om verschillende lagen naar verschillende plaatsen te sturen in een ruimte. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat monogeluid één dimensie heeft ook wel geschreven als 1D, dat stereo, welke twee lagen heeft, twee dimensies 2D heeft, en dat 5.1 surround-audio, 6 dimensies 6D heeft.

Verder is in het kader van de beschrijving een controller gedefinieerd als een apparaat dat op basis van een fysieke input een signaal uitstuurt. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat een controller één van een computer muis, touchpad, toetsenbord, Musical Instrument Digital Interface

BE2018/5454

MIDI apparaat, etc. kan zijn. Hierbij zal duidelijk zijn voor de vakman dat de controller niet beperkt tot de hierboven beschreven voorbeelden.

Figuur 1 toont een algemene flow van de werkwijze voor het live manipuleren van een signaalstromen 1a, 1b, ... via een controller 15. De signaalstromen 1a, 1b, ... worden typisch ingevoerd in een verwerkingseenheid 9. De signaalstromen 1a, 1b, ... in figuur 1 zijn surround audio stromen, meer bepaald een 5.1 surround-vorm. De signaalstromen 1a, 1b, ... hebben elk 6 signaalstroomlagen 2a, 2b, .... Bij 5.1 surround-audio worden deze kanalen typisch gebruikt voor links, rechts, center, links-achter, rechts-achter en LFE signalen. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat de werkwijze ook voorziet in het live manipuleren van meer dan twee signaalstromen 1a, 1b, 1c, 1d, etc.

Figuur 1 toont verder dat de signaalstromen 1a, 1b, . worden uitgesplitst naar subsignaalstromen 3a₁, 3a₂,3a₃ en 3b₁, 3b₂,3b₃, volgens een vooraf bepaalde verhouding. In het kader van uitsplitsen van signaalstromen naar subsignaalstromen kan ook gesproken worden uitsplitsen volgens een vooraf bepaalde verdeling. De subsignaalstromen hebben elk twee subsignaalstroomlagen. In deze uitvoeringsvorm wordt de signaalstroom 1a, 1b opgesplitst volgens het 5.1 format in drie subsignaalstromen 3a₁, 3a₂,3a₃ en 3b₁, 3b₂,3b₃ - links, rechts - LFE, center - Links achter, rechts achter. Dan stelt subsignaalstroom: links-rechts 3a₁ voor; LFE-center 3a₂ voor en Links achter-rechts achter 3a₃ voor. Elke subsignaalstroom 3a₁, 3a₂,3a₃ en 3b₁, 3b₂,3b3 heeft twee subsignaalstroomlagen 4a₁, 4a₂,4a₃, 4a₄, 4a₅ en 4a··, en kan verder verwerkt worden als een stereosignaal. De subsignaalstroom 3a₁ heeft dan subsignaalstroomlagen 4a₁, 4a₂ als gerelateerde lagen. In deze uitvoeringsvorm zou dit overeen komen met het linkse en respectievelijk rechtse geluidsignaal. De subsignaalstroom 3a₂ heeft subsignaalstroomlagen 4a₃, 4a₄ als gerelateerde lagen en subsignaalstroom 3a₃ heeft dan subsignaalstroomlagen 4a₅, 4a··, als gerelateerde lagen. In de uitvoeringsvorm is gekozen om op te splitsen naar een serie subsignaalstromen met twee subsignaalstroomlagen omdat deze uitvoeringsvorm er vanuit gaat dat hardware en/of software in staat is om stereo audio bestanden te verwerken, met andere woorden twee lagen te verwerken.

Figuur 1 toont verder dat, na het uitsplitsen van de signaalstromen 1a, 1b, ... naar subsignaalstromen 3a₁, 3a₂,3a₃ en 3b₁, 3b₂,3b₃, de subsignaalstromen 3a₁, 3a₂,3a₃ (overeenkomende met signaalstroom 1a) simultaan getriggerd worden 18 alsook de subsignaalstromen 3b₁, 3b₂,3b₃ (overeenkomende met signaalstroom 1b) simultaan getriggerd worden 19. Elke serie subsignaalstromen zal als bundel verder verwerkt worden zodanig dat tijdens verwerking de serie subsignaalstromen in tijd met elkaar gekoppeld blijven.

Figuur 1 toont verder dat de verschillende subsignaalstromen 3a₁, 3a₂,3a₃ en 3b₁, 3b₂ 3b₃ volgens een gewenste verhouding 11 worden samengevoegd 12 door de controller 15 tot een

BE2018/5454 gemodificeerde serie subsignaalstromen 5_b 5₂, 5₃. 3a₁ wordt met 3b₁ samengevoegd tot subsignaalstroom 5_b 3a₂ met 3b₂ tot 5₂ etc. 3a₃ wordt met 3b₃ samengevoegd tot subsignaalstroom 5₃. De gemodificeerde subsignaalstromen 5_b 5₂, 5₃ hebben gerelateerde subsignaalstroomlagen 6_b 62 63, 64, 65 en 66.

De gemodificeerde serie subsignaalstromen 5_b 5₂, 5₃ worden uitgevoerd door de verwerkingseenheid 9. Na uitvoeren kunnen de gemodificeerde subsignaalstromen afgespeeld worden door luidsprekers.

In de geïllustreerde uitvoeringsvorm van figuur 1 worden de gemodificeerde serie subsignaalstromen 5_b 5₂, 5₃ uitgevoerd. Het is duidelijk voor de vakman dat de gemodificeerde serie subsignaalstromen 5_b 5₂, 5₃ ook in de verwerkingseenheid 9 kan worden samengevoegd tot een surround-audio bestand 7. Het surround-audiobestand 7 omvat dan de gemodificeerde subsignaalstroomlagen 8_b 82 8₃, 84, 8₅ en 86.

Figuur 2 illustreert een alternatieve uitvoeringsvorm waar de signaalstromen 1a, 1b, ... acht signaalstroomlagen 2a, 2b, ... hebben die worden ingevoerd in de verwerkingseenheid 9. De signaalstromen in figuur 2 worden opgesplitst in twee subsignaalstromen 3a1, 3a2. De alternatieve uitvoeringsvorm illustreert dat het uitsplitsen volgens een bepaalde verhouding/verdeling van de signaalstroomlagen gebeurt. De subsignaalstroom 3a1 uit figuur 1 heeft 5 subsignaalstroomlagen 4a1-4a5. De subsignaalstroom 3a2 heeft drie subsignaalstroomlagen 4a6-4a8. In deze uitvoeringsvorm is gekozen om op te splitsen naar een serie subsignaalstromen met vijf subsignaalstroomlagen en drie subsignaalstroomlagen, respectievelijk, om aan te tonen dat de uitvinding in alternatieve context ook toepasbaar is. In deze alternatieve context wordt er hypothetisch vanuit gegaan dat hardware en/of software in staat is om subsignaalstromen met vijf stroomlagen te verwerken. Het is duidelijk dat deze alternatieve context een theoretische en zuiver hypothetische context van een uitgebreidere hard- en/of software is. Deze alternatieve uitvoeringsvorm dient slechts ter illustratie van de mogelijkheden bij toekomstige ontwikkelingen van hardware en/of software.

Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat in deze alternatieve uitvoeringsvorm de serie subsignaalstromen met de drie signaalstroomlagen twee lege signaalstromen kan omvatten zodat een totaal van vijf stroomlagen wordt bekomen. De eerste en tweede subsignaalstromen hebben dan elk vijf subsignaalstroomlagen en kunnen dan alsnog uniform verwerkt worden door de verwerkingseenheid.

Figuur 2 toont verder een synchronisatiestroom 10 die in de verwerkingseenheid 9 loopt. Het synchroniseren van de subsignaalstromen met een synchronisatiestroom 10 heeft twee aspecten. Een eerste aspect is het op een zelfde tellen-per-minuut, ook wel beats-per-minute BPM genoemd, brengen van de stromen. De synchronisatiestroom loopt op een door de gebruiker

BE2018/5454 bepaald tempo, dat het aantal tellen per minuut BPM vastlegt. In deze uitvoeringsvorm wordt er vanuit gegaan dat dit 120 BPM is. Elke signaalstroom kan uitgerokken of samengedrukt worden om eenzelfde tellen per minuut BPM te hebben. Dit principe is bekend bij de vakman en wordt daarom niet verder toegelicht. De verwerkingseenheid zal, nadat het tempo van de synchronisatiestroom bekend is, de subsignaalstromen 3a1, 3a2, 3b1 en 3b2 automatisch op het voorafbepaalde tempo brengen.

Een tweede aspect heeft betrekking op het aligneren van de tellen. Dit aspect is relevant nadat de subsignaalstromen op een zelfde aan de synchronisatietroom gekenmerkte tempo zijn gebracht. Meer bepaald zullen de subsignaalstromen automatisch worden gealigneerd met de kenmerkende tel van de synchronisatiestroom. De subsignaalstromen 3a1 en 3a2 zullen na het aligneren automatisch de synchronisatiestroom 10 op een tijdstip t1 gaan volgen. Op een tijdstip t2 zullen dan de subsignaalstromen 3b1 en 3b2 worden gesynchroniseerd met de synchronisatiestroom 10, voor de stap van het samenvoegen 12.

Door het synchroniseren worden de subsignaalstromen 3a1, 3a2, 3b1 en 3b2 op een vooraf bepaald tempo gebracht. Met andere woorden, de subsignaalstromen worden op dezelfde snelheid, ook wel Beats per Minute BPM genoemd, gebracht. Door het synchroniseren, meer bepaald het aligneren, lopen de subsignaalstromen 3a1, 3a2, 3b1 en 3b2 op tijdstip t2 gesynchroniseerd samen waardoor de DJ eenvoudig de overgang kan regelen aan de hand van de controller. Eenmaal de subsignaalstroom 3a1, 3a2 gesynchroniseerd is met de synchronisatiestroom 10 kan elke subsignaalstroom getriggerd 18 worden tot het afspelen van het audiosignaal met behulp van de controller 15. Na het synchroniseren van subsignaalstromen 3b1 en 3b2 kan ook elke van deze subsignaalstromen simultaan getriggerd worden 19 met behulp van de controller 15.

Figuur 2 toont verder dat de verschillende gesynchroniseerde subsignaalstromen 3a₁, 3a₂ en 3b₁, 3b_{2 3} volgens een gewenste verhouding 11 worden samengevoegd 12 door de verwerkingseenheid 9, op basis van input van de controller 15, tot een gemodificeerde serie subsignaalstromen 5₁, 5₂. Daarbij heeft de gewenste verhouding 11 betrekking op een gewenst volumeverhouding tussen de signaalstromen. 3a₁ wordt met 3b₁ samengevoegd tot subsignaalstroom 5₁, 3a₂ met 3b₂ tot 5₂. De gemodificeerde subsignaalstromen 5₁, 5₂ hebben gerelateerde subsignaalstroomlagen 6₁, 62 6₃, 64. Elke gemodificeerde subsignaalstroom bevat de subsignaalstromen in de gewenste volumeverhouding.

Figuur 2 toont verder dat de subsignaalstromen rechtstreeks kunnen worden uitgevoerd uit de verwerkingseenheid 9.

Figuur 3 toont een verdere alternatieve uitvoeringsvorm waar de signaalstromen 1a, 1b, ... worden ingevoerd in een verwerkingseenheid 9. De signaalstromen 1a, 1b, ... in figuur 3 zijn 7.1 audio stromen. De signaalstromen 1a, 1b, ... hebben elk 8 signaalstroomlagen 2a, 2b, ... Bij 7.1

BE2018/5454 surround-audio worden deze kanalen typisch gebruikt voor links, rechts, center, links-achter, rechts-achter, LFE en in de hoogte verstelde luidspreker signalen. Elke subsignaalstroom 3a₁, 3a₂ , 3a₃,3a4 en 3b₁, 3b₂,3b₃, 3b₄ heeft twee subsignaalstroomlagen 4a₁, 4a₂,4a₃, 4a₄, 4a₅, 4a6, 4a7, 4a8. De subsignaalstroom 3a₁ heeft dan subsignaalstroomlagen 4a₁, 4a₂ als gerelateerde lagen. In deze uitvoeringsvorm zou dit overeen komen met het linkse en rechtse geluidsignaal, respectievelijk.

Figuur 3 toont verder dat een controller 15 een gewenste verhouding 13a, 13b uitleest 11. Hierbij is de verhouding 13a de volumeverhouding tussen de eerste signaalstroom 1a en de verdere signaalstroom 1b en de verhouding 13b is de reciproke van 13a. Nadat de gewenste verhouding 13a, 13b is uitgelezen 11 kunnen de subsignaalstromen volgens de verhouding 13a, 13b worden samengevoegd 12.

Verder toont figuur 3 in een alternatieve uitvoeringsvorm dat de controller 15 volumeregelaren 16 heeft die operationeel gekoppeld zijn met de respectievelijke subsignaalstromen 5₁, 5₂, 5₃, 54. Een DJ (discjockey) of artiest kan aan de hand van de van de volumeregelaren 16 elke afzonderlijke output naar de respectievelijke luidsprekers regelen. Een volumeregelaar kan bijvoorbeeld een draaiknop, schuif of drukgevoelige schakelaar zijn. De DJ kan door middel van de volumeregelaar op subsignaalstroom 51 de luidsprekers links en rechts voor in volume regelen of alternatief volledig uitschakelen. Het zal duidelijk zijn dat dit voor elke subsignaalstroom gelijktijdig kan gebeuren of afzonderlijk. Het zal ook duidelijk zijn voor de vakman dat een DJ meer dan alleen het volume kan regelen. Een DJ kan ook aan klankkleurregeling doen op elke subsignaalstroom door invloed uit te oefenen op de frequentiebanden. De frequentiebanden zijn typisch opgesplitst in hoog (Treble of High), midden en laag (Bass of Low).

Figuur 3 toont verder in een alternatieve uitvoeringsvorm dat de controller een patroon 17 kan definiëren op elke gemodificeerde subsignaalstroomlaag. In het bijzonder toont figuur 2 een uitvoeringsvorm waarbij een volumepatroon 17a1, 17a2, ... wordt gedefinieerd dat zich repetitief herhaald. In de alternatieve uitvoeringsvorm is een sinusoïdaal volumepatroon geïllustreerd. Het volumepatroon 17a1 is met een verschillend startpunt voorzien dan volumepatroon 17a2, 17a3, etc. Het zal duidelijk zijn dat eender welk patroon toepasbaar is op de gemodificeerde subsignaalstroomlagen. Een patroon kan bijvoorbeeld ook een klankkleurpatroon zijn. Een patroon kan alternatief ook niet repetitief herhaald worden.

De signaalstromen kunnen bijvoorbeeld van een Dolby-surround, Dolby Surround-Ex, Dolby Atmos, DTS, DTS-ES, Auro 3D, SDDS -formaat zijn. Het is ook mogelijk eender welke andere vorm van surround-audio te manipuleren.

In de geïllustreerde uitvoeringsvorm van figuur 1 is een 6 kanalen surround sound audio bestand voorgesteld. Het zal duidelijk zijn voor de vakman, zoals geïllustreerd in figuur 3, dat ook

BE2018/5454

7.1, 10.2, 11.1, 22.2 surround sound audio bestanden kunnen worden gemanipuleerd, of varianten hierop.

Het is duidelijk voor de vakman dat de subsignaalstromen in eender welk audio coderings formaat kunnen zijn. De subsignaalstromen kunnen bijvoorbeeld worden omgezet in MP3, WAV,

AAC maar zijn niet hiertoe beperkt.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.

Claims (9)

1. Conclusies

   1. Werkwijze voor het live manipuleren van signaalstromen via een controller, waarbij de werkwijze bevat:

   - invoeren van een eerste signaalstroom en een verdere signaalstroom die elk X signaalstroomlagen hebben, waarbij X groter is dan 2, en waarbij de signaalstromen gemasterde audiostromen zijn;

   - uitsplitsen volgens een vooraf bepaalde verhouding van de signaalstroomlagen uit elke signaalstroom naar een respectievelijke, aan de signaalstroom gerelateerde, serie subsignaalstromen, waarbij elke subsignaalstroom Y subsignaalstroomlagen heeft, waarbij Y kleiner is dan X;

   - via de controller uitlezen van een gewenste verhouding tussen de eerste signaalstroom en de verdere signaalstroom;

   - samenvoegen van overeenstemmende subsignaalstromen volgens de gewenste verhouding om een gemodificeerde serie subsignaalstromen te bekomen;

   - uitvoeren van de gemodificeerde serie.
2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de signaalstromen audiostromen zijn en waarbij de signaalstroomlagen audiokanalen zijn die voorzien zijn om naar verschillende luidsprekers te sturen in een ruimte om surround audio te bekomen.
3. 3. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, verder bevattende, voor de stap van het samenvoegen, het in een verwerkingseenheid synchroniseren van de subsignaalstromen.
4. 4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij in de verwerkingseenheid een synchronisatiestroom loopt, en waarbij de stap van het synchroniseren uitgevoerd is door elke subsignaalstroom met de synchronisatiestroom te synchroniseren.
5. 5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de controller volumeregelaren heeft die operationeel gekoppeld zijn met respectievelijke subsignaalstromen uit de serie, en waarbij de stap van het uitvoeren verder bevat uitvoeren aan een volume dat gerelateerd is aan een stand van de overeenstemmende volumeregelaar.
6. 6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een volumepatroon gedefinieerd wordt dat zich uitstrekt over een vooraf bepaalde tijdsperiode en dat repetitief herhaald wordt, waarbij het volumepatroon voor elke subsignaalstroomlaag uit de gemodificeerde serie met een verschillend startpunt wordt voorzien, waarbij de controller verder een patroonregelaar heeft die operationeel gekoppeld is met de subsignaalstromen, en waarbij de stap

   BE2018/5454 van het uitvoeren verder bevat uitvoeren aan een volume dat verder gerelateerd is aan een product van een stand van de patroonregelaar en het overeenstemmende volumepatroon.
7. 7. Apparaat bevattende een verwerkingseenheid ingericht voor het live manipuleren van signaalstromen en bevattende een controller ingericht voor het uitlezen van een

   5 gewenste verhouding tussen een eerste signaalstroom en ten minste één verdere signaalstroom, de controller is operationeel verbonden met de verwerkingseenheid; waarbij de verwerkingseenheid een eerste invoer heeft, ingericht voor het invoeren van de eerste signaalstroom en ten minste één verdere invoer heeft voor het invoeren van de ten minste één verdere signaalstroom, waarbij elke signaalstroom X signaalstroomlagen heeft, waarbij X groter is dan 2, en waarbij de signaalstromen
8. 10 gemasterde audiostromen zijn; waarbij de verwerkingseenheid verder een uitsplitser heeft, ingericht voor het uitsplitsen volgens een vooraf bepaalde verhouding van de signaalstroomlagen uit elke signaalstroom naar een respectievelijke, aan de signaalstroom gerelateerde, serie subsignaalstromen, waarbij elke subsignaalstroom Y subsignaalstroomlagen heeft, waarbij Y kleiner is dan X; waarbij de verwerkingseenheid verder een mixer heeft, ingericht voor het samenvoegen van
9. 15 overeenstemmende subsignaalstromen volgens de gewenste verhouding om een gemodificeerde serie subsignaalstromen te bekomen; waarbij de verwerkingseenheid verder een uitvoer heeft, ingericht voor het uitvoeren van de gemodificeerde serie.