BE1025863B1

BE1025863B1 - Flame shielding device for a burner

Info

Publication number: BE1025863B1
Application number: BE2017/6033A
Authority: BE
Inventors: Marcel Gerardus Edmond Goemans; Cosmin KATONA; Cristian Ion RADA; Chris MOLS
Original assignee: Europem Technologies Nv
Priority date: 2017-12-29
Filing date: 2017-12-29
Publication date: 2019-07-31
Also published as: BE1025863A1

Abstract

Vlamafscherminrichting (100) voor plaatsing rond een branderas (30) van een brandertip (10) van een gasbrander, fakkelgasbrander of afvalgasbrander (20), waarbij de vlamafscherminrichting (100) een taps deel (120) omvat, geconfigureerd om de branderas (30) te omgeven ten minste ter hoogte van de brandertip (10), waarbij het tapse deel (120) een nauw open uiteinde (121) en een wijd open uiteinde (122) heeft, waarbij het tapse deel (120) zich uitstrekt in een richting weg van de brandertip (10) vanaf het nauwe open uiteinde (121) naar het wijde open uiteinde (122); waarbij de branderas (30) en het tapse deel (120) een afbuigingshoek α bepalen bij het nauwe open uiteinde (121) van het tapse deel (120).Flame shielding device (100) for placement around a burner axis (30) of a burner tip (10) of a gas burner, torch gas burner or waste gas burner (20), the flame shielding device (100) comprising a tapered part (120) configured around the burner axis (30) to be surrounded at least at the level of the burner tip (10), the tapered part (120) having a narrow open end (121) and a wide open end (122), the tapered part (120) extending in a direction away from the burner tip (10) from the narrow open end (121) to the wide open end (122); wherein the burner shaft (30) and the tapered portion (120) define a deflection angle α at the narrow open end (121) of the tapered portion (120).

Description

Vlamafscherminrichting voor een branderFlame shielding device for a burner

VAKGEBIED VAN DE UITVINDINGFIELD OF THE INVENTION

Het vakgebied van de uitvinding heeft betrekking op een vlamafscherminrichting voor een brander en een samenstel van de vlamafscherminrichting met een brander.The field of the invention relates to a flame shielding device for a burner and an assembly of the flame shielding device with a burner.

ACHTERGRONDBACKGROUND

Brandersystemen uit de stand der techniek zoals gasbranders, fakkelgasbranders of afvalgasbranders maken gebruik van onder andere de toevoer van zuurstof om één of meerdere vlammen te produceren bij één of meerdere overeenkomstige branderpistolen of brandertippen. Echter, de vlam(men) die wordt/worden uitgestoten bij de brandertip zijn niet altijd voldoende stabiel en kan/kunnen onvrijwillig uitdoven omwille van verschillende omstandigheden. Onvrijwillig uitdoven van de brandervlam kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt doordat het verbrande gas laag-calorisch is en/of door hoge luchtsnelheden in nabijheid van de brandervlam, die ervoor zorgen dat de vlam wordt uitgeblazen of weggeblazen.Prior art burner systems such as gas burners, torch gas burners or waste gas burners make use of, inter alia, the supply of oxygen to produce one or more flames at one or more corresponding burner guns or burner tips. However, the flame (s) emitted at the burner tip are not always sufficiently stable and may / may involuntarily go out due to different circumstances. Involuntary extinction of the burner flame can for example be caused by the burnt gas being low calorific and / or by high air velocities in the vicinity of the burner flame, which cause the flame to be blown out or blown away.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Het doel van uitvoeringsvormen van de uitvinding is om de stabiliteit van de vlam bij de brandertip van een brander te verbeteren. Door het verschaffen van een meer stabiele vlam in vergelijking met oplossingen uit de stand der techniek, kan de branderefficiëntie worden verbeterd.The purpose of embodiments of the invention is to improve the stability of the flame at the burner tip of a burner. By providing a more stable flame in comparison with prior art solutions, the burner efficiency can be improved.

Volgens een eerste aspect wordt een vlamafscherminrichting verschaft voor plaatsing rond een branderas van een brandertip van een gasbrander, fakkelgasbrander of afvalgasbrander, waarbij de vlamafscherminrichting een taps deel omvat, dat geconfigureerd is om de branderas te omgeven ten minste ter hoogte van de brandertip. Het tapse deel heeft een nauw open uiteinde en een wijd open uiteinde, waarbij het tapse deel zich uitstrekt in een richting weg van de brander vanaf het nauwe open uiteinde tot het wijde open uiteinde. De branderas en het tapse deel definiëren een afbuigingshoek α bij het nauwe open uiteinde van het tapse deel.According to a first aspect, a flame shielding device is provided for placement around a burner axis of a burner tip of a gas burner, torch gas burner or waste gas burner, the flame shielding device comprising a tapered portion configured to surround the burner axis at least at the burner tip. The tapered part has a narrow open end and a wide open end, the tapered part extending in a direction away from the burner from the narrow open end to the wide open end. The burner axis and the tapered part define a deflection angle α at the narrow open end of the tapered part.

Uitvoeringsvormen van de vlamafscherminrichting volgens de uitvinding zijn gebaseerd op onder andere het inventieve inzicht dat door het verschaffen van een taps deel dat ten minste de brandertip omgeeft, een vlam die wordt uitgestoten van de brandertip kan worden afgeschermd van lucht of wind met hoge snelheden. Op deze manier wordt een meer stabiele vlam verschaft in vergelijking met de stand der techniek. Verder, aangezien het tapse deel zich uitstrekt weg van de brandertip, vanaf het nauwe open uiteinde tot het wijde open uiteinde, en aangezien de branderas en het tapse deel een afbuigingshoek α definiëren bij het nauwe open uiteinde van het tapse deel, isEmbodiments of the flame-shielding device according to the invention are based, inter alia, on the inventive insight that by providing a tapered portion surrounding at least the burner tip, a flame ejected from the burner tip can be shielded from high-speed air or wind. In this way a more stable flame is provided in comparison with the prior art. Further, since the tapered portion extends away from the burner tip, from the narrow open end to the wide open end, and since the burner axis and the tapered portion define a deflection angle α at the narrow open end of the tapered portion,

BE2017/6033 de vorm van het tapse deel aangepast om, enerzijds, omgevingslucht langs het tapse deel te leiden, en, anderzijds, om omgevingslucht aan te zuigen naar de vlam toe via het wijde open uiteinde van het tapse deel. Op deze manier wordt de vlam verder voorzien van zuurstof zodanig dat de stabiliteit van de vlam kan worden verbeterd. Dit leidt tot een betere verbranding.BE2017 / 6033 the shape of the tapered part adapted to, on the one hand, direct ambient air along the tapered part, and, on the other hand, to suck in ambient air towards the flame via the wide open end of the tapered part. In this way, the flame is further supplied with oxygen such that the stability of the flame can be improved. This leads to better combustion.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat de vlamafscherminrichting verder een evenwijdig deel dat geconfigureerd is om de branderas te omgeven en om in hoofdzaak evenwijdig met de branderas van de brandertip geplaatst te worden, waarbij een eerste uiteinde van het evenwijdige deel is verbonden met het nauwe open uiteinde van het tapse deel.According to an exemplary embodiment, the flame shielding device further comprises a parallel portion configured to surround the burner axis and to be positioned substantially parallel to the burner axis of the burner tip, a first end of the parallel portion being connected to the narrow open end of the burner tip. tapered part.

Op deze manier worden omgevingsluchtstromen verdeeld en omhoog geduwd zodanig dat zuurstof wordt verschaft aan de vlam bij de brandertip via het wijde open uiteinde van het tapse deel.In this way, ambient air streams are distributed and pushed up so that oxygen is supplied to the flame at the burner tip via the wide open end of the tapered portion.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat het evenwijdige deel een open cilinder.According to an exemplary embodiment, the parallel part comprises an open cylinder.

Op deze manier kan de open cilinder worden geplaatst om de branderas te omgeven. Door de geronde vorm van de open cilinder kunnen luchtstromen op efficiënte wijze langs het oppervlak van de open cilinder naar het tapse deel worden geleid. Bij voorkeur wordt het evenwijdige deel coaxiaal rond de branderas geplaatst.In this way the open cylinder can be placed to surround the burner axis. Due to the rounded shape of the open cylinder, air flows can be efficiently passed along the surface of the open cylinder to the tapered part. The parallel part is preferably placed coaxially around the burner axis.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat het tapse deel een open frustum.According to an exemplary embodiment, the tapered portion comprises an open body.

Bij voorkeur is het open frustum een conisch frustum.The open frustum is preferably a conical frustum.

Op deze manier kunnen luchtstromen door de geronde vorm van het open conische frustum op efficiënte wijze langs het oppervlak van het open conische frustum naar de brandertip worden geleid.In this way, air flows through the rounded shape of the open conical frustum can be efficiently passed along the surface of the open conical frustum to the burner tip.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat een oppervlak van het tapse deel meerdere perforaties.According to an exemplary embodiment, a surface of the tapered part comprises a plurality of perforations.

Op deze manier kan zuurstof uit omgevingslucht worden verschaft aan de vlamtip op een gecontroleerde wijze om de stabiliteit van de vlam te verbeteren en om verbranding te verbeteren. De perforaties kunnen verschillende vormen hebben zoals cirkelvormig, ovaal, vierkant, rechthoekig of eender welke andere geometrische vorm. De perforaties zijn verschaft in het lichaam van het tapse deel, dat zich uitstrekt vanaf het nauwe open uiteinde naar het wijde open uiteinde van het tapse deel.In this way, oxygen from ambient air can be supplied to the flame tip in a controlled manner to improve the stability of the flame and to improve combustion. The perforations can have different shapes such as circular, oval, square, rectangular or any other geometric shape. The perforations are provided in the body of the tapered part, which extends from the narrow open end to the wide open end of the tapered part.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm maken de meerdere perforaties ten minste 10%, bij voorkeur ten minste 20%, meer bij voorkeur ten minste 30% en meest bij voorkeur ten minste 40% uit van het oppervlak van het tapse deel.According to an exemplary embodiment, the plurality of perforations make up at least 10%, preferably at least 20%, more preferably at least 30% and most preferably at least 40% of the surface of the tapered portion.

BE2017/6033BE2017 / 6033

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm is de afbuigingshoek α tussen 5° en 65°, bij voorkeur tussen 5° en 55°, meer bij voorkeur tussen 5° en 45°, en het meest bij voorkeur tussen 10° en 35°. Op deze manier worden luchtstromen die langs de vlamafscherminrichting worden geleid, afgebogen op een ideale wijze om omgevingslucht aan te zuigen naar de vlam bij de brandertip.According to an exemplary embodiment, the deflection angle α is between 5 ° and 65 °, preferably between 5 ° and 55 °, more preferably between 5 ° and 45 °, and most preferably between 10 ° and 35 °. In this way, air streams that are passed along the flame shielding device are deflected in an ideal manner to suck in ambient air to the flame at the burner tip.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm is een verhouding van een doorsnedeafstand van het nauwe open uiteinde van het tapse deel tot een doorsnedeafstand van het wijde open uiteinde van het tapse deel tussen 0.5 en 1.0, bij voorkeur tussen 0.5 en 0.9, meer bij voorkeur tussen 0.6 en 0.8, en meest bij voorkeur tussen 0.6 en 0.7. Hoewel de doorsnedeafstand van het nauwe open uiteinde van het tapse deel bij voorkeur kleiner is in vergelijking met de doorsnedeafstand van het wijde open uiteinde van het tapse deel, bestaan uitvoeringsvormen van de vlamafscherminrichting waarbij beide doorsnedeafstanden in hoofdzaak gelijk zijn. De beschreven doorsnedeafstanden komen overeen met de diameter van de open uiteinden voor een conisch taps deel.According to an exemplary embodiment, a ratio of a cross-sectional distance of the narrow open end of the tapered part to a cross-sectional distance of the wide open end of the tapered part is between 0.5 and 1.0, preferably between 0.5 and 0.9, more preferably between 0.6 and 0.8, and most preferably between 0.6 and 0.7. Although the cross-sectional distance of the narrow open end of the tapered portion is preferably smaller compared to the cross-sectional distance of the wide open end of the tapered portion, embodiments of the flame-shielding device exist in which both cross-sectional distances are substantially the same. The described cross-sectional distances correspond to the diameter of the open ends for a conical tapered part.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat de vlamafscherminrichting verder een taps deel met een nauw open uiteinde en een wijd open uiteinde waarbij het bijkomende tapse deel zich uitstrekt vanaf het nauw open uiteinde daarvan naar het wijd open uiteinde daarvan, waarbij het nauw open uiteinde daarvan is verbonden met het nauw open uiteinde van het tapse deel; en waarbij de branderas en bijkomende tapse deel een bijkomende afbuigingshoek β bepalen bij het nauwe open uiteinde van het bijkomende tapse deel.According to an exemplary embodiment, the flame-shielding device further comprises a tapered part with a narrow open end and a wide open end, the additional tapered part extending from the narrow open end thereof to the wide open end thereof, the narrow open end thereof being connected to the narrow open end of the tapered part; and wherein the burner axis and additional tapered portion define an additional deflection angle β at the narrow open end of the additional tapered portion.

Op deze manier kan de snelheid van stromen rondom de brandertip voldoende hoog worden gehouden.In this way the speed of currents around the burner tip can be kept sufficiently high.

Volgens een alternatieve voorbeelduitvoeringsvorm omvat de vlamafscherminrichting verder een bijkomend taps deel met een nauw open uiteinde en een wijd open uiteinde, waarbij het bijkomende tapse deel zich uitstrekt vanaf een uiteinde van het evenwijdige deel dat zich tegenover het uiteinde dat is verbonden met het tapse deel bevindt, vanaf het nauwe open uiteinde daarvan naar het wijde open uiteinde daarvan; waarbij het evenwijdige deel en het bijkomende tapse deel een bijkomende afbuigingshoek β bepalen bij het nauwe open uiteinde van het bijkomende tapse deel.According to an alternative exemplary embodiment, the flame-shielding device further comprises an additional tapered part with a narrow open end and a wide open end, the additional tapered part extending from an end of the parallel part opposite the end connected to the tapered part from the narrow open end thereof to the wide open end thereof; wherein the parallel part and the additional tapered part define an additional deflection angle β at the narrow open end of the additional tapered part.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat het bijkomende tapse deel een open frustum.According to an exemplary embodiment, the additional tapered portion comprises an open body.

BE2017/6033BE2017 / 6033

Op deze manier kunnen luchtstromen door de geronde vorm van het open conische frustum op efficiënte wijze langs het oppervlak van het open conische frustum worden geleid naar de brandertip.In this way, air flows through the rounded shape of the open conical frustum can be efficiently passed along the surface of the open conical frustum to the burner tip.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm is de bijkomende afbuigingshoek β tussen 5° en 65°, bij voorkeur tussen 5° en 55°, meer bij voorkeur tussen 5° en 45°, en meest bij voorkeur tussen 10° en 35°.According to an exemplary embodiment, the additional deflection angle β is between 5 ° and 65 °, preferably between 5 ° and 55 °, more preferably between 5 ° and 45 °, and most preferably between 10 ° and 35 °.

Op deze manier worden luchtstromen die langs de vlamafscherminrichting worden geleid afgebogen op een ideale wijze om omgevingslucht aan te zuigen naar de vlam bij de brandertip toe.In this way, air streams that are passed along the flame shielding device are deflected in an ideal manner to suck in ambient air towards the flame at the burner tip.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm is een verhouding van een doorsnedeafstand van het nauwe open uiteinde van het bijkomende tapse deel tot een doorsnedeafstand van het wijde open uiteinde van het bijkomende tapse deel tussen 0.5 en 0.9, bij voorkeur tussen 0.6 en 0.9, meer bij voorkeur tussen 0.6 en 0.8, en meest bij voorkeur tussen 0.7 en 0.8. Hoewel de doorsnedeafstand van het nauwe open uiteinde van het bijkomende tapse deel bij voorkeur kleiner is in vergelijking met de doorsnedeafstand van het wijde open uiteinde van het bijkomende tapse deel, bestaan uitvoeringsvormen van de vlamafscherminrichting waarbij beide doorsnedeafstanden in hoofdzaak gelijk zijn. De beschreven doorsnedeafstanden komen overeen met de diameter van de open uiteinden voor een conisch bijkomend taps deel.According to an exemplary embodiment, a ratio of a cross-sectional distance from the narrow open end of the additional tapered part to a cross-sectional distance from the wide open end of the additional tapered part is between 0.5 and 0.9, preferably between 0.6 and 0.9, more preferably between 0.6 and 0.9 0.8, and most preferably between 0.7 and 0.8. Although the cross-sectional distance of the narrow open end of the additional tapered portion is preferably smaller compared to the cross-sectional distance of the wide open end of the additional tapered portion, embodiments of the flame-shielding device exist in which both cross-sectional distances are substantially the same. The sectional distances described correspond to the diameter of the open ends for a conical additional tapered part.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat het tapse deel ten minste één tapse wand.According to an exemplary embodiment, the tapered part comprises at least one tapered wall.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat het tapse deel ten minste twee tapse wanden, waarbij de ten minste twee tapse wanden concentrisch rond de branderas geplaatst zijn. Op deze manier splitst de vlamafscherminrichting verbrandingsluchtstromen verder op om snelheden van stromen rond de brandertip voldoende hoog te houden.According to an exemplary embodiment, the tapered part comprises at least two tapered walls, the at least two tapered walls being placed concentrically around the burner axis. In this way, the flame shielding device further splits combustion air streams to maintain sufficiently high velocities of streams around the burner tip.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat het evenwijdige deel ten minste één evenwijdige wand.According to an exemplary embodiment, the parallel part comprises at least one parallel wall.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat het evenwijdige deel ten minste twee evenwijdige wanden, waarbij de ten minste twee evenwijdige wanden concentrisch rond de branderas geplaatst zijn.According to an exemplary embodiment, the parallel part comprises at least two parallel walls, the at least two parallel walls being placed concentrically around the burner axis.

Op deze manier splitst de vlamafscherminrichting verbrandingsluchtstromen verder op om snelheden van stromen rond de brandertip voldoende hoog te houden.In this way, the flame shielding device further splits combustion air streams to maintain sufficiently high velocities of streams around the burner tip.

BE2017/6033BE2017 / 6033

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat het bijkomende tapse deel ten minste één tapse wand.According to an exemplary embodiment, the additional tapered part comprises at least one tapered wall.

Volgens een voorbeelduitvoeringsvorm omvat het bijkomende tapse deel ten minste twee tapse wanden, waarbij de ten minste twee tapse wanden concentrisch rond de branderas geplaatst zijn. Op deze manier splitst de vlamafscherminrichting de verbrandingsluchtstromen verder op om snelheden van stromen rond de brandertip voldoende hoog te houden.According to an exemplary embodiment, the additional tapered part comprises at least two tapered walls, the at least two tapered walls being placed concentrically around the burner axis. In this way, the flame shielding device further splits the combustion air streams to keep velocities of streams around the burner tip sufficiently high.

Volgens een tweede aspect wordt een samenstel van een gasbrander, fakkelgasbrander of afvalgasbrander met een vlamafscherminrichting volgens één van de hierboven uitvoeringsvormen verschaft, waarbij de vlamafscherminrichting is gemonteerd op de afvalgasbrander zodanig dat ten minste één van het tapse deel, het evenwijdige deel en het bijkomende tapse deel de branderas omgeeft ter hoogte van de brandertip.According to a second aspect, an assembly of a gas burner, torch gas burner or waste gas burner with a flame shielding device according to one of the above embodiments is provided, wherein the flame shielding device is mounted on the waste gas burner such that at least one of the tapered part, the parallel part and the additional tapered part part surrounds the burner axis at the burner tip.

Door het combineren van de brander met de vlamafscherminrichting wordt de verbrandingsefficiëntie van de brander verbeterd. Door het verschaffen van een taps deel dat ten minste de brandertip omgeeft kan een vlam die wordt uitgestoten vanaf de brandertip worden afgeschermd van lucht of wind met hoge snelheden. Op deze manier wordt een meer stabiele vlam verschaft in vergelijking met de stand der techniek. Aangezien het tapse deel zich uitstrekt weg van de brandertip vanaf het nauwe open uiteinde naar het wijde open uiteinde en aangezien de branderas en het tapse deel een afbuigingshoek α definiëren bij het nauwe open uiteinde van het tapse deel is de vorm van het tapse deel aangepast om, enerzijds, omgevingslucht langs het tapse deel te leiden, en, anderzijds, om omgevingslucht aan te zuigen in de richting van de vlam via het wijde open uiteinde van het tapse deel. Op deze manier wordt de vlam verder voorzien van zuurstof zodanig dat de stabiliteit van de vlam kan worden verbeterd.Combining the burner with the flame shielding device improves the combustion efficiency of the burner. By providing a tapered portion that at least surrounds the burner tip, a flame emitted from the burner tip can be shielded from air or wind at high speeds. In this way a more stable flame is provided in comparison with the prior art. Since the tapered part extends away from the burner tip from the narrow open end to the wide open end and since the burner axis and the tapered part define a deflection angle α at the narrow open end of the tapered part, the shape of the tapered part is adapted to on the one hand, to direct ambient air along the tapered part, and, on the other hand, to suck in ambient air in the direction of the flame via the wide open end of the tapered part. In this way, the flame is further supplied with oxygen such that the stability of the flame can be improved.

De vakman zal begrijpen dat de hierboven beschreven technische overwegingen en voordelen voor inrichtinguitvoeringsvormen ook van toepassing zijn op de overeenkomstige samensteluitvoeringsvormen, mutatis mutandis.Those skilled in the art will understand that the technical considerations and advantages described above for device embodiments also apply to the corresponding assembly embodiments, mutatis mutandis.

BEKNOPTE FIGUURBESCHRIJVINGSHORT FIGURE DESCRIPTION

De bijgevoegde figuren worden gebruikt ter illustratie van huidige niet-beperkende voorkeursuitvoeringsvormen van inrichtingen volgens de huidige uitvinding. De hierboven beschreven en andere voordelen van kenmerken en doelen van de uitvinding zullen duidelijk worden en de uitvinding zal beter begrepen worden aan de hand van de gedetailleerde beschrijving, wanneer deze gelezen wordt samen met de bijgevoegde figuren waarin:The accompanying figures are used to illustrate current non-limiting preferred embodiments of devices according to the present invention. The above described and other advantages of features and objects of the invention will become apparent and the invention will be better understood with reference to the detailed description when read together with the accompanying figures in which:

BE2017/6033BE2017 / 6033

Figuren 1A en 1B schematisch een voorbeelduitvoeringsvorm van een vlamafscherminrichting volgens de uitvinding illustreren;Figures 1A and 1B schematically illustrate an exemplary embodiment of a flame-shielding device according to the invention;

Figuren 2A en 2B schematisch een andere voorbeelduitvoeringsvorm van een vlamafscherminrichting volgens de uitvinding illustreren;Figures 2A and 2B schematically illustrate another exemplary embodiment of a flame-shielding device according to the invention;

Figuur 3 een aanzicht in perspectief is van de voorbeelduitvoeringsvorm van de vlamafscherminrichting van figuren 2A en 2B;Figure 3 is a perspective view of the exemplary embodiment of the flame shielding device of Figures 2A and 2B;

Figuur 4 een aanzicht in perspectief is van een andere voorbeelduitvoeringsvorm van de vlamafscherminrichting;Figure 4 is a perspective view of another exemplary embodiment of the flame shielding device;

Figuur 5 schematische een verdere voorbeelduitvoeringsvorm van een vlamafscherminrichting volgens de uitvinding illustreert;Figure 5 illustrates schematically a further exemplary embodiment of a flame-shielding device according to the invention;

Figuur 6 nog een verdere voorbeelduitvoeringsvorm van een vlamafscherminrichting volgens de uitvinding illustreert;Figure 6 illustrates yet another exemplary embodiment of a flame-shielding device according to the invention;

Figuur 7 verschillende uitvoeringsvormen van de vlamafscherminrichting volgens de uitvinding illustreert;Figure 7 illustrates various embodiments of the flame-shielding device according to the invention;

Figuur 8 verschillende verdere uitvoeringsvormen van de vlamafscherminrichting volgens de uitvinding illustreert;Figure 8 illustrates various further embodiments of the flame-shielding device according to the invention;

Figuren 9A en 9B respectievelijk een zijaanzicht en een topaanzicht illustreren van een voorbeelduitvoeringsvorm van de vlamafscherminrichting volgens de uitvinding waarbij de vlamafscherminrichting rond een branderas geplaatst is; enFigures 9A and 9B illustrate a side view and a top view, respectively, of an exemplary embodiment of the flame-shielding device according to the invention, wherein the flame-shielding device is placed around a burner axis; and

Figuren 10A, 10B en 10C twee zijaanzichten en een topaanzicht, respectievelijk, illustreren van een verdere voorbeelduitvoeringsvorm van de vlamafscherminrichting volgens de uitvinding.Figures 10A, 10B and 10C illustrate two side views and a top view, respectively, of a further exemplary embodiment of the flame-shielding device according to the invention.

FIGUURBESCHRIJVINGFIGURE DESCRIPTION

De figuren zijn slechts schematisch en zijn niet-beperkend. In de figuren kan de grootte van sommige elementen worden overdreven en niet op schaal worden getekend voor illustratieve doeleinden. Referentietekens in de conclusies zullen niet worden beschouwd als beperkend voor de beschermingsomvang. In de figuren duiden dezelfde referentietekens op dezelfde of analoge elementen.The figures are only schematic and are non-limiting. In the figures, the size of some elements can be exaggerated and not drawn to scale for illustrative purposes. Reference characters in the claims will not be considered as limiting the scope of protection. In the figures, the same reference signs indicate the same or analogous elements.

Figuur 1A illustreert een zijaanzicht in doorsnede van een uitvoeringsvorm van een vlamafscherminrichting 100 die geplaatst is rond een branderas 30 van een brandertip 10 van een brander 20 zodanig dat de vlamafscherminrichting 100 de branderas omgeeft bij ten minste een deel van de lengte van de branderas 30. De brander kan een gasbrander, fakkelgasbrander, afvalgasbrander of dergelijke zijn. Bij voorkeur is de vlamafscherminrichting gemaakt van materialen die in staat zijn om hoge temperaturen te weerstaan zoals roestvrij staal, meer in het bijzonder roestvrijstaal 310. De vlamafscherminrichting 100 omvat een taps deel 120 datFigure 1A illustrates a cross-sectional side view of an embodiment of a flame shielding device 100 disposed around a burner shaft 30 of a burner tip 10 of a burner 20 such that the flame shielding device 100 surrounds the burner shaft at at least a part of the length of the burner shaft 30. The burner can be a gas burner, torch gas burner, waste gas burner or the like. Preferably, the flame shielding device is made of materials capable of withstanding high temperatures such as stainless steel, more particularly stainless steel 310. The flame shielding device 100 comprises a tapered portion 120 which

BE2017/6033 geconfigureerd is om de branderas te omgeven ten minste ter hoogte van de brandertip 10. Het tapse deel 120 heeft een nauw open uiteinde 121 en een wijd open uiteinde 122. Het tapse deel 120 strekt zich uit in een richting weg van de brandertip 10, vanaf het nauwe open uiteinde 121. dat zich nabij de brandertip bevindt, naar het wijde open uiteinde 122, dat zich verder weg van de brandertip 10 bevindt. De branderas 30 en het tapse deel 120 definiëren een afbuigingshoek α bij het nauwe open uiteinde 121 van het tapse deel 120. De afbuigingshoek α is tussen 5° en 65°, bij voorkeur tussen 5° en 55°, meer bij voorkeur tussen 5° en 45°, en meest bij voorkeur tussen 10° en 35°.BE2017 / 6033 is configured to surround the burner axis at least at the level of the burner tip 10. The tapered part 120 has a narrow open end 121 and a wide open end 122. The tapered part 120 extends in a direction away from the burner tip 10, from the narrow open end 121, which is near the burner tip, to the wide open end 122, which is further away from the burner tip 10. The burner shaft 30 and the tapered part 120 define a deflection angle α at the narrow open end 121 of the tapered part 120. The deflection angle α is between 5 ° and 65 °, preferably between 5 ° and 55 °, more preferably between 5 ° and 45 °, and most preferably between 10 ° and 35 °.

Figuur 1B illustreert een topaanzicht in doorsnede van de vlamafscherminrichting 100 als getoond in Figuur 1A. In Figuur 1B worden voornamelijk de doorsnedes van het nauwe open uiteinde 121 en het wijde open uiteinde 122 getoond met overeenkomstige doorsnedeafstanden d1 en d2, respectievelijk. Door het topaanzicht van Figuur 1B in combinatie met het zijaanzicht van Figuur 1A is het duidelijk dat het tapse deel 120 conisch is. In zulk geval komen de doorsnedeafstanden d1 en d2 overeen met de diameters van de open uiteinden 121, 122, respectievelijk, van het tapse deel 120. De verhouding van een doorsnedeafstand d1 van het nauwe open uiteinde 121 van het tapse deel 120 tot een doorsnedeafstand d2 van het wijde open uiteinde 122 van het tapse deel 120 is tussen 0.5 en 1.0, bij voorkeur tussen 0.5 en 0.9, meer bij voorkeur tussen 0.6 en 0.8, en meest bij voorkeur tussen 0.6 en 0.7.Figure 1B illustrates a top sectional view of the flame shielding device 100 as shown in Figure 1A. In Figure 1B, mainly the cross-sections of the narrow open end 121 and the wide open end 122 are shown with corresponding cross-sectional distances d1 and d2, respectively. The top view of Figure 1B in combination with the side view of Figure 1A makes it clear that the tapered portion 120 is conical. In such a case, the cross-sectional distances d1 and d2 correspond to the diameters of the open ends 121, 122, respectively, of the tapered part 120. The ratio of a cross-sectional distance d1 of the narrow open end 121 of the tapered part 120 to a cross-sectional distance d2 of the wide open end 122 of the tapered portion 120 is between 0.5 and 1.0, preferably between 0.5 and 0.9, more preferably between 0.6 and 0.8, and most preferably between 0.6 and 0.7.

Figuur 2A toont een zijaanzicht in doorsnede van een uitvoeringsvorm van een vlamafscherminrichting 100 die geplaatst is rond een branderas 30 van een brandertip 10 van een brander 20 zodanig dat de vlamafscherminrichting 100 de branderas ten minste voor een deel van de lengte van de branderas 30 omgeeft. De brander kan een gasbrander, fakkelgasbrander, afvalgasbrander of dergelijke zijn. Bij voorkeur is de vlamafscherminrichting gemaakt van materialen die in staat zijn om hoge temperaturen te weerstaan zoals roestvrijstaal meer in het bijzonder roestvrijstaal 310. De vlamafscherminrichting 100 omvat een taps deel 120 dat geconfigureerd is om de branderas 30 ten minste ter hoogte van de brandertip 10 te omgeven. Het tapse deel 120 heeft een nauw open uiteinde 121 en een wijd open uiteinde 122. Het tapse deel 120 strekt zich uit in een richting weg van de brandertip 10, vanaf het nauwe open uiteinde 121, dat zich nabij de brandertip 10 bevindt, naar het wijde open uiteinde 122, dat zich verder van de brandertip 10 bevindt. De vlamafscherminrichting 100 omvat verder een evenwijdig deel 110 dat de branderas 30 omgeeft en in hoofdzaak evenwijdig met de branderas van de brandertip georiënteerd is, waarbij een eerste uiteinde van het evenwijdige deel verbonden is met het nauwe open uiteinde 121 van het tapse deel 120. In de uitvoeringsvorm van Figuur 2A is het evenwijdige deel 110 coaxiaal rond de branderas 30 geplaatst. De branderas 30 en het tapse deel 120 bepalenFigure 2A shows a cross-sectional side view of an embodiment of a flame shielding device 100 disposed around a burner shaft 30 of a burner tip 10 of a burner 20 such that the flame shielding device 100 surrounds the burner shaft at least for part of the length of the burner shaft 30. The burner can be a gas burner, torch gas burner, waste gas burner or the like. Preferably, the flame shielding device is made of materials capable of withstanding high temperatures, such as stainless steel, more particularly stainless steel 310. The flame shielding device 100 comprises a tapered portion 120 configured to locate the burner shaft 30 at least at the burner tip 10. surrounded. The tapered part 120 has a narrow open end 121 and a wide open end 122. The tapered part 120 extends in a direction away from the burner tip 10, from the narrow open end 121, which is located near the burner tip 10, to the wide open end 122, which is further from the burner tip 10. The flame shielding device 100 further comprises a parallel portion 110 that surrounds the burner axis 30 and is oriented substantially parallel to the burner axis of the burner tip, a first end of the parallel portion being connected to the narrow open end 121 of the tapered portion 120. In In the embodiment of Figure 2A, the parallel portion 110 is disposed coaxially around the burner axis 30. Determine the burner shaft 30 and the tapered part 120

BE2017/6033 een afbuigingshoek α bij het nauwe open uiteinde 121 van het tapse deel 120. In Figuur 2A wordt omwille van de illustratie de afbuigingshoek α getoond als te worden bepaald tussen het tapse deel 120 en het evenwijdige deel 110. De afbuigingshoek α is tussen 5° en 65°, bij voorkeur tussen 5° en 55°, meer bij voorkeur tussen 5° en 45°, en meest bij voorkeur tussen 10° en 35°.BE2017 / 6033 a deflection angle α at the narrow open end 121 of the tapered part 120. For the purpose of illustration, the deflection angle α is shown in Figure 2A as to be determined between the tapered part 120 and the parallel part 110. The deflection angle α is between 5 ° and 65 °, preferably between 5 ° and 55 °, more preferably between 5 ° and 45 °, and most preferably between 10 ° and 35 °.

Figuur 2B toont een bovenaanzicht in doorsnede van de vlamafscherminrichting 100 zoals geïllustreerd in Figuur 2A. In Figuur 2B worden in het bijzonder de doorsnedes van het nauwe open uiteinde 121 en het wijde open uiteinde 122 getoond met overeenkomstige doorsnedeafstanden d1 en d2, respectievelijk. Uit het bovenaanzicht van Figuur 2B in combinatie met het zijaanzicht van Figuur 2A is het duidelijk dat het tapse deel 120 conisch is. In zulk geval komen de doorsnedeafstanden d1 en d2 overeen met de diameter van de open uiteinden 121, 122, respectievelijk, van het tapse deel 120. De verhouding van een doorsnedeafstand d1 van het nauwe open uiteinde 121 van het tapse deel 120 tot een doorsnedeafstand d2 van het wijde open uiteinde 122 van het tapse deel 120 is tussen 0.5 en 1.0, bij voorkeur tussen 0.5 en 0.9, meer bij voorkeur tussen 0.6 en 0.8, en meest bij voorkeur tussen 0.6 en 0.7.Figure 2B shows a top sectional view of the flame shielding device 100 as illustrated in Figure 2A. In Figure 2B, in particular, the cross-sections of the narrow open end 121 and the wide open end 122 are shown with corresponding cross-sectional distances d1 and d2, respectively. From the top view of Figure 2B in combination with the side view of Figure 2A, it is clear that the tapered portion 120 is conical. In such a case, the cross-sectional distances d1 and d2 correspond to the diameter of the open ends 121, 122, respectively, of the tapered part 120. The ratio of a cross-sectional distance d1 of the narrow open end 121 of the tapered part 120 to a cross-sectional distance d2 of the wide open end 122 of the tapered portion 120 is between 0.5 and 1.0, preferably between 0.5 and 0.9, more preferably between 0.6 and 0.8, and most preferably between 0.6 and 0.7.

Figuur 3 is een aanzicht in perspectief van vlamafscherminrichting 100 volgens het aanzicht in doorsnede van Figuur 2A. In deze uitvoeringsvorm omvat het evenwijdige deel 110 een open cilinder die geconfigureerd is om rond de branderas te worden geplaatst, ten minste ter hoogte van de brandertip 10. Op deze manier wordt de vlam bij de brandertip afgeschermd bij de zijkanten daarvan door het evenwijdige deel 110. Het evenwijdige deel 110 is verbonden met tapse deel 120. Beide delen 110,120 kunnen afzonderlijke delen zijn die op expliciete wijze verbonden zijn, of beide delen 110,120 kunnen integraal uit één stuk materiaal gevormd zijn, en dus impliciet verbonden zijn. Het tapse deel 20 omvat een open frustum, meer in het bijzonder een conisch open frustum. De drie opeenvolgende pijlen bij de linkerzijde van Figuur 3 tonen de luchtstroom langs de vlamafscherminrichting 100, waaruit duidelijk blijkt dat hoge snelheidsstromen worden behouden langsheen de vlamafscherminrichting 100 zonder dat deze stromen de vlam bij de brandertip 10 negatief beïnvloeden. Via het wijde open uiteinde 122 van het conische frustum of het tapse deel 120 kan zuurstof de vlam bij de brandertip 10 nog steeds bereiken waardoor verbranding wordt verbeterd.Figure 3 is a perspective view of flame shielding device 100 according to the sectional view of Figure 2A. In this embodiment, the parallel portion 110 includes an open cylinder configured to be positioned around the burner axis, at least at the burner tip 10. In this way, the flame at the burner tip is shielded at its sides by the parallel portion 110. The parallel part 110 is connected to tapered part 120. Both parts 110,120 can be separate parts that are explicitly connected, or both parts 110,120 can be integrally formed from one piece of material, and thus are implicitly connected. The tapered part 20 comprises an open frustum, more in particular a conically open frustum. The three consecutive arrows at the left-hand side of Figure 3 show the air flow past the flame shield device 100, which clearly shows that high speed currents are retained along the flame shield device 100 without these streams negatively affecting the flame at the burner tip 10. Oxygen can still reach the flame at the burner tip 10 via the wide open end 122 of the conical frustum or tapered portion 120, thereby improving combustion.

Figuur 4 is een aanzicht in perspectief van een alternatieve uitvoeringsvorm van de vlamafscherminrichting 100 volgens het aanzicht in doorsnede van Figuur 2A. In deze uitvoeringsvorm omvat het evenwijdige deel een open kubus die geconfigureerd is om geplaatst te worden rond de branderas 30 ten minste ter hoogte van de brandertip 10. Op deze manier wordt de vlam bij de brandertip 10 afgeschermd bij de zijkanten daarvan door middel van het evenwijdigeFigure 4 is a perspective view of an alternative embodiment of the flame shielding device 100 according to the sectional view of Figure 2A. In this embodiment, the parallel part comprises an open cube configured to be placed around the burner axis 30 at least at the height of the burner tip 10. In this way, the flame at the burner tip 10 is shielded at its sides by means of the parallel

BE2017/6033 deel 110. Het evenwijdige deel 110 is verbonden met het tapse deel 120. Beide delen 110,120 kunnen afzonderlijke delen zijn die expliciet met elkaar verbonden zijn, of beide delen 110,120 kunnen integraal gevormd zijn uit één stuk materiaal en dus impliciet verbonden zijn. Het tapse deel 120 omvat een open frustum, meer in het bijzonder een frustum met open rand in de vorm van een trapezoïde. De drie opeenvolgende pijlen bij de linkerkant van Figuur 4 tonen de luchtstroom langsheen de vlamafscherminrichting 100, waaruit duidelijk blijkt dat hoge snelheidsstromen worden behouden langsheen de vlamafscherminrichting 100 zonder dat deze stromen de vlam bij de brandertip 10 negatief beïnvloeden via het wijde open uiteinde 122 van het gerande frustum van het tapse deel 120 kan zuurstof nog steeds de vlam bij de brandertip bereiken waardoor vlamstabiliteit en verbranding wordt verbeterd.BE2017 / 6033 part 110. The parallel part 110 is connected to the tapered part 120. Both parts 110,120 can be separate parts that are explicitly connected to each other, or both parts 110,120 can be integrally formed from one piece of material and thus implicitly connected. The tapered portion 120 comprises an open frustum, more particularly a frustum with an open edge in the form of a trapezoid. The three consecutive arrows at the left-hand side of Figure 4 show the air flow past the flame shield device 100, which clearly shows that high velocity currents are retained along the flame shield device 100 without these streams adversely affecting the flame at the burner tip 10 via the wide open end 122 of the edged frustum of tapered portion 120, oxygen can still reach the flame at the burner tip thereby improving flame stability and combustion.

Figuur 5 toont een zijaanzicht in doorsnede van een uitvoeringsvorm van een vlamafscherminrichting 100 die geplaatst is rond een branderas 30 van een brandertip 10 van een brander 20 zodanig dat de vlamafscherminrichting 100 de branderas voor ten minste een deel van de lengte van de branderas 30 omgeeft. De brander kan een gasbrander, fakkelgasbrander, afvalgasbrander of dergelijke zijn. Bij voorkeur is de vlamafscherminrichting gemaakt van materialen die in staat zijn om hoge temperaturen te weerstaan zoals roestvrijstaal, meer in het bijzonder roestvrijstaal 310. De vlamafscherminrichting 100 omvat een taps deel 120, ook wel kraag 120 genoemd, dat geconfigureerd is om de branderas 30 ter hoogte van de brandertip 10 te omgeven. Het tapse deel 120 heeft een nauw open uiteinde 121 en een wijd open uiteinde 122. Het tapse deel 120 strekt zich uit in een richting weg van de brandertip 10 vanaf het nauwe open uiteinde 121 dat zich nabij de brandertip 10 bevindt, naar het wijde open uiteinde 122 dat zich verder van de brandertip 10 bevindt. De vlamafscherminrichting 100 omvat verder een evenwijdig deel 110 dat de branderas 30 omgeeft en dat in hoofdzaak evenwijdig georiënteerd is met de branderas 30 van de brandertip 10, waarbij een eerste uiteinde van het evenwijdige deel verbonden is met het nauwe open uiteinde 121 van het tapse deel 120. De branderas 30 en het tapse deel 120 bepalen een afbuigingshoek α (niet getoond) bij het nauwe open uiteinde 121 van het tapse deel 120. De vlamafscherminrichting 100 omvat verder een bijkomend taps deel 130, ook wel rok 130 genoemd, met een nauw open uiteinde 131 en een wijd open uiteinde 132, waarbij het bijkomende tapse deel 130 zich uitstrekt vanaf een uiteinde van het evenwijdige deel 110 dat zich tegenover het uiteinde dat is verbonden met het tapse deel 120 bevindt, vanaf het nauwe open uiteinde 130 daarvan naar het wijde open uiteinde 132 daarvan. Het evenwijdige deel 110 en het bijkomende tapse deel 130 bepalen een bijkomende afbuigingshoek β bij het nauwe open uiteinde 131 van het bijkomende tapse deel 130. Het bijkomende tapse deel 130 omvat een frustum, bij voorkeur een open conisch frustum. De bijkomende afbuigingshoek β is tussen 5° en 65°, bij voorkeur tussen 5° en 55°, meer bij voorkeur tussen 5° en 45°, en meest bij voorkeur tussen 10° en 35°.Figure 5 shows a cross-sectional side view of an embodiment of a flame shielding device 100 disposed around a burner shaft 30 of a burner tip 10 of a burner 20 such that the flame shielding device 100 surrounds the burner shaft for at least a part of the length of the burner shaft 30. The burner can be a gas burner, torch gas burner, waste gas burner or the like. Preferably, the flame shielding device is made of materials capable of withstanding high temperatures such as stainless steel, more particularly stainless steel 310. The flame shielding device 100 includes a tapered portion 120, also called collar 120, which is configured around the burner axis 30b height of the burner tip 10. The tapered part 120 has a narrow open end 121 and a wide open end 122. The tapered part 120 extends in a direction away from the burner tip 10 from the narrow open end 121 located near the burner tip 10, to the wide open end 122 which is further from the burner tip 10. The flame shielding device 100 further comprises a parallel portion 110 that surrounds the burner axis 30 and is oriented substantially parallel to the burner axis 30 of the burner tip 10, a first end of the parallel portion being connected to the narrow open end 121 of the tapered portion 120. The burner shaft 30 and the tapered part 120 define a deflection angle α (not shown) at the narrow open end 121 of the tapered part 120. The flame shielding device 100 further comprises an additional tapered part 130, also called skirt 130, with a narrow open end 131 and a wide open end 132, the additional tapered part 130 extending from one end of the parallel part 110 that is opposite the end connected to the tapered part 120, from its narrow open end 130 to the wide open end 132 thereof. The parallel part 110 and the additional tapered part 130 define an additional deflection angle β at the narrow open end 131 of the additional tapered part 130. The additional tapered part 130 comprises a frustum, preferably an open conical frustum. The additional deflection angle β is between 5 ° and 65 °, preferably between 5 ° and 55 °, more preferably between 5 ° and 45 °, and most preferably between 10 ° and 35 °.

BE2017/6033BE2017 / 6033

De verhouding van een doorsnedeafstand d1 van het nauwe open uiteinde 131 van het bijkomende tapse deel 130 tot een doorsnedeafstand d2 van het wijde open uiteinde 132 van het bijkomende tapse deel 130 is tussen 0.5 en 0.9, bij voorkeur tussen 0.6 en 0.9, meer bij voorkeur tussen 0.6 en 0.8, en meest bij voorkeur tussen 0.7 en 0.8.The ratio of a sectional distance d1 of the narrow open end 131 of the additional tapered part 130 to a sectional distance d2 of the wide open end 132 of the additional tapered part 130 is between 0.5 and 0.9, preferably between 0.6 and 0.9, more preferably between 0.6 and 0.8, and most preferably between 0.7 and 0.8.

Figuur 6 toont een schematisch zijaanzicht van een vlamafscherminrichting 100 volgens een uitvoeringsvorm. De vlamafscherminrichting 100 omvat een taps deel 120 dat geconfigureerd is om de branderas 30 ten minste ter hoogte van de brandertip 10 te omgeven. Het tapse deel 120 heeft een nauw open uiteinde 121 en een wijd open uiteinde 122. Het tapse deel 120 strekt zich uit in een richting weg van de brandertip 10, vanaf het nauwe open uiteinde 121 dat zich nabij de brandertip 10 bevindt, naar het wijde open uiteinde 122 dat zich verder van de brandertip 10 bevindt. De vlamafscherminrichting 100 omvat verder een evenwijdig deel 110 dat de branderas omgeeft en dat in hoofdzaak evenwijdig met de branderas van de brandertip georiënteerd is, waarbij een eerste uiteinde van het evenwijdige deel verbonden is met het nauwe open uiteinde van het tapse deel 120. In de uitvoeringsvorm van Figuur 6 omvat het oppervlak van het tapse deel 120 meerdere perforaties 125. In Figuur 6 worden deze perforaties getoond als cirkelvormige perforaties 125, maar perforaties met een andere vorm zoals ovale, vierkante of rechthoekige perforaties 125 kunnen worden verschaft in alternatieve uitvoeringsvormen. Om een verbeterde functionaliteit te verschaffen maken de meerdere perforaties 125 ten minste 10%, bij voorkeur ten minste 20%, meer bij voorkeur ten minste 30%, en meest bij voorkeur ten minste 40% uit van het oppervlak van het tapse deel 120.Figure 6 shows a schematic side view of a flame shielding device 100 according to an embodiment. The flame shielding device 100 comprises a tapered part 120 which is configured to surround the burner shaft 30 at least at the level of the burner tip 10. The tapered part 120 has a narrow open end 121 and a wide open end 122. The tapered part 120 extends in a direction away from the burner tip 10, from the narrow open end 121 which is located near the burner tip 10, to the wide open end 122 further from the burner tip 10. The flame shielding device 100 further comprises a parallel portion 110 that surrounds the burner axis and is oriented substantially parallel to the burner axis of the burner tip, a first end of the parallel portion being connected to the narrow open end of the tapered portion 120. In the embodiment of Figure 6, the surface of the tapered portion 120 comprises a plurality of perforations 125. In Figure 6, these perforations are shown as circular perforations 125, but perforations of a different shape such as oval, square, or rectangular perforations 125 may be provided in alternative embodiments. To provide improved functionality, the multiple perforations 125 make up at least 10%, preferably at least 20%, more preferably at least 30%, and most preferably at least 40%, of the surface of the tapered portion 120.

Figuur 7 toont schematisch verschillende voorbeeldsconfiguraties A, B, C en D van een vlamafscherminrichting volgens de uitvinding. Alle configuraties omvatten een taps deel 720 omvattende een enkele tapse wand 720a, zoals geïllustreerd in configuratie A. In configuratie B omvat de vlamafscherminrichting verder een evenwijdig deel 710 omvattende een evenwijdige wand 710a. In configuratie D omvat de vlamafscherminrichting verder een bijkomend taps deel 730 of rok 730 omvattende een enkele bijkomende tapse wand 730a. In configuratie C omvat de vlamafscherminrichting zowel een evenwijdig 710 omvattende een enkele evenwijdige wand 710 en een bijkomend taps deel 730 omvattende een bijkomend tapse wand 730a.Figure 7 shows schematically different exemplary configurations A, B, C and D of a flame-shielding device according to the invention. All configurations include a tapered portion 720 including a single tapered wall 720a, as illustrated in configuration A. In configuration B, the flame shielding device further comprises a parallel portion 710 including a parallel wall 710a. In configuration D, the flame shielding device further comprises an additional tapered portion 730 or skirt 730 comprising a single additional tapered wall 730a. In configuration C, the flame shielding device comprises both a parallel 710 comprising a single parallel wall 710 and an additional tapered part 730 comprising an additional tapered wall 730a.

Figuur 8 toont schematisch verschillende voorbeeldconfiguraties A, B, C, D, E en F van een vlamafscherminrichting volgens de uitvinding. Alle configuraties omvatten ten minste een taps deel 820 omvattende een eerste tapse wand 820a en een tweede tapse wand 820b. Meer in het bijzonder toon configuratie A een taps deel 820 omvattende een eerste tapse wand 820a en een tweede tapse wand 820b, waarbij de tweede tapse wand 820b gepositioneerd is rond de eerste tapseFigure 8 shows schematically different exemplary configurations A, B, C, D, E and F of a flame-shielding device according to the invention. All configurations include at least one tapered portion 820 comprising a first tapered wall 820a and a second tapered wall 820b. More specifically, configuration A shows a tapered portion 820 comprising a first tapered wall 820a and a second tapered wall 820b, the second tapered wall 820b being positioned around the first tapered

BE2017/6033 wand 820a, en waarbij de tweede tapse wand 820b een afbuigingshoek α2 bepaalt met de branderas (niet getoond) die groter is dan de afbuigingshoek α1 die bepaald wordt door de eerste tapse wand en de branderas.BE2017 / 6033 wall 820a, and wherein the second tapered wall 820b defines a deflection angle α2 with the burner axis (not shown) that is greater than the deflection angle α1 determined by the first tapered wall and the burner axis.

In alternatieve uitvoeringsvormen is de afbuigingshoek α1 groter dan de afbuigingshoek α2, of is de afbuigingshoek α1 in hoofdzaak gelijk aan de afbuigingshoek α2 zodanig dat de eerste en tweede tapse wanden 820a en 820b evenwijdig gepositioneerd zijn ten opzichte van elkaar, zoals geïllustreerd in configuratie B.In alternative embodiments, the deflection angle α1 is greater than the deflection angle α2, or the deflection angle α1 is substantially equal to the deflection angle α2 such that the first and second tapered walls 820a and 820b are positioned parallel to each other, as illustrated in configuration B.

Configuratie C toont een gelijkaardige configuratie als configuratie B met de toevoeging van een derde tapse wand 820c die een afbuigingshoek α3 bepaalt met de verticale as, en die in hoofdzaak gelijk is aan afbuigingshoeken α1 en α2.Configuration C shows a configuration similar to configuration B with the addition of a third tapered wall 820c which defines a deflection angle α3 with the vertical axis, and which is substantially equal to deflection angles α1 and α2.

In verdere alternatieve uitvoeringsvormen kan ten minste één van de afbuigingshoeken α1, α2, α3 gelijk zijn aan 0.In further alternative embodiments, at least one of the deflection angles α1, α2, α3 can be 0.

Configuratie D toont het tapse deel 820 volgens configuratie B in combinatie met een enkel evenwijdig deel 810 waar bij configuraties E en F het tapse deel 820 tonen volgens configuratie B in combinatie met een meervoudig evenwijdig deel 810 omvattende een eerste en tweede evenwijdige wand 810a, 810b, respectievelijk. In configuratie E heeft de eerste evenwijdige wand 810a een lengte die groter is dan de lengte van de tweede evenwijdige wand 810b. In configuratie F heeft de eerste evenwijdige wand 810a een lengte die in hoofdzaak gelijk is aan de lengte van de tweede evenwijdige wand 810b.Configuration D shows the tapered part 820 according to configuration B in combination with a single parallel part 810 where in configurations E and F show the tapered part 820 according to configuration B in combination with a multiple parallel part 810 comprising a first and second parallel wall 810a, 810b , respectively. In configuration E, the first parallel wall 810a has a length that is greater than the length of the second parallel wall 810b. In configuration F, the first parallel wall 810a has a length that is substantially equal to the length of the second parallel wall 810b.

In Figuur 8 worden de afbuigingshoeken getoond als zijnde gedefinieerd tussen de respectievelijke tapse wand en een verticale as. In voorkeursuitvoeringsvormen is de branderas van een gasbrander hoofdzakelijk verticaal geplaatst zodanig dat de afbuigingshoeken zoals getoond in Figuur 8 overeenkomen met de afbuigingshoeken zoals gedefinieerd ten opzichte van de branderas. Het is duidelijk voor de vakman dat in uitvoeringsvormen waarbij een gasbrander anders geplaatst zou zijn zoals bijvoorbeeld in een in hoofdzaak horizontale richting, dat de afbuigingshoeken van de tapse wanden gedefinieerd dienen te worden tussen de respectievelijke tapse wanden en een as die overeenkomt met de positionering van de gasbrander, bij voorbeeld met een in hoofdzaak horizontale as. Hoewel de getoonde configuraties van Figuren 7 en 8 worden getoond met tapse delen waarbij de tapse wanden 720, 820a, 820b, 820c geen perforaties omvatten, bestaan gelijkaardige uitvoeringsvormen waarbij ten minste één van de tapse wanden 720a, 820a, 820b, 820c meerdere perforaties omvat, waarbij de perforaties een circulaire, ovale, rechthoekige, vierkante, hexagonale vorm en/of eender welke andere vorm kunnen hebben. Hetzelfde is van toepassing op de getoonde evenwijdige wanden 710a, 810a, 810b van de evenwijdige delen 710, 810 en op de getoonde bijkomende tapse wanden 730a van het bijkomende tapse deel 730. Ondanks geen van de getoonde configuraties in Figuur 8 een bijkomend taps deel omvat, is het duidelijk voor de vakman dat zulk bijkomend taps deel kan worden toegevoegd aan eender welkIn Figure 8, the deflection angles are shown as being defined between the respective tapered wall and a vertical axis. In preferred embodiments, the burner axis of a gas burner is positioned substantially vertically such that the deflection angles as shown in Figure 8 correspond to the deflection angles as defined with respect to the burner axis. It is clear to a person skilled in the art that in embodiments where a gas burner would be placed differently, such as, for example, in a substantially horizontal direction, the deflection angles of the tapered walls should be defined between the respective tapered walls and an axis corresponding to the positioning of the gas burner, for example with a substantially horizontal axis. Although the shown configurations of Figures 7 and 8 are shown with tapered parts where the tapered walls 720, 820a, 820b, 820c do not include perforations, similar embodiments exist where at least one of the tapered walls 720a, 820a, 820b, 820c comprises multiple perforations wherein the perforations may have a circular, oval, rectangular, square, hexagonal shape and / or any other shape. The same applies to the shown parallel walls 710a, 810a, 810b of the parallel parts 710, 810 and to the shown additional tapered walls 730a of the additional tapered part 730. Despite none of the configurations shown in Figure 8, an additional tapered part comprises it is obvious to those skilled in the art that such additional tapered portion may be added to any one

BE2017/6033 van de getoonde configuraties en dat een zodanig bijkomend taps deel één of meerdere bijkomende tapse wanden kan omvatten die al dan niet perforaties omvatten. Aangezien de meeste van de enkelvoudige of meervoudige tapse delen en evenwijdige delen in Figuur 8 worden getoond als omvattende wanden die van dezelfde lengte zijn, bestaan alternatieve uitvoeringsvormen waarbij wanden die overeenkomen met één deel verschillende lengtes hebben. Bijvoorbeeld bij het tapse deel 820 zoals getoond in configuratie A van Figuur 8 kan de eerste tapse wand 820a een lengte hebben die kleiner is in vergelijking met de lengte van de tweede tapse wand 820b. Hoewel afstanden tussen verschillende wanden hetzelfde zijn in de getoonde uitvoeringsvormen, is het duidelijk voor de vakman dat deze afstanden kunnen variëren en afhankelijk zijn van een specifiek branderontwerp van de gasbrander waarvoor de vlamafscherminrichting is ontwikkeld. Een meer uitgewerkt voorbeeld van de afhankelijkheid tussen het gasbranderontwerp en de configuratie van de vlamafscherminrichting zal worden gegeven in combinatie met Figuren 9A en 9B.BE2017 / 6033 of the configurations shown and that such an additional tapered part may comprise one or more additional tapered walls which may or may not comprise perforations. Since most of the single or multiple tapered parts and parallel parts are shown in Figure 8 as including walls that are of the same length, alternative embodiments exist where walls corresponding to one part have different lengths. For example, at the tapered portion 820 as shown in configuration A of Figure 8, the first tapered wall 820a can have a length that is smaller compared to the length of the second tapered wall 820b. Although distances between different walls are the same in the embodiments shown, it is clear to those skilled in the art that these distances may vary and depend on a specific burner design of the gas burner for which the flame shielding device has been developed. A more detailed example of the dependence between the gas burner design and the flame shielding device configuration will be given in conjunction with Figures 9A and 9B.

Figuren 9A en 9B tonen een voorbeelduitvoeringsvorm van de vlamafscherminrichting volgens de uitvinding, waarbij de vlamafscherminrichting geplaatst is rond een branderas. Meer in het bijzonder toont Figuur 9A een geopend zijaanzicht, terwijl Figuur 9B een bovenaanzicht toont. Figuur 9A toont een vlamafscherminrichting met een taps deel 920 en een evenwijdig deel 910, waarbij beide delen enkelwandig zijn. De vlamafscherminrichting is geplaatst rond een branderas 30 van een afvalgasbrander, waarbij de branderas 30 in dit geval overeenkomt met de afvalpijp 20 van de afvalgasbrander. De configuratie van de vlamafscherminrichting en het ontwerp van de afvalgasbrander zullen duidelijk worden wanneer Figuren 9A en 9B in combinatie met elkaar worden bekeken. De afvalgasbrander omvat een afvalpijp 20 met een binnenste pijp en een overeenkomstige binnenste pijpopening 10, die kan worden gezien als overeenkomend met de brandertip zoals getoond in voorgaande Figuren. Door de afvalpijp 20 wordt te verbranden afval geïntroduceerd in een branderzone van de afvalgasbrander. Rond de afvalpijp 20 is een afvalgasinlaat 11 geplaatst voor het introduceren van afvalgas in de branderzone van de afvalgasbrander. In de uitvoeringsvorm van Figuren 9A en 9B is de branderzone omgeven, bij de zijkanten daarvan, door de wand van het tapse deel 920. Verder in de uitvoeringsvormen van Figuren 9A en 9B zijn drie satellietbranders verschaft rondom de afvalpijp 20, waarbij elke satellietbrander een satellietbranderpijp 20a, 20b, 20c en een satellietbrandertip 10a, 10b, 10c omvat. Rond de configuratie van satellietbranders is een pilootbrander verschaft die een pilootbranderas 30', een pilootbranderpijp 20' en een pilootbrandertip 10' omvat. Het samenstel van de pilootbrander en de satellietbrander is geconfigureerd om een vlam te verschaffen om afval en/of afvalgas dat wordt verschaft door de centraal gepositioneerde afvalpijp 20 te verbranden of te verassen. Er wordt opgemerkt dat dit één specifieke uitvoeringsvorm van een gasbrander is welke wordt beschreven om aan te tonen dat de toepassing van de vlamafscherminrichting volgens deFigures 9A and 9B show an exemplary embodiment of the flame-shielding device according to the invention, wherein the flame-shielding device is placed around a burner axis. More specifically, Figure 9A shows an open side view, while Figure 9B shows a top view. Figure 9A shows a flame shielding device with a tapered part 920 and a parallel part 910, both parts being single-walled. The flame shielding device is placed around a burner axis 30 of a waste gas burner, the burner axis 30 in this case corresponding to the waste pipe 20 of the waste gas burner. The configuration of the flame shielding device and the design of the waste gas burner will become apparent when Figures 9A and 9B are viewed in combination with each other. The waste gas burner comprises a waste pipe 20 with an inner pipe and a corresponding inner pipe opening 10, which can be seen as corresponding to the burner tip as shown in previous Figures. Waste to be incinerated is introduced through the waste pipe 20 into a burner zone of the waste gas burner. A waste gas inlet 11 is placed around the waste pipe 20 for introducing waste gas into the waste gas burner burner zone. In the embodiment of Figures 9A and 9B, the burner zone is surrounded, at its sides, by the wall of the tapered portion 920. Further, in the embodiments of Figures 9A and 9B, three satellite burners are provided around the waste pipe 20, each satellite burner having a satellite burner pipe 20a, 20b, 20c and a satellite burner tip 10a, 10b, 10c. A pilot burner is provided around the configuration of satellite burners which includes a pilot burner axis 30 ', a pilot burner pipe 20' and a pilot burner tip 10 '. The pilot burner and satellite burner assembly is configured to provide a flame to burn or incinerate waste and / or waste gas provided by centrally positioned waste pipe 20. It is noted that this is one specific embodiment of a gas burner which is described to demonstrate that the use of the flame-shielding device according to the

BE2017/6033 uitvinding niet gelimiteerd is tot eenvoudige branders omvattende een enkelvoudige brandertip. Aangezien functionaliteit van het specifieke branderontwerp niet het doel is van deze aanvrage, wordt een gedetailleerde beschrijving hiervan weggelaten. Het wordt verondersteld dat de vakman zich bewust is van meerdere mogelijke branderontwerpen en de functionaliteit daarvan.BE2017 / 6033 invention is not limited to simple burners comprising a single burner tip. Since functionality of the specific burner design is not the object of this application, a detailed description thereof is omitted. It is assumed that the person skilled in the art is aware of several possible burner designs and their functionality.

De pijpen van het brandersamenstel zijn omgeven door het evenwijdige deel 910 bij ten minste een deel van de lengte van de pijpen, waarbij ongeveer ter hoogte van de afvalpijptip 10 en/of brandertippen 10, 10', 10a, 10b, 10c, het nauwe open uiteinde van het tapse deel 920 is verbonden met het evenwijdige deel 910. Buiten het tapse deel 920 en evenwijdige deel 910 van de vlamafscherminrichting is de behuizing 90 van het brandersamenstel voorzien. In de getoonde uitvoeringsvorm is de behuizing geconfigureerd om een meer nauwe doorgang te hebben ter hoogte van het evenwijdige deel 910 en een meer brede doorgang te hebben ter hoogte van het tapse deel 920. Samen met de configuratie van de vlamafscherminrichting kan dit een Venturieffect veroorzaken in (omgevings)lucht die wordt verschaft van onderaan en die opwaarts reist doorheen de nauwe doorgang van de branderbehuizing 90 in de richting van de brede doorgang van de branderbehuizing. Het Venturi-effect kan hoge snelheidsluchtstromen te weeg brengen in nabijheid van de vlam gecreëerd door het brandersamenstel. Echter door het verschaffen van het evenwijdige deel 910 en het tapse deel 920 kan een vlam die wordt uitgestoten van de brandertip worden afgeschermd van lucht of wind met hoge snelheden. Op deze manier kan een stabiele vlam worden verschaft en behouden. Verder, aangezien het tapse deel 920 zich uitstrekt weg van de brandertip 10, 10', 10a, 10b, 10c, vanaf het nauwe open uiteinde naar het wijde open uiteinde, en aangezien het tapse deel een afbuigingshoek α bepaalt bij het nauwe open uiteinde van het tapse deel 920, is de vorm van het tapse deel 920 aangepast om, enerzijds, omgevingslucht langsheen het tapse deel 920 te leiden, en, anderzijds, om omgevingslucht aan te zuigen in de richting van de vlam via het wijde open uiteinde van het tapse deel 920. In de uitvoeringsvorm van Figuur 9A en 9B is het tapse deel voorzien van meerdere perforaties 125, 125', 125”. Op deze manier wordt de vlam voorzien van meer zuurstof op een gecontroleerde wijze zodanig dat de stabiliteit van de vlam nog verder kan worden verbeterd wat leidt tot een betere verbranding. De getoonde perforaties hebben een cirkelvormige vorm en zijn voorzien in een configuratie omvattende een eerste rij 125, een tweede rij 125' en een derde rij 125” van perforaties. De eerste rij 125 is voorzien in nabijheid van het nauwe open uiteinde van het tapse deel 920 en omvat tien perforaties of gaten. De derde rij 125” is voorzien in nabijheid van het wijde open uiteinde van het tapse deel 920 en omvat veertien perforaties of gaten. De tweede rij 125' is voorzien tussen de eerste rij 125 en de derde rij 125” en omvat twaalf perforaties of gaten. In het getoonde voorbeeld kan het nauwe open uiteinde van het tapse deel 920 een diameter d1 van ongeveer 500 mm hebben, het wijde open uiteinde van het tapse deel 920 kan een diameter d2 van ongeveer 800 mm hebben, en elke perforatie van de meerdere perforaties 125, 125', 125” kan een diameter hebben van ongeveerThe pipes of the burner assembly are surrounded by the parallel part 910 at at least a part of the length of the pipes, with the narrow opening approximately at the level of the waste pipe tip 10 and / or burner tips 10, 10 ', 10a, 10b, 10c the end of the tapered part 920 is connected to the parallel part 910. Outside the tapered part 920 and parallel part 910 of the flame-shielding device, the housing 90 is provided with the burner assembly. In the embodiment shown, the housing is configured to have a more narrow passage at the parallel part 910 and a more wide passage at the tapered part 920. Together with the configuration of the flame shielding device, this can cause a Venturi effect in (ambient) air provided from below and traveling upward through the narrow passage of the burner housing 90 toward the wide passage of the burner housing. The Venturi effect can produce high velocity air currents in the vicinity of the flame created by the burner assembly. However, by providing the parallel portion 910 and the tapered portion 920, a flame ejected from the burner tip can be shielded from air or wind at high speeds. In this way, a stable flame can be provided and maintained. Further, since the tapered part 920 extends away from the burner tip 10, 10 ', 10a, 10b, 10c, from the narrow open end to the wide open end, and since the tapered part defines a deflection angle α at the narrow open end of the tapered part 920, the shape of the tapered part 920 is adapted to, on the one hand, direct ambient air along the tapered part 920, and, on the other hand, to suck in ambient air in the direction of the flame via the wide open end of the tapered part 920. In the embodiment of Figures 9A and 9B, the tapered part is provided with a plurality of perforations 125, 125 ', 125 ". In this way the flame is supplied with more oxygen in a controlled manner such that the stability of the flame can be further improved, which leads to a better combustion. The perforations shown have a circular shape and are provided in a configuration comprising a first row 125 ', a second row 125' and a third row 125 'of perforations. The first row 125 is provided in the vicinity of the narrow open end of the tapered portion 920 and comprises ten perforations or holes. The third row 125 "is provided in the vicinity of the wide open end of the tapered portion 920 and includes fourteen perforations or holes. The second row 125 'is provided between the first row 125 and the third row 125 "and comprises twelve perforations or holes. In the example shown, the narrow open end of the tapered part 920 can have a diameter d1 of about 500 mm, the wide open end of the tapered part 920 can have a diameter d2 of about 800 mm, and each perforation of the multiple perforations 125 , 125 ", 125" can have a diameter of approximately

BE2017/6033BE2017 / 6033

100 mm, in een zodanige configuratie kan het tapse deel 920 een hoogte hebben van ongeveer 650 mm en het evenwijdige deel 910 kan een hoogte hebben van 250 mm. Het is duidelijk voor de vakman dat deze afmetingsparameters enkel indicatief zijn en dat afmetingen van de vlamafscherminrichting volgens de uitvinding kunnen aangepast worden op basis van de afmeting van de brander of het brandersamenstel waarop de inrichting is gemonteerd of dient te worden gemonteerd.100 mm, in such a configuration, the tapered part 920 can have a height of about 650 mm and the parallel part 910 can have a height of 250 mm. It is clear to a person skilled in the art that these dimension parameters are only indicative and that dimensions of the flame-shielding device according to the invention can be adjusted on the basis of the dimensions of the burner or burner assembly on which the device is mounted or is to be mounted.

Figuren 10A, 10B en 10C tonen een verdere voorbeelduitvoeringsvorm van de vlamafscherminrichting volgens de uitvinding, waarbij het tapse deel een eerste wand 1020a en een tweede wand 1020b omvat. Meer in het bijzonder tonen Figuren 10A en 10B zijaanzichten van de vlamafscherminrichting, terwijl Figuur 10C een bovenaanzicht toont. Figuur 10A toont een vlamafscherminrichting met een taps deel omvattende een dubbelwandig taps deel 1020a, 1020b en een enkelwandig evenwijdig deel 1010. Een andere manier om de configuratie van Figuur 10A te bekijken is dat de vlamafscherminrichting een enkelwandig taps deel 1020b en een dubbelwandig evenwijdig deel 1020a, 1010 heeft, waarbij een eerste evenwijdige wand 1020a van het evenwijdige deel zich gedeeltelijk uitstrekt vanaf het nauwe open uiteinde van het tapse deel in de richting van het wijde open uiteinde van het tapse deel over een afstand die overeenkomt met een afstand die kleiner is dan een derde van de hoogte van het enkelwandig taps deel 1020b, zoals getoond in Figuur 10C omgeeft de wand 1020a op nauwe wijze de afvalgasinlaat 11 van de afvalpijp 20. De afvalpijp 20 heeft verder een binnenpijp met een overeenkomstige binnenpijpopening 10. Door de afvalpijp 20 wordt te verbranden afval geïntroduceerd in een branderzone van de afvalgasbrander en door de afvalgasinlaat 11 kan afvalgas worden geïntroduceerd in de branderzone van de afvalgasbrander. Door de wand 1020a op nauwe wijze rond de afvalpijp 20 te plaatsen, wordt een lokale verbrandingsomgeving gecreëerd waarin zuurstof kan worden beperkt voor de verbranding van afval en/of afvalgas afkomstig van de afvalpijpopening 10 en/of gasinlaat 11. Op deze manier wordt een scheiding gevormd tussen de oxidator en/of lucht, enerzijds, en het afval en/of afvalgas anderzijds, wat helpt om vlamlik (flame lick) te voorkomen. In de getoonde uitvoeringsvorm is de wand 1020a voorzien van meerdere perforaties die toestaan dat lucht de interne ruimte van de wand 1020b op gecontroleerde wijze bereikt.Figures 10A, 10B and 10C show a further exemplary embodiment of the flame-shielding device according to the invention, wherein the tapered part comprises a first wall 1020a and a second wall 1020b. More specifically, Figures 10A and 10B show side views of the flame shielding device, while Figure 10C shows a top view. Figure 10A shows a flame shielding device with a tapered part comprising a double-walled tapered part 1020a, 1020b and a single-walled parallel part 1010. Another way to view the configuration of Figure 10A is that the flame-shielding device comprises a single-walled tapered part 1020b and a double-walled parallel part 1020a 1010, wherein a first parallel wall 1020a of the parallel portion extends partially from the narrow open end of the tapered portion toward the wide open end of the tapered portion over a distance corresponding to a distance that is less than one third of the height of the single-walled tapered part 1020b, as shown in Figure 10C, the wall 1020a closely encloses the waste gas inlet 11 of the waste pipe 20. The waste pipe 20 further has an inner pipe with a corresponding inner pipe opening 10. Through the waste pipe 20 waste to be incinerated introduced into a burner zone of the waste gas burner and through the waste gas inlet 11, waste gas can be introduced into the burner zone of the waste gas burner. By placing the wall 1020a tightly around the waste pipe 20, a local combustion environment is created in which oxygen can be limited for the combustion of waste and / or waste gas from the waste pipe opening 10 and / or gas inlet 11. In this way a separation is achieved formed between the oxidizer and / or air on the one hand, and the waste and / or waste gas on the other, which helps to prevent flame lick. In the embodiment shown, the wall 1020a is provided with a plurality of perforations that allow air to reach the internal space of the wall 1020b in a controlled manner.

In een voorbeelduitvoeringsvorm omvatten de meerdere perforaties vijf rijen, waarbij elke rij twaalf cirkelvormige perforaties omvat met een diameter van ongeveer 10 mm. Het is echter duidelijk voor de vakman dat de specifieke configuratie en de afmetingen van de perforaties kunnen veranderen in overeenkomst met het branderontwerp van de gasbrander, fakkelgasbrander of afvalgasbrander waarop de vlamafscherminrichting is gemonteerd of dient worden te gemonteerd. Hoewel niet getoond in Figuren 10A, 10B en 10C, kan tussen de wand 1020a en deIn an exemplary embodiment, the plurality of perforations comprise five rows, each row comprising twelve circular perforations with a diameter of approximately 10 mm. However, it is clear to those skilled in the art that the specific configuration and dimensions of the perforations may change in accordance with the burner design of the gas burner, torch gas burner or waste gas burner on which the flame shielding device is mounted or is to be mounted. Although not shown in Figures 10A, 10B and 10C, between the wall 1020a and the

BE2017/6033 wand 1020b een pilootbrander en één of meerder satellietbranders worden verschaft, bijvoorbeeld zoals getoond in Figuren 9A en 9B. In een voorkeursuitvoeringsvorm zouden de satellietbranders zijn gepositioneerd op zodanige wijze dat de afstand tussen de overeenkomstige satellietbrandertip en de wand 1020a in hoofdzaak gelijk is aan de afstand tussen de respectievelijke satellietbrandertip en de wand 1020b. Op deze manier kan vlamschade aan de wanden 1020a, 1020b worden vermeden.BE2017 / 6033 wall 1020b, a pilot burner and one or more satellite burners are provided, for example, as shown in Figures 9A and 9B. In a preferred embodiment, the satellite burners would be positioned in such a way that the distance between the corresponding satellite burner tip and the wall 1020a is substantially equal to the distance between the respective satellite burner tip and the wall 1020b. In this way, flame damage to the walls 1020a, 1020b can be avoided.

Zoals getoond in Figuren 10A en 10B is het tapse deel 1020b voorzien van meerdere perforaties 125, 1254', 125”. Op deze manier wordt de vlam voorzien van meer zuurstof op een gecontroleerde wijze zodanig dat de stabiliteit van de vlam verder kan worden verbeterd wat leidt tot een betere verbranding. De getoonde perforaties zijn van een circulaire of halfcirculaire vorm en zijn verschaft in een configuratie die een eerste rij 125, een tweede rij 125', en een derde rij 125” van perforaties omvat. De eerste rij 125 is verschaft in nabijheid van het nauwe open uiteinde van het tapse deel 1020b en omvat tien perforaties of gaten. De derde rij 125” is verschaft in nabijheid van het wijde open uiteinde van het tapse deel 1020b en omvat veertien perforaties of gaten met een halfcirculaire vorm. De tweede rij 125' is voorzien tussen de eerste rij 125 en de derde rij 125” en omvat twaalf perforaties of gaten. In het getoonde voorbeeld kan het nauwe open uiteinde van het tapse deel 1020b wat overeenkomt met de diameter van het evenwijdige deel 1010, een diameter d1 hebben van ongeveer 500 mm, het wijde open uiteinde van het tapse deel 1020b kan een diameter d2 van ongeveer 800 mm hebben. In een zodanige configuratie kan het tapse deel 1020b een hoogte hebben van ongeveer 470 mm en het evenwijdige deel 1010 kan een hoogte hebben van 250 mm. Het is duidelijk voor de vakman dat deze afmetingsparameters enkel indicatief zijn en dat afmetingen van de vlamafscherminrichting volgens de uitvinding kunnen worden aangepast op basis van afmetingen van de brander of het brandersamenstel waarop de inrichting is gemonteerd of dient te worden gemonteerd. In toevoeging tot het tapse deel 1020b en het evenwijdige deel 1010, omvat het buitenste deel van de vlamafscherminrichting verder een bijkomend taps deel 1030. In het getoonde voorbeeld kan het nauwe open uiteinde van het bijkomende tapse deel 1030, dat overeenkomt met de diameter van het evenwijdige deel 1010, een diameter d1 van ongeveer 500 mm hebben, het wijde open uiteinde van het bijkomende tapse deel 1030 kan een diameter d3 van ongeveer 612 mm hebben. In een zodanige configuratie kan het bijkomende tapse deel 1030 een hoogte hebben van ongeveer 50 mm. Het is duidelijk voor de vakman dat deze afmetingsparameters enkel indicatief zijn en dat afmetingen van de vlamafscherminrichting volgens de uitvinding kunnen worden aangepast op basis van afmetingen van de brander of brandersamenstel waarop de inrichting is gemonteerd of dient te worden gemonteerd.As shown in Figures 10A and 10B, the tapered portion 1020b is provided with a plurality of perforations 125, 1254 ', 125 ". In this way the flame is supplied with more oxygen in a controlled manner such that the stability of the flame can be further improved, which leads to a better combustion. The perforations shown are of a circular or semi-circular shape and are provided in a configuration comprising a first row 125, a second row 125 ', and a third row 125 "of perforations. The first row 125 is provided in proximity to the narrow open end of the tapered portion 1020b and includes ten perforations or holes. The third row 125 "is provided in the vicinity of the wide open end of the tapered portion 1020b and includes fourteen perforations or holes with a semi-circular shape. The second row 125 'is provided between the first row 125 and the third row 125 "and comprises twelve perforations or holes. In the example shown, the narrow open end of the tapered part 1020b corresponding to the diameter of the parallel part 1010 can have a diameter d1 of about 500 mm, the wide open end of the tapered part 1020b can have a diameter d2 of about 800 mm. In such a configuration, the tapered portion 1020b can have a height of about 470 mm and the parallel portion 1010 can have a height of 250 mm. It is clear to the person skilled in the art that these dimension parameters are only indicative and that dimensions of the flame-shielding device according to the invention can be adjusted on the basis of dimensions of the burner or burner assembly on which the device is mounted or must be mounted. In addition to the tapered part 1020b and the parallel part 1010, the outer part of the flame-shielding device further comprises an additional tapered part 1030. In the example shown, the narrow open end of the additional tapered part 1030, which corresponds to the diameter of the parallel part 1010, have a diameter d1 of about 500 mm, the wide open end of the additional tapered part 1030 can have a diameter d3 of about 612 mm. In such a configuration, the additional tapered portion 1030 can have a height of about 50 mm. It is clear to the person skilled in the art that these dimension parameters are only indicative and that dimensions of the flame-shielding device according to the invention can be adjusted on the basis of dimensions of the burner or burner assembly on which the device is mounted or has to be mounted.

BE2017/6033 Terwijl de principes van de uitvinding hierboven beschreven zijn aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, zal begrepen worden dat de beschrijvingstekst gemaakt is ter voorbeeld en niet als beperkend voor de beschermingsomvang die wordt bepaald door de aangehangen conclusies.BE2017 / 6033 While the principles of the invention have been described above with reference to specific embodiments, it will be understood that the description text is made by way of example and not as limiting to the scope of protection defined by the appended claims.

Claims

Conclusions

A flame shielding device (100) for placement around a burner axis (30) of a burner tip (10) of a gas burner, torch gas burner or waste gas burner (20), the flame shielding device (100) comprising a tapered portion (120) configured around the burner axis ( 30) at least at the level of the burner tip (10), the tapered part (120) having a narrow open end (121) and a wide open end (122), the tapered part (120) extending in a direction away from the burner tip (10) from the narrow open end (121) to the wide open end (122);

wherein the burner shaft (30) and the tapered portion (120) define a deflection angle α at the narrow open end (121) of the tapered portion (120).

The flame shielding device (100) according to claim 1, further comprising a parallel portion (110) configured to surround the burner axis (30) and to be positioned substantially parallel to the burner axis (30) of the burner tip (10), wherein a first end of the parallel member is connected to the narrow open end (121) of the tapered member (120).

The flame shielding device (100) according to claim 2, wherein the parallel part (110) comprises an open cylinder.

The flame shielding device (100) of claim 1, 2 or 3, wherein the tapered portion (120) comprises an open body.

The flame shielding device (100) according to claim 4, wherein the open body is a conical body.

The flame shielding device (100) according to any one of the preceding claims, wherein the parallel part (110) is coaxially disposed around the burner axis (30).

The flame shielding device (100) according to any of the preceding claims, wherein a surface of the tapered portion (120) comprises a plurality of perforations (125).

The flame shielding device (100) according to claim 7, wherein the plurality of perforations (125) make up at least 10%, preferably at least 20%, more preferably at least 30%, and most preferably at least 40% of the surface of the fixed part.

BE2017 / 6033

A flame shielding device (100) according to any one of the preceding claims, wherein the deflection angle α between 5 ° and 65 °, preferably between 5 ° and 55 °, more preferably between 5 ° and 45 °, and most preferably between 10 ° and 35 °.

The flame shielding device (100) according to any of the preceding claims, wherein a ratio of a cross-sectional distance (d1) from the narrow open end (121) of the tapered portion (120) to a cross-sectional distance (d2) of the wide open end (122) of the tapered portion (120) is between 0.5 and 1.0, preferably between 0.5 and 0.9, more preferably between 0.6 and 0.8, and most preferably between 0.6 and 0.7.

The flame shielding device (100) according to any of the preceding claims, further comprising an additional tapered portion (130) that has a narrow open end (131) and a wide open end (132), the additional tapered portion (130) extending from its narrow open end (131) to its wide open end (132), the narrow open end (131) thereof being connected to the narrow open end (121) of the tapered portion (120);

wherein the burner shaft (30) and the additional tapered portion (130) define an additional deflection angle β at the narrow open end (131) of the additional tapered portion (130).

The flame shielding device (100) according to any of the preceding claims 2-10, further comprising an additional tapered portion (130) having a narrow open end (131) and a wide open end (132), the additional tapered portion (130) view extending from one end of the parallel portion (110) opposite the end connected to the tapered portion (120), from its narrow open end (131) to its wide open end (132);

wherein the parallel portion (110) and the additional tapered portion (130) define an additional deflection angle β at the narrow open end (131) of the additional tapered portion (130).

The flame shielding device (100) according to claim 11 or 12, wherein the additional tapered portion (130) comprises an open body.

The flame shielding device (100) of claim 13, wherein the open body is a conical body.

The flame shielding device (100) according to any of the preceding claims 11-14, wherein the additional deflection angle β between 5 ° and 65 °, preferably between 5 ° and 55 °, more preferably between 5 ° and 45 °, and most preferably between 10 ° and 35 °.

BE2017 / 6033

The flame shielding device (100) according to any of the preceding claims 11-15, wherein a ratio of a cross-sectional distance (d1) from the narrow open end (131) of the additional tapered portion (130) to a cross-sectional distance (d2) of the wide open end (132) of the additional tapered portion (130) is between 0.5 and 0.9, preferably between 0.6 and 0.9, more preferably between 0.6 and 0.8, and most preferably between 0.7 and 0.8.

A flame shielding device (100) according to any one of the preceding claims, wherein the tapered part comprises at least one tapered wall.

The flame-shielding device (100) according to claim 17, wherein the tapered part comprises at least two tapered walls, the at least two tapered walls being concentrically positioned around the burner axis.

The flame-shielding device (100) according to any one of the preceding claims 2-18, wherein the parallel part comprises at least one parallel wall.

The flame shielding device (100) of claim 19, wherein the parallel member comprises at least two parallel walls, the at least two parallel walls being concentrically positioned about the burner axis.

A flame shielding device (100) according to any one of the preceding claims 11-20, wherein the tapered part comprises at least one tapered wall.

The flame shielding device (100) according to claim 21, wherein the additional tapered part comprises at least two tapered walls, the at least two tapered walls being concentrically positioned around the burner axis.

An assembly of a gas burner, torch gas burner or waste gas burner and a flame shielding device (100) according to any one of the preceding claims, wherein the flame shielding device (100) is mounted on the waste gas burner such that at least one of the tapered part, the parallel part (110) and the additional tapered part surrounds the burner axis at the burner tip.