[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

BE1024394B1 - Steunmodule voor een adaptief slaapsysteem en adaptief slaapsysteem - Google Patents

Steunmodule voor een adaptief slaapsysteem en adaptief slaapsysteem Download PDF

Info

Publication number
BE1024394B1
BE1024394B1 BE2016/5933A BE201605933A BE1024394B1 BE 1024394 B1 BE1024394 B1 BE 1024394B1 BE 2016/5933 A BE2016/5933 A BE 2016/5933A BE 201605933 A BE201605933 A BE 201605933A BE 1024394 B1 BE1024394 B1 BE 1024394B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
support
leaf spring
drive shaft
modules
adaptive
Prior art date
Application number
BE2016/5933A
Other languages
English (en)
Inventor
Brussel Karel Jozef Van
Hans Lieve Jos Druyts
Wilde Tom De
Original Assignee
Custom8 Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Custom8 Nv filed Critical Custom8 Nv
Priority to BE2016/5933A priority Critical patent/BE1024394B1/nl
Priority to PCT/EP2017/082828 priority patent/WO2018109090A1/en
Priority to US16/467,081 priority patent/US11344133B2/en
Priority to CN201780077267.2A priority patent/CN110087511B/zh
Priority to EP17825449.6A priority patent/EP3554316B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1024394B1 publication Critical patent/BE1024394B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C23/00Spring mattresses with rigid frame or forming part of the bedstead, e.g. box springs; Divan bases; Slatted bed bases
    • A47C23/06Spring mattresses with rigid frame or forming part of the bedstead, e.g. box springs; Divan bases; Slatted bed bases using wooden springs, e.g. of slat type ; Slatted bed bases
    • A47C23/062Slat supports
    • A47C23/067Slat supports adjustable, e.g. in height or elasticity
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C23/00Spring mattresses with rigid frame or forming part of the bedstead, e.g. box springs; Divan bases; Slatted bed bases
    • A47C23/06Spring mattresses with rigid frame or forming part of the bedstead, e.g. box springs; Divan bases; Slatted bed bases using wooden springs, e.g. of slat type ; Slatted bed bases
    • A47C23/062Slat supports
    • A47C23/068Slat supports with additional supports between the ends of the slats
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C19/00Bedsteads
    • A47C19/02Parts or details of bedsteads not fully covered in a single one of the following subgroups, e.g. bed rails, post rails
    • A47C19/021Bedstead frames
    • A47C19/025Direct mattress support frames, Cross-bars
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C27/00Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
    • A47C27/04Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with spring inlays
    • A47C27/06Spring inlays
    • A47C27/061Spring inlays of adjustable resiliency
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C27/00Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
    • A47C27/04Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with spring inlays
    • A47C27/06Spring inlays
    • A47C27/062Spring inlays of different resiliencies
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C27/00Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas
    • A47C27/04Spring, stuffed or fluid mattresses or cushions specially adapted for chairs, beds or sofas with spring inlays
    • A47C27/06Spring inlays
    • A47C27/065Spring inlays of special shape

Landscapes

  • Invalid Beds And Related Equipment (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft een steunmodule voor gebruik in een adaptief slaapsysteem en een slaapsysteem omvattende dergelijke steunmodules, waarvan de weerstand op een eenvoudige manier aangepast kan worden aan de anatomie en/of houding van een gebruiker. De steunmodule voor een adaptief slaapsysteem omvat een bovenste steunelement, minstens twee aandrijfassen, minstens twee bladveren, parallel aan elkaar gepositioneerd, elke bladveer omvattende een eerste en een tweede uiteinde, waarbij elk eerste uiteinde verbonden is met het eerste steunelement en elk tweede uiteinde in contact staat met een aanliggende aandrijfas via een koppelingselement, waarbij de positie van het tweede uiteinde van een bladveer ten opzichte van de aanliggende aandrijfas de vervormingsweerstand van deze bladveer bepaalt, en waarbij het koppelingselement geconfigureerd is om de rotationele beweging van minstens één aandrijfas over te brengen op de bladveer om de positie van het tweede uiteinde van de bladveer ten opzichte van de aanliggende aandrijfas te wijzigen.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
CUSTOM8 NV 3001, HEVERLEE België (72) Uitvinder(s) :
VAN BRUSSEL Karel Jozef
3000 LEUVEN
België
DRUYTS Hans Lieve Jos 3370 BOUTERSEM België
DE WILDE Tom 3110 ROTSELAAR België (54) STEUNMODULE VOOR EEN ADAPTIEF SLAAPSYSTEEM EN ADAPTIEF SLAAPSYSTEEM
100 (57) De huidige uitvinding betreft een steunmodule voor gebruik in een adaptief slaapsysteem en een slaapsysteem omvattende dergelijke steunmodules, waarvan de weerstand op een eenvoudige manier aangepast kan worden aan de anatomie en/of houding van een gebruiker. De steunmodule voor een adaptief slaapsysteem omvat een bovenste steunelement, minstens twee aandrijfassen, minstens twee bladveren, parallel aan elkaar gepositioneerd, elke bladveer omvattende een eerste en een tweede uiteinde, waarbij elk eerste uiteinde verbonden is met het eerste steunelement en elk tweede uiteinde in contact staat met een aanliggende aandrijfas via een koppelingselement, waarbij de positie van het tweede uiteinde van een bladveer ten opzichte van de aanliggende aandrijfas de vervormingsweerstand van deze bladveer bepaalt, en waarbij het koppelingselement geeonfigureerd is om de rotationele beweging van minstens één aandrijfas over te brengen op de bladveer om de positie van het tweede uiteinde van de bladveer ten opzichte van de aanliggende aandrijfas te wijzigen.
Figure BE1024394B1_D0001
Figure BE1024394B1_D0002
RG.1B
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Publicatienummer: 1024394 Nummer van indiening: BE2016/5933
Internationale classificatie: A47C 23/06 Datum van verlening: 07/02/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 14/12/2016.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
CUSTOM8 NV, Romeinsestraat 18, 3001 HEVERLEE België;
vertegenwoordigd door
DE CLERCQ Ann, Ed. Gevaertdreef 10a, 9830, ST MARTENS LATEM;
VANHALST Koen Victor Rachel, Ed. Gevaertdreef 10a, 9830, ST MARTENS LATEM;
GOESAERT Hans, Ed. Gevaertdreef 10a, 9830, ST MARTENS LATEM;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: STEUN MODULE VOOR EEN ADAPTIEF SLAAPSYSTEEM EN ADAPTIEF SLAAPSYSTEEM .
UITVINDER(S):
VAN BRUSSEL Karel Jozef, Riddersstraat 26, 3000, LEUVEN;
DRUYTS Hans Lieve Jos, Katspoelstraat 15, 3370, BOUTERSEM;
DE WILDE Tom, Molenstraat 38, 3110, ROTSELAAR;
VOORRANG:
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 07/02/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE2016/5933
STEUNMODULE VOOR EEN ADAPTIEF SLAAPSYSTEEM EN ADAPTIEF SLAAPSYSTEEM
TECHNISCH VELD
De onderhavige aanvraag heeft betrekking op een adaptief slaapsysteem, dat toelaat het verend vermögen actief en/of passief aan te passen aan de anatomie en/of houding van de gebruiker.
TECHNOLOGISCHE ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Hoewel een goed slaapcomfort een belangrijke bijdrage vormt voor het welzijn van de mens, bieden weinig slaapsystemen een optimale lichaamsondersteuning voor de gebruiker. In een groot aantal slaapsystemen rust de gebruiker op een matras die wordt ondersteund door een lattenbodem. Om een aangepaste ondersteuning te bieden aan de verschillende zones van het lichaam, laten diverse Systemen een lokale insteiling van het verend vermögen van de lattenbodem toe. Zo kan bijvoorbeeld de zone ter hoogte van de heupen minder verend worden gemaakt dan de zone ter hoogte van de romp.
Een aantal van dergelijke Systemen maakt gebruik van lattenparen die via een paar schuifinrichtingen kunnen worden opgespannen, zoals beschreven in de Europese octrooiaanvraag EP0919163. Dergelijke slaapsystemen hebben het nadeel dat ze vooraf worden ingesteld, en geen rekening houden met eventuele veranderingen in de lighouding van de gebruiker, bijvoorbeeld van zijlig naar ruglig.
Andere slaapsystemen verdelen op een passieve wijze de druk op het lichaam van de gebruiker, onder invloed van het gewicht van de gebruiker. Een voorbeeld van een dergelijk systeem is een waterbed. Hoewel dergelijke slaapsystemen zieh aanpassen aan de houding van de gebruiker, hebben ze doorgaans het nadelige effect dat de zone ter hoogte van de heup te diep zal inzakken, waardoor een goede lichaamsondersteuning wordt gecompromitteerd.
Adaptieve slaapsystemen kunnen een oplossing vormen voor deze Problemen. Dergelijke Systemen kunnen gedurende de slaap van een persoon de lichaamsondersteuning op een actieve manier wijzigen, zodat het kan voldoen aan de hoogste eisen op vlak van lichaamsondersteuning. Het aanbod aan dergelijke Systemen is momenteel beperkt. Europees octrooi EP2255293 beschrijft een
BE2016/5933 slaapsysteem waarbij aan de hand van diverse metingen een aantal verschillende zones in het systeem aangestuurd worden, die zo het lichaam optimaal kunnen ondersteunen. Dit wordt gerealiseerd via afzonderlijk opblaasbare kamers. De aansturing van de zones kan volledig autonoom gebeuren tijdens de slaap van de gebruikers.
Internationale octrooiaanvrage WO2015139921 beschrijft een slaapsysteem bestaande uit een veelvoud aan basismodules, waarbij elk basismodule een set van latten omvat die boven elkaar gepositioneerd zijn en waarbij aan de hand van een schuifmechanisme de rigiditeit van de basismodule en bij uitbreiding de rigiditeit van het slaapsysteem aangepast kan worden. Hierbij worden twee schuifelementen ten opzichte van elkaar verschoven over een lengte van twee of meerdere latten; waarbij de verschuiving overeenkomt met de verandering in rigiditeit.
De huidige adaptieve slaapsystemen zijn echter erg complex, wat een groter risico op defecten inhoudt. Hierdoor kan de correcte werking in het gedrang komen. De complexiteit kan ook de gebruiksvriendelijkheid Verlagen, doordat verkeerde insteilingen moeilijker te achterhalen zijn voor een gewone gebruiker. Daarnaast vereist de complexe opbouw ook een veelheid aan (dure) materiaal en werkkracht, wat de productie en verkoopprijs verhoogt. Hierdoor worden dergelijke complexe Systemen vooral gebruikt voor analyse van slaapgedrag, en niet als slaapsysteem voor dagelijks gebruik, bijvoorbeeld door gebruikers met rugklachten. Er is dus nood aan een adaptief slaapsysteem dat een oplossing biedt voor één of meerdere van voorgaande problemen.
SAMENVATTING
De onderhavige uitvinding en de geprefereerde uitvoeringsvormen ervan hebben tot doel een oplossing te bieden voor één of meerdere van de voornoemde en andere nadelen. Hiertoe betreft de huidige uitvinding in zijn meest algemene vorm een steunmodule voor gebruik in een slaapsysteem waarvan de weerstand op een eenvoudige manier aangepast kan worden. Daarnaast hebben de hierin voorziene slaapsystemen, die bestaan uit verschillende steunmodules volgens de huidige uitvinding, waarbij verschillende steunmodules verschillende zones vormen, het voordeel dat verschillende zones kunnen ingesteld worden om een verschillende ondersteuning te bieden. De hierin beschreven Systemen kunnen bovendien ingesteld worden als adaptief slaapsysteem, omvattende een veelvoud van steunmodules,
BE2016/5933 waarvan het verend vermögen actief kan aangepast worden aan de anatomie en/of houding van een gebruiker.
De uitvinders hebben ontdekt dat de steunmodule en/of het adaptief slaapsysteem omvattende een steunmodule volgens de onderhavige uitvinding leiden tot verbeterde gebruiksvriendelijkheid, comfort, veiligheid en stabiliteit van het slaapsysteem, een groter instelbereik van de mechanische karakteristieken, alsook een meer efficiënte productiekost en/of -tijd ten opzichte van de slaapsystemen volgens de stand der techniek.
In het bijzonder omvat de uitvinding de volgende aspecten:Aspect 1: Een steunmodule (100) voor een adaptief slaapsysteem, omvattende:
een eerste, bovenste steunelement (110);
minstens twee aandrijfassen (140, 140’), waarbij de aandrijfassen in een vlak gelegen zijn, parallel ten opzichte van een eerste steunelement (110);
minstens twee bladveren (130, 130’), parallel aan eikaar gepositioneerd, elke bladveer omvattende een eerste en een tweede uiteinde, waarbij elk eerste uiteinde verbonden is met het eerste steunelement (110) en elke bladveer in contact staat met een aanliggende aandrijfas (140) via een koppelingselement (150);
waarbij de positie van het tweede uiteinde van een bladveer (130) ten opzichte van de aanliggende aandrijfas (140) de vervormingsweerstand van deze bladveer (130) bepaald, en waarbij het koppelingselement (150) geconfigureerd is om de rotationele beweging van minstens één aandrijfas (140) over te brengen op de bladveer (130) om de positie van het tweede uiteinde van de bladveer (130) ten opzichte van de aanliggende aandrijfas (140) te wijzigen.
Aspect 2: De steunmodule (100) volgens aspect 1, waarbij het tweede uiteinde van een bladveer (130) een koppeling vormt met het koppelingselement (150) via een veelvoud van complementaire elementen.
Aspect 3: De steunmodule (100) volgens aspect 1 of 2, waarbij het koppelingselement (150) van een eerste aandrijfas (130) en het koppelingselement (150) van een tweede aandrijfas (130) met eikaar een koppeling vormen via een veelvoud van complementaire elementen.
BE2016/5933
Aspect 4: De steunmodule (100) volgens aspect 2 of 3, waarin de koppelingselement(en) (150) en het tweede uiteinde van de bladveer/bladveren (130) in elkaar grijpende tanden, ribben of groeven bevatten.
Aspect 5: De steunmodule (100) volgens één der aspecten 1 tot 4, waarbij de steunmodule (100) verder een tweede, onderste steunelement (160) omvat, waarbij het tweede uiteinde van elke bladveer (130) geklemd is tussen de aanliggende aandrijfas (140) en het tweede steunelement (160).
Aspect 6: De steunmodule (100) volgens één der aspecten 1 tot 5, waarbij de bladveren (130) uit een elastisch kunststof of composietmateriaal vervaardigd zijn, bij voorkeur uit een thermoplastisch elastomeer vervaardigd zijn.
Aspect 7: De steunmodule (100) volgens één der aspecten 1 tot 6 waarbij de steunmodule verder een drijfwerk (190) omvat geconfigureerd om minstens één aandrijfas (130) aan te drijven.
Aspect 8: De steunmodule (100) volgens één der aspecten 1 tot 7, waarbij de steunmodule (100) verder een controle-eenheid omvat, geconfigureerd om het drijfwerk en de aandrijving van minstens één aandrijfas aan te sturen.
Aspect 9: De steunmodule volgens aspect 8, waarbij de controle-eenheid één of meerdere sensoren (250) omvat.
Aspect 10: Een adaptief en modulair slaapsysteem (200), omvattende een veelvoud van steunmodules (100) volgens één der aspecten 1 tot 9, waarvan de bovenste steunelementen (110) van het veelvoud van steunmodules (100) samen een ligvlak vormen.
Aspect 11: Het adaptief en modulair slaapsysteem (200) volgens aspect 10, waarbij minstens een deel van het veelvoud van steunmodules (100) met elkaar gekoppeld is. Aspect 12: Het adaptief en modulair slaapsysteem (200) volgens aspect 11, omvattende ten minste twee groepen van elk één of meerdere steunmodules (100) die met elkaar gekoppeld zijn, waarbij elke groep van steunmodules een verschillend veervermogen heeft.
Aspect 13: Het adaptief en modulair slaapsysteem (200) volgens aspect 12, waarbij elke groep van steunmodules (100) voorzien is van een afzonderlijk drijfwerk (190) voor het aandrijven van minstens één aandrijfas van een veelvoud van steunmodules binnen de betreffende groep van steunmodules (100).
Aspect 15: Een adaptief en modulair slaapsysteem (200) volgens één der aspecten 10 tot 13, omvattende een veelvoud aan lattenmodules (200), waarbij in elke lattenmodule minstens twee van de steunmodules (100) gekoppeld zijn aan een liggende lat (210) of
BE2016/5933 waarbij het bovenste steunelement van minstens twee steunmodules (100) samen een liggende lat (210) vormen, en waarbij de liggende latten van een veelvoud van lattenmodules (200) samen een ligvlak vormen.
Aspect 1: Het adaptief en modulair slaapsysteem (200) volgens één der aspect 10 tot 14 waarbij het veelvoud aan steunmodules (100) ondersteund wordt door een overkoepelend kader of slaapsysteemsteunelement.
Aspect 16: Het gebruik van een steunmodule (100) volgens één der aspecten 1 tot 9 als onderdeel van een adaptief en modulair slaapsysteem (200).
Aspect 17: Het gebruik volgens aspect 16 voor de aanpassing van het veervermogen naar de houding, gewicht en/of de anatomie van een gebruiker van het adaptief en modulair slaapsysteem (200).
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
De volgende beschrijving van de figuren van specifiek voorziene uitvoeringsvormen van de hierin beschreven Systemen is enkel bij wijze van voorbeeld om de kenmerken van de uitvinding beter te illustreren en is niet bedoeld om de huidige uiteenzetting, haar toepassing of gebruik te beperken. In de tekeningen refereren corresponderende referentienummers naar dezelfde of overeenkomstige delen en kenmerken.
Doorheen de figuren wordt de volgende nummering aangehouden: 100, 100’ steunmodule; 110 - bovenste, eerste steunelement; 130, 130’ - bladveer/bladveren; 140, 140’ - aandrijfas(sen); 150, 150’ - koppelingselement(en) of koppelingselement(en); 160 - onderste, tweede steunelement; 190, 190’ drijfwerk(en); 200 - adaptief en modulair slaapsysteem; 210 - liggende lat; 220 kader; 250 - sensor.
FIG. 1: toont een schematische voorsteliing van een steunmodule (100) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij de steunmodule (100) getoond wordt in vooraanzicht (FIG. 1A); in bovenaanzicht (FIG. 1B); en in onderaanzicht (FIG 1C).
FIG. 2: toont een schematische voorsteliing van een steunmodule (100) volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de huidige uitvinding waarbij de steunmodule (100) getoond wordt in zijaanzicht (FIG 2A) en in bovenaanzicht (FIG. 2B).
FIG. 3: toont een schematische voorsteliing van een steunmodule (100) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de huidige uitvinding waarbij de wijziging van de
BE2016/5933 vervormingsweerstand wordt geillustreerd. FIG. 3A toont een eerste stand met een eerste positie van de bladveren (130, 130’); FIG. 3B1 toont een tweede stand met een tweede positie van de bladveren (130, 130’), waarbij FIG. 3B2 de verandering in vervormingsweerstand iliustreert ten opzichte van de eerste stand; FIG. 3C1 toont een derde stand met een derde positie van de bladveren (130, 130’), waarbij FIG. 3C2 de verandering in vervormingsweerstand iliustreert ten opzichte van de eerste stand.
FIG. 4A en FIG. 4B: tonen een doorsnede van verschillende uitvoeringsvormen van slaapsysteem omvattende een veelvoud van steunmodules (100, 100’) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de”, “het” zowei het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is.
De termen “omvatten”, “omvat” zoals verder gebruikt, zijn synoniem met “inclusief”, “includeren” of “bevatten, “bevat” en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of werkwijze stappen niet uit. De termen “omvatten”, “omvat” zijn inclusief de term “bevatten”.
De opsomming van numerieke waarden aan hand van een cijferbereik omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowei als de geciteerde eindpunten.
De term “ongeveer”, zoals gebruikt wanneer gerefereerd wordt naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en zo meer, is bedoeld om variaties te omsluiten van +/-10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, meer bij voorkeur +/-1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/-0.1 % of minder, van en vanaf de gespecificeerde waarde, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te functioneren in de bekend gemaakte uitvinding. Het dient te worden verstaan dat de waarde waarnaar de term “ongeveer” refereert op zieh, ook werd bekend gemaakt.
Alle in deze beschrijving aangehaalde referenties worden hierbij door verwijzing in hun geheel opgenomen.
In de volgende passages worden verschillende aspecten van de uitvinding nader gedefinieerd. Elk aspect zo gedefinieerd kan worden gecombineerd met een ander aspect of aspecten, tenzij het tegendeel duidelijk wordt aangegeven. In het bijzonder, een kenmerk aangeduid als de “voorkeur” of “voordelig” kan worden gecombineerd met andere kenmerken of eigenschappen die vermeld worden als “voorkeur” en/of “voordelig”. Verwijzing in deze specificatie naar één (voorkeur)uitvoeringsvorm of een (voorkeur)uitvoeringsvorm betekent dat een bepaaide functie, structuur of
BE2016/5933 karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm van toepassing is in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Wanneer de zinnen in één (voorkeur)uitvoeringsvorm of een (voorkeur)uitvoeringsvorm op verschillende plekken in deze specificatie worden vermeld verwijzen zij niet noodzakelijk naar dezelfde uitvoeringsvorm, hoewel dit niet wordt uitgesloten. Voorts kunnen de beschreven kenmerken, structuren of karakteristieken worden gecombineerd op elke geschikte wijze, zoals duidelijk zal voor een deskundige in de materie op basis van deze beschrijving. De beschreven en in de conclusies geclaimde (voorkeur)uitvoeringsvormen kunnen worden gebruikt in elke combinatie. In de onderhavige beschrijving van de uitvinding wordt verwezen naar de bijgaande tekeningen die er deel van uitmaken, en die specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding illustreren. Cijfers tussen haakjes of in het vet verbonden aan bepaalde elementen illustreren de betreffende elementen als voorbeeld, zonder de elementen hierdoor te beperken. Het moet worden begrepen dat andere uitvoeringsvormen kunnen worden gebruikt en structureel of logische wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder het bereik van de huidige uitvinding te verlaten. De volgende gedetailleerde beschrijving dient niet beschouwd te worden als beperkend, en de omvang van de onderhavige uitvinding wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.
Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen bekend gemaakt in de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad, worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt.
De term “uiteinde” van een object, in het bijzonder “uiteinde van een bladveer”, zoals hierin gebruikt omvat ook een gedeelte van dit object, in het bijzonder de bladveer, die zieh nabij dat uiteinde bevindt; meer bepaaid het eerste en het tweede uiteinde omvatten ook het gedeelte dat zieh op een afstand van het uiteinde bevindt die kleiner is dan 10% van de lengte of van de relevante dimensie van het object, in het bijzonder de bladveer, bij voorkeur kleiner dan 5% van de lengte of van de relevante dimensie van het object, in het bijzonder de bladveer.
De term “loodrecht” zoals hierin gebruikt kan een zekere afwijking omvatten van een exact loodrechte oriëntatie. Meer in het bijzonder wordt een eerste vlak of object geacht loodrecht te zijn gepositioneerd ten opzichte van een tweede vlak of object als
BE2016/5933 de hoek tussen de vlakken bepaald door deze objecten tussen de 85° en 95° bedraagt, bij voorkeur tussen 87° en 92°, liever tussen 88° en 91°, en liefst 90°.
De term “parallel” of “evenwijdig” zoals hierin gebruikt kan een zekere afwijking omvatten van een exact parallelle of evenwijdige oriëntatie. Meer in het bijzonder wordt een eerste viak of object geacht parallel te zijn gepositioneerd ten opzichte van een tweede viak of object als de hoek tussen de vlakken of de vlakken bepaald door deze objecten tussen de 0° en 5° bedraagt, bij voorkeur tussen 0° en 2°, liever tussen 0° en 1°, en liefst 0°.
De term “ligvlak” zoals hierin gebruikt duidt op het viak van het slaapsysteem voor het ondersteunen van een matras of dergelijke en/of voor het ondersteunen van een gebruiker van het slaapsysteem.
De term “slaapsysteem” zoals hierin gebruikt verwijst naar een opstelling zoals een bed die doorgaans gebruikt wordt om te slapen. Het zal echter duidelijk zijn voor de vakman dat deze term niet bedoeld is om een beperking uit te drukken naar het mogelijk gebruik van de Systemen. Zo kunnen de hierin beschreven slaapsystemen ook gebruikt worden om op te liggen, zonder dat er noodzakelijk geslapen wordt.
De termen “vervormingsweerstand” of “weerstand tot vervorming” van een bladveer en/of een steunmodule verwijzen naar de structurele eigenschap of stijfheid van een bladveer en/of een steunmodule om een vervorming te weerstaan onder invloed van een kracht (druk) van buitenaf. Een bijzonder voorbeeld van een vervorming van een bladveer en/of steunmodule is een buiging; waarbij ook gesproken kan worden van een “buigweerstand” of “weerstand tot buiging”. Deze eigenschap wordt bepaald door een combinatie van een aantal structuur- en materiaaleigenschappen; onder andere de sterkte, elasticiteit, plasticiteit, breukweerstand, enzovoort. Deze eigenschappen zijn bepalend voor en kunnen als synoniem beschouwd worden van “veervermogen” of “verend vermögen”.
De termen “vervormingshoek” of “hoek bij vervorming”, of in het bijzonder “buigingshoek” of “hoek bij buiging” zijn rechtstreek verbonden aan de vervormingsweerstand of buigweerstand van de bladveer, en worden bepaald door de vervorming, zoals de verplaatsing of buiging van de bladveer ten opzichte van een referentiepositie van de bladveer in onbelaste vorm. ln de context van de huidige
BE2016/5933 uitvinding kan deze referentiepositie een niet-rechte lijn en/of een vervormde toestand aannemen, afhankelijk van de positie van het tweede uiteinde van de bladveer ten opzichte van de aanliggende aandrijfas, of anders gezegd van de positie van het contactpunt tussen de bladveer en de aanliggende aandrijfas langsheen de lengte van de bladveer: bij een rotationele beweging van deze aandrijfas zal de positie van het tweede uiteinde wijzigen (of de plaats van het contactpunt tussen bladveer en aanliggende aandrijfas Iangs de bladveer wijzigen), en daardoor ook de referentiepositie veränderen. Wanneer vervolgens een kracht (druk) wordt uitgeoefend op de bladveer, zal deze vervormen tot een bepaalde vervormingsstand, welke afhankelijk is van de grootte van de kracht (druk) en de vervormingsweerstand. De “maximale vervorming” wordt gedefinieerd als de maximale vervorming dat de bladveer kan weerstaan zonder schade te ondergaan, zoals plastische deformatie, breuk, en dergelijke. In een bijzonder voorbeeld kan deze vervorming ook gemeten worden als een vervormings- of buigingshoek. De maximale vervormings- of buigingshoek is dan de maximale buiging dat een bladveer zonder schade kan ondergaan.
De aanvrager heeft een steunmodule ontwikkeld voor gebruik in een adaptief slaapsysteem, waarin de weerstand en het verend vermögen van de steunmodule en bijgevolg van het slaapsysteem omvattende dergelijke steunmodules op een eenvoudige manier aangepast kan worden aan de anatomie en/of houding van de gebruiker door middel van bladveren met aanpasbare stijfheid. Door een veelvoud van dergelijke steunmodules te positioneren over een opperviak wordt een adaptief slaapsysteem bekomen. De stijfheid of vervormingsweerstand van elke bladveer bepaalt rechtstreeks het veervermogen van het slaapsysteem. Doordat deze steunmodules gezamenlijk en/of afzonderlijk aanpasbaar zijn, kan ook het veervermogen van het adaptief slaapsysteem in zijn geheel of beperkt tot bepaalde zones aangepast worden.
Een adaptief slaapsysteem omvattende de steunmodules volgens de huidige uitvinding is gebruikersvriendelijk, veilig, stabiel en comfortabel. Doordat de steunmodules eenvoudig kunnen aangemaakt worden met behulp van kunststofmaterialen wordt ook de constructie van de steunmodule en bij uitbreiding het volledige adaptief slaapsysteem volgens de huidige uitvinding zeer tijds- en kostenefficiënt. Daarnaast zijn de afmetingen van de individuele steunmodules volgens de huidige uitvinding zeer compact, wat hun stockage vergemakkelijkt. De steunmodules volgens de huidige uitvinding zijn ook zeer stabiel en robuust, waardoor ze minder gevoelig zijn aan
BE2016/5933 slijtage of breuk. Al deze voordelen dragen verder toe tot de tijds- en kostenefficiëntie van de uitvinding; bijvoorbeeld doordat de mankracht, transportkost, transporttijd, installatiekost, installatietijd, en/of stockagekosten kunnen verbeterd worden. Daarnaast hebben de uitvinders ook gevonden dat het gebruik van de steunmodule en/of het adaptief slaapsysteem volgens de huidige uitvinding zeer geschikt is om het slaapcomfort, welzijn, lichaamsondersteuning en/of gezondheid van een gebruiker te verbeteren; zowel bij een tijdelijk gebruik (bv. in een ziekenhuis na een rugletsel, of onderzoekscentrum bij rugklachten), alsook bij langdurig gebruik (bv. thuis). Het adaptief slaapsysteem als hierin beschreven omvattende een veelvoud aan steunmodules volgens de huidige uitvinding is zeer geschikt voor gebruikers met zeer hoge comforteisen of voor gebruikers met een medische aandoening, zoals rugpijn, schouderpijn, of een afwijkende anatomie en slaapprofiel, en dergelijke.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een steunmodule voor een adaptief slaapsysteem, omvattende: (A) een bovenste steunelement, (B) minstens één, bij voorkeur minstens twee aandrijfassen; (C) minstens één bladveer; bij voorkeur minstens twee bladveren, die parallel aan elkaar gepositioneerd zijn, waarbij elke bladveer een eerste uiteinde en een tweede uiteinde omvat, waarbij elke eerste uiteinde verbonden is met het eerste steunelement en waarbij de bladveer, in het bijzonder elke tweede uiteinde van de bladveer, in contact staat met een aanliggende aandrijfas via een koppelingselement; waarbij de positie van het tweede uiteinde van een bladveer ten opzichte van de aanliggende aandrijfas de vervormingsweerstand of stijfheid van deze bladveer bepaaid, en waarbij het koppelingselement geeonfigureerd is om de rotationele beweging van minstens één aandrijfas over te brengen op de bladveer om zo de positie van het tweede uiteinde van de bladveer ten opzichte van de aanliggende aandrijfas te wijzigen. Een voorkeuruitvoeringsvorm van een steunmodule volgens de huidige uitvinding staat geillustreerd in FIG. 1 (FIG. 1A-1C), zoals hieronder besproken.
In de huidige uitvinding is de stijfheid of vervormingsweerstand van de bladveer aanpasbaar en kan zo op een eenvoudige manier de weerstand en het verend vermögen van de steunmodule en bijgevolg van het slaapsysteem omvattende dergelijke steunmodules worden aangepast. Dit wordt geillustreerd in FIG. 3. De vervormingsweerstand van de bladveer is afhankelijk van de positie van het tweede uiteinde ten opzichte van het koppelingselement en/of de aandrijfas. Het contactpunt
BE2016/5933 van het koppelingselement met de bladveer bepaalt het contactpunt van de hefboomwerking. Bij verplaatsing van het tweede uiteinde, in het bijzonder door een rotatie van de aandrijfas, verschuift dit contactpunt over de lengte van de bladveer en verändert bijgevolg de vervormingsweerstand van de bladveer. In het bijzonder, wanneer het tweede uiteinde zieh nabij het koppelingselement en/of de aandrijfas bevindt, met andere woorden wanneer het contactpunt tussen de bladveer en het koppelingselement zieh aan of nabij het tweede uiteinde van de bladveer bevindt (FIG. 3B1), zal de vervormingsweerstand minimaal zijn en de vervorming maximaal (FIG. 3B2). Hoe verder de positie van het tweede uiteinde van het koppelingselement en/of de aandrijfas verwijderd is, met andere woorden hoe groter de afstand tussen het tweede uiteinde van de bladveer en het contactpunt tussen bladveer en koppelingselement is (FIG. 3C1), hoe meer de vervormingsweerstand zal stijgen en de vervorming (de maximale elastische vervorming) zal afnemen (FIG. 3C2). De positie van het tweede uiteinde van een bladveer kan actief gewijzigd worden door een rotationele beweging van minstens één aandrijfas, waardoor bijgevolg ook de vervormingsweerstand en de vervorming van de bladveer gewijzigd worden. Wanneer er vervolgens een kracht (druk) wordt uitgeoefend op het bovenste steunelement, bijvoorbeeld door een gebruiker, zal deze kracht worden opgevangen door minstens twee bladveren welke het bovenste steunelement effectief ondersteunen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm kan het contactpunt tussen bladveer en koppelingselement over minstens 10% of 20% van de totale lengte van de bladveer worden verschoven, bij voorkeur over minstens 30%, of zelfs minstens 35%, in het bijzonder waarbij de afstand tussen het contactpunt tussen bladveer en koppelingselement en een uiteinde van de bladveer met minstens 10% of 20% van de totale lengte van de bladveer wordt vergroot of verkleind, bij voorkeur met minstens 30%, of zelfs minstens 35% wordt vergroot of verkleind, met corresponderende verandering van de positie van het tweede uiteinde van de bladveer ten opzichte van het koppelingselement en/of de aandrijfas.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de bladveren symmetrisch en parallel aan elkaar gepositioneerd, met de tweede uiteinden van de bladveer gericht naar een imaginair vlak gelegen tussen de aandrijfassen en loodrecht op het bovenste steunelement. Dit zorgt voor een gebalanceerde doorbuiging van het steunelement. De steunmodule verkrijgt hierdoor een actieve aanpassing aan de totale vervormingsweerstand welke de som is van de afzonderlijke vervormingsweerstand van elke bladveer.
BE2016/5933
In andere voorkeursuitvoeringsvormen omvat minstens één bladveer een vervormingsweerstand verschillend van minstens één, andere bladveer. De afstelling van verschillende vervormingsweerstanden laat toe om het bovenste steunelement te Iaten draaien onder een bepaalde hoek; bijvoorbeeld van 5° tot 25°. Dit kan noodzakelijk zijn voor bepaalde therapeutische toepassingen, en/of bepaalde anatomische afwijkingen van een gebruiker. Bovendien kunnen sommige gebruikers dit als meer comfortabel ervaren.
In sommige geprefereerde uitvoeringsvormen zijn de aandrijfassen in een vlak gelegen dat parallel ten opzichte van het bovenste steunelement loopt. Door de aandrijfassen in hetzelfde vlak te positioneren wordt een bijkomende stabiliteit en rigiditeit van de steunmodule verkregen.
Verschillende uitvoeringsvormen kunnen beschouwd worden voor het koppelingselement dat geconfigureerd is om de rotationele beweging van minstens één aandrijfas over te brengen op de bladveer om zo de positie van het tweede uiteinde van de bladveer ten opzichte van de aanliggende aandrijfas te wijzigen. In sommige uitvoeringsvormen zijn zowel het koppelingselement als de bladveer geconfigureerd om de rotationele beweging van minstens één aandrijfas over te brengen op de bladveer. Zo kunnen de bladveer en/of het koppelingselement geconfigureerd zijn om een hoge graad van wrijving tussen bladveer en koppelingselement te beogen, zoals vb. door bladveer en/of koppelingselement te vervaardigen uit een materiaal met hoge wrijvingsweerstand.
In bepaalde voorkeursuitvoeringsvormen zijn het tweede uiteinde van minstens één bladveer en het koppelingselement gekoppeld door een complementaire mechanische overbrenging, voor een efficiënte overdracht van de rotatie van de aandrijfas op de bladveer. In sommige geprefereerde uitvoeringsvormen omvat de complementaire mechanische overbrenging een veelvoud van complementaire structuren die geconfigureerd zijn om in elkaar te grijpen, zoals tanden, ribben, groeven, pinnen en openingen, en dergelijke meer.
Een complementaire mechanische overbrenging laat in het algemeen een goede overdracht door van beweging van de aandrijfas (via het koppelingselement) en de bladveer, met daarbij een minimum aan kans voor blokkade of terugval. Hierdoor wordt de steunmodule nog stabieler en betrouwbaarder. Daarbovenop laat dergelijke complementaire mechanische overbrenging met in elkaar grijpende complementaire
BE2016/5933 structurer! toe om de om de rotationele beweging van een aandrijfas over te zetten in discrete standen; waarbij bijvoorbeeld eike tand overeenkomt met een specifieke stand en bijhorende vervormingsweerstand van de bladveer. In andere voorkeursuitvoeringsvormen is de positie van het tweede uiteinde van de bladveer continu varieerbaar. Deze verschillende uitvoeringsvormen Iaten toe dat de vervormingsweerstand van de steunmodule eenvoudig aangepast kan worden naar de vraag van de gebruiker en/of de producent.
In sommige uitvoeringsvormen zijn het koppelingselement van een eerste aandrijfas en het koppelingselement van een tweede, bij voorkeur naburige, aandrijfas gekoppeld door een complementaire mechanische overbrenging, bij voorkeur omvattende een veelvoud van complementaire structuren die geconfigureerd zijn om in elkaar te grijpen, zoals tanden, ribben, groeven, pinnen en openingen, en dergelijke meer.
Het contact tussen de koppelingselementen van twee of meer aandrijfassen dat een mechanische overbrenging tussen de aandrijfassen toelaat, zorgt ervoor dat een rotatie van een eerste aandrijfas leidt tot een evenredige rotatie van de tweede aandrijfas, waardoor door aandrijving van één aandrijfas, de (minstens) twee gekoppelde assen röteren en bijgevolg de twee bladveren in contact met eike aandrijfas tegelijk worden verplaatst. Dit zorgt voor een zeer efficiënte aandrijving en/of aanpassing van de vervormingsweerstand van de steunmodule. De vervormingsweerstand van de bladveren verbonden aan de koppelingselementen wordt immers gelijktijdig aangepast, wat de betrouwbaarheid, veiligheid en gebruikerssvriendelijkheid van de steunmodule bevordert.
In sommige uitvoeringsvormen omvat de steunmodule verder een onderste steunelement, geconfigureerd ter ondersteuning van de steunmodule. Hierdoor wordt de kracht (druk) uitgeoefend op de steunmodule, zoals vb. door een gebruiker van het slaapsysteem, verder ondersteund door een tweede steunelement. In bepaalde uitvoeringsvormen kan dit bijvoorbeeld een kader of steunlat van een bed zijn, of een element verbonden aan een dergelijk kader of steunlat. In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de aandrijfassen gepositioneerd boven het onderste steunelement, optioneel met een ophanging die voorkomt dat de aandrijfas tegen het steunelement drukt. In een meer specifieke uitvoeringsvorm zijn de bladveren geklemd tussen de minstens één aanliggende aandrijfas en het onderste steunelement. Door de bladveer of bladveren te klemmen zijn er geen bijkomende klem- en/of koppelmiddelen
BE2016/5933 meer nodig om de bladveer stabiel te houden. Bovendien voorkomt dit dat de bladveer losspringt of terugschuift van het koppelingselement, bijvoorbeeld tijdens afstelling en bevordert de overdracht van de rotationele beweging van de aandrijfas op de bladveer.
In sommige uitvoeringsvormen vormen het bovenste steunelement en de eerste uiteinden van de minstens twee bladveren één geheei en/of zijn ze onlosmakelijk verbonden. Deze uitvoeringsvorm zorgt voor een bijkomende stabiliteit van de steunmodule. Bovendien voorkomt dit het losschieten van het bovenste steunelement, bijvoorbeeld bij een hoge kracht zoals een zwaar gewicht. Hierdoor wordt de steunmodule nog veiliger en voorkomt het ongewenst letsel in geval van inzakking of misgebruik.
In een meest algemene uitvoeringsvorm is elke materiaalsoort geschikt voor de bladveren zolang het verende eigenschappen bevat. Echter, bepaalde verende materiaalsoorten kunnen na verloop van tijd en/of gebruik een plastische vervorming ondergaan, waardoor ze träger of niet meer naar de rusttoestand terugkeren. In het bijzonder metalen bladveren zijn hierdoor minder geschikt als bladveer in de steunmodule volgens de huidige uitvinding.
In bepaalde voorkeursuitvoeringsvormen zijn de bladveren uit een verende kunststof en/of composietmateriaal vervaardigd. In sommige geprefereerde uitvoeringsvormen zijn de bladveren uit een thermoplastisch elastomeer vervaardigd, zoals de thermoplastische Copolyester Elastomeren (gekend als TPE, COPE en TPC)
De uitvinders hebben gevonden dat dergelijke elastische kunststoffen en/of composieten zeer geschikt zijn voor de uitvinding, doordat deze doorgaans een goede balans hebben tussen elasticiteit en rigiditeit. In het bijzonder vertonen thermoplastische elastomeren weinig tot geen slijtage na langdurig en/of frequent gebruik, en zijn ze goed plastisch vervormbaar. Dergelijke materialen zijn bovendien vrij verkrijgbaar, goedkoop en eenvoudig in productie. In het bijzonder zijn bladveren uit thermoplastische elastomeren eenvoudig te vervaardigen via een spuitgietproces. Dit draagt verder toe tot de tijds- en kostenefficiëntie van de productie van de steunmodule.
In sommige uitvoeringsvormen hebben de bladveren een Iengte (in gestrekte toestand) van minstens 5.0 cm tot hoogstens 30.0 cm; bij voorkeur van 7.5 tot 25.0 cm; meer bij voorkeur 10.0 tot 20.0 cm; bij meeste voorkeur 12.0 tot 16.0 cm, zoals ongeveer 14.0
BE2016/5933 cm. In sommige uitvoeringsvormen hebben de bladveren een breedte van minstens 1 cm; bij voorkeur van minstens 1.5 cm, zoals tussen 2 cm en 5 cm. In sommige uitvoeringsvormen hebben de bladveren een breedte van minstens 1.0 cm tot hoogstens 20 cm; bij voorkeur van 1.5 cm tot 10; meer bij voorkeur tussen 2 cm en 5 cm.
In sommige uitvoeringsvormen zijn de bladveren geconfigureerd om een kracht van minstens 1 N tot hoogstens 100 N te weerstaan; bij voorkeur van 10 tot 80 N; meer bij voorkeur 25 tot 75 N. In sommige uitvoeringsvormen zijn de bladveren geconfigureerd om een gewicht van minstens 1 kg tot hoogstens 10 kg bij voorkeur van 2 tot 9 kg; meer bij voorkeur 3 tot 8 kg te weerstaan.
In sommige uitvoeringsvormen is de steunmodule geconfigureerd om een kracht van minstens 1 N tot hoogstens 2000 N te weerstaan; bij voorkeur van 10 tot 1500 N; meer bij voorkeur 25 tot 1000 N. In sommige uitvoeringsvormen is de steunmodule geconfigureerd om een gewicht van minstens 1 kg tot hoogstens 100 kg bij voorkeur van 2 tot 75 kg; meer bij voorkeur 3 tot 50 kg te weerstaan. Onder de term “weerstaan” wordt verstaan dat de bladveer en/of de steunmodule geen blijvende structurele schade ondervindt; zoals een plastische vervorming, breuk, barst, of dergelijke. Een waarde (e.g. kracht, gewicht, hoek) dat lager ligt dan de aangegeven waarden wordt verondersteld ook weerstaan te worden.
Verder betreft de uitvinding een adaptief en modulair slaapsysteem, omvattende een veelvoud van steunmodules volgens één der voorgaande uitvoeringsvormen waarbij het veelvoud van bovenste steunelementen een ligvlak vormen. De modulaire opbouw van het slaapsysteem laat toe het slaapsysteem op eenvoudige wijze aan te passen aan de noden van de gebruiker. In sommige uitvoeringsvormen omvat het adaptief systeem een veelvoud aan lattenmodules, zoals voorgesteld in FIGs. 4A en 4B, waarbij eike lattenmodule minstens twee steunmodules volgens de huidige uitvinding omvat, in het bijzonder in serie, en gekoppeld aan minstens één liggende lat, zoals groepen van 2 of 3 liggende latten, of waarbij het bovenste steunelement van minstens twee steunmodules samen een liggende lat vormen en waarbij de liggende latten van een veelvoud van lattenmodules samen een ligvlak vormen.
In een voorkeursvorm wordt het ligvlak van het slaapsysteem volledig opgebouwd uit een aantal steunmodules zoals hierin beschreven. Dit is echter niet noodzakelijk. In bepaalde uitvoeringsvormen kan het ligvlak van het slaapsysteem gedeeltelijk worden
BE2016/5933 gevormd door één of meerdere steunmodules zoals hierboven beschreven, waarbij de rest van het ligvlak wordt gevormd door andere elementen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om enkel steunmodules te voorzien voor de zones van het slaapsysteem die het meest kritisch zijn voor de lichaamsondersteuning, zoals de zone ter hoogte van de heupen of de schouders. Voor andere zones kan eventueel een ander systeem worden voorzien, bijvoorbeeld een klassieke lattenbodem.
Het precieze aantal steunmodules waaruit het slaapsysteem is opgebouwd kan afhangen van de gebruiker, bijvoorbeeld van de lengte van de gebruiker. Een groter aantal steunmodules laat typisch een grotere vrijheid toe bij het aanpassen van het slaapsysteem aan de gebruiker. De afzonderlijke steunmodules van het slaapsysteem kunnen identiek zijn aan elkaar of van elkaar verschillen.
In sommige uitvoeringsvormen is het ligvlak verwerkt in een slaapelement, zoals in een matras, als een lattenbodem en dergelijke meer. In sommige uitvoeringsvormen is het adaptief slaapsysteem geschikt om onder een slaapelement geplaatst te worden; bijvoorbeeld een matras kan op het veelvoud van steunmodules geplaatst worden.
Wanneer twee of meerdere steunmodules gecombineerd zijn in een lattenmodule, kunnen de horizontale latten van dergelijke lattenmodule een verschillende breedte hebben. Zo kan het slaapsysteem nog beter worden aangepast aan de anatomie van de gebruiker. Het is echter voorzien dat in andere uitvoeringsvormen aile lattenmodules een gelijke breedte hebben.
De afmetingen van het (ligvlak van het) adaptief slaapsysteem wordt typisch bepaald door de lengte en breedte van het bed, in het bijzonder van het kader van het bed. Dit kader kan bovendien dienen als een gemeenschappelijk onderste steunelement waarop het veelvoud van steunmodules zoals hierin beschreven steunt. Zo kunnen bijvoorbeeld één of meerdere planken voorzien worden waarop de steunmodules geplaatst worden. Aiternatief kan ook een voliedige steunvlak worden voorzien waarop de steunmodules geplaatst kunnen worden. De afmetingen van het adaptief slaapsysteem zijn dus typisch in dezelfde orde als de typische afmetingen van bedden en worden verondersteld gekend te zijn door de vakman.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het slaapsysteem een kader dat de aan elkaar gekoppelde steunmodules omringt en bij voorkeur ondersteunt. Een dergelijk kader kan worden gebruikt om de steunmodules fysiek en visueel af te schermen van de
BE2016/5933 gebruiker. Het kader kan bijvoorbeeld de steunmodules beschermen tegen zijwaartse krachten.
In sommige uitvoeringsvormen is een veelvoud van steunmodules met elkaar gekoppeld of geschakeld. Dergelijke koppeling of schakeling kan één of meerdere van volgende verbindingen inhouden:
- de verschillende steunmodules hebben een gemeenschappelijke aandrijfas;
- de verschillende steunmodules hebben een gemeenschappelijke bovenste steunelement; en/of
- de verschillende steunmodules worden aangedreven door een gemeenschappelijk aandrijfwerk.
Dergelijke koppeling van een veelvoud aan steunmodules laat toe verschillende zones af te bakenen, waarin bijvoorbeeld voor de steunmodules in eenzelfde zone een eenzelfde vervormingsweerstand kan worden ingesteid en/of actief kan worden aangepast.
In sommige uitvoeringsvormen is het ligvlak van het slaapsysteem opgedeeld in minstens twee zones met een verschillend veervermogen. In sommige geprefereerde uitvoeringsvormen is het slaapoppervlak opgedeeld in drie zones met een verschillend veervermogen, in het bijzonder een zone afgesteld naar de schouders, taille en bekken van een gebruiker. Dergelijke indeling zorgt voor een bijzonder comfortabele uitvoeringsvorm. In sommige uitvoeringsvormen kunnen ook de hoofd-, borst- en/of voetenzone geconfigureerd zijn met een verschillend stijfheid.
In sommige uitvoeringsvormen omvat het slaapsysteem een steunmodule geplaatst om de minstens 5 tot hoogstens 30 cm; bij voorkeur 5 tot 20 cm; meer bij voorkeur 10 tot 20 cm; bij meeste voorkeur 10 tot 15 cm; bijvoorbeeld om de 12 of 13 cm. De ruimte tussen de steunmodules kan leeg zijn, of opgevuld worden met bijkomende elementen zoals bekabeling, drijfwerk, sensoren, beschermende elementen zoals een kader, of dergelijke. De uitvinders hebben gevonden dat de voorkeursafstanden voor een optimaal comfort en stabiliteit zorgen. Hogere waarden kunnen ervoor zorgen dat sommige zones onvoldoende aangepast kunnen worden; lagere waarden zijn minder tot nauwelijks voelbaar en zorgen voor overbodig gebruik van beschikbare middelen en kosten. Echter, voor specifieke gebruikers met bv medische problemen kunnen afwijkende afstanden nodig zijn.
BE2016/5933
In sommige uitvoeringsvormen kunnen de hierboven beschreven steunmodules of slaapsystemen voorzien zijn van een drijfwerk geconfigureerd om minstens één aandrijfas van een steunmodule volgens de uitvinding aan te drijven, in het bijzonder om een aandrijfas te laten röteren, voor het instellen van de positie van het tweede uiteinde van de bladveer ten opzichte van de aanliggende aandrijfas, en bijgevolg het instellen van de vervormingsweerstand van de bladveer. Drijfwerken, aandrijvingsmechanismen of actuatoren die een dergelijke rotationele beweging van de aandrijfas kunnen voorzien zijn gekend door de vakman. Het drijfwerk kan nabij een steunmodule gepositioneerd zijn, of veraf en via staven en/of verdere koppelingselementen de rotationele beweging overzetten op de aandrijfas. Bijkomend of alternatief kan elke aandrijfas of elke steunmodule aangedreven worden door afzonderlijke drijfwerken; bijvoorbeeld indien verschillende vervormingsweerstanden gewenst zijn. In sommige uitvoeringsvormen omvat het drijfwerk een handmatige aandrijving. Dit kan bijvoorbeeld een knop of wiel zijn waaraan de gebruiker draait. In geprefereerde uitvoeringsvormen omvat het drijfwerk een elektrische aandrijving. Dit kan bijvoorbeeld een elektrische motor zijn. Doorgaans is een elektrische aandrijving meer gewenst doordat dit een sneller en preciezere aandrijving geeft. Daarnaast voorkomt dit ook moeite voor de gebruiker; dit is bijkomend gewenst voor gebruiker met medische klachten. Een elektrische motor heeft wel stroomvoorziening nodig, welke kan aangeleverd worden via een batterij of een aansluiting zoals gekend door de vakman.
Het gebruik van één of meerdere drijfwerken laat toe om de instelling van een steunmodule of van de afzonderlijke (groepen van) steunmodules van een adaptief slaapsysteem te automatiseren. In bepaalde uitvoeringsvormen kan de aansturing gebeuren op vraag van de gebruiker, bijvoorbeeld via een afstandsbediening of andere interface.
Zo is in bepaalde uitvoeringsvormen van het slaapsysteem ook elke steunmodule voorzien van een eigen drijfwerk, wat het mogelijk maakt om de insteilingen (in casu vervormingsweerstand) van de verschillende steunmodules tegelijk en onafhankelijk van elkaar te wijzigen.
In een voorkeursvorm worden er groepen van twee of meer, zoals drie of vier, liggende latten verbonden aan minstens twee steunmodules.
Vaak is het zo dat naburige steunmodules van een geiijkaardige instelling voorzien worden; bijvoorbeeld naar de schouders, taille en bekken van een gebruiker. Het is daarom mogelijk dat de insteilingen van twee of meerdere (naburige) steunmodules in
BE2016/5933 een groep of zone binnen één slaapsysteem worden gecontroieerd via één enkel drijfwerk bijvoorbeeld via een gemeenschappelijke aandrijfas. In een geprefereerde uitvoeringsvorm is elke zone aangedreven door een verschillend drijfwerk. Door het koppelingselement van een aandrijfas te koppelen aan het koppelingselement van een naburige aandrijfas door de verenigbare mechanische overbrenging kan een serie van verbindingen gerealiseerd worden. Hierdoor kan door slechts één aandrijfas aan te drijven de vervormingsweerstand van een veelvoud van steunmodules gewijzigd worden. Bijkomend of alternatief kunnen deze zones ook door één drijfwerk met meerdere koppelpunten aangedreven worden.
In sommige uitvoeringsvormen kunnen de hierboven beschreven steunmodules of slaapsystemen voorzien zijn van een controle-eenheid geconfigureerd om een drijfwerk te besturen. Een controle-eenheid laat toe om een steunmodule of het slaapsysteem automatisch te besturen. Dit kan bijvoorbeeld een computer zijn, of een ander toestel in staat voor besturing van een drijfwerk.
In sommige uitvoeringsvormen omvat de controle-eenheid een afstandsbediening. Bijkomend of alternatief kan de afstandsbediening ook een communicatietoestel zijn zoals een gsm met een programma dat toegang geeft tot de controle-eenheid of de functie van een controle-eenheid vervult. Draadloze verbindingen voor dergelijke controle-eenheid zijn gekend door een vakman, vb een bluetooth ontvanger.
In sommige uitvoeringsvormen omvat de controle-eenheid één of meerdere sensoren, bijvoorbeeld accelerometers, positiesensoren, en/of druksensoren. Dergelijke sensoren kunnen geplaatst worden op het eerste steunelement en/of op een bladveer. In bepaaide uitvoeringsvormen kunnen de sensoren worden voorzien als een sensormat, die op het ligvlak en/of de matras kan worden geplaatst. Een voorbeeld van een geschikte sensormat is het Idoshape systeem ontwikkeld door Custom8 (België); deze sensormat meet verplaatsingen, of meer concreet de vervorming van een oppervlak wanneer het als matrasoppervlak dient of geplaatst wordt tussen 2 lagen van een matras. Een ander voorbeeld van een geschikte sensormat is een drukmat waarbij een druksensor de druk of gewicht meet welke uitgeoefend wordt op een bovenste steunelement, wat toelaat om de vervormingsweerstand van de steunmodule aan te passen aan de gemeten druk.
BE2016/5933
In sommige uitvoeringsvormen kan minstens één steunmodule, bij voorkeur een veelvoud van steunmodules, verder een sensor omvatten. Een voorbeeld van een slaapsysteem uitgerust met een sensor op het ligvlak is geïllustreerd in FIG. 4C.
Het is echter ook mogelijk om het drijfwerk(en) aan te sturen op basis van de output van de sensoren. In deze uitvoeringsvormen wordt een manuele instelling bij voorkeur vervangen door een automatische instelling. In sommige uitvoeringsvormen is de controle-eenheid geconfigureerd om de aandrijving aan te sturen afhankelijk van de sensormeting. Dit principe kan bijvoorbeeld toegepast worden om de vervormingsweerstand van één of meerdere steunmodules of één of meerdere zones van steunmodules aan te passen naar het lichaamsprofiel van de gebruiker, zoals de lengte en/of het gewicht, of alternatief naar het slaapprofiel, zoals de positie en/of de houding, om vervolgens de ideale ondersteuning aan te bieden.
In sommige uitvoeringsvormen is de controle-eenheid geconfigureerd om de aandrijving aan te sturen afhankelijk van de gebruikersinstelling, bijvoorbeeld via een afstandsbediening. Dit principe kan bijvoorbeeld toegepast worden voor bepaalde klachten en/of afwijkingen. Bijvoorbeeld, als een gebruiker aangeeft dat hij schouderpijn ervaart, dan kan de vervormingsweerstand van één of meerdere steunmodules gepositioneerd ter hoogte van de schouder in het slaapsysteem automatisch aangepast worden door de controle-eenheid, wat het comfort en de gebruikerservaring verder verhoogd.
Sensorgebaseerde automatische regeling zorgt ervoor dat de instelling van één of meerdere steunmodules ook tijdens de slaap van de gebruiker kan worden gewijzigd, bijvoorbeeld bij wijziging van de houding van de gebruiker. Zo kan de steunmodule of het slaapsysteem zorgen voor een optimale ondersteuning van het lichaam, bij zo goed als elke slaaphouding.
Verder betreft de uitvinding het gebruik van een steunmodule volgens één der voorgaande uitvoeringsvormen als onderdeel van een adaptief slaapsysteem.
In sommige geprefereerde uitvoeringsvormen wordt het buigvermogen van de steunmodule aangepast naar de positie, gewicht en/of de anatomie van een gebruiker.
De uitvinding betreft in een verder aspect een gebruik van een adaptief slaapsysteem slaapmodule volgens één der voorgaande uitvoeringsvormen; omvattende een veelvoud van steunmodules. In sommige geprefereerde uitvoeringsvormen wordt het
BE2016/5933 veervermogen van het adaptief slaapsysteem aangepast naar de positie, gewicht en/of de anatomie van een gebruiker.
VOORBEELDEN
Om de eigenschappen, voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding verder te verduidelijken worden hieronder enkele geprefereerde uitvoeringsvormen nader uiteengezet met verwijzing naar de bijgesloten figuren. Het is duidelijk dat dergelijke uiteenzetting niet als een beperking geïnterpreteerd moet worden voor de omvang van de uitvinding als zodanig, en in het bijzonder als uitgedrukt in de hiernavolgende conclusies.
Voorbeeld 1: Inrichting en werking van een steunmodule (100)
FIG. 1 iilustreert een steunmodule (100) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de uitvinding, in zijaanzicht (FIG. 1A); in bovenaanzicht (FIG. 1B); en in onderaanzicht (FIG 1C). Volgens dit voorbeeld omvat de steunmodule (100) een bovenste steunelement (110); minstens twee aandrijfassen (140,140’); minstens twee bladveren (130,130’), parallel aan elkaar gepositioneerd, elk bladveer (130,130’) omvattende een eerste en een tweede uiteinde, waarbij elke eerste uiteinde verbonden is met het bovenste steunelement (110) en elke tweede uiteinde in contact staat met minstens één aandrijfas (140,140’) via een koppelingselement (150,150’) gekoppeld door een verenigbare mechanische overbrenging. De verenigbare mechanische overbrenging omvat verder een veelvoud van complementaire structuren, in het bijzonder tandwielen.
De vervormingsweerstand van de steunmodule (100) wordt bepaald doordat de positie van het tweede uiteinde van een bladveer (130,130’) ten opzichte van het koppelingselement (150,150’), in het bijzonder de positie van het contactpunt tussen het koppelingselement (150,150’) en de bladveer (130,130’) ten opzichte van het tweede uiteinde van de bladveer (130,130’) de vervormingsweerstand van de bijhorende bladveer (130,130’). De vervormingsweerstand van de bladveren (130,130’), en bijgevolg van de steunmodule (100) is aanpasbaar door middel van het koppelingselement dat geconfigureerd is om bij een rotationele beweging van minstens één aandrijfas (140,140’) deze beweging over te brengen op de bladveer om zo de positie van de bladveer, in het bijzonder de positie van het contactpunt tussen koppelingselement en bladveer ten opzichte van het tweede uiteinde ervan te wijzigen.
BE2016/5933
Een bepaalde voorkeursuitvoeringsvorm van een steunmodule (100) met een verlengde aandrijfas (140) is geïllustreerd in FIGs. 2, waarbij de steunmodule (100) getoond wordt in zijaanzicht (FIG 2A) en in bovenaanzicht (FIG. 2B).
Door één aandrijfas (140) te verlengen kan de steunmodule (100) gekoppeld worden aan een drijfwerk (niet getoond in FIGs 2), bijvoorbeeld een elektrische motor, welke een rotationele beweging op de verlengde aandrijfas (140) uitoefent. Deze rotationele beweging wordt vervolgens overgebracht via het eerste koppelelement (150) dat gekoppeld werd aan een tweede koppelingselement (150’) naar de tweede aandrijfas. Doordat de twee koppelingselementen (150,150’) in verbinding staan via een tandwielkoppeling zal de rotationele beweging omgezet worden in een tweede, tegenovergestelde richting, bijvoorbeeld wijzerzin naar tegenwijzerzin. Dit zorgt ervoor dat beide aandrijfassen (140,140’) de positie van het tweede uiteinde van de respectievelijke bladveren (130,130’) in de gewenste richting wijzigen.
Deze beweging van het tweede uiteinde van de bladveren (130,130’) is geïllustreerd in FIGs. 3. De vervormingsweerstand van de bladveer is afhankelijk van de positie van het tweede uiteinde ten opzichte van het koppelingselement en/of de aandrijfas. In het bijzonder toont FIG. 3A een eerste referentiestand waarbij het tweede uiteinde van de bladveer (130,130’) zieh onderaan het koppelingselement en/of de aandrijfas bevindt, op een bepaalde afstand van het contactpunt tussen aandrijfas/koppelingselement en bladveer. De steunmodule volgens deze uitvoeringsvorm bevat verder ook een onderste steunelement (160), dat de steunmodule (100) ondersteunt, waarbij de onderste steunmodule (160) en de aandrijfassen (140,140’) zo gepositioneerd zijn dat de bladveer tussen aandrijfas (140,140’) en onderste steunmodule (160) wordt geklemd.
FIG. 3B1 illustreert een tweede stand van de steunmodule, waarbij de positie van het tweede uiteinde van de bladveer (130,130’) door rotatie van de aandrijfassen (140,140’) werd gewijzigd ten opzichte van de eerste, referentiestand, zodat het contactpunt tussen aandrijfas/koppelingselement en bladveer dichter bij het tweede uiteinde van de bladveer is gepositioneerd, m.a.w. waarbij de afstand tussen contactpunt tussen aandrijfas/koppelingselement en bladveer en het tweede uiteinde van de bladveer is verkleind. In deze tweede stand van de steunmodule zal de vervormingsweerstand minimaal zijn en de vervorming maximaal, zoals geïllustreerd in
BE2016/5933
FIG. 3B2. De neerwaartse pijlen duiden de kracht aan uitgeoefend op een steunmodule, in het bijzonder de druk.
FIG. 3C1 illustreert een derde stand van de steunmodule, waarbij de positie van het tweede uiteinde van de bladveer (130,130’) door rotatie van de aandrijfassen (140,140’) werd gewijzigd ten opzichte van de eerste, referentiestand, zodat het contactpunt tussen aandrijfas/koppelingselement en bladveer verder van het tweede uiteinde van de bladveer is gepositioneerd, m.a.w. waarbij de afstand tussen contactpunt tussen aandrijfas/koppelingselement en bladveer en het tweede uiteinde van de bladveer is vergroot. In deze derde stand van de steunmodule zal de vervormingsweerstand maximaai zijn en de vervorming minimaal, zoals geillustreerd in FIG. 3C2. Bijgevolg zal de vereiste uitgeoefende kracht om tot dezelfde vervorming te komen als bij FIG. 3B2 (i.e. de tweede stand) veel groter zijn in FIG. 3C2 (i.e. de derde stand).
Voorbeeld 2: Adaptief en modulair slaapsysteem (200)
FIGs. 4 illustreren een voorkeursuitvoeringsvorm van een onderdeel van een slaapsysteem (lattenmodule, 200). Twee steunmodules (100, 100’) ondersteunen een horizontale liggende lat (210). Het onderste steunelement van elke module is verbonden met een kader (220) van het slaapsysteem. Een drijfwerk (190, 190’) is verbonden met een aandrijfas van een steunmodule (100) om een de aandrijfas te röteren. FIG. 4A en FIG. 4B tonen verschillende uitvoeringsvormen van een onderdeel van een slaapsysteem, waarbij de aandrijfassen van de steunmodules (100, 100’) volgens de lengte van de liggende lat (210) gepositioneerd zijn (FIG. 4A), dan wel loodrecht op de lengte van de liggende late (210) gepositioneerd zijn (FIG. 4B).
Een modulair slaapsysteem (200) kan verder ook een sensor (250) omvatten zoals een druksensor of een afstandssensor, die toelaat om de vervormingsweerstand van de steunmodule aan te passen aan de belasting. FIG. 4C toont een bijzondere uitvoeringsvorm waarbij de sensor (250) vervolgens gekoppeld werd aan een drijfwerk (190), dit laat toe om de steunmodule automatisch aan te passen afhankelijk van de sensormeting. De (*) duiden meetpunten aan.
BE2016/5933

Claims (17)

  1. CONCLUSIES
    1. Een steunmodule (100) voor een adaptief slaapsysteem, omvattende:
    een eerste, bovenste steunelement (110);
    minstens twee aandrijfassen (140,140’), waarbij de aandrijfassen in een vlak gelegen zijn, parallel ten opzichte van een eerste steunelement (110);
    minstens twee bladveren (130, 130’), parallel aan eikaar gepositioneerd, elke bladveer omvattende een eerste en een tweede uiteinde, waarbij elk eerste uiteinde verbonden is met het eerste steunelement (110) en elke bladveer in contact staat met een aanliggende aandrijfas (140) via een koppelingselement (150);
    waarbij de positie van het tweede uiteinde van een bladveer (130) ten opzichte van de aanliggende aandrijfas (140) de vervormingsweerstand van deze bladveer (130) bepaald, en waarbij het koppelingselement (150) geconfigureerd is om de rotationele beweging van minstens één aandrijfas (140) over te brengen op de bladveer (130) om de positie van het tweede uiteinde van de bladveer (130) ten opzichte van de aanliggende aandrijfas (140) te wijzigen.
  2. 2. De steunmodule (100) volgens conclusie 1, waarbij het tweede uiteinde van een bladveer (130) een koppeling vormt met het koppelingselement (150) via een veelvoud van complementaire elementen.
  3. 3. De steunmodule (100) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het koppelingselement (150) van een eerste aandrijfas (130) en het koppelingselement (150) van een tweede aandrijfas (130) met eikaar een koppeling vormen via een veelvoud van complementaire elementen.
  4. 4. De steunmodule (100) volgens conclusie 2 of 3, waarin de koppelingselement(en) (150) en het tweede uiteinde van de bladveer/bladveren (130) in eikaar grijpende tanden, ribben of groeven bevatten.
  5. 5. De steunmodule (100) volgens één der conclusies 1 tot 4, waarbij de steunmodule (100) verder een tweede, onderste steunelement (160) omvat, waarbij het tweede uiteinde van elke bladveer (130) geklemd is tussen de aanliggende aandrijfas (140) en het tweede steunelement (160).
    BE2016/5933
  6. 6. De steunmodule (100) volgens één der conclusies 1 tot 5, waarbij de bladveren (130) uit een elastisch kunststof of composietmateriaal vervaardigd zijn, bij voorkeur uit een thermoplastisch elastomeer vervaardigd zijn.
  7. 7. De steunmodule (100) volgens één der conclusies 1 tot 6 waarbij de steunmodule verder een drijfwerk (190) omvat geconfigureerd om minstens één aandrijfas (130) aan te drijven.
  8. 8. De steunmodule (100) volgens één der conclusies 1 tot 7, waarbij de steunmodule (100) verder een controle-eenheid omvat, geconfigureerd om het drijfwerk en de aandrijving van minstens één aandrijfas aan te sturen.
  9. 9. De steunmodule volgens conclusie 8, waarbij de controle-eenheid één of meerdere sensoren (250) omvat.
  10. 10. Een adaptief en modulair slaapsysteem (200), omvattende een veelvoud van steunmodules (100) volgens één der conclusies 1 tot 9, waarvan de bovenste steunelementen (110) van het veelvoud van steunmodules (100) samen een ligvlak vormen.
  11. 11. Het adaptief en modulair slaapsysteem (200) volgens conclusie 10, waarbij minstens een deel van het veelvoud van steunmodules (100) met elkaar gekoppeld is.
  12. 12. Het adaptief en modulair slaapsysteem (200) volgens conclusie 11, omvattende ten minste twee groepen van elk één of meerdere steunmodules (100) die met elkaar gekoppeld zijn, waarbij elke groep van steunmodules een verschillend veervermogen heeft.
  13. 13. Het adaptief en modulair slaapsysteem (200) volgens conclusie 12, waarbij elke groep van steunmodules (100) voorzien is van een afzonderiijk drijfwerk (190) voor het aandrijven van minstens één aandrijfas van een veelvoud van steunmodules binnen de betreffende groep van steunmodules (100).
  14. 14. Een adaptief en modulair slaapsysteem (200) volgens één der conclusies 10 tot 13, omvattende een veelvoud aan lattenmodules (200), waarbij in elke lattenmodule minstens twee van de steunmodules (100) gekoppeld zijn aan een liggende lat (210) of waarbij het bovenste steunelement van minstens twee steunmodules (100) samen een liggende lat (210) vormen, en waarbij de liggende latten van een veelvoud van lattenmodules (200) samen een ligvlak vormen.
    BE2016/5933
  15. 15. Het adaptief en modulair slaapsysteem (200) volgens één der conclusie 10 tot 14 waarbij het veelvoud aan steunmodules (100) ondersteund wordt door een overkoepelend kader of slaapsysteemsteunelement.
  16. 16. Het gebruik van een steunmodule (100) volgens één der conclusies 1 tot 9 als
    5 onderdeel van een adaptief en modulair slaapsysteem (200).
  17. 17. Het gebruik volgens conclusie 16 voor de aanpassing van het veervermogen naar de houding, gewicht en/of de anatomie van een gebruiker van het adaptief en modulair slaapsysteem (200).
    BE2016/5933
BE2016/5933A 2016-12-14 2016-12-14 Steunmodule voor een adaptief slaapsysteem en adaptief slaapsysteem BE1024394B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5933A BE1024394B1 (nl) 2016-12-14 2016-12-14 Steunmodule voor een adaptief slaapsysteem en adaptief slaapsysteem
PCT/EP2017/082828 WO2018109090A1 (en) 2016-12-14 2017-12-14 Supporting module for an adaptive sleep system, and adaptive sleep system
US16/467,081 US11344133B2 (en) 2016-12-14 2017-12-14 Supporting module for an adaptive sleep system, and adaptive sleep system
CN201780077267.2A CN110087511B (zh) 2016-12-14 2017-12-14 用于自适应睡眠系统的支撑模块和自适应睡眠系统
EP17825449.6A EP3554316B1 (en) 2016-12-14 2017-12-14 Supporting module for an adaptive sleep system, and adaptive sleep system

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5933A BE1024394B1 (nl) 2016-12-14 2016-12-14 Steunmodule voor een adaptief slaapsysteem en adaptief slaapsysteem

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1024394B1 true BE1024394B1 (nl) 2018-02-07

Family

ID=57796074

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5933A BE1024394B1 (nl) 2016-12-14 2016-12-14 Steunmodule voor een adaptief slaapsysteem en adaptief slaapsysteem

Country Status (5)

Country Link
US (1) US11344133B2 (nl)
EP (1) EP3554316B1 (nl)
CN (1) CN110087511B (nl)
BE (1) BE1024394B1 (nl)
WO (1) WO2018109090A1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0680715A1 (fr) * 1994-05-06 1995-11-08 Societe De Fabrication De Transformation Et De Distribution Sommier de literie
EP2186445A1 (de) * 2008-11-13 2010-05-19 Recticel Bedding (Schweiz) AG Untermatratze für ein Bett
EP2191749A1 (de) * 2008-11-25 2010-06-02 Diemer und Dr. Jaspert GbR bestehend aus Gregor Diemer und Bodo Jaspert Randlager für Latten eines Lattenrostes
DE202016001946U1 (de) * 2015-03-26 2016-06-02 Vdd Trading & Invest N.V. Untergestell für ein Boxspring oder Komfortbett und mit derartigem Untergestell ausgerüstetes Boxspring oder Komfortbett

Family Cites Families (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US935933A (en) * 1909-01-20 1909-10-05 Jackson Cushion Spring Company Spring construction.
US935938A (en) * 1909-03-01 1909-10-05 Jackson Cushion Spring Co Spring construction.
US2545310A (en) * 1948-06-05 1951-03-13 Rosberger Max Mattress reinforcing device
US3739409A (en) * 1971-08-03 1973-06-19 Chitton K Adjustable mattress
CH619605A5 (nl) * 1977-09-30 1980-10-15 Marpal Ag
FR2631798A1 (fr) * 1988-05-25 1989-12-01 Chene Expansion Sarl Vieux Dispositif pour prise d'empreintes d'un sommier a lattes, procede et utilisation du procede
FR2771270B1 (fr) 1997-11-27 2000-02-11 Oniris Sa Dispositif d'ajustement variable de la souplesse d'un sommier a lattes
US6098223A (en) * 1998-05-07 2000-08-08 Larson; Lynn D. Inner spring mattress with firmness adjusting air bladders
CN2418761Y (zh) * 2000-03-27 2001-02-14 陈昭美 无向多点支撑睡眠装置
MX2010008952A (es) 2008-02-14 2011-03-04 Kingsdown Inc Star Aparatos y metodos para evaluar a una persona en un sistema inductor del sueño.
DE102009055782A1 (de) * 2009-03-02 2010-09-23 Thomas Beteiligungs- und Vermögens-GmbH & Co. KG Ruhemöbel, insbesondere Schlaf- oder Liegemöbel
ES2414656T3 (es) * 2009-04-27 2013-07-22 Pass Of Sweden Ab Dispositivo de mueble adaptado para recibir el peso de una persona
DE102009043009A1 (de) * 2009-08-31 2011-03-03 Thomas Beteiligungs- und Vermögens-GmbH & Co. KG Unterfederung sowie Schlaf-, Sitz- oder Liegemöbel mit Unterfederung
TW201216900A (en) * 2010-10-22 2012-05-01 han-zhong Xu capable of adjusting the elastic supporting force of a mattress to meet different needs
EP2648571A4 (en) * 2010-12-06 2014-04-23 J T Labs Ltd MATTRESS SYSTEM WITH ADJUSTABLE CONTOUR
TW201318583A (zh) * 2011-11-14 2013-05-16 han-zhong Xu 依照正躺或側躺睡姿自動調整床墊軟硬度的方法及裝置
PL2745745T3 (pl) * 2012-12-19 2020-05-18 Starsprings Ab Łóżko z automatycznie regulowanymi właściwościami
CN103142063B (zh) * 2013-03-29 2015-07-29 周升忠 具有非金属弹力件的床垫
EP2801297A1 (en) * 2013-05-08 2014-11-12 You Bed AB Furniture device with adjustable firmness
BE1022380B1 (nl) 2014-03-17 2016-03-18 Custom8 Nv Slaapsysteem
US9955795B2 (en) * 2014-06-05 2018-05-01 Matthew W. Krenik Automated bed and method of operation thereof
DE102014018363A1 (de) * 2014-12-10 2016-06-16 Doc Ag Bettrahmen mit in horizontaler Ebene einstellbaren Federleisten
DE102015000278A1 (de) * 2015-01-16 2016-07-21 Doc Ag Lattenrost mit einem Rahmen und einer Messeinrichtung
GB201504140D0 (en) * 2015-03-11 2015-04-22 Motus Mechanics Ltd Adjustable bed
CN104800019A (zh) * 2015-05-19 2015-07-29 京东方科技集团股份有限公司 一种护理床及其控制方法
US10010188B2 (en) * 2015-06-04 2018-07-03 Han-Chung Hsu Adjustable mattress structure
US10568434B2 (en) * 2016-02-24 2020-02-25 Dreamwell, Ltd. Adjustable foundation
US10441084B2 (en) * 2017-02-18 2019-10-15 Ulife Healthcare Inc. Lightweight modular bed
US10433654B2 (en) * 2017-03-09 2019-10-08 Tangtring Seating Technology Inc. Mattress with adjustable hardness

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0680715A1 (fr) * 1994-05-06 1995-11-08 Societe De Fabrication De Transformation Et De Distribution Sommier de literie
EP2186445A1 (de) * 2008-11-13 2010-05-19 Recticel Bedding (Schweiz) AG Untermatratze für ein Bett
EP2191749A1 (de) * 2008-11-25 2010-06-02 Diemer und Dr. Jaspert GbR bestehend aus Gregor Diemer und Bodo Jaspert Randlager für Latten eines Lattenrostes
DE202016001946U1 (de) * 2015-03-26 2016-06-02 Vdd Trading & Invest N.V. Untergestell für ein Boxspring oder Komfortbett und mit derartigem Untergestell ausgerüstetes Boxspring oder Komfortbett

Also Published As

Publication number Publication date
US11344133B2 (en) 2022-05-31
CN110087511A (zh) 2019-08-02
EP3554316B1 (en) 2021-09-15
US20190313807A1 (en) 2019-10-17
EP3554316A1 (en) 2019-10-23
CN110087511B (zh) 2021-11-23
WO2018109090A1 (en) 2018-06-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019561A5 (nl) Gemotoriseerde bedbodem, latrijmodule en bed.
TWM328828U (en) Health bed capable of adjusting curve of human spine
KR101670045B1 (ko) 베개 및 그 제어방법
CN103228183A (zh) 可调整轮廓的床垫系统
US9642757B2 (en) Tilt motion leisure adjustable bed base
EP2490572B1 (en) A sitting arrangement
US20150305959A1 (en) Seat, back and neck support cushion
US11375819B2 (en) Chair device, propping device, and mattress device
BE1024394B1 (nl) Steunmodule voor een adaptief slaapsysteem en adaptief slaapsysteem
EP1382320A1 (en) Massaging bed with variable configuration
JP6162110B2 (ja) ベッドレスト、特に薄板のベッドレストのための支持要素、および複数の支持要素を備えるベッドレスト
EP1643883B1 (en) Bed surface with improved structure
GB2303060A (en) Improvements to spring devices related to the hardness grading, applicable to mattresses, seats and the like
BE1022380B1 (nl) Slaapsysteem
EP2366311A1 (en) Articulated bed
CN111867542A (zh) 一种床板及护理床
NL1035506C2 (nl) Lig- of zitmeubel met mechatronisch uitgevoerde vering.
BE1018284A3 (nl) Bodem voor het ondersteunen van een matras van een bed of dergelijke.
US215631A (en) Improvement in bed-bottoms
CN214434936U (zh) 一种可调节的手动病床
US113596A (en) Improvement in bed-bottoms
KR101957280B1 (ko) 가변 상판이 구비된 침대
US167902A (en) Improvement in spring bed-bottoms
US112912A (en) Improvement in bed-bottoms
US183657A (en) Improvement in spring bed-bottoms

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180207