[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

BE1022735B1 - Injection molding of multiple elements - Google Patents

Injection molding of multiple elements Download PDF

Info

Publication number
BE1022735B1
BE1022735B1 BE2015/5100A BE201505100A BE1022735B1 BE 1022735 B1 BE1022735 B1 BE 1022735B1 BE 2015/5100 A BE2015/5100 A BE 2015/5100A BE 201505100 A BE201505100 A BE 201505100A BE 1022735 B1 BE1022735 B1 BE 1022735B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
mold
mold part
elements
injection molding
segments
Prior art date
Application number
BE2015/5100A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1022735A1 (en
Inventor
Andy Omer Elvire Nimmegeers
Original Assignee
Nimme Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nimme Bvba filed Critical Nimme Bvba
Priority to BE2015/5100A priority Critical patent/BE1022735B1/en
Priority to EP16738649.9A priority patent/EP3262265A2/en
Priority to PCT/BE2016/000013 priority patent/WO2016134427A2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022735A1 publication Critical patent/BE1022735A1/en
Publication of BE1022735B1 publication Critical patent/BE1022735B1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/0003Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor of successively moulded portions rigidly joined to each other
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/03Injection moulding apparatus
    • B29C45/04Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves
    • B29C45/0441Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves involving a rotational movement

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
  • Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Abstract

Matrijsinrichting voor het spuitgieten van meerdere elementen, bevattende een matrijs met een eerste matrijsdeel en een tweede matrijsdeel, en waarbij het tweede matrijsdeel meerdere gelijkvormige segmenten bevat die in een kring met elkaar verbonden zijn en op een as gemonteerd zijn, waarbij verdraaien van het tweede matrijsdeel om de as toelaat om telkens één van de segmenten te verbinden met het eerste matrijsdeel teneinde de matrijs te sluiten en minstens één van de meerdere elementen te spuitgieten, en waarbij het tweede matrijsdeel gevormd is om bij het spuitgieten de meerdere elementen onderling te verbinden zodat een continue band met de meerdere elementen spuitgietbaar is.Mold device for the injection molding of several elements, comprising a mold with a first mold part and a second mold part, and wherein the second mold part comprises a plurality of uniform segments connected in a circle and mounted on a shaft, whereby twisting of the second mold part around the axis allows one of the segments to be connected to the first mold part each time in order to close the mold and to injection mold at least one of the plurality of elements, and wherein the second mold part is formed to interconnect the plurality of elements during injection molding so that a continuous belt with the multiple elements is injection mouldable.

Description

Spuitgieten van meerdere elementenInjection molding of multiple elements

De uitvinding heeft betrekking op een matrijsinrichting voor het spuitgieten van meerdere elementen en op een werkwijze voor het spuitgieten van de meerdere elementen.The invention relates to a mold device for injection molding a plurality of elements and to a method for injection molding the plurality of elements.

De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op kunststof elementen die bedoeld zijn om machinaal gehanteerd te worden bij assemblage van een groter geheel. Daarbij worden de elementen als onderdeel voorzien in het groter geheel. Conventioneel kunnen dergelijke elementen via spuitgieten vervaardigd worden, en dan toegevoerd worden aan de assemblagemachine. In de assemblagemachine worden de elementen één voor één aangevoerd en correct gepositioneerd voor verder gebruik. Voorbeelden van dergelijke elementen zijn deksels van potjes, dopjes, staafjes, asjes of andere verbindingselementen voor het verbinden of afdekken van onderdelen uit het groter geheel.The invention relates in particular to plastic elements which are intended to be handled by machine when assembling a larger whole. The elements are thereby provided as part of the larger whole. Conventionally, such elements can be made by injection molding, and then supplied to the assembly machine. In the assembly machine, the elements are supplied one by one and correctly positioned for further use. Examples of such elements are lids of pots, caps, rods, spindles or other connecting elements for connecting or covering parts of the larger whole.

Het doel van de uitvinding is de meerdere elementen zodanig te vormen dat gebruik van de meerdere elementen in de assemblage van het grotere geheel eenvoudiger wordt.The object of the invention is to form the plurality of elements such that use of the plurality of elements in the assembly of the larger whole becomes easier.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een matrijsinrichting voor het spuitgieten van meerdere elementen, bevattende een matrijs met een eerste matrijsdeel en een tweede matrijsdeel, en waarbij het tweede matrijsdeel meerdere gelijkvormige segmenten bevat die in een kring met elkaar verbonden zijn en op een as gemonteerd zijn, waarbij verdraaien van het tweede matrijsdeel om de as toelaat om telkens één van de segmenten te verbinden met het eerste matrijsdeel teneinde de matrijzen te sluiten en minstens één van de meerdere elementen te spuitgieten, en waarbij het tweede matrijsdeel gevormd is om bij het spuitgieten de meerdere elementen onderling te verbinden zodat een continue band met de meerdere elementen spuitgietbaar is.To this end, the invention provides a mold device for injection molding a plurality of elements, comprising a mold with a first mold part and a second mold part, and wherein the second mold part comprises a plurality of similar segments which are connected to each other in a circuit and mounted on a shaft, wherein rotating the second mold part about the axis allows in each case to connect one of the segments to the first mold part in order to close the molds and to injection mold at least one of the plurality of elements, and wherein the second mold part is formed to mold the plurality of molds during injection molding elements to be interconnected so that a continuous bond with the multiple elements can be injection molded.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat wanneer de meerdere elementen onderling verbonden zijn in een continue band, het aanleveren en oriënteren van de elementen voor assemblage van het groter geheel noemenswaardig vereenvoudigd wordt. Namelijk het positioneren van een band met meerdere elementen is noemenswaardig eenvoudiger dan het positioneren van elk van de elementen afzonderlijk, in het bijzonder wanneer de elementen relatief kleine kunststofonderdelen zijn. Verder hebben tests en simulaties uitgewezen dat het voor een assemblagemachine geen nadeel is dat de meerdere elementen bij aanlevering nog onderling verbonden zijn, namelijk de machine kan ontworpen worden om voor of tijdens gebruik van een element in de assemblage het element van de continue band met meerdere elementen los te maken. Omdat de eigenschappen van onderlinge verbinding typisch vooraf nauwkeurig gekend zijn, kunnen elementen van de continue band losgemaakt worden op een efficiënte en nauwkeurige wijze. Aldus is niet enkel het positioneren en het gebruik van de elementen in het toestel voor de assemblage vereenvoudigd, ook is het aanleveren van meerdere elementen aan een assemblagetoestel vereenvoudigd.The invention is based on the insight that when the multiple elements are interconnected in a continuous band, the delivery and orientation of the elements for assembly of the larger whole is appreciably simplified. Namely, positioning a belt with multiple elements is noticeably simpler than positioning each of the elements individually, in particular when the elements are relatively small plastic parts. Furthermore, tests and simulations have shown that it is not a disadvantage for an assembly machine that the multiple elements are still interconnected upon delivery, namely that the machine can be designed to use the element of the continuous belt with multiple release elements. Because the properties of interconnection are typically accurately known in advance, elements of the continuous belt can be released in an efficient and accurate manner. Thus, not only is the positioning and use of the elements in the device for assembly simplified, but also supplying multiple elements to an assembly device.

Om spuitgieten van een continue band van de meerdere elementen mogelijk te maken, voorziet de uitvinding in een matrijsinrichting met een matrijs die een eerste matrijsdeel en een tweede matrijsdeel bevat. Het tweede matrijsdeel heeft meerdere gelijkvormige segmenten, en elk van de meerdere gelijkvormige segmenten kan verbonden worden met het eerste matrijsdeel om zo de matrijs te sluiten en minstens één van de meerdere elementen te spuitgieten. De meerdere segmenten van het tweede matrijsdeel zijn in een kring verbonden met elkaar rondom minstens één as. Door het verdraaien van het tweede matrijsdeel om de as kan telkens één van de segmenten gepositioneerd worden ten opzichte van het eerste matrijsdeel om daarmee verbonden te worden. Dit laat toe om opeenvolgend aangrenzende segmenten van het tweede matrijsdeel te verbinden met het eerste matrijsdeel. Telkens wanneer een segment van het tweede matrijsdeel verbonden is met het eerste matrijsdeel kan minstens één van de meerdere elementen door middel van spuitgieten in de matrijs gevormd worden. Na vorming kan de matrijs geopend worden, kan de as verdraaid worden om een volgend segment uit de kring van segmenten van het tweede matrijsdeel te verbinden met het eerste matrijsdeel. Daarbij is het tweede matrijsdeel zodanig gevormd dat bij deze opeenvolging van cycli van spuitgieten de meerdere elementen onderling verbonden worden in een continue band. Doordat de matrijsinrichting een tweede matrijsdeel heeft dat na elke spuitgietcyclus doorgedraaid kan worden, kan het discontinue proces van het spuitgieten alsnog een continu eindproduct opleveren. Namelijk het segment van het tweede matrijsdeel dat in een eerste spuitgietcyclus gebruikt wordt voor spuitgieten, is niet hetzelfde dan het segment van het tweede matrijsdeel dat bij een tweede spuitgietcyclus gebruikt wordt voor het spuitgieten. Dit laat toe om door middel van een relatief conventioneel cyclisch spuitgietproces een continue band van meerdere elementen te vormen waarbij de elementen uit één continue band in verschillende spuitgietcycli vervaardigd zijn.In order to make injection molding of a continuous belt of the multiple elements possible, the invention provides a mold device with a mold comprising a first mold part and a second mold part. The second mold part has a plurality of similar segments, and each of the multiple similar segments can be connected to the first mold part in order to close the mold and to injection mold at least one of the multiple elements. The multiple segments of the second mold part are connected in a circle to each other around at least one axis. By rotating the second mold part about the axis, one of the segments can in each case be positioned relative to the first mold part to be connected thereto. This makes it possible to connect successively adjacent segments of the second mold part with the first mold part. Each time a segment of the second mold part is connected to the first mold part, at least one of the multiple elements can be formed in the mold by means of injection molding. After forming, the mold can be opened, the shaft can be rotated to connect a next segment from the circle of segments of the second mold part to the first mold part. The second mold part is thereby formed such that in this succession of injection molding cycles the multiple elements are mutually connected in a continuous band. Because the mold device has a second mold part that can be rotated after each injection molding cycle, the discontinuous injection molding process can still yield a continuous end product. Namely, the segment of the second mold part that is used for injection molding in a first injection molding cycle is not the same as the segment of the second mold part that is used for injection molding in a second injection molding cycle. This makes it possible to form a continuous belt of several elements by means of a relatively conventional cyclic injection molding process, wherein the elements are manufactured from one continuous belt in different injection molding cycles.

Bij voorkeur bevat de matrijsinrichting een oproller voor het oprollen van de continue band met meerdere elementen. Door een oproller in de matrijsinrichting te voorzien, kan de continue band met meerdere elementen na en spuitgieten opgerold worden, waardoor ze als rol uit de machine kan verwijderd worden, als rol kan getransporteerd worden, en ook als rol kan aangevoerd worden aan een verdere machine voor het assembleren van een groter geheel. Een rol is typisch compact en eenvoudig hanteerbaar.The mold device preferably comprises a winder for winding up the continuous belt with several elements. By providing a winder in the mold device, the continuous belt with several elements can be rolled up and injection-molded, so that it can be removed from the machine as a roll, can be transported as a roll, and can also be supplied as a roll to a further machine. for assembling a larger whole. A roll is typically compact and easy to handle.

Bij voorkeur heeft het eerste matrijsdeel een eerste deel vlak en heeft elk segment van het tweede matrijsdeel een tweede deel vlak, en vormt de gesloten matrijs een holte met een vormgeving die ingericht is voor het vormen van de minstens één van de meerdere elementen, waarbij de holte af gebakend wordt door het eerste deel vlak van het eerste matrijsdeel en door een tweede deelvlak van een respectievelijk segment van het tweede matrijsdeel. Daarbij zal typisch de vorm van het eerste deelvlak overeenstemmen met de vorm van één van de zijden van het minstens één van de meerdere elementen, en zal de vorm van elk één van de tweede deelvlakken overeenstemmen met de vorm van een ander van de zijden van het minstens één van de meerdere elementen.Preferably, the first mold part has a first part flat and each segment of the second mold part has a second part flat, and the closed mold forms a cavity with a shape adapted to form the at least one of the plurality of elements, the The cavity becomes flattening through the first part of the first mold part and through a second part surface of a respective segment of the second mold part. Here, the shape of the first sub-surface will typically correspond to the shape of one of the sides of the at least one of the plurality of elements, and the shape of each one of the second sub-surfaces will correspond to the shape of another of the sides of the at least one of the multiple elements.

Bij voorkeur is het eerste matrijsdeel voorzien om bij het sluiten van de matrijs telkens een segment en minstens een gedeelte van een daaraan aangrenzend segment van de meerdere segmenten van het tweede matrijsdeel te bedekken zodanig dat op het tweede matrijsdeel zones van overlapping gevormd zijn die door het eerste matrijsdeel meermaals bedekt zijn bij opeenvolgende spuitgietcycli. De zones van overlapping laten toe om elementen vervaardigd in meerdere spuitgietcycli op eenvoudige wijze met elkaar te verbinden om zo een continue band van elementen te verkrijgen.Preferably, the first mold part is provided to cover one segment and at least a part of an adjacent segment of the plurality of segments of the second mold part when closing the mold, such that zones of overlap are formed on the second mold part which are formed by the first mold part are covered several times with successive injection molding cycles. The zones of overlap make it possible to easily connect elements made in several injection molding cycles to each other in order to obtain a continuous band of elements.

Bij voorkeur is de matrijs ter plaatse van de zones van overlapping gevormd voor het inklemmen van een gedeelte van een in een eerdere spuitgietcyclus gevormde minstens één van de meerdere elementen. Daarbij blijft het in een eerdere spuitgietcyclus gevormde minstens één van de meerdere elementen bij voorkeur zitten in het tweede matrijsdeel wanneer de as verdraaid wordt. Doordat het gevormde minstens één van de meerdere elementen in het tweede matrijsdeel blijft zitten, zal dit gevormde element mee verdraaid worden met het verdraaien van de as, en zal het element automatisch correct gepositioneerd zijn voor inklemming bij het sluiten van de matrijs in een volgende cyclus. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze correcte positionering van eerder gevormde elementen verkregen.The mold is preferably formed at the area of the overlapping zones for clamping a portion of an at least one of the plurality of elements formed in an earlier injection molding cycle. In addition, at least one of the multiple elements formed in an earlier injection molding cycle preferably remains in the second mold part when the shaft is rotated. Because the formed at least one of the multiple elements remains in the second mold part, this shaped element will be rotated with the rotation of the shaft, and the element will automatically be correctly positioned for clamping when closing the mold in a following cycle . As a result, correct positioning of previously formed elements is obtained in a simple manner.

Bij voorkeur is het tweede matrijsdeel cilindrisch gevormd, waarbij de meerdere segmenten gevormd worden door deeloppervlakken van het cilindrische matrijsdeel.The second mold part is preferably formed cylindrically, the plurality of segments being formed by partial surfaces of the cylindrical mold part.

Bij voorkeur bevat de matrijsinrichting een controller voor het repetitief aansturen van de matrijsinrichting in minstens volgende cyclus van stappen: sluiten van de matrijs, spuitgieten van minstens één van de meerdere elementen, openen van de matrijs, verdraaien van de as. Door het voorzien van de controller, kan de matrijsinrichting de continue band met meerdere elementen spuitgieten door het repetitief uitvoeren van de cyclus van stappen.The mold device preferably comprises a controller for the repetitive control of the mold device in at least the following cycle of steps: closing the mold, injection molding of at least one of the multiple elements, opening the mold, rotating the shaft. By providing the controller, the mold device can injection mold the continuous belt with multiple elements by repeating the cycle of steps.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het spuitgieten van meerdere elementen in een matrijs, waarbij de werkwijze voorzien is voor het repetitief uitvoeren van volgende cyclus van stappen teneinde een continue band met de meerdere elementen te vormen: sluiten van een eerste matrijsdeel en een tweede matrijsdeel van de matrijs; spuitgieten van minstens één van de meerdere elementen in de matrijs; openen van de matrijs; verdraaien van een tweede matrijsdeel rondom een as.The invention further relates to a method for injection molding a plurality of elements into a mold, the method being provided for repetitively performing the following cycle of steps in order to form a continuous bond with the plurality of elements: closing a first mold part and a second mold part of the mold; injection molding of at least one of the multiple elements in the mold; opening the mold; rotating a second mold part about an axis.

Door het uitvoeren van de werkwijze is een continue band met meerdere elementen, waarbij de meerdere elementen in verschillende spuitgietcycli gevormd zijn, mogelijk. De werkwijze is in het bijzonder bedoeld voor het laten werken van de spuitgietmachine met matrijsinrichting volgens de uitvinding, waarvan voordelen en effecten hierboven beschreven zijn. Deze voordelen en effecten zijn analoog van toepassing op de werkwijze.By carrying out the method, a continuous belt with multiple elements, wherein the multiple elements are formed in different injection molding cycles, is possible. The method is intended in particular for operating the injection molding machine with mold device according to the invention, the advantages and effects of which are described above. These advantages and effects apply analogously to the method.

Bij voorkeur bevat de werkwijze verder de stap van het oprollen van een continue band met meerdere elementen op een oproller. Daarbij is de stap van het oprollen hoofdzakelijk simultaan uitgevoerd met de stap van het verdraaien. Hierdoor kan de rol op een eenvoudige wijze in de spuitgietmachine gecreëerd worden.Preferably, the method further comprises the step of rolling up a continuous belt with multiple elements on a winder. In addition, the step of rolling up is mainly carried out simultaneously with the step of turning. This allows the roll to be created in a simple manner in the injection molding machine.

Bij voorkeur bevat de stap van het sluiten van de matrijs verder het inklemmen van minstens een gedeelte van de in een eerdere cyclus gevormde minstens één van de meerdere elementen. Doordat een gedeelte van de in een eerdere cyclus gevormde elementen ingeklemd worden bij het sluiten van de matrijs, worden de in een eerdere cyclus gevormde elementen fysiek verbonden met de elementen die in de huidige cyclus gevormd worden. Zo kan een continue band van meerdere elementen gevormd worden.Preferably, the step of closing the mold further comprises clamping at least a portion of the at least one of the plurality of elements formed in a previous cycle. Because a portion of the elements formed in an earlier cycle are clamped in when the mold is closed, the elements formed in an earlier cycle are physically connected to the elements formed in the current cycle. A continuous band of multiple elements can thus be formed.

Bij voorkeur wordt het inklemmen uitgevoerd zodat tijdens het sluiten van de matrijs een holte gevormd wordt die afgebakend wordt door een eerste deelvlak van het eerste matrijsdeel en door telkens één van tweede deelvlakken van respectievelijke segmenten van het tweede matrijsdeel, waarbij de holte verder afgebakend wordt door genoemd gedeelte van de in een eerdere cyclus gevormde elementen. Omdat de holte afgebakend wordt door elementen die in een eerdere cyclus gevormd worden, zal de kunststof die in de holte geïnjecteerd wordt deze eerder gevormde elementen raken en zich daarmee verbinden. Op die manier kan een eerder gevormd element verbonden worden met elementen die in een huidige cyclus gevormd worden.Clamping is preferably carried out so that during the closing of the mold a cavity is formed which is delimited by a first sub-surface of the first mold part and by one of the second sub-surfaces of respective segments of the second mold part, the cavity being further defined by said portion of the elements formed in a previous cycle. Because the cavity is delimited by elements formed in an earlier cycle, the plastic injected into the cavity will touch these previously formed elements and connect to them. In this way a previously formed element can be connected to elements that are formed in a current cycle.

Bij voorkeur bevat de werkwijze verder het uitwerpen uit minstens het eerste matrijsdeel van het gevormde minstens één van de meerdere elementen terwijl laatst genoemde minstens gedeeltelijk in het tweede matrijsdeel blijft zitten. Door in het tweede matrijsdeel te blijven zitten, worden de gevormde meerdere elementen mee verdraaid met de as, en zijn deze elementen correct gepositioneerd voor de volgende cyclus om verbonden te worden met de meerdere elementen die in de volgende cyclus gevormd worden.Preferably, the method further comprises ejecting from at least the first mold part of the formed at least one of the plurality of elements while the latter at least partially remains in the second mold part. By remaining in the second mold part, the formed multiple elements are rotated along with the shaft, and these elements are correctly positioned for the next cycle to be connected to the multiple elements formed in the next cycle.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.The invention will now be described in more detail with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing.

In de tekening laat : figuur 1 een principeschets zien van een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de uitvinding in een open en in een gesloten toestand; en figuur 2 een perspectiefzicht zien van een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in een open toestand; figuur 3 principeschetsen zien van opeenvolgende spuitgietcycli volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; en figuur 4 een vooraanzicht zien van een alternatieve uitvoeringvorm van de matrijs volgens de uitvinding.In the drawing: figure 1 shows a principle sketch of a side view of an embodiment of the invention in an open and in a closed state; and figure 2 shows a perspective view of a further embodiment of the invention in an open state; Figure 3 shows principle sketches of successive injection molding cycles according to an embodiment of the invention; and figure 4 shows a front view of an alternative embodiment of the mold according to the invention.

In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.In the drawing, the same reference numeral is assigned to the same or analogous element.

De uitvinding heeft betrekking op een toestel en werkwijze voor het spuitgieten van elementen of onderdelen. Daarbij is de uitvinding in het bijzonder geschikt voor kunststofelementen of -onderdelen. Het zal echter duidelijk zijn voor de vakman dat de uitvinding niet beperkt is tot kunststofspuitgieten, maar dat ook sommige metalen toelaten om door spuitgieten gevormd te worden. De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat het transporteren en het in een verdere productiestap gebruiken van in het bijzonder door spuitgieten vervaardigde elementen of onderdelen noemenswaardig eenvoudiger is wanneer deze onderdelen onderling verbonden zijn in een continue band, en opgerold zijn. Daarbij zal duidelijk zijn dat conventionele spuitgiettechnieken reeds voorzien in het spuitgieten van meerdere elementen tegelijkertijd in één spuitgietcyclus, waarbij deze meerdere elementen dan typisch verbonden zijn door verbindingen. Deze verbindingen dienen typisch om spuitgietmateriaal zoals kunststof in de matrijs toe te laten om te stromen doorheen de gehele matrijs om zo alle holtes van de matrijs te vullen met spuitgietmateriaal, om de elementen te vormen. Zo worden dus reeds wel door conventionele spuitgiettechnieken meerdere elementen vervaardigd die met elkaar verbonden zijn, echter niet door waarbij elementen uit verschillende spuitgietcycli met elkaar verbonden zijn. Conventioneel zullen slechts elementen verbonden zijn die in één en dezelfde spuitgietcyclus gevormd zijn. De uitvinding, waarvan voorbeelden hieronder uitvoerig beschreven zijn, laat toe om ook dergelijke verbindingen te vormen tussen elementen die in verschillende spuitgietcycli gevormd worden. Hierdoor kan theoretisch een oneindige reeks elementen gevormd worden die allemaal door middel van verbindingen onderling verbonden zijn. Deze reeks vormt een continue band met de meerdere elementen die kan opgerold worden, en als rol getransporteerd worden, en verder gebruikt worden door een assemblagemachine. De voordelen van het gebruik van een rol met de meerdere elementen in een assemblagemachine is hierboven beschreven.The invention relates to an apparatus and method for injection molding elements or parts. In addition, the invention is particularly suitable for plastic elements or components. It will be clear, however, to those skilled in the art that the invention is not limited to plastic injection molding, but that some metals also allow injection molding. The invention is based on the insight that transporting and using in a further production step in particular elements or parts manufactured by injection molding is appreciably simpler when these parts are mutually connected in a continuous belt and rolled up. In addition, it will be apparent that conventional injection molding techniques already provide for injection molding of multiple elements simultaneously in one injection molding cycle, wherein these multiple elements are then typically connected by connections. These connections typically serve to allow injection molding material such as plastic into the mold to flow through the entire mold to fill all cavities of the mold with injection molding material to form the elements. Thus, by conventional injection molding techniques, several elements are already produced which are connected to each other, but not by elements from different injection molding cycles being connected to each other. Conventionally, only elements that are formed in one and the same injection molding cycle will be connected. The invention, examples of which are described in detail below, also makes it possible to form such connections between elements formed in different injection molding cycles. This allows theoretically to form an infinite series of elements that are all interconnected by means of connections. This series forms a continuous belt with the multiple elements that can be rolled up, transported as a roll, and further used by an assembly machine. The advantages of using a roll with the multiple elements in an assembly machine is described above.

Figuur 1 toont een eerste voorbeeld van een opbouw van een matrijsinrichting volgens de uitvinding. De matrijsinrichting is aangepast om ingebouwd te worden in een spuitgietmachine om zo een geheel te vormen waarmee meerdere elementen spuitgietbaar zijn zoals hieronder uitgebreid beschreven. In de verdere beschrijving zal de matrijsinrichting volgens de uitvinding verder besproken worden. Wanneer in de verdere beschrijving het woord spuitgietmachine gebruikt wordt, zal bedoeld worden een spuitgietmachine met een matrijsinrichting volgens de uitvinding daarin ingebouwd.Figure 1 shows a first example of a structure of a mold device according to the invention. The mold device is adapted to be built into an injection molding machine so as to form a whole with which several elements can be injection molded as described in detail below. In the further description, the mold device according to the invention will be further discussed. When the word injection molding machine is used in the further description, an injection molding machine with a mold device according to the invention will be incorporated therein.

Figuur IA toont de matrijsinrichting met de matrijs in open toestand, terwijl figuur 1B dezelfde matrijsinrichting met de matrijs in gesloten toestand toont. De figuur toont een eerste matrijsdeel 1 en een tweede matrijsdeel 2. Het eerste matrijsdeel 1 en het tweede matrijsdeel 2 vormen samen de matrijs voor het spuitgieten van de elementen. Bij voorkeur is het eerste matrijsdeel beweegbaar 3 om de matrijs te kunnen openen en sluiten. Beweging 3 is typisch een translatiebeweging. Alternatief kan het tweede matrijsdeel beweegbaar gemaakt zijn om de translatiebeweging 3 uit te voeren.Figure 1A shows the mold device with the mold in the open state, while figure 1B shows the same mold device with the mold in the closed state. The figure shows a first mold part 1 and a second mold part 2. The first mold part 1 and the second mold part 2 together form the mold for injection molding the elements. The first mold part is preferably movable 3 to be able to open and close the mold. Movement 3 is typically a translation movement. Alternatively, the second mold part can be made movable to perform the translation movement 3.

Het eerste matrijsdeel 1 bevat een deel vlak 4. Het tweede matrijsdeel 2 bevat meerdere segmenten 5a, 5b, 5c, 5d, enz., en elk segment 5 is voorzien van een tweede deelvlak. Daarbij is het eerste deelvlak 4 en elk tweede deelvlak 5 gevormd om een holte te definiëren waarin de elementen door middel van spuitgieten gevormd kunnen worden. De holte is daarom vormgegeven als negatief van de te vormen elementen. De holte bevat verder een negatief van de verbindingen die zich tussen de elementen uitstrekken. Daarmee zullen niet enkel de elementen gevormd worden wanneer spuitgietmateriaal in de holte geïnjecteerd wordt, maar zullen ook de verbindingen die de elementen onderling verbinden, gevormd worden. De verbindingen tussen de elementen zijn bij voorkeur zo klein mogelijk om materiaalverlies te beperken en om bij gebruik van de elementen in een assemblagemachine minder rekening te moeten houden met overtollig materiaal. In figuur 4 zijn de verbindingen om duidelijkheidsredenen weergegeven met een lengte die hoofdzakelijk gelijk is aan de dikte van het element, hetgeen in de praktijk te groot zal zijn. In figuur 5 is een voorkeursuitvoeringsvorm getoond waarin de verbindingen oneindig klein zijn, met andere woorden waarbij de elementen rechtstreeks met elkaar verbinding maken.The first mold part 1 comprises a part surface 4. The second mold part 2 contains a plurality of segments 5a, 5b, 5c, 5d, etc., and each segment 5 is provided with a second part surface. The first sub-surface 4 and each second sub-surface 5 is thereby formed to define a cavity in which the elements can be formed by injection molding. The cavity is therefore designed as a negative of the elements to be formed. The cavity further comprises a negative of the connections extending between the elements. Thereby not only will the elements be formed when injection molded material is injected into the cavity, but also the connections connecting the elements to each other will be formed. The connections between the elements are preferably as small as possible in order to limit material loss and to have to take less account of excess material when using the elements in an assembly machine. Figure 4 shows the connections for clarity reasons with a length that is substantially equal to the thickness of the element, which in practice will be too large. Figure 5 shows a preferred embodiment in which the connections are infinitely small, in other words the elements connect directly to each other.

De continue band met de meerdere elementen vertoont bij voorkeur een repetitief patroon. Dit wil zeggen dat de continue band met de meerdere elementen opgebouwd is als een aaneenschakeling van hoofdzakelijk identieke vormdelen. De vormdelen kunnen gevormd worden door één of meerdere van de elementen en bijbehorende verbindingen. Elk één van de meerdere segmenten 5 van het tweede matrijsdeel 2 is voorzien voor het vormen, samen met het eerste matrijsdeel 1, van minstens één van de hoofdzakelijk identieke vormdelen. De segmenten 5a, 5b ,5c, 5d, enz. zijn zodanig in een kring geplaatst en gepositioneerd ten opzichte van elkaar, dat de continue band met de meerdere elementen spuitgietbaar is volgens de hieronder beschreven werkwijze. Daarbij zijn bij voorkeur de verschillende tweede deelvlakken van de respectievelijke segmenten 5 van het tweede matrijsdeel 2 zodanig gevormd dat het repetitieve patroon van de hoofdzakelijk identieke vormdelen doorloopt over de verschillende tweede deelvlakken. In het voorbeeld van figuur 1 is dit bekomen door het tweede matrijsdeel 2 cilindervormig te maken, waarbij het buitenoppervlak van cilinder voorzien is van tweede deelvlakken voor het vormen van N hoofdzakelijk identieke vormdelen, waarbij N een natuurlijk getal is groter dan 3, bij voorkeur groter dan 4. Daarbij zullen de meerdere segmenten 5a, 5b, 5c, 5d, enz. op het cilindrisch uitgevoerde tweede matrijsdeel eerder fictief gedefinieerd kunnen worden aangezien het matrijsdeel optisch continu is. Dit is anders in het voorbeeld dat getoond is in figuur 3, waarbij het tweede matrijsdeel 2 vier vlakken vertoont die elk een tweede segment vormen.The continuous band with the multiple elements preferably has a repetitive pattern. This means that the continuous belt with the multiple elements is constructed as a concatenation of substantially identical molded parts. The molded parts can be formed by one or more of the elements and associated connections. Each one of the multiple segments 5 of the second mold part 2 is provided for forming, together with the first mold part 1, at least one of the substantially identical mold parts. The segments 5a, 5b, 5c, 5d, etc. are placed in a circle and positioned relative to each other such that the continuous belt with the plurality of elements can be injection molded according to the method described below. The different second sub-surfaces of the respective segments 5 of the second mold part 2 are preferably formed such that the repetitive pattern of the substantially identical mold parts continues over the different second sub-surfaces. In the example of Figure 1 this has been achieved by making the second mold part 2 cylindrical, the outer surface of the cylinder being provided with second sub-surfaces for forming N substantially identical mold parts, where N is a natural number greater than 3, preferably greater then 4. In that case, the multiple segments 5a, 5b, 5c, 5d, etc. on the second mold part, which is of cylindrical design, can be defined rather fictionally since the mold part is optically continuous. This is different in the example shown in Figure 3, wherein the second mold part 2 has four faces, each of which forms a second segment.

Het tweede matrijsdeel, en in het bijzonder de meerdere segmenten 5a, 5b, 5c, enz. zijn gemonteerd ten opzichte van een as 6 zodanig dat de segmenten verdraaid kunnen worden ten opzichte van deze as 6. De voorkeurs uitvoeringsvorm is weergegeven in de figuren, waarbij de segmenten vast met elkaar verbonden zijn en om één as geplaatst zijn. Echter volgens een verdere niet weergegeven uitvoeringsvorm zouden de segmenten ook als blokken gevormd kunnen worden die op een transportband geplaatst zijn en die om meerdere assen draaien. Verdraaien is in figuur 1 weergegeven met referentiecijfer 7. Door het verdraaien van het tweede matrijsdeel 2 rondom as 6 kan elk van de segmenten 5a, 5b, 5c, enz. gepositioneerd worden tegenover het eerste matrijsdeel 1 op de matrijs te sluiten. In de gesloten matrijs kan spuitgietmateriaal zoals kunststof geïnjecteerd worden. Injecteren van kunststofmateriaal is in figuur 1 geïllustreerd met referentiecijfer 8. De holte gevormd door het eerste matrijsdeel en het betreffende segment van het tweede matrijsdeel zal dan gevuld worden met het spuitgietmateriaal zodat het minstens één van de hoofdzakelijk identieke vormdelen gevormd wordt.The second mold part, and in particular the multiple segments 5a, 5b, 5c, etc. are mounted relative to an axis 6 such that the segments can be rotated relative to this axis 6. The preferred embodiment is shown in the figures, the segments being rigidly connected to each other and disposed about one axis. However, according to a further embodiment not shown, the segments could also be formed as blocks which are placed on a conveyor belt and which rotate about several axes. Turning is shown in Fig. 1 with reference numeral 7. By turning the second mold part 2 around axis 6, each of the segments 5a, 5b, 5c, etc. can be positioned to close the first mold part 1 on the mold. Injection molding material such as plastic can be injected into the closed mold. Injecting plastic material is illustrated in Figure 1 with reference numeral 8. The cavity formed by the first mold part and the relevant segment of the second mold part will then be filled with the injection molding material so that it forms at least one of the substantially identical mold parts.

Het eerste matrijsdeel is bij voorkeur zodanig gevormd dat, wanneer de matrijs gesloten is, het zich uitstrekt over meer dan één van de segmenten 5a, 5b, 5c, enz. van het tweede matrijsdeel 2. Hierdoor kunnen op tweede matrijsdeelzones van overlapping aangeduid worden die tijdens meerdere opeenvolgende spuitgietcycli bedekt zijn door het eerste matrijsdeel. Typisch zullen deze zones van overlapping tijdens het spuitgieten twee keer bedekt worden door het eerste matrijsdeel per volledige rotatie van het tweede matrijsdeel 2. Anderzijds kunnen bij voorkeur ook zones aangeduid worden die slechts één keer bedekt worden door het eerste matrijsdeel per volledige rotatie van het tweede matrijsdeel 2. De zones van overlapping laten toe om een eind van een in een eerdere spuitgietcyclus gevormd hoofdzakelijk identiek vormdeel te klemmen ter plaatse van een rand van de holte van de matrijs, zodanig dat de verder gevormde vormdelen uit de spuitgietcyclus verbonden worden met de in een eerdere spuitgietcyclus gevormde vormdelen. Zo wordt een continue band met de meerdere elementen gevormd waarbij verschillende van de elementen in de band gevormd zijn in verschillende spuitgietcycli. Daarbij zal duidelijk zijn dat dit niet uitsluit dat meerdere elementen tegelijk in één spuitgietcyclus gevormd worden. De werkwijze voor het vormen van de continue band zal hieronder verder toegelicht worden aan de hand van figuur 3.The first mold part is preferably shaped such that, when the mold is closed, it extends over more than one of the segments 5a, 5b, 5c, etc. of the second mold part 2. As a result, second mold part zones of overlapping can be indicated which covered by the first mold part during several successive injection molding cycles. Typically, these zones of overlap during injection molding will be covered twice by the first mold part per complete rotation of the second mold part 2. On the other hand, it is preferable to also indicate zones that are covered only once by the first mold part per complete rotation of the second mold part mold part 2. The zones of overlap make it possible to clamp an end of a substantially identical molded part formed in an earlier injection molding cycle at the edge of the mold cavity, such that the further formed molded parts from the injection molding cycle are connected to moldings formed from a previous injection molding cycle. Thus, a continuous belt is formed with the plurality of elements, with different of the elements in the belt being formed in different injection molding cycles. It will be clear that this does not exclude the possibility that several elements are formed simultaneously in one injection molding cycle. The method for forming the continuous belt will be further explained below with reference to Figure 3.

De spuitgietmachine met het eerste matrijsdeel 1 en het tweede matrijsdeel 2 bevat bij voorkeur verder een oproller 9 voor het oprollen van de continue band met meerdere elementen. De continue band met meerdere elementen die gevormd wordt in de matrijs is in de figuur geïllustreerd met referentiecijfer 10. Deze continue band 10 wordt op een rol 11 opgerold door de oproller 9. De vakman zal begrijpen dat de vorm en eigenschappen van de oproller 9 afhankelijk zijn van de vorm en eigenschappen van de meerdere elementen die in een continue band gevormd worden. De vakman zal verder begrijpen dat meerdere technieken toegepast kunnen worden voor het beginnen en eindigen van een rol in de oproller 9.The injection molding machine with the first mold part 1 and the second mold part 2 preferably further comprises a winder 9 for winding up the continuous belt with several elements. The continuous belt with multiple elements formed in the mold is illustrated in the figure with reference numeral 10. This continuous belt 10 is rolled up on a roll 11 by the roll-up 9. The person skilled in the art will understand that the shape and properties of the roll-up 9 depend on are of the shape and properties of the multiple elements that are formed in a continuous band. The person skilled in the art will further understand that several techniques can be applied for starting and ending a roll in the winder 9.

Figuur 1 toont hoe de spuitgietmachine verder voorzien is van een afschraper 21. Deze afschraper heeft als functie om de spuitgegoten elementen 10 uit de matrijs, in het bijzonder van het tweede matrijsdeel 2 te verwijderen. Daarbij kan de afschraper 21 verder voorzien zijn van een compressor voor het leveren van perslucht 22 tussen de afschraper 21 en het tweede matrijsdeel 2 zodat de perslucht 22 het loskomen van de elementen 10 van het tweede matrijsdeel 2 verder vergemakkelijkt.Figure 1 shows how the injection molding machine is further provided with a scraper 21. This scraper has the function of removing the injection-molded elements 10 from the mold, in particular from the second mold part 2. The scraper 21 can further be provided with a compressor for supplying compressed air 22 between the scraper 21 and the second mold part 2, so that the compressed air 22 further facilitates the release of the elements 10 of the second mold part 2.

Figuur 2 toont een perspectiefaanzicht van een spuitgietmachine met een eerste matrijsdeel 1 en een tweede matrijsdeel 2. Daarbij is het eerste matrijsdeel 1 in een eerste frame 12 gevormd. Dit frame 12 is bij voorkeur beweegbaar volgens een translatiebeweging, zoals aangeduid in figuur IA met referentiecijfer 3. Het eerste frame 12 kan verder bekende mechanismes hebben voor het spuitgieten, zoals spuitgietmateriaaltoevoer voor het verwarmen van het spuitgietmateriaal en het onder druk injecteren van dit verwarmde spuitgietmateriaal in de holte gevormd door de matrijs. Verder kan het eerste frame 12 ook koelmiddelen bevatten voor het afkoelen van het in de matrijs gevormde product. Ook kan het eerste frame sensoren bevatten voor het controleren van het proces van het spuitgieten. Verder kan het eerste frame 12 ook uitwerpmiddelen bevatten, bijvoorbeeld gevormd als persluchtkanalen. Verder bevat het eerste frame 12 bij voorkeur ook positioneringsmiddelen zoals pennen (niet weergegeven), die kunnen grijpen in overeenstemmende gaten 15 ter plaatse van het tweede matrijsdeel om het eerste matrijsdeel en het tweede matrijsdeel ten opzichte van elkaar correct te positioneren.Figure 2 shows a perspective view of an injection molding machine with a first mold part 1 and a second mold part 2. The first mold part 1 is thereby formed in a first frame 12. This frame 12 is preferably movable according to a translational movement, as indicated in figure 1A with reference numeral 3. The first frame 12 may furthermore have known mechanisms for injection molding, such as injection molding material supply for heating the injection molding material and injecting this heated injection molding material under pressure. in the cavity formed by the mold. Furthermore, the first frame 12 can also contain cooling means for cooling the product formed in the mold. The first frame may also include sensors for monitoring the injection molding process. Furthermore, the first frame 12 can also contain ejection means, for example formed as compressed air ducts. Furthermore, the first frame 12 preferably also comprises positioning means such as pins (not shown), which can engage in corresponding holes 15 at the location of the second mold part to correctly position the first mold part and the second mold part relative to each other.

Het tweede matrijsdeel 2 is bij voorkeur bevestigd in een tweede frame 13. Het tweede frame 13 kan, net zoals het eerste frame 12 voorzien worden van een koelmechanisme, sensoren, en van positioneringsmiddelen. In het voorbeeld zoals weergegeven in figuur 2 is het tweede matrijsdeel 2 voorzien van gaten 15. De gaten 15 zijn zodanig gepositioneerd dat in elke stand van het tweede matrijsdeel, waarbij elke stand een respectievelijk segment van tweede matrijsdeel 2 richt naar het eerste matrijsdeel 1, pennen van het eerste matrijsdeel 1 in de gaten 15 van het tweede matrijsdeel kunnen grijpen om zo het eerste matrijsdeel en het tweede matrijsdeel correct ten opzichte van elkaar te positioneren.The second mold part 2 is preferably mounted in a second frame 13. The second frame 13, just like the first frame 12, can be provided with a cooling mechanism, sensors, and with positioning means. In the example as shown in Figure 2, the second mold part 2 is provided with holes 15. The holes 15 are positioned such that in each position of the second mold part, wherein each position directs a respective segment of the second mold part 2 towards the first mold part 1, pins of the first mold part 1 can engage in the holes 15 of the second mold part so as to correctly position the first mold part and the second mold part relative to each other.

Figuur 2 toont verder een voorbeeld van hoe het eerste matrijsdeel 1 met het tweede matrijsdeel 2 gekoppeld kan worden teneinde automatisch en correct verdraaien van het tweede matrijsdeel 2 te realiseren. Hiertoe bevat de as 6 een vertanding 17 die overeenstemt met de segmenten op het tweede matrijsdeel. Wanneer het eerste matrijsdeel weg bewogen wordt van het tweede matrijsdeel 2, zal een haak 14 die bevestigd is aan het eerste matrijsdeel trekken aan een tand van de as 6 zodoende het tweede matrijsdeel te verdraaien 7. Figuur 2 toont verder een teller 16 die aangrijpt op de tanden 17 van de as 6 om op eenvoudige wijze het aantal spuitgietcycli te tellen. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat het voorbeeld uit figuur 2 slechts één mogelijkheid is voor het aansturen van de matrijs. Het verdraaien van het tweede matrijsdeel 2 kan ook door een actuator of een motor gestuurd worden.Figure 2 further shows an example of how the first mold part 1 can be coupled to the second mold part 2 in order to realize automatic and correct rotation of the second mold part 2. For this purpose the shaft 6 comprises a toothing 17 which corresponds to the segments on the second mold part. When the first mold part is moved away from the second mold part 2, a hook 14 attached to the first mold part will pull on a tooth of the shaft 6 so as to rotate the second mold part 7. Figure 2 further shows a counter 16 which engages on the teeth 17 of the shaft 6 to count the number of injection molding cycles in a simple manner. It will be clear to the skilled person that the example from figure 2 is only one possibility for controlling the mold. The rotation of the second mold part 2 can also be controlled by an actuator or a motor.

Figuur 3 toont verschillende stappen in het proces van het spuitgieten van een continue band met de meerdere elementen. Daarbij toont figuur 3A de matrijs in een open toestand. Figuur 3A toont hoe het tweede matrijsdeel 2 vier segmenten bevat, waarbij elk segment telkens hoofdzakelijk gevormd wordt door één van de zijden van het in doorsnede vierkante matrijsdeel 2. Een segment kan alternatief gedefinieerd worden als dat gedeelte van het tweede matrijsdeel 2 dat gevuld wordt met spuitgietmateriaal in spuitgietstap van een spuitgietcyclus, zoals weergegeven in figuur 3D. Door rotatie van 3607N, waarbij N in het huidige voorbeeld 4 is, dus van 90°, van het tweede matrijsdeel om de as 6 kan een volgend segment gepositioneerd worden tegenover het eerste matrijsdeel 1. Het eerste matrijsdeel 1 is voorzien voor het bedekken van één segment en voor het terzelfder tijd afdekken van minstens een gedeelte van een aangrenzend segment.Figure 3 shows different steps in the process of injection molding a continuous belt with the multiple elements. Figure 3A shows the mold in an open state. Figure 3A shows how the second mold part 2 comprises four segments, each segment being in each case mainly formed by one of the sides of the cross-sectional mold part 2. A segment can alternatively be defined as that part of the second mold part 2 that is filled with injection molding material in injection molding step of an injection molding cycle, as shown in Figure 3D. By rotation of 3607 N, where N in the present example is 4, i.e. 90 °, of the second mold part about the axis 6, a next segment can be positioned opposite the first mold part 1. The first mold part 1 is provided for covering one segment and at the same time covering at least a portion of an adjacent segment.

Figuur 3B toont de matrijs in een gesloten positie. Daarbij laat figuur 3B een startsituatie zien waarin een opeenvolging van spuitgietcycli gestart wordt. Het eerste matrijsdeel is ter plaatse van één zijde, in de figuur weergegeven als de bovenzijde, voorzien van een stop 18 voor het afdichten van het tweede deel vlak van het tweede matrijsdeel 2. Daarbij wordt aangenomen dat de tweede deelvlakken doorlopen over de verschillende segmenten van het tweede matrijsdeel 2. Hierdoor wordt de matrijs aan de bovenzijde afgesloten, zodanig dat de holte in de matrijs gevuld kan worden. Ter plaatse van een tweede zijde, in de figuur weergegeven als onderzijde, wordt tijdens opeenvolgende spuitgietcycli typisch een in een vorige spuitgietcyclus gevormd element ingeklemd, zoals weergegeven is in figuur 3D. Echter bij opstart van een opeenvolging van spuitgietcycli is er geen vorig gevormd element aanwezig zodanig dat de tweede zijde van de matrijs ook afgesloten wordt door een stop 19. Deze stop kan gevormd worden op analoge wijze als stop 18. Alternatief kan stop 19 gevormd worden door een begin van rol 11 te klemmen tussen het eerste matrijsdeel en het tweede matrijsdeel. De stop 19 is bij voorkeur hydraulisch aangestuurd door aansluiting van de stop op een kemtrekker van de spuitgietmachine. Kerntrekkers zijn bekend in het vakgebied van spuitgietmachines, en dienen typisch om door middel van hydrauliek elementen te bewegen. Zodoende kan de stop 19 aangestuurd worden door middel van de bestaande stureing van de spuitgietmachine. Door het voorzien van de stop 19, wordt de holte tussen het eerste matrijsdeel 1 en het tweede matrijsdeel 2 volledig afgebakend, en kan spuitgietmateriaal geïnjecteerd worden om een eerste serie van de meerdere elementen 10A te vormen. Het zal duidelijk zijn dat in de figuur de serie 10A meerdere elementen bevat. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de serie ook slechts één element bevatten.Figure 3B shows the mold in a closed position. Figure 3B shows a starting situation in which a sequence of injection molding cycles is started. The first mold part is provided at the location of one side, shown in the figure as the top side, with a stopper 18 for sealing the second part surface of the second mold part 2. It is assumed here that the second part surfaces extend over the different segments of the second mold part 2. As a result, the mold is closed at the top, such that the cavity in the mold can be filled. At the location of a second side, shown as bottom side in the figure, an element formed in a previous injection molding cycle is typically clamped during successive injection molding cycles, as is shown in Figure 3D. However, when starting up a succession of injection molding cycles, no previously formed element is present such that the second side of the mold is also closed by a stopper 19. This stopper can be formed in an analogous manner to a stopper 18. clamping a start of roll 11 between the first mold part and the second mold part. The plug 19 is preferably hydraulically controlled by connecting the plug to a core extractor of the injection molding machine. Core pullers are known in the art of injection molding machines, and typically serve to move elements by means of hydraulic elements. The stopper 19 can thus be controlled by means of the existing control of the injection molding machine. By providing the plug 19, the cavity between the first mold part 1 and the second mold part 2 is completely delimited, and injection molded material can be injected to form a first series of the plurality of elements 10A. It will be clear that in the figure the series 10A contains several elements. In an alternative embodiment, the series may also contain only one element.

Figuur 3C toont een situatie waarbij de matrijs geopend is, en waarbij het tweede matrijsdeel uit figuur 3B 90° verdraaid is 7 om de as 6 teneinde een volgend segment van het tweede matrijsdeel 2 te positioneren tegenover het eerste matrijsdeel 1. De eerste serie 10A blijft bij voorkeur ten minste gedeeltelijk zitten in de tweede matrijs in het tweede matrijsdeel 2. Hiertoe kan bijvoorbeeld het eerste matrijsdeel 1 van uitstoters voorzien worden voor het uitstoten van het uitgegoten product.Fig. 3C shows a situation where the mold is opened, and wherein the second mold part of Fig. 3B is rotated 90 ° about the axis 6 in order to position a next segment of the second mold part 2 opposite the first mold part 1. The first series 10A remains preferably at least partially sit in the second mold in the second mold part 2. For this purpose, for example, the first mold part 1 can be provided with ejectors for ejecting the poured product.

Figuur 3D toont hoe de matrijsdelen van figuur 3C sluiten, en figuur 3D maakt duidelijk hoe de eerste serie elementen 10A ten minste gedeeltelijk ingeklemd is tussen het eerste matrijsdeel 1 en het tweede matrijsdeel 2. Dit is aangeduid in de figuur met referentiecijfer 20. De ingeklemde serie 10A vervangt daarmee de tweede stop 19, en sluit de holte af ter plaatse van één zijde van het eerste matrijsdeel 1 met een eerder gevormd vormdeel. Wanneer spuitgietmateriaal geïnjecteerd wordt in de holte van de matrijs zoals weergegeven in figuur 3D, zal ter plaatse van zone 20 het geïnjecteerde spuitgietmateriaal in contact komen met de eerste serie 10A. Hierdoor zal de in figuur 3D te vormen serie verbonden zijn met de in de eerdere spuitgietcyclus, weergegeven in figuur 3B, gevormde serie 10A. Door het herhalen van de stappen weergegeven in figuur 3C en 3D, kan een continue band met meerdere elementen gevormd worden.Figure 3D shows how the mold parts of figure 3C close, and figure 3D makes clear how the first series of elements 10A is at least partially clamped between the first mold part 1 and the second mold part 2. This is indicated in the figure with reference numeral 20. The clamped series 10A thus replaces the second plug 19 and closes the cavity at the location of one side of the first mold part 1 with a molded part previously formed. When injection molding material is injected into the cavity of the mold as shown in Figure 3D, the injection molded material will come into contact with the first series 10A at the area of zone 20. As a result, the series to be formed in Figure 3D will be connected to the series 10A formed in the earlier injection molding cycle shown in Figure 3B. By repeating the steps shown in Figs. 3C and 3D, a continuous band with multiple elements can be formed.

Daarbij bevat de spuitgietmachine bij voorkeur een controller voor het aansturen van de onderdelen in de machine om volgende serie van opeenvolgende stappen repetitief uit te voeren: sluiten van het eerste matrijsdeel 1 en het tweede matrijsdeel 2; spuitgieten van minstens één van de meerdere elementen in de gesloten matrijs; openen van de matrijs; verdraaien van het tweede matrijsdeel 2 rondom as 6 om een verder segment van het tweede matrijsdeel 2 te positioneren tegenover het eerste matrijsdeel 1 ; het oprollen van de continue band met meerdere elementen 10.The injection molding machine herein preferably comprises a controller for controlling the parts in the machine to perform the following series of consecutive steps repetitively: closing the first mold part 1 and the second mold part 2; injection molding of at least one of the multiple elements in the closed mold; opening the mold; rotating the second mold part 2 about axis 6 to position a further segment of the second mold part 2 opposite the first mold part 1; rolling up the continuous belt with several elements 10.

Daarbij kan het oprollen van de meerdere elementen 10 simultaan of hoofdzakelijk synchroon uitgevoerd worden met het verdraaien van het tweede matrijsdeel 2 zodanig dat de hoeveelheid elementen die zich uitstrekken tussen de oproller 9 en het tweede matrijsdeel 2 hoofdzakelijk constant is.The rolling up of the plurality of elements 10 can herein be carried out simultaneously or substantially synchronously with the rotation of the second mold part 2 such that the amount of elements extending between the winder 9 and the second mold part 2 is substantially constant.

Figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding waarin tweede matrijsdeel 2 voorzien is om 3 van de meerdere elementen parallel aan elkaar te vormen. Daarbij zijn de drie parallelle elementen niet onderling verbonden zodat 3 aparte continue banden 10a, 10b en 10c met de meerdere elementen gevormd worden, welke door aparte oprollers 9a, 9b en 9c worden opgerold. In het weergegeven voorbeeld wordt, in tegenstelling tot in de voorbeelden uit figuren 1 en 2, slechts één van de meerdere elementen gevormd per spuitgietcyclus. Daarbij zal duidelijk zijn dat de matrijs wel voorzien is om de meerdere elementen uit opeenvolgende spuitgietcycli onderling te verbinden, zoals geïllustreerd is in de figuur. Het aan elkaar vormen van elementen uit verschillende spuitgietcycli vindt in de uitvoeringsvorm van figuur 4 in de verbindingen tussen de elementen plaats. In figuur 5 is een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven waarbij het aan elkaar vormen van elementen uit verschillende spuitgietcycli plaatsvindt in de elementen zelf.Figure 4 shows an alternative embodiment of the invention in which second mold part 2 is provided to form 3 of the plurality of elements parallel to each other. The three parallel elements are not mutually connected, so that 3 separate continuous bands 10a, 10b and 10c are formed with the multiple elements, which are rolled up by separate rollers 9a, 9b and 9c. In the example shown, unlike in the examples from Figures 1 and 2, only one of the multiple elements is formed per injection molding cycle. It will be clear here that the mold is provided for mutually connecting the multiple elements from successive injection molding cycles, as is illustrated in the figure. Forming elements from different injection molding cycles together takes place in the connections between the elements in the embodiment of Figure 4. Figure 5 shows an alternative embodiment in which elements from different injection molding cycles are formed together in the elements themselves.

Figuur 5 toont een eerste matrijsdeel 1 en het tweede matrijsdeel 2. De figuur toont hoe verschillende elementen nagenoeg rechtstreeks met elkaar verbonden zijn, zonder noemenswaardige verbindingen. De figuur 5 toont een uitvoeringsvorm van de eerste stop, die verhindert dat kunststof uit de matrijs loopt ter plaatse van de stop, en waarbij de stop 18 verder een vlak 23 bevat dat ervoor zorgt dat het uiterste element, ter plaatse van de stop 18, slechts gedeeltelijk gevormd wordt, zoals weergegeven in de figuur 5a.Figure 5 shows a first mold part 1 and the second mold part 2. The figure shows how different elements are connected almost directly to each other, without significant connections. Figure 5 shows an embodiment of the first stop, which prevents plastic from running out of the mold at the stop, and wherein the stop 18 further comprises a surface 23 which ensures that the extreme element, at the stop 18, is only partially formed, as shown in Figure 5a.

Wanneer het tweede matrijsdeel 2 verdraaid wordt om een verdere spuitgietcyclus te starten, zal het half gevormde element 24 ingeklemd worden en zo de matrijs afsluiten tegenover de stop 18. Wanneer kunststof geïnjecteerd wordt tijdens deze verdere spuitgietcyclus, zal deze kunststof in contact komen met het half gevormde vlak 25 van het half gevormde element 24. Dit vlak 25 kan gevormd worden om het contactoppervlak te vergroten, bijvoorbeeld door ribbels, kartels of uitsteekstels te voorzien. De kunststof is bij injectie typisch warm en zal een gedeelte van de kunststof van het half gevormde element 24 ter plaatse van het vlak 25 doen smelten waardoor kunststof uit de vorige spuitgietcyclus en de verdere spuitgietcyclus met elkaar versmelt. Zo kan de continue band op een stevige manier gevormd worden, doordat de elementen uit opeenvolgende spuitgietcycli door middel van een relatief groot contactvlak met elkaar verbonden worden. De vakman zal begrijpen dat het contactvlak gevormd kan worden door een designer van de mal, rekening houdend met de krachten die op het afgewerkte element zullen komen tijdens gebruik daarvan, zodat het contactvlak groot genoeg is zich in een onbelaste richting uitstrekt.When the second mold part 2 is rotated to start a further injection molding cycle, the half-formed element 24 will be clamped and thus close the mold opposite the stopper 18. When plastic is injected during this further injection molding cycle, this plastic will come into contact with the half formed surface 25 of the semi-formed element 24. This surface 25 can be formed to increase the contact surface, for example by providing ridges, knurls or protrusions. The plastic is typically hot on injection and will melt a portion of the plastic of the semi-formed element 24 at the area of the surface 25, whereby plastic from the previous injection molding cycle and the further injection molding cycle melt together. The continuous belt can thus be formed in a sturdy manner by connecting the elements from successive injection molding cycles to each other by means of a relatively large contact surface. The skilled person will understand that the contact surface can be formed by a designer of the mold, taking into account the forces that will come upon the finished element during use thereof, so that the contact surface is large enough to extend in an unloaded direction.

Op basis van bovenstaande beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding, kan de vakman een spuitgietmachine vormen en een werkwijze uitvoeren voor het vormen van een continue band met meerdere elementen. Daarbij zal de vakman begrijpen dat hierboven slechts voorbeelden gegeven zijn van de aspecten van de uitvinding, en dat meerdere alternatieve voorbeelden kunnen bedacht worden op dezelfde aspecten te implementeren. Daarom zal de uitvinding niet beperkt zijn tot de hierboven beschreven voorbeelden of uitvoeringsvormen, en zal de uitvinding enkel gedefinieerd worden door de conclusies.On the basis of the above description of exemplary embodiments of the invention, the skilled person can form an injection molding machine and perform a method for forming a continuous belt with several elements. In addition, those skilled in the art will understand that only examples of the aspects of the invention have been given above, and that several alternative examples can be envisaged to implement the same aspects. Therefore, the invention will not be limited to the examples or embodiments described above, and the invention will only be defined by the claims.

Claims (13)

ConclusiesConclusions 1. Matrijsinrichting voor het spuitgieten van meerdere elementen, bevattende een matrijs met een eerste matrijsdeel en een tweede matrijsdeel, en waarbij het tweede matrijsdeel meerdere gelijkvormige segmenten bevat die in een kring met elkaar verbonden zijn en op een as gemonteerd zijn, waarbij verdraaien van het tweede matrijsdeel om de as toelaat om telkens één van de segmenten te verbinden met het eerste matrijsdeel teneinde de matrijs te sluiten en minstens één van de meerdere elementen te spuitgieten, en waarbij het tweede matrijsdeel gevormd is om bij het spuitgieten de meerdere elementen onderling te verbinden zodat een continue band met de meerdere elementen spuitgietbaar is; waarbij de matrijsinrichting een oproller bevat voor het oprollen van de continue band met de meerdere elementen.CLAIMS 1. A mold device for injection molding a plurality of elements, comprising a mold with a first mold part and a second mold part, and wherein the second mold part comprises a plurality of uniform segments which are connected to each other in a circuit and mounted on a shaft, wherein rotation of the mold second mold part about the axis allows in each case to connect one of the segments to the first mold part in order to close the mold and to injection mold at least one of the multiple elements, and wherein the second mold part is formed to interconnect the multiple elements during injection molding so that a continuous belt with the multiple elements can be injection molded; wherein the mold device comprises a winder for winding up the continuous belt with the plurality of elements. 2. Matrijsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste matrijsdeel een eerste deelvlak heeft en waarbij elk segment van het tweede matrijsdeel een tweede deelvlak heeft, en waarbij de gesloten matrijs een holte vormt met een vormgeving die ingericht is voor het vormen van de minstens één van de meerdere elementen, waarbij de holte afgebakend wordt door het eerste deelvlak van het eerste matrijsdeel en door een tweede deelvlak van een respectievelijk segment van het tweede matrijsdeel.2. Mold device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first mold part has a first sub-surface and wherein each segment of the second mold part has a second sub-surface, and wherein the closed mold forms a cavity with a shape adapted to form the at least one of the plurality of elements, the cavity being delimited by the first sub-surface of the first mold part and by a second sub-surface of a respective segment of the second mold part. 3. Matrijsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste matrijsdeel voorzien is om bij het sluiten van de matrijs telkens een segment en minstens een gedeelte van een daaraan aangrenzend segment van de meerdere segmenten van het tweede matrijsdeel te bedekken zodanig dat op het tweede matrijsdeel zones van overlapping gevormd zijn die door het eerste matrijsdeel meermaals bedekt zijn bij opeenvolgende spuitgietcycli.3. Mold device according to one of the preceding claims, wherein the first mold part is provided for covering one segment and at least a part of an adjacent segment of the plurality of segments of the second mold part in such a way that on the second mold part mold part zones of overlap are formed which are covered several times by the first mold part during successive injection molding cycles. 4. Matrijsinrichting volgens conclusie 3, waarbij de matrijs ter plaatse van de zones van overlapping gevormd is voor het inklemmen van een gedeelte van een in een eerdere spuitgietcyclus gevormde minstens één van de meerdere elementen.A mold device according to claim 3, wherein the mold is formed at the area of the overlapping zones for clamping a portion of an at least one of the plurality of elements formed in an earlier injection molding cycle. 5. Matrijsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede matrijsdeel cilindrisch gevormd is waarbij de meerdere segmenten gevormd worden door deeloppervlakken van het cilindrische matrijsdeel.A mold device according to any one of the preceding claims, wherein the second mold part is cylindrically shaped, the plurality of segments being formed by partial surfaces of the cylindrical mold part. 6. Matrijsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste matrijsdeel voorzien is van uitstootmiddelen zodat bij het openen van de matrijs het gevormde minstens één van de meerdere elementen minstens gedeeltelijk in het tweede matrijsdeel blijft.6. Mold device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first mold part is provided with ejecting means so that upon opening the mold the formed at least one of the multiple elements remains at least partially in the second mold part. 7. Matrijsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de matrijsinrichting een controller bevat voor het repetitief aansturen van de matrijsinrichting in minstens volgende sequentiële stappen: Sluiten van de matrijs, spuitgieten van het minstens één van de meerdere elementen, openen van de matrijs, verdraaien van de as.7. Mold device according to one of the preceding claims, wherein the mold device comprises a controller for the repetitive control of the mold device in at least the following sequential steps: Closing the mold, injection molding of at least one of the multiple elements, opening the mold, turning of the axis. 8. Werkwijze voor het spuitgieten van meerdere elementen in een matrijs, waarbij de werkwijze voorzien is voor het repetitief uitvoeren van volgende cyclus van stappen teneinde een continue band met de meerdere elementen te vormen: - sluiten van een eerste matrijsdeel en een tweede matrijsdeel van de matrijs; - spuitgieten van minstens één van de meerdere elementen in de matrijs; - openen van de matrijs; - verdraaien van een tweede matrijsdeel rondom een as; waarbij de werkwijze verder de stap bevat van het oprollen van de continue band met de meerdere elementen op een oproller.8. Method for injection molding a plurality of elements in a mold, the method being provided for repetitively performing the following cycle of steps in order to form a continuous bond with the plurality of elements: - closing a first mold part and a second mold part of the mold mold; - injection molding of at least one of the multiple elements in the mold; - opening the mold; - rotating a second mold part about an axis; the method further comprising the step of winding up the continuous belt with the plurality of elements on a winder. 9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij het oprollen hoofdzakelijk simultaan met het verdraaien uitgevoerd wordt.The method of claim 8, wherein the rolling up is performed essentially simultaneously with the turning. 10. Werkwijze volgens één van de conclusies 8-9, waarbij de stap van het sluiten van de matrijs verder bevat het inklemmen van minstens een gedeelte van de in een eerdere cyclus gevormde minstens één van de meerdere elementen.The method of any one of claims 8-9, wherein the step of closing the mold further comprises clamping at least a portion of the at least one of the plurality of elements formed in a previous cycle. 11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij het inklemmen uitgevoerd wordt doordat tijdens het sluiten van de matrijs een holte gevormd wordt die afgebakend wordt door een eerste deelvlak van het eerste matrijsdeel en door telkens één van tweede deelvlakken van respectievelijke segmenten van het tweede matrijsdeel, waarbij de holte verder afgebakend wordt door genoemd gedeelte van de in een eerdere cyclus gevormde elementen.11. Method as claimed in claim 10, wherein the clamping is carried out in that during the closing of the mold a cavity is formed which is delimited by a first sub-surface of the first mold part and by in each case one of second sub-surfaces of respective segments of the second mold part, wherein the cavity is further defined by said portion of the elements formed in a previous cycle. 12. Werkwijze volgens één van de conclusies 8-11, waarbij de werkwijze verder bevat het uitwerpen uit minstens het eerste matrijsdeel van het gevormde minstens één van de meerdere elementen terwijl laatstgenoemde minstens gedeeltelijk in het tweede matrijsdeel blijft zitten.A method according to any of claims 8-11, wherein the method further comprises ejecting from at least the first mold part of the formed at least one of the plurality of elements while the latter remains at least partially in the second mold part. 13. Rol bevattende een continue band met meerdere elementen die gevormd zijn door het uitvoeren van de werkwijze volgens één van de conclusies 8-12.A roll comprising a continuous belt with a plurality of elements formed by performing the method according to any of claims 8-12.
BE2015/5100A 2015-02-25 2015-02-25 Injection molding of multiple elements BE1022735B1 (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5100A BE1022735B1 (en) 2015-02-25 2015-02-25 Injection molding of multiple elements
EP16738649.9A EP3262265A2 (en) 2015-02-25 2016-02-16 Method and device for mutual locking of slats
PCT/BE2016/000013 WO2016134427A2 (en) 2015-02-25 2016-02-16 Method and device for mutual locking of slats

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5100A BE1022735B1 (en) 2015-02-25 2015-02-25 Injection molding of multiple elements

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1022735A1 BE1022735A1 (en) 2016-08-25
BE1022735B1 true BE1022735B1 (en) 2016-08-25

Family

ID=53476609

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5100A BE1022735B1 (en) 2015-02-25 2015-02-25 Injection molding of multiple elements

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1022735B1 (en)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3765816A (en) * 1969-09-09 1973-10-16 American Can Co Apparatus for molding plastic
GB1402395A (en) * 1972-04-28 1975-08-06 Duro Penta Holdings Pty Ltd Pipes
JPS5670929A (en) * 1979-11-13 1981-06-13 Kitai Seisakusho:Kk Molding of long-sized product having fancy film along convexes and concaves on surface thereof
US4818203A (en) * 1988-06-02 1989-04-04 The Goodyear Tire & Rubber Company System for injection molding elongated bodies
US5062783A (en) * 1988-06-02 1991-11-05 The Goodyear Tire & Rubber Company Apparatus for injection molding tire treads
DE102005010697A1 (en) * 2005-03-09 2006-09-14 Tyco Electronics Amp Gmbh Manufacture of chain of interconnected injection molded components, e.g. connector housings, by feeding continuous carrier material through injection molding apparatus
DE102007062963A1 (en) * 2007-12-21 2009-06-25 Erwin Quarder Systemtechnik Gmbh Continuous belt e.g. metal belt, manufacturing method for e.g. furniture industry, involves moving rear end of belt section forward from tool mould, such that half portion of rear end represents mechanical high tensile form fit connection
DE102010019943A1 (en) * 2010-05-08 2011-11-10 Aktiebolaget Skf Roller bearing cage manufacturing method for larger warehouse, involves molding cage section to another cage section, and injecting shot bag forming until cage sections of roller bearing cage and providing side rings to form rings

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3765816A (en) * 1969-09-09 1973-10-16 American Can Co Apparatus for molding plastic
GB1402395A (en) * 1972-04-28 1975-08-06 Duro Penta Holdings Pty Ltd Pipes
JPS5670929A (en) * 1979-11-13 1981-06-13 Kitai Seisakusho:Kk Molding of long-sized product having fancy film along convexes and concaves on surface thereof
US4818203A (en) * 1988-06-02 1989-04-04 The Goodyear Tire & Rubber Company System for injection molding elongated bodies
US5062783A (en) * 1988-06-02 1991-11-05 The Goodyear Tire & Rubber Company Apparatus for injection molding tire treads
DE102005010697A1 (en) * 2005-03-09 2006-09-14 Tyco Electronics Amp Gmbh Manufacture of chain of interconnected injection molded components, e.g. connector housings, by feeding continuous carrier material through injection molding apparatus
DE102007062963A1 (en) * 2007-12-21 2009-06-25 Erwin Quarder Systemtechnik Gmbh Continuous belt e.g. metal belt, manufacturing method for e.g. furniture industry, involves moving rear end of belt section forward from tool mould, such that half portion of rear end represents mechanical high tensile form fit connection
DE102010019943A1 (en) * 2010-05-08 2011-11-10 Aktiebolaget Skf Roller bearing cage manufacturing method for larger warehouse, involves molding cage section to another cage section, and injecting shot bag forming until cage sections of roller bearing cage and providing side rings to form rings

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
DREGER D R: "PLASTIC PARTS BY THE MINE", MACHINE DESIGN, PENTON MEDIA, CLEVELAND, OH, US, vol. 47, no. 21, 4 September 1975 (1975-09-04), pages 64/65, XP001173649, ISSN: 0024-9114 *
DREGER D R: "STRIP-MOLDED PLASTICS SLASH ASSEMBLY COSTS", MACHINE DESIGN, PENTON MEDIA, CLEVELAND, OH, US, vol. 52, no. 28, 1 December 1980 (1980-12-01), pages 189/190, XP001173589, ISSN: 0024-9114 *

Also Published As

Publication number Publication date
BE1022735A1 (en) 2016-08-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1016968A3 (en) DEVICE FOR MANUFACTURING injection molding.
BE1015328A6 (en) METHOD AND DEVICE FOR THE PRODUCTION OF SPRAY castings.
CN204263521U (en) For the formation of the system of the rubber article of molding
JPH07256658A (en) Method and device for producing optical lens
LU88216A1 (en) Method and apparatus for thermoforming and extraction of hollow objects provided with a bottom from a strip of thermoplastic material
PT1560694E (en) Method for manufacturing products from a thermoplastic mass
JP7049753B2 (en) Methods and equipment for manufacturing components or profiles
JP2013166026A (en) Mold for actuation sled
BE1022735B1 (en) Injection molding of multiple elements
BE1022053B1 (en) INJECTION MOLDING MACHINE
KR102641006B1 (en) Brush head manufacturing method and device
NL1029303C2 (en) APPARATUS AND METHOD FOR MAKING CAST LOLLIES.
DK3131729T3 (en) TANDEM FORM FOR MANUFACTURING INJECTION FASTENERS OF SYNTHETIC MATERIAL
CN105965791A (en) Method and device for injection molding of plastic material
EP1825985A2 (en) Process for making a stock for brooms and the stock for brooms
US7128553B2 (en) Injection molding apparatus and method
FR2539670A1 (en) Process for moulding by means of flexible-wall mould cavities, and automatic implementation machine
JP4914920B2 (en) Injection molding mechanism
WO2016134427A2 (en) Method and device for mutual locking of slats
JP7315552B2 (en) Brush head assembly and method of manufacturing same
EP2002958A2 (en) Improvements in injection systems in injection machines
US11045981B2 (en) Processing machine and methods for processing dip-molded articles
BE1014314A3 (en) Machine for making body brush or brushes multicomponent.
CN214178846U (en) Dumpling forming device
EP0265603A2 (en) Method of moulding and injection moulding machine

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200229