BE1022407B1 - Balenpers met verbeterde dwarsdrager voor het monteren van de tandwielkast - Google Patents
Balenpers met verbeterde dwarsdrager voor het monteren van de tandwielkast Download PDFInfo
- Publication number
- BE1022407B1 BE1022407B1 BE2014/0592A BE201400592A BE1022407B1 BE 1022407 B1 BE1022407 B1 BE 1022407B1 BE 2014/0592 A BE2014/0592 A BE 2014/0592A BE 201400592 A BE201400592 A BE 201400592A BE 1022407 B1 BE1022407 B1 BE 1022407B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- cross
- baler
- frame
- gearbox
- flange
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F15/00—Baling presses for straw, hay or the like
- A01F15/08—Details
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F15/00—Baling presses for straw, hay or the like
- A01F15/08—Details
- A01F15/0841—Drives for balers
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B30—PRESSES
- B30B—PRESSES IN GENERAL
- B30B9/00—Presses specially adapted for particular purposes
- B30B9/30—Presses specially adapted for particular purposes for baling; Compression boxes therefor
- B30B9/306—Mechanically-driven presses
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Body Structure For Vehicles (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
- Harvester Elements (AREA)
Abstract
Balenpers met een longitudinale richting en een dwarsrichting, omvattende een frame, een tandwielkast, en een dwarsdrager die zich uitstrekt in de dwarsrichting voor het koppelen van een bovendeel van de tandwielkast aan het frame, welke dwarsdrager een eerste einde dat gekoppeld is met het frame en een tweede einde dat gekoppeld is met het frame, heeft, waarbij het bovendeel gekoppeld is met de dwarsdrager tussen het eerste en tweede einde; waarbij het frame voorzien is van een eerste en een tweede montagebeugel die ingericht is voor het opnemen van het eerste einde en het tweede einde, op een lasvrije wijze.
Description
BALENPERS MET VERBETERDE DWARSDRAGER VOOR HET MONTEREN VAN DE
TANDWIELKAST
Vakgebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op balenpersen omvattende een frame, een tandwielkast, en een dwarsdrager die zich uitstrekt in de dwarsrichting voor het koppelen van een bovenste deel van de tandwielkast aan het frame. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op rechthoekige balenpersen die voorzien zijn van een zware tandwielkast.
Achtergrond van de uitvinding
In balenpersen van de stand van de techniek wordt een vorkvormig bovenste deel van een tandwielkast door middel van een pen verbonden met een koppelfiens die gelast is aan een dwarsdrager die zich uitstrekt in de dwarsrichting van de balenpers, en de dwarsdrager is gelast aan het frame van de balenpers. Een dergelijke balenpers van de stand van de techniek zal hieronder in detail besproken worden met verwijzing naar Figuren 1 en 2.
In een dergelijke uitvoeringsvorm houdt het monteren van de dwarsdrager en de tandwielkast vele las- en andere bewerkingen in, hetgeen resulteert in een dure constructie. Foutieve uitlijningen in de dwarsrichting kunnen opgenomen worden door de onderdelen tijdens de assemblage.
In uitvoeringsvormen van de stand van de techniek worden zware belastingen op de tandwielkast niet op een optimale wijze opgenomen, en kunnen deze zware belastingen resulteren in hoge lokale spanningen in de dwarsdrager.
Samenvatting van de uitvinding
Het doel van de onderhavige uitvinding is om een balenpers te verschaffen waarin de krachten die uitgeoefend worden op de tandwielkast overgebracht kunnen worden door de dwarsdrager naar het frame door middel van een meer kostenefficiënte constructie, waarbij het tegelijkertijd mogelijk is om foutieve uitlijningen in de dwarsrichting op te nemen.
Volgens een aspect van de uitvinding wordt een balenpers verschaft met een longitudinale richting die zich uitstrekt in de rijrichting van de balenpers, en een dwarsrichting. De balenpers omvat een frame, een tandwielkast, en een dwarsdrager die zich uitstrekt in de dwarsrichting voor het koppelen van een bovenste deel van de tandwielkast aan het frame. De dwarsdrager heft een eerste einde dat gekoppeld is met het frame en een tweede einde dat gekoppeld is met het frame, en het bovenste deel van de tandwielkast is gekoppeld met de dwarsdrager tussen het eerste einde en het tweede einde. Het frame is voorzien van een eerste en een tweede montagebeugel die ingericht is voor het opnemen van respectievelijk het eerste einde en het tweede einde, zodanig dat het eerste einde en het tweede einde van de dwarsdrager gekoppeld is met het frame op een lasvrije wijze.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn inter alia gebaseerd op het inzicht dat door montagebeugels te gebruiken, foutieve uitlijningen in de dwarsrichting opgevangen kunnen worden, en dat krachten op een verbeterde wijze, met minder hoge locale spanningen op de dwarsdrager, overgebracht kunnen worden naar het frame. Bovendien is de assemblage van de dwarsdrager door middel van montagebeugels kostenefficiënter.
In een voorkeursuitvoeringsvorm hebben het eerste einde en het tweede einde een omtreksoppervlak dat tenminste gedeeltelijk cilindrisch is rond een as evenwijdig aan de dwarsrichting van de balenpers, en hebben de eerste en tweede montagebeugel een tenminste gedeeltelijk cilindrisch montageoppervlak dat ingericht is voor het opnemen van respectievelijk het eerste en het tweede einde. De radius van het cilindrisch oppervlak kan variëren in de dwarsrichting. Het omtrekoppervlak is bij voorkeur tenminste gedeeltelijk cirkelcilindrisch. Een dergelijk cilindrisch contactoppervlak tussen het eerste en het tweede einde en de eerste en tweede montagebeugel heeft het voordeel dat een goed contact verkregen kan worden over een voldoende grote oppervlakte, zodanig dat de krachten op adequate wijze overgebracht kunnen worden op het frame.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het eerste einde en het tweede einde van de dwarsdrager gekoppeld met het frame op een lasvrije wijze, zonder verticale bouten die zich uitstrekken doorheen het eerste en tweede einde. Met andere woorden, geniet het de voorkeur om geen verticale bouten te gebruiken voor het overbrengen van hoge krachten naar het frame. Wel kan een druk- of trekelement, zoals een druk- of trekbout, gebruikt worden om de eerste en tweede einden in hun positie in de eerste en tweede montagebeugels te houden, maar een dergelijk element heeft geen significante krachtoverbrengende functie.
In een voorkeursuitvoeringsvorm, hebben het eerste en tweede einde een gewelfd buitenoppervlak gezien in de dwarsrichting van de balenpers. In het geval van een cilindrisch buitenoppervlak impliceert dit dat de radius van het cilindrisch buitenoppervlak niet constant is in de dwarsrichting. Een dergelijk gewelfd buitenoppervlak heeft het voordeel dat ook in het geval van buigen of een foutieve uitlijning van de dwarsdrager, toch een goed contact tussen de eerste en tweede montagebeugel en het eerste en tweede einde wordt gewaarborgd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm hebben de eerste en tweede montagebeugels een nabije zijde en een verre zijde, welke nabije zijde dichter ligt bij de tandwielkast dan de verre zijde. Het eerste en tweede einde kunnen een gedeelte hebben met een cilindrisch buitenoppervlak, welk deel gelegen is bij de nabije zijde van de eerste en tweede montagebeugel, zodanig dat het gedeelte aangepast is voor het overbrengen van krachten die uitgeoefend worden door de tandwielkast op de dwarsdrager in de rijrichting van de balenpers, naar het frame.
In een voorbeelduitvoeringsvorm heeft de dwarsdrager een in hoofdzaak H-vormige dwarsdoorsnede, en hebben de eerste en tweede einden van de dwarsdrager elk een eerste flens en een tweede flens en een middelste deel dat de eerste flens met de tweede flens verbindt. De eerste flens heeft bij voorkeur een afgerond buitenoppervlak, en elke montagebeugel heeft dan bij voorkeur een complementair afgerond montageoppervlak dat samenwerkt met het afgerond buitenoppervlak van de eerste flens. Een in hoofdzaak H-vormige dwarsdoorsnede verwijst naar het feit dat de dwarsdoorsnede H-vormig is over een groot deel van de lengte van de dwarsdrager. Meer in het bijzonder kan de dwarsdrager een klein cilindrisch deel hebben; bijvoorbeeld in het midden van de dwarsdrager om de verbinding met een koppelflens te vergemakkelijken, zie verder. Verder hoeven de flenzen van de H niet vlak te zijn maar kunnen deze afgerond zijn.
In een andere voorbeelduitvoeringsvorm heeft de dwarsdrager een in hoofdzaak cilindrische vorm. De radius van de cilindrische dwarsdrager kan variëren in de dwarsrichting en zal typisch groter zijn in het middel van de dwarsdrager dan bij het eerste en tweede einde.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de dwarsdrager voorzien van een koppelflens die zich loodrecht op de dwarsrichting van de balenpers uitstrekt. De koppelflens is gekoppeld met een bovenste deel van de tandwielkast.
In een voorbeelduitvoeringsvorm zijn de dwarsdrager en de koppelflens vervaardigd uit een enkelvoudig stuk, bijvoorbeeld een gegoten stuk. In een andere voorbeelduitvoeringsvorm is de koppelflens een afzonderlijk element dat op lasvrije wijze geklemd is op de dwarsdrager.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de koppelflens voorzien van een doorvoer die zich uitstrekt in de dwarsrichting, en er steekt een pen door de doorvoer heen voor het verbinden van het bovenste deel van de tandwielkast met de dwarsdrager. Meer bij voorkeur is een kogel met een doorvoer ingebracht in de doorvoer van de koppelflens, en steekt de pen doorheen de doorvoer van de kogel. Op die manier wordt een kogelscharnier verkregen dat verder het overbrengen van krachten naar de dwarsdrager verbetert.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede montagebeugels gelast aan het frame.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt een balenpers voorzien met een longitudinale richting die zich uitstrekt in de rijrichting van de balenpers, en een dwarsrichting. De balenpers omvat een frame, een tandwielkast en een dwarsdrager die zich uitstrekt in de dwarsrichting en die een eerste einde heeft dat gekoppeld is met het frame en een tweede einde dat gekoppeld is met het frame, waarbij een bovenste deel van de tandwielkast gekoppeld is met de dwarsdrager tussen het eerste einde en het tweede einde. De dwarsdrager is voorzien van een koppelflens die zich loodrecht uitstrekt op de dwarsrichting, waarbij de koppelflens gekoppeld is met het bovendeel van de tandwielkast, en waarbij de koppelflens geklemd is op de dwarsdrager op een lasvrije wijze.
De balenpers volgens het tweede aspect heeft het voordeel dat de vorm van de dwarsdrager eenvoudiger kan zijn terwijl de krachten van de tandwielkast op een doeltreffende wijze overgebracht worden naar het frame.
Volgens het tweede aspect kunnen de eerste en tweede einden van de dwarsdrager ofwel gemonteerd zijn met montagebeugels zoals bij het eerste aspect van de uitvinding, of kunnen deze door andere middelen verbonden zijn met het frame, zoals door middel van bouten of door lassen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de dwarsdrager een cilindrisch deel tussen het eerste einde en het tweede einde, en heeft de koppelflens een cilindrisch binnenoppervlak dat contact maakt met het cilindrisch deel van de dwarsdrager.
In een voorbeelduitvoeringsvorm is de koppelflens een enkelvoudig stuk met een opening met afmetingen die overeenstemmen met de afmetingen van de dwarsdoorsnede van de dwarsdrager, zodanig dat de dwarsdrager aangebracht kan zijn door de opening om de koppelflens vast te klemmen op de dwarsdrager. Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat de koppelflens twee delen die verbonden zijn met elkaar rond de dwarsdrager.
De maatregelen die hierboven werden beschreven voor de balenpers volgens het eerste aspect van de uitvinding kunnen eveneens toegepast worden voor een balenpers volgens het tweede aspect.
Korte omschrijving van de tekeningen
De voordelen van de uitvinding zullen blijken na het lezen van de volgende gedetailleerde beschrijving van niet-beperkende voorbeelduitvoeringsvormen van de uitvinding, in het bijzonder wanneer deze gelezen wordt in samenhang met de tekeningen in de bijlage, waarin: FIG. 1 een schematisch zijaanzicht van een rechthoekige balenpers volgens de stand van de techniek toont; FIG. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een rechthoekige balenpers volgens de stand van de techniek toont; FIG. 3 een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een dwarsdrager met montagebeugels volgens de uitvinding toont; FIG. 3A een dwarsdoorsnede langs lijn A-A volgens een einddeel van de dwarsdrager met montagebeugels van Figuur 3 toont; FIG. 3B een gedeeltelijke doorsnede langs lijn B-B van de dwarsdrager met montagebeugels van Figuur 3 toont; FIG. 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een dwarsdrager met montagebeugels volgens de uitvinding toont; FIG. 5 een perspectivisch aanzicht van een deel van een uitvoeringsvorm van een balenpers van de uitvinding toont; en FIG. 6 een schematisch perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een dwarsdrager met montagebeugels volgens de uitvinding toont.
Gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvormen
De tekeningen zijn slechts schematisch en zijn niet-beperkend. In de tekeningen kan de afmeting van enkele elementen vergroot zijn, en kunnen bepaalde elementen niet op schaal getekend zijn voor illustratieve doeleinden.
De verwijzingstekens in de conclusies beperken de beschermingsomvang niet. In de tekeningen verwijzen dezelfde verwijzingstekens naar dezelfde of analoge elementen.
De termen “voor”, “achter", “voorwaarts”, “achterwaarts”, “links” en “rechts” zoals gebruikt in de beschrijving zijn bepaald ten opzichte van de normale rijrichting van de machine wanneer deze in werking is. Deze mogen echter niet beperkend worden uitgelegd.
Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding hebben betrekking op rechthoekige balenpersen van landbouwmateriaal zoals hooi, stro, kuilvoer of gelijkaardig oogstmateriaal, dat voorheen werd gesneden, in zwadden gelegd of geharkt, en werd opgeraapt in een veld. De geproduceerde rechthoekige balen kunnen een hoge dichtheid hebben, en bijgevolg een grote massa, bijvoorbeeld van 500 kg of meer. De rechthoekige balenpers is ontworpen om getrokken te worden door een landbouwtractor en om aangedreven te worden door de vermogenaftakking (power take-off) van de tractor.
Een deel van een agrarische balenpers 10 van de stand van de techniek is geïllustreerd in de Figuren 1 en 2. Balenpers 10 heeft een longitudinale richting L die zich uitstrekt in de rijrichting van de balenpers, en een dwarsrichting T. De balenpers 10 omvat een hoofdframe 11 waarop alle onderdelen zijn gemonteerd. Het frame 11 van de balenpers 10 is typische een gelaste constructie.
De balenpers 10 omvat een balenkamer 15. Een dragend element 30 draagt een onderste deel van een tandwielkast 21 van de balenpers 10. De balenkamer 15 is typisch in lijn gepositioneerd met het dragend element. De tandwielkast 21 voorziet in een aandrijving van de verschillende onderdelen van de balenpers 10 die aangedreven moeten worden. De tandwielkast 21 kan aangedreven worden door de tractor die de balenpers 10 trekt, door middel van een overbrengingsas 22 tussen de tractor en de balenpers 10, zoals geïllustreerd is in Figuur 1. De tandwielkast 21 voorziet in een rechtstreekse aandrijving van de plunjer 18. Daartoe kan de plunjer 18 bijvoorbeeld verbonden zijn met de tandwielkast 21 door middel van krukassen 20 en pitman stangen 19. De plunjer 18 drukt het verzamelde oogstmateriaal dat verkregen wordt vanaf de toevoerleiding 14, tegen de baal die gevormd wordt in de balenkamer 15. De plunjer 18 beweegt op en tegen de onderste plunjerrails 41 die daartoe voorzien zijn aan beide zijden van de balenkamer 15, bij rechtse en linkse kamerwanden. Bovenste plunjerrails 42 kunnen optioneel eveneens voorzien zijn om de plunjer 18 tegen de bodem plunjerrails 41 te dwingen en om de beweging van de plunjer 18 te beperken, teneinde te vermijden dat de plunjer 18 op en neer beweegt.
De tandwielkast 21 is bij zijn onderste deel bevestigd aan het dragend element 30. Het bovenste gedeelte van de tandwielkast wordt vastgehouden door een koppel- en sensorsamenstel 35, dat het bovenste gedeelte verbindt met een dwarsdrager 1. Het koppelsamenstel 35 is ontworpen om de reactiekrachten van de plunjer 18 op het lichaam van de tandwielkast 21 te kunnen opnemen. Het samenstel omvat een hefboom 40 die gemonteerd is door een dwarse cilindrische pen 42 tegen een vlak uitstekend deel 44 op het bovenste huisgedeelte van tandwielkast 21. Het koppelsamenstel 35 omvat verder een trekelement 50 met een vooreinde dat scharnierend verbonden is met de bovenarm van de hefboom 40. Het achtereinde van het trekelement 50 is gemonteerd tussen een paar opstaande steunplaten 42 die gelast zijn aan de dwarsdrager 1 van het hoofdframe 11. De steunplaten 52 hebben gedeeltes die zich uitstrekken over en onder dwarsdrager 1 en waartussen een dwarse steunplaat 56 gelast is. Deze plaat 56 ligt tegenover het ondereinde van hefboom 40. Een bout steekt door een gat in de plaat 56 in het achterste gedeelte van een lager blok 60. Het blok 60 is bij het vooreinde ervan voorzien van een sferische lager die gemonteerd is tussen de ondereinden van hefboom 40. Een laadsensor is ingebracht door gaten in deze ondereinden en door de lager. De laadsensor is werkzaam om de kracht te meten die uitgeoefend wordt door de hefboom 40 op de steunplaat 56. De sensor meet bij voorkeur de kracht in een in hoofdzaak longitudinale richting.
Tijdens elke persslag van de plunjer 18 worden de reactiekrachten van het oogstmateriaal op de plunjer door de pitmanstang 19 en de krukas 20 overgebracht op de tandwielkast 21. Een deel van deze krachten wordt opgenomen door de verbinding van het onderste deel van de tandwielkast 21 met het hoofdframe 11. De rest van de reactiekrachten wordt opgenomen door het koppelsamenstel 35 bij het bovenste deel van de tandwielkast 21.
Nu zal een dwarsdrager 110 met overeenstemmende montagebeugels 120 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding geïllustreerd worden met verwijzing naar Figuren 3, 3A en 3B.
De dwarsdrager 110 heeft een eerste einde 111 en een tweede eind 112. Het eerste einde 111 en het tweede einde 112 zijn opgenomen in een eerste en tweede montagebeugel 120, zodanig dat het eerste einde en het tweede einde van de dwarsdrager gekoppeld zijn met het frame op een lasvrije wijze. De montagebeugels 120 kunnen gelast zijn of op een andere manier bevestigd zijn aan het frame 11 van de balenpers 10. Een bovenste deel 40 van een tandwielkast 21 is gekoppeld met de dwarsdrager 110 tussen het eerste einde 111 en het tweede einde 112.
Het eerste einde 111 en het tweede einde 112 omvatten een deel 113 met een cirkelcilindrisch buitenoppervlak waarbij de as van het cilindrisch buitenoppervlak in de dwarsrichting van de balenpers loopt. De straal R1, R2 kan variëren in de dwarsrichting, zie Figuur 3B. Elke montagebeugel 120 heeft een cilindrisch montageoppervlak 121, dat wil zeggen het binnenoppervlak van de beugel 120 dat aangepast is voor het opnemen van respectievelijk het eerste einde en het tweede einde.
Het deel 113 heeft bij voorkeur een gewelfd buitenoppervlak kijkend in de dwarsrichting T van de balenpers, terwijl de montagebeugel 120 een recht cilindrisch buitenoppervlak heeft gezien in de dwarsrichting T. De montagebeugel 120 heeft een nabije zijde 122 en een verre zijde 123, waarbij de nabije zijde 122 dichter ligt bij de tandwielkast 21 dan de verre zijde 123. Het deel 113 is gelegen bij de nabije zijde 122 van de montagebeugel 120. Op die manier is het deel 113 aangepast voor het overbrengen van krachten F die uitgeoefend worden door de tandwielkast 21 op de dwarsdrager 110 in de rijrichting van de balenpers, naar het frame 11. Door de gewelfde vorm van deel 113 kunnen de krachten goed overgedragen worden, ook wanneer de dwarsdrager onderhevig is aan buigkrachten.
De dwarsdrager 110 heeft een in hoofdzaak H-vormige dwarsdoorsnede, waarbij de eerste en tweede einddelen van de dwarsdrager elk het deel 113, een tweede flensdeel 114 en een middelste deel 115 omvatten. Het middelste deel 115 verbindt het eerste flensdeel 113 met het tweede flensdeel 114.
De dwarsdrager 110 is voorzien van een koppelflens 116 die zich uitstrekt in de longitudinale richting L van de balenpers 10 tussen het eerste einde 111 en het tweede einde 112, typisch centraal tussen het eerste einde 111 en het tweede einde 112. In de eerste uitvoeringsvorm zijn de dwarsdrager 110 en de koppelflens 116 vervaardigd uit een enkelvoudig stuk, bijvoorbeeld een gegoten stuk. De koppelflens 116 is bedoeld om gekoppeld te zijn met een bovenste vorkdeel 44 van de tandwielkast 21. Meer in het bijzonder is de flens 116 bedoeld om te passen tussen de vorkbenen van bovenste deel 44, en steekt een pen 42 door het vorkdeel 44 en door een kogel 117 in een doorvoer 119 van de flens 116, zodanig dat de kogel 117 en de doorvoer 119 een kogelverbinding vormen. De kogel 117 kan in de doorvoer 119 gebracht worden in een geroteerde stand (in welke stand de doorvoer en de kogel zich uitstrekt in de longitudinale richting L), waarna de kogel 117 geroteerd kan worden in een stand waarin de doorvoer daarin zich uitstrekt in de dwarsrichting T. De pen 42 strekt zich uit doorheen de doorvoer de kogel 117. Op die manier kunnen de krachten op de tandwielkast 21 overgebracht worden op de dwarsdrager 110, waarbij hoge lokale spanningen in de dwarsdrager beperkt worden
Figuur 4 illustreert een tweede uitvoeringsvorm van een dwarsdrager 110 met overeenstemmende montagebeugels 120. De dwarsdrager 110 heeft een eerste einde 111 en een tweede einde 112. Het eerste einde 111 en het tweede einde 112 zijn opgenomen in een montagebeugel 120, zodanig dat het eerste einde 111 en het tweede einde 112 van de dwarsdrager gekoppeld zijn met het frame op een lasvrije wijze. Ook is de verbinding vrij van afschuif- en wrijvingskracht overbrengende bouten die zich vertikaal uitstrekken doorheen de dwarsdrager. Wel kan een drukelement zoals een drukbout 140 voorzien zijn welke de dwarsdrager 110 op zijn plaats houdt met de eerste en tweede einden 111, 112 opgenomen in de eerste en tweede montagebeugels 120. Volgens een alternatieve uitvoering kan een trekelement, zoals een trekbout (niet getoond), voorzien zijn voor het op hun plaats houden van de eerste en tweede einden 111,112.
In de tweede uitvoeringsvorm is een koppelflens 216 voor het koppelen van de dwarsdrager 110 op een tandwielkast, geklemd op de dwarsdrager 110 op een lasvrije wijze. Daartoe heeft de dwarsdrager 110 in het midden tussen het eerste einde 111 en het tweede einde 112 een cilindrisch deel 118, en heeft de koppelflens 216 een cilindrisch binnenoppervlak 218 dat in contact staat met het cilindrisch deel 118 van de dwarsdrager 110
In de tweede uitvoeringsvorm is de koppelflens 216 een stuk met een cilindrische doorvoer met een diameter die overeenstemt met de diameter van het cilindrisch middendeel 118 van de dwarsdrager, zodanig dat de dwarsdrager 110 door de doorvoer gebracht kan worden om de koppelflens 216 op de dwarsdrager 110 te klemmen. In vergelijking met de eerste uitvoeringsvorm zal de spanning in de dwarsdrager 110 die veroorzaakt wordt door krachten die uitgeoefend worden door de tandwielkast op de dwarsdrager 110 meer gelokaliseerd zijn rond de koppelflens 216. Zowel de eerste als de tweede uitvoeringsvorm leiden tot aanzienlijk betere resultaten dan deze verkregen met uitvoeringsvormen van de stand van de techniek waarin de dwarsdrager gelast is aan het frame.
De koppelflens 216 is gekoppeld met een bovenste vorkdeel 44 van de tandwielkast 21, zie Figuur 5. Meer in het bijzonder past de flens 216 tussen de vorkdelen van bovenste deel 44, en strekt een pen 42 zich uit door het vorkdeel 44 en door een kogel 217 in een doorvoer 219 van de flens 216, zodanig dat de kogel 217 en doorvoer 219 een kogelverbinding vormen. De kogel 217 kan in de doorvoer 219 aangebracht worden in een geroteerde stand (waarin de doorvoer zich uitstrekt in de longitudinale richting L), waarbij de kogel 217 geroteerd kan worden in een stand waarin de doorvoer daarin zich uitstrekt in de dwarsrichting T. De pen 42 strekt zich uit doorheen de doorvoer in de kogel 217. Op die manier kunnen de krachten op de tandwielkast 21 op een verbeterde wijze overgedragen worden naar de dwarsdrager 110.
Figuur 5 illustreert de dwarsdrager 110 die aangebracht is in een balenpers 10 door middel van montagebeugels 120 van de eerste uitvoeringsvorm. De montagebeugels 120 kunnen gelast zijn aan de respectievelijke zijwanden van de balenpers.
Figuur 6 illustreert een derde uitvoeringsvorm van een dwarsdrager 110 met montagebeugels 120. De dwarsdrager 110 heeft een eerste einde 111 en een tweede einde 112. Het eerste einde 111 en het tweede einde 112 zijn opgenomen in de montagebeugels 120, zodanig dat het eerste einde en het tweede einde van de dwarsdrager gekoppeld zijn met het frame op een lasvrije wijze. In de derde uitvoeringsvorm is een koppelflens 316a, 316b door het koppelen van de dwarsdrager 110 aan de tandwielkast, geklemd op de dwarsdrager 110 op een lasvrije wijze.
De dwarsdrager 110 heeft een cirkelcilindrische vorm over de volledige lengte tussen het eerste einde 111 en het tweede einde 112. De koppelflens is gevormd door twee delen 316a, 316b die met elkaar verbonden zijn zodanig dat deze vastgeklemd zijn rond de dwarsdrager 110. Wanneer de twee delen 316a, 316b tegen elkaar geklemd zijn dan definiëren ze een cilindrisch binnenoppervlak 318 dat contact maakt met het cilindrisch buitenoppervlak van de dwarsdrager 110.
De koppelflens 316 is bedoeld om gekoppeld te worden met een bovenste vorkdeel 44 van de tandwielkast 21. Meer in het bijzonder is de flens 316 bedoeld om te passen tussen de vorkbenen van bovenste deel 44, en strekt een pen 42 zich uit doorheen het vorkdeel 44 en doorheen een kogel 317 in een doorvoer 319 van de flens 316, zodanig dat de kogel 317 en de doorvoer 319 een kogelverbinding vormen. De pen 42 strekt zich uit doorheen de doorvoer van de kogel 317.
Hoewel de principes van de uitvinding hierboven beschreven worden met verwijzing naar specifieke uitvoeringsvormen, zal men begrijpen dat de beschrijving louter werd gegeven bij wijze van voorbeeld en niet gezien mag worden als een beperking van de beschermingsomvang die bepaald wordt door de hierna volgende conclusies.
Claims (19)
- CONCLUSIES1. Balenpers met een longitudinale richting (L) die zich uitstrekt in de rijrichting van de balenpers en met een dwarsrichting (T), welke balenpers een frame (11), een tandwielkast (21), en een dwarsdrager (110) die zich uitstrekt in de dwarsrichting (T), voor het koppelen van een bovendeel (44) van de tandwielkast (21) aan het frame (11), omvat, welke dwarsdrager (110) een eerste einde (111) dat gekoppeld is met het frame en een tweede einde (112) dat gekoppeld is met het frame, heeft, waarbij het bovendeel (44) gekoppeld is met de dwarsdrager (110) tussen het eerste einde (111) en het tweede einde (112); waarbij het frame (11) voorzien is van een eerste en een tweede montagebeugel (120) die ingericht is voor het opnemen van respectievelijk het eerste einde (111) en het tweede einde (112), zodanig dat het eerste einde (111) en het tweede einde (112) van de dwarsdrager (110) gekoppeld is met het frame (11) op een lasvrije wijze.
- 2. Balenpers volgens conclusie 1, waarbij het eerste einde (111) en het tweede einde (112) een omtreksoppervlak hebben dat ten minste gedeeltelijk cilindrisch is rond een as die evenwijdig is aan de dwarsrichting (T) van de balenpers; en waarbij de eerste en tweede montagebeugel (120) een tenminste gedeeltelijk cilindrisch montageoppervlak (121) hebben wat ingericht is voor het opnemen van respectievelijk het eerste einde (111) en het tweede einde (112).
- 3. Balenpers volgens conclusie 2, waarbij het omtreksoppervlak ten minste gedeeltelijk cirkelcilindrisch is.
- 4. Balenpers volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede einde (111, 112) een gewelfd buitenoppervlak hebben gezien in de dwarsrichting van de balenpers.
- 5. Balenpers volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede montagebeugel (120) een nabije zijde (122) en een verre zijde (123) hebben, welke nabije zijde (122) dichter ligt bij de tandwielkast (21) dan de verre zijde (123), waarbij het eerste en tweede einde (111, 112) een gedeelte (113) hebben met een cilindrisch buitenoppervlak, welk gedeelte gelegen is bij de nabije zijde (122) van de eerste en tweede montagebeugel (12), zodanig dat het gedeelte aangepast is voor het overbrengen van krachten (F) die uitgeoefend worden door de tandwielkast (21) op de dwarsdrager (110) in de rijrichting van de balenpers, naar het frame (11).
- 6. Balenpers volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dwarsdrager (110) een in hoofdzaak H-vormige dwarsdoorsnede heeft, waarbij het eerste en tweede einde (111, 112) van de dwarsdrager (110) elk een eerste flens (113), een tweede flens (114) en een middelste deel (115) dat de eerste flens met de tweede flens verbindt, hebben, waarbij de eerste flens (113) een afgeronde buitenoppervlak heeft, en waarbij de eerste en tweede montagebeugel (120) elk een complementair afgerond montageoppervlak (121) hebben dat samenwerkt met het afgerond buitenoppervlak van de eerste flens (113).
- 7. Balenpers volgens een der conclusies 1 tot en met 5, waarbij de dwarsdrager (110) een in hoofdzaak cilindrische vorm heeft.
- 8. Balenpers volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dwarsdrager (110) voorzien is van een koppelflens (116, 216, 316a, 316b) die zich uitstrekt in de longitudinale richting van de balenpers, waarbij de koppelflens (116, 216, 316a, 316b) gekoppeld is met het bovendeel van de tandwielkast (21).
- 9. Balenpers volgens conclusie 8, waarbij de dwarsdrager (110) en de koppelflens (116) vervaardigd zijn als een enkelvoudig stuk; of waarbij de koppelflens (216, 316a, 316b) vastgeklemd is op de dwarsdrager (110) op een lasvrije wijze.
- 10. Balenpers volgens conclusie 8 of 9, waarbij de koppelflens (116, 216, 316a, 316b) voorzien is van een doorvoer (119, 219, 319) die zich uitstrekt in de dwarse richting (T), en waarbij een pen (42) door de doorvoer (119, 219, 319) steekt, welke pen het bovendeel (44) van de tandwielkast (21) verbindt met de dwarsdrager (110).
- 11. Balenpers volgens conclusie 10, waarbij een kogel (117, 217, 317) met een doorvoer ingebracht is in de doorvoer (119, 219, 319) van de koppelflens, en waarbij de pen (42) door de doorvoer van de kogel steekt.
- 12. Balenpers volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede montagebeugel (120) gelast zijn aan het frame (11).
- 13. Balenpers volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en/of tweede einde op hun plaats worden gehouden door een drukelement (140) of door een trekelement dat zich uitstrekt tussen het eerste einde en het frame, en/of tussen het tweede einde en het frame, en dat bevestigd is aan het frame.
- 14. Balenpers met een longitudinale richting die zich uitstrekt in de rijrichting van de balenpers, en een dwarsrichting, waarbij de balenpers een frame, een tandwielkast (21), en een dwarsdrager (110) die zich uitstrekt in de dwarsrichting voor het koppelen van een bovendeel (44) van de tandwielkast (21) aan het frame (11), en die een eerste einde (111) dat gekoppeld is met het frame (11) en een tweede einde (112) dat gekoppeld is met het frame (11) heeft, omvat, waarbij het bovenste deel (44) van de tandwielkast (21) gekoppeld is met de dwarsdrager (110) tussen het eerste einde (111) en het tweede einde (112); waarbij de dwarsdrager (110) voorzien is van een koppelflens (216, 316a, 316b) die zich loodrecht op de dwarsrichting uitstrekt, waarbij de koppelflens gekoppeld is met het bovendeel (44) van de tandwielkast (21); waarbij de koppelflens (216, 316a, 316b) geklemd is rond dwarsdrager (110) op een lasvrije wijze.
- 15. Balenpers volgens conclusie 14, waarbij de dwarsdrager (110) een cilindrisch deel heeft tussen het eerste einde (111) en het tweede einde (112), en waarbij de koppelflens (216, 316a, 316b) een cilindrisch binnenoppervlak heeft dat contact maakt met het cilindrisch deel van de dwarsdrager (110).
- 16. Balenpers volgens conclusie 14 of 15, waarbij de koppelflens (216) een enkelvoudig stuk is met een opening met afmetingen die overeenstemmen met de afmetingen van de dwarsdoorsnede van de dwarsdrager (110), zodanig dat de dwarsdrager (110) aangebracht kan worden door de opening om de koppelflens vast te klemmen op de dwarsdrager (110).
- 17. Balenpers volgens conclusie 14 of 15, waarbij de koppelflens (316a, 316b) twee delen omvat die verbonden zijn met elkaar rond de dwarsdrager (110).
- 18. Balenpers volgens een der conclusies 14 tot en met 17, waarbij de koppelflens (216, 316a, 316b) voorzien is van een doorvoer (217, 317) die zich uitstrekt in de dwarsrichting (T) en waarbij een pen (42) door de doorvoer (217, 317) steekt voor het verbinden van het bovendeel (44) van de tandwielkast (21) met de dwarsdrager (110).
- 19. Balenpers volgens conclusie 18, waarbij een kogel (217, 317) met een doorvoer ingebracht is in de doorvoer (219, 319) van de koppelflens, en de pen (42) zich uitstrekt doorheen de doorvoer van de kogel.
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2014/0592A BE1022407B1 (nl) | 2014-07-30 | 2014-07-30 | Balenpers met verbeterde dwarsdrager voor het monteren van de tandwielkast |
EP15742009.2A EP3190868B1 (en) | 2014-07-30 | 2015-07-23 | Baler with improved cross member for mounting the gearbox |
US15/500,395 US10201129B2 (en) | 2014-07-30 | 2015-07-23 | Baler with improved cross member for mounting the gearbox |
PCT/EP2015/066909 WO2016016095A1 (en) | 2014-07-30 | 2015-07-23 | Baler with improved cross member for mounting the gearbox |
EP17157827.1A EP3235367B1 (en) | 2014-07-30 | 2015-07-23 | Baler with improved cross member for mounting the gearbox |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2014/0592A BE1022407B1 (nl) | 2014-07-30 | 2014-07-30 | Balenpers met verbeterde dwarsdrager voor het monteren van de tandwielkast |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1022407B1 true BE1022407B1 (nl) | 2016-03-24 |
Family
ID=51609871
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2014/0592A BE1022407B1 (nl) | 2014-07-30 | 2014-07-30 | Balenpers met verbeterde dwarsdrager voor het monteren van de tandwielkast |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US10201129B2 (nl) |
EP (2) | EP3235367B1 (nl) |
BE (1) | BE1022407B1 (nl) |
WO (1) | WO2016016095A1 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1022406B1 (nl) * | 2014-07-30 | 2016-03-24 | Cnh Industrial Belgium Nv | Rechthoekige balenpers met verbeterde overbrenging van krachten naar het chassis |
EP3646710B1 (en) * | 2018-11-02 | 2021-06-30 | CNH Industrial Belgium NV | A mounting for a baling machine gearbox |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5123338A (en) * | 1989-03-03 | 1992-06-23 | Hesston Braud | Apparatus for regulating the density of fodder bales |
EP1060652A1 (de) * | 1999-06-12 | 2000-12-20 | Case Harvesting Systems GmbH | Antrieb für eine Kolbensammelpresse für landwirtschaftliche Erntegüter |
US6457405B1 (en) * | 1999-07-08 | 2002-10-01 | New Holland North America, Inc. | Sensor arrangement for an agricultural baler |
US20140158002A1 (en) * | 2012-12-11 | 2014-06-12 | Agco Corporation | Square baler having planetary plunger drive |
Family Cites Families (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4062172A (en) * | 1976-02-09 | 1977-12-13 | Sperry Rand Corporation | Raising and lowering mechanism for the rear chamber in a crop material roll forming machine |
US4525991A (en) * | 1984-01-09 | 1985-07-02 | Sperry Corporation | Baler feeder mechanism |
US4503762A (en) * | 1984-04-12 | 1985-03-12 | Sperry Corporation | Knotter trip mechanism |
DE3820367A1 (de) | 1988-06-15 | 1989-12-21 | Claas Ohg | Regelvorrichtung einer strohballenpresse |
DE4140483C2 (de) | 1991-12-09 | 1994-03-10 | Claas Ohg | Strohballenpresse mit Lastprüfvorrichtung |
US5488883A (en) * | 1992-12-18 | 1996-02-06 | Vermeer Manufacturing Company | Direct drive system for a baler |
US5661961A (en) * | 1995-09-01 | 1997-09-02 | Westhoff; Gerald F. | Crop processor for round hay balers |
DE19628604A1 (de) | 1996-07-16 | 1998-01-22 | Claas Usines France | Antriebssystem für landwirtschaftliche Großballenpresse |
GB9702791D0 (en) | 1997-02-11 | 1997-04-02 | Ford New Holland Nv | Bale density control system for agricultural balers |
GB2330110A (en) | 1997-10-07 | 1999-04-14 | Ford New Holland Nv | Bale density control system for agricultural balers |
DE19748748C2 (de) | 1997-11-05 | 2000-06-15 | Lely Welger Maschinenfabrik Gm | Kanalballenpresse mit einer Regeleinrichtung |
DE19818127C1 (de) | 1998-04-23 | 1999-11-18 | Welger Geb | Kanalballenpresse |
US6050052A (en) * | 1998-06-17 | 2000-04-18 | Hay & Forage Industries | Round baler having positive start wrapper dispensing mechanism |
GB2351940A (en) | 1999-07-08 | 2001-01-17 | Ford New Holland Nv | Baler capacity display and method |
US6247291B1 (en) * | 1999-07-21 | 2001-06-19 | New Holland North America, Inc. | Storage apparatus for round baler wrapping material |
US6272825B1 (en) * | 1999-09-15 | 2001-08-14 | Hay & Forage Industries | Round baler having hydraulically sequenced clutch and tailgate cylinders |
US6543342B2 (en) | 2000-06-29 | 2003-04-08 | New Holland North America, Inc. | Method for determining a value relating to compressing rate of a baler |
BE1019181A3 (nl) | 2010-02-12 | 2012-04-03 | Cnh Belgium Nv | Vierkantebalenpers en bijbehorende regelmethode. |
BE1019886A3 (nl) | 2011-03-22 | 2013-02-05 | Cnh Belgium Nv | Uitlijning van plunjer met tandwielkast in een balenpers. |
BE1023781B1 (nl) * | 2016-05-18 | 2017-07-24 | Cnh Industrial Belgium Nv | Rechthoekigebalenpers met een verbeterd systeem en een verbeterde regelmethode voor het regelen van de baalvorming |
-
2014
- 2014-07-30 BE BE2014/0592A patent/BE1022407B1/nl not_active IP Right Cessation
-
2015
- 2015-07-23 WO PCT/EP2015/066909 patent/WO2016016095A1/en active Application Filing
- 2015-07-23 EP EP17157827.1A patent/EP3235367B1/en active Active
- 2015-07-23 US US15/500,395 patent/US10201129B2/en active Active
- 2015-07-23 EP EP15742009.2A patent/EP3190868B1/en active Active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5123338A (en) * | 1989-03-03 | 1992-06-23 | Hesston Braud | Apparatus for regulating the density of fodder bales |
EP1060652A1 (de) * | 1999-06-12 | 2000-12-20 | Case Harvesting Systems GmbH | Antrieb für eine Kolbensammelpresse für landwirtschaftliche Erntegüter |
US6457405B1 (en) * | 1999-07-08 | 2002-10-01 | New Holland North America, Inc. | Sensor arrangement for an agricultural baler |
US20140158002A1 (en) * | 2012-12-11 | 2014-06-12 | Agco Corporation | Square baler having planetary plunger drive |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3190868B1 (en) | 2019-01-02 |
US20170215343A1 (en) | 2017-08-03 |
WO2016016095A1 (en) | 2016-02-04 |
EP3235367A1 (en) | 2017-10-25 |
EP3190868A1 (en) | 2017-07-19 |
EP3235367B1 (en) | 2020-01-29 |
US10201129B2 (en) | 2019-02-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1022407B1 (nl) | Balenpers met verbeterde dwarsdrager voor het monteren van de tandwielkast | |
US4073532A (en) | Round bale handler | |
BE1021111B1 (nl) | Geleidesysteem voor de plunjer van een rechthoekige balenpers | |
GB1272652A (en) | Improvements in or relating to pull-type agricultural machines | |
KR102043257B1 (ko) | 베일러 픽업 구조 | |
US10225991B2 (en) | Needle gripper for an agricultural baler | |
BE1022406B1 (nl) | Rechthoekige balenpers met verbeterde overbrenging van krachten naar het chassis | |
US3782275A (en) | Light weight plunger for a hay baler | |
KR20100128080A (ko) | 베일러용 네팅장치 | |
US11793116B2 (en) | Agricultural baler with frameless and weldless plunger | |
EP3809817B1 (en) | Agricultural baler with an axle arrangement | |
DE202021102236U1 (de) | Landwirtschaftlicher Erntevorsatz mit flexiblem Gelenk | |
US3103775A (en) | Crop feeding means for a baler | |
EP0330975A1 (en) | Machine for forming cylindrical bales of crop | |
CN106472014B (zh) | 圆草捆打捆机捡拾装置的快速装拆导料机构 | |
US2696391A (en) | Vertically adjustable hitch | |
US654137A (en) | Baling-press. | |
JPH0144031Y2 (nl) | ||
CA2755168C (en) | Crimping press | |
US431109A (en) | Baling-press | |
US2780164A (en) | Baler needle safety connection | |
KR920001437Y1 (ko) | 소형 목초 수확기 | |
US787447A (en) | Self-feeder for baling-presses. | |
US794379A (en) | Frame for hay-balers. | |
JPS6328643Y2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20210731 |