[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

BE1021782B1 - THREADER, GRAIN WEAVING MACHINE AND METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD WITH SUCH A GRAINER IN SUCH A GRAIN WEAVING MACHINE - Google Patents

THREADER, GRAIN WEAVING MACHINE AND METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD WITH SUCH A GRAINER IN SUCH A GRAIN WEAVING MACHINE Download PDF

Info

Publication number
BE1021782B1
BE1021782B1 BE2013/0717A BE201300717A BE1021782B1 BE 1021782 B1 BE1021782 B1 BE 1021782B1 BE 2013/0717 A BE2013/0717 A BE 2013/0717A BE 201300717 A BE201300717 A BE 201300717A BE 1021782 B1 BE1021782 B1 BE 1021782B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
gripper
weft thread
weaving machine
nose
weft
Prior art date
Application number
BE2013/0717A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Vincent Lampaert
Brecht Halsberghe
Original Assignee
Nv Michel Van De Wiele
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nv Michel Van De Wiele filed Critical Nv Michel Van De Wiele
Priority to BE2013/0717A priority Critical patent/BE1021782B1/en
Priority to CN201480057432.4A priority patent/CN105658856B/en
Priority to PCT/IB2014/065574 priority patent/WO2015059664A2/en
Priority to EP14806079.1A priority patent/EP3060707B1/en
Priority to US15/031,976 priority patent/US9732450B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021782B1 publication Critical patent/BE1021782B1/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/20Constructional features of the thread-engaging device on the inserters
    • D03D47/23Thread grippers
    • D03D47/233Carrying grippers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

HET INBRENGEN VAN EEN INSLAGDRAAD MET EEN DERGELIJKE GEVERGRIJPER IN EEN DERGELIJKE GRIJPERWEEFMACHïNE Deze uitvinding betreft een gevergrijper (1), waarvan de uiterste geleidingsboog (10) - voor het naar de neus (8) voor het aangrijpen van een inslagdraad (2) geleiden van een inslagdraad (2) en over de neus (8) geleiden van kettingdraden - aan de voorzijde van de gevergrijper (1) is opgesteld en de neus (8) aan de bovenzijde is opgesteld, met zijn top (9) naar de geleidingsboog (10) toe. Daarnaast betreft deze uitvinding een grijperweeftnachine, omvattende een dergelijke gevergrijper (1) en een werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad (2), waarbij de gevergrijper (1) naar deze inslagdraad (2) toe bewogen wordt, terwijl het riet een ingebrachte inslagdraad (2) aanslaat.THE INSERTION OF A WOOF THREAD WITH SUCH GOPPER INTO SUCH GRABER WEAVING MACHINE weft thread (2) and guiding warp threads over the nose (8) - is positioned at the front of the donor gripper (1) and the nose (8) is arranged on top, with its top (9) facing the guide arc (10) to. In addition, the present invention relates to a rapier weaving machine comprising such a donor gripper (1) and a method for inserting a weft thread (2), wherein the donor gripper (1) is moved towards this weft thread (2), while the reed is an inserted weft thread ( 2) catches on.

Description

GEVERGRIJPER. GRIJPERWEEFMACHINE EN WERKWIJZE VOOR HET INBRENGEN VAN EEN INSLAGDRAAD MET EEN DERGELIJKE GEVERGRIJPER IN EEN DERGELIJKE GRIJPERWEEFMACHINEMEETER. GRAIN WEAVING MACHINE AND METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD WITH SUCH A GRAINER IN SUCH A GRAIN WEAVING MACHINE

Deze uitvinding betreft een gevergrijper voor het inbrengen van een inslagdraad bij een grijperweefinachine, omvattende een neus voor het hieronder aangrijpen van een in te brengen inslagdraad en omvattende een geleidingsboog voor het enerzijds onder de neus geleiden van een in te brengen inslagdraad en het anderzijds ongehinderd over de neus geleiden van kettingdraden, waarbij deze geleidingsboog uitmondt in een punt die in een bewegingsrichting van de gevergrijper voor inbrengen van een inslagdraad gezien als eerste punt van de gevergrijper is opgesteld.This invention relates to a gripper for inserting a weft thread at a gripper weaving machine, comprising a nose for engaging a weft thread to be inserted below and comprising a guide arc for guiding a weft thread to be inserted under the nose on the one hand and unhindered on the other hand guiding the nose of warp threads, wherein this guide arc debouches at a point which is arranged in the direction of movement of the shifter for inserting a weft thread as the first point of the shifter.

Daarnaast betreft deze uitvinding een grijperweefmachine omvattende een dergelijke gevergrijper. Meer specifiek maar niet beperkend betreft deze uitvinding een dubbelstukweefmachine.In addition, this invention relates to a gripper weaving machine comprising such a gripper. More specifically but not limiting, this invention relates to a double-piece weaving machine.

Verder betreft deze uitvinding een werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad met een dergelijke gevergrijper in een dergelijke grijperweefinachine.Furthermore, this invention relates to a method for introducing a weft thread with such a gripper into such a gripper weaving machine.

De uitvinding heeft betrekking op een gevergrijper voor weefmachines die werken volgens het principe van gedeelde grijpers. Bij dergelijke weefmachines, de zogenaamde grijperweefinachines, worden aan beide zijden van de weefmachines grijperstangen aangebracht om de inslagdraden in een gaap tussen kettingdraden te brengen. De totale inbrengcyclus is verdeeld in drie fasen: de aanreikfase, de inbrengfase en de doortrekfase. Tijdens de aanreikfase wordt een inslagdraad aan een gevergrijper aangereikt. Tijdens de inbrengfase bewegen de grijpers zich samen op de heenweg, vanuit een startpositie, in de gaap naar het midden van het weefsel. Bij de terugweg (doortrekfase) bewegen de grijpers vanuit het midden naar de startpositie. In de startpositie wordt de inslagdraad die aan de gevergrijper wordt aangereikt, door deze gevergrijper meegenomen in de gaap. In het midden van het weefsel wordt de inslagdraad overgenomen door een nemergrijper en bij de teruggaande beweging (doortrekfase) wordt de inslagdraad door deze nemergrijper door de gaap getrokken vanuit het midden van het weefsel tot aan de weefselrand.The invention relates to a gripper for weaving machines operating on the principle of shared grippers. With such weaving machines, the so-called gripper weaving machines, gripper rods are provided on both sides of the weaving machines to bring the weft threads into a shed between warp threads. The total contribution cycle is divided into three phases: the delivery phase, the contribution phase and the extension phase. During the delivery phase, a weft thread is provided to a gripper. During the insertion phase, the grippers move together on the way there, from a starting position, in the shed to the center of the fabric. On the way back (extension phase) the grippers move from the center to the starting position. In the starting position, the weft thread that is provided to the gripper is taken into the shed by this gripper. In the center of the fabric, the weft thread is taken over by a taker gripper and during the return movement (pull-through phase), the weft thread is pulled through this shroud by the taker gripper from the center of the fabric to the fabric edge.

De gevergrijpers waarop de uitvinding betrekking heeft worden hiertoe niet gestuurd. Om een inslagdraad mee te nemen worden deze gevergrijpers dan ook niet actief geopend of gesloten.The grippers to which the invention relates are not controlled for this purpose. In order to take along a weft thread, these grippers are therefore not actively opened or closed.

Een moeilijkheid hierbij is om inslagdraden mee te kunnen nemen in de gaap tussen kettingdraden, zonder deze kettingdraden mee te nemen. Hiertoe omvat een dergelijke niet-gestuurde gevergrijper steeds een neus voor het hieronder/hierachter aangrijpen van een in te brengen inslagdraad. Verder omvat een dergelijke niet-gestuurde gevergrijper geleidingsbogen voor het enerzijds onder/achter deze neus geleiden van een in te brengen inslagdraad en het anderzijds ongehinderd over de neus geleiden van de kettingdraden. Om dit mogelijk te maken worden inslaggarens steeds onder andere hoeken aan een dergelijke gevergrijper aangereikt dan de hoek waaronder kettinggarens ten opzichte van deze gevergrijper zijn opgesteld.A difficulty here is to be able to take weft threads into the shed between warp threads, without taking these warp threads along. To this end, such a non-controlled gripper always comprises a nose for engaging a weft thread to be inserted below / behind it. Furthermore, such a non-steered gripper comprises guide arcs for guiding a weft thread to be inserted underneath / behind this nose and guiding the warp threads over the nose unimpeded. To make this possible, weft yarns are always supplied to such a gripper at different angles than the angle at which warp yarns are arranged with respect to this gripper.

Na het inbrengen van inslagdraden in een gaap tussen kettinggarens op een grijperweefinachine worden de ingebrachte inslagdraden door het weefriet aangeslagen.After the introduction of weft threads in a shed between warp yarns on a gripper weaving machine, the weft threads introduced are struck by the weaving cane.

De inslagdraden worden tussen twee inbrengcycli langs de weefselzelfkant doorgesneden met behulp van een snijdinrichting.The weft threads are cut between two insertion cycles along the fabric side with the aid of a cutting device.

Bij een dubbelstukweefmachine is de snijdinrichting hiertoe op de inslaglade (weeflade) bevestigd. Dit betekent een extra gewicht aan één zijde van deze inslaglade. Deze snijdinrichting beweegt mee met de weeflade zodat de inertie van deze snijdinrichting extra massakrachten veroorzaakt op de weeflade. Dit is vooral nadelig bij hoge weefsnelheden waar deze onevenwichtig gepositioneerde extra massa voor krachten zorgt die aanleiding geven tot trillingen.For a double-piece weaving machine, the cutting device is attached to the weft drawer (weaving drawer) for this purpose. This means an extra weight on one side of this weft drawer. This cutting device moves with the weaving drawer so that the inertia of this cutting device causes additional mass forces on the weaving drawer. This is especially disadvantageous at high weaving speeds where this unbalanced positioned extra mass causes forces that give rise to vibrations.

Met de huidige gevergrijpers voor dubbelstukweefmachines is het echter niet mogelijk om de snijdinrichting los van de inslaglade op te stellen.However, with the current grippers for double-piece weaving machines, it is not possible to arrange the cutting device separately from the impact tray.

In vlakke weefinachines is de snijdinrichting vast in de weefmachine opgesteld. De gevergrijpers die hiertoe in dergelijke weefinachines worden gebruikt, zijn echter te zwaar voor gebruik in een dubbelstukweefinachine. Wanneer deze als alternatief voor de huidige gevergrijpers voor dubbelstukweefinachines gebruikt zouden worden, dan zou dit een groot verlies aan snelheid betekenen, ondanks de winst aan snelheid die bekomen zou kunnen worden door het verplaatsen van de snijdinrichting.In flat weaving machines the cutting device is fixedly arranged in the weaving machine. However, the grippers used for this purpose in such weaving machines are too heavy for use in a double-piece weaving machine. If these were to be used as an alternative to the current grippers for double-piece weaving machines, this would mean a great loss of speed, despite the gain in speed that could be obtained by moving the cutter.

Bij de huidige grijperweefmachines bestaat er op vandaag dus een bovengrens voor weefsnelheden die mee bepaald wordt door de gebruikte gevergrijpers.With today's rapier weaving machines, there is therefore today an upper limit for weaving speeds that is partly determined by the used grippers.

Het doel van deze uitvinding is om de weefsnelheden bij grijperweefmachines verder te verhogen.The object of this invention is to further increase the weaving speeds in gripper weaving machines.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een gevergrijper voor het inbrengen van een inslagdraad bij een grijperweefmachine, omvattende een neus voor het hieronder aangrijpen van een in te brengen inslagdraad en omvattende een geleidingsboog voor het enerzijds onder de neus geleiden van een in te brengen inslagdraad en het anderzijds ongehinderd over de neus geleiden van kettingdraden, waarbij deze geleidingsboog uitmondt in een punt die in een bewegingsrichting van de gevergrijper voor inbrengen van een inslagdraad gezien als eerste punt van de gevergrijper is opgesteld, waarbij de geleidingsboog aan de voorzijde van de gevergrijper is opgesteld en waarbij de neus aan de boven- of onderzijde van de gevergrijper is opgesteld, nagenoeg volledig achter de geleidingsboog en met de top van de neus naar de geleidingsboog toe.This object of the invention is achieved by providing a gripper for inserting a weft thread into a gripper weaving machine, comprising a nose for engaging a weft thread to be inserted below and comprising a guide arc for guiding a weft thread to be threaded and, on the other hand, unhindered guiding of warp threads, this guide arc opening into a point which, viewed in the direction of movement of the shifter for inserting a weft thread, is arranged as the first point of the shifter, the guide arc being arranged at the front the gripper is arranged and with the nose disposed at the top or bottom of the gripper, almost completely behind the guide arc and with the tip of the nose facing the guide arc.

Bij voorkeur is de neus van een dergelijke gevergrijper volgens deze uitvinding volledig achter de geleidingsboog opgesteld.Preferably, the nose of such a gripper according to the present invention is disposed completely behind the guide arc.

Wanneer een dergelijke gevergrijper ingebouwd wordt in een grijperweefmachine zal zijn voorzijde overeenstemmen met de voorzijde van deze grijperweefmachine. Ook de bovenzijde, onderzijde en achterzijde van de gevergrijper stemmen overeen met de corresponderende bovenzijde, onderzijde en achterzijde van de grijperweefmachine waarin deze wordt ingebouwd. De voorzijde van de gevergrijper is hierbij naar de weefsellijn toe gericht. In de praktijk is dit meestal ook de zijde waar de operator de grijperweefmachine bedient.When such a gripper is built into a gripper weaving machine, its front side will correspond to the front side of this gripper weaving machine. The top, bottom and back of the gripper also correspond to the corresponding top, bottom and back of the gripper weaving machine in which it is installed. The front side of the gripper is directed towards the tissue line. In practice, this is usually also the side where the operator operates the grapple weaving machine.

De punt waarin de geleidingsboog uitmondt, is hierbij dan het dichtst bij de zelfkant van een te weven weefsel opgesteld.The point at which the guide arc ends is then arranged closest to the edge of a weave to be woven.

Bij de verschillende types grijperweefinachines biedt een gevergrijper volgens deze uitvinding het voordeel dat deze compacter kan uitgevoerd worden dan de huidige gebruikte gevergrijpers en dus ook minder zwaar kan uitgevoerd worden. Er is dan ook een minder zware aandrijving nodig om de beweging van een dergelijke gevergrijper aan te sturen, waardoor aan weefsnelheid gewonnen kan worden ten opzichte van bestaande grijperweefinachines.With the different types of gripper weaving machines, a gripper according to the present invention offers the advantage that it can be made more compact than the currently used gripper grippers and can therefore be made less heavy. A less heavy drive is therefore required to control the movement of such a gripper, whereby weaving speed can be gained with respect to existing gripper weaving machines.

Bovendien dient een dergelijke gevergrijper volgens deze uitvinding om een inslagdraad aan te grijpen, minder ver ten opzichte van de gaap uit te wijken dan de bestaande gevergrijpers, dankzij zijn specifieke opbouw met de top van de neus naar de geleidingsboog toe. Doordat de gevergrijper minder ver dient uit te wijken dan tot nu steeds het geval is, kan de aandrijving van de gevergrijper opnieuw minder zwaar uitgevoerd worden met een mogelijke winst aan weefsnelheid als gevolg.Moreover, such a gripper according to the present invention serves to grasp a weft thread, to deviate less far from the shed than the existing grippers, thanks to its specific construction with the tip of the nose facing the guide arc. Because the gripper has to move less far than has always been the case, the drive of the gripper can once again be made less heavy with a possible gain in weaving speed as a result.

Specifiek bij dubbelstukweefinachines wordt het met een dergelijke gevergrijper volgens deze uitvinding bovendien ook mogelijk om een inslagdraad vanaf de achterzijde aan te geven aan de gevergrijper. Hierdoor wordt het mogelijk om de snijdinrichting niet langer op de inslaglade te bevestigen, maar kan deze vast in de weefinachine opgesteld worden.Specifically with double-piece weaving machines it is also possible with such a gripper according to this invention to indicate a weft thread from the rear to the gripper. This makes it possible to no longer attach the cutting device to the weft drawer, but it can be fixedly mounted in the weaving machine.

Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een gevergrijper volgens deze uitvinding omvat slechts de genoemde geleidingsboog voor het enerzijds naar de neus toe geleiden van een in te brengen inslagdraad en het anderzijds ongehinderd over de neus geleiden van kettingdraden.A preferred embodiment of a gripper according to the present invention comprises only the above-mentioned guide arc for guiding a weft thread to be inserted towards the nose on the one hand and guiding warp threads over the nose on the other without hindrance.

Gevergrijpers volgens de stand van de techniek waarbij de neus van de gevergrijper nagenoeg volledig achter de geleidingsboog is opgesteld, omvatten ook aan de tegenovergestelde zijde van de neus een geleidingsboog die deze dubbele functie 1 heeft en die hiertoe nagenoeg volledig achter de neus is opgesteld. Bij deze voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een gevergrijper volgens deze uitvinding is deze geleidingsboog aan de achterzijde niet langer aanwezig. Eventueel kan deze gevergrijper wel nog andere geleidingsbogen omvatten, die dan niet deze dubbele functie hebben. Door weglaten van een tweede geleidingsboog met deze dubbele functie, kan de gevergrijper volgens deze uitvinding nog compacter vervaardigd worden dan een vergelijkbare gevergrijper volgens de stand van de techniek. Bovendien kan deze hierdoor nog beter aansluitend aan de richting van mee te nemen insladraden aangepast worden, zodat deze minder ver ten opzichte van de gaap dient uit te wijken om een dergelijke inslagdraad mee te kunnen nemen.Prior art grippers in which the nose of the gripper is positioned substantially completely behind the guide arc also include on the opposite side of the nose a guide arc which has this dual function 1 and for this purpose is arranged almost completely behind the nose. In this preferred embodiment of a gripper according to the present invention, this guide arch is no longer present at the rear. Optionally, this gripper can also comprise other guide arcs, which then do not have this dual function. By omitting a second guide arc with this dual function, the gripper according to the present invention can be manufactured even more compactly than a comparable gripper according to the prior art. Moreover, it can hereby be adapted even better to the direction of the weft threads to be taken along, so that it must deviate less far from the shed to be able to take along such a weft thread.

Een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een gevergrijper volgens deze uitvinding is uitgevoerd als een kokervormig lichaam dat gevormd is uit geplooid plaatmateriaal.A particularly preferred embodiment of a gripper according to the present invention is designed as a tubular body formed from pleated plate material.

Het vervaardigen van een dergelijke gevergrijper uit plaatmateriaal is een eenvoudige manier om deze op een lichte manier uit te voeren.The manufacture of such a gripper from sheet material is a simple way of carrying it out in a light manner.

Een dergelijke gevergrijper uit plaatmateriaal kan hierbij uit één enkel plaatdeel vervaardigd worden, maar kan eventueel ook uit meerdere samengestelde plaatdelen vervaardigd worden.Such a gripper of plate material can here be manufactured from a single plate part, but can optionally also be made from several assembled plate parts.

Het gebruik van plaatmateriaal biedt het bijkomende voordeel dat extra overgangselementen in één onderdeel voorzien kunnen worden. Bij een compact uitgevoerde gevergrijper biedt dit het voordeel dat aangepaste overgangselementen kunnen voorzien worden, zodat kettingdraden ongehinderd over aan de gevergrijper aangrenzende onderdelen kunnen geleid worden. Dit is bijvoorbeeld voordelig naar aandrijfcomponenten toe, zoals bijvoorbeeld een aandrijfstang waaraan de gevergrijper is bevestigd.The use of sheet material offers the additional advantage that additional transition elements can be provided in one component. With a compact gripper gripper, this offers the advantage that adapted transition elements can be provided, so that warp threads can be guided unhindered over parts adjacent to the gripper gripper. This is advantageous, for example, towards drive components, such as, for example, a drive rod to which the gripper is attached.

Verder kan een gevergrijper volgens deze uitvinding meer specifiek een beweegbaar klemelement omvatten voor het vastklemmen van een achter de neus aangegrepen inslagdraad, dat hier voordelig aan de voorzijde van de gevergrijper kan opgesteld worden.Furthermore, a gripper according to the present invention can more specifically comprise a movable clamping element for clamping a weft thread gripped behind the nose, which can advantageously be arranged here on the front side of the gripper.

Het doel van deze uitvinding wordt daarnaast ook bereikt door te voorzien in een grijperweefmachine, omvattende een gevergrijper volgens deze uitvinding.The object of this invention is additionally achieved by providing a gripper weaving machine, comprising a gripper according to the present invention.

Een dergelijke grijperweefmachine omvat bij voorkeur een snijdinrichting voor het snijden van een in te brengen inslagdraad, waarbij deze snijdinrichting op een vaste positie is opgesteld in de grijperweefmachine.Such a gripper weaving machine preferably comprises a cutting device for cutting a weft thread to be inserted, said cutting device being arranged at a fixed position in the gripper weaving machine.

Bij dubbelstukweefmachines vormt dit meer specifiek het enorme voordeel dat deze snijdinrichting niet langer op de weeflade is aangebracht en dus niet langer mee met deze weeflade zal verplaatst worden. Deze massa dient dus niet langer mee versneld te worden met de weeflade.More specifically, with double-piece weaving machines, this constitutes the enormous advantage that this cutting device is no longer arranged on the weaving drawer and will therefore no longer be moved with this weaving drawer. This mass therefore no longer needs to be accelerated with the weaving drawer.

In een grijperweefinachine volgens deze uitvinding die een positioneerelement omvat voor het positioneren van een in te brengen inslagdraad, wordt dit positioneerelement bijzonder voordelig achter de gevergrijper opgesteld in de grijperweefinachine en wordt dit positioneerelement verder van een met de weefinachine te weven weefsel opgesteld dan de gevergrijper.In a gripper weaving machine according to this invention which comprises a positioning element for positioning an weft thread to be inserted, this positioning element is arranged particularly advantageously behind the gripper in the gripper weaving machine and this positioning element is furthermore positioned from a weave to be woven with the weaving machine than the gripper gripper.

Wanneer met een dergelijke opstelling van het positioneerelement ten opzichte van de gevergrijper een inslagdraad aangeboden wordt aan de gevergrijper, hoeft deze gevergrijper slechts minimaal ten opzichte van de zelfkant van het te weven weefsel uitwijken om deze inslagdraad te kunnen aangrijpen. Met een minimale uitwijking wordt de tijd voor het uitwijken beperkt gehouden, kan de aandrijving beperkt worden en kan dus aan weefsnelheid gewonnen worden.If with such an arrangement of the positioning element with respect to the gripper a weft thread is offered to the gripper, this gripper only has to deviate at a minimum relative to the self-edge of the weave to be able to engage this weft thread. With a minimum deflection, the time for the deflection is kept limited, the drive can be limited and thus a weaving speed can be gained.

Voorkeurdragend is in een dergelijke grijperweefmachine volgens deze uitvinding de neus van de gevergrijper hoofdzakelijk volgens de richting opgesteld van de projectie van een met dit positioneerelement aangereikte inslagdraad op de bovenzijde van de gevergrijper, om de nodige uitwijking van de gevergrijper ten opzichte van de zelfkant minimaal te kunnen houden.In such a gripper weaving machine according to the present invention, the nose of the gripper is positioned substantially in the direction of the projection of a weft thread provided with this positioning element on the upper side of the gripper, in order to minimize the necessary deviation of the gripper from the self-edge. can keep.

Bijzonder voorkeurdragend is een grijperweefmachine volgens deze uitvinding een dubbelstukweefinachine.A gripper weaving machine according to this invention is particularly preferred as a double-piece weaving machine.

Het doel van deze uitvinding wordt tenslotte ook bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een grijperweefmachine volgens deze uitvinding, omvattende een riet voor het aanslaan van een ingebrachte inslagdraad, waarbij wanneer het riet een reeds ingebrachte inslagdraad, die nog met een volgende in te brengen inslagdraad is verbonden, aanslaat, door de beweging van het riet de volgende in te brengen inslagdraad naar de gevergrijper toe bewogen wordt, zodanig dat deze in te brengen inslagdraad onder de neus van de gevergrijper aangrijpt.The object of this invention is finally also achieved by providing a method for inserting a weft thread into a gripper weaving machine according to the present invention, comprising a reed for striking an inserted weft thread, wherein when the reed is an already inserted weft thread, is connected to a next weft thread to be inserted, starts moving, by the movement of the reed, the next weft thread to be inserted towards the gripper, such that this weft thread to be inserted engages the nose of the gripper.

Deze werkwijze is bijzonder geschikt waar geen kleurselectie is vereist.This method is particularly suitable where no color selection is required.

Door het met behulp van de beweging van het riet - bij aanslaan van een ingebrachte inslagdraad - laten aangrijpen van een volgende in te brengen inslagdraad met de gevergrijper, wordt deze in te brengen inslagdraad bij het aanslaan ervan gestabiliseerd en wordt de weefsnelheid nog verder verhoogd.By engaging a subsequent weft thread to be inserted with the gripper by means of the movement of the reed - upon striking an inserted weft thread - this weft thread to be inserted is stabilized upon striking it and the weaving speed is further increased.

De benodigde uitloop van de gevergrijper ten opzichte van de zelfkant van het weefsel wordt hiermee nog verder beperkt.The required outflow of the gripper relative to the self-side of the fabric is hereby further limited.

Voorkeurdragend snijdt bij een dergelijke werkwijze dan na aangrijpen van de in te brengen inslagdraad onder de neus van de gevergrijper en na vastklemmen van deze inslagdraad met het klemelement, een snijdinrichting de in te brengen inslagdraad los van de reeds ingebrachte inslagdraad.In such a method, preferably after gripping the weft thread to be inserted under the nose of the gripper and after clamping this weft thread with the clamping element, a cutting device cuts the weft thread to be inserted separately from the weft thread already inserted.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvorm van een gevergrijper, een grijperweefmachine en een werkwijze volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze gevergrijper, deze grijperweefmachine en deze werkwijze aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.This invention will now be further elucidated with reference to the following detailed description of an embodiment of a gripper, a gripper weaving machine and a method according to the present invention. The purpose of this description is only to provide clarifying examples and to indicate further advantages and details of this gripper, gripper weaving machine and method, and thus cannot be interpreted as limiting the scope of the invention or the claims claimed.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 een dubbelstukweefmachine schematisch in doorsnede is weergegeven; - figuur 2 schematisch in bovenaanzicht ter hoogte van een gevergrijper is weergegeven hoe een gevergrijper volgens deze uitvinding in een dubbelstukweefmachine zoals afgebeeld in figuur 1 kan opgesteld worden ten opzichte van een in te brengen inslagdraad; - figuur 3 de opstelling uit figuur 2 schematisch in zijaanzicht is weergegeven; - figuur 4 een uitvoeringsvorm van een gevergrijper volgens deze uitvinding in onderaanzicht is weergegeven, in bevestigde toestand, bevestigd aan een aandrijfstang die gedeeltelijk werd afgebeeld; - figuur 5 de gevergrijper met deel van een aandrijfstang uit figuur 4 in vooraanzicht is weergegeven; - figuur 6 de gevergrijper met deel van een aandrijfstang uit figuur 4 in bovenaanzicht is weergegeven; - figuur 7 de gevergrijper met deel van een aandrijfstang uit figuur 4 in achteraanzicht is weergegeven; - figuur 8 de gevergrijper met deel van een aandrijfstang uit figuur 4 in zijaanzicht is weergegeven, gezien van links in figuur 5; - figuur 9 de gevergrijper met deel van een aandrijfstang uit figuur 4 in perspectief is afgebeeld, gezien van links voor in figuur 5; - figuur 10 de gevergrijper met deel van een aandrijfstang uit figuur 4 in perspectief is afgebeeld, gezien van links achter in figuur 5; - figuur 11 de gevergrijper met deel van een aandrijfstang uit figuur 4 in perspectief is afgebeeld, gezien van rechts voor in figuur 5.In this detailed description reference is made to the accompanying drawings by reference numerals, wherein in Figure 1 a double-piece weaving machine is schematically shown in section; figure 2 is diagrammatically shown in top view at the level of a gripper, how a gripper according to the present invention can be arranged in a double-piece weaving machine as shown in Fig. 1 with respect to a weft thread to be inserted; figure 3 shows the arrangement of figure 2 schematically in side view; figure 4 shows an embodiment of a gripper according to the present invention in bottom view, in the attached state, attached to a drive rod that has been partially shown; figure 5 shows the gripper with part of a driving rod of figure 4 in front view; figure 6 shows the gripper with part of a driving rod of figure 4 in top view; figure 7 shows the gripper with part of a driving rod of figure 4 in rear view; figure 8 shows the gripper with part of a driving rod of figure 4 in side view, seen from the left in figure 5; figure 9 shows the gripper with part of a driving rod of figure 4 in perspective, seen from the front left in figure 5; figure 10 shows the gripper with part of a driving rod of figure 4 in perspective, viewed from the left at the rear of figure 5; figure 11 the perspective viewer with part of a driving rod of figure 4 is shown in perspective, seen from the front right in figure 5.

In een dubbelstukweefinachine (20) zoals afgebeeld in figuur 1, worden kettingdraden (23) vanaf een kettinggarenvoorraad aan de achterzijde van de weeftnachine (20) (rechts in figuur 1) naar de voorzijde van de weefinachine (20) aangevoerd. De kettingdraden (23) worden gespreid om hiertussen een bovenste (22) en een onderste gaap (22’) te vormen. Een corresponderende bovenste gevergrijper (1) en een corresponderende onderste gevergrijper (Γ) zijn aan een zijde van de weefinachine (20) opgesteld om inslagdraden (2) in respectievelijk de bovenste gaap (22) en de onderste gaap (22’) aan te kunnen brengen. Na inbrengen van inslagdraden (2) in de corresponderende gaap (22, 22’) worden de ingebrachte inslagdraden (2) met behulp van een riet (19) tegen het reeds geweven weefsel aan de voorzijde van de weefinachine (20) aangeslagen. De kettingdraden (23) worden eventueel gewisseld van positie (boven-onder de gaap) om opnieuw een gaap (22) te vormen voor inbrengen van een volgende inslagdraad (2).In a double-piece weaving machine (20) as shown in Figure 1, warp threads (23) are supplied from a warp stock at the rear of the weaving machine (20) (right in Figure 1) to the front of the weaving machine (20). The warp threads (23) are spread to form an upper (22) and a lower shed (22 ") between them. A corresponding upper gripper (1) and a corresponding lower gripper (Γ) are arranged on one side of the weaving machine (20) to accommodate weft threads (2) in the upper shed (22) and the lower shed (22 '), respectively bring. After inserting weft threads (2) into the corresponding shed (22, 22 '), the weft threads (2) inserted are struck by means of a reed (19) against the already woven fabric on the front side of the weaving machine (20). The warp threads (23) are optionally swapped from position (above-below the shed) to again form a shed (22) for inserting a next weft thread (2).

In de figuren 2 tot en met 11 werd de bovenste gevergrijper (1) afgebeeld. De onderste gevergrijper (Γ) kan identiek aan de bovenste gevergrijper (1) gekozen worden zoals afgebeeld in figuur 3, mits de inslagdraden (2) op een geschikte manier ten opzichte van deze onderste gevergrijper (Γ) gepresenteerd kunnen worden. Alternatief kan deze onderste gevergrijper (Γ) bijvoorbeeld ook als een spiegeling van de bovenste gevergrijper (1) ten opzichte van een nagenoeg horizontaal vlak tussen de bovenste gaap (22) en de onderste gaap (22’) (gezien ten opzichte van de weefinachine (20) zoals afgebeeld in figuur 1) gekozen worden. Ook de middelen voor het presenteren en het snijden van de corresponderende inslagdraden (2) worden in dat geval bij voorkeur - maar niet beperkend - gespiegeld ten opzichte van ditzelfde horizontale vlak gekozen. Hierna worden de onderdelen van de weefinachine (20) en werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad (2) enkel met betrekking tot de bovenste gevergrijper (1) besproken. Het spreekt voor zich dat deze mutatis mutandis ook van toepassing zijn voor de onderste gevergrijper (1 ’).The upper gripper (1) is shown in Figures 2 to 11. The lower gripper (Γ) can be selected identically to the upper gripper (1) as shown in Figure 3, provided that the weft threads (2) can be presented in a suitable way relative to this lower gripper (Γ). Alternatively, this lower gripper (Γ) can, for example, also be a reflection of the upper gripper (1) with respect to a substantially horizontal plane between the upper shed (22) and the lower shed (22 ') (viewed with respect to the weaving machine ( 20) as shown in Figure 1). Also the means for presenting and cutting the corresponding weft threads (2) are preferably chosen in that case - but not restrictively - mirrored with respect to this same horizontal plane. In the following, the components of the weaving machine (20) and method for introducing a weft thread (2) are only discussed with regard to the upper gripper (1). It goes without saying that these mutatis mutandis also apply to the lower gripper (1 ').

Na inbrengen van een inslagdraad (2) in een gaap (22) blijft deze inslagdraad (2) in tegenstelling tot bij de huidige dubbelstukweefinachines nog aan het reeds geweven weefsel bevestigd tot de gevergrijper (1) deze inslagdraad (2) terug aangegrepen heeft. In figuur 2 en 3 is de situatie te zien waar deze inslagdraad (2) nog aan het reeds geweven weefsel bevestigd is en vooraleer de gevergrijper (1) deze inslagdraad (2) terug aangegrepen heeft. Een positioneerelement (18) voor het positioneren van de inslagdraad (2) is achter en boven de gevergrijper (1) opgesteld, zodat deze inslagdraad (2) schuin van boven en achter deze gevergrijper (1) naar onder en voor deze gevergrijper (1) gepresenteerd wordt. Dit positioneerelement (18) is bovendien verder van de zelfkant van een met de weefmachine (20) te weven weefsel opgesteld dan de gevergrijper (1).After inserting an weft thread (2) into a shed (22), this weft thread (2), in contrast to the current double-piece weaving machines, remains attached to the already woven fabric until the gripper (1) has engaged this weft thread (2) again. Figures 2 and 3 show the situation where this weft thread (2) is still attached to the already woven fabric and before the gripper (1) has again engaged this weft thread (2). A positioning element (18) for positioning the weft thread (2) is arranged behind and above the gripper (1), so that this weft thread (2) is inclined from above and behind this gripper (1) downwards and in front of this gripper (1) is presented. This positioning element (18) is furthermore arranged further from the self-edge of a fabric to be woven with the weaving machine (20) than the gripper (1).

De weefmachine (20) omvat een snijdinrichting (3) voor het doorsnijden van een ingebrachte inslagdraad (2), die vast is opgesteld in de weefmachine (20). Pas wanneer de gevergrijper (1) deze inslagdraad (2) heeft aangegrepen voor inbrengen van een nieuw stuk inslagdraad (2) in de gaap (22) komt deze inslagdraad (2) voorbij de snijdinrichting (3) en wordt deze hiermee doorgesneden.The weaving machine (20) comprises a cutting device (3) for cutting through an inserted weft thread (2), which is fixedly arranged in the weaving machine (20). Only when the gripper (1) has engaged this weft thread (2) for inserting a new piece of weft thread (2) into the shed (22) does this weft thread (2) pass beyond the cutting device (3) and is it cut with it.

De afgebeelde uitvoeringsvorm van een gevergrijper (1) volgens deze uitvinding is hoofdzakelijk uit plaatmateriaal vervaardigd. Een plaatvormig element is hiertoe tot een hoofdzakelijk kokervormig lichaam met een voorzijde (4), een bovenzijde (5) een achterzijde (6) en een onderzijde (7) geplooid.The illustrated embodiment of a gripper (1) according to the present invention is mainly made of sheet material. For this purpose, a plate-shaped element is folded into a substantially tubular body with a front side (4), an upper side (5), a rear side (6) and a lower side (7).

Aan zijn bovenzijde (5) omvat dit kokervormig lichaam een neus (8) voor het hieronder aangrijpen van de inslagdraad (2).At its upper side (5), this tubular body comprises a nose (8) for engaging the weft thread (2) below.

Aan zijn voorzijde (4) omvat de gevergrijper (1) een geleidingsboog (10) voor het enerzijds onder de neus (8) geleiden van een in te brengen inslagdraad (2) en het anderzijds ongehinderd over de neus (8) geleiden van kettingdraden. De geleidingsboog (10) mondt uit in een punt (11) dat tevens een uiterste punt van de gevergrijper (1) is. Dit punt (11) is in een bewegingsrichting van de gevergrijper (1) voor inbrengen van een inslagdraad (2) gezien als eerste punt (11) van de gevergrijper (1) opgesteld. In de figuren 4 tot en met 7 is dit het punt (11) uiterst links van de gevergrijper (1).At its front side (4), the gripper (1) comprises a guide arc (10) for guiding, on the one hand, a weft thread (2) to be inserted under the nose (8) and, on the other hand, guiding warp threads unimpeded over the nose (8). The guide arc (10) opens into a point (11) which is also an extreme point of the gripper (1). This point (11) is arranged in a direction of movement of the gripper (1) for inserting a weft thread (2), viewed as the first point (11) of the gripper (1). In figures 4 to 7 this is the point (11) on the far left of the gripper (1).

De neus (8) van de gevergrijper (1) is volledig achter de geleidingsboog (10) opgesteld. De top (9) van de neus (8) is naar de geleidingsboog (10) toe opgesteld.The nose (8) of the gripper (1) is arranged completely behind the guide arch (10). The tip (9) of the nose (8) is arranged towards the guide arch (10).

De neus (8) van de gevergrijper (1) is hoofdzakelijk opgesteld volgens de richting van de projectie van een met het positioneerelement (18) gepresenteerde inslagdraad (2) op de bovenzijde van de gevergrijper (1). In figuur 2 gezien wijkt deze richting iets af. Bij aanslaan van de inslagdraad (2) met het riet (19) zal deze richting op een bepaald moment echter nagenoeg samenvallen met de opstelling van de neus, waarna deze richting in tegengestelde zin zal afwijken.The nose (8) of the gripper (1) is arranged essentially in the direction of the projection of a weft thread (2) presented with the positioning element (18) on the upper side of the gripper (1). Viewed in Figure 2, this direction differs slightly. However, when the weft thread (2) strikes with the reed (19), this direction will at a certain moment substantially coincide with the arrangement of the nose, whereafter this direction will deviate in the opposite direction.

Tussen de neus (8) van de gevergrijper (1) en de geleidingsboog (10) van de gevergrijper (1) strekt er zich een geleidingssleuf (15) uit. Aan de voorzijde omvat de gevergrijper (1) verder een beweegbaar klemelement (22) voor het vastklemmen van een met de gevergrijper (1) aangegrepen inslagdraad (2). Daarnaast is de gevergrijper (1) aan zijn voorzijde nog voorzien van een voorste aanslag (16) voor het hiertegen aanslaan van een met de gevergrijper (1) aangegrepen inslagdraad (2).A guide slot (15) extends between the nose (8) of the gripper (1) and the guide arc (10) of the gripper (1). At the front, the gripper (1) further comprises a movable clamping element (22) for clamping a weft thread (2) engaged with the gripper (1). In addition, the gripper (1) is also provided on its front side with a front stop (16) for abutting a weft thread (2) engaged with the gripper (1).

Aan zijn onderzijde is de gevergrijper (1) van zijn voorzijde naar zijn achterzijde toe gezien schuin naar rechts toe afgesneden, zodat deze onderzijde aan de linkerkant niet verder uitspringt dan de neus (8) van de gevergrijper.On its underside, the gripper (1) is cut obliquely to the right, viewed from its front to its rear, so that this underside on the left does not protrude further than the nose (8) of the gripper.

Aan zijn achterzijde omvat de gevergrijper (1) aansluitend op de onderzijde een schuin van links aan zijn onderzijde naar rechts toe aan zijn bovenzijde toe oplopende boog ( 17).At its rear side, the gripper (1) comprises an arc (17) which extends obliquely from the left at its bottom to the right at its top at the bottom.

Tussen de neus (8) en deze oplopende boog (17) bevindt er zich een geleidingssleuf (13) die uitmondt in een achterste aanslag (14) aan de bovenzijde van de gevergrijper (1)·Between the nose (8) and this ascending arc (17) there is a guide slot (13) which opens into a rear stop (14) on the top of the gripper (1).

Verder is de gevergrijper (1) voorzien van meerdere openingen (24) om deze zo licht mogelijk uit te kunnen voeren.Furthermore, the gripper (1) is provided with several openings (24) in order to be able to make it as light as possible.

Om de gevergrijper (1) in een weefmachine (20) op te nemen wordt het kokervormig lichaam ervan aan een aandrijfstang (21) bevestigd. Deze bevestiging kan op meerdere gekende manieren gerealiseerd worden. Gezien dit geen onderdeel vormt van de uitvinding wordt hier niet verder op ingegaan.To receive the gripper (1) in a weaving machine (20), its tubular body is attached to a drive rod (21). This confirmation can be realized in several known ways. As this is not part of the invention, this is not further discussed.

De gevergrijper (1) is zo in de weefmachine (20) opgesteld, dat wanneer het riet (19) een reeds ingebrachte inslagdraad aanslaat, die nog met een volgende in te brengen inslagdraad (2) is verbonden (die op zijn beurt met de inslaggarenvoorraad is verbonden) door de beweging van het riet (19) de volgende in te brengen inslagdraad (2) naar de gevergrijper (1) toe bewogen wordt, zodanig dat deze in te brengen inslagdraad (2) onder de neus (8) van de gevergrijper (1) aangrijpt.The gripper (1) is arranged in the weaving machine (20) in such a way that when the reed (19) strikes an already inserted weft thread, which is still connected to another weft thread (2) to be inserted (which in turn is connected to the weft yarn supply) is connected) by the movement of the reed (19) the next weft thread (2) to be inserted towards the gripper (1) is moved such that this weft thread (2) to be inserted under the nose (8) of the gripper (1).

Deze volgende in te brengen inslagdraad (2) grijpt hierbij eerst onder de neus (8) aan en komt dan pas tegen de geleidingsboog (10). De geleidingsboog (10) geleidt deze inslagdraad (10) tot tegen de onderzijde van de neus (8). De inslagdraad (10) wordt verder geleid in de geleidingssleuf (13) aan de achterzijde van de gevergrijper (1) en komt via de geleidingsboog (10) aan de voorzijde van de gevergrijper (1) in de geleidingssleuf (15) aan de voorzijde van de gevergrijper (1). Aan de achterzijde van de gevergrijper (1) wordt de inslagdraad (2) geleid tot deze tegen de achterste aanslag (14) komt. Aan de voorzijde van de gevergrijper (1) wordt de inslagdraad (2) verder geleid tot deze onder het beweegbaar klemelement (12) komt, door dit klemelement (12) wordt vastgeklemd en tot tegen de voorste aanslag (16) komt.This next weft thread (2) to be inserted here first engages under the nose (8) and only then comes against the guide arch (10). The guide arc (10) guides this weft thread (10) to the bottom of the nose (8). The weft thread (10) is further guided in the guide slot (13) at the rear of the gripper (1) and enters via the guide arc (10) on the front of the gripper (1) in the guide slot (15) on the front of the gripper (1). At the rear of the gripper (1) the weft thread (2) is guided until it touches the rear stop (14). At the front of the gripper (1) the weft thread (2) is guided further until it comes under the movable clamping element (12), is clamped by this clamping element (12) and comes to the front stop (16).

Wanneer de in te brengen inslagdraad (2) op deze manier is aangegrepen door de gevergrijper (1), dan wordt de in te brengen inslagdraad (2) met behulp van de snijdinrichting (3) losgesneden van de reeds ingebrachte inslagdraad (2).When the weft thread (2) to be inserted is engaged in this way by the gripper (1), the weft thread (2) to be inserted is cut away from the weft thread (2) already inserted by means of the cutting device (3).

Het riet (19) wordt intussen terug naar achter gebracht. De kettinggarens (23) worden eventueel herpositioneerd om de volgende gaap (22) klaar te zetten. De gevergrijper (1) wordt in de gaap (22) aangebracht om deze in te brengen inslagdraad (2) in deze gaap (22) in te brengen, over te dragen aan de nemergrijper en terug te keren naar zijn startpositie voor bet opnemen van een volgende in te brengen inslagdraad (2).The reed (19) is meanwhile brought back. The warp yarns (23) may be repositioned to prepare the next shed (22). The gripper (1) is arranged in the shed (22) to insert this weft thread (2) to be inserted into this shed (22), to transfer it to the gripper gripper and to return to its starting position for receiving a next weft thread to be inserted (2).

Op deze manier wordt de inbrengcyclus voor het inbrengen van inslagdraden (2) steeds herhaald.In this way the insertion cycle for inserting weft threads (2) is repeated repeatedly.

Claims (11)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Gevergrijper (1) voor het inbrengen van een inslagdraad (2) bij een grijperweefinachine (20), omvattende een neus (8) voor het hieronder aangrijpen van een in te brengen inslagdraad (2) en omvattende een geleidingsboog (10) voor het enerzijds onder de neus (8) geleiden van een in te brengen inslagdraad (2) en het anderzijds ongehinderd over de neus (8) geleiden van kettingdraden, waarbij deze geleidingsboog (10) uitmondt in een punt (11) die in een bewegingsrichting van de gevergrijper (1) voor inbrengen van een inslagdraad (2) gezien als eerste punt (11) van de gevergrijper (1) is opgesteld, met het kenmerk dat de geleidingsboog (10) aan de voorzijde (4) van de gevergrijper (1) is opgesteld en de neus (8) aan de bovenzijde (5) of de onderzijde (7) van de gevergrijper (1) is opgesteld, nagenoeg volledig achter de geleidingsboog (10) en met de top (9) van de neus (8) naar de geleidingsboog (10) toe.A gripper (1) for inserting a weft thread (2) at a gripper weaving machine (20), comprising a nose (8) for engaging a weft thread (2) below and comprising a guide arc (10) for on the one hand guiding a weft thread (2) to be inserted under the nose (8) and on the other hand guiding warp threads unimpeded over the nose (8), this guide arc (10) terminating in a point (11) which moves in a direction of movement of the dispenser (1) for inserting a weft thread (2) as the first point (11) of the dispenser (1) is arranged, characterized in that the guide arch (10) is on the front (4) of the dispenser (1) and the nose (8) is arranged on the top (5) or bottom (7) of the gripper (1), substantially completely behind the guide arc (10) and with the tip (9) of the nose (8) facing the guide arc (10). 2. Gevergrijper (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de gevergrijper (1) slechts de genoemde geleidingsboog (10) omvat voor het enerzijds naar de neus (8) toe geleiden van een in te brengen inslagdraad (2) en het anderzijds ongehinderd over de neus (8) geleiden van kettingdraden.The gripper (1) according to claim 1, characterized in that the gripper (1) comprises only the said guide arc (10) for guiding, on the one hand, a weft thread (2) to be inserted and, on the other, towards the nose (8) unhindered guiding of warp threads over the nose (8). 3. Gevergrijper (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de gevergrijper (1) uitgevoerd is als een kokervormig lichaam dat gevormd is uit geplooid plaatmateriaal.The gripper (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the gripper (1) is designed as a tubular body formed from pleated plate material. 4. Gevergrijper (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de gevergrijper (1) een beweegbaar klemelement (12) omvat voor het vastklemmen van een achter de neus (8) aangegrepen inslagdraad (2) , waarbij dit klemelement (12) aan de voorzijde van de gevergrijper (1) is opgesteld.The gripper (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the gripper (1) comprises a movable clamping element (12) for clamping a weft thread (2) gripped behind the nose (8), said clamping element (2) 12) is arranged on the front of the gripper (1). 5. Grijperweefmachine (20), omvattende een gevergrijper (1), met het kenmerk dat de gevergrijper (1) een gevergrijper (1) volgens één van de voorgaande conclusies is.Gripper weaving machine (20), comprising a gripper (1), characterized in that the gripper (1) is a gripper (1) according to one of the preceding claims. 6. Grijperweefmachine (20) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de grijperweefmachine (20) een snijdinrichting (3) omvat voor het lossnijden van een in te brengen inslagdraad (2) van een reeds ingebrachte inslagdraad, waarbij deze snijdinrichting (3) op een vaste positie is opgesteld in de grijperweefmachine.Gripper weaving machine (20) according to claim 5, characterized in that the gripper weaving machine (20) comprises a cutting device (3) for cutting a weft thread to be inserted (2) from a weft thread already inserted, said cutting device (3) on a fixed position is arranged in the gripper weaving machine. 7. Grijperweefmachine (20) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de grijperweefmachine (20) een positioneerelement (18) omvat voor het positioneren van een in te brengen inslagdraad (2), waarbij dit positioneerelement (18) achter de gevergrijper (1) is opgesteld in de grijperweefmachine (20) en verder van een met de weefmachine (20) te weven weefsel is opgesteld dan de gevergrijper (1).Gripper weaving machine (20) according to claim 5 or 6, characterized in that the gripper weaving machine (20) comprises a positioning element (18) for positioning a weft thread to be inserted (2), said positioning element (18) behind the gripper ( 1) is arranged in the gripper weaving machine (20) and furthermore of a fabric to be woven with the weaving machine (20) than the weaver gripper (1). 8. Grijperweefmachine (20) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de neus (8) van de gevergrijper (1) hoofdzakelijk volgens de richting is opgesteld van de projectie van een met dit positioneerelement aangereikte inslagdraad (2) op de bovenzijde van de gevergrijper (1).Gripper weaving machine (20) according to claim 7, characterized in that the nose (8) of the gripper (1) is arranged essentially in the direction of the projection of a weft thread (2) provided with this positioning element on the upper side of the gripper (1). 9. Grijperweefmachine (20) volgens één van de conclusies 5 tot en met 8, met het kenmerk dat de grijperweefmachine (20) een dubbelstukweefmachine is.Gripper weaving machine (20) according to one of claims 5 to 8, characterized in that the gripper weaving machine (20) is a double piece weaving machine. 10. Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad (2) bij een grijperweefmachine (20) omvattende een riet (19) voor het aanslaan van een ingebrachte inslagdraad, met het kenmerk dat de grijperweefmachine (20) een grijperweefmachine (20) volgens één van de conclusies 5 tot en met 9 is en dat wanneer het riet (19) een reeds ingebrachte inslagdraad aanslaat, die nog met een volgende in te brengen inslagdraad (2) is verbonden, door de beweging van het riet (19) de volgende in te brengen inslagdraad (2) naar de gevergrijper (1) toe bewogen wordt, zodanig dat deze in te brengen inslagdraad (2) onder de neus (8) van de gevergrijper (1) aangrijpt.Method for introducing a weft thread (2) to a gripper weaving machine (20) comprising a reed (19) for striking an inserted weft thread, characterized in that the gripper weaving machine (20) has a gripper weaving machine (20) according to one of the Claims 5 to 9 and that when the reed (19) strikes an already inserted weft thread, which is still connected to a next weft thread (2) to be inserted, the following is introduced by the movement of the reed (19) weft thread (2) is moved towards the gripper (1) such that this weft thread (2) to be inserted engages under the nose (8) of the gripper (1). 11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de grijperweefmachine (20) een grijperweefinachine (20) volgens conclusie 4 en conclusie 6 is en dat na aangrijpen van de in te brengen inslagdraad (2) onder de neus (8) van de gevergrijper (1) en na vastklemmen van deze inslagdraad (2) met het klemelement (12), de snijdinrichting (3) de in te brengen inslagdraad (2) lossnijdt van de reeds ingebrachte inslagdraad.Method according to claim 10, characterized in that the gripper weaving machine (20) is a gripper weaving machine (20) according to claim 4 and claim 6 and that after engaging the weft thread to be inserted (2) under the nose (8) of the gripper gripper (1) and after clamping this weft thread (2) with the clamping element (12), the cutting device (3) cuts the weft thread (2) to be inserted from the weft thread already inserted.
BE2013/0717A 2013-10-24 2013-10-24 THREADER, GRAIN WEAVING MACHINE AND METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD WITH SUCH A GRAINER IN SUCH A GRAIN WEAVING MACHINE BE1021782B1 (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0717A BE1021782B1 (en) 2013-10-24 2013-10-24 THREADER, GRAIN WEAVING MACHINE AND METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD WITH SUCH A GRAINER IN SUCH A GRAIN WEAVING MACHINE
CN201480057432.4A CN105658856B (en) 2013-10-24 2014-10-24 Weft sending rapier head, giver, rapier weaving machine and loom introduce weft yarn method
PCT/IB2014/065574 WO2015059664A2 (en) 2013-10-24 2014-10-24 Giver rapier head, giver rapier, rapier weaving machine and method for inserting a weft thread in such a rapier weaving machine using such a giver rapier head
EP14806079.1A EP3060707B1 (en) 2013-10-24 2014-10-24 Giver rapier head, giver rapier, rapier weaving machine and method for inserting a weft thread in such a rapier weaving machine using such a giver rapier head
US15/031,976 US9732450B2 (en) 2013-10-24 2014-10-24 Giver rapier head, giver rapier, rapier weaving machine and method for inserting a weft thread in such a rapier weaving machine using such a giver rapier head

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0717A BE1021782B1 (en) 2013-10-24 2013-10-24 THREADER, GRAIN WEAVING MACHINE AND METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD WITH SUCH A GRAINER IN SUCH A GRAIN WEAVING MACHINE

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021782B1 true BE1021782B1 (en) 2016-01-18

Family

ID=49916740

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0717A BE1021782B1 (en) 2013-10-24 2013-10-24 THREADER, GRAIN WEAVING MACHINE AND METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD WITH SUCH A GRAINER IN SUCH A GRAIN WEAVING MACHINE

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021782B1 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN114790603A (en) * 2022-04-27 2022-07-26 常州市赛嘉机械有限公司 False weft mechanism of double-layer rapier loom and threading method thereof

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2428009A1 (en) * 1973-06-15 1975-01-09 Mackie & Sons Ltd J WEFT INSERTION DEVICE FOR A SHUTTERLESS LOOM
DE2644343A1 (en) * 1975-10-03 1977-04-14 Somet Soc Mec Tessile FEEDER GRIPPER FOR WEAVING MACHINES WITH CONTINUOUS WEFT FEED
EP0310767A1 (en) * 1987-10-06 1989-04-12 Textilma AG Gripper needle loom
US5113914A (en) * 1990-01-26 1992-05-19 Nuovopignone-Industrie Meccaniche E Fonderia S.P.A. Leaf spring type weft gripping device in a shuttleless loom
DE19537329A1 (en) * 1995-10-06 1997-04-10 Chemnitzer Webmasch Gmbh Weft change mechanism esp. for double carpet loom

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2428009A1 (en) * 1973-06-15 1975-01-09 Mackie & Sons Ltd J WEFT INSERTION DEVICE FOR A SHUTTERLESS LOOM
DE2644343A1 (en) * 1975-10-03 1977-04-14 Somet Soc Mec Tessile FEEDER GRIPPER FOR WEAVING MACHINES WITH CONTINUOUS WEFT FEED
EP0310767A1 (en) * 1987-10-06 1989-04-12 Textilma AG Gripper needle loom
US5113914A (en) * 1990-01-26 1992-05-19 Nuovopignone-Industrie Meccaniche E Fonderia S.P.A. Leaf spring type weft gripping device in a shuttleless loom
DE19537329A1 (en) * 1995-10-06 1997-04-10 Chemnitzer Webmasch Gmbh Weft change mechanism esp. for double carpet loom

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN114790603A (en) * 2022-04-27 2022-07-26 常州市赛嘉机械有限公司 False weft mechanism of double-layer rapier loom and threading method thereof

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3060707B1 (en) Giver rapier head, giver rapier, rapier weaving machine and method for inserting a weft thread in such a rapier weaving machine using such a giver rapier head
EP2594671B1 (en) Device and method for presenting weft threads to a gripper of a gripper weaving machine
BE1026412B1 (en) VEGETABLE HEAD
BE1021782B1 (en) THREADER, GRAIN WEAVING MACHINE AND METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD WITH SUCH A GRAINER IN SUCH A GRAIN WEAVING MACHINE
DE3524727C2 (en)
US2960118A (en) Shuttleless weaving looms
JP7017991B2 (en) Weft operation device without pseudo selvage in gripper loom
BE1021814B1 (en) THREADER HEAD, THREADER, GRAIN WEAVE MACHINE AND METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD WITH SUCH A GRAINER HEAD IN SUCH A GRAYER WEAVING MACHINE
US3111966A (en) Method and apparatus for simultaneously weaving lengths of fabric
BE1014135A3 (en) DEVICE for adducing weft threads on a rapier.
US4875507A (en) Process and apparatus for guiding the weft threads in weaving looms
BE1021697B1 (en) METHOD AND DEVICE FOR IMPLEMENTING TWO EFFECT WIRES AT THE SAME TIME
BE1012676A3 (en) DEVICE FOR IMPACT ON CANCELLATION a loom.
CH646471A5 (en) DEVICE FOR DOUBLE CROSS BINDING ENGLISH CROSS OF THE SIDE EDGES OF A FABRIC IN A TEXTILE FRAME.
BE1022146B1 (en) SELF-EDUCATION DEVICE FOR A WRAKING THREAD
US3665976A (en) Suction apparatus on a textile machine
US4655263A (en) Apparatus for presenting weft threads to the clamps of gripper rods in shuttleless looms
US2055553A (en) Method and means for ribbon weaving
US3014505A (en) Looms operating with stationary weft supplies
US2099628A (en) sampson
EP4172393B1 (en) Rapier weaving machine with guiding device and method for converting a rapier weaving machine
US4646790A (en) Cutting mechanism for a weaving machine
US1730024A (en) Multicolor-weft-replenishing mechanism
BE1015918A5 (en) Weaving machine for weaving pile fabrics, comprises spacers, holders for clamping spacers, shed forming devices for driving heddles, yarn supply, and zone for supplying pile warp yarns
BE1009678A3 (en) Gripper loom with a thread brake